Eindrapport programma Kwaliteitsontwikkeling beroepsgroepen V&V Een programma van AVVV, NVVA, Sting, begeleid door CVZ
Kwaliteitsinstrumenten van AVVV, NVVA en Sting voor verzorgenden, verpleegkundigen en verpleeghuisartsen in de sector V&V De beroepsorganisaties AVVV, NVVA en Sting hebben van 2000 t/m 2005 kwaliteitsinstrumenten ontwikkeld voor verzorgenden, verpleegkundigen en verpleeghuisartsen in verpleeg- en verzorgingshuizen en langdurende thuiszorg (sector V&V). De beroepsorganisaties werkten hiervoor samen met elkaar en met cliëntenorganisaties, Arcares, Z-org en zorgverzekeraars. Het motto was: multidisciplinair en tripartiet kwaliteitsbeleid. Deze publicatie geeft de resultaten weer. Achtereenvolgens treft aan: het kwaliteitsbeleid van de AVVV, NVVA en Sting en een productencatalogus, met beknopte beschrijvingen van de kwaliteitsinstrumenten en hoe deze te verkrijgen zijn. Deze publicatie is bedoeld voor iedereen die werk wil maken van kwaliteit van zorg voor kwetsbare ouderen en chronisch zieken in verpleeg- en verzorgingshuizen en langdurende thuiszorg. Beroepsbeoefenaren, managers van zorginstellingen en zorgverzekeraars in het bijzonder. De AVVV, NVVA en Sting ontwikkelen steeds nieuwe kwaliteitsinstrumenten. Op hun websites houden zij u op de hoogte van nieuwe instrumenten. Contactgegevens AVVV (Algemene Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden) Postbus 8212 3503 RE Utrecht Email:
[email protected] Telefoon: 030) 291 90 50 Website: www.avvv.nl Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen (NVVA) Postbus 20069 3502 LB Utrecht Email:
[email protected] Telefoon: (030) 280 28 44 Website: www.nvva.artsennet.nl Sting beroepsvereniging van de verzorging Postbus 6000 3503 PA Utrecht Email:
[email protected] Telefoon: (030) 291 90 60 Website: www.sting.nl
Kwaliteitsbeleid van de AVVV Visie op de beroepsgroep In de verpleeg- en verzorgingshuizen en de thuiszorg werken 28.500 verpleegkundigen (19% van alle verpleegkundigen) en bijna 210.000 verzorgenden en helpenden (85% van deze beroepsgroep).11 Helpenden en verzorgenden zijn verantwoordelijk voor het leeuwendeel van de dagelijkse zorgtaken en de communicatie met de cliënt. De verpleegkundigen zijn binnen de sector verantwoordelijk voor de verpleegkundige zorg en vaak ook voor de coördinatie van het zorgproces. Verpleegkundigen en verzorgenden bepalen dus voor een groot deel de kwaliteit van leven en de zorg voor chronisch zieken en kwetsbare ouderen. De Nederlandse gezondheidszorg verandert sterk: het aantal chronisch zieken en kwetsbare ouderen groeit, vraagsturing krijgt steeds meer accent, maar ook doelmatigheid en kostenreductie spelen een steeds grotere rol. De overheid trekt zich terug en geeft het veld meer eigen verantwoordelijkheid. Hierbij treden taakverschuivingen op van duurder naar goedkoper zorgpersoneel en van intramurale naar extramurale zorg. Deze ontwikkelingen zijn in de visie van de AVVV niet denkbaar zonder de inzet van goed opgeleide verpleegkundigen en verzorgenden en een sterke beroepsorganisatie die gesprekspartner is bij de landelijke beleidsvorming en –uitvoering.
De rol van de AVVV Van een kleine organisatie met een beperkt budget en een beperkte invloed is de AVVV de laatste vijf jaar een professionele organisatie geworden die een steeds duidelijkere bijdrage levert aan de kwaliteit van zorg. De missie van de AVVV is: De AVVV is de gezaghebbende vereniging van verpleegkundigen en verzorgenden, die zich inzet voor excellente zorgverlening, individuele en collectieve belangenbehartiging van beroepsbeoefenaren en verankering van de stem van de beroepsbeoefenaren op alle niveaus in de zorg. De AVVV beschouwt het als haar taak om de stem van verpleegkundigen en verzorgenden te laten horen, en om vanuit het beroepsperspectief deel te nemen aan beleidsvorming en –uitvoering. Op verzoek van VWS heeft de AVVV bijvoorbeeld de regie genomen over het project ‘Verpleegkundige Beroepenstructuur en Opleidingscontinuüm’ (VBOC). Doel van dit project is de verpleegkundige beroepenstructuur te vereenvoudigen en de samenhang tussen de verschillende opleidingen te verbeteren. Daarnaast is kwaliteitsbeleid een belangrijke activiteit van de AVVV. De AVVV stelt normen vast voor de beroepsuitoefening van verpleegkundigen en verzorgden, om de kwaliteit van zorg te kunnen beoordelen. En de AVVV ontwikkelt instrumenten waarmee beroepsbeoefenaren zelf de kwaliteit van zorg kunnen bewaken en bevorderen. Daarnaast ondersteunt de AVVV lidorganisaties bij het vaststellen van hun kwaliteitsbeleid. De AVVV hecht eraan om cliënten te betrekken bij haar projecten. Hierom is zij bezig het cliëntenperspectief systematisch te integreren in het AVVV-kwaliteitsbeleid. Bovendien sloot zij in 2004 een convenant met de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC), met als doel het cliëntenperspectief een centralere plaats te geven in het kwaliteitsbeleid van de AVVV. Vanuit het oogpunt van effectiviteit en doelmatigheid zoekt de AVVV aansluiting bij bestaande multidisciplinaire en landelijke programma’s zoals Zorg voor Beter (care) en programma’s van ZonMW. De AVVV is partner in Sneller Beter en werkt nauw samen met het LEVV.
2
Het kwaliteitsbeleid van de AVVV Het kwaliteitsbeleid van de AVVV richt zich op alle sectoren waarin verpleegkundigen en verzorgenden werkzaam zijn. Veel instrumenten zijn daarom niet sector-specifiek, zoals het Referentiekader kwaliteit, de Kwaliteitsregeling, de Toetsingscommissie Richtlijnen en de Nationale Beroepscode. Andere instrumenten zijn wel specifiek voor de V&V sector gemaakt, zoals de Lesbrief medicatie, de Prestatie-indicatoren kwaliteit van zorg en de richtlijnen Zorg bij een verstoord slaapwaak-ritme en Bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naastbetrokkenen. De AVVV is hard op weg een adequaat kwaliteitssysteem te bouwen. Instrumenten zoals visitatie dienen nog te worden ontwikkeld, en er is behoefte aan richtlijnen voor diverse onderwerpen.
De organisatie voor het kwaliteitsbeleid De Commissie Kwaliteit van de AVVV adviseert het bestuur over het kwaliteitsbeleid van de AVVV op langere termijn. Binnen de zes regio’s die de AVVV onderscheidt, begeleiden AVVV regiocoördinatoren kwaliteitsprojecten in de regio. Op instellingsniveau houden Verpleegkundige en Verzorgende Adviesraden (VAR’s) zich bezig met kwaliteit van zorg (in de hele gezondheidszorg zijn er in totaal 175 VAR’s). De AVVV ondersteunt deze VAR’s bij hun functioneren.
Kwaliteitsinstrumenten AVVV De AVVV producten zijn geordend volgens de aandachtsgebieden van het Referentiekader kwaliteit van de AVVV: Deskundigheid - Scholingsmodule & handleiding bij de multidisciplinaire richtlijn Verantwoorde vocht- en voedselvoorziening aan verpleeghuisgeïndiceerden - Lesbrief medicatie - Forum verpleegkundigen en verzorgenden in de eerste lijn - Tour van de verzorging - Beroepsdeelprofielen Normering - Nationale Beroepscode verpleegkundigen en verzorgenden - Richtlijnen - Rapport Proefimplementatie AVVV-richtlijnen Bejegening van CVA-getroffenen en Verstoord slaap-waak ritme in verpleeg- en verzorgingshuizen - Valkaart thuiswonende ouderen - Normen voor verantwoorde zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen (van de gezamenlijke veldpartijen) -
Systematische kwaliteitsbewaking Referentiekader kwaliteit Format kwaliteitsbeleidsplan Werkconferentie kwaliteitsbeleidsplan Vervolgbijeenkomst kwaliteitsbeleidsplan Kwaliteitsregeling verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden Prestatie-indicatoren en streefnormen kwaliteit van zorg Signaleringsinstrumenten minimale kwaliteit van zorg Toetsingscommissie Richtlijnen Studie Positie verzorgenden in een veranderende context
3
Kwaliteitsbeleid van de NVVA Visie op de beroepsgroep Er zijn 1300 verpleeghuisartsen actief in de zorg voor chronisch zieken en ouderen met een complexe zorgproblematiek. Zij werken vooral in verpleeghuizen, waar zij verantwoordelijk zijn voor het medische beleid en de behandeling van patiënten. Ouderen en chronisch zieken verblijven echter steeds vaker thuis of in een verzorgingshuis. Verpleeghuisartsen werken daarom steeds vaker samen met huisartsen, verpleegkundigen en paramedici in verzorgingshuizen en de thuiszorg. Als adviseur en als ketenpartner. Verpleeghuisartsen hebben behoefte aan richtlijnen die de state of the art weergeven van de medische zorg en welzijnsbevordering voor chronische zieken en ouderen. Daarnaast moeten zij hun algemene kennis en vaardigheden permanent op peil houden. Thuisverpleging en ketenzorg vragen van de verpleeghuisarts een andere attitude en andere vaardigheden dan in de traditionele verpleeghuiszorg. Deze moeten worden ontwikkeld en onderhouden.
De rol van de NVVA Sinds november 2003 formuleert de NVVA haar missie als volgt: De NVVA ondersteunt de leden bij het realiseren van hun collectieve ambitie, te weten het behouden of bereiken van het optimale niveau van functionele autonomie en kwaliteit van leven voor kwetsbare ouderen en chronisch zieken met complexe problematiek. De beroepsgroep hanteert hierbij een integrale benadering, door medisch geriatrische deskundigheid te verbinden met deskundigheid op het gebied van zorgdiagnostiek, zorgprognostiek en zorgmanagement. Het professionele handelen van de beroepsgroep is door wetenschappelijk onderzoek onderbouwd dan wel gebaseerd op best practices. Kwaliteitsbeleid is een van de belangrijkste activiteiten van de NVVA. De NVVA beschouwt het als haar taak om wetenschappelijke kennis te vertalen in richtlijnen en in wetenschappelijke standpunten vanuit de verpleeghuisgeneeskunde. Zij werkt hiervoor samen met de hoogleraren verpleeghuisgeneeskunde en met de netwerken van academische verpleeghuizen. Verpleeghuisgeneeskundige zorg, en in het bijzonder die aan ouderen, is complexe zorg. Algemene richtlijnen en standaarden van aanpalende beroepsbeoefenaren, zoals de huisartsen, zijn niet direct toe te passen op de complexe oudere patiënt. De NVVA beschouwt het daarom als haar taak om te bevorderen dat er voor de behandeling en verzorging van deze doelgroep passende medische (tripartiete) richtlijnen komen. Een terugtredende overheid stelt hoge eisen aan het zelfregulerende vermogen van het veld. De NVVA is – als representant van de verpleeghuisartsen - in staat om aan deze zelfregulering een belangrijke bijdrage te leveren, door te zorgen voor een transparant kwaliteitsbeleid voor verpleeghuisartsen, een adequaat toetsingssysteem en eventuele mogelijkheden tot het stellen van sancties. In de beleidsbrief Kwaliteit van Zorg12 wordt gesteld dat patiënten/consumenten geen directe verantwoordelijkheid dragen voor het kwaliteitsbeleid van beroepsgroepen. In de visie van NVVA spelen patiënten/consumenten wel een onmisbare rol bij de beoordeling van de kwaliteit van zorg- en dienstverlening. Hierom sluit de NVVA begin 2006 een convenant met het LOC, met als doel uitwisseling van kennis en ervaring en toetsing van het NVVA kwaliteitsbeleid aan het patiëntenperspectief. De extramuralisering van de verpleging en verzorging van chronisch zieken en ouderen heeft geleid tot samenwerking met de beroepsorganisatie van sociaal geriaters, de Nederlandse Vereniging van Sociaal Geriaters (NVSG). Deze samenwerking leidde op 1 januari 2006 tot een fusie. De hierboven geformuleerde visie is al in gezamenlijkheid tot stand gekomen. De nieuwe naam van de vereniging en het specialisme worden in 2006 bekend.
4
Het kwaliteitsbeleid van de NVVA In het NVVA Kwaliteitsbeleid 2003-200713 is de centrale doelstelling: bevorderen dat cliënten/patiënten zolang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen en dat de dagelijkse zorg is afgestemd op hun wensen en die van hun omgeving. De NVVA heeft hiervoor activiteiten ontwikkeld, zoals het project ‘Implementatie patiëntenperspectief’. In dit kader is het interessant op te merken dat de NVVA zowel bij de implementatie van het patiëntenperspectief als bij de implementatie van de richtlijn Samenwerking en Logistiek rond decubitus (Salode) effectmting op cliëntniveau heeft toegepast. De ervaringen hiermee krijgen een vervolg in het kwaliteitsbeleid van de NVVA. De NVVA heeft inmiddels een volwassen kwaliteitssysteem voor verpleeghuisartsen opgebouwd. In de toekomst dient dit systeem in stand te worden gehouden en verder te worden ontwikkeld. In 2006 wordt de discussie gestart over het kwaliteitsbeleid na 2007. Op dit moment tekent zich af dat de NVVA zich - naast de verbetering van de verpleeghuisgeneeskundige en algemene geriatrische zorg - meer gaat richten op ketenzorg en op zorgprogramma’s voor specifieke doelgroepen.
De organisatie voor het kwaliteitsbeleid De NVVA telt achttien regio’s met ieder een bestuur en een regiocoördinator kwaliteit. De regiocoördinatoren kwaliteit vormen een netwerk dat enerzijds het NVVA kwaliteitsbeleid bottom-up vormgeeft en anderzijds het beleid in de regio uitdraagt. Daarnaast wordt er momenteel een netwerk van hoofden van vakgroepen gestart. Hoofden van vakgroepen zijn belangrijke sleutelfiguren bij de implementatie van kwaliteitsinstrumenten in instellingen. De NVVA ontwikkelt een ondersteuningsaanbod voor vakgroephoofden.
Kwaliteitsinstrumenten NVVA -
Deskundigheid Opleiding tot verpleeghuisarts Beroepsprofiel verpleeghuisarts (2000) Takenpakket verpleeghuisarts/sociaal geriater (2003) Bij- en nascholing Intercollegiale toetsing (herziene methode 2004) Zelf-check voor verpleeghuisartsen (2003)
Normering - Beroepsprofiel en takenpakket - Monodisciplinaire richtlijnen en handreikingen: - Handreiking Medische zorg met beleid; verpleeghuisgeneeskundig handelen bij dementerende patiënten (1997) - Handreiking Reanimatie (2001) - Richtlijn Slikproblemen (2001) - Richtlijn Probleemgedrag (2002) - Handreiking Professionele verantwoordelijkheid (2004) - Richtlijn Influenza preventie (2004) - Richtlijn Urineweginfecties (2006) - Multidisciplinaire richtlijnen en handreikingen - Richtlijn Verantwoorde vocht- en voedselvoorziening verpleeghuisgeïndiceerden (initiatief Arcares 2001) - Richtlijn Samenwerking en logistiek rond decubitus (Salode) (2003)
5
- Richtlijn Mondzorg (2006) - Begrippenkader voor de kwaliteit van zorg vanuit het patiëntenperspectief (2003) - Normen voor verantwoorde zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen (van de gezamenlijke veldpartijen) ) -
Systematische kwaliteitsbewaking Systeem van intercollegiale toetsing Accreditatie en herregistratie Handreiking Beoordeling individueel functioneren van artsen (2005) Zelf-check voor verpleeghuisartsen Patiënten feedbacksysteem voor de kwaliteit van zorg door de verpleeghuisarts (2006) Klachtenrichtlijn Gezondheidszorg (2004)
Externe verantwoording & borging - Verenigingsniveau - Intern kwaliteitssysteem - Kwaliteitssysteem verpleeghuisartsen - Kwaliteitsjaarverslag en jaarplanning - Praktijkniveau - BIG-registratie - Accreditatie - Herregistratie - Handreiking Beoordeling individueel functioneren van artsen (2005) - Klachtenrichtlijn Gezondheidszorg (2004) - Tuchtrecht - Gedragscode - Normen voor verantwoorde zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen (van de gezamenlijke veldpartijen)
6
Kwaliteitsbeleid van Sting Visie op de beroepsgroep De bijna 210.000 helpenden en verzorgenden vormen de grootste beroepsgroep in de thuiszorg en in de verpleeg- en verzorgingshuizen. Zij bieden kwetsbare ouderen en mensen met een chronische ziekte de basale ondersteuning in het dagelijkse leven. De kwaliteit van de langdurende zorg staat of valt met de kwaliteit van de beroepsuitoefening van helpenden en verzorgenden. Hun betrokkenheid en vakmanschap is cruciaal. In de CAO’s zijn er voor helpenden en verzorgenden geen opleidingseisen vastgelegd, ook is er geen registratie- en accreditatiesysteem. Dat betekent dat iedereen zonder vooropleiding aan de slag kan in de zorg, en dat er een grote variatie is in het opleidings- en bij- en nascholingsniveau. Onderzoek van Sting wijst uit dat een diploma, bij- en nascholing en een goede ondersteuning (zoals werkoverleg en intervisie) nog steeds geen vanzelfsprekendheden zijn. Een groot aantal helpenden en verzorgenden mist zelfs een goede basisopleiding. Sting constateert dat er in veel instellingen een kloof is tussen enerzijds de instellingsvisie op goede en vraaggerichte verzorging en anderzijds de werkvloer. De direct leidinggevenden en teamleiders van helpenden en verzorgenden hebben behoefte aan ondersteuning bij de vertaling van instellingsvisie en -beleid naar het dagelijkse werk. De aard van het werk en het lage opleidingsniveau vragen hierbij om zeer concrete en praktische kwaliteitsinstrumenten en deskundigheidsbevordering.
De rol van Sting Sting formuleert haar missie als volgt: Sting is de beroepsinhoudelijke belangenbehartiger en spreekbuis van helpenden en verzorgenden uit de thuiszorg, intramurale ouderenzorg, kraamzorg en gehandicaptenzorg. Sting wil - in overleg en samenwerking met cliënten(organisaties), zorgaanbieders en andere partijen - de kwaliteit van de beroepsuitoefening verder ontwikkelen en bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardige zorgverlening en ondersteuning. Het belang van de care en de maatschappelijke ondersteuning is groot. Daarom wil Sting bijdragen aan het op de landelijke en politieke agenda houden van de verzorgende beroepsgroep en haar werkterrein: zorg en ondersteuning. Sting zet zich in voor een goede basisopleiding en deskundigheidsbevordering voor helpenden en verzorgenden. Daarnaast ontwikkelt Sting praktische instrumenten waarmee helpenden en verzorgenden kunnen werken aan een goede beroepsuitoefening. Sting bestaat uit stichting Sting Zorgprojecten en Sting landelijke beroepsvereniging verzorging. Sting Zorgprojecten is een expertisecentrum dat zich richt op kennisontwikkeling, innovatie en het ontwikkelen en implementeren van kwaliteitsinstrumenten voor de beroepsgroep verzorgenden. Deze activiteiten zijn gericht op en dienen het belang van de hele beroepsgroep. De landelijke beroepsvereniging Sting richt zich op het onderhouden en versterken van de vereniging en haar leden. Sting kent één werkapparaat. Dit is zodanig ingericht dat de stichting en de vereniging elkaar optimaal bevruchten. Deze werkwijze resulteert in een snelle vertaling van signalen uit het werkveld naar het beleidsniveau enerzijds en in zeer goed toepasbare producten anderzijds. Sting realiseert de volgende activiteiten: 1. Kennis- en productontwikkeling, gericht op verbetering van de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening in de sectoren waar helpenden en verzorgenden werkzaam zijn.
7
2. Ontwikkelen en implementeren van kwaliteitsinstrumenten, waarmee helpenden en verzorgenden de kwaliteit van hun beroepsuitoefening kunnen versterken en waarmee zorginstellingen de voorwaarden hiervoor kunnen creëren. 3. Marktcommunicatie en voorlichting, met het doel om de visie op verzorging, de inhoudelijke kennis en het product- en dienstenaanbod van Sting op een gedifferentieerde wijze onder de aandacht te brengen van belangrijke partijen in de verzorging. 4. Vereniging: versterken van de beroepsgroep verzorging en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening.
Het kwaliteitsbeleid van Sting Samen met cliënten ontwikkelde Sting kwaliteitscriteria en kwaliteitsbeleid voor de beroepsgroep verzorgenden. De Kijk op kwaliteit van helpenden en verzorgenden (Sting 2002), is samen te vatten in drie uitgangspunten: • De individuele cliënt staat centraal. • Deskundige en vakbekwame zorgverlening. • Verzorging levert een bijdrage aan een brede ondersteuning in het leven van de cliënt. Sting ontwikkelt lesbrieven, workshops, trainingen en leertrajecten voor de beroepsgroep en de direct leidinggevenden. Centraal hierbij staan thema’s als werken aan kwaliteit, een goede beroepshouding, vraaggerichte verzorging, zeggenschap van de cliënt, verantwoordelijkheid nemen voor je werk en kleine zelfstandigen in de zorg. Daarnaast draagt Sting haar kwaliteitsbeleid uit in gesprekken met beleidmakers en in publicaties, artikelen en informatiebijeenkomsten. Zo heeft Sting in 2005 een visie ontwikkeld op de voor- en nadelen van de Wmo vanuit het perspectief van de helpenden en verzorgenden. Sting wil weten of haar kwaliteitsinstrumenten bruikbaar zijn en of ze leiden tot de gewenste effecten. Het NIVEL heeft onderzoek gedaan naar het gebruik en het effect van een aantal Sting-producten. De komende jaren zal verder worden gewerkt aan evaluatie en effectmeting.
De organisatie voor het kwaliteitsbeleid Kwaliteitsinstrumenten worden ontwikkeld (en uitgetest, geëvalueerd en bijgesteld) in pilots binnen zorginstellingen, samen met beroepsbeoefenaren en leidinggevenden. De vereniging kent een Algemene ledenvergadering, werkgroepbesprekingen en achterbanraadplegingen. Deze gremia toetsen kwaliteitsnormen en andere kwaliteitsinstrumenten op inhoud en bruikbaarheid. Sting toetst haar kwaliteitsnormen en –instrumenten aan het cliëntenperspectief. Met de LOC heeft Sting een convenant om samen te werken aan versterking van vraaggerichte verzorging en de zeggenschap van de cliënt/bewoner. Resultaat van het convenant is het project ‘Greep op eigen leven’ waarin LOC en Sting samen een lespakket voor helpenden/verzorgenden en cliëntenraadsleden hebben ontwikkeld.
8
Kwaliteitsinstrumenten Sting Deskundigheid - Gekwalificeerd voor de toekomst, kwalificatiestructuur niveau 1 tot en met 5 - Opgeleid voor kwaliteit, onderzoek naar de stand van zaken van opleidingen en bij- en nascholing - Vereisten voor een goede beroepsuitoefening, takenpakket voor beroepsbeoefenaren in de verschillende sectoren waarin helpenden en verzorgenden werkzaam zijn (thuiszorg, intramurale ouderenzorg, gespecialiseerde verzorging, kraamzorg). - Cursus Zelfstandig in de zorg - Cursus Tijdens de afwas… - Leertraject Verantwoording nemen voor eigen werk - Werkboek en leerprogramma Samen werken aan kwaliteit van leven - Lespakket Greep op eigen leven - Methode Huiskamergesprekken - Lesbrief Indicatieprotocol kraamzorg -
-
Normering Beroepsprofiel van de verzorging Beroepscode voor de verzorging Lesbrieven beroepscode Criteria voor vraaggerichte verzorging Brochure Welke Zorg vraagt U? Vraaggerichte verzorging: visie en praktijk. Handwijzer Vraaggerichte verzorging voor verzorgenden Het werk van de gespecialiseerd verzorgende. Methodiekwijzer Normen voor verantwoorde zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen (van de gezamenlijke veldpartijen) Systematische kwaliteitsbewaking Brochure Kijk op Kwaliteit, een visie op de kwaliteit van de verzorging Lesbrief Kijk op Kwaliteit Werken aan kwaliteit: werkmethodes voor helpenden en verzorgenden Werken aan kwaliteit: handwijzer voor verzorgenden
Hieronder een beknopte beschrijving van een aantal instrumenten die relevant zijn voor zorginstellingen.
9
Deskundigheid
naam
Scholingsmodule & handleiding bij de multidisciplinaire richtlijn Verantwoorde vocht- en voedselvoorziening aan verpleeghuisgeïndiceerden.
datum omschrijving
AVVV, 2002 Een tiental partijen, waaronder de AVVV, heeft gezamenlijk de multidisciplinaire richtlijn ontwikkeld. Vervolgens is er een implementatietraject gestart. De AVVV heeft als onderdeel van de implementatie een handleiding en scholingsmodules ontwikkeld, en bij de deelnemende instellingen workshops verzorgd. Medewerkers ondersteunen bij de implementatie van de multidisciplinaire richtlijn. Personeel van verpleeg- en verzorgingshuizen, verzorgenden (niveau 1 t/m 3) in het bijzonder Didactisch hulpmiddel. Naslagwerk. 24 instellingen hebben gebruik gemaakt van de scholing en de handleiding. Via de website AVVV en het ledennet van Arcares Mieke Hollander, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik status te verkrijgen contactpersoon
naam
Lesbrief medicatie
datum omschrijving
AVVV, 2006 Een lesbrief over medicatie, bestemd voor verzorgenden in het verpleeghuis. Verbeteren van de kennis van verzorgenden met betrekking tot medicatieverstrekking. Verzorgenden. Als hulpmiddel bij het geven van scholing en bijscholing. De lesbrief bevat opdrachten en achtergrondinformatie voor een klinische les. De lesbrief is in februari 2006 gereed en wordt daarna uitgetest en ingevoerd in instellingen. Website AVVV Drs. Aart Eliens, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
naam
Forum verpleegkundigen en verzorgenden in de eerste lijn
datum omschrijving
AVVV, 2003 Een forum waar verpleegkundigen en verzorgenden periodiek bij elkaar komen om kennis over taakherschikking in de eerstelijn te verzamelen en uit te wisselen en om projecten te initiëren. Vergroting van kennis en versterking van de positie van verpleegkundigen en verzorgenden in de eerstelijn. Verpleegkundigen en verzorgenden. Overleg vindt drie maal per jaar plaats. Overleg vindt sinds 2003 jaarlijks plaats. Drs. Aart Eliens, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik status contactpersoon
10
naam
Tour van de verzorging
datum omschrijving
AVVV, 2005 De Tour van de verzorging is een nieuwe activiteit binnen de Dag van de Verzorging die de AVVV jaarlijks organiseert op 8 oktober, naast het al langer bestaande symposium. De tour is een ontmoetingsplaats en platform voor kennisuitwisseling door verzorgenden in Nederland. (zie www.avvv.nl) De Tour bestaat uit vier regionale tourdagen en een landelijke slotdag. Tijdens iedere tourdag presenteren drie verzorgen-den projecten voor zorgverbetering waarbij zij betrokken waren. Tijdens de landelijke slotdag wordt de Prinses Margriet Prijs voor praktijkverbetering uitgereikt. Het genereren van regionale en landelijke aandacht voor het beroep verzorgende om hiermee de beroepstrots van verzorgenden, zorghulpen en helpenden te versterken. Tevens heeft de Tour kennisverspreiding en kennisuitwisseling ten doel. Daarnaast moet de Tour leiden tot een betere profilering en naamsbekendheid van de SVOZ-zorgopleidingen en de AVVV. Verzorgenden, verpleeghulpen, helpenden, studenten niveau 3, opleiders en managers in de sectoren thuiszorg, verpleeg- en verzorgingshuizen. De tour heeft in 2005 voor de eerste maal plaatsgevonden en is positief geëvalueerd door de bezoekers. Er zijn circa 400 bezoekers geweest. Voorbereidingen voor 2006 starten medio januari 2006. Mieke Hollander, programmamanager 030-2919050,,
[email protected]
doel
doelgroep(en) status contactpersoon
naam
Beroepsdeelprofielen
datum omschrijving
AVVV, 2003-2004 Door de AVVV zijn 38 beroepsdeelprofielen ontwikkeld. De beroepsdeelprofielen geven de kern van de onderscheiden beroepen weer en beschrijven de beroepsactiviteiten en de beroepsvereisten. - De herkenbaarheid en inzichtelijkheid van de beroepsuitoefening vergroten. - De kwaliteitsaspecten van de beroepsuitoefening inzichtelijk en controleerbaar maken. - Versterken van de professionele identiteit van de beroepsbeoefenaren. Verpleegkundigen, managers, docenten. Naslagwerk en fundament voor een verpleegkundige beroepenstructuur en opleidingscontinuüm. Ieder beroepsdeelprofiel is goedgekeurd door de betreffende beroepsorganisatie. Website AVVV Mieke Hollander, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel
doelgroep(en) gebruik status te verkrijgen contactpersoon
11
Normering
naam
Nationale Beroepscode verpleegkundigen en verzorgenden
datum
AVVV 2006, i.s.m. CNV Publieke Zaak, Sting, NU’91, Lindeboom instituut en anderen Er is een aantal beroepscodes voor verpleegkundigen en verzorgenden in omloop. De AVVV werkt, samen met de initiatiefnemers van de bestaande codes, aan de ontwikkeling en implementatie van één geactualiseerde code voor verpleegkundigen en één code voor verzorgenden, die zoveel mogelijk overeenkomen. Duidelijkheid over de beroepscode. Dit versterkt bovendien de positie van verpleegkundigen en verzorgenden. Verpleegkundigen en verzorgenden. De twee beroepscodes zullen voor verpleegkundigen en verzorgenden een leidraad zijn bij besluitvorming rond ethische dilemma’s, tijdens teamoverleg of bijvoorbeeld moreel beraad in een instelling. In 2006 worden cursuspakketten, lesbrieven, bijeenkomsten en publicaties over het gebruik van de beroepscode. De codes worden eind 2006 officieel aangeboden aan het ministerie van VWS. Daarvóór zijn ze goedgekeurd door de officiële organen van betrokken organisaties ontwikkeld en aan het veld aangeboden. Vanaf eind 2006 via de websites van betrokken organisaties en op te vragen bij onderstaande contactpersoon. Drs. Grete Visser, beleidsadviseur 030-2919050,
[email protected]
omschrijving
doel doelgroep(en) gebruik hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
naam
Richtlijnen
datum omschrijving
AVVV, 2001 – 2004 1. Richtlijn Parkinson (2001) 2. Tripartiete richtlijn Zorg bij een verstoord slaap-waakritme (2004) 3. Bejegening van CVA-getroffenen en hun naastbetrokkenen 4. Richtlijn Wijkverpleegkundige standaard Decubitus (2004) 5. Richtlijn Smetten (intertrigo), preventie en behandeling (2004) Hulpmiddelen om het handelen van verpleegkundigen en verzorgenden te onderbouwen. Verpleegkundigen en verzorgenden. De richtlijnen bevatten hulpmiddelen zoals samenvattingen en handleidingen. De aard van de hulpmiddelen verschilt per richtlijn. De richtlijnen Zorg bij een verstoord slaap-waakritme, Wijkverpleegkundige standaard Decubitus en Smetten (intertrigo), preventie en behandeling zijn gelegitimeerd door de AVVV. De overige richtlijnen niet. Richtlijn Wijkverpleegkundige standaard Decubitus via
[email protected]. Overige richtlijnen via de website van de AVVV: www.avvv.nl Drs. Aart Eliens, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
12
naam
Rapport Proefimplementatie van twee AVVV richtlijnen in verpleegen verzorgingshuizen
datum omschrijving
TNO, 2006 Dit rapport beschrijft een methodiek met aanbevelingen voor succesvolle implementatie van richtlijnen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Voorzien in een methodiek voor de implementatie van richtlijnen in de sector V&V. Verpleegkundigen, verzorgenden, andere beroepsbeoefenaren, managers. Hulpmiddel bij de invoering van richtlijnen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Het rapport is geschreven op basis van een pilot in vier instellingen, die TNO Kwaliteit van Leven in opdracht van de AVVV begeleidde. Website AVVV: www.avvv.nl Drs. Aart Eliens, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik status te verkrijgen contactpersoon
naam
Valkaart thuiswonende ouderen
datum omschrijving
AVVV, 2005 i.s.m. Regionaal Netwerk Geriatrie Zuid Holland De valkaart is het instrument om het valrisico bij zelfstandig wonende ouderen vast te stellen, met adviezen over hoe vallen te voorkomen. Preventie van valincidenten. Bevorderen van de kennis bij verpleegkundigen en verzorgenden over valrisico’s en preventiemogelijkheden Verzorgenden, verpleegkundigen. Kan worden gebruikt door individuele verpleegkundigen en verzorgenden. Een kaart met daarop de risicofactoren en de mogelijke acties bij een verhoogd valrisico en tien tips voor preventie van vallen en fracturen in de thuissituatie. De valkaart is uitgetest in de regio Zuid-Holland. Via de AVVV Patrick Groenewegen, regiocoördinator AVVV, regio Zuid-Holland,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
13
Systematische kwaliteitsbewaking
naam
Referentiekader kwaliteit
datum omschrijving
AVVV, 2004 Het Referentiekader kwaliteit beschrijft wat de AVVV verstaat onder verantwoorde kwaliteit en een kwaliteitssysteem. Het biedt een overzicht van kwaliteitsinstrumenten die door verpleegkundigen en verzorgenden kunnen worden gebruikt om kwaliteitsdoelstellingen te realiseren. Het referentiekader is digitaal beschikbaar. Beroepsorganisaties voor verpleegkundigen en verzorgenden gezamenlijke normen en een hulpmiddel bieden bij het vormgeven van hun kwaliteitsbeleid. Beroepsorganisaties voor verpleegkundigen en verzorgenden. Als naslagwerk. Voor het toepassen van het Referentiekader kwaliteit biedt de AVVV haar leden een aantal hulpmiddelen aan: - Format kwaliteitsbeleidsplan (zie hieronder). - Werkconferentie Kwaliteitsbeleid (zie hieronder). - Vervolgbijeenkomst Kwaliteitsbeleid (zie hieronder). Het referentiekader is in 2004 goedgekeurd door de ALV van de AVVV. Het referentiekader is reeds door ruim 20 lidorganisaties van de AVVV gebruikt bij het ontwikkelen van hun kwaliteitsbeleid. Website AVVV Drs. Aart Eliens, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik hulpmiddelen
status te verkrijgen contactpersoon
naam
Format kwaliteitsbeleidsplan
datum omschrijving
AVVV, 2004 De opzet van een kwaliteitsbeleidsplan, inclusief actieplan voor de korte en lange termijn, waarbij alle inleidende en begeleidende teksten reeds zijn uitgeschreven. De opzet staat op diskette. Snel en adequaat opstellen van een gedegen kwaliteitsbeleid. Beroepsverenigingen van verpleegkundigen en verzorgenden. De Werkconferentie Kwaliteitsbeleid van de AVVV. Op te vragen bij de AVVV Drs. Grete Visser, beleidsadviseur, 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) hulpmiddelen te verkrijgen contactpersoon
14
naam
Werkconferentie Kwaliteitsbeleid
datum omschrijving
AVVV, 2004 Een methodiek waarmee het bestuur van een beroepsvereniging in één dag een eigen kwaliteitsbeleidsplan kan schrijven, op basis van het Referentiekader kwaliteit en het Format kwaliteitsbeleidsplan. De methodiek kan worden uitgevoerd onder begeleiding van de AVVV of anderen. Leden ondersteunen bij het interactief, snel en adequaat opstellen van een eigen kwaliteitsbeleidsplan, inclusief actieplan voor de korte en lange termijn. Besturen van lidorganisaties van de AVVV. - Trainershandleiding. - Een werkboek voor deelnemers. 16 lidorganisaties van de AVVV volgden de Werkconferentie Kwaliteitsbeleid en maakten een kwaliteitsbeleidsplan. Op te vragen bij de AVVV Drs. Grete Visser, beleidsadviseur, 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
naam
Vervolgbijeenkomst Kwaliteitsbeleid
datum omschrijving
AVVV, 2004 Door de AVVV begeleide bijeenkomsten waarin afvaardigingen van besturen die de Werkconferentie Kwaliteitsbeleid volgden: - Hun eigen kwaliteitsbeleidsplan kunnen evalueren en actualiseren. - Gebruik kunnen maken van expertise van andere AVVV beroepsorganisaties. Leden ondersteunen bij het evalueren en actualiseren van hun kwaliteitsbeleid, en bij het uitwisselen van kennis en ervaring en het leren van elkaar. Besturen van lidorganisaties van de AVVV die eerder deelnamen aan een AVVV Werkconferentie Kwaliteitsbeleid. 4 lidorganisaties van de AVVV volgden de eerste vervolgbijeenkomst. Op te vragen bij de AVVV Drs. Grete Visser, beleidsadviseur, 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) status te verkrijgen contactpersoon
15
naam
Kwaliteitsregeling verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden
datum omschrijving
AVVV, 2006 De kwaliteitsregeling regelt de kwalitatieve eisen (scholing) voor periodieke registratie van verpleegkundigen en verzorgenden. Periodieke herregistratie van verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten - op grond van artikel 8 van de Wet BIG - mogelijk maken, met als oogmerk de kwaliteit van deze beroepsbeoefenaren te garanderen. Verzorgenden zijn niet geregistreerd in het BIG-register. Met een kwaliteitsregeling ook voor verzorgenden wil de AVVV een impuls geven aan de kwaliteit en professionalisering van deze beroepsgroep. Verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten - Een digitaal portfolio voor verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten, waarin de beroepsbeoefenaar. zijn/haar werkervaring en gevolgde deskundigheidsbevorderende activiteiten kan bijhouden. - Een digitale catalogus met een overzicht van geaccrediteerde scholingsactiviteiten e.d. De kwaliteitsregeling treedt 2006 in werking. Het portfolio is voor zowel individuele leden als voor niet leden van de AVVV beschikbaar als zij ingeschreven zijn in het kwaliteitsregister. Mieke Hollander, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel
doelgroep(en) hulpmiddelen
status te verkrijgen contactpersoon
naam
Signaleringsinstrumenten minimale kwaliteit van zorg
datum omschrijving
AVVV, 2004 Instrumenten waarmee verpleegkundigen en verzorgenden tijdig kunnen signaleren als onderdelen van de kwaliteit van zorg in de kritische fase terechtkomen. Er zijn signaleringsinstrumenten beschikbaar voor: - Geïntegreerde teams V&V in de thuiszorg. - Psychogeriatrische zorg in verpleeghuizen. - Intramurale langdurige zorg in de GGZ. - Geriatrische zorg in algemene ziekenhuizen. - Zorg voor meervoudig verstandelijk gehandicapten. Een instrument waarmee verpleegkundigen en verzorgenden tijdig problemen in de kwaliteit van de zorgverlening kunnen signaleren, aan de bel trekken, hun signaal onderbouwen en actie ondernemen. Verpleegkundigen en verzorgenden. Individueel en binnen teams te gebruiken. Digitaal beschikbaar: - Het signaleringsinstrument (word). - Een handleiding (word). - Een analyseprogramma (Excel). De vijf signaleringsinstrumenten zijn in een aantal teams uitgetest. Te downloaden via de website van de AVVV Drs. Francis Bolle, beleidsadviseur, 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik hulpmiddelen
status te verkrijgen contactpersoon
16
naam
Prestatie-indicatoren en streefnormen kwaliteit van zorg
datum omschrijving
AVVV, 2005 Prestatie-indicatoren met bijbehorende streefnormen voor verzorgenden en verpleegkundigen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Er zijn prestatie-indicatoren ontwikkeld voor medicatieveiligheid, decubitus, valpreventie, wassen en baden, zorgplan en uiterlijke verzorging. Verzorgenden en verpleegkundigen hulpmiddelen bieden bij het: - Beoordelen of zorg verantwoord wordt verleend. - Lokaliseren van verbeterpunten. - Uitvoeren van verbeteringen en het meten van de uitkomsten van verbeteracties. Verzorgenden en verpleegkundigen. Deze indicatoren zijn bedoeld voor interne verantwoording en kwaliteitsbevordering. In ontwikkeling. De prestatie-indicatoren en streefnormen worden momenteel uitgetest in 6 verpleeg- en verzorgingshuizen. Ze zijn eind januari 2006 klaar voor implementatie. De voorlopige set van prestatie-indicatoren en streefnormen is digitaal verkrijgbaar via de website www.avvv.nl Drs. Francis Bolle, beleidsadviseur, 030-2919050,
[email protected]
doel
doelgroep(en) gebruik hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
naam
Toetsingscommissie Richtlijnen
datum omschrijving
AVVV, 2003 De toetsingscommissie beoordeelt de kwaliteit van richtlijnen aan de hand van het AGREE-instrument. Zij adviseert het bestuur van de AVVV over het legitimeren van richtlijnen. Selecteren van goede richtlijnen, deze een AVVV-keurmerk toekennen en verspreiden via de databank van het LEVV. Verpleegkundigen en verzorgenden, staffunctionarissen en managers. Richtlijnontwikkelaars kunnen hun richtlijnen ter legitimering indienen bij de toetsingscommissie. De secretaris van de commissie informeert de indiener over de wijze van toetsing en vraagt of de richtlijnontwikkelaar reeds een zelftoets heeft gedaan. Na een pretoets door de secretaris van de toetsingscommissie, gaat de richtlijn al dan niet door naar de toetsingscommissie. De toetsingscommissie beoordeelt de richtlijn en informeert de indiener over de uitslag van de toetsing. De toetsingscommissie adviseert het bestuur van de AVVV over de legitimering van de richtlijn. Als een richtlijn niet kan worden gelegitimeerd, informeert de toetsingscommissie de indiener over de redenen. Een niet gelegitimeerde richtlijn kan door de ontwikkelaar worden bijgesteld en opnieuw bij de toetsingscommissie worden ingediend. De toetsingscommissie en haar toetsingsprocedure is goedgekeurd door de ALV van de AVVV. De commissie vergadert sinds 2004 vier keer per jaar. Tot nu toe zijn bijna 20 richtlijnen getoetst en drie richtlijnen gelegitimeerd. Website AVVV Drs. Aart Eliens, programmamanager 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik
status te verkrijgen contactpersoon
17
naam
Studie Positie verzorgenden in een veranderende context
datum omschrijving
AVVV, 2006 Een studie naar relevante ontwikkelingen in de zorgsector en de efecten daarvan op het beroep van verzorgende, op korte en lange termijn. Inzicht verkrijgen in relevante ontwikkelingen in de maatschappij, de gezondheidszorg en de beroepsgroep van verzorgenden om het beleid van de AVVV ten aanzien van verzorgenden inhoud te geven. AVVV, zorginstellingen, overheid. De studie is gereed in februari 2006. Op te vragen bij de AVVV Drs. Francis Bolle, beleidsadviseur, 030-2919050,
[email protected]
doel doelgroep(en) status te verkrijgen contactpersoon
18
Deskundigheid
naam
Salode implementatie handboek
datum omschrijving
NVVA, januari 2003 Het handboek geeft praktische antwoorden op vragen die men kan tegenkomen bij het implementeren van een richtlijn, zoals weerstand en het verkrijgen van commitment. Daarnaast bevat het handboek een stappenplan voor de implementatie van Salode. Alle hoofdstukken zijn afzonderlijk te lezen. Een handreiking bij de implementatie van richtlijnen of verbetertrajecten in het algemeen en Salode in het bijzonder. Zorgverleners / behandelaars, stafmedewerkers en management van verpleeghuizen. Gebruikt in 48 instellingen bij de implementatie van Salode. www.verpleeghuisartsen.nl /
[email protected] Inge van der Stelt, kwaliteitsmedewerker NVVA 030- 280.28.44,
[email protected]
doel doelgroep(en) status te verkrijgen contactpersoon
naam
Salode implementatiebegeleiding
datum omschrijving
NVVA, juli 2003 Vorming, training en begeleiding van multidisciplinaire netwerken van implementatieleiders van zorginstellingen. De training en begeleiding vertrekken vanuit de volgende uitgangspunten met betrekking tot de lokale implementatie: - Een projectmatige aanpak. - Aansluiten bij de situatie in de eigen instelling (maatwerk). - ‘Meten is weten’. De training gaat uit van het principe ‘learning by action’. Via opdrachten en theorie worden de deelnemers begeleid in het opzetten van een implementatietraject en het schrijven van een plan van aanpak voor de instelling. Het begrip implementatieleider wordt uitgediept door aandacht te schenken aan leiderschap, vaardigheden als omgaan met weerstanden, strategisch opereren, delegeren, monitoren, presenteren, creëren van randvoorwaarden en dergelijke. Tijdens de bijeenkomsten worden producten uitgewisseld die implementatieleiders in hun instelling hebben ontwikkeld. Twee ervaren deskundigen presenteren bovendien hun aanpak en het resultaat daarvan. - Implementatieleiders toerusten met competenties voor het ontwikkelen en implementeren van decubitusbeleid in de eigen instelling. - Implementatieleiders gebruik laten maken van elkaars ervaring. - Stimuleren van een blijvend, en zelfstandig operend, netwerk in de toekomst. Zorgverleners/behandelaars, stafmedewerkers en management van verpleeghuizen . De training is in eerste instantie bedoeld voor de implementatie van Salode. Elementen van het programma zijn echter ook in algemene zin bij verander- en verbetertrajecten te gebruiken. De training is aan de implementatieleiders van 48 instellingen gegeven. Elementen uit het trainingsprogramma zijn opgenomen in het NIZW programma Zorg voor Beter, onderdeel decubitus. Inge van der Stelt, kwaliteitsmedewerker NVVA, 030- 280.28.44,
[email protected]
doel
doelgroep(en) gebruik status contactpersoon
19
naam
Decubitus netwerk
datum omschrijving
NVVA, december 2005 De instellingen die Salode hebben geïmplementeerd (inmiddels 48) vormen een netwerk. Binnen het netwerk wordt informatie gedeeld, vindt productuitwisseling plaats (bijv. decubitusprotocollen, patiëntenvoorlichtingsmateriaal, risicoscorelijsten) en vindt men elkaar voor ‘vraag en antwoord’. De uitwisseling verloopt grotendeels digitaal. De NVVA faciliteert het netwerk. Binnen het NIZW Zorg voor Beter decubitusprogramma verspreidt de NVVA bovendien de kennis en voorbeeldproducten onder geïnteresseerde instellingen buiten het netwerk. - Uitwisseling van producten en ervaringen, leren van en met elkaar. - Na de eerste implementatiefase de aandacht voor decubituspreventie en -behandeling vasthouden. - Kennis en ervaring beschikbaar stellen aan anderen. Zorgverleners/behandelaars, stafmedewerkers en management van verpleeghuizen. Het netwerk startte in juli 2003 met 10 instellingen en telt sindsdien 48 instellingen. Ervaringen worden ingebracht in het NIZW decubitusprogramma Zorg voor Beter. Inge van der Stelt, kwaliteitsmedewerker NVVA 030- 280.28.44,
[email protected]
doel
doelgroep(en) status contactpersoon
naam
Notebook patiëntenperspectief
datum omschrijving
NVVA, 2003 Het notebook is een geheugensteun en een informatiebron (voor de verpleeghuisarts en de patiënt), met betrekking tot het begrippenkader Kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief. Het notebook werkt het begrippenkader uit in vier onderdelen: - Resumé van de hoofdpunten van het begrippenkader. - Welk gedrag van de verpleeghuisarts bevordert de kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief. - Hoe bij het opstellen van het behandelplan het patiëntenperspectief in kaart te brengen. - Hoe de wil van de patiënten in te brengen bij de besluitvorming over behandelen of niet behandelen. De verpleeghuisarts beter laten inspelen op de behoeftes van de patiënt. Verpleeghuisartsen, maar is ook toepasbaar voor andere beroepsgroepen. Op een voor de patiënt en arts zichtbare plek neerzetten. Bij voorkeur op een plek waar zij elkaar ontmoeten. Zelfstandig te gebruiken, individueel of gezamenlijk met collega’s (bijvoorbeeld binnen een vakgroep). Bestuurlijk vastgesteld en verspreid onder alle verpleeghuisartsen en de opleidingen tot verpleeghuisarts. www.verpleeghuisartsen.nl
[email protected] Astraia Rühl, coördinator kwaliteitsbeleid NVVA 030- 280 28 44,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik
status te verkrijgen contactpersoon
20
Normering
naam
Richtlijnen en handreikingen NVVA
datum omschrijving
NVVA, 1997–2006 De NVVA heeft de volgende richtlijnen en handreikingen: 1. Handreiking Medische zorg met beleid; verpleeghuisgeneeskundig handelen bij dementerende patiënten (1997) 2. Handreiking Reanimatie (2001) 3. Richtlijn Slikproblemen (2001) 4. Richtlijn Probleemgedrag (2002) 5. Richtlijn Samenwerking en logistiek rond decubitus (2003) 6. Handreiking Professionele verantwoordelijkheid (2004) 7. Richtlijn Influenza preventie (2004) 8. Begrippenkader en zorgvuldigheidseisen rond het levenseinde (2005) 9. Richtlijn Urineweginfecties (2006) 10. Richtlijn Mondzorg (verwacht in 2006) Richtlijnen 5 en 8 zijn in dit rapport apart beschreven. Onderbouwing en normstelling van het verpleeghuisgeneeskundig handelen. Verpleeghuisartsen. De richtlijnen voor decubitus, mondzorg en zorgvuldigheidseisen rond het levenseinde (nummers 5, 8 en 10) zijn multidisciplinaire richtlijnen, bedoeld voor verpleeghuisartsen en de andere beroepsgroepen waarmee verpleeghuisartsen samenwerken rond het thema van de richtlijn. Als norm voor professioneel werken, als naslagwerk en als norm in bijvoorbeeld een toetsingsproces. Implementatiehulpmiddelen zijn opgenomen in de richtlijn of staan op de website. De richtlijnen en handreikingen zijn, volgens de in het jaar van productie geldende procedure, geautoriseerd door het Autorisatieorgaan van de NVVA. Zij zijn verspreid onder alle verpleeghuisartsen en opleidingen tot verpleeghuisarts. www.verpleeghuisartsen.nl
[email protected] Inge van der Stelt, kwaliteitsmedewerker NVVA 030- 280.28.44,
[email protected]
doel doelgroep(en)
gebruik hulpmiddelen status
te verkrijgen contactpersoon
naam
Richtlijn Samenwerking en logistiek rond decubitus (Salode)
datum omschrijving
NVVA, maart 2003 Een tripartiete en multidisciplinaire richtlijn voor de preventie en behandeling van decubitus in verpleeghuizen. De aanbevelingen gaan in op de behoeften van de patiënt, de voorlichting, effectieve inzet van anti decubitus materialen, het behandelplan en de daaraan gekoppelde taakverdeling binnen een multidisciplinair team, en op de organisatorische aspecten. De richtlijn dient als norm voor professioneel handelen en als basis voor decubitusbeleid en protocollen binnen verpleeghuizen. Verpleeghuisartsen, verpleegkundigen en management van verpleeghuizen. - Salode implementatie handboek (zie bij Deskundigheid) - Salode implementatiebegeleiding door de NVVA (zie bij Deskundigheid) - De richtlijn is tot stand gekomen in samenwerking met AVVV, Sting, NPCF en Arcares. - Geautoriseerd door de Autorisatiecommissie van de NVVA. www.verpleeghuisartsen.nl /
[email protected] Inge van der Stelt, kwaliteitsmedewerker NVVA 030- 280.28.44,
[email protected]
doel doelgroep(en) hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
21
naam
Begrippenkader Kwaliteit van zorg vanuit patiëntenperspectief
datum omschrijving
NVVA, november 2002 Een normatief begrippenkader over de kwaliteit van de verpleeghuisgeneeskunde vanuit het perspectief van patiënten. Het patiëntenperspectief tot zijn recht laten komen in het kwaliteitsbeleid van de NVVA en het handelen van de verpleeghuisarts. Verpleeghuisartsen en hun patiënten. Het begrippenkader dient als toetssteen voor het kwaliteitsbeleid van de NVVA en voor het dagelijks handelen van verpleeghuisartsen. Op basis van dit begrippenkader heeft de NVVA in november 2002 haar kwaliteitsbeleid herzien. Sindsdien zijn kwaliteitsbeleid en -instrumenten aangepast. Bovendien zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met de LOC. Daarnaast heeft de NVVA instrumenten ontwikkeld die de arts ondersteunen bij het integreren van het patiëntenperspectief in het dagelijks handelen. Dit zijn: - Zelf-check voor verpleeghuisartsen (zie bij Systematische kwalileitsbewaking) - 360 graden feedback methode (zie bij Deskundigheid) - Notebook (zie hieronder) - Posters; voor bijvoorbeeld de spreekkamer, om het gesprek op gang te brengen tussen de patiënt en arts over de kwaliteit van de arts-patiënt relatie. Verspreid onder alle verpleeghuisartsen en op congressen. - Training Veranderkunde in samenwerkingsverbanden. Het begrippenkader is ontwikkeld in samenwerking met patiënten en patiëntenvertegenwoordigers, verpleeghuisartsen en andere relevante partijen. Het is bestuurlijk vastgesteld en verspreid onder alle verpleeghuisartsen en de opleidingen tot verpleeghuisarts. www.verpleeghuisartsen.nl /
[email protected] Astraia Rühl, coördinator kwaliteitsbeleid NVVA 030 - 280.28.44,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik
status
te verkrijgen contactpersoon
22
naam
Begrippenkader & zorgvuldigheidseisen rond het levenseinde
datum omschrijving
NVVA, in samenwerking met AVVV en Sting, 2005 Een richtlijn voor verzorgenden, verpleegkundigen en verpleeghuisartsen bij de zorgverlening rond het levenseinde in een verzorgings- of verpleeghuis. De richtlijn bevat een gezamenlijk begrippenkader en zorgvuldigheidseisen rond multidisciplinaire besluitvorming, afstemming en communicatie ten aanzien van multidisciplinaire zorgverlening rond het levenseinde. Verzorgenden, verpleegkundigen en verpleeghuisartsen ondersteunen bij de zorgverlening rond het levenseinde, door middel van een gezamenlijk begrippenkader en gezamenlijke normen. Verzorgenden, verpleegkundigen en verpleeghuisartsen. Als naslagwerk. Aanbod wordt momenteel ontwikkeld door de beroepsorganisaties AVVV, NVVA en Sting. Vastgesteld in een consensusbijeenkomst van de drie beroepsorganisaties in het najaar van 2005. De publieksversie wordt in februari 2006 verspreid onder de beroepsbeoefenaren en andere relevante partijen. bij de AVVV, NVVA en Sting R. Knuiman, juridisch beleidsmedewerker 030- 280 28 44,
[email protected] of Astraia Rühl, coördinator kwaliteitsbeleid
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik hulpmiddelen status
te verkrijgen contactpersoon
23
naam
Takenpakket verpleeghuisarts/sociaal geriater (2003)
datum omschrijving
NVVA en NVSG, 2003 In het takenpakket hebben de NVVA en de NVSG de beroepsprofielen van de twee medisch specialismen samengevoegd. Het takenpakket geeft een beschrijving van het beroep van verpleeghuisarts/sociaal geriater. Het takenpakket heeft de volgende doelen en gebruiksmogelijkheden: - Het geeft voor de individuele verpleeghuisarts/sociaal geriater richting aan de dagelijkse en toekomstige invulling van zijn profesionele taken. - Het draagt bij aan de positionering en de herkenbaarheid van het vak van de verpleeghuisarts/sociaal geriater. - Het kan als hulpmiddel fungeren bij de ontwikkeling van een programma voor wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkeling van richtlijnen en handreikingen voor de beroepsuitoefening. - Het is richtinggevend bij het formuleren van eindtermen en een raamcurriculum van de opleiding voor verpleeghuisarts/sociaal geriater en bij het vaststellen van de daarop gebaseerde opleidingseisen door het College voor Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde (CHVG) ingesteld door de KNMG. - Het is richtinggevend voor de eisen voor herregistratie en het vaststellen van geaccrediteerde bij- en nascholing. - Het geeft richting aan de taak- en functiebeschrijving van de individuele verpleeghuisarts/sociaal geriater. - Het kan als hulpmiddel fungeren bij de loopbaanontwikkeling van verpleeghuisartsen en sociaal geriaters. Verpleeghuisarts en sociaal geriaters. Vastgesteld door de besturen en de leden van de NVVA en NVSG. Verspreid onder alle verpleeghuisartsen sociaal geriaters en de opleidingen tot verpleeghuisarts en sociaal geriater. www.verpleeghuisartsen.nl
[email protected] Rob Wiewel, beleidsmedewerker positionering NVVA 030- 280 28 44,
[email protected]
doel
doelgroep(en) status te verkrijgen contactpersoon
24
Systematische kwalileitsbewaking
naam
Handleiding voor het ontwikkelen van een NVVA richtlijn
datum omschrijving
NVVA, november 2005 De handleiding beschrijft de kwaliteitseisen voor verpleeghuisgeneeskundige richtlijnen, de werkwijze voor het ontwikkelen van een evidencebased richtlijn, de taken en verantwoordelijkheden van werkgroepleden, de commentaarfase en het autorisatietraject. De handleiding is geschikt voor zowel mono- als multidisciplinaire richtlijnen. Werkgroepleden ondersteunen bij het ontwikkelen en schrijven van een richtlijn. Verpleeghuisartsen, maar ook te gebruiken door andere beroepsgroepen. Handleiding bij de keuze en verantwoording van een richtlijnonderwerp en bij de ontwikkeling van een richtlijn. NVVA leden die voor het eerst deelnemen aan een richtlijnwerkgroep, krijgen naast de handleiding ook de cursus ‘Evidence based richtlijnontwikkeling’ van het CBO. De handleiding is geschreven op basis van het AGREE-instrument, de NHG- en CBO-procedures en de NVVA-ervaring met richtlijnontwikkeling. De handleiding is door het Autorisatieorgaan van de NVVA erkend. www.verpleeghuisartsen.nl
[email protected] Inge van der Stelt, kwaliteitsmedewerker NVVA 030- 280.28.44,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik
status te verkrijgen contactpersoon
naam
Zelf-check voor verpleeghuisartsen
datum omschrijving
NVVA, 2002 Een vragenlijst waarmee de verpleeghuisarts een beeld kan krijgen van de kwaliteit van diens arts-patiënt relaties. Het bewustzijn van de arts vergroten over het al dan niet hanteren van het patiëntenperspectief en verbeteringen stimuleren. Verpleeghuisartsen, maar ook te gebruiken door andere professionals. Zelfstandig te gebruiken, individueel of in groepsverband. Het instrument is verspreid onder alle verpleeghuisartsen en de opleidingen tot verpleeghuisarts. Op dit moment vindt valideringsonderzoek plaats. www.verpleeghuisartsen.nl
[email protected] Astraia Rühl, coördinator kwaliteitsbeleid NVVA 030- 280.28.44,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik status te verkrijgen contactpersoon
25
naam
Methode 360 graden feedback
datum omschrijving
NVVA, mei 2005 Methode waarmee verpleeghuisartsen feedback kunnen krijgen op de kwaliteit van hun arts-patiënt relatie, van patiënten, verzorgenden en collega verpleeghuisartsen. Het inzicht van de arts vergroten in de kwaliteit van diens arts-patiënt relatie, en verbeteringen stimuleren. Verpleeghuisartsen. Zelfstandig te gebruiken, individueel of gezamenlijk met collega’s (bijvoorbeeld binnen een vakgroep). - Handleiding, met aparte vragenlijsten voor patiënten, verzorgenden en collega-artsen. - Ondersteuning van verpleeghuisartsen via de NVVA. Op dit moment vindt valideringsonderzoek plaats.
[email protected] Astraia Rühl, coördinator kwaliteitsbeleid NVVA, 030- 280 28 44,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
naam
Eisen voor herregistratie
datum
NVVA, 2005 De regeling bestaat sinds de oprichting van het register verpleeghuisgeneeskunde (1990). Het meest recente besluit is in werking getreden op 1 januari 2005 In het kaderbesluit CHVG en het specifieke CHVG besluit inzake verpleeghuisgeneeskunde staan de eisen, waaraan een verpleeghuisarts moet voldoen om in het register van verpleeghuisartsen te kunnen worden ingeschreven. De eisen houden globaal het volgende in: - De verpleeghuisarts heeft het specialisme uitgeoefend in de vereiste omvang. - De verpleeghuisarts heeft in voldoende mate deelgenomen aan vormen van geaccrediteerde deskundigheidsbevordering, zoals die door de vereniging NVVA zijn vastgesteld. Borging van de deskundigheid en kwaliteit van verpleeghuisartsen. Hulpmiddel voor artsen om te bepalen aan welke kwantitatieve en kwalitatieve criteria zij moeten voldoen. Het besluit is vastgesteld door de Minister van VWS en heeft een wettelijke status. Ineke van der Linden, kwaliteitsmedewerker NVVA 030- 280.28.44
[email protected]
omschrijving
doel gebruik status contactpersoon
26
naam
Accreditatiesysteem voor de beoordeling van bij- en nascholing
datum omschrijving
NVVA vanaf 1995 Een instrument om de kwaliteit van activiteiten voor deskundigheidsbevordering van verpleeghuisartsen te beoordelen en aan het oordeel punten toe te kennen, op basis van de beoodelingssystematiek van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst ( KNMG). De accreditatiecommissie van de NVVA is verantwoordelijk voor de uitvoering. Beoordeling van het aanbod deskundigheidsbevordering ten behoeve van de vereisten voor herregistratie. Herregistratie van verpleeghuisartsen, een nieuwe koers, versie 4, 2003. In deze nota zijn de criteria voor de beoordeling van deskundigheidsbevorderende activiteiten zijn vastgelegd. De nota is een hulpmiddel voor artsen om te bepalen aan welke criteria deskundigheidsbevordering moet voldoen om accreditatiepunten/uren op te leveren. Een verpleeghuisarts moet gemiddeld 40 accreditatie-uren per jaar halen. Het geaccrediteerde aanbod van bij- en nascholing staat op de website van de NVVA. De nota Herregistratie van verpleeghuisartsen, een nieuwe koers, versie 4, 2003 is door de ledenvergadering van de NVVA vastgesteld en onder de leden verspreid. www.verpleeghuisartsen.nl
[email protected] Ineke van der Linden, kwaliteitsmedewerker NVVA, 030- 280 28 44,
[email protected]
doel hulpmiddelen
status te verkrijgen contactpersoon
naam
Collegiale toetsing Systeem, infrastructuur en methode ‘Onderlinge toetsing’
datum omschrijving
NVVA, herziene methode 2004 Een van de eisen voor herregistratie is deelname aan intercollegiale toetsing volgens de NVVA methodiek voor Onderlinge toetsing. Met deze methodiek werken verpleeghuisartsen aan het systematisch evalueren en verbeteren van hun beroepsuitoefening. Borging van de deskundigheid en kwaliteit van verpleeghuisartsen. Verpleeghuisartsen. Handreikingen voor verpleeghuisartsen: - Methode Onderlinge Toetsing in 6 stappen - Methode Onderlinge Toetsing in 9 stappen via de NVVA De handreikingen zijn bestuurlijk vastgesteld en verspreid onder alle verpleeghuisartsen en de opleidingen tot verpleeghuisarts. www.verpleeghuisartsen.nl
[email protected] Ineke van der Linden, kwaliteitsmedewerker NVVA 030- 280 28 44,
[email protected]
doel doelgroep(en) hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
27
Deskundigheid
naam
Cursus Zelfstandig in de zorg
datum omschrijving
te verkrijgen contactpersoon
Sting, 2005 Een cursus, bestaande uit vier bijeenkomsten, ter ondersteuning van de zelfstandig werkenden in de zorg. In vier bijeenkomsten gaan deze aan de slag met: - Wat moet je regelen om zelfstandig te werken en hoe werf je cliënten. - Hoe houd je de kwaliteit in beeld, waar moet je op letten om goede zorg te bieden. - Tips om de kwaliteit van je zorg op peil te houden. - Onderhandelen met de cliënt. Ondersteuning van de kleine zelfstandigen. Kleine zelfstandigen in de verzorging. Open inschrijving. Ontwikkeld en getoetst met projectsubsidie van ESF-programma Dagindeling. In 2005 in 5 regio’s succesvol uitgevoerd. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl
[email protected]
naam
Cursus Tijdens de afwas…
datum omschrijving
doelgroep(en) status te verkrijgen contactpersoon
Sting, 2005. In opdracht van de gemeente Utrecht. Een cursus van drie bijeenkomsten voor medewerkers huishoudelijke verzorging over vraaggericht werken, signaleren en doorverwijzen. Medewerkers huishoudelijke verzorging toerusten voor afstemming met welzijnswerk en andere gemeentelijke voorzieningen, met het oog op de aanstaande Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Helpenden in de thuiszorg. Getoetst bij medewerkers thuiszorg in Utrecht. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl Rita Helleman,
[email protected]
naam
Leertraject Verantwoording nemen voor eigen werk
datum omschrijving
Sting en EnT bureau voor advies, management en opleiding, 2003 Een leertraject bestaande uit: - Een training voor helpenden en verzorgenden. - Een training voor teammanagers. - Een train-de-trainers-programma. - Managementadvies voor hoger management. Teams helpenden en verzorgenden en hun direct leidinggevenden on-dersteunen bij het meer zelfstandig en zelfverzekerd aan de slag gaan. Coaching van de teammanager hierbij. Helpenden en verzorgenden. Direct leidinggevenden/middenkader. Hoger management. Zorginstellingen kunnen EnT en Sting inhuren om teams te trainen of interne trainers op te leiden. Toegepast in meerdere zorginstellingen. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl EnT: 030-2721197 Elsbeth Oostendorp, Sting,
[email protected] Nicolet van Eerd, adviseur EnT,
[email protected]
doel doelgroep(en) gebruik status
doel
doel doelgroep(en) gebruik status te verkrijgen contactpersoon
28
naam
Werkboek Samen werken aan kwaliteit van leven
datum omschrijving
te verkrijgen contactpersoon
Sting en Arcares, 2005 Een werkboek met tal van praktische werkvormen om de kwaliteit van leven van de cliënt in de verzorging meer centraal te stellen. In het werkboek wordt veel aandacht besteed aan goed gebruik van zorg- en leefplannen. Teamleiders/opleidingsfunctionarissen. Helpenden en verzorgenden. Een leerprogramma voor teamleiders en opleiders die met teams willen werken aan vraaggerichte verzorging. Het centraal stellen van kwaliteit van leven vraagt om een andere manier van werken en een andere manier van leidinggeven. Het programma biedt werkvormen waarmee verzorgenden oog en oor krijgen voor waar het in het leven van cliënten om draait. Verzorgenden werken aan een servicegerichte instelling, ontwikkelen specifieke vaardigheden en een cliëntgerichte houding. Sting begeleidde 5 instellingen bij het werken met het werkboek. In 2005 hebben 25 teamleiders en opleiders het leerprogramma bij Sting gevolgd. Het leerprogramma werd door hen positief geëvalueerd. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl Rita Helleman,
[email protected]
naam
Greep op eigen leven
datum omschrijving
Sting en LOC, 2005 Een lespakket voor helpenden/verzorgenden en cliëntenraden om verbetertrajecten in gang te zetten. Voor verzorgenden: werkboek Kleine stappen, grote gevolgen. Dit werkboek zet stap voor stap uiteen hoe teams helpenden en verzorgenden cliënten kunnen ondersteunen om zo veel mogelijk zelf beslissingen te nemen. Het werkboek bevat: - Manieren om van cliënten te horen wat in de zorg voor verbetering vatbaar is. - Tips en ideeën voor een goede samenwerking met de cliëntenraad. - Ideeën hoe je een tevredenheidsonderzoek vertaalt naar de eigen cliënt(engroep). - Criteria voor vraaggerichte verzorging en hoe je deze in praktijk brengt. - Praktische opdrachten om binnen teams te werken aan een gezamenlijke visie. - Een stappenplan om samen met cliënten een verbetertraject uit te voeren. Voor cliëntenraden: stappenplan Grote ideeën, kleine stappen. Het stappenplan biedt cliëntenraden houvast bij het organiseren van een verbetertraject: - Geeft aan hoe de cliëntenraad een heldere visie ontwikkelt op de kwaliteit van de instelling en een advies formuleert aan de directie. - Aandacht voor de samenwerking met een team verzorgenden. - Laat zien hoe de cliëntenraad contact kan onderhouden met directie en bewoners. Het lespakket is getoetst en positief geëvalueerd in drie pilotinstellingen, Sting, 030 – 2919060, www.sting.nl Elsbeth Oostendorp,
[email protected]
doelgroep(en) hulpmiddelen
status
status te verkrijgen contactpersoon
29
naam
Huiskamergesprekken
datum omschrijving
Sting, 2005 Een methode voor verzorgenden om bewoners te informeren over de gang van zaken binnen de afdeling, en hen hun visie te laten geven op de activiteiten, de sfeer op de afdeling, enz. Verzorgenden hulpmiddelen geven om bewoners actief te laten meedenken en praten en zo meer zeggenschap te krijgen over het reilen en zeilen op de afdeling in het verpleeg- of verzorgingshuis. Contactverzorgenden, EVV’ers. Training (4 bijeenkomsten) waarin contactverzorgenden en EVV’ers worden getraind om een huiskamergesprek te organiseren en te leiden. Training is in twee locaties getoetst en positief geëvalueerd. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl Informatie bij Rita Helleman,
[email protected]
doel doelgroep(en) hulpmiddelen status te verkrijgen contactpersoon
30
Normering
naam
Beroepscode voor de verzorging
datum omschrijving doel doelgroep(en)
te verkrijgen contactpersoon
Sting en LCVV, 1997 Richtlijnen voor verantwoorde beroepsuitoefening. Ondersteuning bij professionele beroepsuitoefening. Helpenden en verzorgenden. Direct leidinggevenden/middenkader. In teams te gebruiken bij reflectie op normen en waarden in de beroepsuitoefening. - Lesbrief beroepscode (zie hieronder) Beroepscode is breed geïmplementeerd en door het NIVEL positief geëvalueerd op bruikbaarheid. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl
[email protected]
naam
Lesbrieven beroepscode
datum omschrijving
status te verkrijgen contactpersoon
Sting, 2002-2005 Lesbrieven met praktijkvoorbeelden en werkvormen voor besprekingen over de beroepscode met teams van helpenden en verzorgenden. Er zijn aparte lesbrieven voor V&V en thuiszorg, kraamzorg en de gehandicaptenzorg. Train-de-trainers-programma beroepscode, om trainers in company op te leiden om met beroepscode aan de slag te kunnen. Lesbrief is door het NIVEL positief geëvalueerd op bruikbaarheid. 030 – 2919060 www.sting.nl
[email protected]
naam
Criteria voor vraaggerichte verzorging
datum omschrijving
Sting, 2002 Een visie op vraaggerichte verzorging en aanbevelingen hoe vraaggerichte verzorging in praktijk kan worden gebracht. Concrete handvatten om vraaggerichte verzorging vorm te geven in de beroepsuitoefening. Helpenden en verzorgenden. Direct leidinggevenden/middenkader. Staf en hoger management. - Brochure Welke Zorg vraagt U? Vraaggerichte verzorging: visie en praktijk (zie hieronder) - Handwijzer Vraaggerichte verzorging voor verzorgenden (zie hieronder) - “Vragen staat vrij en wat vind jij?” een test voor helpenden en verzorgenden. De criteria zijn opgesteld in overleg en samenwerking met cliëntenorganisaties. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl
[email protected]
gebruik hulpmiddelen status
hulpmiddelen
doel doelgroep(en) hulpmiddelen
status te verkrijgen contactpersoon
31
naam
Brochure Welke Zorg vraagt U? Vraaggerichte verzorging: visie en praktijk.
datum omschrijving
te verkrijgen contactpersoon
Sting, 2003 Brochure met een visie op vraaggerichte verzorging en tips, oefeningen en werkvormen om deze in praktijk te brengen. Het bieden van een herkenbare en inspirerende visie op vraaggerichte verzorging die steun geeft bij het werken in de praktijk. Primair voor: - Helpenden en verzorgenden. - Direct leidinggevenden en staffunctionarissen van zorginstellingen. Secundair voor hoger management van zorginstellingen. Kan worden gebruikt in teamoverleg en in cursussen voor helpenden en verzorgenden. Zorginstellingen kunnen de brochure gebruiken om hun beleidsvisie op te stellen. Een train-de-trainers-traject voor managers. Materiaal wordt op verschillende manieren breed toegepast in zorginstellingen. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl Elsbeth Oostendorp,
[email protected]
naam
Handwijzer Vraaggerichte verzorging voor verzorgenden
datum omschrijving
Sting, 2004 Een hulpmiddel voor helpenden en verzorgenden om de criteria vraaggerichte verzorging in beeld te houden. Helpenden en verzorgenden. Te gebruiken bij teamdiscussies, leertrajecten, etc. Is breed verspreid en wordt op grote schaal gebruikt. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl Elsbeth Oostendorp,
[email protected]
doel doelgroep(en)
gebruik hulpmiddelen status
doelgroep(en) gebruik status te verkrijgen contactpersoon naam
Methodiekwijzer Het werk van de gespecialiseerd verzorgende, methodiek en gedrag
datum omschrijving
Sting/NIZW, 2004 Een praktisch instrument gebaseerd op de NIZW-publicatie Gespecialiseerde verzorging in de praktijk Een handreiking voor iedereen die zich de methodiek en benaderingswijze van de gespecialiseerde verzorging eigen wil maken. Tevens een verhelderende beschrijving van het werk van de beroepsgroep gespecialiseerde verzorgende, voor derden die hierin geïnteresseerd zijn. Gespecialiseerd verzorgenden. Hun leidinggevenden. Een hulpmiddel bij teamoverleg, overleg met de cliënt, het voorbereiden van een gesprek met een andere hulpverlener, het uitvoeren van het werk. Verspreid onder vrijwel alle gespecialiseerd verzorgenden. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl
[email protected]
doel
doelgroep(en) gebruik status te verkrijgen contactpersoon
32
Systematische kwaliteitsbewaking
naam
Brochure Kijk op Kwaliteit, een visie op de kwaliteit van de verzorging.
datum omschrijving
te verkrijgen contactpersoon
Sting, 2002 Deze brochure beschrijft het kwaliteitsbeleid van de verzorgende beroepsgroep. Vraaggerichte verzorging staat hierin centraal. Met deze brochure maakt Sting het kwaliteitsbeleid voor de verzorgende beroepsgroep duidelijk. Daarnaast geeft brochure aan zorginstellingen handvatten voor hun interne kwaliteitsbeleid betreffende de verzorging. Primair: Helpenden en verzorgenden, midden- en hoger kader en staffunctionarissen van zorginstellingen. Secundair: - Andere beroepsgroepen en hun organisaties. - Landelijke kennisinstituten, cliënten- en brancheorganisaties. Effectonderzoek door NIVEL (2004) wijst uit dat de brochure binnen instellingen inderdaad wordt gebruikt voor het opstellen van kwaliteitsbeleid. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl
[email protected] /
[email protected]
naam
Lesbrief Kijk op Kwaliteit
datum omschrijving
status te verkrijgen contactpersoon
Sting, 2003 Een handleiding voor discussies met teams van helpenden en verzorgenden over kwaliteitsverbeteringen binnen hun teams, op basis van het referentiekader Kijk op Kwaliteit. - Helpenden en verzorgenden. - Direct leidinggevenden en staffunctionarissen van zorginstellingen. Lesbrief is breed verspreid in de sector. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl
[email protected] /
[email protected]
naam
Werken aan kwaliteit: werkmethodes voor helpenden en verzorgenden
datum omschrijving
Sting, 2002 Een overzicht van geschikte werkmethodes om met helpenden en verzorgenden aan kwaliteitsverbeteringen te werken. Verzorgenden, hun leidinggevenden en staf ondersteunen bij het vinden van passende methodes om te werken aan verbetering van de kwaliteit van de verzorging. Primair voor: - Helpenden en verzorgenden. - Direct leidinggevenden en staffunctionarissen van zorginstellingen. Secundair voor hoger management van zorginstellingen. - Werken aan kwaliteit: handwijzer voor verzorgenden (zie hieronder). - Cursusmateriaal over werken aan kwaliteit voor kleine zelfstandigen in de zorg (zie onder Deskundigheid). - Cursusmateriaal over werken aan kwaliteit voor helpenden in het kader van Wmo (zie onder Deskundigheid). In grote oplage verspreid. NIVEL onderzoek wijst uit dat met name kwaliteitsfunctionarissen de brochure op bovenstaande manier gebruiken. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl
[email protected] /
[email protected]
doel doelgroep(en)
status
doelgroep(en)
doel doelgroep(en)
hulpmiddelen
status te verkrijgen contactpersoon
33
naam
Werken aan kwaliteit: handwijzer voor verzorgenden
datum omschrijving
Sting, 2004 De handwijzer benoemt kort en bondig de voorwaarden waaronder helpenden en verzorgenden kunnen werken aan kwaliteitsverbeteringen. - Helpenden en verzorgenden. - Direct leidinggevenden en staffunctionarissen van zorginstellingen. Een mooi vormgegeven ‘reminder’, te gebruiken in teamoverleg, bij afdelingsdiscussies en leertrajecten. De handwijzer is breed verspreid. Sting: 030 – 2919060, www.sting.nl
[email protected] /
[email protected]
doelgroep(en) gebruik status te verkrijgen contactpersoon
34
35