Bij.102354
Duurzaam ombuigen binnen het waterschap Een verkenning van bezuinigingsmogelijkheden voor Waterschap Roer en Overmaas
i:
i i: L i;
L L L L L
L L l
L
60273117-11878
ÊU ERNST &YOUNG Qualityln Everything We Do
=U ERNST &YOUNG
i *
e
Inhoudsopgave
i:
1
Inleiding
r:
2
Doelstelling en gevolgde aanpak
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Bevindingen Beïnvloedbare kosten Bestuur en Communicatie Beleid, Onderzoeken Advies Nieuwe Werken en Onderhoud Beheer Middelen Samengevat Verkenning Ernst & Young op basis van kostenoverzicht 2010
I:
4 4.1 4.2
Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen
[
Bijlagen
r:
1
Per afdeling Verhouding beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten Gevolgen eventuele bezuiniging op uitvoering taken
2
Samenwerkingsthema's WRO en WPM
i: i:
Ï:
I;
i: i.
u u u u IJ ü
u ü L
u
4 4 •5
6 6 7 8 8 9
11 11 11
=U ERNST &YOUNG
1 f• I
Inleiding
Het Waterschap Roer en Overmaas (WRO) wil graag meer inzicht hebben in de mate waarin ze de hoogte van haar uitgaven en inkomsten kan beïnvloeden. De aanleiding hiervoor is de economische crisis, het effect daarvan op de overheidsfinanciën en de noodzaak in de publieke sector om te bezuinigen. WRO heeft Ernst & Young gevraagd te ondersteunen bij de eerste stap in de verkenning naar mogelijkheden voor duurzaam ombuigen1. In deze notitie presenteren we de bevindingen van onze verkenning.
I
Context
r
Als antwoord op de bezuinigingsdoelstellingen hebben de gezamenlijke waterschappen operatie 'Storm' gestart; het plan waarmee de waterschappen een bijdrage leveren aan het op een zo verantwoord mogelijke manier verwerken van de bezuinigingen die op stapel staan. Maatregelen die uit Storm voortvloeien hebben consequenties voor de organisatie van elk waterschap afzonderlijk. Tegelijkertijd is de discussie gestart over minder bestuurslagen, en daarmee ook de huidige (bestuurlijke) inrichting van waterschappen.
i
r i: i: i: i i i: i: i: LI L
L; IJ L L 11 ü ü ü b li
WRO werkt op een aantal thema's nauw samen met Waterschap Peel- en Maasvallei (WPM). Er is een aantal nieuwe thema's waarop samengewerkt gaat worden met WPM, bijvoorbeeld risicomanagement, e-dienstverlening en onderhoud Maaskades. De samenwerkingsthema's hebben zowel betrekking op beleid (Masterplan Hoge Zandgronden, beleid grondwaterkwaliteit en -kwantiteit), uitvoering (aanleg Maaskades, grondwatermeetpunten) als ondersteunende processen (inkoop, risicomanagement). Samen met WPM maakt WRO sinds 2004 gebruik van de diensten van het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) voor: De uitvoering van het zuiveringsbeheer; De heffing en invordering van de waterschapsheffingen. WBL is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de wettelijke kaders vastliggen in de 'Gemeenschappelijke Regeling Waterschapsbedrijf Limburg'. WBL valt buiten de scope van dit onderzoek, hoewel bijna 64% van het totale budget van WRO rechtstreeks bestemd is voor WBL. Het beheersgebied van WRO grenst grotendeels aan België en Duitsland. Dit geeft WRO een uitzonderlijke positie, omdat voor een goede uitvoering van het werk intensieve samenwerking met Duitsland en België noodzakelijk is.
Deze opdracht en de daarbij behorende werkzaamheden zijn niet uitgevoerd in het kader van een controle- of beoordelingsopdracht. In het kader van dit onderzoek heeft Ernst & Young geen testwerk verricht om de getrouwheid en rechtmatigheid vast te stellen.
=U ERNST &YOUNG
r
2
Doelstelling en gevolgde aanpak
WRO heeft aan Ernst & Young een overzicht verstrekt van alle kosten en opbrengsten zoals die zijn begroot voor 2010 (basis: vastgestelde begroting 2010), inclusief kosten / opbrengstensoort en toelichting. Tevens is per regel aangegeven of de kosten bestemd zijn voor de taakuitvoering van het Waterschapsbedrijf dan wel WRO. Door Financiën is aan dit overzicht een eigen beoordeling toegevoegd van kosten die beïnvloedbaar zijn. Bij die eerste beoordeling is een ruime definitie gehanteerd, waardoor ook afspraken met derden (overeenkomsten) als beïnvloedbaar zijn aangemerkt. Aan de hand van dit overzicht is elke budgethouder gevraagd welke kosten in zijn/haar inschatting beïnvloedbaar zijn. Hieronder staan de namen van de budgethouders die zijn geïnterviewd. Budgethouder Dhr. R. Glebbeek Dhr. J . In den Kleef Dhr. R. van der Pol Mevr. M. Leenders Dhr. P. Notten
t i i: i i i: L I. y Li L L U
u ü
Afdeling Beleid, Onderzoek en Advies Bestuur en Communicatie Middelen Beheer Nieuwe Werken en Onderhoud
Interview d.d. T juli
7 juli T juli
8 juli 8 juli
De beoordeling door Financiën is gevalideerd bij de budgethouders. Met hen is vervolgens besproken wat een bezuiniging op een kostenpost zou betekenen voor de taakuitvoering van het waterschap. Deze kwalitatieve beoordeling is gedaan door gestructureerd stil te staan bij operationele en bestuurlijke risico's van bezuinigen. De focus in de interviews lag op de kosten en de bezuinigingsmogelijkheden daarop. Het verhogen van de inkomsten was geen optie vanuit een politiek-bestuurlijk perspectief. Er is tenslotte tijdens elk interview 'los van de begroting' geïnformeerd naar bezuinigingsmogelijkheden die de geïnterviewden als kansrijk en/of noodzakelijk zien. De begroting van WRO in 2010 is ruim € 80 miljoen. Daarvan is € 51,3 miljoen (bijna 64%) bestemd als financiering voor het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL). WBL is verantwoordelijk voor het zuiveringsbeheer en de heffing en invordering van waterschapsbelastingen. Voor de overige taakuitvoering van WRO is € 29 miljoen beschikbaar (36%). De focus van deze verkenning ligt op de bezuinigingsmogelijkheden op de begroting van WRO exclusief het budget dat is bestemd voor WBL.
=U ERNST &YOUNG
\: r
3
Bevindingen
3.1
Beïnvloedbare kosten
i
Van de deelbegroting van € 29 miljoen is ruim € 9 miljoen als 'beïnvloedbaar' beoordeeld door Financiën. Ruim € 19,9 miljoen wordt als niet-beïnvloedbaar beoordeeld. Dit betreffen grotendeels salarissen en sociale lasten rente op (langlopende) leningen en afschrijvingen. Deze kostenposten drukken bijna geheel op de begroting van de afdeling Middelen.
i i
Nietbeïnvloedbare kosten in €
3.452.039 7.646.865 328.668 1.366.418 30.000 6.671.913 167.050
Aard van de kosten
Budgethouder
Rente Salarissen Toelagen personeel Sociale lasten Raming overwerk Afschrijvingen Wachtgeld + uitkering voormalig bestuursleden
Middelen Middelen Middelen Middelen Middelen Middelen Bestuur
In onderstaand figuur wordt de verhouding tussen de beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten van het WRO weergegeven. 90.000.000,00 -
i: i:
80.000.000,00 70.000.000,00 60.000.000,00 50.000.000,00 -
i;
40.000.000,00 -
••
•m
• Totaal
M— —^B—^B—-
30.000.000,00 -
—
• Niet beïnvloedbaar
~~
B Waterschapsbedrijf Limburg
20.000.000,00 -
• Beïnvloedbaar
1O ÜOO 000 GO -
L
u u u L L ü li L
0,00
—i
Kosten WRO in Euro's
De validatie die we hebben gedaan met de budgethouders op de verhouding tussen beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten leidt nagenoeg tot dezelfde conclusie. De budgethouders hebben net als Financiën een ruime definitie van het begrip 'beïnvloedbaar' gehanteerd.
=U ERNST &YOUNG
Uit de gesprekken die we hebben gevoerd blijkt dat er een flink verschil bestaat tussen wat theoretisch beïnvloedbaar is en de praktische haalbaarheid van bezuinigingen op kostenposten; de praktische beïnvloedbaarheid. Om die reden hanteren we het begrip theoretische beïnvloedbaarheid. In de navolgende paragrafen gaan we dieper in op het verschil tussen theoretische en praktische beïnvloedbaarheid van kosten. Grosso modo is de validatie van de theoretisch beïnvloedbare kosten slechts een nuancering ten opzichte van de eerste beoordeling door Financiën. De hoofdconclusie dat ongeveer eenderde van de kosten van WRO (exclusief budget WBL) te beïnvloeden is, blijft staan. Theoretische beïnvloedbaarheid van kosten (exclusief budget WBL) Beïnvloedbaar Niet-beïn vloedbaar
Eerste beoordeling Financiën 31% 69%
Na validatie met budgethouders 28% 72%
Het verschil tussen de beoordeling van Financiën en de budgethouders wordt verklaard doordat de afdeling Middelen aan aantal posten kenmerkt als niet-beïnvloedbaar, te weten: Nietbeïnvloedbare kosten in €
652.000 350.500 65.000 35.000 30.000
Aard van de kosten
Budgethouder
Onderhoudscontracten software Waterschapshuis Onderhoudscontracten hardware Arbo-dienst, reïntegratie Raming overwerk
Middelen Middelen Middelen Middelen Middelen
In de volgende paragrafen geven we de beoordeling van de budgethouders weer over de mogelijkheden om op de grootste kostenposten te bezuinigen en de kwalitatieve voorstellen die zijn gedaan. Hiermee geven we antwoord op de vraag wat het verschil is tussen de theoretisch beïnvloedbare kosten en de praktijk.
3.2
L L L Li L U li y
Bestuur en Communicatie
Binnen de afdeling Bestuur en Communicatie kan op een aantal kostenposten worden bezuinigd, zonder dat daardoor direct de taakuitvoering van WRO in het geding komt. Dit kan omdat een aantal posten in 2010 ruim begroot zijn en omdat keuzes gemaakt kunnen worden in de wijze waarop een aantal taken, bijvoorbeeld de voorlichting, wordt uitgevoerd. Het betreft advertentiekosten voor o.a. publicaties in het zondagsnieuws en informatieborden bij beken en buffers (€ 60.000) 2 , druk- en bindwerk (€ 50.000) en overige posten (€ 91.925). Voor de advertentiekosten geldt dat er nog een bedrag van € 40.000 open staat. Een besparing van (stel) 10% op druk- en bindwerk en de overige posten zou een bezuiniging betekenen van € 40.000 + € 5.000 + € 9.192 = € 54.192.
2
Exclusief een post advertentiekosten a € 42.500 die in de voorjaarsrapportage 2010 is teruggebracht tot nul.
=H ERNST &YOUNG
f I ' f • i •
De grootste kostenposten binnen deze afdeling betreffen de contributie aan de UvW en de kosten ten behoeve van de dienstverlening door het WBL. Eerstgenoemde is geen onderwerp van bezuiniging.
[ "
Voor wat betreft de kosten voor het WBL geldt dat het MT van WRO sterke behoefte heeft aan meer transparantie voor wat betreft de prestaties die WBL levert. Een suggestie is om (samen met de andere financier WPM) naar een concretere invulling te streven van een managementcontract, zodat de opdrachtgever/opdrachtnemer relatie verder wordt ontwikkeld en de prestaties van WBL beoordeeld kunnen worden. De beïnvloedbaarheid van de kosten van WBL zijn verder buiten beschouwing gebleven binnen deze verkenning.
[
3.3
i •
Bijna alle bezuinigingen binnen de afdeling Beleid, Onderzoek en Advies hebben invloed op de taakuitvoering van WRO. De budgethouder ziet de verschillende kostenposten, ook al zijn deze in theorie beïnvloedbaar, dan ook niet als mogelijke bezuinigingsposten. Wat de budgethouder betreft, dienen bezuinigingen niet zozeer plaats te vinden door taken niet meer uit te voeren, maar door taken efficiënter uit te voeren. Een concrete suggestie van de budgethouder in dit kader is om te verkennen in hoeverre taken aangaande beleid, onderzoek en advies van WRO en het Waterschap Peel en Maasvallei (WPM) gezamenlijk georganiseerd kunnen worden. Hierbij merken wij op dat momenteel op bestuurlijk niveau de samenwerkingsmogelijkheden tussen WRO en WPM worden verkend. Op een aantal gebieden wordt ook al samengewerkt tussen WRO en WPM. In de tabel in de bijlage staan deze samenwerkingsgebieden. Verder genoemde mogelijkheden voor efficiencyverbetering zijn: Optimalisatie van de afvalwaterketen, door het realiseren van samenwerking binnen de afvalketen. Winst is dan vooral te behalen door investeren in het samen dingen doen. Procesmanagement. Onderdeel van procesmanagement betreft het onderwerp 'stedelijke wateropgave'. Als je processen goed organiseert, laatje geen kansen liggen.
[ •
[ * [ [ I . • . i • ( "
Beleid, Onderzoek en Advies
LI
Algemeen merkt de budgethouder op dat bezuinigingen zijn te realiseren door zowel samenwerking met gemeenten als met andere waterschappen.
**
3.4
| ]
De budgethouder van Nieuwe Werken en Onderhoud heeft de verschillende kosten onderverdeeld naar kostencategorieën3. Binnen de afdeling Nieuwe Werken en Onderhoud kan binnen bijna alle kostencategorieën worden bezuinigd. Deze bezuinigingen hebben dan bijna altijd direct invloed op de taakuitvoering van WRO. Hieromtrent zullen expliciete keuzes gemaakt dienen te worden. De budgethouder geeft aan dat schaalvergroting tot efficiencyvoordelen kan leiden. Hij geeft aan dat er efficiënter gewerkt kan worden door het plaatsen van de juiste mensen (met de juiste competenties) op de juiste plek. Overigens is de inschatting van de budgethouder dat een betere afstemming ook meer competenties vergt van medewerkers. Tegelijkertijd merkt de budgethouder op dat WRO nu al 'krap in het jasje' zit wat mensen betreft: er is een aantal vacatures.
I , l * . . L* i| U
Nieuwe Werken en Onderhoud
L • T ij
y
3
Grondverwerving, calamiteiten, maaibeheer, baggeren, muskusrattenbestrijding, meetnet, onderhoud keringen, onderhoud watersystemen, werkmaterieel, huisvesting loodsen, vaste lasten, indirecte kosten buitendienst en hulpproduct kapitaallasten.
=U ERNST &YOUNG
7
r f'
3.5
i •
De grootste kostenposten binnen de afdeling Beheer zijn direct van belang voor de taakuitvoering van WRO. Alleen op de post materialen en hulpmiddelen zou kunnen worden bespaard. Voor overige posten geldt dat er wellicht bezuinigd kan worden op het papier ten behoeve van de gegevensverwerking (€ 17.000). Dit is mede ingegeven door de trend dat steeds meer via internet/ intranet gaat verlopen in de komende jaren. Dus minder papier en minder kosten. Daarnaast zou volgens de budgethouder bezuinigd kunnen worden door het verminderen van advies van derden (ten behoeve van de afhandeling van vergunningen/meldingen en voor het inwinnen van advies van deskundigen ten behoeve van het toezicht op de waterkwaliteit) a € 11.000. Als op deze posten 10% bezuinigd wordt is de bezuiniging € 2.000 (€ 20.000 materialen en hulpmiddelen), € 1.700 (€ 17.000 kosten voor gegevensverwerking) en € 1.100 (adviezen derden). Doordat wettelijk voorgeschreven bekendmakingen vanaf 2011 met behulp van Internet worden bekendgemaakt, vervallen de advertentiekosten van in totaal € 41.000.
f ' [ ' I l • • I •
Beheer
I { I ' f | ' I \
• ' • • I \
'.
Breder bezien, ziet de budgethouder vooral bezuinigingsmogelijkheden in samenwerking binnen de afvalwaterketen met gemeenten in het beheersgebied van WRO. Zij vraagt zich daarbij af in hoeverre de gemeenten de druk voelen om samen te werken binnen de afvalwaterketen. Dit op basis van eerder overleg met gemeenten / VNG waaruit weinig urgentiebesef bleek bij gemeenten. Ook door het terugschroeven van het ambitieniveau van WRO kan worden bezuinigd. Daartoe dienen fundamentele keuzes te worden gemaakt door het bestuur. Het terugschroeven van ambitieniveau betekent minder investeringen. Een gevolg daarvan is wel dat het bestaansrecht van het Waterschap in geding komt. Tevens is een risico dat niet wordt voldaan aan de Europese Kaderrichtlijn en andere opgaven met betrekking tot veiligheid (WP 21 en klimaatopgaven). Door minder rekening te houden met hetgeen waar de omgeving blij mee is, kan efficiënter gewerkt worden. Het betreft de 'finishing touch' van projecten. Dit zijn dan wel net de dingen waar de omgeving blij mee is. Projecten worden soms breder getrokken dan puur hetgeen vanuit het waterschap noodzakelijk zou zijn. Een risico kan zijn dat het waterschap een minder betrouwbare en waardevolle partner wordt en met juridische procedures te maken krijgt. In de praktijk moet dus blijken of het echt goedkoper is dan. Het bestuur heeft zich overigens gecommitteerd aan het 'in overeenstemming zijn met omgeving'. Een dergelijke keuze zal dan ook expliciet door het bestuur gemaakt dienen te worden.
i: l * . . " • ? ^
ü U ü L
De budgethouder ziet ook samenwerking met WPM als een manier om efficiënter te werken. Wel dienen hiervoor de nodige hobbels (andere cultuur, andere aansturing) te worden genomen alvorens kan worden samengewerkt. Ook vanuit een perspectief van kwetsbaarheid voor veel functies binnen WRO is nu één persoon beschikbaar - is het zinvol te onderzoeken hoe de samenwerking met WPM verder vormgegeven kan worden. De aansturing van het WBL verloopt bestuurlijk via de GR. De budgethouder zou graag meer inzicht hebben in de relatie tussen financiering en prestatie.
=U ERNST &YOUNG
3.6
Middelen
De kostenposten personeel (inclusief sociale lasten en toeslagen), afschrijvingen en rente zijn ondergebracht bij de afdeling Middelen. Ten aanzien van bezuinigingsmogelijkheden op de personeelskosten, gelden de volgende overwegingen: Bezuinigingen op personeelskosten kunnen aanzienlijke (incidentele) kosten met zich brengen, zoals wachtgeld en frictiekosten. Dergelijke kosten dienen mee te wegen in de structurele bezuiniging die daar tegenover staat. Met minder personeel kunnen minder taken worden uitgevoerd. De verschillende budgethouders geven aan dat WRO momenteel 'krap in het jasje' zit. Dus bezuinigingen in personeel leiden ertoe dat keuzes gemaakt moeten worden in taken die door medewerkers van WRO uitgevoerd . De mogelijkheid om op personeelskosten te bezuinigen is niet nader onderzocht. Als nader inzicht daarin gewenst is, evenals in de incidentele kosten die dergelijke bezuinigingen met zich meebrengen, dan is nader onderzoek gewenst. Als gevolg van het verminderen van investeringen zou er in theorie bezuinigd kunnen worden op afschrijvingskosten. Op de overige kostenposten zou een bezuiniging gerealiseerd kunnen worden door posten opnieuw onder de loep te nemen en keuzes te maken. Zonodig dienen bestuurlijke besluiten (bijvoorbeeld inzake reiskosten) te worden aangepast. Tevens kunnen bezuinigingen worden bereikt door het realiseren van samenwerking met anderen.
3.7
i i; i. L i. L U U ü ü LJ Li ü
Samengevat
Net als WRO-Financiën hanteren ook de budgethouders een brede definitie van beïnvloedbaarheid van kosten. De meeste langlopende contracten met leveranciers en bijzondere verplichtingen jegens derden (samenwerkingspartners, UvW, Waterschapshuis, diverse contributies, vergoedingen aan boeren) worden als beïnvloedbaar beoordeeld. Als onderdeel van deze verkenning is niet per contract beoordeeld wat de looptijd is waardoor een inschatting van de termijn waarop deze bezuinigingen mogelijk zijn niet mogelijk is. In de volgende tabel zijn de beïnvloedbare kosten per afdeling weergegeven (exclusief budget WBL). BOA
NWO
Beheer
€576.725
€ 1.421.750
€3.891.800
€296.175
€ 1.840.640
€ 8.027.090
€ 167.050
€0
€ 10.000
€0
€ 20.841.853
€21.018.903
78%
100%
100%
100%
8%
€29.045.933
BenC
Theoretisch
Middelen
Totaal
beïnvloedbaar Niet beïnvloedbaar % beïnvloedbaar
Voor Middelen geldt, zoals eerder toegelicht, dat het grootste deel van de niet-beïnvloedbare kosten personeelskosten, rente en afschrijvingen betreft. Voor elke beïnvloedbare kostenpost geldt dat er in theorie een bezuiniging mogelijk is. De mate waarin de kosten beïnvloedbaar zijn, is per afdeling benoemd en de grootste kostenposten worden in bijlage I nader toegelicht.
=H ERNST &YOUNG
r
Er zijn geen uitspraken gedaan over de bandbreedte van bezuinigingsmogelijkheden, zoals: "deze kostenpost kan met 5 a 10% dalen zonder merkbare consequenties voor de taakuitvoering". Wel zijn er (kwalitatieve) uitspraken gedaan over de wijze waarop bezuinigingen mogelijk zijn. Dit betreft vooral voorstellen voor schaalvergroting. Bezuinigingsmogelijkheden zijn te realiseren door concessies te doen aan de kwaliteit van het werk, door slimmer inkopen (bijvoorbeeld door diensten te bundelen in één bestek), door zaken niet meer te doen (bijvoorbeeld advertenties) of door werkzaamheden uit te stellen. De andere kant van de medaille is dat dergelijke keuzes consequenties hebben vanuit een bestuurlijk of uitvoeringsperspectief. Bezuinigingen kunnen een bestuurlijk risico zijn doordat WRO niet meer als een betrouwbare partner wordt beschouwd. Dat levert indirecte schade op. Daarnaast kan het aantal bezwaarschriften toenemen, hetgeen direct meer arbeidscapaciteit vergt. Risico's vanuit een uitvoeringsperspectief hebben te maken met het borgen van veiligheid en kwaliteit.
3.8
Verkenning Ernst & Young op basis van kostenoverzicht 2010
De gesprekken met de budgethouders hebben ons meer inzicht gegeven in de (mate van) beïnvloedbaarheid van kosten en de gevolgen daarvan voor de taakuitvoering van WRO. Aan de hand van dat inzicht hebben we een selectie gemaakt van kostenposten waarop naar onze inschatting bezuinigd kan worden. Het betreft een inschatting van bezuinigingen die in onze visie niet direct van invloed zijn op de taakuitvoering van WRO. Bovendien is onze inschatting dat er geen extra investering nodig is om deze bezuinigingen te realiseren. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld een bezuiniging op personeelskosten (wachtgeld, hoe om te gaan met minder arbeidscapaciteit, verlies aan kennis en kunde, eventueel juridische procedure). We hebben geen rekening gehouden met de looptijd van contracten. Het doel van deze verkenning is om een indruk te geven van de omvang van bezuinigingen op basis van het verkregen inzicht. Het betreft geen concrete bezuinigingsmogelijkheden die door budgethouders zijn gekenmerkt als op korte termijn haalbaar. Het bezuinigingspercentage van 10% dat we hanteren is een aanname.
i; i, L i: i. L L ü ü U L L
III""
=U ERNST &YOUNG
10
Het resultaat van de verkenning geven we in de volgende tabel weer. t/m kostenKostensoort
420403 430101
Budget
Omschrijving
90% budget
Bezuiniging 10%
soort
420422 430208
430104
€371.680
overige personele kosten: begeleiding, werving, or, symposia
€334.512
€37.168
€223.900
gereedschap, materieel, afrastering
€201.510
€22.390
€ 100.000
ICT
€90.000
€ 10.000
€ 65.250
€7.250
€37.080
€4.120
€213.300
€23.700
430224
€72.500
representatie, sportdag, excursies
430302
€41.200
Gas
1
430304
430404
€237.000
430701
430712
€ 117.625
Polissen
€ 105.863
€ 11.763
I
430905
€652.000
onderhoud software
€586.800
€65.200
€ 1.538.775
€ 170.975
r i: i i: i: i
u i i
L L ü L Li L L ü L ü
lease en brandstof
Onderhoud terreinen en groenvoorziening (excl. Maaibestekken a )
430917
€ 1.713.550
431001
€270.000
reis- en verblijfkosten
€243.000
€27.000
431002
€497.500
inhuur advies derden (*)
€447.750
€ 49.750
450201
€ 100.000
onvoorzien (0,4%)
€90.000
€ 10.000
Totaal
€439.316 (*) Ten aanzien van de post 431002 'inhuur advies derden' geldt dat het een verzameling van 18 posten is. Het grootste deel van dit budget is bestemd voor de afdelingen BOA en Middelen (40 resp. 47%). Het betreft ondermeer kosten voor aanleg/verwerving waterlopen (visieonderzoek, onderzoek), juridische ondersteuning, kosten voor informatiebeleid en automatisering, organisatieontwikkeling, advies en onderzoek inzake onderhoudsmethoden t.b.v. nieuwe maaibestekken, onderzoek t.b.v. kwaliteitsmaatregelen oppervlaktewateren, monitoring waterkwaliteit en -kwantiteit.
Het resultaat van deze 'selectieve kaasschaaf' is een bezuiniging van bijna € 440.000. Dat is 1,5% van het WRO-budget van € 29 miljoen en 0,5% van het totale budget van € 80 miljoen van WRO. In verband met de looptijd van een aantal bestaande contracten schatten we in dat deze bezuiniging niet op korte termijn (2011) in te boeken zal zijn, maar verspreid over enkele jaren. In de visie van Ernst & Young illustreert deze verkenning dat in geval er meer bezuinigd moet worden dan het bedrag van 440.000 Euro, fundamentele (duurzame) ombuigingen nodig zijn. Dit kan bijvoorbeeld door te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor schaalvergroting en door meer fundamentele bestuurlijke keuzes te maken door omvangrijke investeringen uit te stellen of af te stellen.
=U ERNST &YOUNG
I
4
Conclusies en aanbevelingen
'
4.1
Conclusies
| '
Een beperkt deel van de kosten van WRO betreffen beïnvloedbare kosten. Bijna 64% van het totale budget is direct bestemd voor de taakuitvoering van WBL.
u
Van het budget dat begroot is voor de taakuitoefening van WRO is ongeveer 1/3 als beïnvloedbaar gekenmerkt. Voor het niet-beïnvloedbare overige 2/3 deel geldt dat het vooral afschrijvingen op investeringen, personeelskosten en rentekosten betreffen.
• • [ • [ '
Op basis van een eerste verkenning van Ernst & Young is een bezuiniging van 1,5% van het budget (exclusief het budget WBL) te realiseren (zonder rekening te houden met de looptijd van verplichtingen). Onze inschatting is dat hiervoor geen duurzame ombuigingen nodig zijn (politiek-bestuurlijke complexe keuzes).
l I • . . ' • •
[ .' \ . l • . . ' '
Voor iedere afdeling zijn de grootste kostenposten toegelicht, inclusief de mogelijkheid tot bezuiniging op deze posten en de gevolgen daarvan op de taakuitvoering van WRO. De meeste bezuinigingen (vooral op de grote kostenposten) hebben gevolgen voor de taken en de wijze van de uitvoering van deze taken door WRO. Hieromtrent dienen fundamentele keuzes gemaakt te worden door het bestuur in geval de bezuinigingsdoelstelling meer is dan 1,5% van het budget (exclusief budget WBL). Tijdens de interviews zijn wij ook nader ingegaan op de vraag op welke wijze de budgethouders binnen WRO denken dat bezuinigingen kunnen worden gerealiseerd, los van het begrotingsoverzicht. Het (kwalitatieve) antwoord hierop is vrij eenduidig. Namelijk dat echte bezuinigingen kunnen plaatsvinden als verder wordt gekeken dan alleen binnen WRO. Meer specifiek gaat het om: Samenwerking met gemeenten binnen de afvalwaterketen; Samenwerking met WPM; De uitvoering van taken door het WBL.
4.2 L. f
•^ • • i U
Aanbevelingen
Om duurzaam te kunnen ombuigen adviseren wij WRO een aantal onderwerpen nader te onderzoeken. Het betreft: Toets op nieuwe projecten en investeringen; Gemeenten benaderen voor samenwerking binnen de afvalwaterketen; Verkenning van schaalvoordelen door samenwerking met andere partijen De uitvoering van taken door het WBL. Hieronder gaan wij specifiek in op de wijze waarop nader onderzocht kan worden of en in hoeverre de genoemde aanbevelingen kunnen leiden tot duurzame ombuigingen binnen WRO.
IJ Toets op projecten en investeringen U
Li ü ü
Een organisatiebrede toets op nut en noodzaak van voorgenomen projecten en investeringen kan een bijdrage leveren aan inventarisatie en selectie van bezuinigingen. Een dergelijke toets zou in eerste instantie door het MT kunnen worden gedaan, bijvoorbeeld aan de hand van een
=U ERNST &YOUNG
12
aantal concrete beoordelingscriteria zoals veiligheid, kwaliteit, bestuurlijke relevantie en kosten. Door een dergelijke beoordeling kwantitatief te doen ontstaat een rangorde van projecten en investeringen in volgorde van belangrijkheid. Een dergelijke geobjectiveerde toets kan vervolgens een bijdrage leveren aan de bestuurlijke besluitvorming over de bezuinigingsmogelijkheden door investeringen uit of af te stellen. Aanbeveling: ontwikkel beoordelingscriteria om de discussie te voeren over nut en noodzaak van investeringen. Hieronder is een kort voorbeeld uitgewerkt van de manier waarop maatregelen (investeringen) in samenhang beoordeeld kunnen worden. Project
1
2
3
Veiligheid
Water-
Bestuurlijke
Beoordeling
(kwantiteit)
kwaliteit
relevantie
noodzaak
4
5
6
Beoogde
Beoogde
Samenhang
investering
inzet eigen
met andere
per jaar in €
fte's in #
projecten
€ 100.000
2
Geen
A
1
2
B
2
2
1
LA L6
€ 50.000
3
D
C
3
3
3
3,0
€900.000
9
Geen
D
2
1
2
IA
€ 5.000
5
E, F
1
Toelichting scores op noodzaak: 1 = noodzaak snel starten is laag 2 - noodzaak snel starten is gemiddeld 3 = snel starten
i i i i; i
u u u u u u u y
Uiteraard is het mogelijk dit beoordelingskader verder uit te werken, bijvoorbeeld met aanvullende kwalitatieve beoordelingen. Onze inschatting is het beoordelen en bespreken van concrete projecten in MT-verband op deze manier meerwaarde kan hebben doordat er een geobjectiveerd beeld ontstaat van de relevantie van projecten vanuit verschillende perspectieven.
Samenwerking met gemeenten binnen de afvalwaterketen Intensieve samenwerking tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en het waterschap in het beheer van de afvalwaterketen kan aanzienlijke kostenbesparingen opleveren en vermindert bovendien de kwetsbaarheid bij lage bezetting. Gezien de voorliggende bezuinigingsopgave van zowel gemeenten als waterschappen, is het de uitdaging voor gemeenten en waterschappen deze intensieve samenwerking vorm te geven. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) hebben een gezamenlijke aanpak voor de afvalwaterketen (riolering en afvalwaterzuivering) uitgewerkt. De implementatie van de gezamenlijke aanpak zal in 4 fasen plaatsvinden: Fase 1: de opstartfase van 1 mei tot 1 juli 2010. Deze fase is al gestart. UvW en VNG werken samen aan informeren van hun leden en het verzamelen van de best practices. Fase 2: het vaststellen van de bestuurlijke of hoog ambtelijke trekkers per (set van) zuiveringskring(en) in de periode 1 juli tot en met 31 december 2010 om het regionale uitwerkingsproces op te starten en te stimuleren.
=U ERNST &YOUNG
r
13
Fase 3: het maken van bindende afspraken in de periode 1 januari tot en met 31 december 2011 over de juridische verankering van de samenwerking. Volgend jaar kunnen gemeenten en waterschappen hun ambities in de regio duidelijk maken. Fase 4: het sluiten van een gemeenschappelijke regeling, coöperatie of alternatieve regeling in de periode tot en met 31 december 2012 in meer dan 75% van de zuiveringskringen. De gemaakte afspraken krijgen een organisatorische invulling. Aanbeveling: zoek de dialoog met gemeenten op. Onze aanbeveling is erop gericht de samenwerking met gemeenten tot stand te brengen. Hiervoor is het van belang dat - in dialoog met de betrokken gemeenten - nadere invulling wordt gegeven aan de uitwerking van de samenwerking.
Verkenning van schaalvoordelen door samenwerking met andere partijen In alle gesprekken is samenwerking met andere partijen als bezuinigingsmaatregel genoemd. Daarbij wordt WPM genoemd, maar ook gemeenten en andere waterschappen. Het voordeel van samenwerking is dat schaalvoordelen gerealiseerd kunnen worden. Een aandachtspunt daarbij is het behoud van de zelfstandigheid en de bestuurlijke en beleidsmatige autonomie van WRO. Aanbeveling: verken voor welke processen binnen het waterschap schaalvoordelen behaald kunnen worden door samenwerking met andere partijen. Met een SWOT-analyse is te onderzoeken of intensievere samenwerking met andere partijen opportuun is.. De SWOT brengt de sterkten en zwakten (intern) en de kansen en bedreigingen (extern) van beide partijen in beeld. In een confrontatiematrix worden de sterkten en zwakten vervolgens geconfronteerd met de kansen en bedreigingen. Vervolgens kan worden bezien in hoeverre een nadere samenwerking bijdraagt aan bijvoorbeeld het benutten van kansen of het omgaan met bedreigingen (zoals bezuinigingen). Door het in beeld brengen van sterkten en zwakten van de beide organisaties, is ook inzichtelijk waar de verschillen liggen. Dit is uiteraard van belang bij de totstandkoming van een succesvolle samenwerking. Hieronder is ter illustratie een confrontatiematrix opgenomen.
L U L L y y y y y
=U ERNST &YOUNG
Kansen
14
BedreiqInqen
r i
r i i i i
i i i: L L i: L Li L
E: Li Li ü L
u ü
u
Als de SWOT-analyse uitwijst dat intensievere samenwerking op aspecten voor de hand ligt, is de voigende stap om de voordelen en criteria van een dergelijke samenwerking verder te verkennen door een business case te ontwikkelen. In de business case worden financiële, juridische, organisatorische aspecten verder uitgewerkt. Praktijkvoorbeeld: SWOT-analyse naar intensievere samenwerking In 2010 heeft Ernst & Young mogelijkheden onderzocht voor intensievere samenwerking tussen de afdeling Uitvoering van de gemeente Zwolle en een business unit van het sociale werkvoorzieningsbedrijf WEZO: WEZO Groen. Beide organisaties werken al samen op het gebied van de groenvoorziening, maar komen elkaar ook als concurrent op de markt tegen. Het beoogde voordeel van intensievere samenwerking (eventueel in een aoarta uitvoeringsorganisatie) is een betere concurrentiepositie en minder overhead. Dit is een duurzame ombuiging voor de gemeente, met als uitgangspunt dat de kwaliteit van de uitvoering gelijk blijft of verbetert. Met een SWOT-analyse is voor beide organisaties afzonderlijk de interne sterkten en zwakten onderzocht evenals de externe kansen en bedreigingen. In de confrontatiematrix zijn de sterkten en zwakten vervolgens afgezet tegen de kansen en bedreigingen. Deze confrontatiematrices zijn het resultaat van een workshop met medewerkers van de de afdeling Uitvoering en een workshop met medewerkers van Wezo Groen. Kansen en bedreigingen zijn vooraf aan de hand van interviews geïnventariseerd en tijdens de workshop gevalideerd en beoordeeld op urgentie. Sterkten en zwakten zijn met behulp van een vragenlijst vastgesteld en ook tijdens de workshops gevalideerd en op urgentie beoordeeld. Bij het beoordelen van de uitdagingen voor beide organisaties is telkens bekeken wat de meerwaarde zou kunnen zijn van een intensievere samenwerking met de andere partij. Ten aanzien van de kansen en bedreigingen (de externe analyse) valt op dat beide organisaties onafhankelijk van elkaar dezelfde zaken benoemen. Uit de analyse blijkt dat beide organisaties mogelijkheden zien om kansen beter te benutten in geval er intensiever samengewerkt gaat worden. In één adem wordt door deelnemers aan de workshop ook benadrukt dat bepaalde
r i>
• •
Ël ERNST &YOUNG
f
r r i
15
voorwaarden voor intensievere samenwerking cruciaal zijn voor het in gang zetten en welslagen van de samenwerking. Deze voorwaarden hebben te maken met arbeidsvoorwaarden, aandacht voor de samenstelling en aansturing van teams, kwaliteit van dienstverlening en servicegerichtheid behouden, benadrukken van wederzijds respect en acceptatie in verband met verschillende kenmerken van beide werknemersdoelgroepen. Vanuit een financieel oogpunt is samenwerking interessant door de voordelen die zijn te behalen zoals minder overhead, efficiëntere inkoop en marktbewerking, meer ruimte in de planning om pieken op te vangen. Aanbeveling: voer een SWOT-analyse uit en bekijk in hoeverre intensievere samenwerking een bijdrage levert aan duurzame ombuigingen door efficiencywinst.
i Aanbeveling: als de SWOT verdere samenwerking uitwijst, ontwikkel dan een business case om de financiële voordelen te objectiveren.
i i i i i i i
L L i: i:
L; I; L Li U L ü ü y
u
De uitvoering van taken door WBL Bijna 64% van de totale begroting is bestemd voor dienstverlening vanuit WBL. In deze oriëntatie naar duurzaam ombuigen is WBL buiten beschouwing gelaten. Om een volledig beeld van de bezuinigingsmogelijkheden van WRO te krijgen adviseren we om te onderzoeken wat de beïnvloedbare kosten van WBL zijn in relatie tot WRO, de bezuinigingsmogelijkheden en operationele en bestuurlijke consequenties daarvan. Aanbeveling: onderzoek de mogelijkheden om inzicht te krijgen in de beïnvloedbare kosten van WBL voorzover die aan WRO zijn te relateren. De relatie met WBL is een constant aandachtspunt. Dit blijkt uit de gesprekken die we hebben gevoerd en staat ook als zodanig benoemd in de programmabegroting 2010. We hebben de managementrapportage van het l e kwartaal 2010 van het waterschapsbedrijf bestudeerd. De rapportage is vooral een gedetailleerde weergave van de financiële ontwikkeling van WBL en biedt in onze visie weinig mogelijkheden om te sturen op resultaat. Om de praktische samenwerking in de uitvoering te verbeteren (ambtelijk) en om meer sturingsinstrumenten te kunnen benutten (bestuur), adviseren we om te onderzoeken welke prestatie-indicatoren gerapporteerd kunnen worden aan de waterschappen die WBL financieren. Een voorwaarde voor een prestatie-indicator is dat deze (op de korte of langere termijn) te beïnvloeden is. Tevens adviseren we om in de managementrapportage een managementsamenvatting op te nemen en om te werken met een 'dashboard' waarop de belangrijkste prestaties in één oogopslag te zien zijn. Er kan bijvoorbeeld worden gewerkt met een stoplichtmodel (rood, groen, oranje) waaruit de prestaties, uitgaven en inkomsten blijken.
=U ERNST &YOUNG
f' I
16
In onze visie rechtvaardigt de omvang van de begroting het bovenstaande advies. De randvoorwaarden4 voor een goed functionerende uitvoeringsorganisatie zoals die zijn geformuleerd in de programmabegroting 2010 bieden naar onze mening ook ruimte voor het bovenstaande advies. Aanbeveling: onderzoek of het mogelijk is de periodieke managementrapportages zodanig te professionaliseren dat de belangrijkste sturingsvariabelen in een oogopslag beoordeeld kunnen worden.
I
r i i L i.
u Li L L L U U
ü
Pagina 63 programmabegroting 2010: goede onderlinge informatievoorziening tussen organisaties waardoor een vaste opdracht- en verantwoordingscyclus kan groeien, open en soepele samenwerkingsverhouding tussen de ambtelijke organisaties, heldere werkafspraken over praktische invulling van de advies- en voorbereidingstaken van het bedrijf t.b.v. besluitvorming door de waterschapsbesturen, integrale productverantwoordelijkheid.
•
=HERNST&YOUNG
Per afdeling:
r: r
l I L U L i. L li L Li LJ ü li
- Verhouding beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten - Gevolgen eventuele bezuiniging op uitvoering taken
17
=!l ERNST &YOUNG
r
18
Bestuur en Communicatie
r • Ï:
r: i
Verhouding beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten In onderstaand figuur wordt de verhouding tussen de beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten van de afdeling Bestuur en Communicatie weergegeven. 1.400.000,00 1.200.000,00 • Totaal
1.000.000,00 800.000,00 -
• Niet beïnvloedbaar
600.000,00 • Waterschapsbe drijf Limburg
400.000,00 -
• Beïnvloedbaar 200.000,00 0,00 -
i: i:
r L L
l. i; t,
u Li Li II L li
IJ L Li
Kosten Bestuur en Communicatie
Binnen de afdeling Bestuur en Communicatie is een tweetal kostenposten als nietbeïnvloedbaar aangemerkt: 1 Aan vijf medewerkers eventueel verschuldigde wachtgelden. 2 Raming van uitkeringen en eigen en nabestaandenpensioenen van voormalig bestuursleden of hun nagelaten betrekkingen (exclusief pensioenen t.l.v. voorziening). De overige kosten binnen de afdeling Bestuur en Communicatie zijn in principe beïnvloedbaar. In de volgende paragraaf worden de vijf grootste kostenposten van de afdeling Bestuur en Communicatie en de gevolgen van een bezuiniging op deze posten nader toegelicht.
Gevolgen eventuele bezuiniging op uitvoering taken Contributie (285.300 Euro) De contributie aan de Unie van Waterschappen (vast 40 % en variabel 60 %) bedraagt voor 2010 € 279.107 (2009 + 2 %). Ook is 5.000 Euro geraamd voor st infrastructuur kwaliteitsborging bodembeheer. Verder worden nog contributies geraamd voor het Natuurhistorisch genootschap 1.100 en de bomenstichting 20. De totale contributie is afgeronde 285.300. Mogelijkheid en gevolg eventuele bezuiniging Het betreft grotendeels de contributie aan de Unie van Waterschappen (UvW). Een bezuiniging op deze contributie is niet realistisch.
=H ERNST &YOUNG
f "
Advertentiekosten (60.000 Euro)
i •
Advertenties in persmedia, gebruik van overige reclamedragers incl. de publicaties in het zondagsnieuws (44 pagina's per jaar: 4 edities, 10 x per jaar), informatieborden bij beken, buffers enz.
j • [ "
19
•
Mogelijkheid en gevolg eventuele bezuiniging Bekendheid kan op verschillende manieren worden bereikt, die wellicht goedkoper zijn. Ten aanzien van sponsoring hebben reeds bezuinigingen plaatsgevonden. De budgethouder heeft aangegeven dat het bestuur van WRO nadrukkelijk heeft uitgesproken dat bekendheid van het waterschap belangrijk is.
I
Druk- en bindwerk ( 5 0 . 0 0 0 Euro)
[ *
Folders, brochures, nieuwsbrieven, kaarten en diverse voorlichtingsmaterialen.
| " 1
Mogelijkheid bezuiniging Het bedrag voor 2010 is ruim begroot. Momenteel staat nog een bedrag van 40.000 Euro open. Voor 2011 kan derhalve een lager bedrag worden begroot.
l
Exposities/ educatie (47.000 Euro)
| "
Het betreft kosten ten behoeve van de verdere inrichting van het informatiecentrum Onderbanken (waterdoolhof /'waterroute') en aanleg waterleerpad (locatie nog te bepalen)
f !
[ Mogelijkheid bezuiniging Een deel van deze post komt te vervallen, op het moment dat het informatiecentrum gereed is.
1>
. |
Advertentiekosten (42.500 Euro) 't
In de begroting was een bedrag van 42.500 Euro geraamd voor advertentiekosten. Deze post is komen te vervallen per 1 januari 2010. Overige kostenposten
L • ' [^
I L li L L Li ü ü
Van de overige posten (totaal 91.925 Euro) zijn de kosten voor de productie van onder meer virtuele wandelingen (30.000 Euro) en een budget voor bestuurlijk representatieve doeleinden (30.000 Euro) het grootst. De overige kostenposten hebben onder meer betrekking op verzekeringspolissen, deelname aan symposia en het personeelsblad. Een bezuiniging van 10% op het bedrag van 91.925 Euro lijkt mogelijk zonder dat daarmee de taakuitvoering van WRO in het geding komt.
I
> '
•
s!l ERNST &YOUNG
zo
Beleid, Onderzoek en Advies
r
r r
Verhouding beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten In onderstaand figuur wordt de verhouding tussen de beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten van de afdeling Beleid, Onderzoek en Advies weergegeven. i Kam tv\n
rw*
-,
1.400.000,00 1.200.000,00 1.000.000,00 -
_
\-m
.
_
•-
• Totaal • Niet beïnvloedbaar
800.000,00 600.000,00 400.000,00 200.000,00 -
1
1
1 Waterschapsbedrïjf Limburg • Beïnvloedbaar
0,00 Kosten Beleid, Onderzoeken Advies
i i i
L: L
u u L L L L Li ü L L
Alle kosten van de afdeling Beleid, Onderzoek en Advies zijn in theorie beïnvloedbaar. In de volgende paragraaf worden de vijf grootste kostenposten van de afdeling Beleid, Onderzoek en Advies en de gevolgen van een bezuiniging op deze posten nader toegelicht.
Gevolgen eventuele bezuiniging op uitvoering taken Bijdrage aan erosiebestrijding (500.000 Euro) Betreft subsidie aan boeren t.b.v. niet kerende grondbewerking. Vanaf 2013 is deze post uit de begroting weg, als gevolg van het aflopen van de subsidieregeling. Mogelijkheid bezuiniging Het terugtrekken van bijdragen door WR0 kan leiden tot imagoschade; 'WR0 is onbetrouwbare partner'. Tevens bestaat het risico op bezwaarschriften.
Contributie Stowa en WEW (301.000 Euro) Betreft contributie voor platform waar kennis en kunde wordt gedeeld. Stowa voert ook onderzoeken uit. Er geldt een vaste bijdrage voor ieder waterschap, op basis van aantal vervuilingseenheden. Mogelijkheid bezuiniging Het niet meer meedoen aan het platform heeft minder kennisdeling tot gevolg. Dit is voor de waterschappen als geheel wel belangrijk in het kader van de taakuitvoering. Wellicht verandert
=U ERNST &YOUNG
2.1
in de toekomst de financieringsstructuur; die dan meer gericht is op de voordelen per waterschap. Een andere financieringsstructuur zou kunnen leiden tot afname van de hoogte van deze kostenpost.
Bijdrage af koppelregeling 2007-2011 (300.000 Euro) Betreft subsidie stimuleringsregeling afkoppeling verhard oppervlak. Gericht op gemeenten en particulieren. Mogelijkheid bezuiniging Staat vanaf 2012 niet meer op de begroting, in verband met aflopen looptijd.
Adviezen derden (50.000 Euro) Ook in 2010 moet er weer Kaderrichtlijnwater (KRW) visonderzoek plaatsvinden, naast voorbereidend onderzoek voor projecten en voorbereidende quick scans ikv FFW. Kosten zijn benodigd om aan monitoringsverplichting te kunnen doen. In de beleving van de budgethouder zijn de kosten reeds geminimaliseerd. Betreft Europese regelgeving. Mogelijkheid bezuiniging Als de onderzoeken niet plaatsvinden, dan is er geen beeld van hoe het systeem er voor staat. Daardoor kan niet gerapporteerd worden en kan niet worden voldaan aan de verantwoordingsplicht die (o.a.) de Europese regels voorschrijven.
Adviezen derden (50.000 Euro) Betreft onderzoekskosten voor eventueel toekomstige projecten, mede n.a.v. de nota vaste activa 2008. Betreft post van afdeling Nieuwe Werken en Onderhoud.
I
L; I: i L U I ü ü
y
u L
u
Mogelijkheid bezuiniging Bezuiniging op deze post heeft te maken met eventuele toekomstige projecten. Bij de analyse van de kosten van NWO wordt nader ingegaan op het al dan niet uitvoeren van projecten. Overige kostenposten Ook de overige kostenposten binnen de afdeling Beleid, Onderzoek en Advies zijn in principe beïnvloedbaar. Het betreft met name kosten die van belang zijn ter ondersteuning van de uitvoering van de taken van het Waterschap, onder meer zijn kosten begroot ten behoeve van kennisdeling en het uit (laten)voeren van onderzoeken.
=U ERNST &YOUNG
Nieuwe Werken en Onderhoud Verhouding beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten In onderstaand figuur wordt de verhouding tussen de beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten van de afdeling Nieuwe Werken en Onderhoud weergegeven.
4.000.000,00 3300.000,00 • Totaal 3.000.000,00 2.500.000,00 2.000.000,00 1.500.000,00 1.000.000,00 500.000,00 -
|
^H
| —M
|
^H
1 H~
• Niet beïnvloedbaar M Waterschapsbedrijf Limburg • Beïnvloedbaar
0,00 Kosten Nieuwe Werken en Onderhoud
I I. II l.
Bijna alle kosten binnen de afdeling NWO zijn als beïnvloedbare kosten aangemerkt. Het afdelingshoofd licht in het gesprek toe dat de kosten beïnvloedbaar zijn, omdat een keuze gemaakt kan worden omtrent het wel of niet uitvoeren van projecten. De kosten binnen de afdeling NWO zijn vaak direct toe te rekenen aan projecten. Deze projecten worden uitgevoerd ten behoeve van de wettelijke taak van het waterschap. Binnen de afdeling NWO kunnen de kosten in een aantal categorieën worden onderverdeeld. In de volgende paragraaf worden deze (13) kostencategorieën en de gevolgen van bezuinigingen op de taakuitvoering, per kostencategorie toegelicht.
LI
Gevolgen eventuele bezuiniging op uitvoering taken
LI U
Calamiteiten (76.000 Euro)
L ü L ü L L L
Mogelijkheid bezuiniging Op korte termijn geldt een laag risico. Op lange termijn leiden bezuinigingen tot een hoog risico doordat calamiteiten niet tijdig gesignaleerd en/of bestreden kunnen worden.
Maaibeheer (1.658.500 Euro) Het maaibeheer betreft de grootste onderhoudsactiviteit binnen de groenvoorziening. Het maaibeheer vindt plaats op basis van vijfjarige contracten op basis van aanbesteding. In het bestek van deze aanbesteding wordt het onderhoudsniveau bepaald. Wel zijn keuzes mogelijk tussen een minimum/ maximumgrens. De grens wordt bepaald door het beleid.
f [
=UERNST&YOUNG
23
I' De post m.b.t. schadevergoeding5(5.000 Euro) gaat niet altijd op. De totale kosten van het maaibeheer zijn gekoppeld aan de hoeveelheid maaiwerkzaamheden. Hoe meer maaiwerkzaamheden, des te meer stortkosten bijvoorbeeld.
f ' I ' r •
Mogelijkheid bezuiniging Bezuiniging, d.m.v. uitstel van maaibeheer, brengt de volgende risico's met zich mede: Overstromingsrisico; In gedrang komen van het ecologische maaibeheer (vooral op langere termijn). Toenemende klachten aanliggende eigenaren en agrariërs.
[ '
I Baggeren (260.000 Euro) Het baggeren (verwijderen van slib) gebeurt o.b.v. een 'piepsysteem'. Hieraan liggen beleidsstukken ten grondslag. Eveneens is geen sprake van een bestek voor het u i t v o e r e n v a n b a g g e r w e r k z a a m h e d e n , dit is wel gewenst. Met een bestek w o r d t efficiencyvoordeel b e o o g d . Als gevolg van gebrek aan capaciteit, is de v e r w a c h t i n g d a t het bestek niet op k o r t e t e r m i j n gerealiseerd zal w o r d e n .
' • • • [ "
I • • . .
Mogelijkheid bezuiniging Op korte termijn kan bezuinigd worden op baggerwerkzaamheden. Op lange termijn leiden kunnen bezuinigingen leiden tot het niet meer voldoen aan de norm. Verwachting is wel dat het uit laten voeren van baggerwerkzaamheden op basis van een bestek, in de toekomst leidt tot een afname van deze kostenpost.
.
Muskusrattenbestrijding (50.500 Euro)
1
I '. I • .. Lt
| I1
'..
De muskusrattenbestrijding betreft een taak van de provincie, welke is gedelegeerd aan WRO. Hiertoe ontvangt WRO een provinciale bijdrage, die nagenoeg kostendekkend is. In de toekomst wordt de muskusrattenbestrijding een taak van WRO (opgenomen in de Waterwet), dan vervalt de provinciale bijdrage en dient de uitvoering van deze taak uit de eigen bijdrage te worden betaald. Dit zal direct voelbaar zijn in de begroting van WRO. Inclusief personeelskosten zal een bedrag benodigd zijn van 282.000 Euro. Mogelijkheid bezuiniging Bezuinigingen leiden tot het niet halen van beleidsuitgangspunten, zoals die worden bepaald door de Landelijke Coördinatiecommissie Muskusrattenbestrijding (LCCM). Momenteel wordt door WRO ruimschoots voldaan aan deze beleidsuitgangspunten. Het bestuur kan besluiten om muskusrattenbestrijding te minderen.
Meetnet (128.000 Euro) U U
Betreft kosten ten behoeve van de monitoring van de waterkwantiteit en ten behoeve van vervangingsinvesteringen. De metingen zijn input voor de afdeling beleid, die op basis van de metingen, beleidsuitgangspunten vaststelt, o.a. m.b.t. normeringen. Het monitoringsproces betreft een reeds geautomatiseerd proces.
y y • [
y y
a
Aan derden als gevolg van het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
=!l ERNST &YOUNG
24
1 f " I
Mogelijkheid bezuiniging Op korte termijn dragen bezuinigingen t.a.v. het meetnet een laag risico met zich mee. Op lange termijn leiden bezuinigingen op deze post tot een hoog risico.
'
Onderhoud keringen (177.200 Euro)
[ '
De kostenpost 'onderhoud keringen' betreft kosten ten behoeve van met name het groenonderhoud op de keringen. In verband met de gezamenlijke onderhoudsverantwoordelijkheid van gemeenten wordt een bijdrage ontvangen.
[ * I • I -
Mogelijkheid bezuiniging Bezuinigingen leiden zowel op de korte- als lange termijn tot risico op overstromingen, omdat het niet onderhouden van de keringen directe gevolgen heeft voor de kans op overstromingen. Tevens bestaat een imago- afbreukrisico.
| •
Onderhoud watersystemen (1.073.000 Euro) Deze kostenpost betreft het cultuurtechnisch onderhoud ( excl. maaibeheer). De kosten worden middels offertes op de markt gezet. Wens is om met een bestek te werken. Liefst dit jaar nog, 2010. De planning is om hiertoe medio september een voorstel in te dienen bij het dagelijks bestuur. Met het bestek wordt een efficiencyvoordeel beoogd.
I . l ' ' • i
I
",
Mogelijkheid bezuiniging Het gevolg van bezuinigingen op het onderhoud van watersystemen is op de midden-lange termijn dat sprake is van meer verwildering. Als gevolg van de ecologische benadering is men hier al deels aan gewend. E.e.a. kan leiden tot meer klachten. Zoals hierboven toegelicht, wordt met het werken middels een bestek efficiencyvoordeel beoogd. Dit zou kunnen leiden tot een lagere raming voor de post 'onderhoud watersystemen'.
I
'.
Werkmateriaal (312.300 Euro)
| "
• • *
De grootste post binnen de kostencategorie 'werkmateriaal' betreft de leasekosten (184.000 Euro), ledere buitendienstmedewerker heeft een leaseauto.
I '
Mogelijkheid bezuiniging De huidige leasecontracten lopen in 2010 af. De auto's worden dan aangekocht. Daardoor is eenmalig sprake van hogere kosten in 2010. Daarna dalen de leasekosten.
LI
Huisvesting loodsen (69.200 Euro) *-*
Het betreft vaste kosten, die in principe niet beïnvloedbaar zijn.
^
Vaste lasten (18.350 Euro)
Li
Betreft verzekeringen, telefoon- en elektriciteitskosten.
Li
Mogelijkheid bezuiniging Kostenposten kunnen niet zomaar geschrapt worden. Eventueel kan, door efficiëntere inkoop, scherper worden ingekocht.
L ü ü ü L
I ' ' •
=U ERNST &YOUNG
f• I'
Indirecte kosten buitendienst ( 4 0 . 5 0 0 Euro)
r r:
Betreft kosten m.b.t. kleding/ uitrusting buitendienst.
i
Hulpproduct kapitaallasten ( 6 . 6 7 1 . 9 1 3 4 Euro) De kapitaallasten zijn beïnvloedbaar voor dat deel van de investeringen die nog gedaan gaan worden en niet beïnvloedbaar voor wat betreft de reeds gemaakte investeringen. Het investeringsbudget, waarop de afschrijvingen zijn gebaseerd, bedraagt ca. 8,5 miljoen Euro per jaar. Mogelijkheid bezuiniging In het kader van bezuinigingen, zijn keuzes mogelijk die meer of minder consequenties hebben voor de lange termijn. Van belang is om onderscheid te maken in ecologische en hydrologische investeringen. Deze twee aspecten hangen wel samen. Bij ecologische projecten speelt hydrologie ook een rol. Meer specifiek, bij ecologische projecten worden klimaatontwikkelingen mede in ogenschouw genomen, teneinde hydrologische problemen in de toekomst te voorkomen. Voor wat betreft de naleving van de Europese Kaderrichtlijn geldt dat het waterschap moet aangeven welke beeksystemen in aanmerking komen voor herinrichting en hierover moet rapporteren aan Brussel. Voor 2015 moeten de beeksystemen voldoen aan de Kaderrichtlijn. Jaarlijks dient te worden verantwoord en dienen de inspanningen te worden aangetoond. Bij niet voldoen, bestaat het risico op een boete, ter hoogte van de vermeden investering.
l L i: L U LJ Li Li L Li
LJ LJ ü
=U ERNST &YOUNG
r* i'
Beheer
i'
Verhouding beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten
e
In onderstaand figuur wordt de verhouding tussen de beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten van de afdeling Beheer weergegeven.
f i •
350.000,00
i • Totaal • Ntet beïnvloedbaar
i:
H Waterschapsbedrijf Limburg
i:
• Beïnvloedbaar
i: i Kosten Beheer
i: i: L i; i L; Ü
i: L ü y y il y y
In de volgende paragraaf worden de vijf grootste kostenposten van de afdeling Beheer toegelicht, evenals het gevolg van een eventuele bezuiniging op deze posten op de taakuitvoering.
Gevolgen eventuele bezuiniging op uitvoering taken Geografische data (130.000 Euro) Betreft kosten met betrekking tot aanschaf basisbestanden ten behoeve van het uitvoeren van de geografische informatievoorziening. Mogelijkheid bezuiniging De geografische informatievoorziening is noodzakelijk teneinde processen te kunnen uitvoeren. De bestanden bevatten de meest recente data die nodig is voor de betrouwbaarheid van metingen.
Bijdrage Waterschapshuis (52.000 Euro) Betreft kosten met betrekking tot hoogtegegevens. In ledenvergadering van de Unie van april 2008 is overeenstemming bereikt over Actueel Hoogtebestand Nederland (2) en de jaarlijkse bijdrage aan het Waterschapshuis tot en met 2013. Mogelijkheid bezuiniging Hoogtegegevens zijn van belang in het kader van de procesuitvoering.
=U ERNST &YOUNG
f' f' I" f I i:
Kosten van wettelijk voorgeschreven bekendmakingen (21.000 Euro) Betreft kosten ten behoeve van wettelijke voorgeschreven bekendmaking van vergunningen/ keurontheffingen. Mogelijkheid bezuiniging Taak dient te worden uitgevoerd, is wettelijke verplicht. Echter, vanaf 2011 verdwijnt deze post van de begroting, i.v.m. publicatie via Internet.
Materialen en hulpmiddelen (20.000 Euro) Betreft diverse kosten voor de aanschaf van materialen en hulpmiddelen voor activiteiten m.b.t. vergunningverlening en handhaving. Bijvoorbeeld voor vluchten (ca. 5.000 Euro) teneinde controles uit te voeren, een verzamelpot en diverse lidmaatschappen. Mogelijkheid bezuiniging Een besparing op deze kostenpost zou mogelijk zijn, zonder dat daarmee direct de taken van WRO in het geding komen.
Kosten van wettelijk voorgeschreven bekendmakingen (20.000 Euro) Betreft kosten ten behoeve van wettelijke voorgeschreven bekendmaking van vergunningen/ keurontheffingen. Mogelijkheid bezuiniging Taak dient te worden uitgevoerd, is wettelijke verplicht. I.v.m. publicatie via internet, is deze post vanaf 1 januari 2010 komen te vervallen en komt deze post ook in de toekomstige jaren niet meer terug op de begroting.
i; i:
L L
u u u L L U y y y
=U ERNST &YOUNG
r i: i: i
Middelen Verhouding beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten In onderstaand figuur wordt de verhouding tussen de beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare kosten van de afdeling Middelen weergegeven.
r
80.000.000,00 -
i: i:
70.000.000,00 -
i: i: i:
28
60.000.000,00 50.000.000,00 40.000.000,00 30.000.000,00 20.000.000,00 10.000.000,00 -
_ • Totaal
• •
• Niet beïnvloedbaar —
• Beïnvloedbaar
h|
0,00 -
• Waterschapsbedrijf Limburg
—i
Kosten Middelen
L; I i: L 1. i. i; L L L U L ü L L L
Bijna tweederde van de kosten van de afdeling Middelen worden besteed aan het WBL. Hieronder lichten we de drie grootste kostenposten (niet zijnde kosten t.b.v. het WBL) toe van de afdeling Middelen, evenals het gevolg van eventuele bezuiniging op deze posten.
Gevolgen eventuele bezuiniging op uitvoering taken Personeelskosten (9.344.251 Euro) Het betreft de totale personeelkosten van WR0. Mogelijkheid bezuiniging De loonkosten zijn in principe niet beïnvloedbaar. Momenteel staan binnen WR0 vacatures open, er is dus geen sprake van een overbezetting. Een aantal personeelskosten zijn gebaseerd op door DB vastgestelde regeling, bijvoorbeeld de regeling met betrekking tot reis- en verblijfskosten.
Afschrijvingen (6.671.913 Euro) Betreft de totale afschrijvingskosten binnen WR0. Mogelijkheid bezuiniging De afschrijvingen zijn beïnvloedbaar voor de investeringen die nog gedaan moeten worden. Zie hierover de omschrijving bij de afdeling NW0. Tevens kunnen keuzes worden gemaakt omtrent afschrijvingstermijnen. Een langere afschrijvingstermijnen leidt tot lagere
=U ERNST &YOUNG
r r
29
afschrijvingen per jaar. In het kader van afschrijvingstermijnen dient rekening te worden gehouden met de nota vaste activa, die door het bestuur is vastgesteld.
Rente (2.919.798 Euro) Niet beïnvloedbaar. Overige kostenposten
r: L
I. l. L LI L L L ü L U
De overige kosten binnen de afdeling middelen hebben betrekking op facilitaire zaken, als verzekeringen, inkoop, schoonmaak en automatisering. Een bezuiniging op deze taken is wel te realiseren. Het betreft een aantal vrij besteedbare posten, waaraan geen verplichtingen ten grondslag liggen, bijvoorbeeld de raming voor kosten ten behoeve van de werving van nieuwe medewerkers (33.000 Euro) en de raming voor kosten van de ondernemingsraad (15.000). Verder zijn de volgende bezuinigingsmogelijkheden naar voren gekomen: De huur van het gebouw naast WR0 benoemd (77.500 Euro). Een bezuiniging hierop leidt wel tot aanpassingen van de huidige manier van werken. Tevens zou een onderzoek uitgevoerd dienen te worden naar het benodigd aantal vaste werkplekken, bijvoorbeeld voor de receptie. Abonnementen (50.000 Euro); een aantal abonnementen zouden wellicht kunnen komen te vervallen. Dit jaar worden de abonnementen onder het licht gehouden. Samenwerking met anderen waar het gaat om inkoop (bijvoorbeeld auto's). In het kader van de energie is reeds sprake geweest van een gezamenlijk inkooptraject. Centrale gegevensopslag Door samenwerking met WPM kunnen dingen slimmer worden georganiseerd. Wat cultuur en structuur betreft is sprake van grote verschillen tussen WPM en WRO. Samenwerking zou in de ogen van de budgethouder goed mogelijk zijn met betrekking
tot: Juridische zaken: Inhoudelijk zijn bezwaren namelijk nagenoeg hetzelfde als bij andere waterschappen. Facilitaire zaken: meer uitbesteden en regievoering. Samenwerking maakt het mogelijk om meer uit te besteden en de regie te voeren.
=U ERNST &YOUNG
Overzicht samenwerkingsthema's WRO en WPM Bestaand Gezamenlijk visie WBL Legal audit Inkoopvoorwaarden Grondwatermeetpunten BRZO Coda/Corsa- DIV Masterplan Hoge Zandgronden Ibrahim/ Iwan Accountant Energie Muskusratten
L L L L L U ü li U U
Nieuw Beleid grondwaterkwaliteit en -kwantiteit Waterbodems Risicomanagement 109 a Integrale audit Digitaal werken E-dienstverlening OBS Gezamenlijke inkoop kantoorartikelen Beleid gezamenlijke WDL Gezamenlijke uitwerking CUC (Computer Uitwerk Centrum) Maaskades
30