Dossier Politietrainingsmissie Afghanistan Partijraad vergadering 15 januari 2011
Inhoudsopgave Inleiding
2
A. ALGEMENE INFORMATIE 1. Geïntegreerde politietrainingsmissie 2. Meerderheid bevolking tegen missie
3 3
B. GROENLINKS OVER AFGHANISTAN 1. Voor een alternatieve strategie in Afghanistan 2. Motie Peters/Pechtold 3. Verkiezingsprogramma 2010: Klaar voor de toekomst 4. Kritische vragen bij politietrainingsmissie
4 4 5 5
C. DISCUSSIE IN DE PARTIJRAAD 1. Mirjam de Rijk interviewt Jolande Sap 2. Zaaldiscussie
5 6
D. HET STANDPUNT VAN DE PARTIJRAAD
8
1
Inleiding Op 7 januari 2011 maakte het minderheidskabinet Rutte bekend dat zij medio dit jaar een politietrainingsmissie naar Afghanistan wil sturen. Het voorstel krijgt niet de steun van gedoogpartner PVV en ook PvdA, SP en PvdD zijn fervente tegenstanders. Voor het verkrijgen van een meerderheid is het kabinet afhankelijk van oppositiepartijen GroenLinks, D66, ChristenUnie en SGP. Moet de Kamerfractie van GroenLinks het kabinetsplan steunen? In april 2010 vroeg de fractie samen met D66 om versterking van de Afghaanse civiele politie; met het kabinetsvoornemen lijkt ze op haar wenken te worden bediend. De vraag is: in hoeverre gaat het om een civiele missie? Ook bestaat er grote tegenstand bij de bevolking, met name bij de achterban van GroenLinks. Op 15 januari 2011 werd de politietrainingsmissie in de partijraad besproken. Dit dossier bevat het verslag van de bijeenkomst van de partijraad: een samenvatting van het interview met Jolande Sap en de zaaldiscussie. Dit wordt voorafgegaan door informatie over de politiemissie en een samenvatting van eerdere standpunten van GroenLinks.
Samenstelling dossier: Gerrit Pas Stafmedewerker Wetenschappelijk Bureau GroenLinks 20 januari 2011
2
A. Algemene informatie 1. Geïntegreerde politietrainingsmissie Het kabinet heeft op 7 januari 2011 besloten een geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan uit te willen voeren in de periode 2011-2014. Zij wil daarmee een bijdrage leveren aan de opleiding en training van de civiele politie en de versterking van de justitiële keten inclusief de justitiële instellingen in Afghanistan. Op 21 april 2010 verzocht de Tweede Kamer de regering om de mogelijkheden in kaart te brengen om een bijdrage te leveren aan de opleiding en training van de Afghaanse civiele politie (motie Peters/Pechtold). Op basis van dit onderzoek is het kabinet tot dit besluit voor een politietrainingsmissie gekomen. De voorgestelde missie vereist ook uitzending van Nederlandse militairen. De totale Nederlandse bijdrage betreft 545 personen, die deels in de provincie Kunduz en deels in de hoofdstad Kabul worden gestationeerd: - 225 opleiders en trainers (40 civiele politiefunctionarissen worden ingezet in de Europese politiemissie Eupol; 20 marechaussees voor de basisopleiding van politieagenten in Kunduz; 165 voor de training en begeleiding van de civiele politie in de praktijk) - 5 Justitiële experts ter versterking van de justitiële keten (samenwerking tussen politie, aanklagers en rechers) in Kunduz, die door Duitse eenheden worden beschermd. - 125 Militairen voor medische, logistieke en stafondersteuning van de politietrainers - Vier F-16’s met ondersteuning van 120 militairen (deze zijn al in Afghanistan) staan ter beschikking om explosieven op te sporen en Afghaanse en internationale eenheden te beschermen. - 70 Personen voor specialistische functies binnen internationale militaire staven en hoofdkwartieren. Het kabinet benadrukt dat met de capaciteitsopbouw in de justitiële sector ruimte wordt geboden voor toenemende economische ontwikkeling en stabilisatie (de samenhang tussen politieke, militaire en ontwikkelingssamenwerkingsaspecten). Ook wordt hst strikte opleidings- en trainingskarakter van de missie verzekerd: geen van de onderdelen van de missie zullen worden ingezet voor offensieve militaire activiteiten van ISAF. De missie wordt geplaatst in de context van de transitie: de overdracht van de verantwoordelijkheid voor de veiligheid aan de Afghaanse overheid. De Afghaanse regering en de internationale gemeenschap hebben afgesproken om in 2011 een begin te maken met deze transitie die in 2014 moet zijn voltooid.
Meer informatie over het doel van de politiemissie en de bijdrage aan specifieke activiteiten is te lezen in de zogenoemde Artikel 100-brief van het kabinet: http://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2011/01/07/46177355/Kabinet_politietrainers_vo or_Afghanistan 2. Meerderheid bevolking tegen missie Volgens een peiling van Maurice de Hond op 16 januari 2011 is 68 procent van de Nederlandse kiezers tegen de politietrainingsmissie. Van de kiezers op GroenLinks blijkt zelfs 77 procent tegen de missie. Zie https://n8.noties.nl/peil.nl/
3
B. GroenLinks over Afghanistan 1. Voor een alternatieve strategie in Afghanistan GroenLinks is steeds tegenstander geweest van de Nederlandse bijdrage aan de ISAFmissie in Afghanistan/Uruzgan. In november 2007 bracht de Kamerfractie van GroenLinks de notitie Alternatieve strategie voor Afghanistan uit. Daarin wordt de kritiek op de missie uiteengezet en gesteld dat de oorlog tegen het terrorisme onder de Amerikaanse Operation Enduring Freedom niets heeft opgeleverd, maar wel veel kwaad bloed zet. Gepleit wordt voor een andere aanpak en verandering van het militaire mandaat: de militaire inzet van Nederland en de bondgenoten blijft beperkt tot defensieve presentie en opleidingstaken, de offensieve operaties van Navo en Operatie Enduring Freedom worden beëindigd. In plaats daarvan zou meer nadruk moeten komen op diplomatie en wederopbouw, geleid en uitgevoerd door civiel personeel, want militairen zijn geen diplomaten of ontwikkelingswerkers. Een van de actiepunten luidt: ‘De Europese politiemissie wordt drastisch uitgebreid om te helpen bij de hervorming van de Afghaanse politie. Ook het Afghaanse openbaar ministerie rechtbanken en advocatuur krijgen ondersteuning door advies en opleidingen’.
2. Motie Peters/Pechtold Nadat het kabinet Balkenende IV was gevallen over verlenging van de Nederlandse militaire missie in Uruzgan verzocht de Tweede Kamer op 21 april 2010 de regering om de mogelijkheden in kaart te brengen om een bijdrage te leveren aan de opleiding en training van de Afghaanse civiele politie (motie Peters/Pechtold). 27 925 Bestrijding internationaal terrorisme Nr. 392 MOTIE VAN HET LID PETERS C.S. Voorgesteld 21 april 2010 De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende, dat er in Afghanistan grote behoefte bestaat aan politietrainers en -opleiders voor civiele politietaken die EUPOL uitvoert, zoals «community policing» en recherche, met name buiten de hoofdstad; constaterende, dat conform de artikel 100-procedure het primaat voor de besluitvorming random de uitzending van militairen, waaronder de Kmar, bij het kabinet ligt; overwegende, dat het nog geruime tijd duurt voordat er een missionair kabinet is, terwijl op dit moment intensivering van de samenwerking op het gebied van training en opleiding van civiele politie voorwerp van bespreking is tussen EUPOL en ISAF; overwegende, dat het wenselijk is dat Nederland na terugtrekking van de Task Force uit Uruzgan actief betrokken blijft bij de wederopbouw van Afghanistan, ook op het gebied van veiligheid, en dat internationale partners ten spoedigste op de hoogte worden gebracht van de wijze waarop Nederland daaraan in ieder geval invulling kan geven, terwijl een nieuw kabinet de ruimte moet worden gelaten om te besluiten over eventuele aanvullende betrokkenheid; verzoekt de regering deze behoefte op het gebied van civiele politietraining en -opleiding in Afghanistan in kaart te brengen en de Kamer conform het toetsingskader te informeren hoe Nederland daarin mogelijk kan voorzien, en gaat over tot de orde van de dag. Peters Pechtold Haverkamp Nicolaï Voordewind Van der Staaij
4
3. Verkiezingsprogramma 2010: Klaar voor de toekomst (pagina 11, punt 27): ‘Nederland laat Afghanistan niet in de steek. De opbouw van een democratische, veilige rechtsstaat heeft er prioriteit. Dat vereist grotere inspanningen voor corruptiebestrijding, versterking van het bestuur, rechtspraak, civiele organisaties en de positie van vrouwen, alsmede onderhandelingen met gematigde Taliban. Nederland draagt meer politietrainers bij aan de EU-opleidingsmissie. Ons land steunt geen offensieve militaire operaties.’
4. Kritische vragen bij politietrainingsmissie Als het kabinet Rutte op 7 januari 2011 aankondigt een Nederlandse politietrainingmissie naar Afghanistan te willen sturen, hebben de Kamerfracties van GroenLinks en D66 veel kritische vragen, o.a. over de veiligheidssituatie, de verhouding tussen de Navo en de EU, en over de precieze aard van de militaire ondersteuning. Zij willen eerst meer informatie, voordat een definitief standpunt wordt ingenomen: een hoorzitting moet uitkomst bieden. Een definitief bestluit om de missie te steunen zullen beide fracties pas nemen na het debat tussen het kabinet en de Tweede Kamer.
Voor meer informatie over het standpunt van GroenLinks over Afghanistan (links naar fractienotitie, opinieartikel Mariko Peters, en persbericht van 7 januari 2011 over de politietrainingsmissie van het kabinet Rutte) zie http://standpunten.groenlinks.nl/afghanistan
C. Discussie in de partijraad 1. Mirjam de Rijk interviewt Jolande Sap Hoe is het om als nieuwe fractievoorzitter van GroenLinks meteen dit onderwerp te krijgen? Ik had het eerlijk gezegd niet erg gevonden als dit onderwerp al was afgerond. Maar dit is wel een belangrijk onderwerp – om dit soort vragen gaat het, daarom haal je er ook de media mee! Welke criteria betalen het ja- of nee-standpunt van de fractie? Op maandag 24 januari is er een hoorzitting, met veel betrokkenen uit de Navo, wetenschappers, voorstanders én critici. De woensdag en donderdag erna vindt het Kamerdebat plaats, dus vóór het congres van zaterdag 5 februari. Dat maakt deze partijraad ook belangrijk. Maar ik vroeg naar de criteria? De visie van GroenLinks staat in het verkiezingsprogramma: we willen bijdragen aan de opbouw van een rechtstaat en een civiel apparaat, maar we geloven niet in een vechtmissie. De kern is dus: wordt Afghanistan er beter van of niet, én hoe dit leeft in onze achterban? Deels kan dat samenvallen. Een groep GroenLinks-Kamerleden werkt nu aan de uitwerking van de criteria. Voor GroenLinks is een gemakkelijk ja niet aan de orde, ook niet een gemakkelijk nee, want GroenLinks voelt zich betrokken bij oorlogsgebieden. Maakt het uit of het een Navo- of Eupol-missie is?
5
Zo simpel ligt het niet. Een Navo-missie is niet altijd een oorlogsmissie. Eupol leidt vooral het hoger- en middenkader op, de Navo vooral het lagere politiekader voor op straat. Is er overleg met Mark Rutte? Ja, maar er is meer overleg met de eigen GroenLinks-fractie. Er is wel eerder overleg geweest, maar dat waren geen onderhandelingen over deze missie. GroenLinks heeft haar eigen ideeën over de wijze waarop wij de motie ingevuld wil zien. De artikel 100brief van het kabinet hebben wij van te voren niet gezien. Speelt mee dat de missie wordt betaald uit de begroting van Ontwikkelingssamenwerking? Dat speelt geen rol, al vindt de GroenLinks-fractie dat niet acceptabel. Tegelijk zou een andere financiering ons ook niet over de streep trekken. Gaat het allemaal niet erg snel, terwijl GroenLinks juist zorgvuldigheid wil? Het is goed dat het snel gaat, maar dan moeten de mensen door wie wij ons willen laten informeren ook hier kunnen komen (visumproblemen moeten dus snel worden opgelost). Het is ook goed dat het buiten de Statenverkiezingen wordt gehouden. Vorige week heb ik in Brussel gesproken met drie Duitse Europarlementariërs en dan blijkt de positie van de Grünen genuanceerder dan het tv-interview (in Nieuwsuur) met Christian Ströbele, lid van de Duitse Bondsdag voor Bündnis 90/Die Grünen, suggereerde. De Duitse groenen blijken verdeeld tussen realo’s, een meer fundamentalistische stroming en een hele grote groep daartussen. Ik wil vandaag ook geen debat, maar vooral uit de partijraad informatie halen.
2. Zaaldiscussie Eerste ronde vragen en opmerkingen: - Aan welke vragen/aandachtspunten denkt de fractiegroep die de criteria voor de beoordeling van de voorgestelde missie formuleert? - Mogen we ervan uit gaan dat het congres van GroenLinks niet voor een fait a compli wordt gesteld? - Als deze politiemissie kan bijdragen aan de stabiliteit, dan moet GroenLinks niet meteen nee zeggen. Daarom is de vraag: kun je met deze missie opkomen voor de zwaksten in Afghanistan? - Is er nog wel sprake van een civiele missie, gelet op de verhouding tussen het aantal civiele trainers en militairen: de 45 trainers, beschermd door 225 militairen en 4F16’s? - Vooral little soldiers worden getraind: zijn dat militairen van het regeringsleger of anderen? - Komt Nederland niet in een situatie terecht waarop ze geen greep heeft? - Wat kunnen de argumenten vóór zijn? - Zijn er geen alternatieven voor ja of nee: wat kan ingezet worden om de dialoog te bevorderen? Kan de training niet op andere plekken worden gegeven? - Hoe kan worden gegarandeerd dat het een civiele missie wordt? Mirjam de Rijk: Samenvattend: wat zijn de criteria, tegen welke missie zegt GroenLinks ja of nee? Reactie Jolande Sap: - De fractie heeft veel vragen en nog geen antwoorden. Bijvoorbeeld vragen over de veiligheidssituatie in Kunduz en elders: kun je in die situatie het verschil maken? Het beeld over de veiligheidssituatie zoals die wordt beschreven in de brief van het kabinet komt niet overeen met het beeld dat in de media wordt geschetst.
6
-
-
-
De fractie heeft ook veel kritische vragen bij de Navo-training. Het kabinet wil dat op de ‘Nederlandse manier’ doen, maar kan dit het verschil maken? Het mandaat is op papier weliswaar strikt civiel, maar hoe is dat in de praktijk? En: hoe worden de F16’s ingezet? Ook hebben we vragen over de financiering. De fractie wil daarom horen wat er in de partij leeft. Wij kennen de peilingen en weerstand bij onze achterban, maar uiteindelijk neemt de Kamerfractie een besluit op basis van de inhoud én het geluid van de achterban. De fractie vindt de verhouding militair-civiel scheef, maar als er militairen meegaan, is er nog niet meteen sprake van een militaire missie. Wij willen niet bijdragen aan de training van little soldiers, een korte training van louter zes weken, maar we willen bijdragen aan een politie die dicht bij de bevolking staat. We willen afdwingen dat het om een strikt civiele training gaat.
Tweede ronde vragen en opmerkingen: - Waarom gaan we naar Afghanistan en niet naar andere gebieden: alleen om de VS te steunen? - Wat is de zin van een opbouwmissie? - Wat wordt hier onder politie verstaan: in Nederland kennen we ook de marechaussee? En: welke militairen gaan er precies mee? - Waarom diende GroenLinks in april jl. de motie in, waarom wilde GroenLinks het dilemma doorbreken na de val van het kabinet? Niemand nam dit initiatief serieus. Het is toch niet de taak van GroenLinks om troepen te sturen; niemand begrijpt zo’n motie! - De motie was goed omdat GroenLinks daarmee aangaf wat ze wél wil, maar in hoeverre is er nog politieke ruimte om de missie anders in te vullen? - De VS zitten in Afghanistan op ramkoers, waar Nederland geen invloed op heeft. - Er is nu geen sprake van een post-conflictsituatie; we weten niet wie met de missie wordt bediend, wie we met de missie opleiden: milities, kanonnenvoer? - Diverse sprekers wijzen op de grote tegenstand in achterban van GroenLinks en waarschuwen voor het weglopen van leden als de Kamerfractie met de missie akkoord gaat. Reactie Jolande Sap: - GroenLinks was tegen de missie in Uruzgan, maar de fractie wil niet stoppen met nadenken en wil een bijdrage leveren aan de opbouw van Afghanistan. - Onbekend is of het kabinet en/of de Tweede Kamer naar ons wil luisteren. Het kabinet heeft de Kamer namelijk niet nodig om de missie door te laten gaan. Tegelijk zal de PVV geen motie van afkeuring steunen. Jolande is niet optimistisch over de kansen van een alternatief voorstel. - Waarom Afghanistan? De historie speelt hierbij een rol, maar het gaat ook om de vraag of er sprake is van een situatie waarin je gelooft. Zo investeren de Duitsers in Kunduz in het winnen van vertrouwen bij de bevolking; tegelijk is de Amerikaanse strategie anders. Het is des GroenLinks om het verschil te maken. Tegelijk staat in Afghanistan de toekomst van de natie op het spel: een normalisering van de verhoudingen. - Is er sprake van een post-conflictsituatie? Het beeld is niet eenduidig. Over de lange termijn gezien zijn er positieve ontwikkelingen te noemen (zo gaan er bijvoorbeeld meer meisjes naar school), tegelijk is er sprake van corruptie. Er moet een basisrechtspraak en een basisordehandhaving komen. - Kunnen we afdwingen dat de politie die wij opleiden niet militair optreedt? In Kunduz is Nederland geen leading nation – kunnen we dan iets afdwingen? - Als we ons terugtrekken, leveren we geen bijdrage aan de ontwikkeling van Afghanistan. We zeggen niet nu al nee, omdat we dan de Afghaanse bevolking in de steek laten. De argumenten moeten wel heel zwaar zijn; we hebben zelf heel veel kritische vragen. Bij twijfel gaan we niet akkoord.
7
-
Ook de positie van onze mannen en vrouwen speelt een rol: we willen niet dat ze onnodig risico lopen.
Derde ronde vragen en opmerkingen: - Wij hebben respect voor onze fractieleden, maar de politieke realiteit in Nederland en ook de relatie tussen Nederland en de VS is sinds de GroenLinks-motie veranderd. Spreker pleit voor het houden van een referendum onder de leden van GroenLinks en stelt voor na te denken over een alternatief. - Er bestaat geen rafelvrije overgang van een conflictsituatie naar een postconflictsituatie; er zijn wel niches waarin goed werk kan worden gedaan. - Welke regering dient deze politie? De regering in Afghanistan is corrupt en er is geen rechtsstaat waarin de politie een plaats heeft. - De fractie moet niet alleen een afweging maken op inhoudelijke gronden, maar ook op machtspolitieke gronden! - Het gaat om een Amerikaanse oorlog; het VN-mandaat ontbreekt. - Samenlevingsopbouw begint niet met justitie. - Wij hebben moeite met het ‘moeilijke nee’ van GroenLinks: nu we al weg zijn uit Afghanistan, ‘lullen we ons er weer in’! - Zijn we niet bezig met cultuurimperialisme? - Wat is het mandaat voor zelfverdediging: of je gaat niet, of je gaat voluit – we willen geen herhaling van Screbrenica? Reactie van Jolande Sap: - De motie kwam niet voort uit machtsoverwegingen, maar vanuit de visie van Mariko Peters: meer doen in VN-verband; overleg met de Taliban; tegemoet komen aan de behoeften van de bevolking; een einde maken aan de rechteloosheid. We willen het verschil kunnen maken met opbouwwerk en een civiele missie. Als dat goed kan, dan doen we het. - Maar de tijd is verstreken: er is sprake van een andere Amerikaanse strategie en er is een andere militaire situatie. De vraag is: kan onze inzet nog, gelet op deze veranderingen? Ik zie dit nog niet. Mirjam de Rijk: Geen twijfelend, maar een zorgvuldig GroenLinks? Jolande: - Je moet een inhoudelijk goed onderbouwde politiek bedrijven en geen populistische politiek bedrijven door simpel ja of nee te zeggen. Daarvoor heb je de hoorzitting nodig. - In april was van dit kabinet nog geen sprake. GroenLinks is geen vriend van het kabinet Rutte; dat maakt steun extra moeilijk. Onze strategie in de Tweede Kamer wordt afgestemd met andere oppositiepartijen; we willen het dit kabinet zo moeilijk mogelijk maken. We zullen ons door het kabinet ook niet in de luren laten leggen als wij er niet van overtuigd raken dat we het verschil kunnen maken. - We willen een onderbouwd ja of nee, en ik zal dat op het GroenLinks-congres van 5 februari uitleggen.
D. Het standpunt van de partijraad Hoewel het doel van de discussie in de partijraad geen standpuntbepaling was, werd aan het eind door de leden toch het verzoek gedaan om te stemmen. Deze stemming vond plaats aan de hand van drie stellingen: 1. Wij adviseren de fractie geen missie naar Afghanistan te steunen: 31 voor; 17 tegen.
8
2. Op grond van de informatie van nu adviseren we de fractie nog niet akkoord te gaan met de artikel 100-brief: 47 voor; rest blanco. 3. We hebben nu nog geen standpunt voor of tegen de missie: 10 voor; 34 tegen.
9