EEN KIND, EEN GODSGESCHENK!? OUDERS VANDAAG Een kind krijgen, en vooral een eerste kind, is voor ouders een enorme gebeurtenis. Plots ben je vader of moeder. Vooraf wordt er gedroomd. Er worden plannen gemaakt. Er wordt gekeken naar de eigen opvoeding, de opvoeding die kinderen bij familie en vrienden meekrijgen. Er wordt een eigen parcours besproken. Het zal anders zijn. Zij gaan dat anders doen, goed doen, beter doen! En dan wordt het kindje geboren en IS plots alles anders. Papa of mama worden, overtreft elke andere ervaring. Het verlangen om het goed te doen wordt nog sterker maar plots besef je ook dat bij dit kind geen handleiding zit. Dit kind is zo vertrouwd en tegelijk een groot geheim, een mysterie. Wat schuilt er in dit kleine wezen? Wat gaat er om in dit mensje? Je zal samen op weg moeten gaan om elkaar te leren kennen, om wegen te zoeken die van dit kind een gelukkig en evenwichtig mens maken. Jonge ouders kopen boeken over opvoeding, speuren het internet af naar sites over opvoeding, … Ze willen het goed doen. Ze willen het beste voor hun kind. In een tijd waarin zowat alles te krijgen is, waarin we overladen worden met informatie en tips, is dat niet eenvoudig. Er is bijna een overaanbod aan informatie gaande van heel eenvoudige dingen als hoeveel voedingen heeft de baby nodig, moet hij op het buikje de rug of op zijn zij slapen,… tot verreikende dingen als opvoeding, scholing... Niet eenvoudig, soms verwarrend… en bijna vanzelf vallen we dan terug op onze eigen opvoeding. Wat ons deugd deed gaan we ook aan ons kind meegeven. Wat wij als fijn ervoeren willen we ook ons kind laten ervaren. We stappen ondanks alle goede voornemens om het anders en beter te doen in, in de traditie die ons vertrouwd is, die haar kwaliteit bewezen heeft. Dit instappen in de traditie kan heel ruim zijn. Wij denken misschien spontaan aan geloof maar het gaat evenzeer om … goede herinneringen aan de manier waarop op zondagmorgen met het hele gezin samen lang ontbeten werd met croissants en chocobroodjes en nadien samen naar een leuke familiefilm kijken of gaan wandelen of fietsen, uitstapjes aan speeltuinen en musea, het klaar maken van bepaalde gerechten, het vieren van feestjes, … Een van de dingen die ter sprake komt is het doopsel.
1
OUDERS VRAGEN OM HUN KINDJE TE DOPEN… Het is een trend dat het aantal doopsels langzaam afneemt. De tijd dat ouders zonder zich vragen te stellen vanzelf hun kindje lieten dopen is voorbij. Ouders die vandaag naar de parochie stappen met de vraag om hun kind te laten dopen, hebben daar over nagedacht, er samen over gesproken. Soms geen eenvoudig gesprek want nogal wat koppels zitten niet op dezelfde golflengte wat geloof betreft. Dat ze vragen om het doopsel wil niet zeggen dat ze bewust als christen met hun kind op weg willen gaan maar wel dat ze het doopsel voor hen zinvol is en een meerwaarde biedt. Ze maken een positieve keuze. Het is een traditie die ze willen aanhouden. In deze traditie stappen betekent reeds geloven. De keuze om hun kind te laten dopen heeft vaak te maken met positieve ervaringen rond geloof uit hun eigen kindertijd. Ze hebben zelf goede herinneringen aan hun eerste communie en vormsel, soms aan de voorbereiding daarop en ze willen hun kind op weg zetten om deze belangrijke momenten ook te vieren. Het zijn ‘geschenken’ die ze hun kind willen meegeven op zijn levensweg…
EEN GODSGESCHENK MET EEN OPDRACHT Het kleine kindje vervult ouders met trots en ontzag. Zo klein en zo volmaakt. Een heel eigen wezentje met eigen gevoelens en verlangens. Hun hart loopt over van liefde en dankbaarheid. Er wordt lachend gezegd: ‘dat hebben wij toch mooi gemaakt he’ maar diep in ons hart weten we, dit overtreft ons kunnen. Er is heel veel wat wij zelf niet in de hand hebben, wat wij niet kunnen maken ondanks alle kennis en mogelijkheden. Het kind is ons gegeven. Het kindje wordt als een geschenk ervaren. Een geschenk van wie? Vanuit de traditie waarbinnen we zelf zijn opgegroeid kijken we naar dit geschenk. Een geschenk van God, noemden onze ouders het, noemen wij het ook vandaag. En dan vragen wij als catechisten ons af: “Wie is God voor deze jonge ouders vandaag?” Ze weten het vaak niet goed maar ergens voelen ze aan dat God te maken heeft met liefde, met heelheid, met geborgenheid, bescherming. God wordt ervaren als ‘gever van dit geschenk’ maar daar houdt zijn rol niet op. Geconfronteerd met een eigen kind voelen we plots hoe relatief boekenwijsheid en idealen zijn. Ouders willen het beste voor hun kind. Ze hebben hierbij nood aan steun en bemoediging. Familie en vrienden kunnen dat bieden maar hun raad en bekommernis kan ook beklemmend en verwarrend werken. Het is raad gekleurd door hun eigen ervaringen, zorgen en verlangens. Ook zij zijn maar mensen die met vallen 2
en opstaan hun weg zoeken in het leven. Er moet meer zijn. Wie zelf gelovig werd opgevoed zal dat ‘meer’ met God associëren. God, iemand of iets die het geheel overziet, die ons kan begeleiden en beschermen. Ze vragen het doopsel voor hun kindje. Ze willen het kind aan God toevertrouwen, zijn bescherming vragen. Dan willen wij als geloofsgemeenschap hen hierin steunen, als catechisten met hen op weg gaan; We willen met hen in gesprek gaan.
MET OUDERS IN GESPREK OVER GELOOF EN GOD Voor veel jonge mensen is het niet duidelijk of die God “iets” of “iemand” is. Ze zijn nooit tot een persoonlijke ontmoeting met God gekomen. Ze geloven meestal wel dat God met goede dingen te maken heeft. Als God voor hen niet ‘Iemand’ is dan noemen ze het vaak ‘iets’ als liefde, vriendschap, een kracht die het goede bewerkt. ‘God is iets goeds.’ De tijd dat jonge mensen opgroeiden met het beeld van een strenge, oordelende en straffende God is stilaan voorbij. Bij mensen die vanuit andere culturen en landen naar ons komen, leeft dat soms nog wel. God als “iets goeds”. Het is echter moeilijk om je aan ‘iets’ toe te vertrouwen. Hoe kan ‘iets’ je beschermen of begeleiden zonder je te beperken? Iets heeft geen hart, kan geen liefde geven. Dan blijft de verantwoordelijkheid nog steeds vooral bij jezelf liggen. Ook voor mensen die God als iemand zien, kan het om heel veel verschillende beelden gaan. Een ernstige oude man met lange baard, een gezellige dikkerd met humor, een lieve zorgzame Vader,… Welk beeld ze ook hebben, veel jonge ouders geloven ook vandaag dat het goed is om hun kind aan God toe te vertrouwen. Het is een traditie die kwaliteit biedt zoals vele reclames ook vanuit de band met het traditionele, kwaliteit voorspiegelen. Ouders willen het beste voor hun kinderen en ze hopen dat dit met Gods hulp en steun haalbaar is.
‘Iets of Iemand’… een eerste moeilijkheid als we met elkaar in gesprek gaan. Geloof kan je niet opleggen. God voorstellen als iemand evenmin. Om God als iemand te ervaren moet je ooit tot een ontmoeting met Hem gekomen zijn. Hoe kunnen wij hen hierin begeleiden? We kunnen het enkel proberen. Succes is geen verdienste van ons kunnen. Falen is geen gevolg van onze verkeerde aanpak. Thuisbrengen in het geloof, ontmoeting bewerken met God is een langdurig project. Het is geen zaak van een uurtje samen spreken, een leer aanvaarden. Het is initiëren, 3
meestappen in geen gebeuren, een manier van leven leren kennen en je eigen maken. Geen engagement bestaande uit losse momentjes maar het stilaan verwerven van ‘a way of life’. De voorbereiding op het doopsel heeft een dubbel doel: Ouders voorbereiden op de doopviering maar minstens even belangrijk is ouders op weg te helpen om de gelovige weg met hun kinderen te gaan. Instappen in de traditie is één, maar hoe stap je verder in die traditie? Wat betekent dat christen worden en christen zijn vandaag? Hoe kan je daar thuis als gezin aandacht aan geven zonder dat het zware opgave vraagt en veel tijd. Hoe laat je geloof beetje bij beetje meer plaats krijgen in je dagelijks leven? We willen met jonge ouders op weg gaan. Hen op weg zetten in de geloofsopvoeding is ook een stukje met henzelf op weg gaan en helpen groeien in geloof. Wij beleven deugd aan ons geloof, het geeft ons vreugde en kracht. We willen ook hen deze geschenken geven. Ieder weldenkend mens weet dat dit eigenlijk niet kan op een avondje van anderhalf uur. Dat vraagt tijd en openheid. Het vraagt samen een weg gaan. En daar zit een tweede spanning. Tijd… Er leeft bij ouders vaak een beetje de zorg dat de parochie veel van hen gaat vragen. Een gesprek, voorbereidende avond(en)… Geloven lijkt iets wat naast los van het dagelijks leven tijd kost en al willen ze wel, die hebben ze eigenlijk niet. Hoeveel kunnen we van hen vragen? Hoe overtuigen we hen ervan dat geloven inherent is aan het leven en niet iets is wat er bovenop komt? Hoe maken we de overstap van een sacramentenpastoraal met enkele grote momenten naar een permanente catechese ingebed in het leven van de gemeenschap. Die traditie hebben we niet. Hoe kunnen we daar terug werk van maken?
OP WEG MET EEN GEZIN OF MET EEN HELE GROEP… De voorbereiding op het doopsel is niet eenvormig in ons bisdom. In sommige parochies, federaties bestaat de voorbereiding uit een persoonlijk gesprek bij het gezin aan huis. Het gesprek heeft vaak geen vastliggende structuur. Men ziet wel hoe ver het gesprek kan gaan. Voordeel van deze werkwijze is het persoonlijke contact. Je proeft de sfeer in dit gezin. Waar openheid is kan een heel mooi en diepgaand gesprek ontstaan. Maar het kan ook zijn dat je op het vlak van diepgang geen stap verder geraakt, dat er teveel afleiding om je heen is van kinderen, tv, telefoon,… Andere parochies of federaties kiezen voor gezamenlijke voorbereidingsavonden op regelmatige basis, al dan niet gepaard gaand met een persoonlijk gesprek aan huis. Een avond? Soms twee. Het persoonlijk contact is op deze avonden beperkter maar het samen brengen van jonge ouders in groep heeft ook voordelen. De avond heeft meestal wel een structuur. Er is geen afleiding van TV, telefoon, andere kinderen,… 4
Vooraf is vastgelegd waar men naartoe wil werken. Het samen zijn met andere jonge ouders kan vertrouwdheid wekken en het gesprek vergemakkelijken. Zij zijn samen in dezelfde (onwennige) situatie. Ze hebben dezelfde zorgen, dezelfde verlangens. Een voorbereidende avond in groep is de reclamefolder van je geloofsgemeenschap. Maak werk van een mooie verzorgde aanpak. Een hartelijk welkom, een sfeervolle ruimte met aangepaste versiering, aandacht voor iedereen,… Beide formules hebben voor- en nadelen.
ONS EIGEN GELOOF LEREN VERWOORDEN… Met ouders tot een geloofsgesprek komen is niet eenvoudig. Dit geldt voor ouders bij het doopsel maar ook later bij eerste communie en vormsel. Als we eerlijk zijn moeten we zeggen dat ook voor velen onder ons over ‘ons’ geloof spreken niet evident is. Spreken over wat ‘ik geloof’ is nog iets heel anders dan vertellen wat ‘we’ geloven, wat christenen geloven, wat de Kerk denkt over… Het is goed als we ook onszelf oefenen in het spreken over wat wij nu precies geloven. Wat geloof met ons doet? Het brengen van wat algemene geloofswaarheden, het uiteenzetten van een leer, overlopen van symboliek is ook nuttig en nodig maar het is maar door te getuigen van een persoonlijk beleefd geloof dat we anderen kunnen raken en helpen. Vooral een persoonlijk getuigenis, hoe moeizaam en schroomvol ook zal anderen prikkelen en op weg zetten om dat grote geheim van het geloof ook te ontdekken. De theorie, de Bijbelverhalen, de liturgie met zijn symboliek kan geloof wel onderbouwen maar niet bewerken. Een eerste hulp kan zijn in je catechistenploegje over je eigen geloof het gesprek durven aangaan. Niet zomaar afspreken ‘wat gaan we doen? Hoe leggen we hen uit wat het evangelie zegt en wat de symbolen betekenen? ’ maar zelf in groep stilstaan bij de vraag ‘Wat betekent geloven voor mij? Wie is God voor mij? Waarom heb ik mijn kinderen laten dopen? Waarom ga ik wel of niet naar de mis op zondag?’ Stilstaan en delen bij een woord uit het evangelie of een goed artikel. Ook Youcat, de nieuwe jongerencatechismus kan ons hierbij helpen. Youcat is de officiële catechismus van de katholieke kerk verwoord voor jonge mensen vandaag. Het boek is opgebouwd uit vragen en antwoorden. Bij de antwoorden is telkens nog een stukje commentaar voorzien dat inzicht geeft in het onderwerp. In de marge vinden we treffende citaten van heiligen en geloofsleraren maar ook van schrijvers die niet gelovig zijn. Youcat is geen boek om in een keer uit te lezen maar een handig naslagwerkje om antwoorden te vinden op vragen die mensen zich stellen aangaande geloof. Antwoorden die overeenkomen met de leer van de Kerk. 5
Youcat 194-202 zijn uitspraken ivm doopsel
GELOVEN IS… MEER DAN EEN VERZAMELING MOOIE WAARDEN AANBIEDEN Ouders willen hun kind opvoeden tot eerlijke mensen, die liefdevol, rechtvaardig en met respect in het leven staan. We noemen dat vaak christelijke waarden maar deze waarden zijn niet typisch christelijk. Ook atheïsten leren hun kinderen waarden als eerlijkheid en respect. Alle mensen streven naar liefde, verdraagzaamheid en vriendschap. Ieder mens weet uit ervaring dat deze waarden onontbeerlijk zijn om goed samenleven mogelijk te maken. Het zijn universele waarden. Als geloofsopvoeding niet verder gaat dan het bijbrengen van deze waarden, is het heel normaal dat mensen zich vandaag de vraag stellen waarom je christen moet zijn? Ook mensen die niet geloven kunnen immers goede mensen zijn en goede dingen doen. Christen zijn is dan geen meerwaarde. Waar zit het verschil? Waarom zou je in God geloven? Die universele waarden vinden we wel terug in het christendom. Christen zijn is die waarden beleven in het licht van Christus’ voorbeeld, in verbondenheid met de Vader. Het is navolging van velen in de traditie gaan staan. Een traditie die teruggaat op Jezus maar nog veel verder in de tijd, op de tien geboden. God uitte de wens om met het volk Israël op weg te gaan, een verbond te sluiten en gaf hen richtlijnen om dat verbond te realiseren. Het waren richtlijnen die enerzijds tijdloos en cultuurloos betrekking hadden op God. God erkennen als enige God die wij vereren en aanbidden. Maar er waren ook richtlijnen die betrekking hadden op het samenleven van mensen. Vooral deze laatste zijn verwant met de universele waarden waar ieder mens naar streeft: niet doden, niet stelen, niet bedriegen, … En centraal staat ‘eer uw vader en uw moeder’. Het gaat om je ouders maar het gaat vooral ook om het instappen in de traditie. Instappen in het spoor dat zoveel mensen samen met God bewandelden. De waarden beleven vanuit een verbondenheid met God. Je moet het niet opnieuw uitvinden. Het spoor is er reeds. Je moet het alleen vinden en willen volgen. In dat spoor mijd je stelen, liegen, bedriegen,… Er zijn mensen die ons voorgingen in het geloof en inwijden in dat geloof, niet enkel door kennis door te geven maar vooral door het zelf te beleven. Geloof voorleven doe je in talloze kleine tekens en gebaren die duidelijk maken dat we geloven in de nabijheid, steun en bescherming van God. In de traditie van het geloof gaan staan, geloven in de Vader, de Zoon en de Geest is handelen vanuit een eigen verlangen en aanvoelen van wat goed is maar nog verder durven gaan. Je durven toevertrouwen aan God. Geloven en erkennen dat het laatste woord niet bij jezelf ligt. Dat je niet zelf verantwoordelijk bent voor alles in het leven. Leven in het spoor van Jezus. De ander niet zomaar zien als een noodlijdende waar 6
we medelijden mee hebben maar een broer of zus, een geliefd kind van God. God vraagt ons naar die ander te kijken met ‘zijn ogen’. Vol liefde. God vraagt ons voor die ander te doen wat we voor Hem zouden doen. Vanuit liefde en dankbaarheid jegens God zetten we ons in, ook als het veel van ons vraagt. Ook als we er zelf niet beter van worden. We proberen de ander te zien zoals God hem of haar ziet. We offeren een stukje van onszelf op om de ander de helpen, om de wereld mooier te maken, uit dankbaarheid voor alles wat we zelf zomaar krijgen. God eren in zijn schepping. Weten dat we daar moeite mee hebben maar geloven dat de heilige Geest ons hierbij kan en wil helpen. Vandaag niet makkelijk maar ook 2000 jaar geleden niet. Ook toen stuitte het mensen tegen de borst. Ook toen deed het mensen afhaken. (cfr Joh 6,66) Het kruis opnemen is voor velen dwaasheid en schande. (Paulus …) Jezus deed het in grote dingen maar ook in vele kleine daden. Hij ging met iedereen om, ook het uitschot van de maatschappij. Hij behandelde hen als volwaardige mensen, ging met hen aan tafel. Hij gaf hen nieuwe kansen. Hij veranderde niet plots van tactiek als het zijn leven ging bedreigen. Hij deed dit alles in sterke verbondenheid met zijn Vader in de hemel. Dat navolgen, hoe aarzelend en stuntelend ook, vraagt ook van ons een sterke verbondenheid met de Vader. Die Vader die een liefdevolle en barmhartige God is. Een God die niet afwijst en straft maar mild is en vergevend als we onze kleinheid erkennen. Zonder de verbondenheid met de Vader worden we inderdaad dwazen die zichzelf in de vernieling rijden en naar anderen toe onverdraagzame extremisten die zichzelf hoger achten dan de doorsnee mensen. Geloven is dus naast bijbel, leer en traditie ook een persoonlijke relatie met God aangaan. Een relatie die zich uit in het gebed en in onze mandier van leven. Dat element binnenbrengen in het geloofsgesprek met ouders is niet eenvoudig. Het is niet de bedoeling er een avond theologie van te maken, dat we gaan preken en mensen ontmoedigen of afschrikken. Maar deze gedachten verwoorden met voorbeelden uit ons eigen leven, kan wel. We mogen wel proberen duidelijk te maken dat geloofsopvoeding verder gaat dan waarden meegeven en hen uitnodigen om in het eigen leven met kleine tekens te getuigen van hun geloof.
GELOOF DOORGEVEN VRAAGT IN TRADITIE GAAN STAAN Geloof doorgeven vraagt dat we in de traditie gaan staan. Ons geloof is niet zomaar een leer maar vooral een ontmoeting. We vertrouwen ons toe aan God. Een persoonlijke God die ons wil ontmoeten. We kunnen God ontmoeten in de geloofsgemeenschap waar christenen communio vieren. Doorheen de eeuwen gingen velen ons daarin voor, vaak ook onze eigen ouders en familie. Er ontstonden binnen deze gemeenschap vele rituelen die de ontmoeting met God en de kerk vorm 7
geven. Uiteraard is de eucharistie het ritueel bij uitstek, hoogtepunt en bron van ons leven als christen (Vat II, Lumen Gentium, 11). Maar daarnaast zijn er binnen de traditie nog vele, vooral kleine rituelen die ons helpen om ons geloof uit te drukken. In de geloofsopvoeding van onze kinderen zijn er heel veel kleine momenten en kansen waar we ons geloof tastbaar maken, zichtbaar maken. Deze rituelen authentiek, hoe eenvoudig ook, beleven, is een belangrijk element in de geloofsopvoeding. Het vraagt geen grote veranderingen of extra tijd maar enkel wat aandacht. Om je kinderen gelovig op te voeden moet je niet noodzakelijk avond na avond Bijbelverhalen doorgronden, elke week in de zondagsviering aanwezig zijn… Het zit veel meer in hele kleine dingen. Regelmatig zondag vieren hoort erbij, helpt, maar veel belangrijker voor geloofsopvoeding is de manier waarop je in het leven staat dag in dag uit. Kinderen leren vooral door kopieergedrag. Bewust of onbewust nemen ze woorden, gebaren, waarden en spiritualiteit van hun ouders over. Authentiek zijn is dus belangrijk. Geen schijngeloof voorhouden maar ook je geloof niet verbergen voor kinderen. Proberen in woorden en gebaren uit te drukken wat je zelf voelt. Het moeten geen grote woorden en plechtige gebaren zijn. Tips voor ouders die we hen kunnen meegeven: -
-
Dankbaar zijn voor de vele kleine dingen die ons zomaar gegeven zijn; een mooie dag, een goed gevoel, een fijne ontmoeting, een schat van een kind, een vriend die even luistert als je er nood aan hebt… vind dat niet vanzelfsprekend… wees dankbaar, laat het zien, durf het zeggen. Een ander niet aandoen wat je zelf niet graag hebt, van een ander niet verwachten of eisen wat je zelf niet kan waarmaken. ’s avonds de dag even overlopen. Wat was goed? Wat had anders gekund? Waar moet ik nog iets mee doen? Een keer zomaar iets goed doen voor een ander, omdat je weet dat die er heel blij mee is, ook als het voor jou moeite kost, minder of niets oplevert Durven nadenken over je geloof, vragen en twijfels niet wegsteken. Openheid voor de zondagsviering.
Tips naar de kinderen toe die we ouders kunnen meegeven: -
-
Tijdens de doopselviering zal de priester of diaken het kindje een kruisje geven op het hoofd. Hij zal ook ouders uitnodigen om dat te doen. Heel veel ouders blijven dat gebaar herhalen telkens ze hun kind te slapen leggen. Ieder gezin kent zijn rituelen rond slapengaan. Vaak worden er verhaaltjes gelezen. Dit kan een profaan verhaaltje zijn maar kinderen vinden ook verhalen uit de kinderbijbel fantastisch. Naast dat verhaaltje kan even tijd zijn om terug te 8
-
-
-
kijken naar de dag. Wat heb ik vandaag allemaal gedaan? Wie heb ik ontmoet? Wat was fijn? Wat was niet zo goed? Waar moet ik nog iets mee doen? Dit kan afsluiten met een gebed als het onze Vader maar ook heel gewoon met een eenvoudig dankgebed: ‘Dank je wel Jezus voor deze dag. Het was fijn om… Geef ons een goede nacht en blijf ons nabij.’ Eens een kerk of kapel binnenwandelen, kaarsje aansteken zomaar voor onszefl of voor iemand anders. Leren excuseren en vergeving geven. Leren vooroordelen in te slikken, niet oordelen. Vragen over geloof niet wegduwen maar eerlijk samen naar antwoorden zoeken. Durven toegeven dat je het ook niet weet en de vraag doorspelen aan oma, een vriend, de pastoor, de diaken, iemand die het misschien wel weet.. Bidden kan heel eenvoudig zijn; ‘dank je wel Jezus voor het lekkere eten dat wij vandaag weer krijgen.’ ‘dank je wel Jezus voor al mijn vriendjes’ ‘Jezus, mijn oom is ziek, heeft pijn, wil jij hem helpen om sterk te zijn?’ De zondagsviering is niet altijd evident als kinderen nog klein zijn. We zijn bang dat ze niet stil zitten, lawaai maken,… Een haalbare stap kan een gezinsviering zijn….
Gedoopt worden is een eerste stap om thuis te komen in het leven en het geloof van de geloofsgemeenschap. Dit thuiskomen, ingroeien, initiëren vraagt tijd. Het kind krijgt die tijd en mag thuis, op school en in de geloofsgemeenschap leren wie Jezus is, doorheen het kennismaken met Jezus ook zijn Vader leren kennen en andere mensen die Hem geloven. Dit doorgroeien zal bijzondere betekenis krijgen in de twee andere initiatiesacramenten: de eucharistie en het vormsel. De symboliek in de doopselviering kan reeds verwijzen naar de twee andere initiatiesacramenten die samen met het doopsel een eenheid vormen. vb: We kunnen het Onzevader samen rond het altaar bidden. Het altaar staat symbool voor Jezus in ons midden en zijn gave bij de eucharistie. We bidden samen rond Jezus. Binnen enkele jaren als dit kind zijn eerste communie mag vieren zal het hier zelf kunnen staan in de kring van medegelovigen en het gebed bidden dat Jezus ons leerde. Het kleine dopelingske wordt gezalfd. De Geest van God mag reeds nu dit kind beschermen en begeleiden maar binnen zoveel jaar zal hij of zij zelf kunnen vragen om de gaven van de Geest vragen in de vormselviering.
We willen kleine methodieken aanbieden die bruikbaar zijn op een voorbereidingsavond voor het doopsel. Hebben jullie er nog andere die je zelf hebt 9
gemaakt of gevonden en met succes uitgeprobeerd, laat het ons weten, geef ze ons door opdat wij ze ook weer met anderen kunnen delen.
CONCRETE WERKVORMEN
10