121e Jaargang
Weekblad
woensdag 23 december 2009
Nummer 52 omvat 28 blz
P806191
EDDY JANSSENS ALGEMEEN PROVINCIAAL KAMPIOEN ANTWERPEN !
Z
Zandhoven - Zaterdagmorgen 8.30 u ... 13 graden onder nul ... Antwerpen ontwaakt onder een wit ijsdeken ! Op de Antwerpse ring staan enkele wanhopige bestuurders onder de motorkap van hun wagen te “frutselen” ... de zeldzame gelukkigen hebben assistentie gekregen van een verkleumde wegenwachter ... en een “stokoude” Bing Crosby zingt zijn wereldhit “I’m dreaming of a White Christmas” ! Volgens weerman Frank Deboosere zal het dit jaar niet alleen bij dromen blijven ... maar hebben ze nog meer dan voldoende sneeuw in voorraad om er een witte 25e december van te maken! Maar Vlaanderen ligt amper onder de eerste sneeuw of het verkeer zit in een Gordiaanse knoop ! De luchthaven van Zaventem gaat dicht ... de Thalys onder het Kanaal geeft er de brui aan ... en er staat meer dan 500 km file op de Vlaamse wegen. De pechvogels sakkeren zich een ongeluk ... en de romantiek van de enen wordt de nachtmerrie van de anderen! Wij met gezwinde tred en in Kerstman-outfit naar Zandhoven ... vruchtbare duivenmelkergrond waar grote namen als Dirk Van Dyck ... André Bellens ... Frans Van Beirendonck ... Ronny Kesselaers ... en Leon Van den Brandt en Zn. goed gedijen. Wanneer we dan de fusiegemeenten Pulderbos en Pulle er bij nemen dan moeten we daar nog de namen van André Roodhooft ... Danny Van Dyck ... en Rik Hermans aan toevoegen. Maar in 2009 was ene Eddy Janssens (42) al deze vedetten ... en ook alle andere Antwerpse duivensjappers ... te snel af en werd met veel bravoure Algemeen Provinciaal Kampioen Antwerpen K.B.D.B.! Zijn palmares 2009 vermeldt ook nog Algemeen Kampioen halve fond Union Antwerpen ... 2e Koning Union Antwerpen ... 1e Kampioen jaarlingen halve fond Union Antwerpen ... 2e Kampioen oude duiven halve fond Union Antwerpen ... 2e Kampioen jonge duiven halve fond Union Antwerpen! Om maar te zeggen dat Eddy Janssens afgelopen
seizoen met kop en schouders boven de Antwerpse concurrentie uit stak!
Eddy ... Eddy ... Eddy! De overlevering vertelt dat Eddy Janssens geboren werd op 3 september 1967 ... de dag dat Eddy Merckx in Heerlen wereldkampioen werd! Het zou bijna een godslastering geweest zijn moest je je zoon ... geboren op de dag dat de “Kannibaal” een mijlpaal in zijn carrière in Neerlands grond heide ... toen Frans, Louis of Jos genoemd hebben! Het werd dus Eddy ... En Eddy is van beroep meubelmaker ... een echte vakman die nog van zijn job houdt ... en die een ongelofelijke passie voor duiven heeft. Hij rolde via zijn vader Marcel in de duivensport ... een onvervalste snelheidspeler wiens duiven nooit verder kwamen dan Quiévrain en Noyon. Vader had voor het seizoen 1983 slechts 4 jaarse weduwnaars klaar zitten toen hij plots getroffen werd door een hartinfarct. Eddy was toen zestien jaar ... het was bij hem toen allemaal Chiro (jeugdbeweging) wat de klok sloeg ... maar hij moest noodgedwongen op het duivenhok inspringen voor vader die in de kliniek lag. Maar het duurde toch nog tot begin jaren negentig vooraleer hij met vader ging samenspelen. In de jaren die volgden werd Eddy stilaan de man aan het roer van de kolonie en van de vitesse werd langzamerhand de overstap gemaakt naar de halve fond. Vader speelde op de snelheid met duiven van lokale vedetten maar Eddy ging wat “sleutelen” aan de basis van de kolonie. Hij voerde toen de duivenuitslagen rond ... en zijn laatste adres
Dubbelinterview: Wil de ware weldoener opstaan ? Praten met Sinterklaas en de Kerstman over mensen en duiven Ze volgen elkaar snel op: Sinterklaas is nog maar net klaar met zijn ronde of daar is reeds de Kerstman met zijn voorbereidselen. Druk hebben ze het allebei, maar we slaagden er toch in om ze
samen op de praatstoel te krijgen. En we vroegen ze zelfs een beetje uit over mensen en duiven... Lees verder blz. 6 en 7.
Eddy Janssens met “Witkop Joske” ... zij geniet van een gelukkige oude dag in Zandhoven! was steevast dat van Jos Dillen in Zandhoven. Daar werd heel wat “gemolken” ... en toen op een dag bleek dat het duifje dat Jos geschonken had voor de kampioenendag gekwetst was aan zijn pootje bij het ringen stuurde hij zijn schoonzoon naar de duivenzolder en die kwam prompt met een witkopje naar beneden. Het was het fameuze “Witkop Joske” dat Eddy blindelings kocht ... en dat als jonge duif 8x per tiental won van Quiévrain tot Argenton ... maar nog veel belangrijker, het werd zijn eerste basisduif ! Grootse momenten waren toen wanneer Eddy met de klok naar het duivenlokaal kwam en hij Jos Dillen kon toeroepen ... “Jos, het was er weer”! Voor zo’n momenten doe je het in de duivensport! Eddy Janssens bouwde zijn kolonie verder uit met duiven van André Bellens ... het “oude soort” van Dirk Van Dyck (vitessesoort) ... de lijn van “De Rambo” en “De Kannibaal” van Dirk Van Dyck ... Emiel Van den Branden (samenkweek)...en Marcel Wouters, Westmalle (3 dochter van “De Leeuw”). Globaal kunnen we stellen...75% Van Dyck ... 10% Bellens ... 10% Dillen ... 5% Wouters. En ieder jaar wordt er wel iets nieuw geprobeerd...
Weduwschap in eenvoud! Eddy Janssens bond in 2009 de strijd aan met 23 weduwnaars ... en heeft de provinciale titel er iets mee te maken ... maar in 2010 stapt hij in de arena met een ploeg van 31 weduwnaars ! Er worden jaarlijks 120 jongen gefokt ... en 24 koppels kwekers en 12 “stopkoppels” zorgen voor de achterban.
De weduwnaars vliegen hun laatste wedstrijd begin augustus ... Bourges of Argenton ... en mogen daarna nog een ronde late jongen optrekken. Na het spenen van de jongen worden doffers en duivinnen gescheiden ... beiden gaan naar de volière ... de woonbakken van de blijvers gaan dicht en de nieuwe jaarlingen worden “ingeburgerd” op het weduwnaarshok. Tijdens de rui wordt er een klassieke ruimengeling gevoederd ... een paar keer sedochol verstrekt ... maar in ieder geval worden er weinig tierlantijntjes verkocht met de gevleugelde atleten! Rond 25 november worden weduwnaars en kwekers gekoppeld ... de weduwnaars trekken een koppel jongen groot en blijven samen met hun duivin tot die opnieuw gelegd heeft. Die eieren gaan dan onder de stopkoppels ... en zo kunnen er 4 jongen van de beste weduwnaars in de vliegploeg ingelijfd worden. Er zijn inderdaad veel wegen die naar Rome leiden maar de tweede leg heeft geen nadelige invloed op het stoten van de slagpennen, zegt Eddy. Ook het feit dat de duiven dan heel veel licht krijgen betekent geen handicap en meeste weduwnaars hebben begin augustus tussen de 2 en 4 pennen gestoten. Er volgt wel geen tweede koppeling voor aanvang van het seizoen ... gewoon doffers en duivinnen een paar dagen samen ... en ze zijn vertrokken. Het opleren van de weduwnaars kan vrij snel gaan wanneer de duiven goed trainen aan huis ... en de melker moet handelen volgens zijn bevindingen. Lees verder blz. 14 en 15.
Wij wensen alle lezers, medewerkers, sponsors en iedereen die de duivensport een warm hart toedraagt, sfeervolle feestdagen ... gezondheid, voorspoed ... en succes in 2010 ! I.v.m. de feestdagen verschijnt er volgende week geen krant. De burelen zijn gesloten van 25 december t.e.m. 3 januari.
DE DUIF - Nr. 52 - blz. 2
V
Voor elke eigenschap hebben de kwekende doffer en duivin hun wens in de bevruchte eicel gebracht. Die wens kan verschillend zijn, bv. witoger en geeloger. In een aantal gevallen speelt één van die eigenschappen de baas, gedraagt zich dominant. In dit geval vererft geeloger sterker dan witoger. Het jong wordt geeloger. Witoger blijft wel in de lichaamscellen van het jong aanwezig. Dat jong is fokonzuiver (heterozygoot) voor de oogkleur. Het zal later zelf lukraak geeloger of witoger vererven.
B. Intermediaire vererving Iets is intermediair als het tussenliggend is, als het zich tussenin bevindt. Een voorbeeld maakt alles duidelijk. De doffer heeft in zijn zaadcel een grote duif voorzien. De duivin heeft in haar eicel een kleine duif geprogrammeerd. Die zaadcel en eicel versmelten: groot komt tegenover klein. In Dit geval wordt het op een akkoordje gegooid: de jonge duif wordt middelmatig groot. De jonge duif vertoont uiterlijk ongeveer het gemiddelde van de voorgeprogrammeerde kenmerken. Maar... in alle lichaamscellen van de nieuwe duif blijft “groot” en “klein” aanwezig. In het erfmateriaal komt geen middelmatige grootte. De jonge duif gaat later lukraak “groot” of “klein” vererven. Een echt grote duif is fokzuiver (homozygoot) van die eigenschap, een echt kleine ook. Twee grote duiven geven grote kinderen, twee kleine krijgen er kleine. Een grote en een kleine hebben steeds kinderen van middelmatige grootte. Het intermediair vererven kunnen we nagaan bij uiterlijke kenmerken. We zien het gemiddelde bij de jongen, maar er is geen verandering in het erfelijk materiaal: - de lichaamsgrootte - de lengte van bek, hals, loopbenen - de verhoudingen van het duivenlijf - de diepte van het borstbeen - de breedte van de borst - de dichtheid van de bevering - het model van de kop -de stevigheid van het geraamte 15-12-09 (51). Bij het verschijnen van onze laatste weekbabbel van dit jaar wensen wij alle lezers prettige eindejaarsdagen toe, én uiteraard een succesvol 2010 over de ganse lijn. Dus nog een lang leven en een welgelukte winterfok in de onmiddellijke toekomst.
Biergist een noodzaak bij winterfok Zou het waar zijn, vroeg een lezer, dat er liefhebbers zijn die omzeggens elke dag biergist met het voer vermengen? Ja, het is waar. De ene dag wordt de mengeling bevochtigd met appelazijn en de andere keren met melk, karnemelk, vruchtensiroop, olie of een groenten- en kruidendrankje. Of wij dat niet van het goede teveel vinden ? Let op, alle vernoemd mengvocht is van natuurlijke aard en is, samen met biergist, tij-
Men abonneert zich op het bureel van het blad : * 3 maanden: 19 euro * 6 maanden: 35 euro * 1 jaar: 62 euro (6% BTW inbegrepen) Nederlanders abonneren zich uitsluitend bij Sportblad “De Duif”, Molenstraat 44, 5581 VK Waalre, Nederland. Abonneren ook mogelijk via www.deduif.be Abonnementsprijs: * 6 maanden: 35 euro * 1 jaar: 62 euro Andere landen: 86 euro Luchtpost: 159 euro Algemene direktie en verantwoordelijke uitgever: Jan Hermans Molenstraat 44, 5581 VK Waalre (NL) E-mail adres Nederland:
[email protected] e-mail adres Zandhoven:
[email protected] Bureel: Langestraat 95/3, 2240 Zandhoven, België Tel.: 03/216.46.15 Fax: 03/216.96.90 www.deduif.be PR: 000-0130130-53 Fortis: 220-0231282-70 H.R. Antwerpen: 244.024 BTW: 0426.699.436 IBAN: BE60 2200 2312 8270 BIC: GEBABEBB
Compensatiekweek
C. De additieve vererving
Compenseren wil zeggen het ene goedmaken met het andere. Voor de aangehaalde uiterlijke kenmerken kan men aan compensatiekweek doen. Lange bek x korte bek = middellange bek Diepe duif x platte duif = middeldiepe duif Nog eens benadrukken dat het middelmatige zich toont in de eerste generatie. De compensatiekweek doet de echt diepe borstkam niet verdwijnen uit de erfmassa. Dat kenmerk zal in de nakweek weer de kop opsteken. Nemen we een kweekkoppel, beide met een middelmatig brede borst verkregen door compensatiekweek: duidelijk brede borst x smalle borst. Die oorspronkelijke kenmerken bleven in het erfelijk materiaal. Theoretisch hebben we onder elke vier jongen van het paar: - 1 jong met duidelijk brede borst, fokzuiver - 2 jongen met middelmatige borstbreedte, fokonzuiver - 1 jong met smalle borst, fokzuiver Veronderstellen we een doffer die fokzuiver is voor “middelmatige grootte” (zijn beide ouders wilden hem middelmatig groot). Zijn partner is middelmatig groot door compensatiekweek, draagt “groot” en “klein” op de genen. Theoretisch hebben we op 4 jongen: - 2 jongen die iets meer dan middelmatig groot zijn, fokonzuiver - 2 jongen die iets minder dan middelmatig groot zijn, fokonzuiver Echt groot, uitgesproken diep, echt smalle borst... veel liefhebbers zien het liever anders... Door compensatiekweek kunnen we kinderen kweken die er beter voorkomen. Maar in het erfmateriaal blijven de “mindere” kenmerken aanwezig.
Sommige eigenschappen vererven zich dominant, recessief. Andere intermediair. Het betrof tot hiertoe eigenschappen die gemeten, gewogen, met de hand gevoeld kunnen worden of op film kunnen worden vastgelegd. Een presterende duif heeft minstens uiterlijke kenmerken die het snel vliegen niet verhinderen. De oogstrelende duiven zijn niet altijd de beste. Vaak spelen dan nog eens persoonlijke voorkeuren mee. De “Favoriet ‘81” was een doffer van de derde kweekronde. Hij kreeg als jaarling zijn eerste rekje om en heette toen al wel de “Favoriet”. Hij was kind van de “Witpen ‘71” x “Paula ‘77”. Bij de opleervluchten had hij getoond dat hij snel kon vliegen. Als jaarling won hij tweemaal vanuit Dourdan (365 km) in de grote “Zuiderkempen”, zaliger gedachtenis. Eenmaal deed hij dat in ‘t begin van het weduwnaarsseizoen, de tweede keer aan ‘t einde ervan. Toch had een oude rot in ‘t vak de jonge doffer afgekeurd: “Zijn borst stelt niet veel voor...” Het uiterlijke bedriegt soms en we kunnen niet in het kopje kijken... Additief vererven... “Une addition” is Frans voor een optelling. Sommige eigenschappen die beide duivenouders doorgeven, worden eerst samengevoegd of opgeteld. Daarna wordt het totaal gehalveerd, gedeeld door twee. Er wordt vererfd volgens het rekenkundig gemiddelde. Het rekenkundige gemiddelde van 9 en 15 is 12. Eerst optellen: 9 + 15 = 24. Daarna delen door twee: 24: 2 = 12. Maar de intermediaire vererving gebeurt toch ook zo... Er is wel een reuzegroot verschil. Na de additieve vererving gaat de nieuwe duif later ook het gemiddelde vererven. De geschiktheid om een bepaalde afstand te vliegen vererft volgens Prof. Anker additief. Die geschiktheid heeft o.a. te maken met de hoeveelheid brandstof die een duif kan stockeren.
WEEKBABBEL dens de winterfok zeker niet te versmaden. Of het elke dag moet is wat anders, maar wij zien niet in waarom het niet zou mogen, want biergist is een edel natuurproduct dat alleszins het volledige vitamine B-complex bevat, plus aounen (noodzakelijk voor de opbouw en de groei van nieuwe cellen), enzymen, sporenelementen en mineralen.
Dagelijkse opname van mineralen Wat betreft mineralen kan opgemerkt worden dat het essentiële stoffen zijn die het lichaam zelf niet kan aanmaken. Het zijn anorganische (dode) stoffen of verbindingen daarvan, nodig voor de opbouw van de lichaamscellen. Kortom, mineralen zijn onmisbaar en betrokken bij alle levensprocessen als bouwstoffen en als regelaars. Dus moeten zij regelmatig door alle duiven kunnen opgenomen worden, omdat ze met grote regelmaat door het lichaam geëlimineerd worden. Mineralen worden ingedeeld in macro-elementen en sporenelementen. Macro-elementen zijn calcium, chloor, fosfor, kalium, magnesium, natrium en zwavel. Daarnaast zijn er de sporenelementen, waarvan de volgende als essentieel worden beschouwd: arsenicum, chroom, fluor, ijzer, jodium, kobalt, koper, mangaan, molybdeen, nikkel, selenium, tin, vanadium en zink. Belangrijk om te weten is ook dat sporenelementen allesomvattende bestanddelen zijn van enzymen en van een aantal hormonen. Zowel de macro-elementen als de sporenelementen zijn even onmisbaar, doch van de hoofdmineralen zijn er meer nodig. Geen probleem want zij komen wel in grotere hoeveelheden in de voeding voor. Nu stelt er zich wel een groot probleem in de landbouw, want het gebruik van kunstmest, pesticiden en insecticiden veroorzaakt tekorten aan mineralen, terwijl het mineraalgehalte tevens afhankelijk is van de grond waarop de granen en groenten geteeld worden.
calciumopname uit vooral zure melkproducten aanzienlijk hoger ligt dan de opname uit kool. Chloor: Speelt een rol bij de spijsvertering en bevindt zich in zout en olijven. Geen nood: zet dagelijks zeezout ter beschikking en meng wekelijks olijfolie over het voer. Fosfor: Is noodzakelijk voor de normale structuur van de botten. Is aanwezig in granen, eivoer, zaden en beendermeel. Kalium: Reguleert de waterbalans en is per 100 gram aanwezig in groene erwten 1700 mg, in biergist 1500 mg, vollemelkpoeder 1250 mg, tarwekiemen 850 mg, in pindanoten, peterselie en spinazie telkens 700 mg, en in boerenkool 500 mg. Magnesium: Is voorradig in granen, peulen, zaden, donkergroene groenten, citroenen en appels. Natrium: Reguleert het lichaamsvocht. Zet elke dag wat zeezout ter beschikking en je zult merken hoe weinig duiven ervan pikken. Per 100 gram is 1250 mg natrium aanwezig in kaas, 400 mg in vollemelkpoeder, 100 mg in gedroogde biergist, 75 mg in rode wotelen, in boerenkool en melk 50 mg, in spinazie 25 mg, in groene erwten en groene kool telkens 10 mg. Zwavel: Is belangrijk ter bestrijding van infecties. Duiven die voldoende eiresten opnemen krijgen de nodige zwavel binnen. Andere natuurlijke bronnen zijn: groene koolsoorten, look, uien en eivoer.
Krijgen ze voldoende mineralen ?
En sporenelementen ?
Mineralen zijn alleszins noodzakelijk voor de goede opgroei van de winterjongen. Hoe het gesteld is met de aanwezigheid van mineralen in de opfokmengeling kunnen we nagaan aan de hand van enkele gegevens: Calcium: Zit in granen, soja, groenten en zuivelproducten. Elke dag boerenkool en een paar keer per week zuivelproducten is niet af te raden, waarbij op te merken valt dat de
Chroom: Baart geen zorgen want biergist en graanolie behoren tot de beste natuurlijke bronnen
Niet alle duiven zetten die brandstof even volledig om in energie. Een goede fondduif heeft een zuinige motor. Een voorbeeld. Veronderstel dat een doffer best presteert van 300 km. Een duivin is op haar best van 500 km. Die geschiktheden zitten ook op de genen. Wanneer we die twee duiven samen laten kweken, dan krijgen we jongen die van 400 km best presteren. Want 300 km + 500 km = 800 km en 800 km: 2 = 400 km. Die jongen gaan de geschiktheid om 400 km ook doorgeven in hun voortplantingscellen. Het resultaat van additieve vererving is zeer betrouwbaar. De invloed van het milieu is klein. Als we over vererving hebben, gaan we er steeds van uit dat het milieu goed is. Inteelt heeft bijna geen invloed op deze kenmerken. Best x best geeft de beste resultaten, ook bij kruising. Betere duiven inbrengen gaat het niveau van deze eigenschappen, met zekerheid omhoog halen. Kenmerken die additief vererven: - het doorzettingsvermogen, het niet afgeven - de nestliefde, algemeen een positieve eigenschap - het ontwikkelen van snelheid - het oriëntatievermogen, het slim zijn - vroeg of laat rijp zijn - de hoeveelheid rode bloedcellen (zij bevatten ijzer, ze vervoeren de zuurstof van de longen naar de spieren om er de stille verbranding op gang te houden) - het “wringer” zijn in de hand “Wringer” als aangeboren eigenschap... Prof. Anker beoordeelde het als een positieve eigenschap, tot 700 km. A. v.d. Hoek speelde geen zware fond. Toch had hij een voorliefde voor duiven die rustig in de hand lagen. Wel moesten ze alles gezien hebben. Onze tandem heeft toch ook al veel ervaring met hafovluchten. Ik verkiest ook het rustige type dat vrij gewillig de vleugel geeft. Louter persoonlijke voorkeuren? Is het mogelijk dat er goede stammen zijn die wringen en even goede die niet wringen in de hand? Nog additief. De doffer kan bij windstil weer 86 km/u. aanhouden. Zijn duivin haalt 90 km/u. (86+90=176 en 176:2=88). Hun jongen gaan mee aan 88 km/u. Leo voor duiven. Fluor: Maakt de botten krachtiger en bevindt zich in gefluorideerd drinkwater. IJzer: Is noodzakelijk voor de juiste stofwisseling van B-vitaminen, speelt een rol bij de groei, vergroot de weerstand tegen ziekten, maar geneest en voorkomt ook bloedarmoede ten gevolge van ijzergebrek. IJzer is te vinden in biergist (30 mg per 100 gram), granen, peterselie, tarwekiemen, peulvruchten, pinda’s, honing en donkere bladgroenten. Jodium: Verbrandt een teveel aan vetten en bevordert een juiste groei. Uien zijn goede bronnen, net als op jodiumrijke gronden geteelde groenten, melk en kaas, terwijl levertraan een zeer hoog gehalte aan jodium heeft. Kobalt: Is een mineraal dat deel uitmaakt van vitamine B12. Is essentieel voor de rode bloedcellen en verhindert het ontstaan van bloedarmoede. Te verkrijgen uit melk. Koper: Is nodig om het ijzer in het lichaam om te zetten in hemoglobine (de kleurstof der rode bloedlichaampjes) en voor de verwerking van vitamine C. Is aanwezig in erwten, tarwe en groene bladgroenten. Mangaan: Is nodig voor een goede botstructuur en belangrijk voor de vruchtbaarheid. Natuurlijke bronnen zijn groene bladgroenten, erwten, rode biet en eivoer. Molybdeen: Speelt een rol bij de stofwisseling van koolhydraten en vetten. Aanwezig in donkergroene bladgroenten, granen en peulvruchten. Selenium: Is een niet te vervangen bouwsteen van het afweersysteem. Te vinden in granen, bonen, erwten, tarwekiemen, uien, look en biergist. Zink: Bevordert de groei. De beste natuurlijke bronnen voor duiven zijn: tarwekiemen, eivoer, magere melkpoeder, groenten en eens te meer biergist. André Christiaens
DE DUIF - Nr. 52 - blz. 3
Het is waar Duiven die goede jongen gaven en ophouden met bevruchten is iets waar je niet vrolijk van wordt. Toch lijkt het me eerder een commercieel probleem dan een sportief. Van die oude rakkers moet je het veelal niet meer hebben, hun jongen zijn daarentegen vaak wel goed voor de handel. Meestal kweek je je betere duiven uit jongere ouders, jaarlingen zelfs, en nog vaker uit duiven waar je het niet van verwachtte. Natuurlijk moet je goed soort hebben en als je dat hebt kunnen de goede uit al je duiven rollen. En nog meer slechte natuurlijk.
KWEEKKOPPELS Ik schrijf vaker dat ik amper geloof in koppels waaruit (bijna) alleen goede komen. Als die al bestaan dan toch zeer zeldzaam. Ook heb ik de indruk dat hoe langer een koppel op elkaar staat hoe slechter hun jongen worden. Daarom dat veel topspelers omparen. Jaarlijks of zelfs meerdere keren per jaar. Als ik zo’n ‘kweekkoppel’ had waaruit bijna alleen goede zouden komen dan hield ik het bij dat ene koppel. Voor mijn part hoefde dat koppel ‘slechts’ 3 goede per jaar te geven. Want jaarlijks 3 echt goede? Stickers Donkers kweekt die misschien, Leo Heremans, Bosua destijds, Geerinkcx, Herbots, Veenstra en nog wat anderen maar dan houdt het echt wel op. Drie echt goede per jaar is immers 9 echt goede op 3 jaar. Wie kweekt die? Wie zich beledigd of aangesproken voelt mag zich melden. Ik bedoel daarmee de uitslagen van zijn tiende beste duif opsturen.
SCEPTISCH Kortom, met koppels die niets dan goud in de schotel werpen moet je bij mij niet afkomen. De praktijk is meestal als volgt: Het kweekkoppel maakt niet de goede duif maar de goede duif maakt het kweekkoppel. Daarmee bedoel ik dat niemand een koppel kan samen stellen waaruit later de goede duiven gaan rollen, het is omgekeerd. Je hebt ineens en onverwacht die goede en merkt dan ‘o, kom je uit die ouders’. Vervolgens laat je dat koppel meestal op elkaar staan, er kan nog wel eens een goede uitkomen maar dat zal eerder een uitzondering zijn. Als gouden koppels zouden bestaan heeft Danny Van Dyck straks de beste duiven van het land. Zijn 112 en 111 (broers) zijn supers maar ik durf er bijna vergif op innemen dat hij zulke uit dezelfde ouders nooit meer zal kweken. Natuurlijk zou ik er ook wel broers of zusters van willen vanwege meer kans maar zekerheid? Geen bestaan van. Moet de Pullenaar daarom de ouders maar scheiden? Je moet niets. Behalve sterven en belasting betalen. Ik zou ze trouwens ook samen laten al is dat tegen beter weten in.
TOCH Toch willen we dus dat die stokoude sterkhouders langer mee gaan. Ze krijgen vitamines, levertraan, soms zelfs een spuitje. Zelden helpt het. Soms hoor je dat je die niet mag scheiden. Langere tijd seksueel niet actief zijn zou de kans op bevruchten verminderen. Daarom laten sommigen ze ook in de winter samen. Effect heeft dat echter weinig. De winter met haar korte dagen vermindert sowieso het seksueel actief zijn. Ooit hoorde ik dat je zo’n oud koppel warm moet zetten bij het koppelen. Sceptisch en nuchter als ik ben schuddebolde ik van het lachen. Maar na wat ik zelf mee maak lach ik er niet meer mee!
EIGEN ONDERVINDING Zo had ik, nu 2 jaar geleden, zo’n oude rakker die niet meer bevruchtte. Ik had zo veel aan hem te danken dat ik hem niet graag ‘ruimde’.
(Klinkt anders dan de nek omdraaien, dat zeg je als LIEFHEBBER niet). Ik bracht hem naar R waar hij tot mijn verbazing goede eieren gaf. Veel aandacht schonk ik er niet aan tot het zich herhaalde. Weer goede eieren! Ik bracht nog van die oude rakkers naar R en de geschiedenis herhaalde zich. Enkelen er van bevruchtten ook daar wat ze op mijn hok niet meer deden. Tot ik absolute zekerheid wilde en een doffer van 1995 met zijn duivin op een apart hok werd gezet. En jawel hoor. Weer goede eieren. Schoonheden groeiden niet uit die eieren, maar ze kwamen wel degelijk uit die oude omdat er maar een paar op dat hok zat. En weet U waarover ik me nog meer verbaasde? De aangenaam warme temperatuur op dat hok. En op zo’n aangenaam hok zaten ook die andere duiven die opnieuw bevruchtten. Duiven die terug of langer bevruchten door ze op een warm hok te zetten? Ik geloof daar nu heilig in. Het lijkt meer effect te hebben dan medicijnen, poeders, spuiten of pillen.
OOK RESULTAAT En nu ik het toch over bevruchten heb, in Japan wees me een opkoper van Nationale winnaars me ooit op wat Nederlandse en Belgische Nationale winnaars en Nationale Asduiven die buiten op dak zaten. Het verbaasde me in hoge mate. Had hij die peperdure duiven vrij gelaten? Hij begreep mijn verbazing en begon te vertellen. Het waren duiven die niet meer bevruchtten, dus waardeloos. Omdat er toch niets te verliezen was liet hij ze met hun partners los, ongeveer de helft ging verloren maar van degene die niet verloren gingen zouden enkele weer spontaan bevruchten.
PROBLEEM Ik had het over die oude rakker van 95 die weer terug bevruchtte. Dat was goed nieuws maar tevens een probleem. Ik durfde diens jongen niet van de hand doen uit vrees dat men niet zou geloven dat ze echt uit die duif kwamen.
Tot een ‘believer’ zei er blij mee te zijn. Hij kreeg die jongen maar in een goede afloop geloof ik niet. Anders had ik ze zelf wel gehouden. Want
prima jongen uit duiven van 10 jaar of ouder? Die vind je op weinig hokken. Wel in verkoopprogramma’s en meer nog op internetsites. In het buitenland worden zelfs jongen verkocht uit duiven van 1990. Dat gaat me weer net iets te ver maar ik lach niet meer met mensen die beweren dat duiven langer bevruchten in een warme omgeving.
Ze zouden wel eens gelijk kunnen hebben.
VREEMD Overigens stel je soms merkwaardige zaken vast. Duiven die van ouderdom door hun poten zakken bevruchten soms nog. Jongere zeer vitaal ogende duiven doen dat soms niet meer. Klak had ooit een duif van 17 jaar die nog bevruchtte terwijl hij 3 zoons uit die duif had waarvan er niet een bevruchtte. Leg het maar eens uit. Ad Schaerlaeckens
DE DUIF - Nr. 52 - blz. 4
VAN OORLOG TOT KLEINKINDEREN aantrekken? Na het vierde leerjaar verlieten elk jaar enkele jongens de gemeenteschool. Met drie klasgenoten trok Rob naar de school van de broeders in een buurgemeente. Het moet voor de leerkrachten van de gemeenteschool niet aangenaam geweest zijn. Rob heeft altijd beseft dat die mensen hun werk eerlijk ter harte namen. Ontmoedigd liet het schoolhoofd die 7 en 8 onderwees, zich wel eens ontvallen: “Ja, ja, op de ‘grote’ school daar scheppen ze het met de pollepel erin...”
Bij de broeders Rob wordt zeventig... Onlangs zag hij een vrouw van zijn jaar door de straat stappen. Hij werd even stil; hij zag een oudje gaan... Ook Rob ondervindt dagelijks dat hij geen dertig meer is. Wel maakt hij nog plannen voor volgend jaar. Toch kijkt hij al eens meer achterom. Hij inventariseert en evalueert, meestal met een goed gevoel. Dat geeft dan weer kracht om verder te gaan.
Een vliegtuigcrash Hoe ver gaat het geheugen terug? Van de kleuterschool herinnert Rob zich niets meer. Onlangs werd er op Robs dorp langs een kleine binnenweg een gedenksteen onthuld. Daar is tijdens de Tweede Wereldoorlog een vliegtuig van de geallieerden ‘s nachts brandend neergestort. De zeven bemanningsleden kwamen om. Stil worden bij een gedenksteen... Familieleden van de slachtoffers, uit het Verenigd Koninkrijk en Canada, waren aanwezig, o.a. nog een zus van een van de doden. Een huldiging ruim 65 jaar na de feiten. Rob is blijkbaar niet de enige die achterom kijkt. Rob kon niet anders dan bij de onthulling ook aanwezig te zijn. Ruim vier jaar oud had hij de dag na de crash het wrak van het vliegtuig zien liggen. Wel vanop enige afstand want er liepen daar toen veel Duitse soldaten rond en die duldden geen pottenkijkers. Was hij dan niet bang? Niet echt, hij zat immers op de schouders van zijn vader. En die vader die nooit een vlieg kwaad deed, was nooit bang. Nadat de Duitsers verdwenen waren, hebben de dorpelingen nog een en ander kunnen “organiseren”. Zo liet Rob zich vertellen dat de wielen van het vliegtuig werden meegenomen om van het rubber van de banden zolen te snijden om schoenen te lappen, sterke zolen. Oorlogstijd... Veel herinnert Rob zich niet meer. Ooit kwamen twee Duitse soldaten per fiets bij hen thuis beleefd vragen om eieren te kopen. Ze hadden kippen zien lopen in het hok op het erf. In gedachten ziet Rob de Duitsers hun fietsen nog neerzetten. Robs moeder had geen eieren in voorraad. Die soldaten drongen niet aan en vervolgden hun weg. Toen is Rob wel even bang geweest. Zijn vader was waarschijnlijk op het veld. De V1’s, de vliegen bommen met het vlammetje achteraan, zochten het nabijgelegen station van Heist-op-den-Berg. Rob hoort zijn broertje nog roepen: “Moe, kel...!” Even later zaten ze samen met een paar buurkinderen in de kelder verscholen. Die kelder had een stevig betonnen gewelf. Onder dat gewelf heeft Rob ook een tijd geslapen. Een dikke laag stro onder het beddengoed. Rob en zijn broers sprongen onbezorgd van de trap in het bed... Kommerloze kindertijd... Rob herinnert zich nog de massa vliegtuigen die hun bommen in Nederland gingen droppen, een brug te ver... Hier zag de lucht er grijs van... En het terugtrekken van de bezetter... Rob lag samen met de halve straat van op de grachtkant te kijken. Op 150m passeerden de Duitsers over de grotere steenweg. Ook met opgeëiste paardenspannen en fietsen. Sommigen onder hen moeten nog helemaal in de war zijn geweest door die langste nacht in Normandië. De oorlog voorbij, een bevrijdend gevoel... Wel hadden Rob en zijn broers geleerd van die eenvoudige Duitse soldaten niet te haten. Voor 99 percent waren het zelf ook slachtoffers van de oorlog, van de waanzin van een besnorde gek... Robs vader had zijn zonen een beetje meevoelen aangekweekt. Robs grootvader langs vaders kant was veldwachter. Vandaar Rob van Staf van de garde. Rob heeft die grootvader niet meer gekend. Meer dan eens heeft Robs vader een voorval uit de Eerste Wereldoorlog aan zijn zonen verteld. Staf was 13 wanneer de Duitsers toen ongeordend terugtrokken. Twee jonge grijsjassen, hooguit 17 jaar oud, kwamen in de vooravond eens bij hen aankloppen. Uitgehongerd bedelden zij om voedsel: “Etwas zu essen, bitte?”... Toen zij het uniform van Robs grootvader zagen, wilden ze zich verlegen terugtrekken. De veldwachter gebruikte met de zijnen het avondmaal. Hij
R
stond recht en verzocht de soldaatjes mee aan te zitten. Die aten flink en zegden weinig. Wel herinnerde Staf zich nog het gevoelsgeladen “Wir gehen nach Mütti zurück...” Neen, Rob heeft niet leren haten. Elke oorlog, even waanzinnig... Grootste slachtoffers: het gewone volk.
Leen, doos, wol... Juffrouw Anna was van ‘t dorp. Zij had het eerste en het tweede leerjaar van de gemeentelijke jongensschool onder haar hoede. Zij leerde Rob lezen. Herinner jij misschien ook nog de platen met Leen, doos, wol...? Rob ging graag naar juffrouw Anna en leerde flink lezen, rekenen en schrijven. Vanaf het eerste leerjaar kreeg hij als primus de mooiste prijsboeken aan het einde van het schooljaar. Die boeken betekenden een schat voor hem. De oorlog was voorbij. De handel trok zich terug op de gang. Door Robs straat kwam een reclamewagen voor pudding. “De drie Molens.” De geluidsinstallatie lokte de kinderen die een speeltje kregen. Rob bood zich aan met een paar buurkinderen. Maar hij kreeg niets... De man op de wagen beweerde dat Rob voor de tweede maal kwam. Het kinderlijk verdriet om zoveel onrecht was groot. Rob werd door zijn moeder geduldig getroost. Hij hoopt nu nog dat de uitdeler niet uit sadisme handelde... Rob was zeven toen hij eens van school weerkeerde. In 1947 zorgde een erg droge periode ervoor dat er bijna geen water meer stond in hun 5m-diepe waterput. Op een zondagmiddag werd de put verdiept met de hulp van een putdelver. Een extra betonnen buis werd in de grond gewerkt. Robs vader had veel gezweet. De volgende morgen had hij erge buikpijnen. Toen Rob bijna thuis was, riep een buurman hem toe dat zijn vader weg was. Rob raakte door schrik bevangen. Was zijn vader misschien gestorven? Hij ging rechts van de straat lopen om vlugger hun huis te zien. Oef, er stond geen kruis ! Zijn vader was in allerijl door de huisdokter naar de kliniek gevoerd (13km) en was daar hoogdringend geopereerd, appendicitis. Penicilline, een nieuw fantastisch geneesmiddel, voorkwam toen verwikkelingen. De “Kleine Meester”, ouder dan Juf Anna maar ook nog vrijgezel, hield klas 3 en 4. Rob heeft dikwijls nieuwsgierig opgekeken en geluisterd, wanneer die twee bij de aanvang van de speeltijd Frans met elkaar praatten. Neen, zij werden geen paar. Juffrouw Anna trouwde met een boer van ‘t dorp en stopte met lesgeven, om zich helemaal te kunnen wijden aan de 3 K’s: kerk, kinderen en keuken. Dat was toen nog heel gewoon. Juffrouw Anna wilde het zelf zo. In het vierde leerjaar kreeg Rob het aan de stok met een gezonde jongen uit zijn buurt. Die twee vochten soms gemeend op de speelplaats van de school, om het leiderschap in de groep. Meer dan eens sneuvelde een plukje haren of liepen de vechtersbazen met blauwe plekken. Oei, oei, oei...? Daar is niets van overgebleven. Wanneer Rob nu zijn tegenspeler soms tegenkomt, wordt er joviaal gegroet. Soms denkt Rob dat alle grote voetbalstadions over een aparte weide zouden moeten beschikken voor de hooligans. Wie wil knokken naar de weide! Een teeveezender die daar één beeld van toont, verliest zijn uitzendrechten. Ook geen verslagen in de kranten. Doodzwijgen. Die “Kleine Meester” was muzikaal en haalde voor de zanglessen zijn viool wel eens uit haar koffertje. De snotapen bewonderden hem dan. Hij was streng. Hij durfde wel eens zijn rieten stokje hanteren. Maar hij bezat ook een heel bijzondere manier om te belonen. Hij had een personenwagen. Om naar de meisjes te rijden, zegden de jaloerse kwezels. Er waren er toen nog niet veel die een auto hadden. Een paar keren per jaar mochten enkele leerlingen met hem meerijden naar het Albertkanaal om daar dan een uurtje naar de binnenschepen te kijken. Wat genoten die rakkers! Het werd Robs eerste autotocht die hij zich nog goed herinnert. Toen hij in die vierde klas zat zei Rob thuis dat hij graag schoolmeester wilde worden. Toch vond Rob tot op heden niet veel gelijkenissen met de “Kleine”. Zijn het de tegenpolen die
In de vijfde klas moest hij daar eens een tekening maken van hun huis. Robs vader was een keuterboer en zijn armoedig stulpje gaf onderdak aan de vrouw en drie kinderen, vier koeien, een paard, een paar varkens... De meester had aan Rob voorzichtig iets gevraagd. “Zeker meester, wat je in die voorgevel ziet is een stalvenster...” De volgende zondagmiddag wandelde de meester met zijn jong gezin door de straat... Rob hield op ongedwongen kind te zijn. Misschien was hij wel eens meer beschaamd om hun armoedig huis. Chris de Stoop, de journalist die o.a. “Ze zijn zo lief, meneer” schreef, is ook de schrijver van “De Bres”. Hij geeft daarin de teloorgang van zijn geboortedorp, een polderdorp, weer. Hij bekent erin dat toen hij in Leuven studeerde, hij beschaamd was om zijn boerenafkomst. Maar later, schrijft hij, was de schaamte om die schaamte nog groter... Rob is ook allang fier op zijn ouders die hem toch de kans gaven om hoger onderwijs af te maken. Zijn ouders leefden voor hun kinderen... Rob volgde nog lager onderwijs tot en met het achtste leerjaar. In dat laatste jaar kreeg hij les van een broeder. Een Gentenaar met een hoge dunk van zichzelf die neerkeek op elke Heistenaar. Geen gewone... hij beoordeelde dictees naar het aantal goed geschreven letters! De punten lagen dan uiteraard hoog. Rob beleefde zijn ontluikende puberteit. Het boterde niet tussen de broeder en Rob. Zekere keer had Rob echt gezocht naar de oplossing van een moeilijke huistaakopgave, iets i.v.m. Meetkunde. Onderweg naar school viel Robs euro. Die huistaak werd achteraf besproken, maar die moeilijke opgave... Rob hield zich gedeisd. De broeder vond dat er te weinig gegevens waren om die op te lossen. Rob vroeg of hij mocht proberen. Hij ging naar het bord en presenteerde de oplossing. Er ontstond hoogspanning... Rob is daarover niet echt fier. Was Robs puberteit de oorzaak ? Toch denkt Rob dat hij 55 jaar later, zonder last van de puberteit, nog niet zou kunnen overeenkomen met zo’n verwaand heerschap. Na 1 jaar beseften zijn oversten dat de broeder op die simpele Heistenaren was uitgekeken... De directeur was ook een broeder, een rijzige figuur met een fijnbesneden gelaat. Ooit moest Rob iets afhalen op zijn bureel. De directeur prees Rob om zijn schoolse prestaties... en gaf Rob een korte knuffel. Rob vond dat wel niet gewoon maar nu nog ziet hij er niet meer achter. Toch werd de broeder later door sommigen van pedofilie verdacht. Rob had thuis ook knuffels gekregen. Maar er waren gezinnen waar elk lichamelijk contact taboe was, tot hoogst verwerpelijk. Laat daar een 11-jarige jongen thuiskomen die vertelt dat de directeur hem heeft vastgepakt. Alles is relatief...
Naar de kweekschool In Vlaanderen heette ze normaalschool. Nu zijn het hogere pedagogische instituten. Rob mocht voor onderwijzer studeren en ervaarde dat als een voorrecht. Er was maar één voorwaarde: hij mocht geen jaar overdoen. Dat was Rob ook niet zinnens. Misschien was zijn vader een beetje bang dat hij zou gaan pierewaaien... Wanneer de tram, later de bus, vertraging had, dan moest Rob langs het bureel van de directeur. Die kanunnik was een heel deftig iemand, een aristocraat. In zijn bureel hing altijd een nevel van sigarenrook. Op de speelplaats mochten ook de 14-jarigen roken. Rob heeft er bijna 50 jaar over gedaan om te stoppen met roken... Er was de “Spons”, priester-leraar die natuurwetenschappen onderwees. Na de les, waarin de zoveelste proef was mislukt, rolde de “Spons” rustig zijn sigaret. Meer het arbeiderstype... Terwijl hij zo weer eens een sjekkie draaide, deed hij een uitspraak die Rob is bijgebleven. Normalisten mochten niet verwachten dat zij als onderwijzer rijk zouden worden. Zij zouden wel waardig kunnen leven... Meer moest dat van Rob niet worden. Het priesterkleed van de “Spons” was geen reclame voor het celibaat. Later heeft hij een vrouw gevonden die voor zijn kleren ging zorgen. Eén van die vele uittredingen. Hoe lang blijft die celibaatseis nog
overeind...? Eén voorval herinnert Rob zich nog goed. Tijdens het tweede jaar, studenten van 16, 17 jaar, haalde een leraar een blote meidenblad uit een boekentas van een student. De straf was overdreven zwaar: “Buiten, voorgoed!” In “Voor de open poort” schreef Ernest Claes over de tijd dat hij ongeveer 17 was, aanvang vorige eeuw. Hij zat op een katholiek internaat. De puberteit stormde in hem. Er waren priester-leraren die het merkten. Zij susten, woordeloos. Er kon geen woord over gesproken worden. Rob zat meer dan 50 jaar later aan de normaalschool en nog kon er niet gepraat worden. En... je kon het die leraren niet altijd kwalijk nemen. Zij waren er niet op voorbereid. Zij noemden in hun eigen leven de dingen ook niet bij de naam. Daarna beleefde Rob een kantelperiode. Hij zegt wel eens dat hij met het ene been in de oude tijd stond, die van donderpreken op de kansel. Met het andere been kwam hij in de nieuwe tijd. Verzeilen we nu niet in het andere uiterste...? In het voorlaatste jaar haalde Jantje, een beetje een salontypetje, meer punten dan Rob. Robs broer was bij het leger en Rob werkte thuis ongedwongen nog meer op het boerderijtje. Maar bij het eindexamen was Rob weer primus. Wil hij daarmee opscheppen? Nee, hij wil iets illustreren. De sigarenrook in het bureel van de directeur was deels afkomstig van schenkingen van Jantjes vader, een handelaar in aardappelen, meststoffen... Robs vader, de keuterboer, is eenmaal mee naar de normaalschool geweest, bij de diploma-uitreiking. Zijn zoon mocht er namens 46 studenten de afscheidsrede uitspreken. Rob wist dat zijn vader in stilte apetrots was. En Robs moeder die had ervoor gezorgd dat Rob steeds stipt het schoolgeld meehad, wel zonder schenkingen. Rob was geen flemer, ook geen blokbeest. Hij sleepte bij een onverwachte overhoring ook wel eens een 0 (nul) in de wacht. Na een schooluitstap mocht hij met enkele makkers blijven nawandelen op de speelplaats, omdat zij na een vermoeiende wandeling van grote dorst een pot hadden durven pakken in een deftige inspanning. Maar moet je soms de moeders, vooral de moeders, van een mislukte student eens horen. De lieve kinderen primeren, die leraar had een pik op ons kind, je moet de school gul steunen... Ja, Rob weet best dat onderwijzenden ook maar mensen zijn.
Op de trede Rob vond onmiddellijk een job, dichtbij huis, aan een doodbloedende parochiale jongensschool, slechts 4 klassen... Hij startte in 5 en 6, een graadklas. Na zijn legerdienst probeerde hij over te stappen naar de “grote” school die hij zelf nog had bezocht. Men liet hem niet gaan. Hij was dadelijk vast benoemd geworden, wat toen nog kon. Hij was de eerste man met een vaste betrekking aan die jongensschool die ooit gestart was als privéschool, geleid door gezusters onderwijzeressen. Rob was 23 toen hij verantwoordelijke werd. Het volgende jaar telde het schooltje 6 klassen en had Rob 5 mannelijke collega’s. Nooit heeft hij nog spijt gehad dat hij aan die kleine school verbonden bleef. Het heeft hem beïnvloed. Zeventien jaar lang heeft hij mogen samenwerken met diezelfde 5 collega’s, als mensen en als onderwijzers zeer verschillend, maar allen met voldoende boerenverstand om aan hetzelfde zeel te blijven trekken, om de boel niet te verpesten. Voor het schooltje moesten zij pompen of verzuipen: zij lagen op een boogscheut van het college met lagere afdeling (vroeger broeders) en even dicht bij het atheneum. Rob werkte in de regel elke avond voor de school. Het zesklassig schooltje hield stand. Ontmoet Rob een oud-collega dan voelen zij nog die hechte collegialiteit. Rob kreeg meermaals een schouderklop. Soms vraagt hij zich nu wel eens lachend af waarom de premies en bonussen zijn uitgebleven. Het oude schooltje was met versleten cementpannen bedekt. Ooit heeft Rob een woensdagnamiddag rondgereden om een stielman te vinden om een paar dakpannen te vervangen. Hij kroop mee onder het dak en na volgende stormen knapte hij het karwei zelf op. Was er ergens een slot dat piepte dan werd het wel aan Rob gemeld en die trachtte te verhelpen... In het eerste leerjaar had een ventje in zijn broek gedaan... Rob merkte dat zijn collega er erg verveeld mee zat. Hij heeft zelf het jongetje verschoond. Jawel, hij heeft wel eens gekokhalsd... Ooit kreeg Rob de verificateur onaangemeld op school om te boekhouding te controleren. Rob zette zijn rakkers aan ‘t werk, stelde de verificateur als toezichthouder aan en haalde thuis de boekhouding op... Was Rob een strenge? Ooit weigerde hij eens een ongeval dat geen werkongeval was, als
DE DUIF - Nr. 52 - blz. 5 dusdanig op te maken. Maar toen dezelfde collega in scheidingsperikelen eens een maandag niet op school verscheen, vergat Rob die afwezigheid te melden. Rob werd duivenmelker na zijn dertigste. Ook hij beleefde wel eens een moeilijke dag met zijn elfjarige leerlingen. Op het hok herademde hij dan. Ooit luisterde hij twee uren naar een hoogdravende uiteenzetting van een hoofdinspecteur die nog weinig voeling had met de klas. Bij de duiven vond Rob zijn evenwicht terug. Zijn duiven haalden successen op de snelheid en op de halve fond. Grote ambities had hij nooit. Hij korfde bijna uitsluitend in op het eigen dorp, onder vrienden. Zijn vaste kompanen zijn al een tijdje overleden, spijtig... Op school kreeg hij als veertiger een paar maal de kans om van zijn klas te verhuizen naar het bureel van de directeur zonder klas. De jongens- en de meisjesschool was gefusioneerd. Hij bedankte. Hij wilde geen afstand doen van de leerlingen vóór zich. Een beetje meer aan-
zien, een beetje meer loon, deed hem niet verzaken aan zichzelf.
Kersttijd 2009 Een crisistijd... De mensen die hun job verloren of verliezen, lijden er erg onder. Rob heeft altijd als vastbenoemde gewerkt. Hij beseft dat hij zich in een voordeelpositie bevond. Tegen lieden die van hun vaste aanstelling misbruik maken, moet kunnen opgetreden worden. De crisis van de dertiger jaren was nog veel ongenadiger. De werklozensteun stelde nog niet veel voor. Toen de bank van de Boerenbond crashte, was de grootvader van Rob veel geld kwijt, voorgoed. Robs vader had meerdere jaren buitenshuis gewerkt en trouw het grootste deel van zijn loon afgegeven. Dat was toen heel gewoon. Hij wilde voor de rest van zijn leven geen enkele band meer met een bank of een spaarkas. Dat verklaart mee de schamele doening waarin hij leefde... Hopelijk herstelt de economie zich gestaag. Hopelijk vinden alle men-
De Snelle Duif, Okselaar Kampioenschappen 2009
Grote snelheid Oude duiven: 1 Backx Hubert, Okselaar, 2 Saenen Willy, 3 Van Oosterwijck Felix, 4 Jacobs Francois, 5 Van Den Eynde Staf. Jaarduiven: 1 Backx Hubert, Okselaar, 2 Janssens Jozef, 3 Thielens Francois, 4 Jacobs Francois, 5 Van Den Eynde Staf. Jongen duiven: 1 Plu Felix, Tessenderlo, 2 Backx Hubert, 3 Schroven Jean, 4 Verstreken Maurits, 5 Van Gelder Roger, 6 Saenen Willy, 7 Jacobs Francois, 8 Van den Eynde Staf, 9 Janssens Jozef, 10 Thielens Francois. Algemeen kampioen + keizer: Backx Hubert, Okselaar. Asduif oude: 2260004/04 Backx Hubert, asduif jaarse: 2069904/08 Backx Hubert, asduif jonge: 2103948/09 Backx Hubert. Halve fond Oude duiven: 1 Schroeven-Hermans, Molenstede, 2 Van Oosterwijck Felix, 3 Clijnen Maurits, 4 Bours Peter, 5 Carlier-
Jacobs. Jaarduiven: 1 Schroeven-Hermans, Molenstede, 2 Van Oosterwijck Felix, 3 Van Den Eynde Staf, 4 Bours Peter, 5 Thielens Francois. Jonge duiven: 1 Van Den Eynde Staf, Okselaar, 2 Bours Peter, 3 Van Oosterwijck Felix, 4 Schroeven-Hermans, 5 Beckx Silvain, 6 Peeters Flor. Algemeen kampioen halve fond: Schroeven-Hermans, Molenstede. Asduiven halve fond oude: SchroevenHermans 2098795/07, jaarse: SchroevenHermans 2060715/08, jonge duiven: Bours Peter 2104320/09. Kampioen All-Round: Van Oosterwijck Felix, Zichem. Eindstand criterium kleine snelheid: 1 Roger Van Gelder, Okselaar, 2 Francois Jacobs. Swa
sen opnieuw werk, werk dat ze graag doen en mee zin geeft aan het leven.
En Rob geniet van zijn pensioen. Hij verzorgt een paar tuinen, helpt wat in huis en is met zijn duiven begaan. Rond Kerstmis worden vele jongen geboren. Ideale tijd van nieuw leven. Rob geniet van zijn kleinkinderen. Kinderen krijgen veel aandacht. Onze vrouwelijke topsporters, de twee Kims en Tia, gaven het voorbeeld. Op het toppunt van hun carrière haakten ze af. Zij verzaakten bewust aan het poen scheppen om moeder te worden. Zij verschenen bij de koning met hun baby. Chapeau ! Peter Koelewijns nieuwe song: Alles wat van waarde is, is weerloos... De twee kinderen en vijf kleinkinderen van Rob komen nog geregeld bij oma en opa eten. Cédric en Jelle zijn ongeveer vier. Na het eten wordt er nog even gebabbeld. Dikwijls razen die twee deugnieten dan op hun loopfietsje rond de keukentafel. Rob is dan ook in de keuken. Spijtig, ze worden te snel groot... Zalig Kerstfeest! Gelukkig Nieuwjaar! Leo
Gouden Duif Junior 2009 1. JULIAN + FYNN JANSSEN, KLEVE (D) 3 vermeldingen, coëff. 5,45 25.4 Marche 3917 d.: 10, 11, 12 09.5 Rethel 3701 d.: 7, 8, 24 25.7 Chateauroux 1487 d.: 26, 27 2. KOBE HERBOTS, VELM 3 vermeldingen, coëff. 13,76 27.9 Macquenoise 92 d.: 1, 2, 3 15.8 Angerville 424 d.: 1, 10, 13 08.8 Argenton 3217 d.: 6, 45 3. PEETERS-KERKHOFS, NIJLEN 3 vermeldingen, coëff. 37,09 06.9 Quievrain 582 d.: 6, 18, 20 23.5 Bourges 8508 d.: 85, 116, 1095 27.6 Argenton 21.092 d.: 265, 2753 4. Daan Rego, Wijer 5. Harm van de Wiel, Riethoven (NL) 6. Liesl Laremans, Veerle 7. Marc van Venrooij, Deurne (NL) 8. Corjan Tiggelman, Middelharnis (NL) 9. Tobias Hofland, Goch (D) 10. Jordi Van der Linden, Hoboken 11. Eva De Schutter, Pulderbos 12. Mike + Jonas Verboven, Veerle
3 verm., coëff. 39,75 3 verm., coëff. 40,72 3 verm., coëff. 126,35 2 verm., coëff. 4,45 1 verm., coëff. 2,89 1 verm., coëff. 6,18 1 verm., coëff. 14,61 1 verm., coëff. 25,65 1 verm., coëff. 75,94
In memoriam Jan van Hout Zaterdag jl. overleed op 62-jarige leeftijd onze goede vriend Jan van Hout. Ofschoon Jan al jaren kampte met grote grote gezondheidsproblemen, kwam het bericht toch nog onverwacht. Want hoe dikwijls eerder niet dachten we al dat het fout zou gaan. Toch knokte Jan zich er dankzij zijn ijzeren wil telkens weer doorheen. Zijn liefde voor zijn gezin en zijn ongelooflijke passie voor de duivensport speelden daarbij een grote rol. Dat hij na zijn gedwongen verkoop 3 jaar geleden toch weer begon, kwam enkel omdat hij gewoon niet zonder duiven kon. En het leek wel of hij, hoe moeilijker het fysiek ging, hoe fanatieker hij werd. Mede dankzij de hulp van vrienden speelde hij dan ook een formidabel seizoen 2009. Ook in bestuurlijk opzicht maakte Jan zich gedurende vele jaren verdienstelijk voor de duivensport en was hij o.a. tot zijn overlijden meer dan 25 jaar een bekwaam en toegewijd penningmeester voor de CC Eindhoven. Twee jaar terug werd hij daarvoor terecht beloond met de gouden speld van verdienste. Ook voor De Duif en voor ons persoonlijk verrichtte Jan gedurende vele jaren heel wat werk. Met het heengaan van Jan van Hout verliezen we een duivenman zoals er niet veel rondlopen. We zullen hem missen. Echtgenote Mia, de kinderen Richard en Chantal en de kleinkinderen Cally en Jay wensen we enorm veel sterkte met dit veel te vroege heengaan van hun echtgenoot, vader, en opa. Jan Hermans
De afscheidsdienst voor Jan wordt gehouden op donderdag 24 december om 11.00 uur in de Luxzaal van crematorium Rijtackers, Anthony Fokkerweg 150 te Eindhoven. Samenkomst vanaf 10.30 uur in de ontvangkamer van het crematorium, waar gelegenheid is tot schriftelijk condoleren. U kunt persoonlijk afscheid nemen van Jan op woensdag 23 december van 19.00 tot 19.45 uur en donderdag 24 december van 9.45 tot 10.15 uur in het uitvaartcentrum van Dela bij eerdergenoemd crematorium.
DE DUIF - Nr. 52 - blz. 6
Dubbelinterview: Wil de ware weldoener opstaan? Praten met Sinterklaas en de Kerstman over mensen en duiven Vervolg van blz. 1 DD Sint
DD Sint
Santa
DD Sint DD Sint
DD Santa
DD Sint
DD Santa
DD Santa
DD Sint
Santa DD Sint
Santa
Bestaan jullie eigenlijk ook de rest van het jaar? Een beetje een vreemde vraag. Hoe kom je er eigenlijk bij? Je kunt net zo goed vragen of er ook buiten het duivenseizoen duivenmelkers bestaan... Natuurlijk bestaan wij voltijds, al zijn we wel vooral in beeld als het onze feestperiode is. Trouwens ik kan me niet permitteren om 10 maanden niet te bestaan: ik heb die tijd meer dan nodig om de productie van speelgoed op te volgen en om de mensen - de kinderen dan vooral - te observeren. Het is in het stille seizoen dat je het echte seizoen moet voorbereiden. Klopt het dat je dan vooral in Spanje bent? Ja en neen. Ik ben ook in de hemel. Enfin ik bedoel, Spanje is voor mij de hemel op aarde, het vakantieparadijs, zeg maar. En daar is mijn thuisbasis. Maar euh... de Kerstman mag ook wat zeggen. Hohoho, dank je Klaas. Voor mij is Spanje te warm. Met mijn dikke kleren aan voel ik me veel beter in mijn sas in het hoge Noorden. Maar met de klimaatverandering moet ik misschien wel aan uitwijken gaan denken. Mijn ateliers aan de Noordpool zijn nu al maar half zo groot meer. Zijn jullie eigenlijk vrienden? collega’s? of zijn jullie concurrenten? Mag ik een vergelijking maken? Tuurlijk... Wij zijn uiteraard vrienden en collega’s. Maar toch ook een beetje concurrenten. Vergelijk het met duivenkampioenen... dat zijn ook dikke vrienden op kampioenendagen, maar als het erop aan komt staan ze toch liefst zelf in de belangstelling. De andere mag dan wel de tweede prijs hebben, snap je? Zo is dat ook een beetje bij ons. Maar jullie zijn toch heilig ? Vanwaar dat tikkeltje jaloezie? Sorry hoor, maar enkel de Sint is heilig. Ik ben eigenlijk een vrij mondaine figuur, zelfs een beetje heidens. Maar om op je vraag te antwoorden: zowaar ik Santa Claus heet, wij zijn niet jaloers van elkaar, maar we blijven elk op ons terrein. We lopen elkaar niet voor de voeten. Hij krijgt november en begin december... enne de rest van december is voor mij. De Sint doet meer de kinderen en ik ben meer allround... Zo doen we het nu al eeuwen. Hoe lang eigenlijk al? Ik ben begonnen als bisschop in Myra - een stadje in Turkije - rond de jaren 300. Omdat ik links en rechts een mirakel deed, heeft de paus mij heilig verklaard; een beetje zoals nu recent mijn hemelse vriend en grote Belg Damiaan. Om de mensen hiervoor te bedanken ben ik zo rond 1850 begonnen met snoep te brengen naar de kinderen. Maar omdat kinderen nu toch al het hele jaar snoepen ben ik meer en meer overgeschakeld op speelgoed. Dat is minder slecht voor de tanden. Toch als je het juist gebruikt. En jij Santa? Ho, ik weet niet of ik dat hier allemaal mag vertellen... Ik ben eigenlijk begonnen als een Amerikaanse Sinterklaas bij geëmigreerde Vlamingen en Nederlanders, weet je wel. “Santa Claus” klonk dat ginder in de oren van de Amerikanen. En vermits West-Europa altijd alles na-aapt van de Amerikanen, werd ik een paar jaar later terug geïmporteerd, weliswaar met heel wat Amerikaanse aanpassingen aan mijn kostuum en mijn gewoontes en attributen. Hier werd ik dan de Kerstman, Père Noël, Father Christmas enz. maar eigenlijk “made in the USA”. Hoe moeten de lezers zich deze import voorstellen? Kwam jij dan zelf naar hier met de boot ? met het vliegtuig? Hohoho! Veel simpeler: gewoon via de film en de televisie. Ik besta bij de gratie van de media... en van sponsor Coca Cola wiens kleuren ik tot vandaag draag. Dat moest voor de commercials en dat is zo gebleven. En wat is jouw relatie met de media, Sinterklaas? Ik moet een beetje opletten met mijn antwoord he, want je trapt rap op iemands tenen. En een gazet bijvoorbeeld kan iemand nogal snel maken of kraken... soms louter willekeurig, soms uit rancune, soms gewoon om interessant te doen. Dat kennen jullie toch ook in de duivensport ? Ik sta dus liever met iedereen op goede voet. Maar om te vergelijken met Claus kan ik wel zeggen dat er over mij véél minder films gemaakt worden. Ik ben minder romantisch inspirerend blijkbaar... maar wel razend populair op tv. Mijn aankomst in de Lage Landen bijvoorbeeld wordt jaarlijks in het lang en breed op het scherm gebracht en ik treed ook regelmatig op in populaire shows. Ik heb dan wel eens concurrentie van sprekende honden en zo, maar globaal gezien mag ik niet klagen. Er zijn ook veel meer liedjes over mij dan over de Kerstman. Ik denk eigenlijk dat ik veel populairder ben dan mijn wereldse collega hier naast mij. Tot spijt... (onderbreekt de Sint een beetje geprikkeld) Denken staat vrij. Je hebt wel niet veel last van nederigheid. Sinterklaas, kom jij soms op kampioenendagen van de duivensport? Het gebeurt, maar zelden en ik vraag er zelf niet naar. Duivenmelkers zijn soms een raar volkske. Als ik daar dan al eens op een podium sta, kijken die mensen (zeker de mannen) nauwelijks op: ze blijven met elkaar praten en hun keel smeren met een frisse pint, of ze lezen hun krant, of ze gaan rap eens naar het toilet. Ik sta daar meestal als een zwarte Piet Snot. Zou het kunnen aan de saaie Pieten liggen die je meebrengt ? Heb je al eens geprobeerd met Zwarte Pieterinnekes? Succes verzekerd, zeker als je ze wat laat
Sint
Santa
DD
Sint
dansen en je ze niet te warm kleedt. Waarom heb ik daar zelf nog niet aan gedacht. Misschien krijg ik die melker zo beter op dreef. Want begrijp me wel: ik heb niets tegen de duivenmelkers, integendeel ik heb ze zelfs heel graag... Ik draag ze een warm ha... Santa (onderbreekt de Sint nogal vurig) Ja, maar dát kan ik nu eens best geloven ! Daar moet je geen tekening bij maken... DD (een beetje verveeld met de plotse heftigheid van het gesprek:) Wat bedoel je, Kerstman? Santa Hohoho! Ik wil hier wel geen boel hé... DD Nu maak je ons wel erg nieuwsgierig? Als je A zegt, moet je ook B zeggen... Santa Vooruit dan... Klaas, je aanhang is groot hé bij de duivenmelkers... Maar ik weet hoe dat komt... Hét grote probleem in de duivensport is volgens mij precies dat veel te veel melkers in Sinterklaas geloven... Lange stilte... Sint (niet begrijpend...) En wat zou dáár mis mee kunnen zijn....? Santa Tja, ik zie al dat jij niet vaak de leerrijke artikels leest in De Duif. Daar staat dat toch week op week te lezen: “teveel melkers geloven in Sinterklaas”. Maar je moet dat niet te persoonlijk nemen hé; ik zie dat je nogal rood aanloopt. En zo letterlijk staat dat er ook niet hé... Zeg... een Kerstman moet hier nogal zijn woorden wikken en wegen. Sint Ik kan eigenlijk echt niet goed volgen. Wat heb ík daar mee te maken? Santa Maar niets persoonlijks. Ik heb dat toch meteen gezegd... Daarmee wordt gewoon bedoeld dat de gemiddelde duivenmelker een beetje naïef is, te veel in sprookjes gelooft. Sint (toch een beetje geërgerd...) Nog beter! Dank je voor het compliment. En wat zijn die sprookjes zoal? Santa (tegen DD) Spreek me tegen als ik mis ben hé... (terug tegen Sinterklaas) Ho bijvoorbeeld het blinde geloof dat elke duif die je bij een kampioen koopt een goede is, terwijl die kampioen zelf hemel en aarde verzet om af en toe een goede te kweken. Of de verering voor opgepoetste pedigrees... Of het geloof dat je van een mindere duif een goede kunt maken als je maar het juiste product hebt, als je maar het “geheim van de kampioenen kent”, zeg maar. Sint Ja maar wacht eens even... Zo rap moet je dat laatste niet afschrijven... Ik heb immers wél mijn adressen waar ik elk jaar een paar flesjes “Divine Elixir” moet leveren. (verbaasde blikken alom...) Kennen jullie dat niet? Dat is het drankje waarmee de Heilige Geest zijn conditie op peil houdt. Santa Claus spert zijn ogen wijd open en probeert de draagwijdte van wat de Sint hier verklapt in te schatten... DD Aha, ik leer hier ook nog iets bij. Je mag natuurlijk geen namen noemen zeker.... De lezer zou nochtans maar al te graag vernemen wie allemaal dat hemels spul gebruiken... en vooral waar je het kunt krijgen... Sint Natuurlijk noem ik geen namen. Een beetje de privacy respecteren hé. Maar op eenvoudige vraag, lever ik dat product wel aan gelijk wie hé. Ikzelf kies er geen favorieten uit, believe me... Ik kan er wel niets aan doen dat sommigen niét in Sinterklaas geloven... Mijn spreekwoord - speciaal voor de duivenmelkers - luidt: “Vraag het aan de Sint. Wie niet vraagt, niet wint”. Nu zit de Kerstman helemaal op zijn paard (gewoonlijk is dat de Sint, red.). Santa (met enige twijfel in zijn stem...) Ben je er nu eigenlijk mee aan het lachen? Sint Heb jij de Sint al ooit eens zien lachen? Ik ben zoals altijd doodserieus, niet zoals jij trouwens met je soms onuitstaanbare “Ho ho ho”. DD Laten we het gesprek op een ander onderwerp brengen, want ik wil jullie hier niet verder tegen elkaar opzetten... Ik ging er vanuit dat jullie elkaar graag mochten en dat jullie eigenlijk dezelfde missie hebben... Maar blijkbaar zit een nauwe samenwerking of een fusie tussen jullie beiden er niet direct in. Santa Een fusie? Neen. Wij doen elk ons ding op onze manier en we proberen elkaar niet in de weg te lopen. Wat we zelf doen, doen we beter. We zijn allebei kindervrienden, vrijgevig en wat je maar wil, maar een fusie, neen, dat zit er niet in. Dat zou een verarming zijn. Ook voor de middenstand. Sint
DD Sint
DD Sint
DD Santa
DD Santa Sint
DD Sint DD Santa
DD Klaas
DD
Vind ik ook en ik bedoel het niet persoonlijk hé Claus. Trouwens die versnippering heb je ook bij jullie in de duivensport: al die bonden en bondjes, al die verschillende organisatoren, al die verschillende wedstrijden, al die tegengestelde belangen. En dat terwijl de duivensport eigenlijk achteruit gaat en lijdt onder de vergrijzing... Een beetje meer op één lijn staan, wat samenwerking zou de duivensport wel goed doen... Hohoho Klaas, ben je nu niet teveel op mijn terrein bezig? Ik ben toch degene die ruziënde broers met Kerstmis weer samen brengt, die gezinnen op een witte Kerstavond verenigt, die de armen op kerstavond heel even laat delen in de weelde van de rijken. Ik heb nog nooit van een “Vredevol Sinterklaasfeest” gehoord. Vrede op aarde en mensen dichter bij elkaar brengen is mijn domein, punt. Ik heb liever dat jij je daar niet gaat mee moeien. (nogal verveeld met het feit dat het gesprek weer wat bitsiger wordt...en in de hoop de aandacht helemaal te verleggen) Zeg eens Sint, leeft de duif van de Ark van Noë nog? Ha “den Ouwe Zondvloed”, bedoel je? Maar man, die is al eeuwen dood. Bevruchtte niet meer. En hij was ook niet reglementair geringd. Maar Noë heeft de duif wel laten opzetten en ze staat nu op zijn nachtkastje, met olijftakje en al. Volgens Dan Brown stammen de Vandeveldes en via hem de Cattrysses er nog van af, maar volgens mij is daar veel fantasie bij. Zijn er eigenlijk veel duivenmelkers in de hemel? Ja, maar vooral de kleintjes. Om de één of andere reden zijn er weinig groten die in de hemel geraken. Je kunt blijkbaar niet alles hebben in het leven. Het moet iets te maken hebben met “Laat de kleinen tot mij komen...” of zo. Zijn de groten dan niet braaf genoeg geweest ? Jij kan dat toch weten want je hebt toch al hun kapoenerij in je grote verslagboek staan? Tja, maar ik mag niet uit de biecht klappen hé. Dus laten we daar maar liever over zwijgen. En ik wil niemand onder de nog levenden ongerust maken. Dus, ander onderwerp graag. Zou jij een goede duivenmelker zijn, Santa? Ik denk het wel. Ik heb een goede persoonlijke band met mijn rendieren. Bemerk ook dat ik “ren”-dieren heb terwijl mijn collega hier rondtrekt met een simpele knol en zeker geen “ren”-paard. Maar ik moet zien dat ik niet weer op zijn tenen trap. En ik geef mijn rendieren ook namen zoals duivenmelkers dat doen: Rudolph, Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Donder, Blixem enz. Maar ik verkoop ze daarom niet hé. Ik heb ze wel op foto laten zetten. Met een beetje Photoshop er bovenop zijn ze bij god nog schoner dan schoon. Eigenlijk nog mooier dan in het echt. Sint, kom jij eigenlijk voor alle kinderen, zonder onderscheid? Waarom krijgt niet iedereen evenveel. Hohoho dat is een instinker. Ja dat is een moeilijke. Bah... ik denk dat ook dat een beetje is zoals bij de duivensport. Wie de beste heeft, geraakt gemakkelijkst aan goed materiaal om te kruisen, of om samen te kweken. Al het water wil naar de zee hé. Tja en wat die kinderen betreft... ik vrees dat kinderen die al het meeste hebben, ook nog eens het meeste vragen. Mensen - en ook kleine mensjes - zijn niet rap tevreden. Ik zou het ook liever anders hebben, maar rijke ouders sponsoren nu eenmaal beter mijn zaak. Ik kan daar jammer genoeg niet omheen. Maar eigenlijk is het nogal onrechtvaardig... ik weet het. Ik moet dat eens opnieuw bekijken. Ik word hier wel echt een beetje ambetant van, pfff... Dat is nu eens echt een politiek antwoord. Heb je er nooit aan gedacht om in de politiek te gaan? Met al mijn uiterlijke symbolen zou dat nogal moeilijk zijn. En naar het parlement gaan zonder mijter, no way Jose. Zeg, maar zijn alle vragen hier voor mij misschien? Neen, neen. Ok Santa dan maar: wat is nu eigenlijk het grootste verschil tussen jullie beiden? Klaas heeft het zelf al gezegd hé. Hij is zo bloedserieus terwijl ik veel spontaner ben. Ik lach graag, ik heb een lekkere dikke buik... Ik ben meer een levensgenieter. Als ik niet uit Amerika kwam, dan was ik zeker uit Frankrijk gekomen. Ik geef een voorbeeld. Kijk maar eens naar Klaas als er een knappe mama in zijn buurt komt... hij knikt eens heel beleefd en glimlacht heel afgemeten. Ik moet u niet vertellen waar de uitdrukking “houten Klaas” vandaan komt... Ik zie dat anders. Ik pak die mama eens op mijn schoot voor de foto en we zeveren een beetje tegen elkaar. Dergelijke dingen maken mijn job plezant, dat soort dingen stemmen me vrolijk. Maar, euh, voor mij niet gelaten hoe de Sint het doet hé. Ieder op zijn manier. Klopt dat, Sinterklaas? Ja en neen. Ik lach ook wel eens maar dan vooral in mijn baard. Uiterlijk houd ik het meestal ernstig. Dat past meer bij mijn status als heilige bisschop. En ik wil eigenlijk vooral niet worden als Claus en daarom let ik ook veel beter op mijn lijn. (Ze kunnen het toch maar niet laten om elkaar om beurt een veeg uit de pan te geven...) Toch nog een indringende vraag, Sinterklaas. Waarom breng je tegenwoordig zo weinig “speel”goed? Ik bedoel dingen om gewoon mee te spelen: ballen, poppen, knikkers, een kegelspel, gezelschapsspelen...? Nu is het allemaal zo opgefokt, zo high tech: mp3-players, fototoestellen, gsm’s, robots, computerspellen en andere spullen die lawaai
DE DUIF - Nr. 52 - blz. 7 maken... en van het geweld in die spelletjes zwijg ik dan nog... Sint Je mag ook wel eens een vervelende vraag aan de Kerstman stellen hé. Wat moet ik daar nu weer op zeggen?... De klant is koning hé. Als jij me een elektronisch constateersysteem vraagt en ik breng je op 6 december een oude Toulet, dan ben je toch ook niet content. Maar je hebt gelijk: kinderen spelen niet meer genoeg. Grote mensen ook niet hé, anders zat de duivensport nu niet zo op haar ... euh ... dinges... euh ... zitvlak. DD Ja maar, lieve Sint, de duivensport zit niet helemaal op haar gat hé. Maar het zou veel beter kunnen natuurlijk. Heb jij trouwens enige hoopgevende boodschap voor de melkers en voor de bestuurders, Santa? Sint (met een pruillip, nauwelijks te zien onder zijn snor) Heb ik het niet gezegd ? De toffe vragen zijn voor de Kerstman... Santa Als Kerstman heb ik alleen maar hoopgevende boodschappen. Ik denk dat de duivensport maar één opdracht heeft: zorg dat duivensport plezant blijft of terug gezellig wordt, zorg voor een positieve uitstraling en dan
is de duivensport bijlange niet dood, integendeel. Bedoel je dan bijvoorbeeld publiciteit zoeken in de media? Santa Opletten he, hohoho. Ik ben niet zeker of je de duivensport plezier doet met bepaalde vormen van aandacht in de media... Ofwel is het negatieve aandacht ofwel duivensport met een aureool van onbereikbaarheid en duizelingwekkende getallen... Daarmee motiveer je geen jonge gasten. Motiveer ze liever door ze te betrekken bij jullie mooie sport, geef ze de smaak, de microbe, laat ze eens succes ervaren... Zorg dat de duivenbond terug een grote vriendenclub wordt, met minder jaloezie, minder bekvechten en touwtje-trek over grenzen en sectoren, minder gesjoemel achter de schermen... Gewoon terug een open en eerlijke volkse sport, voor jong en oud, voor alle sociale lagen, zonder discriminatie. Komaan duivenmannen, jullie hebben toch al vaker bewezen dat jullie het hart op de juiste plaats hebben... De toekomst van de duivensport ligt volledig in jullie handen. Sint Amen. Ik zou het niet beter gezegd hebben. Misschien moeten wij toch zelf ook wat meer verbroederen Santa Claus. Wij moeten toch het goede voorbeeld geven. Leve DD
Jan Wojciechowski
de Kerstman! Santa Leve de Sint! Sint En misschien moet ik een beetje losser worden en eens wat grappiger uit de hoek komen... Ken je overigens dat mopje van de Kerstman ?... Een klein meisje zit op de knieën van de Kerstman en hij vraagt vol belangstelling welke cadeautjes ze graag wil krijgen van de Kerstman. Ze bekijkt hem vol ongeloof en sneert ten slotte: “Ben jij ook zo een sukkel die zijn e-mail niet leest misschien?” Hahaha ! ! Hoehoehoe ! Ik heb al eeuwen zo niet meer gelachen... Hohoho... Whaaa haha... Santa Houd op man, dat is niet om te lachen, dat is echt gebeurd. En dezelfde mop wordt ook over Sinterklaas verteld hoor, flauwe plezante. Lach een beetje met jezelf... DD Mag ik jullie beiden hartelijk danken voor dit openhartig gesprek. Hopelijk hebben de lezers er wat aan maar vooral hoop ik dat het jullie wat dichter bij elkaar bracht. Maar euh... ik heb daar zo nog mijn twijfels bij. Columbus
Kampioenenviering Sint-Martinus-Asper
2e Nationaal bij de jonge en 6e Nationaal kampioen oude duiven op de snelheid
De voorzitster samen met algemeen koning Yvan Lefevre.
As. In de Kruisstraat in Niel-bij-As staan niet alleen de hokken van kampioen Jos Thoné maar een beetje verderop op huisnummer 24 staan ook deze van onze vriend Jan (Janic voor de vrienden) Wojciechowski. Janic is niet zomaar de eerste de beste liefhebber in de duivensport. Hij manifesteert zich jaarlijks tussen de kampioenen zowel op nationaal als provinciaal niveau. Dit heeft hij te danken aan goede duiven en daarbij de juiste verzorging van deze gevederde vrienden. Jan gaat nog dagelijks werken en wordt daarom enorm bijgestaan met de verzorging door vrouwtje Chris. Zij houdt zich vooral tijdens het seizoen bezig met de jonge garde. De duiven die hier deze prachtresultaten bijeen rapen komen uit de volgende stamopbouw: mensen van As zoals Doorke Mardaga en Mathieu Aerden. Van Isidoor Vancluysen en Edmond Stesmans, beiden uit Helchteren. Van Mat Creyns zaliger en Berke Derwa uit Herent. Ook heeft hij duiven van goede vriend Etienne Pauwels van Kermt met de zijne ingekruisd en toen was het bingo. Daarbij wordt er jaarlijks versterking bijgehaald van de sterkspelende Ronny Smeers uit Diepenbeek, die trouwens dit jaar ook weer op het podium stond in Oostende. De twee oude duiven die de 6e plaats nationaal behalen dit jaar zijn dezelfde als deze van vorig jaar toen ze de 3e plaats nationaal snelheid behaalden. Het gaat om de duiver 218/06 die komt uit het koppel Ronny Smeers x Isidoor Van Cluysen en de 248/06 van Berke Derwa x Ronny Smeers. Goeie zijn goeie, laat Janic mij weten want hij had dit jaar de moeder van de 248/06 gekop-
peld aan de 218/06 en daar is de 5063627/09 uitgekomen die er mee voor gezorgd heeft om de 2e plaats nationaal te behalen bij de jonge duiven. Die behaalde ook nog de 3e plaats Asduif Master Award 2009. In deze reeks behaalde trouwens een zoon van de 248/06 ook nog de 17e plaats. Buiten deze titels behaalde Janic zijn duiven ook nog de 2e plaats provinciaal jonge en 3e plaats oude snelheid, een 10e plaats provinciaal jonge duiven halve fond en de 10e plaats in het algemeen kampioenschap provinciaal. De 3e plaats jonge duiven Hafo Midden-Limburg en in het samenspel van de Mijnstreek met een 250 leden, de 1e plaats jonge duiven, 3e plaats jaarduiven, 1e + 3e Asduif jaarduiven en ook de 1e plaats in het algemeen kampioenschap. Verder in zijn eigen lokaal: 3e oude, 2e jaarse, 1e kampioen telkens in de drie reeksen van de jonge en ook algemeen kampioen. In het samenspel met Opglabbeek is hij ook de beste bij de oude, 2e bij de jaarse, 1e kampioen eerste reeks jonge en 3e kampioen tweede reeks. Tevens speelt hij zich daar ook op de 1e plaats in het algemeen kampioenschap. En zeker niet te vergeten dat hij ook nog 4 vermeldingen heeft in de “Gouden Duif”-competitie. Als je dit kan voorleggen mag je er zeker van zijn dat je goede duiven op je hokken heb zitten. Daarbij de perfecte verzorging en je bekomt topprestaties en je kan meedoen op nationaal niveau. Prachtig Chris en Janic en ik zou zeggen doe zo verder in deze mooie hobby. Marcel
Naar jaarlijkse gewoonte werden ook in Asper de kampioenen gevierd. Dat de ploeg van voorzitter Marinette vluchten kon inrichten was reeds langer bekend, deze keer mocht ik ondervinden dat zij ook de organisatie van een kampioenenfeest perfect onder de knie hebben. Veel volk, mooie trofeeën en een geweldige ambiance. De presentatie lag in handen van voorzitter Marinette, zij staat reeds 14 jaar aan het roer van deze bloeiende maatschappij. Daar waar het duivenspel vlug achteruit gaat wisten ze in Asper afgelopen jaar maar liefst 40.000 duiven in te korven. Hier ligt zeker de grote verdienste van de geweldige bestuursploeg en zeker niet in het minst die van voorzitster Marinette mee aan de basis. Proficiat en doe zo verder.
Koningschappen 2009 Algemeen Koningschap: 1 Lefevre Yvan 2 Piens Marc 3 Vandenhove Gebroeders 4 Dekens Wilson 5 De Mets Gaston. Koningschap oude: 1 Lefevre Yvan 2 Dekens Wilson 3 Vandenhove Gebroeders 4 Vandekerckhove Antoine 5 Piens Marc 6 Reynaert Charles 7 Joris-Andriessen 8 De Mets Gaston 9 Van Damme Jules 10 De Keukelaere-
Snoeck. Koningschap jaarse: 1 Dekens Wilson 2 Piens Marc 3 Lefevre Yvan 4 Vandenhove Gebroeders 5 Van Der Beken Antoine 6 De Mets Gaston 7 Claeys Antoine 8 Van Damme Jules 9 De Smet Eddy 10 Velghe Lucien. Koningschap jonge: 1 Gevaert Herwin 2 Van Glabeke Julien 3 Lefevre Yvan 4 Nachtergaele Dirk 5 Benoot Gilbert 6 De Moor Marcel 7 Rogge Armand 8 De Vos J en Zoon 9 De Mets Gaston 10 De Wilde Etienne. Koningschap halve-fond jonge: 1 Claeys Antoine 2 Piens Marc 3 De Vos-Benoot 4 Lefevre Yvan 5 Verschueren Omer. Septembercriterium: 1 Piens Marc 2 De Mets Gaston 3 De Martelaere Eddy 4 Lefevre Yvan 5 Vlerick Noel 6 Vandenheede Fr en J 7 Van Hove R en C 8 Benoot Gilbert 9 Moerman Michel 10 Doom Voorzichtige. Zomercriterium: 1 De Moor Marcel 2 De Martelaere Eddy 3 Lefevre Yvan 4 De Vos J en Zoon 5 Nachtergaele Dirk 6 Reynaert Charles 7 Mortier Robert 8 Vergucht Etienne 9 Verschelden Ignace 10 Gevaert Herwin. Prachtige kampioenschappen en waardige kampioenen. Ronny De Croock
De kampioenen.