Een stem voor gezinnen en huishoudens in armoede Programma Gezonde Toekomst Dichtbij, Fonds Nutsohra
Bron: GGD Nederland
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
1
Algemene gegevens: Titel: Programma: Hoofdaanvrager: Geplande Startdatum: Akkoord voorstel:
‘Een stem voor gezinnen en huishoudens in armoede’ Gezonde Toekomst Dichtbij, FondsNutsohra Gemeente Vaals, Zuid Limburg 1 juli 2015 College B&W Vaals op 31.03.2015
Projectgroep: Drs. Marjolein Wassenberg (hoofdaanvrager) Beleidsadviseur Maatschappij Cluster WMO en leefbaarheid Gemeente Vaals Postbus 450 6290 AL VAALS T: 043 3068554 | E:
[email protected] Drs. Dorien Hodiamont Medewerker Beleid en onderzoek Afdeling Kennis en Innovatie GGD Zuid Limburg Prof. Dr. Stef Kremers, Professor Prevention of Obesity Department of Health Promotion Faculteit Health Promotion Universiteit Maastricht Prof. dr. Ir. Maria Jansen, Programmaleider Academische Werkplaats Limburg GGD Zuid Limburg Postbus 2022 Dhr. J. Kern Voorzitter WMO-raad Vaals Drs. Benigna Deiana Beleidsadviseur Sociaal domein en welzijnswerk Cluster WMO en Leefbaarheid Gemeente Vaals Drs. Githe Clermonts Medewerker Gezondheidsbevordering Afd. Gezondheid en Maatschappelijke participatie GGD Zuid Limburg
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
2
1. Inleiding Laagopgeleide Nederlanders hebben een gezondheidsachterstand en leven gemiddeld 6 jaar korter. Het verschil wordt nog groter wanneer gekeken wordt naar de aantallen jaren ervaren gezondheid: laagopgeleiden leven gemiddeld 19 jaar minder in goed ervaren gezondheid dan hoogopgeleiden. De problematiek van de gezondheidsverschillen en de sociaal economische status is niet leeftijds- of generatiegebonden, maar intergenerationeel en wordt doorgegeven van generatie op generatie. Mensen die in armoede leven zijn niet alleen ongezonder, ze trekken zich ook vaker terug en participeren minder dan anderen. Groepen als laaggeletterden en werkende armen zijn nu nog vaak buiten beeld voor regelingen en ondersteuning. Vanwege de economische crisis zijn steeds meer huishoudens in de problemen gekomen. De gevolgen van armoede zijn te zien in het gehele sociale domein: • Armoede is een van de factoren die we vaak terug zien in gezinnen waar problemen met opvoeden en opgroeien bestaan. • Armoede leidt tot hoge zorgkosten en zorgconsumptie, niet alleen voor het individu, maar ook voor de samenleving, als gevolg van een slechtere inkomenspositie maar ook door minder zelfredzaamheid op het gebied van gezondheid. • Armoede is van invloed op de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van mensen. Zij zijn vaak afhankelijk van (uitkerings-) instanties. • Armoede leidt vaak tot een leven in een sociaal isolement (Bosma et al, 2015). Armoede in de gemeente Vaals is een hardnekkig maatschappelijk probleem dat zijn weerslag heeft op vele leefgebieden. In Vaals leeft één op de zeven huishoudens onder de armoedegrens; bijna twee keer zoveel als gemiddeld in Nederland. Armoede kent vele gezichten voor mensen die ermee te maken hebben. Het varieert van niet meekunnen op schoolreisje, geen geld voor speelgoed dat kinderen in hun ontwikkeling stimuleert tot geen geld voor een winterjas of vervanging van versleten schoenen. Van geen computer om huiswerk op te maken tot het ontbreken van digitale vaardigheden, waardoor instanties, die steeds vaker digitaal werken, niet meer te benaderen zijn. Van huurschulden of energieschulden tot wonen in ongezonde woningen of omstandigheden. Van acute noodsituaties tot een leven lang leven zonder perspectief op een betere toekomst. Van sociale isolatie tot een gevoel van afgewezen worden door de samenleving. Verbetering van kansen is noodzakelijk voor de hele levensloop. Soms kan de ouder of de opvoeder, maar soms ook het kind, de puber, de bijstandsgerechtigde of de 75-plusser de eerste ingang zijn voor het bespreken van armoede en de gevolgen ervan. Fonds NutsOhra heeft met het programma ‘Gezonde Toekomst Dichtbij’ de ambitie om gezondheidsachterstanden bij kansarme gezinnen terug te dringen. NutsOhra wil projecten financieren die een aanpak op onderwijs, arbeid, zorg en welzijn combineren en zo zorgen voor structurele verbeteringen. Voor Vaals geeft dit programma op het juiste moment een mogelijkheid om de bestaande initiatieven te versterken. Deze aanvraag is geschreven door een projectteam dat wordt aangevoerd door de Gemeente Vaals. De gemeente heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het opzetten van een samenwerking tussen de gemeente, maatschappelijk middenveld en inwoners op het brede gebied van maatschappelijke participatie en vormgeving van de gemeentelijke samenleving. Dit heeft geleid tot een goede samenwerkingsstructuur. Echter, een structurele doorbreking van het patroon waarin armoede over meerdere generaties heen overgedragen wordt, vraagt om meer inzicht in de oorzaken en gevolgen van armoede, de
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
3
kenmerken van hen die ermee te maken hebben en in de effectiviteit van voorzieningen en maatregelen. De doelstelling van dit traject is dan ook om informatie in kaart te brengen die een completer beeld geven van de armoede in gezinnen of (eenpersoons)huishoudens in de gemeente Vaals. Deze informatie wordt gebundeld in een startfoto. De startfoto wordt gebruikt om een effectieve aanpak te ontwikkelen, samen met inwoners en samenwerkingspartners, voor het bevorderen van de veerkracht van huishoudens en gezinnen in armoede en het vergroten van de oplossingskracht van de gemeenschap voor problemen die de veerkracht van deze gezinnen en huishoudens te boven gaat. Leeswijzer Om inzicht te geven in de mogelijkheden voor toekomstige activiteiten om de veerkracht van gezinnen/huishoudens en de oplossingskracht van de gemeenschap te versterken in de gemeente Vaals, zal in deze aanvraag eerst een beeld worden geschetst van de gemeente, de armoedeproblematiek en de reeds bestaande samenwerkingsstructuren. Vervolgens wordt de probleemstelling en de beoogde werkwijze geschetst. We denken dat de ernst van de problematiek in combinatie met de reeds gedane investeringen in de samenwerkingsstructuur de huidige aanvraag zowel relevant als haalbaar maken.
2. Achtergrond 2.1 Een schets van de gemeente Vaals De gemeente Vaals, in het zuidelijkste puntje van Nederland, wordt door velen ook wel het wandel- en fietsparadijs genoemd. Het is een gemeente met idyllische dorpjes, toerisme en bezienswaardigheden zoals het Drielandenpunt. De gemeente Vaals maakt echter ook deel uit van een regio waarvan de inwoners al langere tijd minder gezond zijn dan in de rest van Nederland. De mensen in Zuid-Limburg hebben een kortere levensverwachting, een ongezondere leefstijl en meer chronische aandoeningen (Regionale VTV, 2014). De gemeente Vaals heeft anno 2015 ongeveer 10.000 inwoners. De gemeente bestaat uit de 3 kernen; Vaals, Vijlen en Lemiers. Tot de kern Vaals behoren de buurtschappen Raren en Wolfhaag. Tot de kern Vijlen behoren de buurtschappen Camerig, Cottessen, Harles, Melleschet, Mamelis en Rott. Tot de kern Lemiers behoort de buurtschap Holset.
Figuur 1: Geografische ligging van gemeente Vaals
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
4
Vaals is een aangrenzende buurgemeente van het Duitse Aken. Aken is een grote stad met grootstedelijke problematiek. Vaals heeft door deze ligging een aantal kenmerken en problemen die a-typisch zijn voor een gemeente van haar omvang. Dit maakt dat het moeilijk om inzicht te krijgen in de infrastructuur op het gebied van gezondheid en deze aan te sturen. 2.2 Armoede en gezondheidsachterstand in Vaals: wat weten we al? Lage inkomens en armoede In Vaals wonen relatief meer mensen met een lage opleiding (32%) dan gemiddeld in Nederland (29%). In 2012 zat 15,2 % van de huishoudens in Vaals tenminste 1 jaar onder de lage inkomensgrens (dit was in 2011 in Vaals 13,7%, in Nederland 8,3%). Vaals staat hiermee op nummer 5 in de landelijke top 10 van gemeentelijke armoederanglijst, die gemeenten met het hoogste aantal huishoudens met een laag inkomen weergeeft. Vaals staat op nummer 4 in lijst van gemeenten met hoogste aandeel huishoudens met langdurig een laag inkomen (Armoedesignalement 2014, CBS/SCP). In Vaals wonen circa 1.500 kinderen. Van hen groeit 7,9 % op in een uitkeringsgezin en dit is duidelijk meer dan gemiddeld in Nederland (5,7%)(rVTV, 2014). Dit percentage is vergelijkbaar met de cijfers van de grotere steden (de G4) in Nederland. 20% Van de kinderen tussen de 4 en de 12 wordt gezien als achterstandsleerling. De werkloosheid is hoger dan het landelijk gemiddelde. Leefstijlfactoren Sinds 2005 is er in Zuid-Limburg een daling te zien van roken en alcoholgebruik. Deze positieve ontwikkeling is bij jongeren in Vaals minder duidelijk aanwezig: alcoholgebruik is niet verder gedaald, binge drinken is bij 15-16 jarigen zelfs licht toegenomen. In Vaals geeft gemiddeld 71% van de bewoners van 19 jaar en ouder aan dat zij de eigen gezondheid als goed tot zeer goed ervaart. In Zuid-Limburg is dit 70%, in Nederland 77%. Bij ouderen in Vaals is dit 56%, ten opzichte van 61% in Nederland. Bijna de helft van de volwassenen (47%) en 60% van de ouderen in Vaals heeft overgewicht. Met name de volwassen inwoners van Vaals bewegen minder dan andere ZuidLimburgers. Ten opzichte van Nederland is bij zowel volwassenen als ouderen sprake van een achterstand. De gezondheid van mensen met een lagere opleiding blijft op bijna alle vlakken achter (Bosma et al, 2013). Participatie en gezondheid Mensen met lage inkomens participeren minder dan anderen. Financiële problemen, psychosociale beperkingen en het ontbreken van (gezondheids- en sociale)vaardigheden worden als oorzaak gezien waarom mensen niet of weinig participeren. Trajekt, de regionale uitvoerende instantie op het gebied van maatschappelijk werk, geeft aan dat zij voor het merendeel van hun tijd belast zijn met het ondersteunen van mensen bij het aanvragen en het leggen van contacten op het gebied van inkomen, schulden en participatie. Om toekomstige problemen in het participatiedomein het hoofd te kunnen bieden is het van belang groepen die weinig participeren te betrekken bij de buurt, vrijwilligerswerk en informele zorg. Er is een sterke samenhang tussen participatie en gezondheid. Mensen die gezond zijn, dan wel zich gezond voelen, nemen meer deel aan de maatschappij. Kwetsbare groepen vormen een belangrijke doelgroep als het gaat om participatie. In deze doelgroep komen veel
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
5
factoren die ongunstig zijn voor participatie samen. Zij bewegen zich vaker in een omgeving met beperkte welvaart, minder onderwijskansen en relatief minder gunstige sociaalculturele invloeden. Voor participatie is een goede gezondheid van belang. Het bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl verkleint de kans op ziekte en beperking en dit vergroot weer de kansen op zelfredzaamheid en deelname aan de maatschappij. Om iets aan gezondheidsproblematiek te doen is vaak een andere ingang nodig dan het gezondheidsprobleem zelf. Armoede is één van die ingangen. Het gebrek aan participatie is een belangrijk onderdeel van de cirkel van armoede: hoe langer de financiële problemen duren, hoe meer mensen zich afzonderen. Het is cruciaal om mensen die zich sociaal uitgesloten voelen of geen werk hebben, te motiveren en aan te spreken op hun talenten en mogelijkheden. 2.3 Beleid in Vaals: wat doen we al? Armoedebeleid De gemeente Vaals voert sinds 2008 een actief armoedebeleid, waarbij voor een brede benadering is gekozen. Hierin wordt naast de financiële aspect ook gekeken naar de weerslag op welbevinden, gezondheid, participatie en het perspectief op verbetering van ontplooiingsmogelijkheden. Vaals doet dat door lokale maatregelen, maar werkt ook samen met regiogemeenten en partnerorganisaties. Belangrijke doelstellingen hierin zijn: − het bevorderen van participatie. − het bestrijden en terugdringen van armoede bij kinderen. − het versterken van preventie en vroegtijdige signalering van schulden. − het versterken van de publiek private samenwerking op het gebied van armoede- en schuldenbeleid. De extra aandacht voor kinderen in armoede vanuit het Jeugdsportfonds, het Jeugdcultuurfonds en de Stichting Leergeld sluiten goed aan bij de prioriteiten van het armoede- en schuldenbeleid van de gemeente. Gezondheidsbeleid Elke 4 jaar stelt de gemeente Vaals haar gezondheidsbeleid vast op basis van de informatie uit de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV). Belangrijke kernboodschappen voor de periode 2014-2018 zijn het blijvend investeren in een goede startkwalificatie voor jeugdigen en in een preventief armoedebeleid voor volwassenen en ouderen, met extra aandacht voor het terugdringen van generationele overdracht in gezinnen (rVTV, 2014). Armoede, participatie en gezondheid Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Gezondheid wordt hiermee in termen van veerkracht, functioneren en participatie gezien in plaats van alleen in somatische of psychische zin (Huber, 2012). In 2012 is de gemeente gestart met het organiseren van een netwerkbijeenkomsten, onder de noemer ‘Gezond leven in Vaals – verbinden van de schakels’. Gezondheid wordt hierbij volgens de omschrijving van Huber breed geïnterpreteerd. Ongeveer 150 professionals, vrijwilligers en bewoners hebben zich aangesloten. In een overzicht van alle deelnemers is in een oogopslag na te gaan wie waar werkt, voor welke vragen ze benaderd kunnen worden, waar ze mee bezig zijn en wat thema’s zijn voor samenwerking.
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
6
Sinds 2014 bestaat er een werkgroep Armoede en Gezondheid die bestaat uit. De werkgroep heeft onder andere gezorgd voor de implementatie van de CGL gecertificeerde interventie 'Goede voeding hoeft niet veel te kosten' voortgekomen, welke mogelijk uitmondt in structurele vervolgbijeenkomsten om samen te koken en te eten. Voor een uitgebreidere beschrijving van bestaand beleid verwijzen we naar Bijlage 1.
3. Probleemstelling Over de relatie tussen armoede, participatie en gezondheid is al veel bekend. Toch blijkt bij het stimuleren van participatie, het structureel doorbreken van leefstijlpatronen en het samenwerken met de doelgroep steeds vaker dat er essentiële informatie ontbreekt om tot goede resultaten te komen, namelijk: - Wat weten we van gezinnen en (eenpersoons)huishoudens die in armoede leven in Vaals? Wat zijn de achtergrondkenmerken van deze gezinnen en huishoudens? - Wat is er bekend over eventuele verschillen/overeenkomsten tussen autochtone en allochtone gezinnen en huishoudens in armoede? - Hoe worden de bestaande voorzieningen ervaren door mensen die er gebruik van maken? Weten mensen dit aanbod te vinden? - Past het bestaande voorzieningenaanbod bij de behoeften van gezinnen en huishoudens in armoede? - Het blijkt moeilijk om betrokkenheid te creëren bij de gezinnen en huishoudens in armoede. Zijn er factoren die de betrokkenheid bij verschillende initiatieven kunnen verhogen? - Ongezonde (leefstijl)patronen worden vaak al op jonge leeftijd geleerd en van generatie op generatie doorgegeven. Hoe kunnen we gezinnen helpen deze patronen te doorbreken? - Hoe beleven gezinnen (zowel ouders als kinderen) en huishoudens (volwassenen en ouderen) in armoede hun situatie? Welke kansen zien zij en welke beperkingen ervaren zij in het kunnen omgaan armoede en welke oplossingen zijn er mogelijk vanuit het sociale netwerk?
4. Doelstelling De doelstelling van dit traject is om informatie in kaart brengen die een completer beeld kan geven van de situatie van gezinnen en huishoudens in armoede in de gemeente Vaals. Deze informatie wordt gebundeld in een startfoto. De startfoto wordt gebruikt om de dialoog aan te gaan over het ontwikkelen van een oplossingsgerichte aanpak, samen met inwoners en samenwerkingspartners, voor het bevorderen van de veerkracht en het terugdringen van gezondheidsachterstanden van gezinnen en huishoudens in armoede. Gezondheid wordt hiermee in termen van veerkracht, functioneren en participatie gezien in plaats van alleen in somatische of psychische zin (Huber, 2012). Om te komen tot deze startfoto is een aantal subdoelstellingen opgesteld, namelijk: − Opstellen van kernprofielen Er wordt van de verschillende kernen in Vaals een profiel geschetst. Dit profiel geeft een beeld van de belangrijkste achtergrondkenmerken van de doelgroep in de betreffende kern. Belangrijke aandachtspunten zijn:
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
7
-
omvang van de groep gezinnen en huishoudens in armoede en van de groep die wel respectievelijk niet bereikt wordt via de gemeente (naar Nederlandse en niet-Nederlandse inwoners) - leefstijl- en gezondheidsproblemen van deze groep, onder andere overgewicht, roken, alcoholgebruik, mentale fitheid, geestelijke gezondheid, zelfredzaamheid - fysieke en sociale omgevingsfactoren - verschillen tussen kernen en buurten in armoede, participatie en gezondheid - factoren van invloed op overerving van armoede Alle beschikbare gegevens uit bronnen van projectteam en de samenwerkingspartners worden bij elkaar gebracht om te komen tot één totaaloverzicht. We willen hierbij optimaal gebruik maken van de bestaande netwerken en expertise. De profielen zullen op een overzichtelijke, visuele en compacte manier gerapporteerd worden. −
Analyse van kansen binnen het bestaande systeem Er wordt een overzicht gemaakt van bestaande regelingen en voorzieningen voor de betreffende doelgroep in de verschillende kernen. Ook wordt in kaart gebracht of de doelgroep verenigd is, zo ja hoe. We peilen de bereidheid van vertegenwoordigers van de doelgroep tot samenwerking. We inventariseren aard en omvang van het gebruik van voorzieningen en regelingen. We onderzoeken welke bestaande structuren kansen bieden voor samenwerking.
−
Inzicht in beleving, behoeften en mogelijkheden doelgroep Op basis van eerdere ervaringen weten we welke informatie nodig is om de startfoto van de gemeentekernen volledig te maken (Harting & Van Assema, 2012). De volgende vragen worden geoperationaliseerd: Wat ervaart de doelgroep (zowel ouders als kinderen) zelf als belangrijke aanknopingspunten voor het verbeteren van hun situatie? Wat ervaren ze als kansen en problemen? Wat kunnen en willen ze zelf ter verbetering van hun situatie (actiebereidheid)? Welke fysieke en sociale omgevingsfactoren zijn bevorderend en belemmerend voor versterking van de eigen veerkracht? Waar is ondersteuning bij nodig? De 6 dimensies van gezondheid (Huber, 2012) worden hiervoor als uitgangspunt gebruikt: lichaamsfuncties, mentale functies- en beleving, de spiritueel/existentiële dimensie, kwaliteit van leven, sociaal maatschappelijke participatie en dagelijks functioneren.
Bij elke subdoelstelling zal (een vertegenwoordiging van) de doelgroep worden betrokken. De bestaande samenwerkingsstructuren zullen hiervoor worden ingezet. Per subdoelstelling zal tevens een evaluatieplan worden toegevoegd.
5. Werkwijze In deze paragraaf staat beschreven op welke manier de subdoelstellingen uit paragraaf 4 gerealiseerd worden. 5.1 Kernprofielen In diverse projecten in de regio is een kern- of wijkprofiel ontwikkeld (bv. in Gezonde Slagkrachtproject ‘Buurtkracht’). Ook is door Kennisnetwerk Publieke Gezondheid Limburg reeds een basisset indicatoren voor een basiswijkprofiel ontwikkeld. Deze zullen gebruikt worden als onderlegger voor de kernprofielen in Vaals. De kernprofielen moeten
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
8
aanknopingspunten geven om de veerkracht en zelfregie die mensen bezitten gedurende hun levensloop verder te kunnen ontwikkelen. Voor een succesvolle, samenhangende uitvoering willen we partners en bewoners nadrukkelijk betrekken bij het opstellen van de profielen. We willen streven naar een herkenbaar en handzaam profiel voor iedereen in de kern. Indicatoren die inzichtelijk worden gemaakt, zijn:
Omschrijving 1. Korte kernomschrijving 2. Demografische kenmerken 3. Gezondheid
4. Participatie 5. Sociaal-culturele factoren 6. Economische factoren 7. Woon- en leefomgeving
Indicatoren Specifieke kenmerken van de kern Gemeenschapsgevoel Bevolkings- en leeftijdsopbouw Etniciteit Aantal huishoudens met kinderen Zorggebruik Bewegen en overgewicht Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Middelengebruik Ervaren gezondheid Kwetsbaarheid Zelfredzaamheid Vrijwilligerswerk en informele zorg Culturele activiteiten Gemeenschapsgevoel/sociale cohesie Voorzieningen Inkomens- & uitkeringsinformatie Werkeloosheid Woningen, sociale woningbouw Openbare ruimte Groenvoorziening Bebouwing Veiligheid Overlast
Databronnen die gebruikt worden zijn o.a. CBS, SCP, Zorgatlas, RIVM, GGD Volwassenenmonitor, GGD Ouderenmonitor, Digitaal Dossier JGZ, GGD Jongerenmonitor, BZK/WWI Leefbarometer.
5.2
Analyse van kansen binnen het bestaande systeem
Om inzichtelijk te maken waar kansen liggen is het essentieel om eerst in kaart te brengen hoe het bestaande systeem er uit ziet. Hiertoe zal een overzicht gemaakt worden van betrokken actoren, welke belangen zij hebben en welke positie zij daarbij innemen. Hierbij denken we aan: − Samenwerkingsverbanden en professionals werkzaam met gezinnen en huishoudens in armoede − Belangrijke actoren, vrijwilligers en sleutelpersonen in de diverse kernen − Vertegenwoordigers van de doelgroep
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
9
− −
Bestaande regelingen voor gezinnen en huishoudens in armoede Bestaande voorzieningen en activiteiten voor gezinnen en huishoudens in armoede
Samenwerking komt uiteindelijk tot stand door interactie tussen mensen. Er wordt vaak nog onvoldoende gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het informele netwerk biedt. Daarom willen we naast de formele samenwerking ook deze informele samenwerking tussen mensen in kaart brengen. Belangrijke vragen die we hierbij willen stellen: - Hoe verlopen kennis en informatiestromen tussen mensen? - Hoe kunnen informele netwerken waardevol gebruikt worden? - Waar zitten waardevolle verbindingen ? - War zitten kansen in versterken van samenwerking? - Wie motiveert en ondersteunt wie? - Zijn er eventueel (verborgen) conflictsituaties? Op basis van de bevindingen kan de gemeente Vaals bepalen waar zich zwakke onderdelen (‘gaten’) van het netwerk bevinden en waar dus moet worden ingezet op versteviging. Aan de andere kant geeft het ook inzicht in sterke onderdelen van het netwerk, en dus in de potentiële haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de uitvoering van nieuwe activiteiten en voorzieningen. 5.3
Inzicht in beleving, behoeften en mogelijkheden doelgroep
Om inzicht te krijgen in beleving, behoeften en mogelijkheden van de doelgroep willen we mensen positief benaderen en op hun eigen manier laten vertellen over hun situatie. Daarom is gekozen om gebruik te maken van Photovoice om met gezinnen in gesprek te gaan (Wang & Burris, 1997; Wang, 1999). Photovoice Photovoice is een manier om gezinnen en huishoudens in armoede te bereiken, die we met onze traditionele communitybenadering nog niet hebben kunnen bereiken. Photovoice wordt gebruikt om door te dringen in de onderliggende behoeften van mensen met weinig inspraak en participatie als gevolg van armoede, taalbarrières, laaggeletterdheid, etniciteit of andere omstandigheden (Work Group for Community Health and Development, 2014). Door het creëren van verhalen (“narratives”) ontstaat een beeld van wat echt belangrijk is voor mensen. Dat beeld opent vervolgens de weg naar oplossingen die een werkelijke doorbraak opleveren. We lenen digitale camera’s uit aan gezinnen en huishoudens in armoede verspreid over de gemeente, of maken gebruik van smartphones als deze reeds in het bezit zijn van de deelnemers. De gezinnen en huishoudens wordt gevraagd hun leven vast te legen met de camera en zich daarbij te richten op situaties die ze heel positief beoordelen en anderzijds van situaties die ze heel graag veranderd zouden zien. In een Photovoice sessie gaan we steeds met groepen van circa 8 tot 10 deelnemers aan de hand van de foto’s en bijbehorende toelichting met elkaar in gesprek. Daarbij staat voorop wat mensen persoonlijk belangrijk vinden bij de getoonde foto’s. Op die manier ontstaat een beeld waar de deelnemers behoefte aan hebben in relatie tot eigen veerkracht, participatie en gezondheid en de oplossingskracht van de buurt.
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
10
Aan het eind van het project organiseren de groepen gezamenlijk, met ondersteuning van de gemeente, een tentoonstelling van een selectie van hun foto’s. Deze tentoonstelling wordt gebruikt als middel om bewustzijn te creëren bij beleidsmakers en het maatschappelijk middenveld over de werkelijke behoeften van gezinnen en huishoudens in armoede. Eerdere studies hebben laten zien dat deze werkwijze helpt bij het geven van een ‘stem’ aan kansarmen, de eigenwaarde vergroot, en een gevoel van meer controle over het leven van de deelnemende gemeenschappen vergroot (Work Group for Community Health and Development, 2014). Photovoice levert uiteindelijk een inventarisatie van kansen en oplossingsrichtingen op, die mede de basis vormt voor het ontwerp van fase 2. 5.4. Opstellen Startfoto De uitkomsten van subdoelstellingen 1 t/m 3 zullen worden gebundeld tot één startfoto. Deze zal worden voorgelegd aan alle actoren die betrokken zijn bij het opstellen van de (verschillende onderdelen van de) startfoto. Tevens zal er een focusgroep worden georganiseerd van 8 – 10 betrokken actoren. Hierin wordt besproken of mensen zich herkennen in de uitkomst, of dit duidelijkheid geeft in kansen en oplossingsmogelijkheden en of dit een goede basis is voor vervolgstappen in een gezamenlijk plan van aanpak. Op deze manier streven wij naar een gedragen en bruikbare inventarisatie, als basis voor een haalbare en uitvoerbare aanpak van de problematiek van armoede in gezinnen en huishoudens en de hiermee gepaard gaande gezondheidsachterstanden.
6. Vervolg in Fase 2 6.1. Plan van aanpak Met behulp van de startfoto zal het projectteam een integraal plan van aanpak ontwerpen waarin een voorstel wordt gedaan om de problematiek van armoede in gezinnen en huishoudens en de hiermee gepaard gaande gezondheidsachterstanden in de Gemeente Vaals te verkleinen. Dit plan van aanpak zal 1 februari 2016 worden opgeleverd. Om te komen tot een degelijk onderbouwd plan van aanpak wordt de informatie uit de startfoto gekoppeld aan de bij het projectteam (met name GGD ZL en Universiteit Maastricht) aanwezige kennis ten aanzien van beschikbare effectief gebleken maatregelen en activiteiten en de mogelijkheden om bestaande interventies aan te passen. Vervolgens kiezen we in samenspraak met de doelgroep, de gemeente, h en het maatschappelijk middenveld een aantal concrete activiteiten, voorzieningen en interventie(s), waarbij we zoveel mogelijk aansluiten bij reeds bestaande samenwerkingsstructuren. Tevens zal er een evaluatieplan worden opgesteld, waarin duidelijk wordt aangegeven op welke manier te verwachten uitkomsten gemeten kunnen worden. We zijn er met onze huidige aanpak al in geslaagd om interventies zoals “Goede voeding hoeft niet veel te kosten” te implementeren bij sociaal actieve mensen in de doelgroep. De werkwijze van het huidige voorstel is er op gericht om de beschikbare interventies daadwerkelijk bij de gezinnen en huishoudens in armoede terecht te laten komen die normaal gesproken minder geneigd zijn te participeren. Om deze succesvol te implementeren zijn enkele zaken van belang die van de professional wellicht een andere manier van denken en doen verlangen. We refereren hierbij aan de expert in participatie, te
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
11
weten Jim Diers. Hij is de internationale autoriteit op het gebied van burgerparticipatie. Hij benoemt enkele aandachtspunten waarbij burgers als bouwers van de samenleving de belangrijkste actoren worden in het openbare domein. Deze aandachtpunten willen wij in het plan van aanpak een nadrukkelijke rol geven: − Have fun! ‘why have a meeting, if you can have a party’ De basis van elke community: sociale verbinding en relaties. Dit kun je bevorderen door betrokkenheid en plezier. Start met de vraag: ‘what do you care about?’ − Start were people are ‘what are their passions? Instead of sharing yóur passions’ Sluit aan bij bestaande netwerken, start niet meteen nieuwe netwerken. Spreek de taal die zij spreken, en verwacht niet dat ze jouw taal (willen) begrijpen. Etc. − Strive for results “people need to see results” Zoek naar gezamenlijke resultaten en begin met kleine stappen. Wat is haalbaar en realistisch? Laat ook zien wat er allemaal al goed is gegaan. − Don’t sit on your assets “focus on strenghts, not needs’ Zoek niet alleen naar problemen en behoeften. Maar wat hebben mensen te bieden? Welke kwaliteiten kunnen mensen inzetten in hun buurt? Door mensen te labelen als ‘jullie hebben iets nodig’ en ‘wij komen jullie iets geven’ creëer je geen eigen verantwoordelijkheid en actieve bijdrage. Dit heeft eerder een averechts effect. − Resultaten meten “not everything that can be counted counts, and not everything that counts can be counted” (Einstein). Organisaties zijn vooral geïnteresseerd in data en resultaten, maar mensen ook in (succes)verhalen en gelukkig zijn. Probeer hier ook op aan te sluiten. Door de startfoto te richten op het creëren van betrokkenheid en inzicht in onderliggende behoeften van mensen met weinig inspraak en participatie als gevolg van armoede, taalbarrières, laaggeletterdheid, etniciteit of andere omstandigheden, heeft het huidige project in potentie duidelijk meerwaarde boven traditionelere communityprojecten. 6.2 Verankering en borging Wij zijn van mening dat in de gemeente de noodzakelijke condities aanwezig zijn om de uitkomsten van deze inventarisatie te laten bijdragen aan een haalbare, uitvoerbare en naar verwachting ook effectieve lange-termijn aanpak voor de problematiek van armoede in gezinnen en huishoudens. De voorgestelde doelstellingen en werkwijzen zijn in lijn met de strategische visie van de gemeente. De rode draad in het politiek Akkoord 2014-2018 ‘Een uitnodiging om mee te doen’ is namelijk de vraag aan iedereen – inwoners, organisaties, ondernemers – om de samenleving samen vorm te geven. Inwoners worden gevraagd om mee te denken/praten, maar vooral ook om mee te doen. Verankering is vooral een beweging, een creatief, dynamisch proces gericht op mensen. De structurele samenwerking, zowel van het projectteam, als van lokale partijen in Vaals zijn een goede basis om op voort te bouwen. Het projectteam committeert zich aan deze samenwerking en het integreren van resultaten in reguliere werkzaamheden.
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
12
Veel interventies drijven op die samenwerking tussen partijen, maar vooral ook op blijvende inzet van mensen en middelen. Er moet dus ook gewerkt worden aan een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het kunnen financieren van de interventie(s). Dit zal vanaf de start als speerpunt worden meegenomen in het plan van aanpak.
8. Projectteam en samenwerkingspartners Het projectteam bestaat uit een samenwerkingsverband van: Gemeente Vaals Gemeente Vaals is een gemeente in Zuid-Limburg bestaande uit 9.696 inwoners (1 januari 2015). Het centrale doel in de strategische visie: het versterken van de leefkwaliteit met een nadrukkelijke oriëntatie op de lokale samenleving en de belangen van onze inwoners. Meer info: www.vaals.nl Drs. M. Wassenberg (projectleider): Marjolein Wassenberg studeerde Gezondheidswetenschappen aan de Universiteit Maastricht. Sinds 2009 werkt Marjolein Wassenberg bij de gemeente Vaals als beleidsmedewerker Maatschappij, met als belangrijkste beleidstaak publieke gezondheid, preventie, armoede en participatie. Marjolein Wassenberg is projectleider van de aanpak Vaals beweegt, met als belangrijke onderdelen Beweegmakelaar, Gezond leven in Vaals, Buurtsportcoach en vormt een schakel tussen beleid, praktijk en de inwoners van Vaals. Ze organiseert o.a. sinds 2012 in samenwerking met de GGD Zuid Limburg twee keer per jaar netwerkbijeenkomsten voor professionals, vrijwilligers en bewoners rondom thema’s als zorg, welzijn, maatschappelijke ondersteuning, gezondheid en leefbaarheid. Drs. B. Deiana-Maes Benigna Deiana studeerde Cultuurwetenschappen en werkte als trajectbegeleider voor asielzoekers, als opbouwwerker in een Heerlense achterstandswijk met allochtone vrouwen en als beleidsadviseur op het gebied van vreemdelingen en integratie bij de gemeente Heerlen. Sinds 2007 werkt ze bij de gemeente Vaals als beleidsadviseur Maatschappij. Aanvankelijk op de aandachtsgebieden armoede, re-integratie, sociale werkvoorziening en welzijnswerk, is ze sinds 2014 strategisch adviseur op het gebied van de 3 decentralisaties en het brede sociale domein. Ze maakt deel uit van de regionale werkgroep armoede en de integrale projectgroep sociaal domein Maastricht-Heuvelland, waarbinnen zij een van de trekkers is van het deelproject Wmo2015. Armoede, zelfredzaamheid en participatie zijn voor haar de verbindende thema’s binnen het sociaal domein.
Academische Werkplaats De Academische Werkplaats Limburg is een netwerkorganisatie waarin medewerkers van de 18 Zuid-Limburgse gemeenten, Maastricht Universitair Medisch Centrum+ en de GGD Zuid Limburg kennis en kunde delen om de publieke gezondheidszorg te verbeteren. De Academische Werkplaats Publieke Gezondheid heeft een belangrijke functie vervuld in het verrichten van in de praktijk bruikbaar onderzoek. Vanuit deze samenwerking hebben in Vaals al diverse klein-maar-fijn onderzoeken plaatsgevonden, namelijk: 1. Tussentijdse evaluatie van het project de Beweegmakelaar in Vaals. Hoe werkt de Beweegmakelaar, wat zijn tussentijdse resultaten en wat zijn mogelijke verbeteringen voor de toekomst? 2. Lokaal alcoholbeleid in de gemeente Vaals. Hoe kijken alcoholverstrekkers en ouders in de gemeente Vaals aan tegen alcoholmatiging bij jongeren, alcoholmatiging en de gemeentelijke bevoegdheden vanuit de Drank- en Horecawet. 3. Studie naar bevorderende en belemmerende factoren in de implementatie van de beweegmakelaar in Vaals
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
13
Meer info over de Academische werkplaats en de klein-maar-fijn onderzoeken kan gevonden worden op: www.academischewerkplaatslimburg.nl Prof. Dr. Ir. M. Jansen: Maria Jansen is de programmaleider van de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg. Dit betreft een netwerkorganisatie waarin medewerkers van de 19 gemeenten, Maastricht Universitair Medisch Centrum+ en GGD Zuid Limburg kennis en kunde delen om de publieke gezondheidszorg te verbeteren. Sinds 1989 initieert en ondersteunt zij multidisciplinaire samenwerkingsverbanden en innovatieve publieke gezondheidszorg projecten zoals Hartslag, Schoolslag, (G)oud en preventie in de eerste lijn. Zij is senior adviseur voor het publieke gezondheidsbeleid en expert in samenwerkingsvraagstukken tussen beleid, praktijk en onderzoek gericht op de verbetering van de publieke gezondheidszorg. Op 3 juni 2014 is aan Maria Jansen het bijzonder hoogleraarschap toegekend voor 'populatiegericht gezondheidsbeleid' De leerstoel is ondergebracht bij het onderzoeksprogramma Redesigning Health Care van de onderzoeksschool Caphri.
GGD Zuid Limburg De GGD Zuid Limburg is de geneeskundige gezondheidsdienst van de 18 Zuid-Limburgse gemeenten. In opdracht van deze gemeenten bewaken en bevorderen we de gezondheid van al hun inwoners. Daarbij gaat onze speciale aandacht uit naar mensen in een kwetsbare positie, zoals jongeren, ouderen en mensen die op meerdere gebieden problemen hebben. Universiteit Maastricht Meer info: www.ggdzl.nl Drs. D. Hodiamont Dorien Hodiamont is sinds 2006 werkzaam bij de GGD Zuid Limburg. Zij heeft ruime ervaring opgedaan met het organiseren van samenwerkingsverbanden en het implementeren van gezondheidsbevorderende interventies in community-programma’s in verschillende wijken. Daarnaast adviseert zij gemeenten over lokaal (integraal) gezondheidsbeleid en het maken van interventiekeuzes vanuit verschillende disciplines. Zij is nauw betrokken geweest bij het implementatieproject ‘Buurtkracht’ van Gezonde Slagkracht. Ze is bekend met de gemeente Vaals door haar functie als adviseur en contactpersoon voor de afdeling Kennis en Innovatie sinds 2011. Drs. G. Clermonts Sinds 2011 is Githe Clermonts werkzaam bij de GGD, waarvan 2,5 jaar als medewerker gezondheidsbevordering bij de afdeling Gezondheid en Maatschappelijk Participatie. Het werken aan preventief gezondheidsbeleid samen met bewoners en verschillende organisaties behoort tot haar werkzaamheden. Het bevorderen van gezondheid, specifiek van risicogroepen zoals jongeren, volwassenen met een lage sociaal economische klasse en ouderen zijn haar aandachtsgebieden. Ook adviseert ze gemeenten, scholen en wijken vanuit de dagelijkse praktijk over gezondheidsbeleid. Sinds 2012 werkt ze samen met verschillende partners in de gemeente Vaals. Ze participeert in het netwerk ‘Gezond leven in Vaals’ en is voorzitter en/of lid van de diverse werkgroepen in Vaals.
WMO-raad Vaals Een groot aantal vertegenwoordigers van zorgvragers- en cliëntenorganisaties, de Woningstichting en buurtplatforms heeft zich verenigd in de Wmo-raad. De Wmo-raad behartigt de belangen van de inwoners van Vaals binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarnaast spreekt de Wmo-raad zich ook uit over allerlei thema’s op het gebied van de Wmo, zoals leefbaarheid in de wijken, individuele voorzieningen, het Wmo-loket en vrijwilligerswerk en mantelzorg. Meer info: www.vaals.nl/voor-inwoners/wmo-raad_3599/ Dhr. J. Kern In 2009 trad de heer Jo Kern aan als onafhankelijk voorzitter van de WMO-raad, een belangrijke stap in het proces van de formalisering van de Wmo-raad. Hij nam het voortouw om de taken en werkwijze van
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
14
de Wmo-raad met de gemeente Vaals vast te leggen in de regeling Wmo-raad Vaals, die in mei 2010 is vastgesteld door het college. Alle leden van de WMO-raad vertegenwoordigen een bepaalde doelgroep of wijk, zij weten wat bij hun achterban speelt en wat voor hen nodig is om zelfstandig te wonen, leven en deel te nemen in Vaals. Jo Kern is voorheen opbouwwerker geweest in de Oostelijke Mijnstreek en is zeer actief lid en sleutelfiguur in de Vaalser gemeenschap.
Maastricht University De Universiteit Maastricht (UM) is de jongste en meest internationale universiteit van Nederland. Door krachten te bundelen met de provincie Limburg, de steden en de particuliere en economische sector willen wij een motor zijn voor de economische, sociale, demografische, culturele en infrastructurele ontwikkeling van deze regio. Wij zullen een echte netwerkuniversiteit zijn die zich verbindt en samenwerkt met andere kennisinstituten op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Meer info: www.maastrichtuniversity.nl Prof. Dr. S. Kremers Prof Dr. Stef Kremers is hoogleraar Preventie van Obesitas. Hij is projectleider van meerdere projecten die integrale samenwerking tussen relevante partijen beogen in het kader van de preventie van obesitas. Hij heeft expertise op het gebied van netwerkanalyse en is promotor van een externe promovendus die momenteel een Photovoice studie uitvoert bij etnische minderheidsgroepen in Canada. Prof. Kremers heeft in meerdere projecten succesvol samengewerkt met andere leden in de projectgroep (Jansen, Hodiamont), bijvoorbeeld binnen het Consortium Integrale Aanpak Overgewicht (CIAO) en Active Living (gericht op bevordering van beweeggedrag op scholen in Zuid-Limburgse achterstandswijken). Momenteel begeleidt hij samen met Drs. Hodiamont en Drs. Wassenberg een studie naar de implementatie van de Beweegmakelaar in Vaals.
Het projectteam werkt intensief samen met lokale samenwerkingspartijen en –verbanden zoals: − WMO-consulenten − Toegangsteams sociaal domein: WMO-consulenten, Team jeugd en Sociaal team − Beweegmakelaar Jolanda Mikic en Buurtsportcoach Hannie Pleijers − Leden van de WMO-raad in Vaals − Werkgroep Armoede en Gezondheid − Welzijnsorganisatie Trajekt − Sociale dienst Pentasz (per 1-1-2016 een gemeenschappelijke Sociale dienst Maastricht-Heuvelland) − Stichting Spelentere (peuterspeelzaalwerk − Basisscholen Gemeente Vaals − Jeugdarts en Jeugdverpleegkundige, Jeugdgezondheidszorg − Villa Vaals, centrum voor geestelijke gezondheid − Huisartsen en praktijkondersteuners − Stichting Leergeld − Stichting Stille Armoede − Voedselbank uitgiftepunt Vaals − Jeugdsportfonds − Jongerencentrum Fraiche (samenwerking in ontwikkeling)
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
15
Referenties Bosma H, Jansen M, Schefman S, Hajema KJ, Feron F. Lonely at the bottom: a crosssectional study on being ill, poor, and lonely. Public Health 2015;(129):185-187 Bosma H, Jansen M, Groffen D, Mujakovic S, Feron F. Een nadere analyse van de gezondheidsachterstand in stadsregio Parkstad. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen – TSG 2013;91(6):318-323. CBS/SCP. Armoedesignalement 2013. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek/Sociaal en Cultureel Planbureau 2013. Diers J. Neighbor Power community development; What is your dream for your community. www.neighborpower.org E-boek 'Gezonde wijk in praktijk', 2013, ervaringen en tips wijkgerichte aanpak, maart 2013 http://www.experimentgezondewijk.nl/gezondewijk/eboek/eboekgezondewijk.pdf Harting J , van Assema P. Communitybenadering in de gezondheidsbevordering in: Brug J, van Assema P, Lechner L, editors. Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een planmatige aanpak. Assen: Van Gorcum; 2012., p. 217-257 Hendriks, A-M. Van fictie naar Actie. http://www.ciao-onderzoek.nl/onderzoeken/van_fictie_naar_actie.html Huber M, Vliet M, Giezenberg A, Knottnerus, Towards a conceptual framework relating to ‘Health as the ability to adapt and to self manage’, Operationalisering gezondheidsconcept”. Vermeer A, Boot N, Hesdahl M, Janssen-Goffin M, Linssen E, Rutten N, Hajema KJ. Een nieuwe kijk op gezondheid in Vaals. Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning, 2014 Wang, C. C., & Burris, M. (1997). Photovoice: Concept, methodology, and use for participatory needs assessment. Health Education & Behavior 24(3): 369–387. Wang, C. C. (1999). Photovoice: A participatory action research strategy applied to women’s health. Journal of Women’s Health 8(2): 185-192. Work Group for Community Health and Development, 2014. The Community Toolbox. http://ctb.ku.edu/en
Nutsohra subsidieaanvraag, Gemeente Vaals, 01.05.15
16