Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Draaiboek Deelproces 1 Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
1/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Inhoud 1.
2.
3.
Analyse van de situatie.…………………………………………………………….……….4 1.1
Het bepalen van de aard, omvang en verwachte ontwikkeling van de brand/emissie gevaarlijke stoffen.
1.2
Inschatten van het effectgebied: o Benedenwinds rookgebied/gasgebied; o Schadecirkel bij explosie; o Effectgebied bij verspreiding via oppervlaktewater en/of riool.
1.3
Het bepalen van de invloed: o Terrein; o Weer; o Infrastructuur.
Opstellen van plan voor de bronbestrijding……………………...…………………..…...5 2.1
Vaststellen bronbestrijdingsstrategie.
2.2
Het vaststellen van de toe te passen bestrijdingsmaatregelen.
2.3
Het bepalen van de te handhaven veiligheidsregels (gebied dat niet betreden mag worden of alleen betreden mag worden met bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen).
2.4
Het o o o
2.5
Het bepalen van de beschikbaarheid van benodigde inzet.
2.6
Het formuleren van een inzetplan; o Wie, waar, wanneer en waarmee.
2.7
Het afstemmen van het plan met operationeel team;
Het bekendmaken van het inzetplan.…………………………….………………...…7 3.1
4.
bepalen van de benodigde personele en materiële middelen: (Sleutel)functionarissen (adviseur gevaarlijke stoffen); Eenheden (pelotons, meetploegen, gaspakteams, duikteams); Materiële hulpmiddelen (pompen, slangen, waterkanonnen, blusstoffen, ademlucht, beschermende kleding, reservoirs voor vloeistofopvang, absorptiemiddelen, dichtingsmiddelen, duikuitrusting).
Het informeren van het naast hogere echelon, commandanten van uitvoerende eenheden, andere diensten en de bij de voorlichting betrokken functionarissen o Mondeling; o Fax; o E-Mail.
Beschikbaar krijgen van personeel en middelen.…………………………………………7 4.1
Het o o o o
alarmeren van de eenheden; Wijze van alarmering; Opkomstlocatie; Aanrijroute; Bestemming.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
2/18
BRUL / PRN
Brandweer
5.
6.
GHOR
Politie
4.2
Het o o o
4.3
Het zonodig aanvragen van bijstand: o Buurtdistricten en regio’s; o Militaire eenheden.
4.4
Het opvangen van eenheden: o Loodspost, uitgangsstelling; o Melding aankomst; o Begidsing.
Gemeente
beschikbaar krijgen van de benodigde materiële middelen. Opslaglocatie(s); Transport; Afleverlocatie(s).
Het inzetten van personeel en middelen…………………………………………………..8 5.1.
Het instrueren van eenheden.
5.2.
Het bepalen van de verbindingen en de coördinatie.
5.3.
Het aangeven van bijzonderheden: o Prioriteiten; o Aanrijroutes; o Afzettingen/doorlaatpunten; o Af te sluiten NUTS-voorzieningen/stil leggen bedrijven.
Voortgangsbewaking………………………………………………………………………...9 6.1
Handhaving veiligheidsregels.
6.2
Bijstellen inzetplan.
6.3
Het informeren van de met voorlichting belaste functionarissen over de voortgang van de brandbestrijding/bestrijding emissie gevaarlijke stoffen.
Bijlagen………………………………………….………………………………………………….10
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
3/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
1. Analyse van de situatie 1.1. Het bepalen van de aard, omvang en verwachte ontwikkeling van de brand/emissie gevaarlijke stoffen. o o o
Het bepalen van het vuurfront (in meters); Het bepalen van het brandende oppervlak (in vierkante meters); Het bepalen van de betrokken stoffen.
1.2. Het inschatten van het effectgebied: o
In het benedenwindse gasgebied zijn de volgende zaken van belang: • Windrichting; • Windsnelheid; • Neerslag; • Tussenliggende bebouwing.
o
Voor het • • •
o
Bij het inschatten van het effectgebied bij verspreiding via het oppervlakte water zijn de volgende zaken van belang: • Stroomrichting van het water; • Weersgesteldheid; • Welke gevaarlijke stof is vrijgekomen; • Het inschakelen van RWS met betrekking op het indammen d.m.v. open water boom en/of het sluiten van waterkeringen.
o
Licht de andere diensten in over de aard, omvang, verwachte ontwikkeling en effectgebied van het incident.
bepalen van de schadecirkel zijn de volgende zaken van belang: Grootte van de te verwachten explosie; Soort bebouwing in de omgeving (zorginstellingen); De te verwachten explosie(soort).
1.3. Het bepalen van de invloed: o
Bij het bepalen van de invloed moet met de volgende zaken rekening gehouden worden: • Mogelijk effectgebied; • Mogelijke uitbreiding; • Het aantal betrokken personen; • Bereikbaarheid van de infrastructuur; • Beschikbaar hebben van de benodigde middelen.
o
Terrein •
•
o
Indien een terrein slecht of niet toegankelijk is kan dit effect hebben op de ontwikkeling van de bron. Beoordeel of de tijd die nodig is om het terrein toegankelijk te maken van invloed is op de uitbreiding van de brand of gevaarlijke stoffen De aard van het terrein kan ook bepalen welk type voertuigen men kan gebruiken; in bosgebied bijvoorbeeld 4x4 aangedreven voertuigen.
Weer •
Weersomstandigheden kunnen van invloed zijn op het bepalen van een incidentbestrijding te denken valt aan begaanbaarheid van het terrein, 4x4 voertuigen, boten, e.d.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
4/18
BRUL / PRN
Brandweer o
GHOR
Politie
Gemeente
Infrastructuur • Bereikbaarheid; • Waterwegen; • Bruggen; • Afzettingen. Het bepalen of men gebruik kan maken van de bestaande infrastructuur kan van groot belang zijn op de ontwikkeling van de bron.
2. Opstellen van plan voor de bronbestrijding: 2.1. Vaststellen bronbestrijdingstrategie: o
o
Voor het bepalen van de bluscapaciteit kunt u de volgende vuistregel gebruiken: 50 meter vuurfront bestrijden per TS, dit is 100 meter per peloton. (zie leidraad brandweercompagnie, bijlage F5) Bij het bepalen van de toe te passen bestrijdingsmaatregelen zullen de gebruikelijke werkwijzen door de brandweer worden toegepast. Hierbij zijn een aantal aandachtspunten van belang: • Is de bronbestrijding mogelijk met de beschikbare personen? • Is de bronbestrijding mogelijk met de beschikbare middelen? • Indien de middelen niet beschikbaar zijn; waar kunnen deze dan worden verkregen en binnen welk tijdsbestek is dit mogelijk?
2.2. Het vaststellen van de toe te passen bronbestrijdingsmaatregelen: o
Overwogen moet worden of de standaardmiddelen toereikend zijn voor het uitvoeren van de brandbestrijding.
2.3. Het bepalen van de te handhaven veiligheidsregels: o Door de brandweer wordt bepaald welk gebied niet betreden mag worden door o o
burgers. (veiligheidszone) Door de brandweer wordt bepaald welk gebied niet betreden mag worden door eenieder zonder beschermingsmiddelen. (brongebied/effectgebied) Door de brandweer wordt bepaald welk gebied niet betreden mag worden door zowel burgers als hulpverleners.
2.4. Het bepalen van de benodigde personele en materiële middelen: o
Beschikbare lokale functionarissen zijn: • Lokale commandant (Cdt) • Districtsofficier van Dienst-Brandweer (DOvD-B ) • Officier van Dienst-Brandweer (OvD-B ) • Lokale eenheden
o
Beschikbare regionale functionarissen zijn: • Commandant van Dienst-B randweer (CvD-B)*; • Hoofdofficier van Dienst-Brandweer (HOvD-B )*; • Adviseur Gevaarlijke Stoffen-Brandweer (AGS-B); • Leider Meetplanorganisatie (LMPO); • Logistiek.
* De CvD-B kan optreden als Operationeel Leider en de HOvD-B kan optreden als Compagniescommandant.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
5/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
o
Beschikbare regionale eenheden zijn: • Brandbestrijdings - en hulpverleningspeloton; • Brandbestrijdings - en hulpverleningscompagnie; • Natuurbrandbestrijdingspeloton; • Meetploegen; • Gaspakteams; • Verbindingseenheden.
o
Materiële hulpmiddelen: • Tankautospuit; • Schuimblusvoertuig; • Redvoertuig (AL/HW); • (Blus)boten; • Zwaar redgereedschap; • Dompelpompen; • Waterkanonnen; • Absorptiemiddelen; • Ontsmettingscontainer; • Ademluchtcontainer; • Afdichtingsmiddelen.
Gemeente
2.5. Het bepalen van de beschikbaarheid van benodigde personele en materiële middelen in: o
De beschikbaarheid van de eenheden is geregeld in het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) van de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht.
2.6. Het formuleren van een inzetplan: o
Het bepalen van het inzetplan zal in stappen worden uitgevoerd. • Bevelvoerder-B bepaalt de inzet in het aan hem toegewezen vak; • De Officier van dienst van de Brandweer (OvD-B) bepaalt de inzet van de eenheden in de door hem gecoördineerde vakken; • De HOvD-B* coördineert de complete inzet en draagt zorg voor de noodzakelijke middelen; • De CvD-B* draagt zorg voor de bestuurlijke afstemming. Ook zal de CvD-B* zorg dragen voor de uitvoering van de verzoeken vanuit het veld betreffende middelen en personeel. • Voor het formuleren van een inzetplan is het noodzakelijk om alle informatie te verzamelen. Dit wordt bereikt door het maken van situatierapportages (sitraps) door de bevelvoerder-B aan OvD-B. Verder zal er afstemming plaatsvinden binnen het CoördinatieTeam Plaats Incident (CTPI) voor het bepalen van een inzetplan.
2.7. Het afstemmen van het plan met operationeel te am: o
De HOvD-B* heeft op gezette tijden contact met de CvD-B*. Deze stemmen dan samen alle zaken af. Zij maken gebruik diverse middelen zoals telefoon, (GSM, vaste telefoonlijnen, satelliettelefoon), Multi-Team, E-Mail en faxberichten.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
6/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
3. Het bekend maken van het inzetplan: 3.1. Het informeren van het naast hogere echelon: o
o
o
Het goed informeren van de OvD-B/pelotonscommandant, HOvD-B*, CvD-B* is van groot belang om een goed verloop van de informatiestroom te garanderen. Zij informeren en overleggen met de andere diensten. Ook moet worden vastgesteld hoe zij te bereiken zijn. Dit kan op de volgende wijzen worden bewerkstelligd; mondeling, fax, GSM, E-Mail en Multi-Team. Binnen C2000 zullen er aparte gespreksgroepen zijn waarbinnen gewerkt wordt. Het is echter altijd raadzaam om hiervoor de medewerkers voorlichting van de diverse disciplines te koppelen zodat er altijd eenduidige voorlichting wordt gegeven.
4. Beschikbaar krijgen van personeel en middelen: 4.1. Het alarmeren van de eenheden: o o o o o o
Voor het alarmeren van de brandweereenheden wordt gebruik gemaakt van de standaardgegevens welke in het GMS zijn ingevoerd; Door de CvD-B* zal een opkomstlocatie worden gekozen; Door de CvD-B* zal een aanrijroute worden bepaald voor de eenheden, dit naar aanleiding van het ve rkeerscirculatieplan. Hierbij zal de uiteindelijke bestemming een belangrijk gegeven zijn. Politie en de GHOR kunnen personeel en middelen via de eigen meldkamer regelen. De gemeente zal personeel en middelen via de eigen procedures in moeten zetten.
4.2. Het beschikbaar krijgen van de benodigde materië le middelen: o o
o
o
De regionale brandweer beschikt over een piketfunctionaris welke is belast met logistiek. Deze heeft een overzicht over de verkrijgbare materialen. Alle beschikbare middelen zijn ondergebracht bij de diverse korpsen in de regio en in de opslagruimtes van de Brandweer Regio Utrechts Land (BRUL). Deze goederen zijn op afroep beschikbaar. Waar welke goederen zijn opgeslagen is op ieder moment bekend bij de Regionale Alarm Centrale (RAC) en bij de piketfunctionaris logistiek. Voor het transport zijn diverse voertuigen beschikbaar. Denk hierbij aan haakarmvoertuigen en voertuigen met huif en laadklep. Deze voertuigen zijn ook ondergebracht in het GMS en worden ook via dit systeem gealarmeerd. De uiteindelijke afleverlocatie zal tijdens het incident worden bepaald. Aandachtspunt hierbij is dat dit wel goed bereikbaar moet zijn voor de voertuigen.
4.3. Het zo nodig aanvragen van bijstand: o
Eigen regio • Bijstand binnen de eigen regio kan aangevraagd worden via de RAC. Alarmeringsprocedures en piketregelingen zijn in GMS verwerkt.
o
Buurdistricten en -regio’s: • Buurregio’s kunnen door de meldkamer rechtstreeks worden benaderd. De meldkamer beschikt hiervoor over alle nummers van de diverse regio’s. • Het is ook mogelijk om bemiddeling vanuit het Nationaal Coördinatiecentrum (NCC) aan te vragen. Deze zijn 24 uur per dag bereikbaar onder nummer 070- 445 44 00.
o
Militaire eenheden: • Bijstand van defensie kan aangevraagd worden bij het Regionaal Militair Commando (Midden). Dit verloopt via het RCBT. tijdens kantooruren: 033 – 466 30 04 buiten kantooruren: 06 – 53 39 59 43.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
7/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
4.4. Het opvangen van eenheden: o
Loodspost en uitgangsstelling: • Loodsposten en uitgangsstellingen (UGS) moeten in samenwerking met de andere disciplines bepaald worden. Loodsposten moeten zonodig in een verkeerscirculatieplan opgenomen worden (politie). Per definitie is niet iedere discipline verplicht om van deze loodsposten/Uitgangsstellingen gebruik te maken. Uitgangsstellingen moeten voldoen aan de voorwaarden aangegeven in de leidraad brandweercompagnie. De UGS heeft meerdere functies zoals: verzamelplaats, distributieplaats, ziekenautostation en verzorgingsplaats
o
Melding binnenkomst • Eenheden moeten, indien zij zich niet in pelotonsverband verplaatsen, melden op de UGS bij de Commandant UGS (CUGS) waar zij verdere verplaatsingsinstructies krijgen. • Indien men zich in pelotonsverband verplaatst moet de pelotonscommandant zich melden op de UGS bij de CUGS waar hij verdere verplaatsingsinstructies krijgt.
o
Begidsing • Begidsing wordt door de politie verzorgd. Het verzoek wordt gericht aan de RAC. Die neemt contact op met de Politie MeldKamer (PMK) die de politieeenheden aanstuurt voor de begidsing. De begidsing voor Ambulance eenheden wordt (aan)gevraagd bij de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) die op zijn beurt contact opneemt met de PMK.
5. Het inzetten van personeel en middelen
5.1.
o
Personeel • Personeel op de plaats incident wordt ingezet via de eigen bevelvoerder die op zijn of haar beurt instructies krijgt van de OvD-B. • De OvD-B of pelotonscommandant krijgt zijn of haar instructies van de Compagniescommandant. • Personeel dat betrokken is ter ondersteuning in het Regionaal Operationeel Centrum (ROC), sectie brandweer valt onder bevel van de Operationeel Leider (OL).
o
Middelen • Middelen die nodig zijn om het incident te bestrijden en niet ter plaatse aanwezig zijn maar wel beschikbaar in eigen brandweerregio, kunnen door de OvD-B/pelotonscommandant, AGS-B en HOvD-B* via de RAC aangevraagd worden. • Middelen die niet beschikbaar zijn in de brandweerregio kunnen door de OvD-B/pelotonscommandant, AGS-B, HOvD-B* en de CvD-B* via de RAC gevraagd worden. • Indien het ROC ingericht is verdient het aanbeveling deze aanvragen via de CvD-B* vervolgens naar de afdeling Logistiek in het ROC te laten gaan.
Het Instrueren van eenheden o o
De eerst aanrijdende eenheden zullen zover dit mogelijk is instructie krijgen van de RAC, bevelvoerder en OvD-B/pelotonscommandant. Op lokatie zal de OVD-B/pelotonscommandant gegevens verzamelen en adviezen geven ten behoeve van: • Opschaling e.d. • acute maatregelen • burgemeester/bevoegd gezag
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
8/18
BRUL / PRN
Brandweer 5.2.
Politie
o
methode, dus via de RAC/VC-2. Bij een inzet op pelotons- of compagnieniveau zal dit volgens het regionale verbindingsschema geschieden, zie bijlage 2. Bij een multidisciplinaire inzet zal iedere hulpverlenende organisatie zijn eigen verbindingsschema toepassen, er moet echter wel een telefoonnet tussen de verschillende verbindingswagens gemaakt worden. Dit is een taak van de brandweer.
Het aangeven van bijzonderheden o
Prioriteiten • het redden van mens en dier; • het beperken van nevenschade; • het beperken van economische schade.
o
Aanrijroute s • Aanrijroutes worden in een multidisciplinair overleg vastgesteld. De politie draagt zorg voor een optimale bereikbaarheid.
o
Afzettingen/doorlaatpunten • De politie zal zorgdragen voor de afzetting. De politie houdt toezicht bij de doorlaatpunt en.
o
Af te sluiten Nutsvoorzieningen/stil te leggen bedrijven • De Burgemeester is bevoegd om bedrijven te sluiten door middel van een noodverordening op basis van Artikel 175 en 176 van de gemeentewet, Artikel 10 van de Wet Rampen en Zware Ongevallen en Artikel 12 van de politiewet.
6.
Voortgangsbewaking:
6.1.
Handhaving veiligheidsregels: o
6.2.
Op de inzetplaats zijn de bevelvoerder-B en OvD-B/pelotonscommandant verantwoordelijk voor de veiligheid van eigen medewerkers en omstanders. Hiertoe treffen zij de nodige veiligheidsmaatregelen.
Bijstellen inzet: o
6.3.
Gemeente
Het be palen van de verbindingen en de coördinatie o Bij een monodisciplinaire inzet zullen de ve rbindingen lopen volgens de dagelijkse o
5.3.
GHOR
Aan de hand van de stiuatierapportages (sitraps) stelt de OvD-B/pelotonscommandant of de HOvD-B* het inzetplan bij.
Het informeren van de met voorlichting belaste functionarissen: o
Om ervoor te zorgen dat de informatiestroom naar de diverse voorlichters goed verloopt is het raadzaam een coördinerend voorlichter aan te stellen. Deze draagt er zorg voor dat alle informatie vanuit zowel het getroffen gebied als het regionale coördinatiecentrum bij alle voorlichters op dezelfde wijze bekend wordt gemaakt.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1
9/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Draaiboek :
Gemeente
1
Titel:
Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen
Draaiboekcoördinator:
(Naam v/d coördinator)
Doelstelling:
Voorkomen en beperken van slachtoffers en schade
Doelgroep;
Alle personen en objecten in het bedreigde gebied
Verantwoordelijkheid: Regionaal Commandant
Bijlage 1
Relaties met andere deelprocessen
Bijlage 2
Verbindingsschema Brandweer
Bijlage 3
Logboek
Bijlage 4
Organisatiespecifieke gegevens
Bijlage 5
Personele invulling evt. functieomschrijving
Bijlage 6
Lijst van Afkortingen
Bijlage 7
Verzendlijst
Bijlage 8
Literatuurlijst
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1 10/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Draaiboek 1: Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen heeft relatie met de volgende draai(boeken) (gegevens in het crisisbeheersingsplan Gemeente (naam) versie 23 februari 2004)
Relatie met draaiboek Draaiboek 6: Waarschuwen van de bevolking Draaiboek 8: Geneeskundige hulpverlening-somatisch Draaiboek 11: Ontruimen en evacueren
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1 11/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Bijlage 2: Verbindingsschema Brandweer
GMU Brandweer
MIDDELBRAND SITUATIE
ROT
Tel./fax
VC GHOR
Tel.
Mobilofoonkanaal 3-7-9-11 Mobilofoon Net 3A GSM/telefoon/telefax
VC POLITIE
Tel.
VC + CoH Brandweer
Inmelden van voertuigen bij de
CTPI/CoRT
VC-2 via kanaal 10
MOB: 10
HOvD-B/C.C. = 900 Compagniesnet: BB kanaal wordt door VC-2 ter plaatse geregeld
OvD-B/PC 1 = 100 Lokale eenheden PORTO WIT
PC 2 = 200
PC 3 = 300
Peloton 2
Peloton 3
PORTO ROOD
Plv. C.C = 901 Ondersteuningspeloton
PORTO GEEL
AGS-B = 909
BB- kanaal …. (wordt ter plaatse door VC bepaald)
Bev. TS1 = 110 Lokale eenheid
Eenheid pel. 1
Eenheid pel. 2
Bev. TS = 210
Bev. TS = 310
Bev. TS = 220
Bev. TS = 320
Ost. peloton Logistiek CUGS = 905
Bev. TS2 = 120
TS+ DPA = 910 Bev. TS = 230
Bev. TS = 330
Bev. TS3 = 130 Bev. TS 240 Bev. TS4 = 140
VW = 960 Bev. TS 240
HV-II 260 HV II = 270
HV II = 170
(Kleuren)portofoons worden onder normale omstandigheden volgens bovenstaand schema uitgegeven. Indien er gewerkt wordt in pelotons/compagnies verband worden deze frequenties door de VC uitgegeven. Vastgesteld 31-03-2005
HA 280 THU (basis) of DPH
HV II = 370
HA = 980 THU (spec) of SLH
HA 380 THU (basis) of DPH Specialisatie: duiken = 920 + 930
Specialisatie: gaspakken = 940 + 950 Haakarmvoertuig toegevoegd aan Ost. Peloton = 982/983
HA = 981 OSH
Draaiboek 1 12/18 blauw wordt gebruikt voor het Groot BRULWatertransport. / PRN N.B. De kleurenfrequentie
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Bijlage 3: Logboek In het programma Multi-team zit een logboek functie. (Teleforum in het hoofdmenu)
Via het TeleForum Journaal kan een doorlopend journaal opgevraagd worden van de logboek gegevens.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1 13/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Bijlage 4: Organisatiespecifieke gegevens Zie voor de organisatiespecifieke gegevens de brandweer almanak die jaarlijks uitgegeven wordt door Sdu uitgevers B.V. te Den Haag.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1 14/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Bijlage 5: Personele invulling evt. functieomschrijving Voor de verschillende functies verwijzen wij naar de regeling piketdiensten van de Brandweer Regio Utrechts Land (BRUL). Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Preparatie, Repressie en Nazorg van de BRUL. Op de Regionale Alarmcentrale in de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht is het piketrooster bekend.
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1 15/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Bijlage 6: Lijst van Afkortingen Afkorting AGS-B AL AOV BRUL BZK C2000/P2000 CC Cdt. CdK CoRT COV CTPI CUGS CvD-B ECN EHBO GAGS GBT GHOR GMS GMU GRIP HOvD-B HW KLPD KNMI LSO MKA MMT MOD MPO NCC NMR NVIC OL OvD-B Plv. PMK RAC Radio M Utrecht RCBT RGF RIT RIVM ROC ROT RWS Sitrap TS UGS VC VHD VROM VWS WAS
Omschrijving Adviseur Gevaarlijke Stoffen Brandweer Autoladder Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid Brandweer Regio Utrechts Land Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Nieuw multidisciplinair communicatienetwerk Compagniescommandant Commandant Commissaris van de Koningin Commando Rampterrein Centrum voor Openbare orde en Veiligheid (Briljantlaan) Coördinatieteam Plaats Incident Commandant Uitgangsstelling Commandant van Dienst Brandweer Energiecentrale Nederland (Petten) Eerste Hulp Bij Ongelukken Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen Gemeentelijk Beleidsteam Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen Geïntegreerd Meldkamer Systeem Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdingsprocedure Hoofdofficier van Dienst Brandweer Hoogwerker Korps Landelijke Politie Diensten Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut Laboratorium voor Stralingsonderzoek Meldkamer Ambulancevervoer Mobiel Medisch Team MilieuOngevallenDienst RIVM Meetplan Organisatie Nationaal Coordinatie Centrum Nationaal Meetnet Radioactiviteit Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (onderdeel van RIVM) Operationeel Leider Officier van Dienst Brandweer Plaatsvervangend Politie Meldkamer Regionale Alarmcentrale Brandweer Radio Midden Utrecht Regionaal Coördinerend Beleidsteam Regionaal Geneeskundig Functionaris Rampen Identificatie Team Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne Regionaal Operationeel Centrum Regionaal Operationeel Team Rijkswaterstaat Situatie Rapportage Tankautospuit Uitgangsstelling Verbindingscommandowagen Verzekeraars Hulpdienst Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Volksgezondheid, Welzijn en Sport Waarschuwings - en Alarmeringssysteem
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1 16/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Bijlage 7: Verzendlijst • • • • • • • •
Provincie Utrecht t.a.v. de Commissaris der Koningin Burgemeesters en Ambtenaren openbare orde en veiligheid van de 33 gemeenten aangesloten bij de BRUL Alle commandanten van de gemeentelijke brandweren aangesloten bij de BRUL Regionale Alarmcentrale Piketfunctionarissen BRUL Regionaal Operationeel Centrum Politie Regio Utrecht Bureau RGF-GHOR regio Utrecht
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1 17/18
BRUL / PRN
Brandweer
GHOR
Politie
Gemeente
Bijlage 8: Literatuurlijst •
Leidraad brandweercompagnie, opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse zaken,1996
•
Model crisisbeheersingsplan voor de veiligheidsregio Utrechts Land, 16 juni 2004 vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Brandweer Regio Utrechts Land.
•
Handboek voorbereiding rampenbestrijding, opgesteld in opdracht van het ministerie van Binnenlandse zaken, juni 2003
•
Gasmeetplan Eemland
•
Gasmeetplan Utrecht
•
Regionaal verbindingsschema (zie bijlage 2)
•
Taakomschrijvingen piketfunctionarissen Brandweer Regio Utrechts Land, 23 juni 2004
•
Calamiteitenregeling Amsterdam-Rijnkanaal, 1996
•
Multi-Team, multidisciplinair systeem voor communicatie, coördinatie en logistiek onder rampenomstandigheden, rapportage, crisisbeheersing en crisismanagement, het efficiënt uitwisselen en ontsluiten van informatie.
•
Regeling Piketdiensten en vergoeding BRUL, Vastgesteld in het MT Brandweer Regio Utrechts Land d.d. 24 november 2003
•
GRIP procedure regio Utrecht, vastegesteld in het AB Brandweer Regio Utrechts Land d.d. 28 juni 2000
•
Convenant RCBT,16 juni 2004 vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Brandweer Regio Utrechts Land.
•
Convenant voor de calamiteitenzender, 16 juni 2004 vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Brandweer Regio Utrechts Land.
•
Boekje Milieu Ongevallen Dienst, RIVM, uitgave 1 juli 2002
•
Urban Search & Rescue Team www.usar.nl, dit is de Nederlandse bijstandseenheid voor het zoeken en redden van ingesloten of bedolven slachtoffers bij rampen in binnen- en buitenland.
•
KNMI extranet overheid (overheid.knmi.nl/veiligheid.html)
•
Materieeloverzicht BRUL 2004, afdeling PRN Brandweer Regio Utrechts Land
•
Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS)
Vastgesteld 31-03-2005 Draaiboek 1 18/18
BRUL / PRN