E-learning "de Basis"
Auteur
Remco Lip
Laatst gewijzigd
27 January 2014
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/48432
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave E-learning "de Basis" Wat is e-learning? E-learning in relatie tot Blended learning Offline en online activiteiten Synchrone en asynchrone activiteiten Verschillende multimedia vormen Verschillende didactische werkvormen en interacties Verschillende manieren om de content te 'leveren' Individueel of samenwerkend leren Formeel en informeel leren Optionele, extra informatie over blended learning
Multimedia Tekst Afbeeldingen Animaties Audio Video Paar voorbeelden van multimedia Multimediavormen en leereffecten Hulpmiddelen
Geschiedenis van E-learning Didactische modellen in e-Learning Voor- en nadelen Voorbeelden Xerox CIA Einstein college
Over dit lesmateriaal
Pagina 1
E-learning "de Basis"
E-learning "de Basis"
“Any teacher that can be replaced by a computer, deserves to be.” Een prachtige uitspraak van David Thornburg (Amerikaans auteur). Docenten verdwijnen niet uit leren en opleiden. e-Learning veroorzaakt geen revolutie maar is een manier om leren en opleiden te faciliteren. e-Learning Basics In deze web based training neem ik je mee in het domein van e-Learning. Het doorlopen neemt ongeveer 60 minuten van je tijd in beslag. Een aantal bronnen bieden verdieping en zijn facultatief te raadplegen. Deze training kent de volgende onderwerpen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat is leren? Wat is e-Learning? Geschiedenis van e-Learning Didactische modellen Voor- en nadelen Voorbeelden
Leerdoelen Na het doorlopen van deze web-based-training kun je: je definitie van e-Learning geven; verschillende elementen van e-Learning benoemen; ontwikkelingen in tijd duiden; 3 didactische modellen uitleggen; voor- en nadelen opnoemen; voorbeelden geven van e-Learning cursussen.
Pagina 2
E-learning "de Basis"
Op dit werk rust een licentiebepaling van Creative Commons Attribution-ShareAlike 2.5 License Remco Lip, ROC Albeda College
Pagina 3
E-learning "de Basis"
Wat is e-learning?
kn.nu/wwbd58b66 (screencast.com)
Zoek binnen Google naar: “definitie van e-learning” Zojuist zag je dat het zoeken naar een definitie van e-Learning ruim 600.000 treffers oplevert. Laten we nu eens kijken naar een definitie van e-Learning. Ben je het eens met onderstaande definitie? Klopt deze of niet?
Ben je het eens met onderstaande definitie? Klopt het of niet? "e-Learning is leren met een computer in een leeromgeving waardoor je contact hebt met een docent. Een e-Learning cursus is een zelfstudie module." a. Waar b. Niet waar
E-learning in relatie tot Blended learning
Als je een krachtige leerbeleving wilt creëren dan moet je een
inspirerende,
gevarieerde en krachtige leeromgeving creëren. Daarom is het belangrijk om naar e-Learning te kijken als een mix, een combinatie van best passende didactische werkvormen, middelen, mediavormen en diensten. Maak een optimale mix! Je kunt op vele verschillende manieren de 'blend' maken. Op die manier bied je de lerende een uitdagende en waardevolle leeromgeving. Verschillende leervoorkeuren en leerstijlen zullen worden geadresseerd. Op die manier activeer je de lerenden! De volgende zaken kunnen o.a. gemixt worden: 1. synchrone en asynchrone activiteiten;
Pagina 4
E-learning "de Basis"
2. 3. 4. 5. 6.
verschillende mediaformaten/representatievormen; verschillende didactische interacties; verschillende manieren om de content uit te leveren; individueel leren en samenwerkend leren; formeel en informeel leren.
Offline en online activiteiten Bestaat er een onderscheid in offline en online?
In eerste instantie spraken we alleen over 'online' en 'offline' als we het over computer technologie hadden. Nu hebben we het ook over offline activiteiten die in een trainingslokaal plaatsvinden. Ook in de term 'offline' zitten zeer veel verschillende activiteiten opgenomen waaruit een ontwerper kan kiezen. Binnen de ICT-wereld zijn de termen online en offline gedefinieerd door de Amerikaanse 'Federal Standard 1037C'. Om te spreken over online moet een apparaat voldoen aan een van onderstaande kenmerken: "Direct bediend worden door een ander apparaat" "Direct bediend worden door een systeem dat ermee verbonden is" "Beschikbaar op elk moment als een systeem erom vraagt zonder menselijke tussenkomst" "Verbonden met een systeem en in bedrijf zijn" "Functioneren en klaar zijn om service te bieden" Als hier niet aan wordt voldaan spreken we van offline. Vanuit het domein van de ICT zijn de begrippen online en offline naar het menselijke domein overgeheveld en is het een onderzoeksonderwerp in de sociologie. Het verschil tussen online en offline wordt gezien als verschil tussen interactie met de computer vs
Pagina 5
E-learning "de Basis"
face-to-face communicatie. Online is virtueel, offline is de realiteit (echte wereld). Wetenschapsfilosofen als Slater geven aan dat deze definitie te eenvoudig is. Voor veel mensen is het onderscheid tussen offline en online steeds moeilijker aan te geven. Online relaties en offline relaties zijn soms moeilijk te onderscheiden. "Ik kwam op een onderwijscongres iemand tegen die ik kende van de edubloggemeenschap en van Twitter. We schudden elkaar de hand en vroegen ons toen af of we elkaar al eens in 'het echt' hadden ontmoet. We wisten oprecht niet of onze relatie puur online was of ook offline." Slater geeft aan dat niet alleen een smartphone maar ook een gewone telefoon soms wordt gezien als online. Door de opkomst van verschillende technologieën zoals smartphones, tablets, VOIP, internet TV is het onmogelijk om de termen te gebruiken zoals oorspronkelijk bedoeld was. In Nederland spreken we ook van de tegenstelling Online en Face-to-face (F2F).
Synchrone en asynchrone activiteiten Synchroon en asynchroon Wat wordt volgens jou bedoeld met synchroon? a. Synchroon wil zeggen dat een activiteit/communicatie op hetzelfde moment plaatsvindt zonder noemenswaardige vertraging. b. Synchroon betekent dat een activiteit plaatsvindt op een verschillend moment dus met een vertraging. c. Synchroon betekent dat een leeractiviteit plaatsvindt gedurende de doorlooptijd van 1 cursus. Laten we eens kijken naar het onderscheid. Marcel de Leeuwe, onderwijskundige en e-Learning specialist voor 15 jaar, legt het verschil uit: Bij Synchroon leren vindt het leren gelijktijdig plaats. Op het zelfde moment doen meerdere mensen iets. Lerenden en/of trainers interacteren met elkaar en zijn eventueel niet fysiek bij elkaar. Voorbeelden van synchrone activiteiten zijn: een Skype vergadering bijwonen; virtual classroom sessie (webinar, online seminar); chat; samenkomen in virtuele wereld zoals een game of SecondLife. Bij Asynchroon leren vindt het leren juist niet gelijktijdig plaats. Op andere momenten doen mensen iets. Lerenden en/of trainers zijn individueel bezig of interacteren met vertraging met elkaar en zijn vaak niet fysiek bij elkaar. Voorbeelden van asynchrone activiteiten zijn: doornemen van online artikelen; leren met behulp van een webbased training (WBT); bekijken opgenomen webinars; gebruiken van een online helpsysteem; discussiëren in een forum; e-mail beantwoorden. Voorbeelden in een tabel: Asynchroon leren
Synchroon leren
e-mail
Telefoon
Online documentatie
Screen Sharing
Helpsysteem
Chat
Pagina 6
E-learning "de Basis"
Forum
Virtuele wereld (zoals SecondLife)
Webased Training
Online seminar
Quick Reference Guide
Skype
Podcast/vodcast
Poll in klaslokaal (via stemkastjes of smartphones)
Wiki, (a)synchroon? Een van de tools die we gebruiken binnen e-Learning is een Wiki. Als de lerende een Wiki gebruikt, is dit dan een synchrone of a-synchrone activiteit? a. Synchrone activiteit b. Asynchrone activiteit
Verschillende multimedia vormen
Multimedia betekent enkel dat we informatie in meer dan 1 mediaformaat representeren.
We
combineren verschillende mediavormen zoals tekst en afbeeldingen of een animatie met audio. De keuze voor de verschillende vormen hangt af van de doelgroep, het domein, de leerdoelen, de voorkennis etc. De inzet van multimedia leidt niet altijd tot een hoger leerrendement. Als de mediavormen verkeerd gecombineerd worden dan kan zelfs een negatief leereffect ontstaan. Ook is een geavanceerdere vorm van media (bijvoorbeeld video) is niet vanzelfsprekend beter. Meer over de inzet van multimedia vindt je in een ander deel van deze webbased traning (WBT).
Verschillende didactische werkvormen en interacties Binnen e-Learning kunnen vele verschillende didactische benaderingen en modellen. Een goede mix zorgt voor een gevarieerdere aanpak. Een voorbeeld van didactische werkvormen die gecombineerd kunnen worden: online opdrachten maken pre-test maken presentatie (bijvoorbeeld in een webinar) naar een podcast luisteren zelf een podcast laten maken een SCORM-module volgen (zelfstudie, WBT) WebQuest doen discussiëren deelnemen aan een simulatie mindmappen artikelen lezen samenwerken aan een tekst (bijvoorbeeld met een wiki)
Pagina 7
E-learning "de Basis"
GPS-game spelen raadplegen informatie over werkproces etc.
Verschillende manieren om de content te 'leveren' Allerlei soorten content kunnen aangeleverd worden aan de lerenden op veel verschillende manieren. Omdat e-Learning krachtiger wordt als er een mix wordt gemaakt spreken we van blended learning. In dit concept kan content ook via een niet-digitale dragen worden verspreid. Voorbeelden om content te verspreiden:
desktop computer boek tablet mobiele telefoon laptop iPod e-reader game console TV Elke manier van verspreiding heeft zijn eigen kenmerken en voor- en nadelen.
Individueel of samenwerkend leren Binnen met name het bedrijfsleven wordt e-Learning soms gezien als een solistische manier van leren: iemand doorloopt individueel een module zonder met een andere lerenden of een docent contact te hebben. e-Learning is dan beperkt tot een zelfstudievorm. Laten we kijken wat de American Heritage Dictionary zegt over zelfstudie:
Pagina 8
E-learning "de Basis"
Door e-Learning enkel te zien als een zelfstudievorm doen we e-Learning én de lerenden tekort. Binnen het onderwijs is samenwerken binnen e-Learning zeer gangbaar en gelukkig wordt ook in andere sectoren steeds meer ingezien dat samenwerkend leren een grote waarde heeft. Onderzoek heeft aangetoond dat samenwerkend leren heel natuurlijk is en kan bijdragen aan een hoger leerrendement.
Formeel en informeel leren Als we de meeste mensen vragen wat leren is, beginnen ze te vertellen over trainingen of lessen. Dit
is maar een deel van het antwoord.
Iedereen weet dat het leren niet stopt bij het verlaten van het klaslokaal of trainingsruimte. Sterker nog: mensen als Jay Cross en andere onderzoekers geven aan dat het grootste deel van wat professionals leren niet gedaan wordt via formele leersituaties maar via informeel leren. Informeel leren is niet gepland en gestructureerd leren. Er is geen ontwerpteam bezig geweest en er zijn vooraf geen leerdoelstellingen en tactieken bedacht. In een video van 10 minuten legt Jay Cross (van Princeton University en Harvard Business School en lid van de Internet Time Group) uit wat informeel leren is en wat de kracht ervan is.
Pagina 9
E-learning "de Basis"
kn.nu/wwf0bcacd (youtu.be)
Informeel leren? Welk percentage van het leren binnen organisaties kunnen we beschouwen als informeel leren? a. < 20% b. 20 % - 39 % c. 40 % - 59 % d. 60 % - 79 % e. > 80 % Stukken van de puzzel Een (onderwijskundig) e-Learning ontwerper kiest de
stukjes van de puzzel die aansluiten bij
de leerdoelen en de andere factoren. Dit kan bij elk ontwerp variëren. Er bestaat niet 1 oplossing die altijd het beste werkt. De keuzes kunnen worden beïnvloed door zaken als;
budget doelgroep leerdoelen beperkingen in tijd (voor ontwikkeling of voor het leren) technische beperkingen aantal lerenden houdbaarheid van de inhoud eisen van toezichthouders visie op leren en ontwikkelen organisatiecultuur etc.
Optionele, extra informatie over blended learning Dit is een artikel over Blended Learning dat je optioneel kunt lezen. Het is al een oud artikel maar bevat nog relevante inzichten. Dit artikel deelt inzichten over wat blended learning is, waarom een blend goed is, hoe je goed kunt mixen en waar te starten.
Pagina 10
E-learning "de Basis"
Achieving Success with Blended Learning kn.nu/ww294ffb8 (pdf, maken.wikiwijs.nl)
Pagina 11
E-learning "de Basis"
Multimedia Content kan in veel verschillende representatievormen aan ons getoond worden. Lang geleden was multimedia echt een buzzword. Het stond op veel verpakkingen en was nieuw en hip. Natuurlijk leren we al eeuwen multimediaal. Alleen niet digitaal. In een e-Learning omgeving heeft iedere representatievorm zijn eigen kenmerken en voor- en nadelen. In het volgende onderdeel komen een aantal vormen aan bod die niet alleen verschillen in vorm maar ook in invloed die ze uitoefenen op het leereffect.
Tekst Het alfabet, woorden, zinnen, tekens. Geschreven tekst is nog steeds een belangrijk deel (het grootste deel) van de mediavormen die binnen e-Learning gebruikt wordt. Voor bepaalde doelgroepen is tekst een minder toegankelijke mediavorm. We zien dat bij e-Learning voor bijvoorbeeld laaggeletterden zoveel mogelijk wordt gevisualiseerd. Positief
Negatief
Eenvoudig om te maken.
Van de meeste schermen is lezen vermoeiender dan op papier.
Grote groep is er erg vertrouwd mee.
Moeilijk om visuele informatie zoals beweging goed over te brengen.
Een lerende kan lange tijd achter elkaar lezen.
Voor met name de jongeren is tekst een redelijk saai en eentonig medium.
Eenvoudig te printen. Kan veel informatie bevatten. Goed navigeerbaar en doorzoekbaar.
Afbeeldingen Een afbeelding of foto is een 2-dimensionele grafische representatie. Een afbeelding bestaat uit groot aantal pixels met een bepaalde breedte en hoogte. Elke pixel kan meerdere bits aan informatie bevatten. Afbeeldingen kunnen verschillende bestandsformaten hebben zoals .gif, .png en .jpeg Positief
Negatief
Duidelijk ontwerp vooraf is nodig voor grafische realisatie (afbeelding zegt meer dan 1000 woorden, maar moet wel helder beschreven worden).
Productie is wat omslachtiger.
Aantrekkelijk voor vele lerenden.
Biedt ook veel informatie die de lerende kan afleiden.
Kan snel veel informatie inzichtelijk maken.
Kan negatief effect sorteren als het alleen als versiering wordt ingezet.
Animaties Een animatie is een simulatie van een beweging. Het bevat een serie afbeeldingen (foto’s of tekeningen). We spreken ook van frames. Een tekenfilm is een voorbeeld van een animatie. Animaties kunnen op veel verschillende manieren worden gemaakt, zo is stop-motion weer een hele andere techniek dan een tekenfilm. Ook een interactieve animatie is mogelijk waarbij de lerende invloed uitoefent.
Pagina 12
E-learning "de Basis"
De software om animaties te maken is divers en ook de outputformaten zijn divers. Zo kan Flash gebruikt worden, animated GIF of kan een animatie een ‘gewoon’ filmformaat zijn zoals .mov
Positief
Negatief
Sterk in het tonen van ingewikkelde concepten omdat informatie kan worden gefilterd. Men toont alleen relevante onderdelen. De werking van een verbrandingsmotor is een mooi voorbeeld, dit is prima met een animatie uit te leggen.
Kan flink wat bandbreedte kosten. Tegenwoordig is dit alleen een probleem met mobiel leren.
Snelle manier om iets uit te leggen.
Relatief moeilijk/kostbaar om te maken.
Veel lerenden vinden dit een aantrekkelijke manier om te leren.
Voor optimaal resultaat is combinatie met audio gewenst.
Audio Audio is geluid. Audio kan bestaan uit spraak, omgevingsgeluiden maar ook muziek. Iedere vorm heeft zijn eigen functie. Vaak wordt audio ingepakt zodat het minder bandbreedte in gebruik neemt. De kwaliteit kan hierbij hoorbaar minder goed worden. Voor de meeste lerenden is echter een MP3-bestand een prima compromis tussen kwaliteit en bestandsgrootte. Audio kan worden gedownload of worden streaming worden geluisterd. Bekende formaten waarin audio wordt opgeslagen zijn wave (.wav) , midi (.mid), MPEG, audio layer 3 (.mp3).
Positief
Negatief
Voor veel lerenden aantrekkelijk.
Als alleen audio gebruikt wordt dan niet langer gebruiken dan een paar minuten (lerenden raken snel de aandacht kwijt).
Kan met name animaties verrijken zodat een hoger leerrendement ontstaat.
Kan op de werkplek zorgen voor overlast bij collega's.
Audiobestanden zijn moeilijk of niet doorzoekbaar.
In bedrijven en bij overheid zijn de computers niet altijd klaar om audio af te spelen.
Video
Pagina 13
E-learning "de Basis"
Bij video worden stilstaande beelden in zo’n hoge snelheid getoond dat onze hersenen er beweging in zien. Eigenlijk kun je het vergelijken met een animatie. Het verschil is dat bij video eigenlijk altijd gebruik wordt gemaakt van ‘levensechte’ beelden en vaak is het aantal beelden (frames) per seconde hoger dan bij animaties. Hoe hoger het aantal frames per seconde, hoe eenvoudiger onze hersenen de beelden als een beweging interpreteren. Tussen de 24 en 30 frames per seconden zien onze hersenen als een beweging. Video kan worden gedownload of streaming worden bekeken. Steeds vaker is streaming de norm. Bandbreedte is niet meer zo’n probleem. De formaten waarin video wordt uitgeleverd verschillen nogal qua grootte, kwaliteit en benodigde afspeel codecs. Misschien kent u .avi, .wmv of .mov Positief
Negatief
Snelle manier om iets uit te leggen.
Als het fragment te lang duurt dan raken lerenden vaak het overzicht en aandacht kwijt.
Soms de enige manier om informatie over te dragen.
Veel bandbreedte, kan soms bij mobiel leren nog een issue zijn.
Veel lerenden vinden video een aantrekkelijke vorm.
Kan inefficiënt zijn omdat het veel informatie bevat.
Kan het leren een socialer, persoonlijker gezicht geven (in content maar bijvoorbeeld ook bij een videoconferencingsessie).
Wordt soms te snel ingezet om materiaal 'op te leuken'.
Kan gebruikt worden in de training waarbij non-verbale communicatie belangrijk is. Is dan veel realistischer. Bijvoorbeeld bij communicatietraining.
In meeste gevallen relatief complex en duur om te produceren (uitgaande van een professionele productie).
Paar voorbeelden van multimedia Voorbeeld van een animatie (animated gif). Dit is een leerobject in een culturele cursus. Het is een Spaans gebaar dat aangeeft dat het ergens druk is.
Voorbeeld van audio: Elliott Masie introduceert Steven Johnson
http://maken.wikiwijs.nl/userfiles/46f1c921a55bffcc77e3115aab85f98a.mp3
Voorbeeld van video: Versneld wordt getoond hoe graffity wordt gemaakt.
Pagina 14
E-learning "de Basis"
kn.nu/ww7ff406c (youtu.be)
Multimediavormen en leereffecten De combinatie van verschillende mediavormen kan een positief leerrendement hebben. Als het ontwerp goed is afgestemd dan versterken de mediavormen elkaar. Dat doel wordt niet bereikt als mediavormen worden ingezet om het leermateriaal aantrekkelijker te maken. Er moet altijd een onderwijskundige motivatie zijn om het rendement optimaal te laten zijn. Als namelijk multimedia niet goed worden ingezet dan kan er ook een negatief leereffect ontstaan. Positief voorbeeld: een concept wordt gevisualiseerd met een animatie. Het concept wordt ook middels audio uitgelegd. Hier versterkt de audio de animatie (ook worden beide mediavormen apart verwerkt in onze hersenen dus capaciteit wordt optimaal benut). Negatief voorbeeld: tekst verschijnt op het scherm. Tegelijkertijd wordt deze tekst uitgesproken door een stem. De snelheid waarmee de tekst op het scherm verschijnt en wordt uitgesproken verschilt. Ook zijn een paar woorden later aangepast en dus niet identiek. Hierdoor ontstaat (onbewust) frictie in het hoofd van de lerende.
Combinatie audio/tekst en animaties? Wat is de beste manier om audio/tekst te combineren met een animatie? (bijvoorbeeld een animatie waarin wordt uitgelegd hoe een autoband verwisseld moet worden). a. Laat de animatie zien en laat daarbij achtergrond muziek horen die de emotie laat zien. b. Laat de animatie zien en gebruik audio om te vertellen welke handelingen worden uitgevoerd. c. Laat de animatie zien en gebruik audio om te vertellen welke handelingen worden uitgevoerd. Tegelijkertijd hoort u achtergrondmuziek. d. Laat de animatie zien en maak met ondertiteling duidelijk welke handelingen worden uitgevoerd.
Hulpmiddelen
Vele wegen leiden naar Rome!
Een onderwijskundig e-Learning ontwerper moet interessante keuzes maken. Na een grondige taakanalyse start hij met het ontwerp van de leeroplossing. Als ontwerper zijn er nogal veel verschillende manieren om de gestelde leerdoelen te bereiken. Er kan gekozen worden uit een heel scala van verschillende didactische interacties kiezen, een veelheid aan verschillende multimediavormen, verschillende plekken waar het leren plaatsvindt, met veel verschillende actoren (lerenden, leerbegeleiders, tutoren, trainers, managers, coaches, peers, etc.).
Pagina 15
E-learning "de Basis"
Ook moet er gekozen worden uit de verschillende manieren waarmee waarop het leren kan worden uitgevoerd. Welke hulpmiddelen moeten er gebruikt worden? Alleen een browser of misschien een Quick reference card of een tablet? Of een combinatie van allerlei hulpmiddelen?
Kies uw hulpmiddel Kies a.u.b. de middelen die als didactisch hulpmiddel kunnen dienen voor e-Learning: a. Webbrowser b. Tablet c. Quick reference card d. Papier e. Mobiele telefoon f. PlayStation Portable g. iPod h. Microfoon i. Auteursomgeving j. Leeromgeving k. Wiki
Best een lastige keuze... Wil je Feedback.... a. Ja b. Nee
Vele verschillende opties Content kan op verschillende manieren gemaakt en geleverd worden.
We kunnen onderscheid maken in onder andere:
online of offline; digitaal of fysiek; verbonden of stand-alone. De verschillende manieren hebben verschillende kenmerken en ook voor- en nadelen. De keuze kan afhangen van zaken zoals:
doelgroep (niet iedere doelgroep leert hetzelfde of heeft toegang tot dezelfde tools. Soms hebben mensen bijvoorbeeld geen toegang tot computers maar wel tot een smartphone);
Pagina 16
E-learning "de Basis"
budget (sommige hulpmiddelen zijn nu eenmaal duurder); leerdoelen (sommige manieren passen beter bij sommige leerdoelen); technische infrastructuur (niet ieder netwerk kan bijvoorbeeld streaming audio leveren of staat open voor toegang via een tablet); voorkennis (sommige hulpmiddelen zijn complexer om te gebruiken dan andere hulpmiddelen: het gebruik van een wiki is voor veel mensen moeilijker te gebruiken dan een forum).
Voorbeeld: podcast Podcasting is een veelgebruikte manier om op asynchrone wijze, educatieve content beschikbaar te stellen. Steeds meer scholen en bedrijven gebruiken het, zeker nu smartphones het steeds eenvoudiger maken om podcasts te gebruiken. Wikipedia definieert de term podcasting als volgt:
Wikipedia Podcasting kn.nu/wwe7431b2 (ogg, maken.wikiwijs.nl)
Als we kijken naar podcasting kunnen we hulpmiddelen onderscheiden om podcasts te beluisteren (iPods, telefoons, laptops) en hulpmiddelen om podcasts te maken (laptops, tablets, microfoons, software). Hierbij is het zeker goed om ook hier de lerenden zelf leermateriaal te laten produceren en niet alleen te laten consumeren. Bekijk de podcast Hieronder staat een voorbeeld van een podcast. Dit is een video podcast, ook wel aangeduid met de term 'vodcast'. De podcast is een introductie op het fenomeen podcasting en hij duurt 1,36 minuten. Tip: het is handig om op papier aantekeningen te maken, op die manier blijft de inhoud beter bij en kun je eenvoudig de vraag beantwoorden.
kn.nu/ww03f68ee (youtu.be)
iPod nodig? De iPod van Apple is de standaard geworden in de markt van MP3-spelers. Klopt onderstaande uitspraak? "Om een podcast te kunnen beluisteren heb je een iPod nodig." a. Waar b. Niet waar
Pagina 17
E-learning "de Basis"
Geschiedenis van E-learning Het woord 'e-Learning' In oktober 1999, gedurende een seminar van het bedrijf CBT Systems in Los Angeles, werd voor het eerst een nieuw woord gebruikt: 'e-Learning'. Hiermee wilde ze het volgende duiden: "a way to learn based on the use of new technologies allowing access to online, interactive and sometimes personalized training through the Internet or other electronic media (intranet, extranet, interactive TV, CD-Rom, etc.), so as to develop competencies while the process of learning is independent from time and place2". Het woord is dus nog relatief nieuw, maar wat als we kijken naar de ingrediënten waaruit e-Learning bestaat? Laten we eens kijken wat er in het verleden al is gebeurd dat verband houdt met e-Learning.
Heel oud leermiddel: Romeinse laptop? Dit is een Romeins stuk afkomstig uit een plaats bij Trier. Het dateert van 200 voor Christus. Het laat een school zien waar een docent in het midden zit en is omgeven door studenten die perkament lezen. De student aan de rechterkant houdt een tablet vast waar hij op kan schrijven. Deze schrijftechniek is nog tot ongeveer 1950 in Europese scholen gebruikt! Dr. Marcel Mirande schrijft erover in zijn hele aardige boek 'De onstuitbare opkomst van de leermachine' en trekt direct de parralel met de moderne laptop (koop dit vermakelijke boekje o.a. bij Bol.com)
[Sir Isaac Pitman - 1840] Eerste moderne cursus op afstand Isaac Pitman doceerde steno in Engeland via brieven rond 1840. Pitman was een docent die op een private school doceerde die hij zelf had opgericht in Wotton-under-Edge. Zijn afstandsonderwijs bestond uit het opsturen per brief van opdrachten waarna de studenten de uitwerkingen weer terug stuurden.
Pagina 18
E-learning "de Basis"
[Pressey Testing Machine] Mechanische toetsmachine Begin 1920 ontwikkelde Sidney Pressey (een onderwijspsycholoog aan de Ohio State University) een machine om drill-and-pratice oefeningen te doen met studenten. Pressey gaf aan in 1926: “the procedure in mastery of drill and informational material were in many instances simple and definite enough to permit handling of much routine teaching by mechanical means." Deze machine bood een mechanische manier om meerkeuzetoetsen af te nemen. Het was een soort typemachine met een venster dat een vraag liet zien met 4 antwoorden. De student drukte op een knop, de machine legde de keuze vast en liet de volgende vraag zien. Op een papier werden de antwoorden vastgelegd. Nu is deze functionaliteit wereldwijd in gebruik in elektronische toetssystemen zoals Questionmark Perception of WinToets. Testen en assessments kunnen vaak prima geautomatiseerd worden afgenomen en hiermee krijgen docenten en trainers de mogelijkheid om toetsen te maken, in te plannen, uit te leveren en de kwaliteit van de toetsen goed te monitoren.
Een groot succes? Denk je dat onderstaande uitspraak klopt? "De Pressey machine werd een succes in de Verenigde Staten en werd op veel plekken gebruikt." a. Waar b. Niet waar
Instructieve media & de Tweede Wereldoorlog Hoewel film al snel een populair medium werd was dit niet het geval in onderwijs- of opleidingssituaties. Voor instructieve doeleinden werd het medium film nauwelijks ingezet. De Tweede Wereldoorlog zorgde ervoor dat dit veranderde. Door de oorlog ontstond een enorm opleidingsprobleem: duizenden en duizenden nieuwe soldaten moesten snel opgeleid worden en de complexiteit van de nieuwe wapens stelde vele hogere eisen aan de kennis van de soldaten. Zo zorgde de oorlog voor een snelle acceptatie van de inzet van nieuwe media als film en werd het
Pagina 19
E-learning "de Basis"
op grote schaal ingezet. De oorlog was de ‘business driver’.
Aantallen films? Hoeveel educatieve films werden er tussen 1941 en 1945 geproduceerd door de 'U.S. Office of Education? a. Tussen 0 - 250 b. Tussen 251 - 500 c. Tussen 501 - 1000 d. Tussen 1001 - 2000 e. Tussen 1001 - 2000 f. Tussen 1001 - 2000
[Dr. B.F. Skinner] Lerenden zijn ratten! Burrhus Frederic Skinner is geboren op 20 maart 1904. In 1945 werd hij voorzitter van Psychologiefaculteit van de Indiana Universiteit. Vanaf 1948 werkte hij voor Harvard. Hij was een zeer actief onderzoeker en productief auteur. Skinners systeem is gebaseerd op conditionering. Gedrag dat wordt gevolgd door een stimulus resulteert waarschijnlijk in terugkerend gedrag in de toekomst. Iedereen kent zijn rattenexperimenten. Maar Skinner ontwikkelde ook een leersysteem. In de jaren 50 veranderde zijn houding t.o.v. leermachines. In de VS waren er onvoldoende mensen om alle docentenposities in te vullen. TV werd populair in het onderwijs. Skinner bood de content aan in kleine, gerelateerde informatie ‘chunks’. Stude nten schreven antwoorden op een rol papier. Skinner’s Geprogrammeerde Instructie werd erg populair. Kijk op de edutechwiki voor meer informatie over Skinner en zijn Geprogrammeerde instructie.
[De Apple II] Computer gaat een rol spelen!
Pagina 20
E-learning "de Basis"
De introductie van de eerste personal computer (de Altair 880 in 1975) werd snel opgevolgd door de Apple II en de IBM PC. De Apple en IBM was betrouwbaar genoeg en werd gebruikt binnen educatieve setting. De gebruiksvriendelijkheid werd steeds beter en de computer was niet meer alleen voor nerds. Specifiek in wiskunde en wetenschap werden veel projecten gestart. Vooral simulaties en geprogrammeerde instructie (De Jong, 1991) werd het meest gebruikt. Computers werden ingezet om bestaande taken eenvoudiger uit te voeren. Het was een nuttig hulpmiddel voor het onderwijs. Het was niet echt innovatie maar meer substitutie. Veel docenten met wat technische vaardigheden gingen hun educatieve programma’s zelf programmeren. Veel drill-and-pratice programma’s werden gemaakt. Er werd niet veel software gedeeld. Ook toen had het 'Not-invented-here syndrome' veel invloed. Leermachines in de jaren 90 Eind jaren 90 werden learning management systemen (LMS) gebruikt. Sommige universiteiten ontwikkelden hun eigen systemen maar de meesten starten met systemen die ze inkochten. Een van de belangrijkste speler (binnen het onderwijs) was het Amerikaanse bedrijf Blackboard. Buiten het onderwijs werden andere systemen populair zoals SABA en Docent. Blackboard was een complete oplossing voor het aanbieden en beheren van cursussen. Studenten en docenten konden: beveiligde toegang regelen; leermaterialen uitwisselen; testen maken; met elkaar communiceren op verschillende manieren; studievoortgang monitoren en rapporteren; etc. Het faciliteren van leren ging redelijk eenvoudig. Het product kon redelijk goed gebruikt worden door docenten met een beperkte technische vaardigheid en kennis. De leercurve viel mee. Dit was een van de belangrijkste redenen voor het succes van de omgeving. Kritiek kwam van onderwijskundige die aangave dat dit niets anders was dan het oude model van docentgericht onderwijs (maar dan in een digitaal jasje). Onderwijskundige vernieuwing was ver te zoeken. Dr. Mirande geeft aan dat Blackboard de educatieve wereld echt veranderde omdat dit de eerste keer was dat docenten op grote schaal educatieve technologie accepteerden en gebruikten in hun eigen klaslokaal.
Pagina 21
E-learning "de Basis"
[Blackboard; leermachine van de jaren 90]
Pagina 22
E-learning "de Basis"
Didactische modellen in e-Learning Als we kijken naar didactische modellen die binnen e-Learning gebruikt worden dan kunnen we 3 verschillende basismodellen onderscheiden die we in veel varianten terugzien: Behaviourisme Cognitivisme Constructivisme Deze modellen bepalen voor een groot deel hoe we tegen leren en e-Learning aankijken. Laten we eerst eens globaal kijken naar de 3 modellen:
Een rat in een Skinner-experiment Behaviourisme Dit model dat o.a. door Skinner is gedefinieerd, is gebaseerd op de aanname dat leren gestuurd wordt door stimuli en reacties. In dit model is het niet relevant om te weten hoe het leren in het brein wordt gedaan. De focus ligt op het resultaat van het leren en niet zozeer op het leerproces zelf. Een sterk element van behaviorisme is het gebruik van positieve en negatieve feedback. Hiermee kan de lerenden geconditioneerd worden. Een resultaat van deze houding is de de-contextualisatie van de leerinhoud. Kennis wordt aangeboden in kleine brokjes. In een behavioristische omgeving zijn didactische werkvormen zoals kennistesten, huiswerk en zeer gestructureerde leeractiviteiten heel gebruikelijk Behaviorisme leent zich prima om te combineren met computerondersteund leren. De eerste eLearning leeractiviteiten waren meestal van het type ‘Drill-and-practice’. Veel inoefenen was de routine.
Case Study Behaviorisme Vanaf 1984 was er in Nederland een nationaal ICT stimuleringsprogramma in het onderwijs. Dit zogenaamde "Informatica Stimuleringsplan" was de eerste echte start. Kennisnet zegt hierover in een blogpost:
Pagina 23
E-learning "de Basis"
“Daarin bleef de ontwikkeling van leermiddelen een ondergeschoven kindje. Dat kwam deels omdat men nog vrij zwaar inzette op de ontwikkeling van het vak informatica, waarbij het leren programmeren centraal stond.” Door de ministeries (van Onderwijs en Wetenschappen (O&W), van Economische Zaken (EZ) en van Landbouw en Visserij (LaVi)) werd 1,7 miljard gulden ge:investeerd, uit te geven in een periode van vier jaar (1984-1988). Het programma bestond uit vele activiteiten; leerkrachten werden getraind, materiaal werd geïnventariseerd en bedrijfsleven werd gestimuleerd om materiaal te ontwikkelen. Er werd er heel wat basale content ontwikkeld. Een van de producten was een programma waar kinderen individueel rekensommen inoefende. Het was een eenvoudig, rechtlijnig maar krachtig voorbeeld van geprogrammeerde instructie. Steeds kreeg een kind een vraag en moest het antwoord worden ingetypt. Een voorbeeld: Stimulus:
Hoeveel is 3 + 2?
Respons:
6
Stimulus:
Dat is helaas niet goed, probeer het nog eens.
Respons:
5
Stimulus:
Dat klopt, heel goed gedaan!
Uw brein is als een computer Cognitivisme Dit model is gebaseerd op het idee dat het leerproces te vergelijken is met de manier waarop een computer werkt. Congitivisten gebruiken woorden zoals ‘korte-termijn geheugen’, ‘lange-termijn geheugen’ en ‘stimuli’.
Pagina 24
E-learning "de Basis"
Cognitivisme gaat over: het verzamelen, aanpassen en integreren van informatie. De nadruk ligt op de manier waarop we leren, niet alleen op de resultaten van het leerproces. Technieken zoals mindmappen worden gebruikt om de informatie te verankeren.
Case Study Cognitivisme In een opleiding over managementvaardigheden bij een klein IT-bedrijf in Spanje kwam een enthousiaste groep samen van 12 management trainees. Ze kwamen net van de universiteit af. De opleiding bestond uit verschillende fases en verschillende didactische activiteiten:
1. Voordat de echte opleiding van start ging, werd bij iedereen een online Kolbtest afgenomen. Hiermee kregen ze inzicht in hun eigen leerstijlen. De uitkomsten van de test werden besproken met een leerbegeleider. Ook werd hun voorkennis in kaart gebracht door een pretoets. De twee scores werden door de leerbegeleider en de lerende als basis gebruikt voor een persoonlijk ontwikkelplan. 2. In een workshop startte de groep met een persoonlijke en daarna een gezamenlijke mindmap over de inhoud (management). Er was veel uitwisseling van eigen ervaringen en ideeën. Een leeromgeving werd die dag gebruikt om informatie vast te leggen en het systeem bood ook nog additionele informatie. 3. Met de theorie en oefeningen (o.a. met acteurs) werd allerlei nieuwe informatie verzameld en na elke oefening moesten de lerenden de nieuwe kennis relateren aan hun eigen kennis. Ze moesten onder andere voorbeelden geven hoe ze deze kennis zouden kunnen inzetten in hun eigen praktijksituatie. 4. Aan het einde van de opleiding werd een nieuwe mindmap gemaakt. Na een test werd de uitslag besproken met de leerbegeleider. Hierbij werd niet alleen het resultaat besproken maar ook het leerproces. De tracking en tracing informatie uit de leeromgeving werd ook gebruikt. De reflectie van de lerenden werden weer in de leeromgeving verwerkt.
Bouw uw eigen kennis op Constructivisme Dit model is o.a. door Bruner en Piaget ontwikkeld. Het gaat er vanuit dat leren een zeer actief proces is. De constructivistische stroming is gebaseerd op het idee dat dialectische of interactieprocessen in
Pagina 25
E-learning "de Basis"
ontwikkeling en leren door lerenden die zo actief kennis construeren moet worden gefaciliteerd door volwassenen (De Vries et al., 2002). Lerenden construeren nieuwe ideeën, structuren, modellen en concepten en relateren die aan voorkennis en bestaande mentale modellen. Echte ervaringen spelen een belangrijke rol in het leerproces. Niet alleen de inhoud is belangrijk maar ook de context om betekenisvol te leren. De leeractiviteiten moeten zo gestructureerd worden dat lerenden eenvoudig de informatie kunnen opnemen. De lerende speelt een actieve rol en leren is doelgericht. Recenter hebben constructivistische onderzoekers de traditionele focus verlegd van individueel leren naar ook sociale en samenwerkende vormen binnen leren. Het sociaal constructivisme kan worden gezien als het samenkomen van inzichten van Piaget, Bruner en Vygotsky (Wood, 1998).
Case Study Constructivisme In Polen werd op een universiteit een cursus aangeboden over interculturele communicatie. De studenten leerden de kenmerken van verschillende culturen en de verwachtingen die mensen in verschillende culturen hebben. In de cursus kwamen de volgende activiteiten voor: 1. Eerst was er een opdracht om 3 vrienden of studenten van verschillende culturen te interviewen. De studenten bedachten zelf de interviewvragen. Als startpunt werden 5 artikelen over interculturele communicatie aangereikt door de docent. 2. De studenten presenteerden de resultaten van de interviews in een klassikale sessie. De klas werd daarna opgedeeld in groepen van 4 mensen en ze kregen een opdracht om een specifiek aspect van interculturele communicatie verder te onderzoeken. 3. De uitkomsten van het onderzoek werd gedeeld met de andere groepen via een wiki. Doel was om een gedeelde kennisbank te creëren voor iedereen. Behalve het toevoegen van eigen wiki-content moesten de studenten de input van anderen aanvullen en/of verbeteren.
Optionele leesactiviteit: Behaviorism and the Construction of Knowledge, PDF, 396 KB 'Behaviorism and the Construction of Knowledge' / door: Qais Faryadi / Universiteit: UiTM Malaysia kn.nu/ww4994cde (pdf, maken.wikiwijs.nl)
Als u dit artikel leest kunt u in ieder geval onderstaande vraag goed beantwoorden: Behaviorisme? Vul in onderstaande zin de missende woorden in. Behaviorismeis _______________ in staatomomtegaanmet_______________ menselijkgedrag.
Pagina 26
E-learning "de Basis"
Voor- en nadelen 'Usefulness of technology'
"Education is the only business still debating the usefulness of technology…." Quote van Rod Paige, Amerikaans minister van Onderwijs (2001-2005). Het is deels om te lachen dat we maar blijven discussiëren over de inzet en de waarde van eLearning in plaats van het gewoon te doen. We blijven maar komen met nadelen.
e-Learning is geen Haarlemmer olie! e-Learning is geen Haarlemmer olie. Niet alle onderwijskundige, financiële of organisatorische problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon zodra e-Learning wordt geïntroduceerd. e-Learning is geen geloofsovertuiging. Het is belangrijk om met een kritische blik e-Learning in te zetten en een helder en eerlijk beeld te hebben. Om niet alleen de voordelen maar ook de nadelen te zien. Alleen dan kunnen we goed praten met mensen binnen onze eigen organisatie en zijn we in staat om de waarde en implicaties voor de lerenden en onze organisaties goed in te schatten. Denk maar aan de Gartner ‘Hype-cycle’ en laten we met een open en kritische blik kijken naar eLearning!
Pagina 27
E-learning "de Basis"
30 mythes over e-learning Bekijk eens onderstaande document "30 Myths About eLearning That Need To Die In 2013" van Julie DeNeen. Ze neemt 30 mythes onder de loep die bestaan over e-Learning. Bekijk het document en beantwoord onderstaande vraag.
30 Myths About eLearning That Need To Die In 2013 kn.nu/ww2253470 (pdf, maken.wikiwijs.nl)
Trainers verliezen baan? “Sommige mensen denken dat de implementatie van e-Learning voor veel trainers en docenten het einde van hun baan betekent.” Wat denkt u van deze uitspraak?
Pagina 28
E-learning "de Basis"
a. Dat is helemaal waar. De rol van trainers en docenten zal vervangen worden door computers, content en leeromgevingen. b. Misschien klopt dit deels. Het aantal uren in face-to-face training en lesgeven zal gereduceerd worden en ze kunnen tijd besteden aan andere activiteiten zoals coaching. c. Is niet waar. De rol van trainer/docent en men blijft op dezelfde manier lesgeven. De uitgaven in eLearning zullen weer gereduceerd worden.
Als u meer wil weten kunt u dit artikel lezen:Advantages and disadvantages of online learning. Het artikel is geschreven door Gary James. Optionele leesactiviteit: Advantages and disadvantages of online learning, PDF, 20 KB
e-Learning kostenbesparend? Denkt u dat onderstaande uitspraak klopt? "e-Learning is altijd kostenbesparend" a. Waar b. Niet waar
Pagina 29
E-learning "de Basis"
Voorbeelden Een paar voorbeelden! Om de informatie in deze WBT beter te kunnen plaatsen geef ik een paar voorbeelden van eLearning projecten. De achtergrond en de oplossing van deze projecten varieert nogal. Er is een voorbeeld uit het onderwijs, uit het bedrijfsleven en uit een overheidsorganisatie. Er worden 3 projecten belicht: Xerox CIA Einstein College Deze voorbeelden maken duidelijk dat elke organisatie veel verschillende beslissingen moet nemen bij de realisatie van e-Learning.
Xerox Xerox - van analoge naar digitale monteurs Hieronder staat de opzet van het XEROX-opleidingstraject:
Pagina 30
E-learning "de Basis"
Achtergrond informatie Xerox is een groot en internationaal bedrijf dat document management en services verkoopt. Iedereen kent het wel van de kopieermachines. Het gaat wel veel verder dan kopieermachines, zaken zoals publishing systemen, digitale drukmachines en gehele productielijnen voor uitgeverijen. Vraag/uitdaging Rond 1996 vond er een belangrijke verandering plaats in de markt: een verschuiving trad op van analoog naar digitaal. Monteurs moesten niet meer alleen weten hoe de printers en kopieerapparaten mechanisch in elkaar zaten maar ze moesten opeens weten hoe een printer op een netwerk moest worden aangesloten en hoe ze een storing konden uitlezen met een laptop. Een grote groep moest de competenties flink bijspijkeren. Een langdurige en intensieve opleiding werd georganiseerd waarbij kennis en vaardigheden werden geleerd. Officiële examens van bijvoorbeeld Microsoft waren onderdeel van het traject en zorgde voor de certificering. Oplossing Het was een hele rijke mix aan didactische werkvormen en materialen. Onderdelen van de oplossing waren o.a.: webinars testen/toetsen kick-off meeting coaching (leerprocessen)
Pagina 31
E-learning "de Basis"
webbased training (ingekocht) workshops met trainers presentaties door trainers (moeilijke onderwerpen) learning desk (bellen/chatten/forum voor vragen over leertraject, leeromgeving en inhoud) online discussies persoonlijke gesprekken (intake, voortgang, evaluatie) boeken (zowel papieren als digitale versies) FAQ (frequently asked questions) over de inhoud Quick Reference Cards Online labs (je kon op afstand een server inrichten en moest aan de hand van een opdracht dat doen gedurende 30-60 minuten) Het traject bestond uit 3 fases waarbij het grootste deel van de tijd de lerenden in een open leercentrum samenkwamen om te leren. Hier waren alle materialen en trainers/coaches permanent aanwezig. Een deel van de dag werd gevuld met zelfstudie, een deel met workshops, presentaties etc. Het traject had een doorlooptijd van 9 maanden en was competentiegericht. Als voorbereiding op de start vonden er allerlei online activiteiten plaats. Lerenden werden getest en konden alvast in de leeromgeving materialen bekijken en zich voorbereiden. Na het formele traject in het open leercentrum werd het leren voortgezet en konden mensen in de leeromgeving nog bronnen nakijken, WBT’s raadplegen, vragen stellen en persoonlijke hulp krijgen van inhoudelijke experts. Deze fase was vooral gericht op werkgerelateerde onderwerpen en ondersteuning. Eerst geen succes! Het project was de eerste maand helemaal NIET succesvol. In het begin ontbraken twee belangrijke dingen: 1. persoonlijke coaching; 2. leercontracten. Zonder duidelijke afspraken en persoonlijke begeleiding ontbrak een vloeiend leerproces. Lerenden hadden geen grip op hun eigen leerproces, steun van de eigen manager ontbrak en de motivatie was snel weg. Combinatie leren en werken was niet te doen. Na deze valse start werd vlug bijgestuurd en persoonlijke begeleiding en een leercontract vormde de basis van de oplossing. Het contract bevatte afspraken over het leertraject op maat tussen de lerende, zijn manager en de coach. Hierin werd afgesproken hoeveel dagen per week er werd geleerd, wat de randvoorwaarden waren en welke leerdoelen wanneer bereikt werden. Toch succes! Na het bijsturen werd het een succesvol blended learning traject. Er werd onderzoek gedaan tussen de groep die hieraan deelnam (80 mensen) en een parallelgroep die enkel een klassikale opleiding genoot met dezelfde leerdoelen en certificering. De scores van de blended learning groep op de officiële Microsoft en Novell examens was significant hoger. Ze waren zelfs hoger dan de gemiddelde landelijke scores op deze standaardtesten. Waarom hoger rendement? De investering in geld en tijd was in beide varianten gelijk. Er was dus ook GEEN reductie in tijd die trainers in het traject staken. Wel veranderde de inzet: er werd minder tijd besteed aan klassikale leermomenten en meer in individuele en persoonlijke begeleiding. Dit was de reden voor de hogere scores. Er was persoonlijke ondersteuning en het leerproces was meer op maat en efficiënt.
Pagina 32
E-learning "de Basis"
Een aantal onderdelen van de mix
CIA
CIA - Naar een kennisorganisatie Achtergrond informatie De Central Intelligence Agency (CIA) heeft als primaire functie om informatie te verkrijgen en te analyseren over andere regeringen, bedrijven en personen en deze informatie op de juiste plekken binnen de regering te bezorgen. De tweede functie is propaganda/PR activiteiten, juiste en onjuiste informatie verspreiden, en anderen ten gunste van de VS te beïnvloeden. De derde functie is deelnemen aan operaties. Wereld verandert Vanaf 2005 merkte de CIA dat de wereld veranderde. Informatie overal ter wereld werd zeer snel gedeeld door de ‘tegenstanders’. Niet langer voldeed de hiërarchische organisatiestructuur. De topdown benadering zorgde ervoor dat informatie niet snel genoeg op de juiste plek kwam. Er werd besloten om de hele manier waarop geleerd werd en waarop informatie intern werd uitgewisseld drastisch om te gooien.
Pagina 33
E-learning "de Basis"
CIA praat met e-Learning guru Elliott Masie Transcriptie interview CIA, PDF Frans Bax van de CIA University en Elliott Masie spreken over de veranderende paradigma's. Oplossing Interview met CIA ELLIOTT MASIE: Would you put your hands together for Frans Bax, the chief learning officer of the Central Intelligence Agency? FRANS BAX: Hello, good morning. ELLIOT MASIE: So you must get some kidding along the way. You’re the chief learning officer of the CIA? FRANS BAX: Absolutely, people think we know everything, so why train? ELLIOT MASIE: It’s interesting. I was recently at a conference, a tradecraft conference with Frans, and Frans is the president of the CIA University and it was interesting because I was there for four minutes and somebody handed me a paper called “Wikis and the CIA.” How are you starting to experiment with this? FRANS BAX: Well, like many of you we are just starting to look at technologies that can deliver knowledge and learning everywhere and our version of extreme learning is to deliver training to places like Iraq, Afghanistan, and other places I can’t even tell you about. So using technologies like wikis becomes a way to share knowledge fast and to get experts to contribute on topics that someone might not even know their expertise will help us out on. So we are at the very start of an exciting process to try to do that. ELLIOT MASIE: And your mission at the CIA as a learning officer there? FRANS BAX: Well, CIA, to give you a quick sound bite on us, we’re one of 15 intelligence agencies in the US intelligence community. Another one, the Defense Intelligence Agency is here with their people: Dave Banks, an old friend is here just like I am. CIA, like all of those agencies, does training and we created a CIA University, originally born at the time of September 11th, to greatly expand our training effort. We train in many occupations that some of you probably don’t even know exist: things like clandestine operations officer or intelligence analyst. So we put together training solutions that will meet the need - lots of classroom training, but increasingly online - and we hope in the future, web based training as well. ELLIOT MASIE: Just as a final question, one of the things we had talked about when we met was the concept that what a wiki could do if we go to the wisdom of the crowds. Another author who was at the same conference I spoke at was, in one case you could trust the intelligence of one of your agents or one source, but imagine if that was contextualized by hundreds of folks who might say, “I
Pagina 34
E-learning "de Basis"
don’t get that,” or that obviously with a lot of the pressure on getting the intelligence right, this is a shift for you in that sense. FRANS BAX: Absolutely, and we deal by the very nature of our profession and business with unknowns or futures that have not yet happened so we can get it wrong. I don’t have to tell you where we did that, do I? It’s in the newspapers when that happens. So the wisdom of crowds and using systems of thinking that way is very important to us and if we can draw in multiple ideas or even opinions below that level of idea, it might give us the answer that was missing before. ELLIOT MASIE: What was interesting, too, when we went to our conference, you not only had folks from the CIA and other U.S. intelligence agencies, but you’re working collaboratively with folks around the world. FRANS BAX: Absolutely, we have many close allies on the global war on terror and so we have to share our training and share our knowledge with other countries and the intelligence officers they have. ELLIOT MASIE: Great, and once again, as we look at learning, we look at our field what we have tried to do and are going to continue throughout the conference is show you how broad spectrum our field is and how much we can learn from each other and I’m real excited about working with Frans and his colleagues to get an even better cooperative spirit between what we learn in your world, what we learn in the corporate world, and the higher ed world. FRANS BAX: You bet we will do that. Fantastische verandering Voor mij was het apart om te horen dat juist zo'n traditionele organisatie door externe veranderingen zelf de verandering tot stand brengt en open staat voor significante innovaties. Niet technisch is het een hele verandering maar juist het communicatie- en leermodel. Fantastische quote: "Nobody knows as much as everybody."
Wat is dit? Lees onderstaande uitspraak en probeer (delen) van een woord in te vullen. Eenanderemanierom"Nobodyknowsasmuchaseverybody"is:_______________ofte _______________.
Einstein college
Einstein Lyceum- Naar leren in context Achtergrond informatie Het Einstein Lyceum (zie website) is een klein Rotterdams lyceum met 550 leerlingen en 45 docenten & staf. De populatie is gemengd. Ten tijde van het traject werd er niet veel gebruik gemaakt van ICT binnen de lessen. Een klein aantal docenten gebruikte ICT in hun lokalen. Vraag/uitdaging Pagina 35
E-learning "de Basis"
De motivatie van leerlingen was een probleem voor een behoorlijke groep. De klacht was dat het onderwijs teveel gericht was op theorie en dat het saai was. De uitval van leerlingen was te hoog. De docenten zochten naar een manier om leerlinggericht te onderwijzen en ze zochten naar authentieke context bij het leren. Oplossing: WebQuests Ze besloten om te starten met een methodiek WebQuests. Bernie Dodge heeft dit concept ontwikkeld. Hij is professor Educatieve technologie van de San Diego State University. Een WebQuest is een onderzoeksactiviteit waarbij veel benodigde informatie gestructureerd wordt gezocht op het web. De nadruk ligt op het gebruiken en verwerken van informatie i.p.v. het zoeken ervan. Het ondersteunt het denken van lerenden op het niveau van analyse, synthese en evaluatie. Volgens de Universiteit van Houston heeft een WebQuest 6 vaste stappen: 1. Introductie – enthousiasmeert de lerende en geeft achtergrondinformatie over het onderwerp. 2. Taak – beschrijft de activiteit en het beoogde eindresultaat en doel. De doelen en de soort uitkomst is afgestemd op de doelgroep. 3. Proces – legt uit welke strategie de lerende kan gebruiken om de taak uit te voeren. Lerenden horen wanneer ze wat moeten doen. Deze richtlijnen helpen de lerenden heel praktisch op weg. 4. Bronnen – hier vindt de lerende relevante websites en andere bronnen die lerenden nodig hebben om de taak te kunnen uitvoeren. 5. Evaluatie – meet de resultaten van de taak en geeft beoordelingscriteria aan. Lerenden kunnen vaak zelfstandig evalueren aan de hand van de lijst met criteria. 6. Conclusie - vat de activiteit samen en stimuleert de lerenden om te reflecteren op het proces en het resultaat. Wat deden ze? Een groep docenten is gestart met WebQuests met verschillende onderwerpen. De meeste WebQuest richtten zich op de stad Rotterdam. Voorbeeld: WebQuest over geschiedenis. Kinderen gingen in groepen van vier een team journalisten vormen. De uitdaging/taak was om een boek te maken voor nieuwe inwoners van de stad. In het boek moest een deel staan over de geschiedenis van de stad maar daarnaast ook praktische informatie bevatten. Een leerling was de schrijver, de andere de fotograaf etc. Op computers maakten ze de WebQuest en gebruikten o.a. online archieven. De kinderen namen ook interviews af bij oude inwoners en namen foto’s van de stad. Uiteindelijk werd het boek zelfs gelezen door andere leerlingen en ouders. Opmerkingen Het project was een succes. De stappen van een WebQuest zorgde voor een goede structurering van de didactische activiteiten. Leerlingen waren erg gemotiveerd. Wat wel tegenviel was de tijd die nodig was om goede WebQuests te ontwikkelen. Technisch was het erg eenvoudig maar het vinden van uitdagende taken/opdrachten en dit duidelijk opschrijven was arbeidsintensief. Nu gebruikt 2/3 van de docenten het model in hun lessen. Om het concept te kunnen gebruiken namen docenten deel aan een eendaagse workshop over WebQuests.
Pagina 36
E-learning "de Basis"
Antwoorden Ben je het eens met onderstaande definitie? Klopt het of niet? "e-Learning is leren met een computer in een leeromgeving waardoor je contact hebt met een docent. Een e-Learning cursus is een zelfstudie module." 1. Waar Verkeerd! e-Learning is leren met behulp van ICT. Dit zou een computer kunnen zijn maar ook een smartphone, iPod of bijvoorbeeld een e-reader. Het kan een combi zijn van vele didactische werkvormen zoals zelfstudie maar ook groepsopdrachten, toetsen, virtual seminars, simulaties, werkplekondersteuning. Het kan ook zowel op afstand plaatsvinden als in een fysieke ruimte. Een betere definitie van e-Learning is: "Het aanbieden van formeel en informeel leren en trainingsactiviteiten, processen, communities en gebeurtenissen met behulp van alle elektronische media, zoals internet, intranet, extranet, CD-ROM, videoband, DVD, TV, mobiele telefoons, elektronische agenda, iPod, iPad, e-reader, et cetera." 2. Niet waar Juist! e-Learning is leren met behulp van ICT. Dit zou een computer kunnen zijn maar ook een smartphone, iPod of bijvoorbeeld een e-reader. Het kan een combi zijn van vele didactische werkvormen zoals zelfstudie maar ook groepsopdrachten, toetsen, virtual seminars, simulaties, werkplekondersteuning. Het kan ook zowel op afstand plaatsvinden als in een fysieke ruimte. Een betere definitie van e-Learning is: "Het aanbieden van formeel en informeel leren en trainingsactiviteiten, processen, communities en gebeurtenissen met behulp van alle elektronische media, zoals internet, intranet, extranet, CD-ROM, videoband, DVD, TV, mobiele telefoons, elektronische agenda, iPod, iPad, e-reader, et cetera."
Synchroon en asynchroon Wat wordt volgens jou bedoeld met synchroon? 1. Synchroon wil zeggen dat een activiteit/communicatie op hetzelfde moment plaatsvindt zonder noemenswaardige vertraging. Dat klopt! Als een leeractiviteit gelijktijdig plaatsvindt (je hebt 'live'contact bijvoorbeeld) dan noemen we dat een synchrone activiteit. 2. Synchroon betekent dat een activiteit plaatsvindt op een verschillend moment dus met een vertraging. Helaas niet correct. Als een leeractiviteit gelijktijdig plaatsvindt (je hebt 'live'contact bijvoorbeeld) dan noemen we dat een synchrone activiteit. 3. Synchroon betekent dat een leeractiviteit plaatsvindt gedurende de doorlooptijd van 1 cursus. Helaas niet correct. Als een leeractiviteit gelijktijdig plaatsvindt (je hebt 'live'contact bijvoorbeeld) dan noemen we dat een synchrone activiteit. Synchroon zegt dus iets over de tijd maar het moet gaan over dat moment, niet over een langere periode.
Wiki, (a)synchroon? Een van de tools die we gebruiken binnen e-Learning is een Wiki. Als de lerende een Wiki gebruikt, is dit dan een synchrone of a-synchrone activiteit?
Pagina 37
E-learning "de Basis"
1. Synchrone activiteit Niet correct. In Wikipedia staat het zo uitgelegd: "Een wiki is een applicatie of (web)toepassing, waarmee webdocumenten gezamenlijk kunnen worden bewerkt" 2. Asynchrone activiteit Correct! In Wikipedia staat het zo uitgelegd: "Een wiki is een applicatie of (web)toepassing, waarmee webdocumenten gezamenlijk kunnen worden bewerkt" Gebruikers hoeven niet gelijktijdig de pagina te bewerken. Het is dus een asynchrone activiteit.
Informeel leren? Welk percentage van het leren binnen organisaties kunnen we beschouwen als informeel leren? 1. < 20% Niet correct, onderzoek laat zien dat ongeveer 80% van het leren bestaat uit informeel leren. 2. 20 % - 39 % Niet correct, onderzoek laat zien dat ongeveer 80% van het leren bestaat uit informeel leren. 3. 40 % - 59 % Niet correct, onderzoek laat zien dat ongeveer 80% van het leren bestaat uit informeel leren. 4. 60 % - 79 % Niet correct, onderzoek laat zien dat ongeveer 80% van het leren bestaat uit informeel leren (ok, als u >75% in gedachten had rekenen we het antwoord ook goed). 5. > 80 % Correct! Onderzoek laat zien dat ongeveer 80% van het leren bestaat uit informeel leren.
Combinatie audio/tekst en animaties? Wat is de beste manier om audio/tekst te combineren met een animatie? (bijvoorbeeld een animatie waarin wordt uitgelegd hoe een autoband verwisseld moet worden). 1. Laat de animatie zien en laat daarbij achtergrond muziek horen die de emotie laat zien. Nee, dit is niet correct. De achtergrondmuziek zal lerenden afleiden en legt niets uit. 2. Laat de animatie zien en gebruik audio om te vertellen welke handelingen worden uitgevoerd. Dit is correct, hier is het effect groter en leert u sneller. 3. Laat de animatie zien en gebruik audio om te vertellen welke handelingen worden uitgevoerd. Tegelijkertijd hoort u achtergrondmuziek. Dit is niet correct. Audio is prima om dingen uit te leggen maar de achterrgondmuziek leidt af. 4. Laat de animatie zien en maak met ondertiteling duidelijk welke handelingen worden uitgevoerd. Dit is niet correct. Hier worden twee vormen van visuele informatie tegelijk aangeboden. Dit is moeilijk om goed te verwerken.
Kies uw hulpmiddel Kies a.u.b. de middelen die als didactisch hulpmiddel kunnen dienen voor e-Learning: 1. Webbrowser 2. Tablet 3. Quick reference card
Pagina 38
E-learning "de Basis"
4. Papier 5. Mobiele telefoon 6. PlayStation Portable 7. iPod 8. Microfoon 9. Auteursomgeving 10. Leeromgeving 11. Wiki
Best een lastige keuze... Wil je Feedback.... 1. Ja Sommige van de hulpmiddelen zijn vooral hulpmiddelen om e-Learning content te leveren, met andere maak je vooral content. Sommige hulpmiddelen om e-Learning te gebruiken kunnen natuurlijk ook gebruikt worden om content te maken. En we kunnen ook lerenden zelf content laten maken, daar kunnen ze bijvoorbeeld een microfoon voor gebruiken. Dus als we het hebben over hulpmiddelen bij e-Learning gaat het over brede hulpmiddelen waarmee geleerd kan worden. Dat kunnen hulpmiddelen zijn waarmee content gemaakt wordt maar bijvoorbeeld ook een hulpmiddel (microfoon) waarmee een webinar kan worden gehouden. 2. Nee
iPod nodig? De iPod van Apple is de standaard geworden in de markt van MP3-spelers. Klopt onderstaande uitspraak? "Om een podcast te kunnen beluisteren heb je een iPod nodig." 1. Waar Verkeerd! 2. Niet waar Dit is niet waar. U kunt een podcast downloaden naar elke MP3-speler en u kunt elke podcast luisteren via uw computer, laptop, tablet of smartphone.
Een groot succes? Denk je dat onderstaande uitspraak klopt? "De Pressey machine werd een succes in de Verenigde Staten en werd op veel plekken gebruikt."
Pagina 39
E-learning "de Basis"
1. Waar Verkeerd! The machine of Pressey was not a great success in the educational world. Although he came up with some interesting outcomes of research, his machine was not widely adapted by schools, universities or companies. The technical innovation came at the wrong moment. Pressey's revolution was delayed by the Great Depression. In the same year that Pressey predicted the revolution, the unemployment rate climbed to 23.6 percent, and new developments in educational technology were delayed until after World War II. De Pressey-machine was GEEN SUCCES in de educatieve wereld. Hoewel de machine technisch en didactisch goed was en onderzoek naar de effectiviteit positieve uitkomsten had was implementatie nooit een succes. The technische en onderwijskundige innovatie kwam simpelweg op het verkeerde moment! De innovatie werd in de kiem gesmoord door de ‘Great Depression’ in de VS. In hetzelfde jaar als de introductie van de machine steeg de werkeloosheid naar 23,6 % en alle technologische educatieve innovaties werden uitgesteld tot na de Tweede Wereldoorlog. Docenten waren bang om hun baan te verliezen en andere wetenschappers waren kritisch. Volgens Skinner was de wereld simpelweg niet klaar voor de machine. 2. Niet waar Juist! The machine of Pressey was not a great success in the educational world. Although he came up with some interesting outcomes of research, his machine was not widely adapted by schools, universities or companies. The technical innovation came at the wrong moment. Pressey's revolution was delayed by the Great Depression. In the same year that Pressey predicted the revolution, the unemployment rate climbed to 23.6 percent, and new developments in educational technology were delayed until after World War II. De Pressey-machine was GEEN SUCCES in de educatieve wereld. Hoewel de machine technisch en didactisch goed was en onderzoek naar de effectiviteit positieve uitkomsten had was implementatie nooit een succes. The technische en onderwijskundige innovatie kwam simpelweg op het verkeerde moment! De innovatie werd in de kiem gesmoord door de ‘Great Depression’ in de VS. In hetzelfde jaar als de introductie van de machine steeg de werkeloosheid naar 23,6 % en alle technologische educatieve innovaties werden uitgesteld tot na de Tweede Wereldoorlog. Docenten waren bang om hun baan te verliezen en andere wetenschappers waren kritisch. Volgens Skinner was de wereld simpelweg niet klaar voor de machine.
Aantallen films? Hoeveel educatieve films werden er tussen 1941 en 1945 geproduceerd door de 'U.S. Office of Education? 1. Tussen 0 - 250 Niet correct. In de vier jaar tussen 1941 en 1945 produceerde de 'Division of Visuals Aids' binnen de 'U.S. Office of Education: •457 films; •432 stomme films; •457 handboeken voor trainers. 2. Tussen 251 - 500 Niet correct. In de vier jaar tussen 1941 en 1945 produceerde de 'Division of Visuals Aids' binnen de 'U.S. Office of Education: •457 films; •432 stomme films; •457 handboeken voor trainers. 3. Tussen 501 - 1000 Niet correct. In de vier jaar tussen 1941 en 1945 produceerde de 'Division of Visuals Aids' binnen de 'U.S. Office of Education: •457 films; •432 stomme films; •457 handboeken voor trainers.
Pagina 40
E-learning "de Basis"
4. Tussen 1001 - 2000 Niet correct. In de vier jaar tussen 1941 en 1945 produceerde de 'Division of Visuals Aids' binnen de 'U.S. Office of Education: •457 films; •432 stomme films; •457 handboeken voor trainers. 5. Tussen 1001 - 2000 Niet correct. In de vier jaar tussen 1941 en 1945 produceerde de 'Division of Visuals Aids' binnen de 'U.S. Office of Education: •457 films; •432 stomme films; •457 handboeken voor trainers. 6. Tussen 1001 - 2000 Niet correct. In de vier jaar tussen 1941 en 1945 produceerde de 'Division of Visuals Aids' binnen de 'U.S. Office of Education: •457 films; •432 stomme films; •457 handboeken voor trainers.
Als u dit artikel leest kunt u in ieder geval onderstaande vraag goed beantwoorden: Behaviorisme? Vul in onderstaande zin de missende woorden in. Behaviorismeis _______________ in staatomomtegaanmet_______________ menselijkgedrag.
Juist antwoord:
Vul in onderstaande zin de missende woorden in. Behaviorismeis niet in staatomomtegaanmetcomplexmenselijkgedrag.
Trainers verliezen baan? “Sommige mensen denken dat de implementatie van e-Learning voor veel trainers en docenten het einde van hun baan betekent.” Wat denkt u van deze uitspraak? 1. Dat is helemaal waar. De rol van trainers en docenten zal vervangen worden door computers, content en leeromgevingen. De rol van mensen zal niet verdwijnen door e-Learning. Men dacht hetzelfde bij de introductie van School TV, de videorecorder en andere technologie. De rol zal alleen wel veranderen. 2. Misschien klopt dit deels. Het aantal uren in face-to-face training en lesgeven zal gereduceerd worden en ze kunnen tijd besteden aan andere activiteiten zoals coaching. Klopt, de rol zal wat veranderen en er zal meer tijd worden besteed aan zaken zoals het faciliteren en begeleiden van het leerproces en het ontwikkelen van content. 3. Is niet waar. De rol van trainer/docent en men blijft op dezelfde manier lesgeven. De uitgaven in eLearning zullen weer gereduceerd worden. De rol zal anders worden en er zal meer tijd worden besteed aan zaken zoals het faciliteren en begeleiden van het leerproces en het ontwikkelen van content
e-Learning kostenbesparend? Denkt u dat onderstaande uitspraak klopt?
Pagina 41
E-learning "de Basis"
"e-Learning is altijd kostenbesparend" 1. Waar Verkeerd! Er wordt gezegd dat e-Learning kostenbesparend is. Dit hangt af van vele verschillende dingen. De meeste mensen die dit vol overtuiging roepen hebben vaak niet erg veel ervaring met eLearning. Natuurlijk, als we nu 10.000 lerenden naar een vijfdaagse cursus sturen en je doet voortaan hetzelfde met een online cursus van 2 dagen, zal je geld besparen. Alleen al aan lokalen en reistijd bespaar je. Maar bij het implementeren van e-Learning komen meer kosten kijken. Een groot deel van de kosten gaat naar het ontwerp en ontwikkeling van de e-Learning activiteiten en inhoud. Zeker als er een ontwikkelteam start met weinig e-Learning ervaring kosten de projecten veel geld en tijd. Het ontwikkelproces is complexer dan dat van een klassikale training. 2. Niet waar Juist! Er wordt gezegd dat e-Learning kostenbesparend is. Dit hangt af van vele verschillende dingen. De meeste mensen die dit vol overtuiging roepen hebben vaak niet erg veel ervaring met eLearning. Natuurlijk, als we nu 10.000 lerenden naar een vijfdaagse cursus sturen en je doet voortaan hetzelfde met een online cursus van 2 dagen, zal je geld besparen. Alleen al aan lokalen en reistijd bespaar je. Maar bij het implementeren van e-Learning komen meer kosten kijken. Een groot deel van de kosten gaat naar het ontwerp en ontwikkeling van de e-Learning activiteiten en inhoud. Zeker als er een ontwikkelteam start met weinig e-Learning ervaring kosten de projecten veel geld en tijd. Het ontwikkelproces is complexer dan dat van een klassikale training.
Wat is dit? Lees onderstaande uitspraak en probeer (delen) van een woord in te vullen. Eenanderemanierom"Nobodyknowsasmuchaseverybody"is:_______________ofte _______________.
Juist antwoord:
Lees onderstaande uitspraak en probeer (delen) van een woord in te vullen. Eenanderemanierom"Nobodyknowsasmuchaseverybody"is:wisdomoftecrowds.
Pagina 42
E-learning "de Basis"
Over dit lesmateriaal Colofon De inhoud van deze WBT is afgeleid van het materiaal van Fe-ConE (Creative Commons AttributionShareAlike 2.5 License). Primaire bewerking: Marcel de Leeuwe | Leerbeleving | Onafhankelijk e-Learning advies en training |
[email protected] Auteur
Remco Lip
Laatst gewijzigd
27 January 2014 om 08:40
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Eindgebruiker
leraar
Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting
0 uur en 50 minuten
Trefwoorden
blended learning, e-learning, formeel, individueel, informeel, multi media, offline en online, samenwerkend, synchrone activiteiten
Bronnen Bron
Type
http://www.screencast.com...7-bb55-80593af85bfc/embed http://www.screencast.com/users/rlip/folders/Snagit/media/b029fcc3-8381-4707-bb5580593af85bfc/embed
Video
https://youtu.be/NlETGJ0mnno https://youtu.be/NlETGJ0mnno
Video
https://youtu.be/yo2Uy4ZrAHo https://youtu.be/yo2Uy4ZrAHo
Video
https://youtu.be/w712aljo8KI https://youtu.be/w712aljo8KI
Video
Pagina 43
E-learning "de Basis"