Rouwprotocol ROUWPROTOCOL BIJ HET OVERLIJDEN VAN EEN VAN DE LEERLINGEN OF LEERKRACHTEN / ÉÉN VAN DE OUDERS Waar vind ik in dit protocol informatie over wat ik moet doen als: Om mee te beginnen: 1. Het bericht komt binnen ..................................................................................................... pagina 2 2. Het bericht is binnen ..................................................................................................................... 3 3. We vormen een crisisteam ............................................................................................................. 4 4. Wat moeten we verder onmiddellijk doen ........................................................................................ 4 Informatie voorziening 5. Aan wie verstrekken we informatie ................................................................................................. 6 Informatie naar de kinderen? 6. Hoe vertellen we het bericht aan de kinderen .................................................................................. 7 7. Welke werkvormen gebruiken we in de groep .................................................................................. 7 8. Hoe zorgen we voor kinderen die erg emotioneel zijn ....................................................................... 8 Informatie naar de ouders 9. Hoe gaan we om met de ouders van de leerlingen ........................................................................... 8 10. Hoe gaan we om met de ouders van de overleden leerling .............................................................. 9 Nazorg ............................................................................................................................................10 Na de uitvaart..................................................................................................................................11
Door het hele protocol vind je valkuilen, waar je als school – in alle paniek – gemakkelijk in kunt vallen. Neem de tijd om deze valkuilen even tot je door te laten dringen!
Valkuil: dit protocol is nergens te vinden. De directeur heeft het ergens opgeborgen, maar ze is er net even niet
1
ROUWPROTOCOL OM MEE TE BEGINNEN… 1. Het bericht komt binnen Het bericht kan op diverse manieren de school binnenkomen: via het mondelinge circuit, met een telefoontje, per post, via de media of op een andere manier. Het kan gaan om een ongeval zoals een verkeersongeluk, maar het kan ook gaan om een overlijden op school of een overlijden waarbij de school betrokken is. Indien er sprake is van een leerling, die met een bericht komt, moet er direct worden gezorgd voor opvang. leerkracht die het bericht hoort (=ontvanger) moet als eerste voor opvang zorgen.
De
Maar de ontvanger moet ook zorgen voor overdracht van het bericht. Het bericht moet bekend zijn bij de leiding van de school en het crisisteam, die immers als eerste zullen worden benaderd. Opvang
de opvang van degene die het bericht heeft gehoord en het aan de anderen meldt naam:
de opvang van met name de leerlingen die getuige zijn geweest indien er sprake is van een ongeval. naam: naam: naam:
Informatie
een snelle overdracht van het bericht aan de schoolleiding en aan de betrokken leraar
Valkuil: de leerkracht die het bericht in ontvangst heeft genomen, vertelt, op weg naar de kamer van de directeur, het nieuws aan iedereen die het horen wil.
2
2.
Het bericht is binnen
Er heerst nu over het algemeen verwarring bij de ontvanger, de schoolleiding en de betrokken groepsleerkracht. Het is nu van belang om voor meer duidelijkheid te zorgen. Het is misschien onlogisch, maar er moet in de eerste plaats worden nagegaan of er inderdaad een ongeluk of een overlijden heeft plaatsgevonden. Een bericht is altijd fragmentarisch en onvolledig. De schoolleiding moet dan ook in eerste instantie de juistheid van het bericht vaststellen. Daarna is er nog een verschil tussen een ongeval buiten of in de school, waarbij meerdere leerlingen betrokken zijn en een overlijden, dat al plaats heeft gevonden. Verificatie
precies weten over welke leerling het gaat naam:
de melding controleren, indien deze niet afkomstig is van de familie of andere bevoegden: beslis of er geen controle nodig is, of hoe je het bericht controleert.
heeft er een ongeval of een overlijden plaatsgevonden: ongeval/ overlijden
wat zijn de omstandigheden waaronder de gebeurtenis heeft plaatsgevonden . weten wat er is gebeurd
. weten waar het is gebeurd
. weten hoe het is gebeurd
Valkuil: de school vergeet het bericht te verifiëren. Na verloop van tijd blijkt het bericht tussen het daadwerkelijke ongeval en de school enorm te zijn opgeblazen. De chaos is nu niet meer te overzien.
3
3. We vormen een crisisteam Het crisisteam is al van te voren samengesteld uit iemand van de schoolleiding en iemand van het team. De derde persoon is de groepsleerkracht. De eerste persoon is als eindverantwoordelijke aangewezen naam (directielid): naam (teamlid) : naam (groepsleerkracht):
Het crisisteam komt bij elkaar en bekijkt of en hoe zij een bijdrage kunnen leveren. Dit zal sterk afhangen van de aard van het overlijden. Een overlijden na een langdurig en bij de kinderen bekend ziekbed, zal minder uitgebreid door het crisisteam moeten worden begeleidt, dan een overlijden na een ongeval. Wel zal het altijd goed zijn om concrete afspraken over communicatie van het bericht naar kinderen en ouders te maken en dit uit handen van de groepsleerkracht te nemen!
Organisatie:
de schoolleiding roept het crisisteam samen, dat de activiteiten ontwikkelt en begeleidt. indien één of meer van de teamleden niet beschikbaar zijn door afwezigheid zorgt de schoolleiding direct voor vervanging. de namen van de leden van het crisisteam worden vermeld in de schoolgids
Taakverdeling:
elke deelnemer van het team krijgt van de schoolleiding een exemplaar van het draaiboek. de taken worden onder de leden van het crisisteam verdeeld . externe contacten : . interne contacten : . contact met ouders: groepsleerkracht
de deelnemers van het team stemmen hun agenda‟s op elkaar af. de deelnemers van het team zorgen voor een goede bereikbaarheid (bijvoorbeeld door gebruik te maken van een mobile telefoon)
Valkuil: omdat het 'maar' een overlijden van een ouder betreft, wordt besloten het crisisteam niet in te zetten. Al zorg en werk komt nu op de schouders van de betreffende groepsleerkracht. Hij of zij krijgt het niet voor elkaar om in alle consternatie ook de communicatie naar andere groepen goed te regelen. Het bericht van het overlijden gaat een eigen leven lijden…
4
4. Wat moeten we verder onmiddellijk doen bij een ongeval: nagaan of er al hulpverlening ter plaatse is 1. indien er nog geen hulpverlening is het op gang brengen van de hulpverlening 2. indien er hulpverlening is noteren wie de hulpverlenende instantie is noteren naar welk ziekenhuis (en welke afdeling) een leerling wordt gebracht een leerkracht gaat mee naar het ziekenhuis
er voor zorgen dat leerlingen die zich op de plaats van het ongeval bevinden, naar school worden gehaald, en worden opgevangen nagaan of iedereen op school is die er moet zijn eventueel contact zoeken met de politie tel.:
bij overlijden: de gegevens van de overledene nagaan, zoals naam van ouders of verzorgers. personalia: naam adres telefoon
naam van de kinderen: groep van de kinderen: eventuele neven en nichtjes: groep van neven en nichtjes:
contact zoeken met de de ouders of verzorgers van het betreffende kind (eventueel in samenwerking met: huisarts) contact blijven onderhouden met de ouders of verzorgers indien dit door de ouders of verzorgers wordt aangegeven.
algemeen: zorgen voor telefonische bereikbaarheid van de school zorgen voor telefonische bereikbaarheid van de directeur van de school thuis zorgen voor telefonische bereikbaarheid van de leraar van de klas thuis eventueel een vertegenwoordiger van slachtofferhulp er bij betrekken ten behoeve van leerlingen, leraren en/of ouders.
5
INFORMATIE VOORZIENING 5. Aan wie verstrekken we informatie De directie, de leden van het crisisteam, waaronder de leraar van de klas, de andere personeelsleden en de ouders of verzorgers van de leerling zijn op de hoogte. In aanvang wordt er voor gezorgd, dat het bericht verder geheim blijft. Maar nu er meer duidelijkheid is en de eerste stappen zijn ondernomen, kan men tot het verstrekken van informatie overgaan. Bij het verstrekken van informatie moet bijzondere aandacht worden besteed aan degene die het meest bij de leerling betrokken waren. Zij moeten het bericht op een zorgvuldige wijze krijgen. Voor de duidelijkheid volgt hierna een draaiboek van alle te informeren personen:
de directie van de school het crisisteam de leraar van de klas de ouders of verzorgers van het overleden kind de familieleden zoals broers, zusjes, neven en nichten die op school zitten de klasgenoten van de leerling de overblijfouders (indien het kind weleens is overgebleven op school) de overige leraren de ex-leraren bij wie het kind in de klas heeft gezeten (en die niet meer aan de school verbonden zijn) het onderwijsondersteunend personeel (!) de vrienden en vriendinnen in andere klassen de ex-klasgenoten/zittenblijvers de overige leerlingen (per groep) de overige ouders de redactie van het jeugdblad waarop het kind geabonneerd was de Ouderraad (OR) /Oudercommissie (OC) het schoolbestuur: de andere scholen van LeerTij de Medezeggenschapsraad (MR), bestaande uit . vertegenwoordigers van de ouders . vertegenwoordigers van het (onderwijzend) personeel de Schoolartsendienst/ de afdeling jeugdgezondheidszorg van de G.G.D. de schoolarts de logopedist: de huisarts: de externe hulpverlening/slachtofferhulp: de schoolinspectie de leerplichtambtenaar: de politie (bij een ongeval): de pastor/ contactpersoon van de parochie: de identiteitsbegeleider
6
INFORMATIE NAAR DE KINDEREN 6. Hoe vertellen we het bericht aan de kinderen De groepsleerkrachten bereiden zich voor op het gesprek met hun klas. Dit geldt met name voor de leraar van de klas, waarin de overleden leerling zat / waarin de leerling zit waarvan een ouder is overleden. Er zullen leraren zijn die veel moeite hebben om een dergelijk bericht aan hun klas te melden. Wees erop voorbereid dat dit bericht andere verlieservaringen kan reactiveren, zowel bij leerlingen als bij leerkrachten. Schakel indien nodigde hulp in van een professionele begeleider. bereid je goed voor: weet wat je gaat zeggen (begin met een inleidende zin) en hoe je het gaat zeggen vertel het hoe, waar en wanneer van de gebeurtenis breng het bericht over zonder er omheen te draaien geef in eerste instantie alleen de hoogst noodzakelijke informatie geef aan wat er die dag en de komende dagen gaat gebeuren (duidelijkheid en structuur) je moet al bij voorbaat rekening houden met de effecten die je kunt verwachten neem voldoende tijd voor gedrag en verdriet van de leerlingen geef elke dag gelegenheid voor leerlingen om vragen te stellen. probeer de opvang zoveel mogelijk in de klas te houden probeer zoveel mogelijk een veilige sfeer te scheppen
Valkuil: tijdens het moment dat je de kinderen inlicht, is een groep kinderen net op excursie. Bij terugkomst worden ze 'overvallen' door het bericht.
Valkuil: de groep waarin het zusje van het overleden kind zit, wordt op dezelfde manier benaderd als alle andere groepen. Het zusje is immers niet op school…
7.
Welke werkvormen gebruiken we in de groep
zorg ervoor dat je werkvormen bij de hand hebt die verwerking stimuleren en houdt er rekening mee, dat kinderen die niet zo verbaal zijn zich beter uiten door te tekenen je kunt als leerkracht gebruik maken van het rouwverwerkingsschrift van het KPC: Ik zal je nooit vergeten je kunt als leerkracht ook gebruik maken van de niet-vergeet-doos of de niet-vergeet tafel. Informatie hierover is te vinden in: Caroline Dierkx, Dood en rouwverwerking bij jongen kinderen. vraag de identiteitsbegeleider naar de koffer met rouwmateriaal. vraag de bibliotheek om een doos met prentenboeken samen te stellen. zorg ervoor dat je verhalen of een verhaal hebt, waarin verlies een plaats krijgt. Het is aan te bevelen om een verzamelbundel aan te schaffen. v.b. Bert Voorhoeve, Verhalen en sprookjes op de grens van leven en dood. Je kunt altijd een beroep doen op de identiteitsbegeleider voor aanvullend ondersteunend materiaal
7
8. Hoe zorgen we voor kinderen die erg emotioneel zijn
vertel bij wie kinderen terecht kunnen voor een persoonlijk gesprek zorg ervoor dat er een ruimte is waar leerlingen naartoe kunnen die alleen maar willen huilen of erg overstuur zijn geef kinderen de tijd om het verdriet te verwerken. zorg ervoor dat één van de leerkrachten geen lestaken heeft en aanwezig kan zijn als er leerlingen zijn die extra opvang buiten de klas nodig hebben schakel de hulp in van ouders die voor extra opvang kunnen zorgen zorg ervoor dat de ouders van de leerlingen op de hoogte zijn van de gebeurtenis en dat ze hiermee rekening kunnen houden als ze een kind hebben dat erg snel overstuur is als kinderen persé naar huis willen, ga dan eerst na of de ouders thuis zijn, op de hoogte zijn en hun kind kunnen ophalen of zorg voor begeleiding naar huis
Valkuil: de leerkracht is zelf erg emotioneel, en is op het moment dat hij het moet vertellen, zelf zijn emoties niet de baas, waardoor een aantal kinderen hysterisch wordt. INFORMATIE NAAR DE OUDERS 9.
Hoe gaan we om met de ouders van de leerlingen / van de andere leerlingen
Geef de ouders van de overige kinderen informatie via een brief over:
de gebeurtenis de roosterwijzigingen het contact met de ouders van de overleden leerling en de wenselijkheid om al dan niet met hen contact op te nemen en deelneming te betuigen het plaatsen van een advertentie door de school een afscheidsdienst op school het rouwbezoek de uitvaartplechtigheid de aanwezigheid bij de uitvaart de opvang van kinderen na de uitvaart rouwprocessen bij kinderen zorg en nazorg voor kinderen op school (contactpersonen, instanties)
Voorstel: een eerste brief met informatie over de gebeurtenis en de vermelding, dat er een tweede brief aankomt met nadere gegevens. Advies: Nodig ouders en kinderen ook uit op school
Valkuil: de brief naar de ouders wordt zonder overleg met de nabestaanden verstuurd. Of: de brief wordt aan de kinderen meegegeven, voordat in het team duidelijke afspraken gemaakt zijn over hoe te reageren naar kinderen en ouders.
8
10. Hoe gaan we om met de ouders van de overleden leerling Het is van belang om zo spoedig mogelijk en in elk geval nog dezelfde dag contact op te nemen met de ouders van de overleden leerling de nabestaanden van de overleden ouder. Het is van belang, dat de betrokken leraar zich hierbij realiseert, dat het eerste telefonische contact en het eerste bezoek veelal neerkomen op het uitwisselen van gevoelens. Probeer om tot een voortzetting van het eerste bezoek te komen. Een tweede bezoek is zeker gewenst. Centraal is en blijft echter wat de ouders willen. Een rouwprotocol is niet bedoeld als dwingend keurslijf voor ouders, maar enkel als checklist voor de school! Er is dan ook een goed overleg nodig met de ouders over de te nemen stappen. Het eerste bezoek
een deelnemer van het crisisteam neemt nog dezelfde dag telefonisch contact op met de ouders van de overleden leerling hij/zij maakt voor dezelfde dag een afspraak voor een huisbezoek (bij voorkeur samen met iemand van de schoolleiding) er wordt tegelijkertijd afgesproken om een tweede bezoek te brengen om verdere afspraken te maken
Het tweede bezoek De vertegenwoordiger van de school vraagt wat de school kan betekenen voor de ouders. Hij/zij overlegt met de ouders over alle te nemen stappen bezoekmogelijkheden van leerlingen het plaatsen van een rouwadvertentie door de school het afscheid nemen van de overleden leerling (=rouwbezoek) bijdragen van de school aan de uitvaart . teksten . bloemen . muziek bijwonen van de uitvaart door enkele leraren en leerlingen het houden van een afscheidsdienst op school (familie uitnodigen!) de persoonlijke bezittingen van de overledene worden persoonlijk aan de ouders overhandigd! De vertegenwoordiger van de school vraagt wat de school kan betekenen voor de nabestaanden van de overleden ouder. Hij/zij overlegt met de nabestaanden over alle te nemen stappen, zoals: het thuis houden van de kinderen bijwonen van de uitvaart door enkele leraren en leerlingen blijken van medeleven van andere kinderen en ouders informatievoorziening naar andere kinderen en ouders
Valkuil: de school heeft allerlei ideeën over een afscheidsdienst. Omdat je behulpzaam wilt zijn, vertel je die aan de ouders, zonder je er eerst van te hebben verzekerd dat de ouders dit wel op prijs stellen.
9
NAZORG 11. Wat doen we aan nazorg
maak een herinneringsplek voor de overledene (=rouwtafel). bedenk met de klas hoe je de overledene het beste kunt gedenken: kaars, foto, tekening, bloemen, speelgoed van het kind enzovoorts. haal de lege stoel niet meteen weg. stel met de klas eventueel een herdenkingsboek samen. Neem in elk geval de tijd om te herdenken laat kinderen (indien gewenst) een bijdrage leveren aan de dienst: teksten maken, muziek maken, bloemen dragen enzovoorts. leg een condoleanceregister neer in de lerarenkamer vang leerlingen na de uitvaart op om nog na te praten. let op signalen van kinderen die het moeilijk hebben. Sommige kinderen stellen hun rouw uit en tonen pas na maanden verdriet let speciaal op leerlingen, die al eerder een verlies hebben geleden let ook op leraren, die het moeilijk hebben met de verwerking (bijvoorbeeld door hun eigen ervaringen in het verleden) een herdenking op de verjaardag van het overleden kind een herdenking tijdens vieringen
Wat doen we aan nazorg bij het overlijden van een ouder
bedenk met de klas hoe je de overledene het beste kunt gedenken: kaars, foto, tekening, bloemen, enzovoorts. Neem in elk geval de tijd om te herdenken leg een condoleanceregister neer in de lerarenkamer vang leerlingen na de uitvaart op om nog na te praten. let op signalen van kinderen die het moeilijk hebben. Sommige kinderen stellen hun rouw uit en tonen pas na maanden verdriet let speciaal op leerlingen, die al eerder een verlies hebben geleden let ook op leraren, die het moeilijk hebben met de verwerking (bijvoorbeeld door hun eigen ervaringen in het verleden) een herdenking tijdens vieringen, zoals bijvoorbeeld de slotviering aan het einde van het schooljaar
Valkuil: de uitvaart is achter de rug. De volgende dag zijn de tafel en de stoel van de overleden leerling uit de klas verdwenen. We willen de kinderen immers 'niet nodeloos met hun verlies blijven confronteren…'
Valkuil: de leerlingen willen een paar dagen na de uitvaart er nog een keer over praten, maar je hebt net die belangrijke toets op het rooster staan. Je weet je niet goed raad met de situatie en begint gewoon met de les.
10
NA DE UITVAART… 12. Wat is verder nog van belang Aanpassingen en administratieve regelingen:
de directie moet er alert op zijn, dat bepaalde schoolactiviteiten (zoals een feest) eventueel afgelast zullen moeten worden. de gebeurtenis dient te worden vermeld in de eerstvolgende weekbrief, de schoolkrant en in het informatiebulletin. de gebeurtenis dient ook te worden vermeld in het jaarverslag. de directie moet ervoor zorgen, dat er een aanpassing komt in het leerlingvolgsysteem (LVS) de directie moet ervoor zorgen, dat de ouders of verzorgers geen post meer ontvangen, die betrekking heeft op onderzoek van het kind of financiële aangelegenheden. Dit wordt door ouders als zeer pijnlijk ervaren. de directie zorgt ervoor, dat al het mogelijke is gedaan om deze gebeurtenis een plaats te geven. Het draaiboek is daarbij slechts een checklist. ga zorgvuldig om met de materialen (schriften, tekeningen, etc.) van het overleden kind, die nog op school zijn. Voor de ouders zijn dit vaak heel waardevolle zaken.
Aanpassingen en administratieve regelingen na het overlijden van een ouder:
de gebeurtenis dient te worden vermeld in de eerstvolgende weekbrief, de schoolkrant en in het informatiebulletin. de gebeurtenis dient ook te worden vermeld in het jaarverslag. de directie moet ervoor zorgen, dat de ouders of verzorgers geen post meer ontvangen op naam van de overleden ouder. Dit wordt door de nabestaanden als zeer pijnlijk ervaren. de directie zorgt ervoor, dat al het mogelijke is gedaan om deze gebeurtenis een plaats te geven. Het draaiboek is daarbij slechts een checklist. Realiseer je goed wat je doet op dagen als moederdag en vaderdag. Overleg zo mogelijk met de nabestaanden.
Valkuil: de ouders van de overleden leerling ontvangen – drie maanden na het overlijden – een oproep voor de schoolarts. Of: alle ouders ontvangen thuis de jaarlijkse acceptgiro voor de schoolbijdrage. Helaas staat daar nog de naam op van het overleden kind…
Valkuil: de leerkracht vindt na een paar weken nog een prachtige tekening van het overleden kind. Ze besluit dat deze tekening zo snel mogelijk aan de ouders moet worden gegeven. Ze geeft de tekening mee aan het broertje. Die mag deze 'loden last' aan mamma geven.
11
Archiefformulieren & brieven Casusformulier
Naam : _____________________________ is overleden te : _____________________________ Contactpersoon familie
: ____________________________________________________________
Adres familie
: ____________________________________________________________
op
:
_____________________________ _________
Telefoonnummer
_________________________________________________
: _____ _______________
Levensovertuiging
: ______________________
Stellen wel / geen prijs op meelevende telefoontjes. Contactpersoon school Leerling uit groep
: ____________________________________________________________ : ____
en / óf familie van leerling
: _________________________________________________ uit groep ___ _________________________________________________ uit groep ___ _________________________________________________ uit groep ___
Beste contacten op school : _________________________________________________ uit groep ___ _________________________________________________ uit groep ___ _________________________________________________ uit groep ___
Het overlijden is het gevolg van
: ____________________________________________________________
Andere betrokkenen op school?
Zo ja, wie?
__________________________________________ __________________________________________
__________________________________________ Verdere bijzonderheden die wel / niet bekend gemaakt worden: WEL:
_________________________________________________________________________________
WEL:
_________________________________________________________________________________
WEL:
_________________________________________________________________________________
NIET:
_________________________________________________________________________________
NIET:
_________________________________________________________________________________
12
NIET:
_________________________________________________________________________________
De begrafenis / crematie wordt verzorgd door
: _______________________________________________
Telefoonnummer : _____ _______________ En vindt plaats op
: ___________________ (datum) om ________ (tijd)
Kerk / aula
: ___________________ te _________________________
Met de familie is afgesproken:
bloemen
ja / nee,
bijzonderheden: _______________________________________________
toespraak
ja / nee,
bijzonderheden: _______________________________________________
advertentie ja / nee,
bijzonderheden: _______________________________________________
aanwezigen namens school
bijzonderheden: _______________________________________________
leerlingen met/zonder ouders:
: _______________________________________________
13
5.2
Voorbeeldbrief ouders
plaats, datum. Geachte ouder(s) en/of verzorgers, Gisteren na schooltijd is een ernstig ongeluk gebeurd, dat het leven heeft gekost aan ___________________ leerling uit groep ____ van onze school. Wij zijn hierdoor erg geschokt en verdrietig. Alle kinderen werden in een klassengesprek op de hoogte gebracht. Wij hopen dat u thuis uw kind goed kunt opvangen, als hij/zij erover wil praten.
Namens de ouders van ______ het verzoek om hen nu niet thuis te bellen. Hoe begrijpelijk uw medeleven ook is, dergelijke telefoontjes vormen een zware belasting.
U kunt wel met de school bellen, mevrouw/meneer _______ onderhoudt het contact met de familie en zal ons op de hoogte houden.
Als er meer bekend is over hoe wij afscheid kunnen nemen van ______ berichten wij u. Wat zijn normale reacties van kinderen bij dit soort gebeurtenissen'? Wat kunt u als ouder of verzorger doen? • Het kind steunen met geduid en begrip. • alle vragen van het kind ernstig nemen, ook al heeft u niet op alle vragen een antwoord. • Als het zo is dat u als volwassene zelf zo geschokt bent dat u het kind niet goed kunt helpen, dan dient u hulp te zoeken voor uw eigen verdriet èn ervoor te zorgen dat het kind zijn verhaal bij iemand anders kwijt kan. • Laat de kinderen praten, brieven of opstellen schrijven, tekeningen maken of spelen. • Sta tijdelijk toe dat kinderen zich anders gedragen, bijvoorbeeld dat ze woest spelen en af en toe onhandelbaar zijn. Probeer daar een tijdje geen ruzie over te maken. • Vraag steun en hulp als het kind na een paar maanden nog steeds niet de oude is. Waar kunt u met vragen terecht'? Noteer de adressen/telefoonnummers van: • • • •
de jeugdverpleegkundige of jeugdarts van uw school de huisarts het Maatschappelijk Werk in uw woonplaats Emergis_____________ , dagelijks van ____ tot ____ uur
• SOS Hulptelefoon:___________ , dag en nacht bereikbaar. • Kindertelefoon:
14
Met vriendelijke groet, namens het team en de ouderraad (directeur) ..... • …..
15
5.3
Voorbeeldbrief voor de begrafenis of crematie Clinge, datum.
Geachte ouder(s) en/of verzorgers, De plechtigheid voor de begrafenis/crematie van ___________ zal plaatsvinden in de aula van de algemene begraafplaats aan de (adres) ___________ te ______________ op _______ dag _________ om _____ uur. de parochiekerk _______________________(adres) ___________ te ______________ op _______ dag _________ om _____ uur. Na de begrafenis/crematie is er gelegenheid tot condoleren in _____________________________________. De school wordt vertegenwoordigd door de directeur en __________________ teamleden en ______ leden van de ouderraad. De familie nodigt ouders die met hun kind(eren) afscheid willen nemen uit, om aanwezig te zijn. Het zal duidelijk zijn, dat u een dergelijke beslissing zelf moet nemen, daar u het beste weet wat een dergelijke plechtigheid kan losmaken bij uw kind. De school zal deze dag wel/niet gesloten zijn. Wilt u via de antwoordstrook per omgaande aangeven of u samen met uw kind(eren) zelf naar de begrafenis/crematie gaat. Indien u liever hebt dat uw kind in groepsverband naar de begrafenis/crematie gaat, kan dat uiteraard ook. De kinderen die met de eigen leerkracht meegaan worden om _____ uur op school verwacht. Wij zullen hen zo goed mogelijk begeleiden, zoals u zult begrijpen. Wij kunnen ons voorstellen dat de verwerking van deze tragische gebeurtenis in sommige gevallen niet zonder problemen verloopt. Bij vragen of moeilijkheden met de verwerking kunt u steeds contact met ons opnemen. Namens het team en de ouderraad, (school) ..... (directeur) .....
Naam kind ______________________________________________ uit groep ______ gaat wel/niet* met de eigen ouder(s) naar de begrafenis/crematie gaat wel/niet* met de groepsleerkracht naar de begrafenis/crematie Naam ouder(s) _____________________________________________ Handtekening * Doorhalen wat niet van toepassing is.
16
Hoe verwerken kinderen verdriet & verlies?
1
Welk besef hebben kinderen van dood?
... tot 3 jaar. Geen echt besef; kinderen tot ongeveer drie jaar kennen nog geen onderscheid tussen levende en niet-levende dingen. Wel zijn ze bang gescheiden te worden van degenen die hen met warmte en liefde omringen, zoals hun ouders. Ze voelen wat verlies is en lijden daar ook onder. .../... De kleintjes gaan nog op een heel natuurlijke manier met de dood om. Van 3 tot 6 jaar. Weten dat mensen en dieren dood kunnen gaan. Het definitieve karakter van de dood kunnen ze echter nog niet bevatten. Voor hen is de dood iets tijdelijks, een soort slaap, waarbij de dode niet meer kan zien of bewegen. Ze beginnen te beseffen dat dood en verdriet met elkaar te maken hebben. Ze voelen nog geen angst voor de dood. Van 6 tot 9 jaar. Het besef begint door te dringen dat de dood onomkeerbaar is, onherroepelijk en definitief. Wat dat definitieve inhoudt, begrijpen ze echter nog niet. Dat is voor hen erg verwarrend en beangstigend. Op deze leeftijd krijgen kinderen belangstelling voor de uiterlijkheden die bij een sterfgeval horen, zoals de kist, de begrafenis, de crematie en het kerkhof. Ze interesseren zich ook voor wat er na de dood gebeurt. Kinderen van deze leeftijd zijn kwetsbaar omdat ze weliswaar de betekenis van de dood kunnen begrijpen, maar nog niet is staat zijn met alle complicaties om te gaan. 1 Van 9 tot 12 jaar. Weten dat mensen, dieren en planten leven en dat alles wat leeft eenmaal doodgaat. Op de vraag waarom mensen doodgaan noemen ze voornamelijk fysieke oorzaken .../... Kinderen van deze leeftijd zijn minder afhankelijk van volwassenen. Ze willen dan ook niet altijd aandacht vragen voor hun verdriet maar proberen er zelf mee klaar te komen, ook om niet kinderachtig te lijken. Omdat de gevoelens er toch uit moeten, vertonen ze soms lastig en opstandig gedrag. + 12 jaar. De onvermijdelijkheid en universaliteit van de dood dringt door. Hun intellectuele vaardigheden zijn dan zover ontwikkeld dat ze de dood zien als het onvermijdelijke einde van het leven. De persoonlijk-emotionele afstand is echter nog groot: het kan iedereen overkomen behalve mensen in de eigen omgeving. .../... Een (directe) confrontatie met de dood maakt dat de vragen en soms ook de verwarring rondom leven en dood toenemen.
Rouwarbeid: het verwerken van rouw, een vorm van emotionele arbeid.2
2
Rouwtaken
Besef:
Hij is dood.
Gevoelens:
Het doet pijn.
Herinneringen:
Het is nu anders.
Taak 1:
De realiteit van het verlies onder ogen zien
Erkennen.
Taak 2:
Ervaren van verlies. Het voelen van pijn.
Herkennen.
Taak 3:
Leren te leven zonder de lijfelijke aanwezigheid van de overledene.
Verkennen.
17
Zingeving:
De draad weer oppakken.
3
Taak 4:
De overledene emotioneel een plaats geven. Investeren in nieuwe relaties.
Kleine kinderen en verdriet
Verbinden.
3
Kinderen worstelen met de dood op twee niveaus: intellectueel zoeken ze te begrijpen wat dit betekent en emotioneel proberen ze af te rekenen met hun gevoelens. Enkele suggesties om hiermee adequaat om te gaan. 1. Antwoord op hun vragen. Kinderen zijn vaak bezig met concrete feiten, zoals: “Waar blijft hij nu; heeft hij het niet koud; wordt hij niet nat?” 2. Geef begrijpelijke en echte antwoorden. Zeg niet dat hij slaapt, want dan kunnen ze angstig worden bij het slapengaan. Zeg niet dat hij is weggegaan, want meestal komt iemand die weggaat terug en zegt hij vooraf vaarwel. Zeg niet bij prenatale sterfte dat mama haar kindje verloren is, want kinderen vinden meestal terug wat ze verloren zijn. Je kan beter zeggen dat hij dood is. Eén van de dingen die je aan kinderen moet leren, is dat er op sommige vragen geen antwoorden zijn. Ze kunnen dat beter begrijpen dan de flauwekul over God die engeltjes nodig heeft. Wanneer de omstandigheden van sterven zo bizar waren, zoals bij moord, ongeval, zelfdoding is het soms moeilijk alle informatie te geven aan kinderen. Vragen ontwijken is niet goed. De fantasie van kinderen is soms erger dan de realiteit. Het is niet de vraag of we iets zeggen, maar hoeveel we ze zeggen en op welk moment en op welke wijze. Je kan de uitleg doseren volgens wat het kind kan verwerken. Of als je het als volwassene zelf niet aankan, kan je zeggen: “Dat is alles wat ik je nu kan vertellen. Later als je wat ouder bent, spreken we er verder over.” 3. Luister naar de gevoelens van het kind, naast de vraag. Opletten niet steeds over de overledene te praten, en niet over het verlies van het kind. 4. Zeg aan het kind dat iedereen die hem gekend heeft nu verdrietig is. Als je verdriet ook laat zien, kan het kind begrijpen wat verdriet is. Het laten zien van verdriet bij sterven, leert het kind dat je leven waardeert. Als je geen verdriet laat zien, kan het kind het gevoel krijgen dat je de overledene niet mist, dat hij onbelangrijk was. 5.
Zeg dat niemand anders gevaar loopt te sterven, dat je meestal slechts sterft na een lang leven.
6.
Kom niet met religieuze verklaringen, als je dat anders ook niet doet, want dat kan verwarring scheppen.
7. Zeg dat verdriet lang kan duren en nooit helemaal verdwijnt. Meestal zeg je dat het kind er wel snel overheen zal zijn. Het kind durft dan niets meer zeggen als dat niet zo blijkt te zijn. 8.
Bied aan om samen te praten over de overledene.
9.
Maak duidelijk dat niemand ooit in staat zal zijn om de plaats volledig in te nemen.
10. Houd de herinnering in stand; Doe niet alles weg wat aan de dode herinnert
4
Plaats voor verdriet in de school?
Een plaats voor verdriet in de school? Gebrek aan kennis en aanvoelen van verlies in de school kan leiden tot onbedoelde wreedheid. Kinderen worden vaak verwacht na een zwaar verlies terug naar school te gaan en gewoon te werken zoals de andere kinderen. Wie in de school staat erbij stil? Wie vraagt zich af wat er thuis gebeurt op vaderdag of moederdag bij een kind wier ouder gestorven is? Of wat gebeurt er met de nieuwjaarsbrief gericht „aan mijn lieve ouders‟ in het gezin waar één ouder gestorven is? Enkele suggesties voor de school en de leerkrachten. 1. Rouw bij kinderen uit zich vaak in gebrekkige concentratie, in rusteloosheid, in opstandigheid en in moeilijk gedrag, in verminderde schoolprestaties. Het is evident dat het kind zo reageert, meer dan dat het verlies het kind niets zou doen.
18
2. Een voorwaarde om goed om te gaan met verdriet bij kinderen en jongeren is dat leerkrachten zelf kunnen stilstaan bij hun eigen angsten omtrent de dood en sterven, bij hun eigen verdriet, zelf hun verdriet kunnen uiten en durven laten zien en zelf niet overdreven angstig zijn als verdriet wordt geuit. Hoe een leraar met zijn gevoelens omgaat, wordt door leerlingen sterk in de gaten gehouden. 3. Een tijdje uitwisseling in de klas over wat ziekte, sterven en afscheid betekent, bespaart inadequate reacties. Je kan jongeren leren over omgaan met verdriet. Dat voorkomt dat ze uit angst verkeerd reageren op degene die erdoor getroffen wordt. Een jongen zei: “Ik verlies niet alleen mijn vader, maar ook mijn vrienden, want ze begrijpen niet hoe dit me zo bezighoudt en heeft veranderd. Ze ontlopen me, omdat ik geen plezierige dingen weet om over te praten. ” Met wie kunnen kinderen over de dood praten? Ze vangen overal bot: bij hun beste vrienden, bij hun ouders, op school. 4. Je kan een ruimte of een plaats voorzien in de klas of de school waar iemand in verdriet, of een klas die met verdriet wordt geconfronteerd zijn verhaal kan doen, waar je eigen twijfels en angst kan uiten, waar je herkenning vindt bij elkaar. 5. De school kan een basishouding aannemen waarin duidelijk wordt dat het niet raar of stom is om emoties te hebben, maar juist één van de meest normale zaken in het leven. 6. Een verlies van een schoolkind maakt niet alleen reacties los in de klas van het kind, maar dikwijls in de hele schoolgemeenschap: in de klassen van de broertjes en de zusjes, de klas van degene die samen met het kind met de fiets naar de school reed, bij alle leerkrachten. Let op voor opmerkingen in de zin van: „het is veel erger voor zijn klas.‟ Broertjes en zusjes kunnen gemakkelijker naar school komen als de hele schoolgemeenschap meeleeft. 7. Geef aandacht aan het verborgen verdriet in de school. De vader van een jongen was verongelukt op 22 augustus en op 4 september begon het nieuwe schooljaar. Niemand wist van dit verlies, maar bij het begin van het nieuwe schooljaar noteerde de jongen dit wel op een administratief fiche. Of hij vulde gewoon het beroep in, omdat hij het te pijnlijk vond om te noteren dat vader overleden was. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat dit verlies aandacht krijgt, dat betrokken leerkrachten geen verkeerde reacties stellen, dat iemand begrip opbrengt. 8. Je laat best de herinnering aan de overledene niet verdwijnen. Een lege tafel kan best een hele tijd een lege tafel blijven. Een naam kan worden opgeschreven en in het gesprek niet worden doodgezwegen. Na verloop van tijd, op een verjaardag terug het verlies ter sprake brengen, geeft aan de jongeren het gevoel dat leraren en de schoolgemeenschap hen niet vergeten. 9. Vergeet vanuit de school niet het verdriet van de ouders thuis. Als met het sterven van hun kind ook alle contact met de school ineens wegvalt eenmaal de begrafenis voorbij is, gaat het om een dubbel verlies. Het is voor ouders vaak moeilijk om zelf nog naar de school te komen en zoveel leeftijdgenoten te zien, terwijl zij zelf hun kind moeten missen. Het kan een troost zijn te horen hoe de school met het sterven van hun kind omgaat, nog eens herinneringen te horen die in de school blijven leven, de kans te krijgen om ervaringen te delen, om verdriet te uiten. Durf naar de ouders toe te gaan en spreek de naam van het overleden kind uit, zodat ouders niet het gevoel krijgen alsof hij voor de school nooit heeft bestaan. Doodzwijgen maakt de dood nog dubbel zo erg. 10. Geef ook aandacht aan het verdriet in het leven van je collega‟s op school. De aandacht die je zelf krijgt als je met verlies wordt geconfronteerd, is de beste boodschap over wat van je verwacht wordt naar de kinderen toe.
5
Kinderen voorbereiden op verlies
Je kan kinderen voorbereiden op het omgaan met verlies. De wijze waarop je stilstaat bij het dode vogeltje; de manier waarop je met hen praat over iemand die sterft; een bezoek aan een kerkhof, waarbij je luistert naar de vragen van kinderen en eerlijke, realistische antwoorden geeft, leert het kind op veilige momenten iets over sterven en doodgaan, over verdriet op een moment dat je dit rustig en sereen kan beheersen. Zo kan je kinderen ook eens meenemen naar een begrafenis van iemand waarvan het verlies ons niet zo dooreen schudt.
19
De moeilijkheid ligt niet in het vinden van momenten om het onderwerp te introduceren, maar eerder in het niet uit de weg gaan van de kansen die zich voordoen. Zo kunnen kinderen het gevoel krijgen dat sterven tot het leven behoort, zoals een jaar ook een herfst en een winter kent, dat sterven niet angstaanjagend is, maar mensen wel verdrietig maakt. Je kan hen leren dat verdriet op een natuurlijke wijze deel uitmaakt van het leven en dat het de veiligheid niet wegneemt. We zouden kinderen in het leven het vertrouwen moeten meegeven dat tranen worden gedroogd, niet voor altijd, maar altijd weer.
20
6
Slotbedenkingen
4
1. Verwerken van verlies mag je niet zien als een logisch consequente ontwikkeling. Rouwen is een emotioneel en geen rationeel proces. Sommige kinderen leren gewoon verder alsof er niets gebeurd is. Het verlies kan worden ontkend, of worden overschaduwd door verzet tegen de dode die hem in de steek heeft gelaten. Een kind kan zich te onveilig voelen om iets van zijn verdriet te laten zien. Een kind van zeven jaar toonde nauwelijks medeleven bij het sterven van zijn moeder. Pas toen maanden later zijn marmotje doodging, brak het verdriet door. Pas dan voelde het zich veilig genoeg om zijn verdriet te laten komen. Kinderen hebben recht op hun afweermechanisme. 2. Het is moeilijk om verdriet met elkaar te delen, want rouwen is een heel individueel gebeuren. Wanneer een kind sterft, is het moeilijk voor ouders het verdriet gelijklopend door te maken en steeds op dezelfde golflengte te zitten. Er is veeleer sprake van verwijdering. Je bent vaak zo met en in jezelf bezig, dat je voor de ander onbereikbaar wordt. Je ontziet elkaar en wil elkaar niet ook nog met je verdriet belasten. Soms ben je bang voor de pijn van de ander. Je wijst elkaar af en kwetst elkaar ongewild. Iedereen uit zijn verdriet op een eigen wijze: de één praat veel, huilt veel, de ander laat weinig of niets merken. De één wil alles delen met de ander; voor de ander is elk woord dat herinnert iets wat teveel pijn doet. Pas als je allebei grotendeels door de crisis heen bent, volgt weer toenadering. Ook de verschillende kinderen in eenzelfde gezin kunnen elk hun eigen manier en tempo van verwerken hebben. 3. Kinderen hebben vaak toelating nodig om hun verdriet te uiten en om bezig te mogen zijn met de herinnering. Dikwijls geef je andere boodschappen zoals: „Je moet maar niet huilen. Probeer je flink te houden. Een grote jongen weent toch niet. Ben je er nu nog niet overheen? Probeer je sterk te houden voor je moeder, het is al erg genoeg voor haar.‟ Beter kan je de kinderen laten spreken over de overledene, zowel over de dingen die je graag had, als over de dingen die je niet graag had. Verlies verwerken gebeurt door het herbeleven van herinneringen. Volwassenen durven dit soms niet aan, omdat ze vrezen zelf in tranen uit te barsten als ze proberen te troosten. Wenen van volwassenen geeft dan de toelating om dit ook te doen. Ouder en kind liggen vaak elk in een andere kamer onder de lakens te wenen. Verlies kom je niet te boven door flinkheid of wat daarvoor doorgaat. „Ze heeft zich flink gehouden‟, is dikwijls de hoogste lof die je krijgt, maar het stimuleert het verkeerd omgaan met verdriet. Je hebt alle reden om te huilen. Verdriet komt er niet alleen in woorden uit, maar ook in tranen. Met de tranen, laat je de pijn naar buiten stromen. 4. Er bestaan geen recepten over hoe volwassenen of kinderen zouden moeten of niet zouden moeten omgaan met verdriet. Je kunt mensen niet vertellen hoe ze zich moeten voelen. Je kunt enkel luisteren hoe ze zich voelen en hen de kans geven om dit uit te spreken. De vraag die bij velen leeft en die mensen weghoudt van mensen in verdriet is: „wat moet ik hen zeggen?‟ We moeten niet naar de mensen toegaan om allerlei dingen te zeggen, maar met de vraag: “Wat zouden zij ons vanuit hun verdriet te zeggen hebben?” Er zijn geen buitenstaanders die autoriteiten zijn op het gebied van verdriet en rouw. Elk ervaart de dood van iemand die hij liefheeft op een eigen wijze. Er is geen „juiste‟ of „verkeerde‟‟ manier van voelen. Het belangrijkste is voor ieder te vinden wat het best is voor hem. 5. Niet de tijd werkt genezend, maar de uiting van verdriet over een periode van tijd leidt tot genezing van de pijnlijke herinneringen.
21