DIMENCE GROEP EN ROM
Inhoudsopgave Dimence Groep en ROM Pagina 4 Interpretatie van data Pagina 6 De toekomst van ROM binnen Dimence Groep Pagina 9
2
Resultaatgerichtheid is kenmerkend voor het karakter van de Dimence Groep en daarmee richtinggevend voor haar ontwikkeling. De Dimence Groep wil zich meten met de beste op het gebied van kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van zorg en cliënt- en medewerkers tevredenheid. Dat uit zich onder meer in cliënt- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken en ROM. ROM maakt het mogelijk om de voortgang van een behandeling te volgen. Door klachten en welzijn te meten, krijgen de patiënt en zijn/haar behandelaar meer inzicht in de voortgang van de behandeling. De kern van ROM is het inzichtelijk maken van de uitkomsten van geboden zorg, zowel bij de individuele patiënt als bij groepen patiënten. De geanonimiseerde gegevens worden ook gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. De Dimence Groep werkt hierbij samen met verschillende universiteiten. Deze brochure laat zien hoe de Dimence Groep omgaat met ROM, hoe en wat er geleerd kan worden van ROM en hoe ROM bijdraagt aan meer regie voor de patiënt. Tot slot geeft het een beeld van verwachte ontwikkelingen.
3
Kalenderjaar 2014
59,0 %
81,4 %
67,4 %
Kalenderjaar 2013
42,2 %
77,0 %
58,8 %
Kalenderjaar 2012
18,6 %
52,2 %
33,8 %
Januari 2012 t/m november 2014
39,2 %
69,7 %
52,8 %
Dimence Groep en ROM
Figuur 1. Einddatum ROM-percentage van de Dimence Groep in 2012, 2013 en 2014
2012
jan
feb
maa
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
BehandelTrajecten
2.270
1.797
1.671
1.424
1.529
1.496
1.315
1.382
1.365
1.507
1.606
2.142
Geautoriseerd
2.270
1.796
1.671
1.424
1.528
1.495
1.315
1.381
1.364
1.506
1.605
2.140
1
1
1
1
2
De Dimence Groep heeft de afgelopen jaren met succes 1 Niet geautoriseerd 1 ingezetVoorNameting op de implementatie Het resultaat 120 van95ROM.129 106 286 is dat Percentage het ROM-percentage¹ 20137,7boven de%norm 5,3 %sinds 5,3 % % 7,4 18,7 % uitstijgt. In 2013 was dit 42%, in 2014 wordt er zelfs rond de 60% gescoord.
1 285
340
371
372
443
486
587
19,1 %
25,9 %
26,8 %
27,3 %
29,4 %
30,3 %
27,4 %
Meetinstrumenten De Dimence Groep gebruikt verschillende meetinstrumenten, passend bij het zorgdomein van de behandelteams (tabel 1). De BSI en de HoNOS zijn de meest gebruikte meetinstrumenten. De BSI is in 2014 ruim 9000 keer ingevuld, de HoNOS (inclusief de HoNOS65+ voor Ouderen en de HoNOS-CA voor Jeugd) ruim 12.000 keer. Het Datawarehouse van de Dimence Groep is essen tieel voor ROM. Hier komen gegevens uit het EPD en
Tabel 1. Indeling zorgdomeinen, meetdomeinen en meetinstrumenten per stichting van de Dimence Groep in 2014.
de ROM-software samen. Dit levert onder meer een signaleringssysteem op. Dit systeem zorgt ervoor dat de behandelaar vanuit het EPD een signaal ontvangt
¹ Met ROM-percentage wordt bedoeld: het percentage geldige voor- en nametingen volgens de uitgangspunten van SBG.
4
Aangemaakt door: ZORGNET\e.degroot op 11-03-2015 08:19:12
Pagina: 1 van 6
dat er een ROM-meting moet plaatsvinden. De gegevens in het Datawarehouse worden dagelijks ververst. Hierdoor is dagelijks een actueel ROM-percentage beschikbaar. De Dimence Groep is erin geslaagd de verschillen tussen BRaM en Datawarehouse te verkleinen tot een maximum van 1%. Sinds begin 2015 maakt het Datawarehouse ook ROM-behandeluitkomsten² op teamniveau inzichtelijk.
ROM als indicator voor kwaliteit Nu is het tijd om te leren van ROM en de uitkomsten te koppelen aan de praktijk. Een volgende stap is het inzetten van de ROM-behandeluitkomst als essentiële indicator voor de kwaliteit van zorg. Daarnaast zullen de uitkomsten belangrijke input zijn voor beleidsbeslissingen en concrete verbeteracties.
Meerwaarde voor patiënt We streven ernaar dat het meten en bespreken van de ROM-behandeluitkomst van de individuele patiënt een standaard onderdeel is van het zorgproces. Om dit te “Doorbraak ROM” gaat in op het onderwerp ’Shared Decision Making bij ROM’, het vergroten van de eigen regie met behulp van ROM. Guido Williams (klinisch psycholoog bij Dimence) is een van de behandelaren die deelneemt aan dit initiatief. “De patiënt is steeds actiever betrokken bij zijn eigen genezingsproces. ROM is een middel dat het mogelijk maakt om samen met de patiënt de behandeling te volgen en te sturen. Het geeft een objectieve onderbouwing aan bepaalde keuzes .”
stimuleren en het inzicht in de betekenis van ROM-data te vergroten, neemt de Dimence Groep deel aan “Doorbraak ROM”, een initiatief dat geleid wordt door het Trimbos-instituut. Patiënten geven aan dat ze het prettig vinden dat de resultaten met hen worden besproken. “Het draagt bij aan gelijkwaardigheid in de besluitvorming. Dit zorgt ervoor dat een patiënt zich serieus genomen voelt”. De Dimence Groep is ook actief deelnemer aan SynQuest. Hier wordt kennis over implementatie, data-analyse en gebruik van behandeluitkomsten uitgewisseld. Samen met een viertal andere SynQuest-instellingen heeft de Dimence Groep in 2014 deelgenomen aan de SBG-pilot “Benchmarken”. In het hoofdstuk ‘Interpretatie van data’ is te lezen welke conclusies de Dimence Groep uit deze pilot heeft getrokken. Ook in 2015 zal de Dimence Groep deelnemen aan een pilot van SBG over behandeluitkomsten.
Vanuit verschillende instellingen worden best practices verzameld hoe je ROM in de behandelkamer kunt toepassen. “Dit is ontzettend leerzaam en levert veel bruikbare handvatten op, voor mijn team maar ook voor de rest van de organisatie”, vertelt Guido. “Ik wil weten hoe mijn behandeling effect heeft en bespreek dit met mijn patiënt, bijvoorbeeld aan de hand van een grafiek. Vervolgens ga ik na wat de resultaten betekenen voor mijn patiënt. Iemand kan bijvoorbeeld nog restklachten hebben maar wel goed functioneren. Dan behoort doorstromen naar de basis ggz tot de mogelijkheden.”
² Dimence Groep spreekt van behandeluitkomst aangezien de term behandeleffect een causaal verband impliceert welke niet altijd aanwezig is.
5
Ruben (in behandeling bij Dimence): “ROM is echt een toegevoegde waarde voor mijn behandeling. Ik heb nu zo’n zeven keer een vragenlijst ingevuld die ik dan later bespreek met mijn behandelaar. Er komen geregeld dingen naar voren die ik uit mezelf niet verteld zou hebben. Niet omdat ik bewust iets achterhou, maar omdat mij iets niet meer opvalt. Ik deed bijvoorbeeld al een tijd lang geen boodschappen meer omdat ik geen sociale contacten aan durfde te gaan. Voor mij was dat zo normaal geworden, dat ik het in de gesprekken nooit aan heb gegeven. In de ROM-vragenlijst heb ik dit wel aangegeven. We hebben hier toen in de behandeling flink aandacht aan besteed, waardoor mijn angst voor sociaal contact een stuk minder is geworden. Ik doe nu weer elke dag zelf boodschappen.”
Interpretatie van data Er komen steeds meer ROM-data beschikbaar. Daarbij rijst de vraag hoe deze te interpreteren en te analyseren. Om behandeluitkomsten van teams binnen een instelling en van ggz-instellingen onderling te kunnen vergelijken, is het nodig een aantal uitgangspunten te hanteren : • Kijk naar zorgtraject, niet naar DBC • Gebruik de verwachte Delta T (“Casemixmodel 1.0”) • Beoordeel specialistische ggz en basis ggz gescheiden
Zorgtraject Een essentiële conclusie die de Dimence Groep heeft getrokken, is dat het kijken naar de behandeluitkomst per afgesloten DBC3 geen juist beeld geeft. Doel is immers om de behandeluitkomst van de gehele behandeling te meten, van de intake tot de afsluiting. Oftewel: kijken naar de behandeluitkomst bij een afgesloten zorgtraject is de enige juiste manier omdat dit daadwerkelijk een afgesloten behandeling4 betekent. BRaM toont onder meer ‘Behandeleffect DBC-trajecten’. Figuur 2 laat een voorbeeld zien van de weergave van behandeluitkomsten in BRaM voor diagnosedeel persoonlijkheidsstoornissen. Delta T is 2,63 op DBC traject niveau. Dit laat de gemiddelde behandeluitkomst zien van de afgesloten initiële- en vervolg DBC’s gezamenlijk. Aangezien een afgesloten DBC niet per definitie een afgesloten behandeling betekent is dit een beperking. Een tekortkoming van het kijken naar DBC-trajecten is dat de gemiddelde behandeluitkomst over een homogene groep lijkt te gaan, maar dit in werkelijkheid gaat over verschillende groepen patiënten in verschillende fasen van hun behandeling. Daarbij komt dat de grootte van deze groepen verschilt per instelling. Hierdoor kan het voorkomen dat van de ene instelling met name vervolg-DBC’s zijn meegenomen in het gemiddelde en van de andere instelling met name initiële DBC’s.
Januari 2014 t/m December 2014 Landelijk gemiddelde Dimence Groep
6
Figuur 2. Behandeluitkomst DBC-trajecten voor persoonlijkheidsstoornissen.
Afgesloten zorgtrajecten geven de behandeluitkomst het beste weer. Een zorgtraject bevat immers de start en het einde van de behandeling5. De data zijn van patiënten die allen de behandeling hebben afgerond (homogene groep). De behandeluitkomst wordt dan bepaald aan de hand van de startmeting van de initiële DBC en de eindmeting van de (laatste) vervolg-DBC. Het is daarom aan te bevelen ‘Behandeleffect Zorgtrajecten’ te raadplegen in BRaM. Figuur 3 laat dit ook zien, Delta T is op zorgtrajectniveau 8,87. Het behandeleffect voor zorgtrajecten is in dit geval groter dan voor DBC-trajecten (Delta T is 2,63 op DBC-trajectniveau). Er dient wel rekening mee te worden gehouden dat het aantal zorgtrajecten veel kleiner is dan het aantal DBC’s (er zijn uiteraard meer afgesloten DBC’s dan afgesloten behandelingen). Dit is duidelijk terug te zien bij de EPAgroep, dit zijn patiënten met een ernstige psychiatrische
Verwachte Delta T De behandeluitkomst (Delta T), berekend door SBG, wordt sterk vertekend door de score bij start van de behandeling. Bij een hoge beginscore (bijvoorbeeld de patiënt ervaart veel klachten) is de kans op vooruitgang groter omdat er ‘veel ruimte is voor verbetering’. Dit betekent dat de behandeluitkomst bij patiënten met veel klachten aan het begin van de behandeling gemiddeld groter is dan bij patiënten met minder klachten aan het begin van hun behandeling. Voor patiënten met een lagere beginscore is de behandeluitkomst gemiddeld kleiner. Voor deze patiënten is er immers ‘minder ruimte voor verbetering’. Als reactie op dit inzicht past SBG in 2015 een verwachte Delta T toe (“Casemixmodel 1.0”). Oftewel: Delta T geeft vaak een vertekend beeld van de behandeluitkomst.
Behandeleffect, Januari 2014 t/m December 2014 Figuur 3. Behandeluitkomst Zorgtrajecten voor persoonlijkheidsstoornissen.
Landelijk gemiddelde Dimence Groep
aandoening. Hier is sprake van langdurige behandeling waardoor er nog weinig afgesloten behandelingen zijn. Het kunnen beoordelen van afgesloten zorgtrajecten stelt hogere eisen aan de implementatie van ROM. Dit omdat er een geldige startmeting bij de initiële DBC én een geldige eindmeting bij afsluiting van de (laatste) vervolg-DBC vereist is. De hoge ROM-percentages binnen de Dimence Groep bewijzen dat aan deze hoge eisen wordt voldaan.
Om betekenisvolle uitspraken te kunnen doen over het verschil in behandeluitkomsten (Delta T) tussen instellingen is het van belang dat de patiënten van de instellingen vergelijkbaar zijn. In de SBG-pilot “Benchmarken” waaraan de Dimence Groep heeft deelgenomen is daarom gekeken naar de variabelen waarop patiënten van verschillende instellingen kunnen verschillen. Een van de opmerkelijke resultaten is het inzicht dat Delta T ten onrechte wordt beïnvloed door de T-score van de startmeting; hoe hoger de T-score van de startmeting
³ Hier worden zowel DBC’s van de SGGZ (initieel en vervolg) en productgroepen in de BGGZ bedoeld. 4 Een zorgtraject kan ook worden afgesloten wanneer diagnose of zorgzwaarte wordt herzien. 5 Tenzij er meerdere zorgtrajecten naast elkaar lopen of een afgesloten zorgtraject niet het einde is van het zorgtraject.
7
Specialistische ggz en generalistische basis ggz
(bijvoorbeeld hoe meer klachten), hoe hoger de Delta-T (hoe groter de behandeluitkomst). Deze bevinding blijkt tevens uit data-analyses van SynQuest. Dit geeft in veel gevallen een vertekend beeld van de kwaliteit van zorg van een instelling.
De landelijke gemiddelde Delta T is een maat die moeilijk tot niet gebruikt kan worden bij het maken van vergelijkingen. Deze Delta T is immers gebaseerd op data van zowel de specialistische ggz als de generalistische basis ggz. Het gaat hier om instellingen die uiteenlopende patiëntgroepen behandelen. De specialistische ggz richt zich op patiënten met ernstige en complexe psychische stoornissen, waarvan een aanzienlijk deel nooit volledig zal herstellen. Dit geldt ook voor de specialistische ggz binnen de Dimence Groep. In de generalistische basis ggz worden patiënten behandeld met lichte, matige en stabiele psychiatrische problematiek. Het doel van behandeling in de specialistische ggz is dan niet zozeer het wegenemen van klachten, maar het leren omgaan met de klachten. Dit heeft tot gevolg dat de Delta T van de specialistische ggz vaak lager is zijn dan het landelijk gemiddelde en dat behandelingen gemiddeld langer duren. Oftewel: de patiëntgroep is een bepalende factor in de behandeluitkomst van een instelling. Gebruik daarom de mogelijkheid in BRaM om de specialistische ggz en de generalistische basis ggz apart te selecteren.
Om dit probleem aan te pakken heeft SBG de verwachte Delta T per instelling berekend. Bij de verwachte Delta T is rekening gehouden met de gemiddelde T-score (hoogte van de ervaren klachten) bij de start van de behandeling. Wanneer de verwachte Delta T afgezet wordt tegen de gerealiseerde Delta T dan geeft het verschil een indicatie van de behandeluitkomst. Dit is te zien in figuur 4. Wanneer het verschil positief is, dan is de gerealiseerde behandeluitkomst groter dan verwacht. Instellingen 1 en 2 scoren beter dan verwacht, instellingen 4 en 5 scoren minder goed dan verwacht. Instelling 3 scoort conform de verwachting. Op basis van deze informatie kan gesteld worden dat, voor het maken van de juiste vergelijkingen, er moet worden gekeken naar het verschil tussen verwachte Delta T en de gerealiseerde Delta T. SBG zal in 2015 voor de zorgdomeinen Volwassenen Cure en Volwassenen EPA de verwachte Delta T weergeven in BRaM. Deze wordt ”Casemixmodel 1.0” genoemd.
Figuur 4: De gemiddelde gerealiseerde Delta T (blauw) en de gemiddelde verwachte Delta T (g
instelling voor de afgesloten zorgtrajecten van patiënten met een depressie in een bepaalde p
Figuur 4. De gemiddelde gerealiseerde Delta T (blauw) en de gemiddelde verwachte Delta T (groen) per gzz-instelling voor de afgesloten zorgtrajecten van patiënten met een depressie in een bepaalde periode.
8
Op basis van deze informatie kan gesteld worden dat, voor het maken van d
De toekomst van ROM binnen Dimence Groep De Dimence groep heeft in 2014 veel geleerd over het interpreteren van behandeluitkomsten. In 2015 is gestart met het intern raadplegen van ROM-behandeluitkomsten. Dit gebeurt aan de hand van het Datawarehouse. Figuur 5 geeft een voorbeeld hiervan voor afgesloten zorgtrajecten in 2014 binnen het zorgprogramma Angst. Wanneer ‘Casemixmodel 1.0’ van SBG beschikbaar komt, zal deze ook hierin worden verwerkt. De Dimence Groep is de eerste instelling in Nederland die ROM-data op deze manier kan weergeven. Ook de mogelijkheid te
selecteren op behandeluitkomst per zorgprogramma of per meetinstrument is uniek. De Dimence Groep verwacht dat behandeluitkomsten op gegroepeerd niveau steeds belangrijker worden bij het maken van besluiten over kwaliteitsverbetering. Dat gaat plaatsvinden op het niveau van (delen van) zorgprogramma’s, zorgpaden en teams. In tabel 2 wordt ter illustratie de behandeluitkomsten uit Datawarehouse per zorgprogramma op Dimence Groep niveau getoond.
Behandel- uitkomst (95% BI) ΔT
T-begin
T-eind
Dimence Groep
8,94
(8,29 - 9,58)
49,67
40,73
Stichting Dimence
8,43
(7,55 - 9,30)
51,17
42,74
Angst 1
6,88
(4,88 - 8,88)
50,65
43,77
Angst 2
9,41
(6,64 - 12,17)
49,82
40,41
Angst 3
5,85
(3,22 - 8,48)
52,12
46,27
Angst 4
6,04
(3,13 - 8,94)
52,47
46,43
Angst 5
11,20
(9,11 - 13,29)
51,99
40,79
Angst 6
11,81
(8,20 - 15,42)
51,45
39,63
Figuur 5. Voorbeeld van de weergave behandeluitkomsten van afgesloten zorgtrajecten in 2014 van het zorgprogramma Angst.
Behandel-uitkomst (ΔT)
(95% BI)
T-begin
T-eind
Zorgprogramma Angst (n=801)
8,90
Zorgprogramma Depressie (n=622)
8,92
(8,25 - 9,54)
49,66
40,76
(8,19 - 9,65)
51,89
42,97
Zorgprogramma ADHD (n=118) Zorgprogramma Somatoforme stoornissen (n=57)
6,49
(4,94 - 8,04)
46,50
40,01
7,38
(5,00 - 9,77)
49,31
41,93
Zorgprogramma Persoonlijkheidsstoornissen (n=58)
9,20
(6,35 - 12,06)
50,55
41,35
Tabel 2. Behandeluitkomsten van afgesloten zorgtrajecten in 2014 per zorgprogramma.
9
Binnenkort zal naast de verwachte Delta T ook de uitkomsten van het jaarlijkse cliënttevredenheidsonderzoek hieraan kunnen worden toegevoegd. Om een vertaalslag te kunnen maken naar concrete verbeteracties is het van belang dat teams de ROM-data begrijpen en leren deze op de juiste manier met elkaar te vergelijken (benchmarken). Het intern beschikbaar stellen van ROM-data op teamniveau is een eerste stap om teams hierover met elkaar in gesprek te brengen met als uiteindelijk doel kwaliteit van zorg te verbeteren. Binnen de Dimence Groep zijn momenteel verschillende innovaties in ontwikkeling. Zo zal het invullen van ROM-vragenlijsten patiëntvriendelijker worden dankzij de inzet van tablets en een cliëntportaal. Daarnaast doet de Dimence Groep onderzoek naar Routine Process Monitoring (RPM) waarbij het meten van uitkomsten en de therapeutische relatie bij elke behandelsessie centraal staat. Intussen duurt onderzoek naar invloeden op de behandeluitkomst voort. Intern en in samenwerking met Synquest wordt gezocht naar patiënt-variabelen die samenhangen met Delta T waardoor een correctie nodig is. Voorbeelden hiervan zijn etniciteit en de behandelgeschiedenis.
10
Bas van Wel (psychiater en directeur Zorg Dimence): “Omdat onze ROM-percentages relatief hoog zijn, kunnen we nu gaan leren of ze écht iets zeggen over de kwaliteit en het resultaat van behandelingen. We kunnen bijvoorbeeld de resultaten van teams gaan vergelijken en deze in gesprek brengen met elkaar over waar de verschillen door komen en wat ze van elkaar kunnen leren. Op het niveau van zorgpaden biedt ROM ook mooie perspectieven. Dankzij de inzichten die ROM biedt, kunnen we er bijvoorbeeld voor kiezen modules van zorgpaden bij te stellen, te verbeteren, extra scholing te bieden of juist niet meer aan te bieden. Op patiëntniveau kan ROM ons gaan helpen bij het meer systematisch evalueren en bijstellen van de behandeling, juist omdat we nu ook intern goed vergelijkingsmateriaal hebben. Het is echter de vraag of we daar nu de goede instrumenten voor gebruiken. Ik zou deze ontdekkingsreis heel graag samen met de zorgverzekeraar aangaan.”
11
Dimence Groep De Dimence Groep verbetert de geestelijke gezondheid van de mensen in haar werkgebied. Dat doet ze door een breed aanbod van geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en welzijn dicht bij de mensen te realiseren. Binnen de Dimence Groep bundelen en delen we onze kennis en krachten. Daarmee creëren we meerwaarde voor onze cliënten en patiënten, medewerkers en externe partners.
Colofon Redactie Dimence Groep Team Communicatie Postbus 5003 7400 GC Deventer 0570 639 580
[email protected] Control, Financiën & Informatievoorziening Afdeling Sales 0570 639 209 0570 639 553 Fotografie Studio Split Second
www.dimencegroep.nl www.twitter.com/dimencegroep
maart 2015
Vormgeving en drukwerk Sonodruk, Heino