DIGITALE CAMERA
Gebruikshandleiding
Nl
Informatie over handelsmerken • Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Inc., die zijn geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken van Apple Inc. • Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. • SDXC, SDHC en SD logo’s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. • PictBridge is een handelsmerk. • HDMI, logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken resp. geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. • Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw Nikon product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. AVC Patent Portfolio License Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het persoonlijk en niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te coderen in overeenstemming met de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of (ii) AVC-video te decoderen die door een consument werd gecodeerd in het kader van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van een videoleverancier die over een licentie beschikt om AVC-video aan te bieden. Er wordt geen licentie verleend of gesuggereerd voor enig ander gebruik. Voor meer informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C. Zie http://www.mpegla.com.
Inleiding
Eerste stappen Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand Meer over opname
Meer over weergave
Foto’s bewerken
Film opnemen en afspelen
Aansluiten op een televisie, computer of printer
Basisinstellingen
Behandeling van uw camera
Technische opmerkingen en index
i
Voor uw veiligheid Om schade aan het Nikon product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen, verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen. Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
WAARSCHUWINGEN Zet de camera bij storing uit Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de lichtnetlaadadapter komt, koppel de lichtnetlaadadapter dan los en verwijder de batterijen onmiddellijk. Let hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Let hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de camera blijft gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon erkende servicedienst te worden nagekeken. Demonteer het apparaat niet Het aanraken van de interne delen van de camera of lichtnetlaadadapter kan leiden tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici worden uitgevoerd. Als de camera of de lichtnetlaadadapter door een val of ander ongeluk openbreekt, haalt u de stekker uit het stopcontact en/of verwijdert u de batterij en laat u het product nakijken door een door Nikon erkende servicedienst.
ii
Gebruik de camera of lichtnetlaadadapter niet in de buurt van ontvlambare gassen Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambare gassen, omdat dit kan leiden tot ontploffingen of brand. Kijk niet door de zoeker naar de zon Het kijken naar de zon of een andere sterke lichtbron via de zoeker kan leiden tot blijvend letstel aan uw ogen. Wees voorzichtig met de camerariem Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind. Buiten bereik van kinderen houden Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterij of andere kleine onderdelen niet in hun mond kunnen stoppen.
Voor uw veiligheid
Ga voorzichtig om met de batterij Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken of ontploffen. Let op de volgende punten bij het gebruik van de batterij in combinatie met dit product: • Schakel het apparaat uit voordat u de batterij verwisselt. Als u de lichtnetlaadadapter/lichtnetadapter gebruikt, haalt u eerst de stekker uit het stopcontact. • Gebruik alleen een oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL5 (meegeleverd). Laad de batterij op door deze in de camera te plaatsen ende lichtnetlaadadapter EH-69P aan te sluiten (meegeleverd). • Probeer de batterij niet ondersteboven of achterstevoren in de camera te plaatsen. • U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel verwijderen of openbreken. • Stel de batterij niet bloot aan vuur of bovenmatige hitte. • Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat deze niet vochtig wordt. • Zorg dat de beschermkap weer op de contactpunten wordt geplaatst wanneer u de batterij vervoert. Vervoer of bewaar de batterij niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarspelden. • Een volledig ontladen batterij kan gaan lekken. Om schade aan het product te voorkomen, dient u de batterij te verwijderen wanneer deze leeg is. • Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterij wanneer zich een verandering voordoet, zoals verkleuring of vervorming.
• Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit een beschadigde batterij onmiddellijk af met ruim water.
•
•
•
•
Neem bij gebruik van de lichtnetlaadadapter de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht Houd de batterijlader droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok. Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken. Raak de stekker niet aan en blijf uit de buurt van de lichtnetlaadadapter tijdens onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok. Voorkom beschadigingen of veranderingen aan de USB-kabel. Trek de kabel niet met kracht los en buig deze niet. Plaats geen zware voorwerpen op de kabel en stel de kabel niet bloot aan hitte of vuur. Trek verder het snoer niet met kracht los, plaats geen zware voorwerpen op het snoer en stel het niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd raakt en de draden bloot komen te liggen, laat het netsnoer dan door een door Nikon erkende servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken.
iii
Voor uw veiligheid
• Raak de stekker of de lichtnetlaadadapter niet met natte handen aan. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok. • Niet gebruiken in combinatie met reistekkers, adapters bedoeld om de ene spanning om te vormen naar de andere of met DC/AC-omvormers. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat leiden tot schade aan het product resp. overhitting of zelfs brand. Gebruik de juiste kabels Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij Nikon verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften. Wees voorzichtig met de bewegende delen Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de objectiefbescherming of andere bewegende delen. Cd-rom’s Speel de cd-rom’s die bij dit apparaat worden geleverd niet af op een audiocd-speler. Als u cd-rom’s afspeelt op een audio-cd-speler, kan dit leiden tot gehoorverlies of beschadiging van de apparatuur.
iv
Wees voorzichtig met gebruik van de flitser Als u een flitser dicht bij de ogen van een te fotograferen persoon gebruikt, kan dit tijdelijk oogletsel veroorzaken.
Wees extra voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen; de flitser mag niet dichterbij worden gehouden dan 1 meter van het onderwerp. Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in aanraking komt Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of brandwonden veroorzaken. Vermijd contact met vloeibare kristallen Als de monitor beschadigd raakt, zorg dan dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en dat uw huid, ogen of mond niet in aanraking komen met de vloeibare kristallen. Zorg dat de camera uit staat in een vliegtuig of ziekenhuis Zet de camera uit als u zich in een vliegtuig bevindt en dit gaat opstijgen of landen. Volg de instructies van het ziekenhuis bij gebruik binnen de muren daarvan. De elektromagnetische straling veroorzaakt door deze camera kan de elektronische systemen van het vliegtuig resp. de instrumenten in het ziekenhuis van slag brengen.
Mededelingen Mededelingen voor klanten in Europa WAARSCHUWING GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES. Dit symbool geeft aan dat dit product via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd. Het volgende is uitsluitend van toepassing voor gebruikers in Europese landen: • Dit product dient apart te worden ingeleverd bij een aangewezen inzamelingspunt. Werp dit product niet weg als huishoudelijk afval. • Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst. Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk moet ingezameld worden. Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen: • Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi niet samen met het huishoudelijk afval weg. • Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
v
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid................................................................................................................................. ii WAARSCHUWINGEN ............................................................................................................................................. ii Mededelingen......................................................................................................................................... v
Inleiding...................................................................................................................................................1 Over deze handleiding......................................................................................................................... 1 Informatie en voorzorgsmaatregelen............................................................................................. 2 Onderdelen van de camera................................................................................................................ 4 Camerabody ..............................................................................................................................................................4 De hoek van de monitor wijzigen................................................................................................................6 Flitser uitschuiven en inklappen ...................................................................................................................7 De polsriem en de objectiefdop van de camera bevestigen .....................................................7 Monitor .........................................................................................................................................................................8 Basisfuncties ..........................................................................................................................................11 Instelschijf.................................................................................................................................................................11 Multi-selector .........................................................................................................................................................12 d (menu) knop ...............................................................................................................................................13 Wisselen tussen tabs in het menuscherm ...........................................................................................13 Gebruik van de cameramenu's ...................................................................................................................14 De ontspanknop half/volledig indrukken............................................................................................15 x (monitor) knop.............................................................................................................................................16 s (display) knop...........................................................................................................................................17
Eerste stappen.................................................................................................................................... 18 De batterij plaatsen.............................................................................................................................18 De batterij verwijderen ....................................................................................................................................19 De batterij opladen .............................................................................................................................20 De camera aan- en uitzetten........................................................................................................................23 Taal, datum en tijd instellen .............................................................................................................24 De geheugenkaart plaatsen ............................................................................................................26 Een geheugenkaart verwijderen ...............................................................................................................26
vi
Inhoudsopgave Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand ................................... 28 Stap 1: De camera inschakelen en de A (Auto) selecteren .................................................28 Aanduidingen in de A (auto)-stand ......................................................................................................29 Stap 2 Het beeld kadreren ................................................................................................................30 De zoeker gebruiken .........................................................................................................................................30 De zoom gebruiken ...........................................................................................................................................31 Stap 3: Scherpstellen en afdrukken...............................................................................................32 Stap 4: Foto’s weergeven en wissen..............................................................................................34 Foto’s bekijken (weergavestand)................................................................................................................34 Onnodige foto’s wissen....................................................................................................................................35 De flitser gebruiken.............................................................................................................................36 De flitsstand instellen........................................................................................................................................37 Foto’s maken met de zelfontspanner ...........................................................................................39 Scherpstelstand gebruiken ..............................................................................................................40 De scherpstelstand instellen ........................................................................................................................41 Handmatig scherpstellen gebruiken.......................................................................................................42 Helderheid instellen (belichtingscorrectie)................................................................................43
Meer over opname............................................................................................................................ 44 Onderwerpen voor opname kiezen (keuzeknop)....................................................................44 Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand).................................................45 Fotograferen in Onderwerpstand gekozen door de camera (Autom. scènekeuzekn.)......................................................................................................................................................46 Een onderwerpstand selecteren om te fotograferen (Functies)............................................48 Fotograferen met Eenvoudig panorama ..............................................................................................60 Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama bekijken ....................................................................62 Foto's maken met Panorama-assistent ..................................................................................................63 Fotograferen van glimlachende gezichten (Intelligente portretstand) ...........................65 Intelligent portret-menu.................................................................................................................................67
vii
Inhoudsopgave Belichting instelling voor opnamestanden (j, k, l, m) .....................................................69 j, k, l, m standen..........................................................................................................................................69 j (Geprogrammeerd auto)...........................................................................................................................71 k (Sluitertijdvoorkeuze auto) ......................................................................................................................72 l (Diafragmavoorkeuze auto)....................................................................................................................73 m (Handmatig).....................................................................................................................................................74 Continu-opnamestand (j, k, l, m stand) ...............................................................................76 Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)...........................................................81 Beeldkwaliteit.........................................................................................................................................................83 Beeldformaat..........................................................................................................................................................84 Beeld optimaliseren ...........................................................................................................................................87 Witbalans ..................................................................................................................................................................90 ISO-waarde ..............................................................................................................................................................92 Lichtmeting.............................................................................................................................................................93 Belichtingsbracketing .......................................................................................................................................94 AF-veldstand...........................................................................................................................................................95 Scherpstellen op bewegende onderwerpen voor opname (onderwerp volgen) .......................................................................................................................................................................99 Autofocus-stand................................................................................................................................................ 101 Flitsbelichtingcorrectie.................................................................................................................................. 101 Ruisonderdrukking lange sluitertijd...................................................................................................... 102 Actieve D-Lighting........................................................................................................................................... 103 Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast ................................................................ 104 M (User setting (Gebruikersinstelling)) toepassen............................................................... 108 Sla de instellingen op onder M................................................................................................................ 109 Opname maken in M (User setting (Gebruikerinstellingen)) stand.................................. 109 Geregistreerde instellingen resetten .................................................................................................... 110
viii
Inhoudsopgave Meer over weergave.......................................................................................................................111 Functies in de schermvullende weergave................................................................................ 111 Foto's weergeven die zijn opgenomen in de continu-opnamestand (reeks)............ 113 Foto's in een reeks wissen ........................................................................................................................... 114 Meerdere foto’s weergeven: Miniatuurweergave ................................................................. 115 Kalenderweergave........................................................................................................................................... 117 Foto’s van dichtbij bekijken: Zoomweergave ......................................................................... 118 Foto´s per categorie weergeven.................................................................................................. 120 Favoriete foto´s sorteren (favoriete foto's stand) .................................................................. 122 Foto's aan een album toevoegen........................................................................................................... 122 Foto's in een album bekijken .................................................................................................................... 124 Foto's uit een album verwijderen........................................................................................................... 125 Favoriete foto’s stand gebruiken ............................................................................................................. 126 De albumpictogrammen wijzigen ........................................................................................................ 127 Foto's zoeken in automatisch sorteren-stand ........................................................................ 129 Foto's bekijken in automatisch sorteren-stand.............................................................................. 129 Functies in de automatisch sorteren-stand ..................................................................................... 131 Foto's weergeven op datum (Datumsorteerstand) .............................................................. 132 Foto's bekijken in de datumsorteerstand.......................................................................................... 132 Bewerkingen in de datumsorteerstand.............................................................................................. 133 Weergaveopties: Weergavemenu............................................................................................... 134 a Afdrukopdracht: Instellen van de foto's en het aantal afdrukken.............................. 135 b Diashow......................................................................................................................................................... 138 d Beveiligen.................................................................................................................................................... 139 Foto’s selecteren ................................................................................................................................................ 140 f Beeld draaien.............................................................................................................................................. 141 i Beeld verbergen........................................................................................................................................ 141 E Spraakmemo.................................................................................................................................................. 142 h Kopiëren: Kopiëren tussen het interne geheugen en de geheugenkaart............ 144 C Reeksweergaveopties ............................................................................................................................ 145 C Kies hoofdfoto............................................................................................................................................. 145
ix
Inhoudsopgave Foto’s bewerken...............................................................................................................................146 Fotobewerkingsfuncties................................................................................................................. 146 Foto's bewerken ................................................................................................................................ 148 k Snel retoucheren gebruiken: Contrast en verzadiging verbeteren ......................... 148 I D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren:................................................................... 149 e Huid verzachten: Ervoor zorgen dat de huid van mensen zachter wordt op de foto.............................................................................................................................................................. 150 p Filtereffecten: Digitaal Filter .................................................................................................................. 152 g Kleine afbeelding: Beeldformaat verkleinen........................................................................... 154 j Zwarte rand: Zwarte rand toevoegen aan foto's.................................................................. 155 a Bijsnijden: Een uitgesneden kopie maken ................................................................................ 156
Film opnemen en afspelen ..........................................................................................................157 Films opnemen .................................................................................................................................. 157 Films in Slow Motion of Fast Motion (HS Movie) opnemen .................................................. 160 Foto's maken tijdens het opnemen van een film......................................................................... 162 Het filmmenu gebruiken ............................................................................................................................. 163 Filmopties .............................................................................................................................................................. 164 HS filmopties........................................................................................................................................................ 165 Openen met HS-beelden ............................................................................................................................ 165 Autofocus-stand................................................................................................................................................ 166 Elektronische VR ................................................................................................................................................ 167 Windruisreductie............................................................................................................................................... 167 Films afspelen..................................................................................................................................... 168 Films bewerken.................................................................................................................................................. 169 Een beeld uit een film opslaan als foto............................................................................................... 170 Overbodige films wissen.............................................................................................................................. 170
Aansluiten op een televisie, computer of printer ................................................................171 Aansluiten op een televisie ........................................................................................................... 171 Aansluiten op een computer........................................................................................................ 173 Voordat u de camera aansluit ................................................................................................................... 173 Opnamen overspelen vanaf een camera naar een computer............................................. 174 Laden terwijl de camera aangesloten is op een computer ................................................... 178 Aansluiten op een printer .............................................................................................................. 179 De camera op de printer aansluiten..................................................................................................... 180 Foto’s een voor een afdrukken ................................................................................................................. 181 Meerdere foto’s afdrukken........................................................................................................................... 182
x
Inhoudsopgave Basisinstellingen ..............................................................................................................................185 Setup-menu ........................................................................................................................................ 185 Welkomstscherm.............................................................................................................................................. 187 Tijdzone en datum........................................................................................................................................... 188 Monitorinstellingen......................................................................................................................................... 191 Datumstempel ................................................................................................................................................... 192 Vibratiereductie.................................................................................................................................................. 193 Bewegingsdetectie.......................................................................................................................................... 195 AF-hulplicht.......................................................................................................................................................... 196 Rode-ogenreductie......................................................................................................................................... 196 Digitale zoom...................................................................................................................................................... 197 Zijzoomknop toewijzen................................................................................................................................ 198 Geluidsinstellingen.......................................................................................................................................... 199 Automatisch uit ................................................................................................................................................. 199 Geheugen formatteren/Geheugenkaart formatteren............................................................... 200 Taal/Language .................................................................................................................................................... 201 Tv-instellingen .................................................................................................................................................... 201 Opladen via de computer ........................................................................................................................... 202 Best.nr. terugzetten.......................................................................................................................................... 202 Knipperwaarschuwing .................................................................................................................................. 203 Standaardwaarden........................................................................................................................................... 205 Firmware-versie.................................................................................................................................................. 208
Behandeling van uw camera.......................................................................................................209 Behandeling van uw camera ........................................................................................................ 209 Reinigen.................................................................................................................................................................. 211 Opslag...................................................................................................................................................................... 212
xi
Inhoudsopgave Technische opmerkingen en index...........................................................................................213 Optionele accessoires...................................................................................................................... 213 Goedgekeurde geheugenkaarten ......................................................................................................... 214 Bestands- en mapnamen ............................................................................................................... 215 Foutmeldingen .................................................................................................................................. 217 Problemen oplossen ........................................................................................................................ 222 Specificaties ........................................................................................................................................ 229 Ondersteunde standaards .......................................................................................................................... 233 Index ...................................................................................................................................................... 234
xii
Inleiding
Over deze handleiding
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van een Nikon COOLPIX P500 digitale camera. Deze gebruikshandleiding is geschreven om u maximaal plezier te laten beleven bij het maken van foto’s met deze digitale camera van Nikon. Lees deze handleiding goed door voordat u de camera gaat gebruiken en bewaar de handleiding op een plaats waar alle gebruikers van het toestel deze kunnen vinden. Symbolen en conventies De volgende symbolen worden gebruikt om u in staat te stellen snel de informatie te vinden die u zoekt:
B
Dit symbool staat bij waarschuwingen die vóór gebruik moeten worden gelezen om schade aan de camera te voorkomen.
D
Dit symbool staat bij tips die aanvullende informatie geven over het gebruik van de camera.
C
Dit symbool staat bij opmerkingen die moeten worden gelezen voordat u de camera gaat gebruiken.
A
Dit pictogram geeft aan dat u verderop in deze handleiding meer informatie vindt.
Definities • Met “geheugenkaart” worden Secure Digital (SD)-geheugenkaarten, SDHC-geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten bedoeld. • Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld. • De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de namen van knoppen of meldingen die op een computermonitor verschijnen, worden vet weergegeven. Schermvoorbeelden In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen weggelaten om aanduidingen op de monitor en de zoeker duidelijker weer te geven. Illustraties en monitorweergave De illustraties en monitorteksten in deze handleiding kunnen afwijken van uw camera en de monitorteksten op uw camera.
C
Intern geheugen en geheugenkaarten
De foto’s die met deze camera worden genomen, kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op een verwisselbare geheugenkaart. Als een geheugenkaart is geplaatst, worden alle nieuwe foto's opgeslagen op de geheugenkaart. Bewerkingen als wissen, weergaven en formatteren worden alleen toegepast op de foto's op de geheugenkaart. De geheugenkaart moet worden verwijderd voordat u het interne geheugen kunt formatteren of kunt gebruiken om foto's op te slaan, te wissen of te bekijken.
1
Informatie en voorzorgsmaatregelen Permanente kennisoverdracht
Inleiding
Als onderdeel van Nikon’s streven naar permanente kennisoverdracht via continue productondersteuning en -informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites: • Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/ • Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/ • Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/ Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon vertegenwoordiging. Bezoek de website voor de contactgegevens: http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon Nikon COOLPIX-camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen, lichtnetlaadadapters en lichtnetadapters), die door Nikon speciaal zijn gecertificeerd voor gebruik met deze digitale camera van Nikon, zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd. HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD KAN DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE NIKON GARANTIE DOEN VERVALLEN. Het gebruik van oplaadbare Li-ion batterijen van derden zonder het Nikon hologram kan de werking van de camera negatief beïnvloeden en/of resulteren in overhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de batterijen. Neem voor meer informatie over originele Nikon accessoires contact op met een door Nikon goedgekeurde leverancier. Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan dit apparaat een origineel Nikon product is.
Voordat u belangrijke foto’s gaat maken Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan de camera.
Over de handleidingen
2
• Geen enkel onderdeel van de bij dit product geleverde handleidingen mag worden gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van Nikon. • Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware en software die in deze gebruikshandleidingen worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen. • Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product. • Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist en volledig is en zou het op prijs stellen dat u de Nikon importeur op de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Inleiding
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn. • Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden. Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en gecertificeerde wettelijke documenten is verboden. • Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen. • Auteursrechten Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto’s, wordt gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
Wegwerpen van opslagmedia Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto’s of het formatteren van opslagmedia, zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens. Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Vergeet niet eventuele foto's die u voor de optie Selecteer beeld in het Welkomstscherm (A187) hebt geselecteert te vervangen. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
3
Onderdelen van de camera Camerabody Flitser ingeschakeld Inleiding
1
23 4
5
6
8
4
9 10 11
7
12
1
Oogje voor polskoord ..................................7
9
2
Hoofdschakelaar/camera-aan -lampje ..................................................... 23, 199
3
C (continu-opnamestand) knop.............................................................. 59, 77
4
Keuzeknop........................................................44
Zoomknop........................................................31 f : Groothoek.......................................31 g : Tele......................................................31 10 h: Miniatuurweergave ...............115 i : Zoomweergave........................ 118 j : Help ....................................................45
5
Microfoon (stereo)..............................142, 157
11
6
Flitser.................................................................... 36
7
m (activering flitser) knop..................7, 36
8
Deksel voedingsaansluiting (voor het aansluiten van een optionele lichtnetadapter) .................. 213
Ontspanknop..........................................15, 32
Zelfontspannerlampje...............................39 AF-hulpverlichting....................................196
12 Objectief............................................... 211, 229
Onderdelen van de camera
Onderzijde van camera
1
2
3 4
5
6
7 8 9 Inleiding
19
10 11
12
13 14 15 16 17
18
20 21
22 23 24
1
Zoomknop aan zijkant..............................31
13 Monitor ..................................................8, 17, 29
2
Luidspreker..........................................143, 168
14 c (weergave) knop...................................34
3
x (monitor) knop .....................................16
15 Multi-selector ..................................................12
4
Oogcorrectie ...................................................30
16 k (selectie toepassen) knop................12
5
Elektronische zoeker............................ 16,30
17 d knop..........13, 45, 82, 135, 163, 186
6
s (display) knop ................................... 17
18 l (wissen) knop.......................35, 143, 170
7
b (e film opnemen) knop .............. 157
19 Statiefaansluiting
8
Filmstand........................................................ 157
20 Deksel batterijvak/kaartsleuf .........18, 26
9
Instelschijf ......................................................... 11
21 Dekselvergrendeling ..........................18, 26
10
USB/Audio video connector..................................171, 174, 180
22 Kaartsleuf ..........................................................26
11 HDMI Mini-aansluiting ........................... 171
24 Batterijvak..........................................................18
23 Batterijvergrendeling..........................18, 19
12 Deksel aansluitingen..........171, 174, 180
5
Onderdelen van de camera
De hoek van de monitor wijzigen Inleiding
De monitor kan tot 82° omlaag en tot 90° omhoog worden gezet. Dit is handig om te fotograferen met de camera in een hoge of lage stand.
B 6
Opmerkingen over de monitor
• Oefen geen overmatige kracht uit bij het wijzigen van de hoek van de monitor. • De monitor kan niet horizontaal bewogen worden. • Zet de monitor terug in de oorspronkelijke stand voor gebruik in normale situaties.
Onderdelen van de camera
Flitser uitschuiven en inklappen Inleiding
Druk op m (flash pop-up)-knop om de flitser omhoog te zetten. • Zie "De flitser gebruiken" (A36) voor meer informatie. • Wanneer de flitser niet wordt gebruikt, druk deze dan rustig omlaag tot deze dicht klikt.
De polsriem en de objectiefdop van de camera bevestigen Hang de objectiefdop aan de riem en bevestig de riem vervolgens aan de camera (op twee plaatsen).
B
Objectiefdop
• Verwijder de objectiefdop voordat u een foto maakt. • Telkens wanneer u geen foto’s maakt, bijv. zodra de camera is uitgeschakeld of terwijl u de camera gewoon draagt, breng dan de objectiefdop aan op de camera ter bescherming van het objectief.
7
Onderdelen van de camera
Monitor Inleiding
De volgende aanduidingen kunnen tijdens opname en weergave op de monitor verschijnen (afhankelijk van de camera-instellingen). Zie bladzijde 17 voor gedetailleerde informatie over het omschakelen naar monitorweergave.
Opname 48 47 46 5
4
7
2
6 1
45
3
9 8
10 11
44
12
13 14
43
15
42 17 18
38, 39 37
41
19
20
35 40 34
16
1/250
F5.6
32
27
999
26
21
33
22
25
23
999 9999
36 31
30 29 28
1m00s
a
b
49 50 1/250
8
F5.6
1342
24
Onderdelen van de camera
Inleiding
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Opnamestand* .....28, 44, 45, 65, 69, 108 Scherpstelmethode.....................................40 Zoomaanduiding..........................................31 Scherpstelaanduiding................................32 AE/AF-L-aanduiding....................................64 Flitseraanduiding ..........................................38 Flitsstand ............................................................36 Belichtingscorrectie flitser....................101 Aanduiding batterijniveau......................28 Ruisonderdrukking voor lange belichtingstijd ..............................................102 Pictogram bewegingsdetectie..........195 Pictogram vibratiereductie (foto's) ...............................................................193 Pictogram elektronische vibratiereductie (films)............................167 Actieve D-Lighting....................................103 Histogr. weerg./verberg.........................191 Datumstempel ............................................192 Aanduiding reisbestemming .............188 Aanduiding “datum niet ingesteld”........................................................217 Windgeluidreductie .................................167 Filmopties.......................................................164 HS filmtype ....................................................165 Beeldkwaliteit..................................................83 Beeldformaat...................................................84 Eenvoudig panorama ................................60 (a) Aantal resterende opnamen (foto’s)............................................................28 (b) Filmduur...................................................157
26 Aanduiding intern geheugen.............. 29 27 Diafragmawaarde ........................................ 70 Scherpstelveld (voor handmatig, 28 centrum).....................................................32, 95 Scherpstelveld (voor 29 automatisch)................................................... 95 Scherpstelveld (voor gezichtsdetectie 30 of huisdierdetectie)......................59, 65, 95 Scherpstelveld 31 (voor onderwerp volgen) ....................... 99 32 Sluitertijd ........................................................... 70 33 Uit de hand/op statief........................48, 49 34 ISO-waarde................................................38, 92 35 Belichtingscorrectiewaarde................... 43 36 Belichtingsaanduiding.............................. 74 37 Huid verzachten ........................................... 67 38 Glimlachtimer................................................. 67 39 Knipperdetectie ............................................ 68 40 z/w + kleur ....................................................... 89 41 Monochroomfilter....................................... 89 42 Beeldoptimalisatie....................................... 87 43 Witbalans........................................................... 90 44 Belichtingsbracketing ............................... 94 45 Aanduiding zelfontspanner.............39,59 46 Continu-opnamestand......................59, 76 47 Tegenlicht (HDR)........................................... 50 48 Panorama-opname..................................... 58 49 Spotmeetveld ................................................ 93 50 Centrumgericht meetveld ..................... 93
* De pictogrammen variëren per opnamestand.
9
Onderdelen van de camera
Weergave Inleiding
4 1 21 20
19
23 22
2 3
5
6 7
15/05/2011 12:00 9999.JPG
18 17 16 15
9 10
8 999/999
14
13
11 999/999 9999/9999
a
b
1
Opnamedatum.............................................. 24
13 Aanduiding intern geheugen .............. 34
2
Opnametijdstip ............................................. 24
3
Beveiligingspictogram............................139
4
Reeksweergave.................................113, 145
Gids weergave Eenvoudig panorama.......................................................... 62 14 Gids reeksweergave................................. 113 Gids filmweergave.................................... 168
5
Volumeaanduiding ........................142, 168
15 Zwarte rand .................................................. 155
Albumpictogram in Favoriete foto's stand1 ..................................................124 6 Categoriepictogram in automatisch sorteren stand1 .............129
16 Pictogram filtereffecten......................... 152
7
Aanduiding batterijniveau ..................... 28
19 Kleine afbeelding ............................154, 156
8
Filmopties2 .....................................................164
20 D-Lighting pictogram ............................ 149
9
Beeldkwaliteit2 ............................................... 83
21 Pictogram snel retoucheren............... 148
10
Beeldformaat2 ................................................ 84
22 Aanduiding spraakmemo.................... 142
11 Aanduiding Eenvoudig panorama ... 62
23 Bestandsnummer en -type ................. 215
12 1 2
10
12 1m00s
17 Huid verzachten pictogram................ 150 18 Afdrukopdracht pictogram................. 135
(a) Nummer huidig beeld/totaal aantal beelden........................................ 34 (b) Filmduur ...................................................168
Het pictogram voor het geselecteerde album of voor de geselecteerde albumcategorie in automatisch sorteren stand in weergavestand wordt weergegeven. Het pictogram dat wordt weergegeven, varieert afhankelijk van de instelling die is gekozen tijdens de opname.
Basisfuncties Instelschijf Inleiding
Draai de instelschijf rond om items te selecteren uit het menuscherm of om een van de volgende functies in te stellen.
Voor de opname Stand
Beschrijving
A 71
Keuzeknop ingesteld op j
Flexibel programma aanpassen.
Keuzeknop ingesteld op k
Gewenste sluitertijd kiezen
72
Keuzeknop ingesteld op l
Diafragmawaarde aanpassen
73
Keuzeknop ingesteld op m
Kies de gewenste sluitertijd of het gewenste diafragma (druk op de multi-selector K om te 74 wisselen tussen de instellingen).
Voor weergave Stand
Beschrijving
A 34, 111, 115
Schermvullende weergave of miniatuurweergave
Een foto selecteren
Kalender weergeven
Een datum selecteren
117
Zoomweergave
De zoomfactor wijzigen
118
Films afspelen
Vooruit- of teruggespoeld
168
Tijdens filmpauze of bewerken
Geavanceerd of één beeld teruggespoeld
168
11
Basisfuncties
Multi-selector Inleiding
Bedien de multi-selector door deze omhoog (H), omlaag (I), naar links (J) of naar rechts (K) te drukken of door op de k (selectie toepassen) knop te drukken
Voor opname Menu m (flitsstand) (A36) weergeven / bovenstaande optie selecteren
n (Zelfontspanner) (A39) menu weergeven
o-gids (belichtingscorrectie) (A43) weergeven* Flits-stand
Selectie toepassen Menu D (scherpstelstand) (A40) weergeven / onderstaande optie selecteren * In opnamestand m (handmatig), kan worden gekozen of de sluitertijd of het diafragma wordt ingesteld zodra de instelschijf wordt verdraaid (A74).
Voor weergave Kies de vorige foto
15/05/2011 15:30 0004.JPG
Kies de volgende foto
4 132
Voor het menuscherm
12
Kies de bovenstaande optie Kies de optie links/ Ga terug naar het vorige scherm.
Kies de optie rechts/Submenu weergeven of selectie toepassen
Kies de onderstaande optie
Selectie toepassen of submenu weergeven
Opnamemenu Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeld optimaliseren Witbalans ISO-waarde Lichtmeting Belichtingsbracketing
Basisfuncties
d (menu) knop Inleiding
Druk op de d knop om het menu weer te geven en opties voor de menu-items te selecteren. • Gebruik de multi-selector om door de menu’s te navigeren (A12). G wordt weergegeven als er menu-opties voorafgaan Tab voor de beschikbare menu's in de geselecteerde opnamestand*/tab voor het weergavemenu Tab voor het filmmenu (in opnamestand)/ weergavemenu (in weergavestand)
Verschijnt als het menu twee of meer pagina’s beslaat
Opnamemenu Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeld optimaliseren Witbalans ISO-waarde Lichtmeting Belichtingsbracketing
Tab voor weergave van het setup-menu
Verschijnt als er menu-opties volgen * Het tabs die worden weergegeven, verschillen per opnamestand. • A (auto): Auto menu tab • C (onderwerp): Onderwerpmenutab (A45) • j (Nachtlandschap): Nachtlandschapmenutab (A48) • e (Nachtportret): Nachtportretmenutab (A49) • o (Tegenlicht): Tegenlichtmenutab (A50) • F (Slim portret): Intellligent portret-menutab (A67) • j, k, l, m, M: Opnamemenutab (A81)
Wisselen tussen tabs in het menuscherm In het menuscherm dat wordt weergegeven nadat de dknop is ingedrukt, kunt u de tab aan de linkerzijde kiezen om naar betreffende menu te gaan. Opnamemenu
Opnamemenu
Set-up
Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeld optimaliseren Witbalans ISO-waarde Lichtmeting Belichtingsbracketing
Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeld optimaliseren Witbalans ISO-waarde Lichtmeting Belichtingsbracketing
Welkomstscherm Tijdzone en datum Monitorinstellingen Datumstempel Vibratiereductie Bewegingsdetectie AF-hulplicht
Druk op J van de multiselector om de tab te markeren.
Druk op H of I van de multi-selector om de tab te selecteren en druk vervolgens op de k knop of K.
Het betreffende menu wordt weergegeven.
13
Basisfuncties
Gebruik van de cameramenu's Inleiding
1
Druk op de d knop.
Opnamemenu Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeld optimaliseren Witbalans ISO-waarde Lichtmeting Belichtingsbracketing
2
Druk op H of I van de multiselector om de tab te selecteren en druk vervolgens op de K of k knop. • U kunt items ook selecteren door aan de instelschijf te draaien (A11). • Druk op J (A13) om van tab te wisselen.
3
Opnamemenu AF-veldstand Autofocus-stand Flitsbelichtingcorrectie Ruisond. lange sluitertijd Actieve D-Lighting Bewaar user settings Herstel user settings
Multi-selector
Druk op H of I om een item te kiezen en druk op de k knop.
Autofocus-stand
• De instelling wordt toegepast.
4
Als u klaar bent met instellen, drukt u op d knop. • De camera verlaat nu de menuweergave.
14
Enkelvoudige AF Fulltime-AF
Basisfuncties
De ontspanknop half/volledig indrukken
Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en belichting te vergrendelen.
Inleiding
• De camera heeft een ontspanknop die werkt in twee fasen. U stelt de scherpstelling en de belichting in door de ontspanknop half in te drukken, waarbij u stopt zodra u weerstand voelt. Zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt, worden de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en diafragmawaarde) ingesteld. De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. • Houd de ontspanknop in deze stand ingedrukt en maak vervolgens een foto door de ontspanknop volledig in te drukken om de sluiter te bedienen. Druk de ontspanknop niet te hard in. Dit kan cameratrilling en onscherpe foto’s tot gevolg hebben.
Druk de ontspanknop vervolgens volledig in om de foto te maken.
15
Basisfuncties
x (monitor) knop Inleiding
Druk op de x (monitor) knop om te schakelen tussen de monitor en de zoeker. Schakel naar de optie die het best bij de opnamesituatie past. Gebruik de zoeker bijvoorbeeld op heldere plaatsen waar de monitor nauwelijks zichtbaar is. Monitor
Zoeker
1/250
1/250
B
F5.6
1342
Oogcorrectie voor zoeker
Als de oogcorrectie voor de zoeker niet correct is ingesteld en u dus geen scherp beeld ziet, stel de oogcorrectie dan bij via de oogcorrectie-regeling. Kijk hiertoe door de zoeker en draai de oogcorrectie-regeling zover tot u scherp ziet. • Let op dat u niet met uw vingertoppen resp. nagels in uw oog komt.
16
Oogcorrectie
F5.6
1342
Basisfuncties
s (display) knop Inleiding
Druk op de s (display) knop om te schakelen naar informatieweergave op de monitor tijdens opname en weergave.
Voor opname
1/250
F5.6
1342
Informatie weergeven Geeft de foto en de opnamedata weer.
1/250
F5.6
1342
Filmbeeld Geeft het filmbereik in een beeld weer.
Informatie verborgen Geeft alleen de foto weer.
Voor weergave
15/05/2011 15:30 0004.JPG
100NIKON 0004.JPG P 1/250 F5.6
4 132
Foto-informatie weergeven Geeft de foto en de fotoinformatie weer.
ISO 4
+1.0 200 132
Geeft de opnameinformatie weer (geldt niet voor films) Hoge lichten1, histogram2 en opnamegegevens3 weergeven.
Informatie verborgen Geeft alleen de gemaakte foto weer.
1 De helderste delen van het beeld (hoge lichten) knipperen. Gebruik de hoge lichten-controle om de belichting te bepalen. 2 Het histogram is een grafiek met daarin de verdeling van de helderheidsniveaus in de foto. De horizontale as geeft het helderheidsniveau van de pixels aan, van links naar rechts oplopend van donker naar licht. De verticale as geeft aan hoeveel pixels van elk helderheidsniveau er in het beeld voorkomen 3 De opnamedata bestaan uit de mapnaam, bestandsnaam, opnamestand (j, k, l of m), sluitersnelheid, belichtingscorrectie, ISO-waarde en het bestandsnummer/totaal aantal opnames worden weergegeven. j wordt weergeven als de opnamestand A, y, j, e, o, F of j is gekozen.
17
Eerste stappen
De batterij plaatsen Plaats een oplaadbare Li-ion batterij EN-EL5 (meegeleverd) in de camera. • Laad de batterij op voordat u deze voor het eerst gebruikt of wanneer de batterij bijna leeg is (A20).
Schuif de vergrendeling van het deksel naar de Y stand (1) en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf (2).
2
Plaats de batterij.
Eerste stappen
1
• Duw met de batterij de oranje batterijvergrendeling omlaag in de aangegeven richting (1) en duw de batterij (2) volledig in de camera. • Zodra de batterij volledig is geplaatst, houdt de batterijvergrendeling deze op de plaats.
B
Batterijvak
De batterij correct plaatsen
Als u probeert de batterij ondersteboven of achterstevoren te plaatsen, kan dit schade aan de camera veroorzaken. Controleer of de batterij correct is geplaatst.
3
18
Sluit het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf (1) en schuif de vergrendeling van het deksel naar de stand Z (2).
De batterij plaatsen
De batterij verwijderen
B
Eerste stappen
Voordat u het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf opent, zet u de camera uit (A23) en controleert u of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn (). U verwijdert de batterij door het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf te openen en de oranje batterijvergrendeling in pijlrichting (1) te schuiven; trek de batterij vervolgens uit de camera, waarbij u erop moet letten de batterij niet schuin uit de camera te trekken (2). • De camera, batterij of geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik van de camera. Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de accu of geheugenkaart.
Opmerkingen over de batterij
• Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “Voor uw veiligheid” (Aii) en neem deze in acht. • Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “De batterij” (A210) en neem deze in acht. • Als de batterij gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, laad deze dan tenminste eenmaal per zes maanden op en maak de batterij volledig leeg voordat u deze weer opbergt.
19
De batterij opladen Laad de meegeleverde oplaadbare Li-ion batterij EN-EL5 in de camera op door de eveneens meegeleverde lichtnetlader EH-69P op de camera aan te sluiten via de meegeleverde USB kabel UC-E6 en steek de lichtnetlader vervolgens in een stopcontact.
1
Lichtnetadapter EH-69P gereed maken voor gebruik.
Eerste stappen
Als een lader met losse plugadapter* is bijgeleverd, verbind de plugadapter dan met de lichtnetadapter. Duw de plugadapter stevig aan totdat deze goed vast zit. Zodra beide met elkaar zijn verbonden, probeer dan niet om de plugadapter met kracht te verwijderen, om beschadiging te voorkomen. * De vorm van de plugadapter varieert afhankelijk van het land of regio waar de camera is gekocht. De lichtnetlader wordt met aangegoten verloopstekker geleverd in Argentinië en Korea.
2
Plaats de batterij in de batterij (A18). Zet de camera niet aan.
3
Gebruik de meegeleverde USB kabel om de lichtnetlader aan te sluiten op de camera. • Controleer of de connectors goed gepositioneerd zijn. Probeer niet om een connector schuin in te steken en gebruik geen kracht bij het aansluiten of loskoppelen van de USB kabel.
USB kabel
20
De batterij opladen
4
Steek de lichtnetlader in een stopcontact. Het camera-aan-lampje knippert langzaam oranje terwijl de batterij wordt opgeladen. Het opladen van een volledig lege batterij duurt ongeveer 4 uur en 50 minuten. Eerste stappen
In de volgende tabel wordt de status van het camera-aan-lampje uitgelegd als de camera is verbonden met het lichtnet.
Camera-aan-lampje
5
Beschrijving
Knippert langzaam (oranje)
Batterij laadt op.
Uit
Batterij laadt niet op. Het laadproces is voltooid als het cameraaan-lampje stopt met oranje knipperen en uitgaat.
Knippert (oranje)
• De omgevingstemperatuur is niet geschikt om de batterij op te laden. Laad de batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 en 35 °C. • De USB kabel of de lichtnetadapter is niet correct aangesloten of er is een probleem met de batterij. Ontkoppel de USB kabel resp. lichtnetlader en sluit deze weer goed aan, of vervang de batterij.
Trek de lichtnetlader uit het stopcontact en trek de USB kabel los.
21
De batterij opladen
B
Opmerkingen over de lichtnetlader
Eerste stappen
• De lichtnetadapter EH-69P is uitsluitend bedoeld voor gebruik met compatibele apparaten. Gebruik deze dan ook niet met apparaten van een ander fabricaat of model. • Lees, voordat u de lichtnetadapter gaat gebruiken, de waarschuwingen over de batterij op pagina iii en in het hoofdstuk “De batterij” (A210) en neem deze in acht. • De EH-69P is geschikt voor AC 100-240 V, 50/60 Hz. Indien u deze in andere landen wilt gebruiken, is het mogelijk dat u een verloopstekker (normaal in de handel verkrijgbaar) nodig heeft. Neem contact op met uw reisbureau voor meer informatie over verloopstekkers. • De lichtnetlader EH-69P is bedoeld voor het opladen van de batterij in de camera. Als de camera is verbonden met het lichtnet via de lichtnetadapter, kan de camera niet worden ingeschakeld. • Gebruik in geen geval een ander model of merk lichtnetadapter EH-69P. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
C
Lichtnetadapter
• Als de lichtnetadaper EH-62A (apart verkrijgbaar) (A213) worden gebruikt, wordt de camera gevoed uit het lichtnet en is het mogelijk om foto's te maken en te bekijken. • Gebruik in geen geval een lichtnetadapter van een ander merk of model dan EH-62A. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
D
Opladen via computer of batterijlader
• Zodra de COOLPIX P500 wordt aangesloten op een computer, wordt ook de oplaadbare Li-on batterij EN-EL5 (A178, 202).opgeladen. • De EN-EL5 kan worden opgeladen buiten de camera m.b.v. de batterijlader MH-61 (apart verkrijgbaar; A213).
22
De batterij opladen
De camera aan- en uitzetten
C
Eerste stappen
Verwijder de objectiefdop voordat u de camera aanzet. Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. Het camera-aan-lampje (groen) gaat branden en de monitor wordt ingeschakeld (zodra de monitor is ingeschakeld, gaat het camera-aan-lampje uit). Druk nogmaals op de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. Als de camera wordt uitgeschakeld, worden zowel de monitor als het camera-aan-lampje uitgeschakeld. • Als de camera uit staat, kunt u deze door de knop de c knop in te drukken en ingedrukt te houden in de weergavestand zetten (A34).
Bericht
Als Schakel de camera uit, verwijder de lensdop en zet de camera aan. wordt weergegeven, bevestig dan dat de objectiefdop is verwijderd en druk op de hoofdschakelaar om de camera weer aan te zetten.
C
Automatische uitschakeling (Automatisch uit)
Als de camera gedurende de ingestelde tijd niet wordt bediend, gaat de camera naar de stand bystand en gaat het camera-aan-lampje knipperen. De camera gaat uit als deze langer dan ca. 3 minuten in stand by-stand heeft gestaan. • Als het camera-aan-lampje knippert, kunt u de monitor weer aanzetten op de volgende manieren. - Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop, de c knop of b (e filmopname) knop. - Verdraai de keuzeknop. • Tijdens opname of weergavestand de camera naar standby na ca. 1 minuut (standaardinstelling). • De tijdsduur waarna de camera zichzelf in de stand-by stand zet, kan worden gewijzigd via de Automatisch uit optie (A199) in het setup-menu (A185).
23
Taal, datum en tijd instellen De eerste keer dat u de camera aanzet, worden een menu voor taalselectie en het menu Datum weergegeven.
1
Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten.
Eerste stappen
• Het camera-aan-lampje gaat branden en de monitor wordt ingeschakeld (zodra de monitor is ingeschakeld, gaat het camera-aan-lampje uit).
2
Druk op H of I op de multiselector om de gewenste flitstand te kiezen en druk vervolgens op de k knop.
Taal/Language
Multi-selector
3
Druk op H of Iom Ja te kiezen en druk op de k knop. • Selecteer, om de instelling van de tijdzone en datum te annuleren, Nee.
4
Druk op J of K om de eigen tijdzone te kiezen (Tijdzone) (A190) en druk vervolgens op de k knop.
Français Indonesia Italiano Magyar Nederlands Norsk Annuleren
Tijdzone en datum Tijdzone kiezen en datum en tijd instellen? Ja Nee Annuleren
London Casablanca
Terug
D
Zomertijd
Wanneer u de datum en tijd in een tijdzone wilt instellen waarin de zomertijd van kracht is, zet dan de zomer-/wintertijdinstelling aan met H in het tijdzoneselectiescherm zoals weergegeven in stap 4. • Als deze is ingeschakeld, wordt het W pictogram weergegeven bovenaan het scherm. • Druk op I om deze weer uit te schakelen.
London Casablanca
Terug
24
Taal, datum en tijd instellen
5
Datumnotatie
Druk op H, J, I of K om de datum en tijd in te stellen, en druk op de k knop.
Datum en tijd
Jaar/maand/dag Maand/dag/jaar Dag/maand/jaar
D
M
J
15 05 2011 • Item selecteren: Druk op K of J (te selecteren in de volgende volgorde: D (dag) ➝ M (maand) ➝ J (jaar) ➝ 15 10 uur ➝ minuut). • Waarden instellen: Druk op H of I. De datum en tijd Bewerk. kunnen ook worden ingesteld met de instelschijf (A11). • Instelling afsluiten: Selecteer minuut, controleer of de objectiefdop is verwijderd en druk dan op de k knop of K. • Zodra u klaar bent met instellen, schuift het objectief een stukje uit en het opnamescherm wordt weergegeven.
D
Eerste stappen
6
Druk op H of I om de datumweergave te selecteren en druk op de k knop of K.
Datum afdrukken en Datum en tijd aanpassen
• Om de datum af te drukken op foto's, moet eerst de datum en de tijd worden ingesteld; kies vervolgens Datumstempel (A192) in het setup-menu (A185). • Kies Tijdzone en datum (A188) in (A185) van het setup-menu om de datum en tijd van de cameraklok te wijzigen.
25
De geheugenkaart plaatsen
Eerste stappen
Foto's worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera (circa 102 MB groot) of op een verwisselbare SD-geheugenkaart (Secure Digital, normaal in de handel verkrijgbaar) (A214). Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden gegevens automatisch op de geheugenkaart opgeslagen en kunnen de gegevens op de geheugenkaart worden weergegeven, gewist of overgezet. Als u het intern geheugen wilt gebruiken, verwijder dan de geheugenkaart. • Voor het opnemen van een film is een geheugenkaart vereist.
1
Controleer of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf. • Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld voordat het deksel wordt geopend.
2
Plaats de geheugenkaart. • Duw de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt.
Kaartsleuf
B
De geheugenkaart correct plaatsen
Als u de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren plaatst, kan dit de camera of de kaart beschadigen. Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
3
Sluit het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf.
Een geheugenkaart verwijderen Voordat u het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf opent, zet u de camera uit en controleert u of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn. Duw de geheugenkaart voorzichtig met uw vinger (1) naar binnen om deze gedeeltelijk naar buiten te laten komen en trek de kaart vervolgens recht uit de camera (2). • De camera, batterij of geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik van de camera. Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de accu of geheugenkaart.
26
De geheugenkaart plaatsen
B
Een geheugenkaart formatteren
B
Schrijfbeveiliging
Als het schuifje van de geheugenkaart in de “vergrendel”stand staat, kunnen er geen gegevens worden weggeschreven naar, resp. gewist worden op de kaart. Wanneer u gegevens wilt opslaan of wissen, resp. de geheugenkaart wilt formatteren en de schrijfbeveiliging staat in de "vergrendelstand", moet u deze eerst terugschuiven naar de uitgangspositie om deze te ontgrendelen,
B
Eerste stappen
Ongeformatteerde kaart. Als u het bericht hier rechts ziet terwijl de camera aan staat, moet u Kaart formatteren? de geheugenkaart formatteren voordat u deze kunt gebruiken. Let op: tijdens het formatteren (A200) worden alle foto's en andere gegevens op de geheugenkaart permanent Ja verwijderd. Maak daarom kopieën van de gegevens die u wilt Nee bewaren, voordat u de geheugenkaart gaat formatteren. Gebruik de multi-selector om Ja te selecteren en druk op de k knop. Wanneer het bevestigingsvenster verschijnt, selecteer dan Formatteren en druk op k om het formatteren te starten. • Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet voordat het formatteren is voltooid. • Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren (A200).
Schrijfbeveiliging
Geheugenkaart
• Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). • Tijdens het formatteren, het schrijven en wissen van gegevens en het overzetten van gegevens van de geheugenkaart naar de computer mag u de onderstaande handelingen niet uitvoeren. Als u deze waarschuwing negeert, kunnen de volgende handelingen leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de geheugenkaart: - De geheugenkaart verwijderen - De batterij verwijderen - De camera uitzetten - De lichtnetadapter loskoppelen • Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer. • Haal geheugenkaarten niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan. • Laat geheugenkaarten niet vallen, verbuig ze niet en stel ze niet bloot aan water of sterke schokken. • Raak de metalen contactpunten niet aan met uw vingers of met metalen voorwerpen. • Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart. • Zorg dat geheugenkaarten niet worden blootgesteld aan hoge temperaturen en laat ze niet in de volle zon of in een gesloten auto liggen. • Voorkom blootstelling aan vochtigheid, stof of corrosieve gassen.
27
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
Stap 1: De camera inschakelen en de A (Auto) selecteren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto’s maakt in de stand A (auto). Deze automatische stand voor “richten en schieten” wordt aanbevolen als u voor het eerst een digitale camera gebruikt.
1
Verwijder de objectiefdop en druk op de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. • Het objectief schuift een stukje uit en de monitor wordt ingeschakeld.
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
2
Draai de keuzeknop naar A. Autostand
3
Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen.
Aanduiding batterijniveau
Batterijniveau Melding
Beschrijving
b
Batterijniveau hoog.
B
Batterijniveau laag. U moet de batterij binnenkort vervangen of opladen.
N Kan geen foto's maken. Batterij is leeg. Laad de batterij op of vervang deze.
1/250
F5.6
32
Aantal resterende opnamen
Aantal resterende opnamen Het aantal resterende opnamen wordt weergegeven. Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van de capaciteit van het interne geheugen of de geheugenkaart, de beeldkwaliteit en het beeldformaat (A85).
28
Stap 1: De camera inschakelen en de A (Auto) selecteren
Aanduidingen in de A (auto)-stand Pictogram vibratiereductie Reduceert het effect van cameratrillingen.
Opnamestand A wordt weergegeven in de stand A (auto).
1/250
F5.6
Diafragmawaarde (A70) Aanduiding intern geheugen Foto's worden opgeslagen in het interne geheugen (circa 102 MB). Als een geheugenkaart is geplaatst, wordt C niet weergegeven en worden foto’s op de geheugenkaart opgeslagen.
32
Beeldkwaliteit/beeldformaat De huidige combinatie van beeldkwaliteit (compressiefactor) en beeldformaat wordt weergegeven. De standaardinstellingen zijn W (Normal) voor beeldkwaliteit en G (4000×3000) voor beeldformaat.
Als de monitor is uitgeschakeld in standby-stand om stroom te sparen (het camera-aan-lampje knippert) (A199), kunt u op de volgende manieren de monitor weer aan zetten. - Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop, de c knop of b (e filmopname) knop. - Verdraai de keuzeknop.
C
Opmerking over de flitser
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
Sluitertijd (A70)
Filmopties Uitsluitend als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, wordt het type film voor filmopname weergegeven (A157, 164, 165).
Als de flitser omlaag staat, wordt de flitsinstelling op uit gezet en verschijnt W bovenin de monitor. Zorg ervoor dat in situaties waarin moet worden geflitst, zoals donkere ruimtes of situaties waarin het onderwerp in tegenlicht staat, de flitser omhoog staat (A37).
C
Beschikbare functies in de stand A (auto)
• De flitsstand (A36) kan worden gewijzigd, terwijl de instellingen voor zelfontspanner (A39), scherpstelling (A40) en belichtingscorrectie (A43) kunnen worden toegepast. • Door op de d knop te drukken, kunnen de instellingen voor de opnamemenu-opties Beeldkwaliteit (A83) en Beeldformaat (A84) worden ingesteld.
D
Vibratiereductie
• Zie Vibratiereductie (A193) in het setup-menu (A185) voor meer informatie. • Zet Vibratiereductie op Uit als u een statief gebruikt om de camera stil te houden tijdens het maken van opnames.
29
Stap 2 Het beeld kadreren
1
Houd de camera gereed. • Houd de camera stevig met beide handen vast. • Zorg dat uw vingers, haar, camerariem en andere zaken niet voor het objectief, flitser, AF-hulpverlichting en microfoon komen.
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
30
2
Kadreer het beeld. • Plaats het hoofdonderwerp ongeveer in het midden van de monitor.
1/250
De zoeker gebruiken Als het omgevingslicht te fel is om het monitorbeeld goed te kunnen zien, gebruikt u de zoeker om de beelduitsnede te kiezen. Druk op de x knop om de zoeker in te schakelen (A16). Als de oogcorrectie voor de zoeker niet correct is ingesteld, draai dan de oogcorrectie-regeling naar de stand waarin de weergave het scherpst is (A16). • Let op dat u niet met uw vingertoppen resp. nagels in uw oog komt.
F5.6
Oogcorrectie
x knop
Zoeker
32
Stap 2 Het beeld kadreren
De zoom gebruiken
Digitale zoom Als de camera is ingezoomd tot de maximale optische zoom, kunt u de digitale zoom activeren door g te draaien, in te drukken en ingedrukt te houden. Bij gebruik van digitale zoom kan het onderwerp tot 4× extra worden vergroot bovenop de optische zoom.
Maximale optische zoom
Digitale zoom geactiveerd
• Wanneer digitale zoom van kracht is, stelt de camera scherp op het midden van het beeld en wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
C
Digitale zoom en interpolatie
In tegenstelling tot optische zoom, wordt bij digitale zoom gebruik gemaakt van een techniek die interpolatie wordt genoemd om beeld te vergroten (A84); deze techniek resulteert in een geringe afname van de beeldkwaliteit naarmate verder digitaal wordt ingezoomd. Interpolatie wordt gebruikt bij zoomstanden hoger dan V bij het maken van foto's. Als de zoomfactor verder wordt verhoogd dan de V stand, wordt interpolatie geactiveerd en wordt de zoomindicatie geel ten teken dat interpolatie wordt toegepast. V gaat naar rechts naarmate het beeldformaat kleiner wordt en biedt de gebruiker de mogelijkheid de zoompositie te kiezen waarbij fotograferen zonder interpolatie nog mogelijk is bij de actuele instelling voor beeldkwaliteit/-formaat.
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
Uitzoomen Inzoomen Verdraai de zoomknop om optisch zoomen te activeren. Verdraai de zoomknop naar g om in te zoomen en het formaat van het onderwerp te vergroten. Draai de zoomknop naar f om uit te zoomen, zodat meer omgeving zichtbaar is in het kader. • Zodra de camera wordt ingeschakeld, wordt de zoom ingesteld op de max. groothoekstand. • Door de zoomknop snel volledig naar links of rechts te draaien, zal de zoom snel worden ingesteld; draait u de knop slechts deels, dan wordt de zoom langzaam ingesteld. • Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op de Optische Digitale monitor zodra de zoomknop wordt verdraaid. • De zoom kan ook worden bediend door de zoomknop aan zoom zoom de zijkant (A5) naar g of f de draaien. De functie van de zoomknop aan de zijkant kan worden ingesteld met Zijzoomknop toewijzen (A198) in het setup-menu (A185).
Als het beeldformaat te klein is • Door gebruik te maken van Digitale zoom (A197) in het setup-menu (A185), is het mogelijk om de vergroting van de digitale zoom te beperken tot een bereik waarbinnen beelden niet te veel afnemen in kwaliteit, resp. om de digitale zoom zodanig in te stellen dat deze niet kan worden gekozen.
31
Stap 3: Scherpstellen en afdrukken
1
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
• Zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt (A15), worden de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en diafragmawaarde) ingesteld. De scherpstelling en belichting blijven vergrendeld zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. • De camera stelt automatisch scherp op het onderwerp dat zich binnen het middelste scherpstelveld bevindt. Zodra dit gezicht scherp is, wordt het scherpstelveld groen.
1/250
F5.6
• Als digitale zoom wordt toegepast, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het scherm; het scherpstelveld wordt niet weergegeven. Zodra dit gezicht scherp is, wordt de scherpstelaanduiding (A8) groen. • Als de ontspanknop half is ingedrukt en het AF-veld of de scherpstelindicatie rood knipperen, kan de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie en druk de ontspanknop opnieuw half in.
2
Druk de ontspanknop helemaal in. • De sluiter wordt bediend en de foto wordt opgeslagen op de geheugenkaart of in het interne geheugen.
B 32
Druk de ontspanknop half in.
Als het onderwerp te dicht bij de camera is
Indien de camera niet kan scherpstellen, probeer dan de p (macro close-up) in de scherpstelstand (A40) of Close-up onderwerpsstand (A55).
Stap 3: Scherpstellen en afdrukken
B
Tijdens de opname
Terwijl de beelden worden opgeslagen, knippert de indicatie voor het aantal foto's. Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet. Als u in dit geval de stroom wordt onderbroken of de geheugenkaart wordt verwijderd, kan dit leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de camera of de geheugenkaart.
B
Autofocus
D
Scherpstelvergrendeling
Gebruik de scherpstelvergrendeling om als Centrum is geselecteerd voor AF-veldstand en u wilt scherpstellen op een onderwerp dat zich niet in het midden van het beeld bevindt. • De afstand tussen de camera en het onderwerp mag niet veranderen. • Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de belichting vergrendeld.
1/250
F5.6
32
Kadreer het onderwerp in het midden van het beeld.
D
1/250
F5.6
1/250
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
Autofocus levert in de volgende situaties mogelijk niet het gewenste resultaat op. Het kan soms voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het actieve scherpstelveld of de scherpstelaanduiding groen oplicht: • Het onderwerp is zeer donker. • Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de zon achter het onderwerp staat en het onderwerp zelf daardoor erg donker wordt). • Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat). • Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijvoorbeeld beest in kooi). • Onderwerpen waarin een patroon te herkennen is (bijv. zonneschermen of gebouwen met meerdere rijen ramen van gelijke afmetingen) • Het onderwerp beweegt snel. Druk in bovengenoemde situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te stellen of stel scherp op een ander onderwerp en gebruik de scherpstelvergrendeling. Als u de scherpstelvergrendeling gebruikt, moet de afstand tussen de camera en het onderwerp waarop de scherpstelling is vergrendeld, even groot zijn als de afstand tot het eigenlijke onderwerp. De camera kan ook worden scherp gesteld via de handmatige scherpstelling (A42).
F5.6
Druk de Wacht tot het Blijf de ontspanknop Druk de ontspanknop scherpstelveld half ingedrukt houden ontspanknop half in. groen wordt. en pas de kadrering helemaal in aan. om de foto te maken.
AF-hulpverlichting
Bij weinig licht zal de AF-hulpverlichting (A196) oplichten zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt.
33
Stap 4: Foto’s weergeven en wissen Foto’s bekijken (weergavestand) Druk op de c (Weergave)-knop.
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
c (Weergave) -knop • De laatst gemaakte foto wordt in de weergavestand schermvullend afgebeeld. • Druk op H of J van de multi-selector om de vorige foto te bekijken. Druk op I of K om de volgende foto te bekijken. Druk op H, I, J of K om snel door foto's heen te lopen. U kunt foto’s ook selecteren door aan de Multi-selector instelschijf te draaien. • Foto’s kunnen kort met een lage resolutie worden weergegeven direct nadat is gewisseld naar de vorige resp. volgende foto. • Om terug te keren naar de opnamestand drukt u nogmaals op de c knop, de ontspanknop of de b (e filmopname) knop. • Als C wordt weergegeven, worden de foto’s uit het interne 15/05/2011 15:30 0004.JPG geheugen getoond. Wanneer een geheugenkaart is geplaatst, wordt C niet weergegeven en worden de foto’s op de geheugenkaart getoond.
4
4
Aanduiding intern geheugen
C
Als de monitor uitgaat om energie te besparen
Wanneer het camera-aan-lampje knippert, kunt u op de c knop drukken om de monitor weer aan te zetten (A199).
C
Beschikbare opties in weergavestand
Voor meer informatie, zie “Meer over weergave” (A111) of “Foto’s bewerken” (A146).
C
De c knop indrukken om de camera aan te zetten
Als de camera uit staat, kunt u deze door de knop de c knop in te drukken en ingedrukt te houden in de weergavestand zetten. Het objectief schuift hierbij niet uit.
C
34
Foto's weergeven
• Druk op de x knop om te wisselen tussen de monitor en de zoeker.A16 • Druk op de s knop om te wisselen tussen weergeven van de foto-informatie op de monitor en het verbergen daarvan (A17). • Foto's die zijn gemaakt met de instelling gezichtprioriteit (A97) of huisdierdetectie (A59), worden tijdens schermvullende weergave gedraaid indien nodig (m.u.v. foto's die zijn gemaakt met continu (A76) of Belichtingsbracketing (A94)). • Als beelden worden weergegeven die zijn opgenomen in de continue opnamestand, zal elke reeks foto's als groep worden beschouwd en zal van elke groep alleen de “hoofdfoto” worden weergegeven (zie “Foto's weergeven die zijn opgenomen in de continu-opnamestand (reeks)” (A113) voor meer informatie).
Stap 4: Foto’s weergeven en wissen
Onnodige foto’s wissen
1
Druk op l om de foto te wissen die op de monitor wordt weergegeven.
• Als u wilt afsluiten zonder te wissen, drukt u op de d knop.
2
Druk op H of I op de multi-selector om de gewenste wismethode te kiezen en druk vervolgens op de k knop.
3
Druk op H of I om Ja te selecteren en druk op de k knop.
Huidig beeld Wis gesel. beeld(en) Alle beelden
1 beeld wissen?
• Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. • Kies om te annuleren Nee en druk op de k knop. Ja Nee
Werken met het scherm Wis geselecteerde beelden
1
Druk op J of K op de multi-selector om een beeld te kiezen dat moet worden gewist en druk op H om y toe te voegen aan dat beeld. • Druk op I om y te verwijderen als u de keuze ongedaan wilt maken. • Draai de zoomknop (A4) naar g (i) om naar schermvullende weergave te wisselen, of naar f (h) om terug te keren naar de miniatuur-weergave.
2
Wis gesel. beeld(en)
Terug
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
• Huidig beeld: Alleen de huidige foto of spraakmemo (A143) wordt gewist. • Wis gesel. beeld(en): Het is mogelijk om meerdere beelden tegelijk te selecteren en te wissen. Zie “Werken met het scherm Wis geselecteerde beelden” voor meer informatie. • Alle beelden: Alle beelden worden gewist.
Wissen
ON/OFF
Voeg y toe aan alle gewenste beelden en druk dan op de k knop om de selectie te bevestigen. • Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de aanwijzingen op de monitor.
B
Opmerkingen over wissen
• Gewiste foto's kunnen niet worden hersteld. Zet belangrijke foto’s over naar de computer voordat u foto’s wist. • Dit beeld kan niet gewist worden (A139). • Beelden wissen die in de continue opnamestand ➝ “Foto's in een reeks wissen” (A114) zijn gemaakt
C
Laatst gemaakte beelden wissen in opnamestand
Druk in de opnamestand op l om het laatste beeld te wissen.
35
De flitser gebruiken In donkere omgevingen of bij onderwerpen in tegenlicht, kunt u gebruik maken van de flitser door deze uit te schuiven. U kunt een flitsstand kiezen die het best past bij de opnamecondities. • De flitser heeft een bereik van ca. 0,5 tot 8,0 m voor groothoek en ca. 2,2 tot 4,5 m voor tele (als de ISO-waarde is ingesteld op Automatisch). U
Automatisch Bij weinig licht wordt automatisch de flitser gebruikt.
V Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
36
Autom. met rode-ogenred. Vermindert “rode ogen” in portretten.
W
Uit Flitser treedt niet in werking.
X
Invulflits De flitser gaat af zodra u een foto maakt, ongeacht de helderheid van het onderwerp. Gebruik deze stand om schaduwen en onderwerpen met tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd Invulflits wordt gecombineerd met lange sluitertijd. Geschikt voor avond- en nachtportretten waarbij de achtergrond ook nog zichtbaar moet zijn. De flitser verlicht het hoofdonderwerp. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in het donker of bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
Z
Synchr. op het tweede gordijn De invulflits gaat af vlak voordat de sluiter dichtgaat. De resulterende lichtstroom achter bewegende onderwerpen geeft het effect van snelheid.
C
Flitsstandinstelling
• De standaardinstelling voor de flitsstand verschilt per opnamestand (A44). - A (auto) stand: U Automatisch - y (onderwerp): Verschilt per onderwerp (A46 tot 59). - j (Nachtlandschap): vast ingesteld op W (Uit) - e (Nachtportret): vast ingesteld op V (auto met rode-ogenreductie) - o (Tegenlicht): vast ingesteld op X (invulflits) (als HDR is ingesteld op Uit), vast ingesteld op W (Uit) (als HDR is ingesteld op Aan) (A50) - F (Slim portret): U (auto flits) (als knipperdetectie uit staat), vast ingesteld op W (Uit) (als knipperdetectie Aan staat) (A68). - j, k, l, m, M: U Automatisch • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie. • In de volgende situaties wordt de instelling voor de flitsstand opgeslagen in het geheugen van de camera en blijft bewaard ook als de camera wordt uitgeschakeld. - Als de opnamestand j, k, l of m is - Bij het fotograferen met V (auto met rode ogen-reductie) in A (auto) stand
De flitser gebruiken
De flitsstand instellen
1
Druk op m (activering flitser)-knop. • Flitser is ingeschakeld. • Wanneer de ingebouwde flitser wordt ingeklapt, wordt de flitsmodus vast ingesteld op W (Uit).
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
2
Druk op m (flitsstand) op de multi-selector. • De flitsstand wordt weergegeven.
3
Druk op H of I op de multi-selector om de gewenste flitstand te kiezen en druk vervolgens op de k knop.
Flits-stand
• De geselecteerde flitsstand wordt weergegeven. • Als u A (Automatisch) instelt, verschijnt het pictogram D gedurende een paar seconden ook al worden monitoraanduidingen (A17) weergegeven. • Als u niet binnen enkele seconden op de k knop drukt om een instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
B
1/250
F5.6
32
Flitser inschuiven
Wanneer de flitser niet wordt gebruikt, druk deze dan rustig omlaag.
37
De flitser gebruiken
B
Fotograferen bij weinig licht of met de flitser ingesteld op (W)Uit
• Gebruik een statief om de camera stabieler te maken tijdens opnamen en cameratrillingen te vermijden. Als de camera wordt ondersteund door een statief, stel Vibratiereductie (A193) dan in op Uit in het setup-menu (A185). • Het is mogelijk dat E wordt weergegeven in de opnamestand. Als E wordt weergegeven, wordt de ISO-waarde automatisch verhoogd. • Het is mogelijk dat de ruisonderdrukking in werking treedt onder bepaalde opnameomstandigheden, zoals fotograferen bij weinig licht. Als de ruisonderdrukking is geactiveerd, neemt het opslaan van de foto's iets langer in beslag. Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
38
B
Opmerking over het gebruik van de flitser
De weerkaatsing van het flitslicht door stofdeeltjes in de lucht kan lichte vlekjes in de foto’s veroorzaken. Om dit effect te verminderen, zet u de flitser op W (Uit) of maakt u foto’s met de flitser ingeklapt.
C
Flitseraanduiding
Het flitserlampje geeft de status van de flitser aan wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. • Aan: De flitser gaat af zodra u een foto maakt. • Knippert: Flitser wordt opgeladen. Wacht enkele seconden en probeer het opnieuw. • Uit: Flitser wordt niet gebruikt wanneer de foto wordt gemaakt.
C
Rode-ogenreductie
Deze camera heeft een functie voor geavanceerde rode-ogenreductie (“In-Camera Red-Eye Fix”). Voordat de hoofdflits afgaat, geeft de flitser eerst een paar zwakke flitsen af waardoor het rodeogeneffect wordt onderdrukt. Bovendien zal, als de camera een rood oog detecteert tijdens het opslaan van een opname, het betreffende gebied worden bewerkt om het rode oog te reduceren voordat de opname definitief wordt opgeslagen. Let op het volgende wanneer u foto's maakt: • Omdat de camera enkele voorflitsen afgeeft, is er een kleine vertraging tussen het moment waarop de ontspanknop wordt ingedrukt en het moment waarop de eigenlijke foto wordt gemaakt. • De tijd vereist om de foto op te slaan, neemt iets toe. • Geavanceerde rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren. • In sporadische gevallen zullen ook andere gebieden dan alleen rode ogen door de camera worden nabewerkt. Gebruik in zo’n geval een andere opnamestand en probeer het opnieuw. Als Rode-ogenreductie (A196) in het setup-menu wordt ingesteld op Voorflits uit, wordt de sluiter direct bediend zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
Foto’s maken met de zelfontspanner De zelfontspanner is geschikt voor het maken van groepfoto's en het reduceren van trillingen als de ontspanknop wordt ingedrukt. Bij gebruik van de zelfontspanner wordt een statief aanbevolen. Stel Vibratiereductie (A193) in het setup-menu (A185) in op Uit wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
1
Druk op n (zelfontspanner) op de multiselector. • Het zelfontspannermenu verschijnt.
Druk op H of I van de multi-selector om 10sA2s te selecteren en druk op k knop. • 10s (tien seconden): geschikt voor groepfoto's. • 2s (twee seconden): geschikt voor het voorkomen van cameratrilling. • De geselecteerde zelfontspannerstand wordt weergegeven. • Als de k knop niet binnen enkele seconden wordt ingedrukt, wordt de selectie geannuleerd.
3
Zelfontspanner
Kadreer het beeld en druk de ontspanknop half in. • De scherpstelling en belichting worden ingesteld.
4
1/250
F5.6
1/250
F5.6
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
2
Druk de ontspanknop helemaal in. • Het aantal seconden tot de opname wordt weergegeven. Het zelfontspannerlampje knippert terwijl de timer aftelt. Ongeveer 1 seconde voordat de sluiter wordt geopend, gaat het lampje continu branden. • Nadat de opname is gemaakt, wisselt de zelfontspanner OFF. • Als u de zelfontspanner wilt stoppen voordat de foto is genomen, drukt u nogmaals op de ontspanknop.
9
39
Scherpstelstand gebruiken Kies de scherpstelstand op basis van de te fotograferen scene. A
Autofocus De camera stelt automatisch scherp op het onderwerp. Gebruik deze stand indien de afstand tussen onderwerp en objectief 50 cm of meer resp. 2,2 m of meer bedraagt terwijl de camera helemaal is uitgezoomd.
D
Macro close-up
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
Gebruik deze stand voor close-ups van bloemen of kleine voorwerpen. De dichtstbijzijnde opnamepositie die mogelijk is kan verschillen, afhankelijk van de zoompositie. In de groothoekzoomstand waarin het F pictogram en de zoomindicator groen oplichten (groothoekzijde van het K pictogram), kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op een afstand van 10 cm vanaf het objectief. In de zoomstand met drie stappen vanaf de maximale groothoekstand tot de telestand, kan de camera scherpstellen op voorwerpen tot op een afstand van circa 1 cm vanaf het objectief.
B
Oneindig Gebruik deze stand voor het fotograferen door een ruit heen van onderwerpen die zich op enige afstand bevinden of voor het fotograferen van landschappen. Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelveld resp. de scherpstelaanduiding (A8) altijd groen op. Het is echter mogelijk dat de camera niet kan scherpstellen op objecten die te dicht in de buurt van de camera staan. De flitsstand wordt op W gezet (uit).
E
Handmatig scherpstellen De scherpstelling kan worden ingesteld op een voorwerp dat zich tussen 1 cm en oneindig bevindt van het objectief (A42).
Beschikbare scherpstelstanden in elk van de opnamestanden A
j, k, l, m, M
j
e
o
F
A (Autofocus)
w1
w1
–
w
w
w
D (Macro close-up)
w
w
–
–
–
–
w
–
–
–
–
–
–
–
B (Oneindig) E (handmatig scherpstellen) 1 2
C
w
w
–
w
y
2
Standaardinstelling voor elke opnamestand. De beschikbaarheid van de scherpstelstanden en de standaardinstelling hangt af van de gekozen opnamestand (A46 tot 59).
De instelling van de scherpstelstand
• Voor opnamestand j, k, l en m wordt de gewijzigde instelling van de scherpstelstand opgeslagen in het geheugen van de camera en blijft daarin opgeslagen, ook als de camera wordt uitgeschakeld. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
40
Scherpstelstand gebruiken
De scherpstelstand instellen
1
Druk op p (scherpstelstand) op de multi-selector. • Het scherpstelmenu verschijnt.
Scherpstelling
Druk op H of I op de multi-selector om de gewenste scherpstelstand te kiezen en druk vervolgens op de k knop. • De geselecteerde scherpstelstand wordt weergegeven. • Als u A (autofocus) instelt, verschijnt het pictogram P gedurende een paar seconden ook al worden monitoraanduidingen (A17) weergegeven. • Als u niet binnen enkele seconden op de k knop drukt om een instelling toe te passen, wordt de selectie geannuleerd.
C
1/250
F5.6
32
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
2
Macro close-up
Als de opnamestand j, k, l, m of M wordt gebruikt, terwijl Autofocus-stand (A101) is ingesteld op Fulltime-AF, blijft de camera scherpstellen totdat u de ontspanknop half indrukt; de scherpstelling wordt dan vergrendeld.. De camera geeft een geluidssignaal bij het scherpstellen. Bij andere opnamestanden wordt Fulltime-AF automatisch ingeschakeld zodra de macrostand wordt gekozen (m.u.v. Dierenportret onderwerpstand).
C
Oneindig
Als u “oneindig” kiest als scherpstelstand terwijl de camera in de stand A (auto) of een van de standen j, k, l, m en M staat, dan verschijnt het scherpstelveld niet op het scherm.
41
Scherpstelstand gebruiken
Handmatig scherpstellen gebruiken Kan worden gebruikt als de opnamestand is ingesteld op j, k, l, m, M of de Sport onderwerpstand. Kies een opnamestand met de keuzeknop (A44).
1
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
• Gebruik de multi-selector om E (handmatig scherpstellen) te selecteren en druk op de k knop. Scherpstelling • W wordt bovenaan de monitor weergegeven en het opnamegebied en het uitvergrote midden van de foto worden eveneens aangegeven.
2
Pas de scherpstelling aan. • Gebruik de multi-selector om de scherpstelling aan te passen terwijl u naar het beeld op de monitor kijkt. • Druk op H om scherp te stellen op ver verwijderde onderwerpen. • Druk op I om scherp te stellen op onderwerpen 1/250 dichtbij. • Druk de ontspanknop opnieuw half in om de compositie te controleren. Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
3
C
42
Druk op p (scherpstelstand) op de multi-selector om naar het setupmenu voor de scherpstelstand te gaan.
F5.6
Druk op de k knop. • De ingestelde scherpstelling wordt vergrendeld. U kunt gewoon fotograferen bij vergrendelde scherpstelling. • Als u de scherpstelling opnieuw wilt instellen, druk dan op de k knop om naar het scherm zoals weergegeven onder stap 2 te gaan. • Keer terug naar stap 1 en kies een andere instelling dan E om terug te keren naar de automatische scherpstelling.
1/125
F5.6
1342
E (Handmatig scherpstellen)
• Bij stap 2 duidt het cijfer bij de meter aan de rechterzijde van de monitor bij benadering de afstand (m) aan waarbij er op het onderwerp kan worden scherpgesteld wanneer de meter zich bij het midden bevindt. Afhankelijk van de zoomstand, wordt 1 (groothoekstand), 3 of 5 (telestand) weergegeven. Controleer het onderwerp op de monitor om na te gaan of er op het onderwerp is scherpgesteld. • Druk de ontspanknop half in om de scherptediepte te bekijken (het gedeelte voor en achter het onderwerp dat scherp wordt weergegeven). • Stel Zijzoomknop toewijzen (A198) in het setup-menu (A185) in op Handmatige scherpstelling om scherp te kunnen stellen met de zoomknop aan de zijkant in plaats van met H of I zoals in stap 2. • Digitale zoom is niet beschikbaar.
Helderheid instellen (belichtingscorrectie) Door de belichtingscorrectie in te stellen tijdens het fotograferen, kan de algemene beeldhelderheid van de foto's lichter of donkerder worden gemaakt.
1
Druk op o (belichtingscorrectie) van de multiselector. • Het overzicht belichtingscorrectie en het histogram worden weergegeven.
2
Selecteer H of I met de multi-selector om een correctiewaarde te kiezen.
Aanduiding belichtingscorrectie
+0.3
Histogram Belichtingscorrectiewaarde
3
Druk op k knop om de correctiewaarde in te stellen. • Als u niet op de k knop drukt binnen een paar seconden, wordt de selectie ingesteld en verdwijnt het instelmenu. • Als u voor de belichtingscorrectie een andere waarde dan 0.0 instelt, verschijnt deze waarde bij het pictogram H op de monitor.
4 C
+0.3
32
Druk op de ontspanknop om een foto te maken. • Om de belichtingscorrectie-instelling te annuleren, keert u terug naar stap 1 en wijzigt u de waarde naar 0.0.
Basisstappen voor foto’s maken en weergeven: A (Auto)-stand
• Kies een positieve (+) belichtingscorrectiewaarde om het beeld lichter te maken. • Kies een negatieve (–) belichtingscorrectiewaarde om het beeld donkerder te maken.
Belichtingscorrectiewaarde
• De belichtingscorrectiewaarde die wordt ingesteld in de standen j, k of l blijft bewaard in het camerageheugen ook als de camera wordt uitgeschakeld. • Als voor de opnamestand m (handmatig) (A74) is gekozen of voor de onderwerpstand Vuurwerk (A57) is ingesteld, kan de belichtingscorrectie niet worden gebruikt.
D
Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek met daarin de verdeling van de helderheidsniveaus in de foto. Gebruik het histogram als een richtlijn voor de belichting bij gebruik van de belichtingscorrectie en bij het fotograferen zonder flitser. • De horizontale as geeft het helderheidsniveau van de pixels aan, van links naar rechts oplopend van donker naar licht. De verticale as geeft aan hoeveel pixels van elk helderheidsniveau er in het beeld voorkomen • Door de belichtingscorrectie te verhogen, verschuift de helderheidsverdeling naar rechts, terwijl deze naar links verschuift zodra de belichtingscorrectie wordt verlaagd.
43
Meer over opname
Onderwerpen voor opname kiezen (keuzeknop) Draai de keuzeknop en zet het pictogram in lijn met de markering om een van de volgende opnamestanden te kiezen.
Autostand
j, k, l, m stand (A69) Meer over opname
Kies deze standen voor meer instelmogelijkheden voor sluitertijd en diafragma.
A Autostand (A28) Een automatische "richten en schieten"-stand aanbevolen als u voor het eerst met een digitale camera werkt.
M User setting (Gebruikersinstelling) (A108) Combinaties van instellingen die vaak worden gebruikt voor het maken van een foto kunnen worden opgeslagen. De opgeslagen instellingen kunnen direct worden opgeroepen voor opname door de keuzeknop naar M te draaien. F Slim portret stand (A65) De camera detecteert glimlachende gezichten en bedient de sluiter automatisch. De Huid verzachten functie zorgt ervoor dat de huid van mensen zachter wordt op de foto.
Onderwerpsstand (A45) Maak opnames met de juiste instellingen voor een onderwerp door een van de onderwerpstanden te kiezen.
y (onderwerp): Kies de gewenste onderwerpstand uit de 15 verschillende types en de camerainstellingen worden automatisch geoptimaliseerd voor de geselecteerde stand. In de Autom. scènekeuzekn.-stand kiest de camera automatisch de meest optimale onderwerpstand voor optimaal gebruiksgemak. j (Nachtlandschap): Produceert nachtlandschapfoto's met gereduceerde onscherpte en ruis of vangt de sfeer van een nachtlandschap in door een lange sluitertijd toe te passen. e (Nachtportret): De flitser ontsteekt om het te portretteren onderwerp in het licht te zetten, waarbij de sfeer van de avond of nacht wordt behouden. o (Tegenlicht): De flitser ontsteekt om te voorkomen dat het onderwerp in de schaduw blijft, of de HDR-functie kan worden gebruikt voor het fotograferen van onderwerpen met een groot contrast.
44
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) Als een van de volgende onderwerpen wordt gekozen met de keuzeknop of via het onderwerpmenu, worden de foto's gemaakt met de instellingen die zijn geoptimaliseerd voor het gekozen onderwerp.
j Nachtlandschap (A48) e Nachtportret (A49) R Tegenlicht (A50) Draai de keuzeknop naar j, e of R en maak de foto's.
y (Onderwerp)
scènekeuzekn. x Autom. (standaardinstelling) (A46)
i Schemering (A54)
b Portret (A51)
k Close-up (A55)
c Landschap (A51)
u Voedsel (A56)
d Sport (A52)
l Museum (A57)
f Party/binnen (A52)
m Vuurwerk (A57)
Z Strand (A53)
n Zwart-wit-kopie (A57)
z Sneeuw (A53)
p Panorama (A58)
h Zonsondergang (A53)
O Dierenportret (A59)
Meer over opname
Druk op de d knop om het onderwerpmenu weer te geven en kies een van de volgende onderwerpstanden.
Onderwerpmenu Autom. scènekeuzekn. Portret Landschap Sport Party/binnen Strand Sneeuw
• Voor onderwerpstanden waarbij gebruik wordt gemaakt van de flitser, moet u eraan denken om op de m (flash pop-up) knop te drukken om de flitser omhoog te zetten. • Kies een onderwerp in het onderwerpmenu en draai de zoomknop (A4) naar g (j) om de beschrijving (help) van dat onderwerp weer te geven Om terug te keren naar het vorige scherm, draait u de zoomknop nogmaals naar g (j).
C
Beeldkwaliteit en beeldformaat
Als u op de d knop drukt in onderwerpstand, kunt u Beeldkwaliteit (A83) en Beeldformaat (A84) instellen. Wijzigingen in de beeldkwaliteit en beeldformaat gelden voor alle opnamestanden (m.u.v. opnamestand M).
45
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
Fotograferen in Onderwerpstand gekozen door de camera (Autom. scènekeuzekn.) Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch van de volgende standen de meest optimale en kunt u op eenvoudige wijze fotograferen. • d: Auto stand (normaal opnemen)
• g: Nachtlandschap
• e: Portret
• i: Close-up
• f: Landschap
• j: Tegenlicht
• h: Nachtportret
Meer over opname
1
Draai de keuzeknop naar y.
2
Druk op d om het onderwerpmenu weer te geven, selecteer x Autom. scènekeuzekn. met de multiselector en druk op de k knop.
Onderwerpmenu
• Autom. scènekeuzekn. in ingeschakeld. • Als de flitser niet uitgeklapt is, verschijnt de melding De flitser is neergeklapt.. • Druk op m (flash pop-up)-knop om de flitser omhoog te zetten.
3
Kadreer het onderwerp en maak de foto. • Het onderwerpstand-pictogram wijzigt. • Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en de belichting in te stellen. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het AF-veld (actieve scherpstelveld) groen. • Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
46
Autom. scènekeuzekn. Portret Landschap Sport Party/binnen Strand Sneeuw
1/250
F5.6
1342
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
B
Opmerkingen over Automatische scènekeuzeknop
• Digitale zoom is niet beschikbaar. • Afhankelijk van de opname-omstandigheden, is het mogelijk dat de camera niet altijd de gewenste onderwerpstand kiest. Indien dit het geval is, ga dan naar A (Auto) stand (A28) of kies de gewenste onderwerpstand handmatig (A48).
C
Scherpstellen in Automatische scènekeuzeknop
• In Autom. scènekeuzekn. herkent de camera op het gezicht dat naar de camera kijkt en stelt hierop scherp (zie “Fotograferen met gezichtprioriteit” (A97) voor meer informatie). • Als het opnamestand-pictogram d of i (Close-up) is, selecteert de camera automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt op dezelfde manier als AF-veldstand (A95) is ingesteld op Automatisch.
C
• Als de camera overschakelt naar g (Nachtlandschap) terwijl Autom. scènekeuzekn. wordt gebruikt, gaat deze continu foto's maken, combineert de camera deze vervolgens tot een foto en slaat deze op. • Als de camera overschakelt naar h (Nachtportret) terwijl Autom. scènekeuzekn. wordt gebruikt, wordt de flitsstand vast ingesteld op lange sluitertijd met rode-ogenreductie voor het fotograferen van personen (de camera fotografeert nu niet continu). • Bij gebruik op een donkere locatie wordt een statief aanbevolen. Zet Vibratiereductie (A193) op Uit als u een statief gebruikt om de camera stil te houden.
C
Meer over opname
Fotograferen met Nachtlandschap en Nachtportret terwijl de Auto onderwerp selectie is geactiveerd
Flitser
• U (Auto) (standaardinstelling) of W (Uit) kunnen als flitsstandinstelling (A36) worden toegepast. - Als U (Auto) wordt toegepast, kiest de camera automatisch de meest optimale flitsstandinstelling voor de onderwerpstand die de camera zelf heeft gekozen. - Als W (Uit) is ingesteld, treedt de flitser niet in werking, zelfs niet als de flitser uitgeklapt is. • Wanneer u de flitser niet wilt gebruiken, kunt u fotograferen terwijl de flitser niet uitgeklapt is.
C
Functies beschikbaar in Automatische scènekeuzeknop
• De instellingen voor zelfontspanner (A39) en belichtingscorrectie (A43) kunnen worden aangepast. • De p (scherpstelstand) knop (A12, 40) op de multi-selector is niet beschikbaar.
47
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
Een onderwerpstand selecteren om te fotograferen (Functies) • De keuzeknop kan ook worden gebruikt om onderwerpen te kiezen tijdens de opname (A44). • Zie “Fotograferen in Onderwerpstand gekozen door de camera (Autom. scènekeuzekn.)” (A46) voor meer informatie over de Autom. scènekeuzekn. onderwerpstand. • De X die wordt getoond voor elk onderwerp, is de instelling voor de flitsstand als de flitser wordt uitgeklapt (A36). n is de instelling voor Zelfontspanner (A39), p is de instelling voor de scherpstelstand (A40) en o is de instelling voor de belichtingscorrectie (A43).
Q
j Nachtlandschap Meer over opname
Gebruik deze stand om de sfeer van nachtelijke landschappen te maken. Druk op de d knop om Uit de hand of Statief in Nachtlandschap te kiezen. • Uit de hand (standaardinstelling): Op deze wijze kunt u fotograferen met zo min mogelijk cameratrilling en ruis, ook al houdt u camera in de handen. - Het pictogram Y wordt weergegeven op het opnamescherm - Wanneer het pictogram j linksboven op de monitor groen wordt, druk dan de ontspanknop helemaal in om een reeks foto's te maken, die worden gecombineerd in een enkel beeld en opgeslagen. - Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden totdat een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto heeft gemaakt maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft. - De kijkhoek (beeldhoek) van de foto die wordt opgeslagen, zal smaller zijn dan het beeld dat op de monitor wordt weergegeven tijdens het maken van de foto. • Statief: Kies deze methode als de camera goed stevig is geplaatst, zoals op een statief. - Het pictogram Z wordt weergegeven op het opnamescherm - Vibratiereductie (A193) wordt automatisch ingesteld op Uit ongeacht de optie die geselecteerd is in het setup-menu (A185). - Druk de ontspanknop helemaal in om een enkele opname te maken met lange sluitertijden. • De camera stelt scherp op oneindig. Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelveld altijd groen op. Het is echter mogelijk dat de camera niet kan scherpstellen op objecten die te dicht in de buurt van de camera staan omdat de camera scherp stelt op oneindig. • Digitale zoom is niet beschikbaar. • AF-hulpverlichting (A196) brandt niet.
X *
48
W
n
Uit*
p
B
o
0.0*
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
Q: Ruisonderdrukking wordt toegepast voor opnames in een onderwerpstand met Q, dus kan het langer duren om ze op te slaan.
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
Q
e Nachtportret
Meer over opname
Gebruik deze stand voor het maken van portretten bij zonsondergang of 's avonds / 's nachts. De flitser wordt gebruikt om het onderwerp te verlichten terwijl de sfeer van de achtergrond behouden blijft. Druk op de d knop om Uit de hand of Statief in Nachtportret te kiezen. • Uit de hand: Op deze wijze kunt u fotograferen met zo min mogelijk cameratrilling en ruis, ook al houdt u camera in de handen. - Het pictogram Y wordt weergegeven op het opnamescherm - Wanneer het pictogram e linksboven op de monitor groen wordt, druk dan de ontspanknop helemaal in om een reeks foto's te maken, die worden gecombineerd in een enkel beeld en opgeslagen. - Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden totdat een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto heeft gemaakt maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft. - De kijkhoek (beeldhoek) van de foto die wordt opgeslagen, zal smaller zijn dan het beeld dat op de monitor wordt weergegeven tijdens het maken van de foto. - Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu fotografeert, zal de foto vervormd zijn, overlap vertonen of onscherp zijn. • Statief (standaardinstelling): Kies deze methode als de camera goed stevig is geplaatst, zoals op een statief. - Het pictogram Z wordt weergegeven op het opnamescherm - Vibratiereductie (A193) wordt automatisch ingesteld op Uit ongeacht de optie die geselecteerd is in het setup-menu (A185). - Druk de ontspanknop helemaal in om een enkele opname te maken met lange sluitertijden. • Foto's maken met de flitser uitgeschoven. • Digitale zoom is niet beschikbaar. • De camera herkent en stelt scherp op het gezicht dat naar de camera kijkt (zie “Fotograferen met gezichtprioriteit” (A97) voor meer informatie). - Als de camera meerdere gezichten herkent, wordt scherpgesteld op het gezicht dat zich het dichtst bij de camera bevindt. - Nadat de functie Huid verzachten ervoor heeft gezorgd dat de huid van mensen zachter wordt (max. drie personen), slaat de camera de foto op (A66). - Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld. X 1 2
V1
n
Uit2
p
A
o
0.02
Invulflits wordt gebruikt met rode-ogenreductie. Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
Q: Ruisonderdrukking wordt toegepast voor opnames in een onderwerpstand met Q, dus kan het langer duren om ze op te slaan.
49
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) o Tegenlicht Gebruik deze stand wanneer het licht van achter het onderwerp komt, waardoor een gezicht of andere belangrijke details in de schaduw liggen. Druk op de d knop om HDR (high dynamic range) samengesteld beeld-instellingen aan te passen in HDR op het te fotograferen onderwerp. • Als HDR wordt ingesteld op Uit (standaardinstelling): De flitser ontsteekt om te voorkomen dat het onderwerp in de schaduw blijft. - Foto's maken met de flitser uitgeschoven. - Druk de ontspanknop helemaal in om een enkele opname te maken. Meer over opname
• Wanneer HDR wordt ingesteld op Aan. Gebruik deze instelling om foto's te maken in situaties waarin zowel zeer heldere als zeer donkere delen binnen het fotokader vallen. - Het pictogram ZP wordt weergegeven op het opnamescherm Als er zeer heldere delen en zeer donkere delen in eenzelfde beeld zijn, wordt het o pictogram groen. - Digitale zoom is niet beschikbaar. - Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera een reeks foto's op hoge sluitersnelheid en slaat de volgende twee beelden op. - Een foto verwerkt via D-Lighting (A149) tijdens het fotograferen - HDR samengesteld beeld (de effecten van over- en onderbelichting worden gereduceerd) - Het tweede beeld dat wordt opgeslagen, is een HDR samengesteld beeld. Als slechts één beeld kan worden opgeslagen, wordt het beeld verwerkt via D-Lighting opgeslagen. - Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden totdat een foto wordt weergegeven. Nadat een foto is genomen, kan het enige tijd in beslag nemen om deze op te slaan. Zet de camera niet uit voordat de monitor weer het opnamescherm weergeeft. - De kijkhoek (beeldhoek) van de foto die wordt opgeslagen, zal smaller zijn dan het beeld dat op de monitor wordt weergegeven tijdens het maken van de foto. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. m 1 2
50
m/W1
n
Uit2
p
A
o
Als HDR is ingesteld op Uit, wordt de flitsstand vast ingesteld op X (invulflits). Als HDR is ingesteld op Aan, wordt de flitsstand vast ingesteld op W (uit). Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
0.02
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
X *
V*
n
Uit*
p
A
o
0.0*
o
0.0*
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
y M c Landschap Gebruik deze stand voor levendige landschappen en stadsgezichten. • De camera stelt scherp op oneindig. Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelveld resp. de scherpstelaanduiding (A8) altijd groen op. Het is echter mogelijk dat de camera niet kan scherpstellen op objecten die te dicht in de buurt van de camera staan omdat de camera scherp stelt op oneindig. • AF-hulpverlichting (A196) brandt niet. X *
W
n
Uit*
p
B
Meer over opname
y M b Portret Gebruik deze stand voor portretten. • De camera herkent en stelt scherp op het gezicht dat naar de camera kijkt (zie “Fotograferen met gezichtprioriteit” (A97) voor meer informatie). • Als de camera meerdere gezichten herkent, wordt scherpgesteld op het gezicht dat zich het dichtst bij de camera bevindt. • Nadat de functie Huid verzachten ervoor heeft gezorgd dat de huid van mensen zachter wordt (max. drie personen), slaat de camera de foto op (A66). • Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld. • Digitale zoom is niet beschikbaar.
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
51
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) y M d Sport
Meer over opname
Gebruik deze stand voor dynamische actiefoto’s waarbij de beweging in één foto of in een reeks foto’s wordt vastgelegd. In de opnamestand sport continu kunt u bewegende onderwerpen goed fotograferen. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. De camera blijft continu scherpstellen totdat u de ontspanknop half indrukt om de scherpstelling te vergrendelen. • Terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera foto's max. vijf foto's met een snelheid van circa acht beelden per seconde (bps) wanneer Beeldkwaliteit is ingesteld op Normal en Beeldformaat is ingesteld op F 4000×3000. • Bij alle opnames uit de reeks wordt de scherpstelling, belichting en witbalans aangehouden die de camera voor de eerste opname uit de reeks heeft ingesteld. • Het aantal beelden per seconde bij continu-opnames hangt af van de instelling voor beeldkwaliteit en beeldformaat en van de gebruikte geheugenkaart. • AF-hulpverlichting (A196) brandt niet. X 1 2
W
n
Uit
p
A1
o
0.02
o
0.02
E (handmatig scherpstellen) kan worden geselecteerd. Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
y M f Party/binnen Geschikt voor het maken van foto’s tijdens feestjes. Het effect van kaarslicht en andere achtergrondverlichting binnenshuis wordt vastgelegd. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • Foto’s worden nadelig beïnvloed door cameratrilling. Houd daarom de camera stevig vast. Bij het fotograferen bij weinig licht wordt geadviseerd een statief te gebruiken. Zet Vibratiereductie (A193) op Uit als u een statief gebruikt om de camera stil te houden tijdens het maken van opnames. X 1 2
52
V1
n
Uit2
p
A
Lange sluitertijd en rode-ogenreductie kan worden gebruikt. Andere instellingen kunnen worden geselecteerd. Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) y M Z Strand Voor heldere onderwerpen, zoals stranden of watervlakten. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
X *
U*
n
Uit*
p
A
o
0.0*
o
0.0*
o
0.0*
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
y M z Sneeuw
X *
U*
n
Uit*
p
A
Meer over opname
Voor heldere onderwerpen zoals sneeuwvlakten. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
O
y M h Zonsondergang
De diepe kleuren van zonsondergangen en zonsopgangen blijven behouden. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
X *
W*
n
Uit*
p
A
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
O: Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken bij onderwerpen waarbij O wordt weergegeven. Zet Vibratiereductie (A193) op Uit als u een statief gebruikt om de camera stil te houden.
53
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
OQ
y M i Schemering
De kleuren van het zwakke, natuurlijke licht vóór zonsopgang en na zonsondergang blijven behouden. • De camera stelt scherp op oneindig. Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelveld resp. de scherpstelaanduiding (A8) altijd groen op. Het is echter mogelijk dat de camera niet kan scherpstellen op objecten die te dicht in de buurt van de camera staan omdat de camera scherp stelt op oneindig. • AF-hulpverlichting (A196) brandt niet. X Meer over opname
54
*
W
n
Uit*
p
B
o
0.0*
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
O: Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken bij onderwerpen waarbij O wordt weergegeven. Zet Vibratiereductie (A193) op Uit als u een statief gebruikt om de camera stil te houden. Q: Ruisonderdrukking wordt toegepast voor opnames in een onderwerpstand met Q, dus kan het langer duren om ze op te slaan.
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) y M k Close-up Voor het fotograferen van bloemen, insecten en andere kleine voorwerpen op korte afstand. • De instelling voor de scherpstelstand (A40) wordt gewijzigd naar D (macro close-up) en de camera zal automatisch de zoomstand kiezen waarmee op de kortste afstand kan worden scherpgesteld. • De kortste afstand waarop de camera kan scherpstellen, is afhankelijk van de zoomstand.In de groothoekzoomstand waarin het F pictogram en de zoomindicator groen oplichten (groothoekzijde van het K pictogram), kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op een afstand van 10 cm vanaf het objectief. In de zoomstand met drie stappen vanaf de • AF-veldstand wijzigt naar Handmatig waarna het mogelijk is om het scherpstelveld te kiezen (A95). Druk op de k knop en draai de multi-selector of druk op H, I, J of K om het scherpstelveld te verplaatsen. Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan. - Flitsmodus of zelfontspanner - Belichtingscorrectie • De camera blijft continu scherpstellen met autofocus totdat u de ontspanknop half indrukt om de scherpstelling te vergrendelen. • Foto's worden nadelig beïnvloed door cameratrilling; controleer dan ook of Vibratiereductie (A193) is geactiveerd en houd de camera stevig vast. X 1 2
W1
n
Uit2
p
p
o
Meer over opname
maximale groothoekstand tot de telestand, kan de camera scherpstellen op voorwerpen tot op een afstand van circa 1 cm vanaf het objectief.
0.02
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd. Denk er wel aan dat de flitser onderwerpen op minder dan 50 cm afstand mogelijk niet geheel kan uitlichten. Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
55
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) y M u Voedsel Gebruik deze stand voor het maken van foto’s van voedsel. • De instelling voor de scherpstelstand (A40) wordt gewijzigd naar D (macro close-up) en de camera zal automatisch de zoomstand kiezen waarmee op de kortste afstand kan worden scherpgesteld. • De kortste afstand waarop de camera kan scherpstellen, is afhankelijk van de zoomstand.In de groothoekzoomstand waarin het F pictogram en de zoomindicator groen oplichten (groothoekzijde van het K pictogram), kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op een afstand van 10 cm vanaf het objectief. In de zoomstand met drie stappen vanaf de maximale groothoekstand tot de telestand, kan de camera scherpstellen op voorwerpen tot op een afstand van circa 1 cm vanaf het objectief. Meer over opname
• U kunt de kleuraandelen instellen met een schuifknop links van de monitor. Druk op H van de multi-selector om het roodaandeel te verhogen en op I om het blauwaandeel te verhogen. De kleurinstellingen worden opgeslagen in het geheugen van de camera en blijven bewaard ook als de camera wordt uitgeschakeld.
1/250
F5.6
1342
• AF-veldstand wijzigt naar Handmatig waarna het mogelijk is om het scherpstelveld te kiezen (A95). Druk op de k knop en draai de multi-selector of druk op H, I, J of K om het scherpstelveld te verplaatsen. Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan. - Kleurinstelling - Zelfontspanner - Belichtingscorrectie • De camera blijft scherpstellen totdat de scherpstelling wordt geblokkeerd door de ontspanknop half in te drukken. • Foto's worden nadelig beïnvloed door cameratrilling; controleer dan ook of Vibratiereductie (A193) is geactiveerd en houd de camera stevig vast. X *
56
W
n
Uit*
p
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
p
o
0.0*
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) y M l Museum Gebruik deze stand binnen als flitsen verboden is (bijvoorbeeld in musea en galeries), of in andere situaties waarin u geen flitser wilt gebruiken. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • BSSBij het maken van de opname kan BBS (Best Shot Selector) (A76) worden gebruikt. • Foto's worden nadelig beïnvloed door cameratrilling; controleer dan ook of Vibratiereductie (A193) is geactiveerd en houd de camera stevig vast. • AF-hulpverlichting (A196) brandt niet. X
n
Uit1
p
A2
o
0.01
o
0.0
o
0.01
Meer over opname
1 2
W
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd. Ook D (macro close-up) kan worden geselecteerd.
O
y M m Vuurwerk
Er worden lange sluitertijden gebruikt om de lichtsporen van vuurwerk vast te leggen. • De camera stelt scherp op oneindig. Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelaanduiding (A8) altijd groen op. Het is echter mogelijk dat de camera niet kan scherpstellen op objecten die te dicht in de buurt van de camera staan omdat de camera scherp stelt op oneindig. • AF-hulpverlichting (A196) brandt niet. X
W
n
Uit
p
B
y M n Zwart-wit-kopie Voor scherpe opnames van teksten of tekeningen op een whiteboard of in drukwerk. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • Gebruik p (macro close-up) in de scherpstelstand (A40) voor het fotograferen van onderwerpen op korte afstand. • Gekleurde tekst en tekeningen worden mogelijk niet goed vastgelegd. X 1 2
W1
n
Uit1
p
A2
Andere instellingen kunnen worden geselecteerd. Ook D (macro close-up) kan worden geselecteerd.
O: Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken bij onderwerpen waarbij O wordt weergegeven. Zet Vibratiereductie (A193) op Uit als u een statief gebruikt om de camera stil te houden.
57
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) y M p Panorama
Gebruik deze stand voor het maken van panoramafoto's. Selecteer Eenvoudig panorama of Panorama assist op het scherm dat wordt weergegeven als de p Panorama onderwerpstand is gekozen.
Meer over opname
• Eenvoudig panorama (standaardinstelling): Maakt panoramafoto's die kunnen worden weergegeven op de camera door de camera in de richting te bewegen waarin u een panoramafoto wilt maken. ➝ Zie “Fotograferen met Eenvoudig panorama” (A60). ➝ Zie “Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama bekijken” (A62).
• Panorama assist: Maakt meerdere foto's en laat de overgangen zien. Zet foto’s over naar een computer (Panorama Maker 5) en gebruik de meegeleverde (A177) software om ze samen te voegen tot één panorama. ➝ Zie “Foto's maken met Panorama-assistent” (A63).
X
n
Uit2
p
A3
o
0.04
4
Bij fotograferen in Panorama assist, kunnen andere instellingen worden geselecteerd. Bij fotograferen in Panorama assist is de zelfontspanner beschikbaar. Bij fotograferen in Eenvoudig panorama, kan B (oneindig) worden geselecteerd. Bij fotograferen in Panorama assist kan D (macro close-up) resp. B (oneindig) worden geselecteerd. Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
B
Opmerking over Panoramafoto's afdrukken
1 2 3
58
W1
Bij het afdrukken van panoramafoto's is het mogelijk dat het beeld niet volledig wordt afgedrukt, afhankelijk van de instellingen van de printer. Verder kan het niet mogelijk zijn om een afdruk te maken, afhankelijk van het type printer. Voor meer informatie, zie de handleiding bij uw printer of neem contact op met een digitaal fotolab.
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand) y M O Dierenportret Gebruik deze stand voor het maken van foto's van honden en katten. De camera detecteert dan het gezicht van een hond of kat en stelt vervolgens daarop scherp. Zodra er op het voorwerp scherpgesteld is, ontspant de sluiter automatisch (Dierenp. autom. ontsp. (standaardinstelling)) en maakt de camera drie foto's. • Gedetecteerde gezichten worden weergegeven met een dubbele rand en zodra een gezicht scherp is, verandert deze naar groen. De camera kan maximaal 5 gezichten tegelijkertijd van huisdieren herkennen. Als de camera meerdere gezichten herkent, wordt een dubbele rand weergegeven rond het grootste gezicht op de monitor en enkele randen rond de andere gezichten.
F5.6 F5.
1342
X 1 2 3
W
n
Y1
p
A2
o
Uit kan worden geselecteerd. De zelfontspanner 10s of 2s kan niet worden gebruikt. Ook D (macro close-up) kan worden geselecteerd. Andere instellingen kunnen worden geselecteerd.
Meer over opname
1/250
• Zelfs als een gezicht van een huisdier niet wordt herkend, druk de ontspanknop dan in om de sluiter te bedienen. - Als de camera geen gezicht van een huisdier herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld. • Druk op de V (continu-opnamestand) knop (A4) om de instellingen voor continu opname te wijzigen. - Enkelvoudig: Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto. Als Enkelvoudig is geselecteerd, wordt U weergegeven op het opnamescherm. - Continu (standaardinstelling): In Dierenp. autom. ontsp. (standaardinstelling), maakt de camera drie foto's wanneer er op het gedetecteerde gezicht is scherpgesteld (beeldsnelheid: Tot ca. 1,8 bps als de beeldkwaliteit is ingesteld op Normal en het beeldformaat op F 4000×3000). Wanneer Dierenp. autom. ontsp. niet wordt gebruikt, maakt de camera ca. 24 foto's met een beeldsnelheid tot ca. 1,8 beelden per seconde zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt (als de beeldkwaliteit Normal en het beeldformaat F 4000×3000 is). Als Continu is geselecteerd, wordt het pictogram V weergegeven op het opnamescherm. • Druk op J (n) van de multi-selector om de huisdierportrettimerinstellingen te wijzigen. - Dierenp. autom. ontsp. (standaardinstelling): Als de camera een gezicht detecteert, ontspant automatisch de sluiter. Als Dierenp. autom. ontsp. is geselecteerd, wordt het pictogram d weergegeven op het opnamescherm. - Uit: Druk op de ontspanknop om de sluiter te bedienen. • Dierenp. autom. ontsp. wordt automatisch op Uit gezet in de volgende situaties. - Als de continu-opnamestand is gekozen in combinatie met de huisdierportrettimer, wordt vijf keer ontspannen. - Wanneer de camerafunctie wordt hervat vanuit standby-stand (A23) om energie te sparen - Wanneer het intern geheugen of de geheugenkaart vol raakt Druk, om door te kunnen fotograferen met Dierenp. autom. ontsp., op J (n) van de multiselector en reset. • Digitale zoom is niet beschikbaar. • AF-hulpverlichting (A196) brandt niet. Knop- of sluitergeluiden (A199) zijn uitgeschakeld. • In sommige gevallen worden honden of katten niet gedetecteerd of worden andere dieren gedetecteerd, afhankelijk van de afstand tussen de camera en het huisdier, waarheen het huisdier kijkt, hoe snel dit beweegt, hoe helder het in de ruimte is en andere opnameomstandigheden.
0.03
59
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
Fotograferen met Eenvoudig panorama
Meer over opname
1
Draai de keuzeknop naar y.
2
Druk op de d knop om het onderwerpmenu weer te geven, selecteer p Panorama met de multi-selector en druk op de k knop.
3
Selecteer V Eenvoudig panorama en druk op de k knop.
4
Selecteer het opnamebereik uit W Norm. (180°) of X Breed (360°) en druk op de k knop.
Onderwerpmenu Panorama Dierenportret Beeldkwaliteit Beeldformaat
Panorama Eenvoudig panorama Panorama assist
Eenvoudig panorama Norm. (180°) Breed (360°)
• Het afbeeldingsformaat (B × H) als de camera in liggende stand wordt gehouden, is als volgt: - W Norm. (180°): 3200 × 560 als de camera horizontaal wordt verplaatst, resp. 1024 × 3200 als de camera vertikaal wordt verplaatst - X Breed (360°): 6.400 × 560 als de camera horizontaal wordt verplaatst, resp. 1.024 × 6.400 als de camera vertikaal wordt verplaatst • Voor het beeldformaat in het geval dat de camera “rechtop” op wordt gehouden, geldt dat de combinaties van de verplaatsingsrichting en de B × H tegengesteld zijn aan het bovenstaande.
60
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
5
Kadreer het eerste gedeelte van het panorama en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. • De zoom is vast ingesteld aan groothoekzijde. • Het raster wordt weergegeven op het scherm. 1/250 F5.6 • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • De Belichtingscorrectie (A43) kan worden aangepast. • Als de scherpstelling of belichting niet kan worden ingesteld voor het hoofdonderwerp, probeer dan om de scherpstelling (A33) te vergrendelen.
Druk de ontspanknop helemaal in en laat deze direct weer los.
Meer over opname
6
1342
• Het pictogram I dat de panoramarichting aangeeft, wordt weergegeven.
7
Verplaats de camera langzaam en in een rechte lijn in een van de vier richtingen om de opname te starten. • Zodra de camera de panoramarichting detecteert, start de opname. • De aanduiding op het scherm geeft de actuele opnamepositie weer. • Wanneer de aanduiding van de actuele opnamepositie het eind van het panorama bereikt, stopt de opname.
Aanduiding
Voorbeeld hoe de camera kan worden verplaatst
• Houd de camera stevig vast en verplaats deze horizontaal of verticaal, alsof u een boog tekent. • Beweeg de camera binnen ca. 15 seconden (wanneer het panoramabereik 180° is) of binnen ca. 30 seconden (wanneer het panoramabereik 360° is) van begin- tot eindpunt.
61
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
B
Opmerkingen over Eenvoudig panorama
• De beeldhoek van de foto die wordt opgeslagen, zal smaller zijn dan het beeld dat op de monitor wordt weergegeven tijdens het maken van de foto. • Als de camera te snel wordt verplaatst en deze overmatig wordt bewogen, stopt de opname en wordt een foutmelding weergegeven. • De panoramafoto's worden niet opgeslagen als de opname stopt voordat minimaal de helft van het panorama is gefotografeerd. • Zodra meer dan de helft van het panorama is gefotografeerd, maar de opname toch afbreekt, zal het gedeelte dat nog niet is gefotografeerd grijs worden weergegeven.
Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama bekijken
Meer over opname
Schakel om naar weergavestand (A34, 111), geef de foto die is opgenomen met Eenvoudig panorama weer in schermvullende weergave en druk op de k knop. Geef de korte zijde van de geselecteerde foto schermvullend weer en scroll de foto automatisch.
2011/05/15 15:30 15/05/2011 0004.JPG
4 132
• De foto wordt gescrolld in de richting van de panorama-opname. • Druk op de multi-selector om snel vooruit of terug te spoelen. Boven in de monitor worden bedieningsknoppen weergegeven. Als u een bedieningsknop kiest metJ of K van de multi-selector en vervolgens op de k knop drukt, kunnen de volgende bewerkingen worden uitgevoerd. Functie
Knop
Beschrijving
Terugspoelen
A
Scroll snel terug terwijl u de knop k ingedrukt houdt.
Vooruitspoelen
B
Scroll snel vooruit terwijl u de knop k ingedrukt houdt.
Pauze
E
Einde
G
In de pauzestand kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd met de weergaveknoppen boven de monitor. Film wordt teruggespoeld zolang u de knop k ingedrukt C houdt.* Film wordt vooruitgespoeld zolang u de knop k D ingedrukt houdt.* F
Herstart het automatisch vooruitspoelen.
Terug naar de schermvullende weergave
* U kunt door de foto’s stappen door aan de instelschijf te draaien.
B 62
Opmerking over Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama bekijken
Het is mogelijk dat niet door panoramafoto's gemaakt met functies anders dan Eenvoudig panorama van COOLPIX P500 kan worden gestapt resp. niet daarop kan worden ingezoomd op deze camera.
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
Foto's maken met Panorama-assistent De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. De compositie wordt gemakkelijker als een statief wordt gebruikt. Als de camera wordt ondersteund door een statief, stel Vibratiereductie (A193) dan in op Uit in het setup-menu (A185).
Draai de keuzeknop naar y.
2
Druk op de d knop om het onderwerpmenu weer te geven, selecteer p Panorama met de multi-selector en druk op de k knop.
3
Selecteer U Panorama assist en druk op de k knop. • Het pictogram (I) verschijnt om de richting aan te geven waarin de foto’s voor het panorama worden samengevoegd.
4
Onderwerpmenu Panorama Dierenportret Beeldkwaliteit Beeldformaat
Meer over opname
1
Panorama Eenvoudig panorama Panorama assist
Gebruik de multi-selector om de richting te selecteren en druk op de k knop. • Selecteer de richting waarin foto's in het panorama worden samengevoegd: rechts (I), links (J), omhoog (K) of omlaag (L). 1342 1/250 F5.6 • Het gele pictogram (II) verschuift in de richting die wordt ingedrukt; druk op de k knop om de gewenste richting te kiezen. Een wit pictogram (I) wordt getoond in de geselecteerde richting. • Indien nodig kunt u hierbij de flitsstand (A36), de zelfontspanner (A39), de scherpstelstand (A40) en de belichtingscorrectie (A43) activeren. • Druk op de k knop om de richting te veranderen.
63
Aangepast op onderwerp fotograferen (onderwerpstand)
5
Kadreer het eerste gedeelte van het panorama en maak de eerste opname. • 1/3 van het beeld zal doorschijnend worden weergegeven. 1/250
6
1342
Maak de volgende opname.
Meer over opname
• Kadreer de volgende foto zodanig dat ca. 1/3 van het kader overlapt met de voorgaande foto en druk vervolgens op de ontspanknop. • Herhaal dit totdat u genoeg foto’s hebt genomen voor een compleet beeld.
7
F5.6
Einde
1341
Nadat u alle foto’s hebt gemaakt, drukt u op de k-knop. • De camera keert terug naar stap 4.
B
Opmerkingen over Panorama-assistent
• Stel de flitsstand, zelfontspanner, scherpstelstand en belichtingscorrectie in voordat u de sluiter ontspant voor de eerste foto. De instellingen kunnen niet worden gewijzigd nadat de eerste foto is gemaakt. Foto's kunnen niet worden gewist en de zoom, Beeldkwaliteit (A83) of Beeldformaat (A84) kunnen niet worden gewijzigd, nadat de eerste foto is gemaakt. • De opname van de reeks foto’s voor het panorama wordt beëindigd als de functie Automatisch uit (A199) de stand-bystand activeert tijdens de opname. Aangeraden wordt om een langere tijd in te stellen voor de functie Auto uit om dit te voorkomen.
D
R (belichtingsvergrendeling) aanduiding
Bij gebruik van de Panorama-assistent, krijgen alle foto's in het panorama dezelfde belichting, witbalans en scherpstelling als de eerste foto van het panorama. Zodra de eerste foto is genomen, verschijnt R om aan te geven dat de belichting, witbalans en scherpstelling vergrendeld zijn.
D
Einde
1341
Panorama's maken
Zet foto’s over naar een computer (A174) en gebruik Panorama Maker 5 (A177) om ze samen te voegen tot één panorama. Installeer Panorama Maker 5 op een computer met de meegeleverde ViewNX 2 cd-rom.
D 64
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Fotograferen van glimlachende gezichten (Intelligente portretstand) In de standaardinstelling detecteert de camera glimlachende gezichten m.b.v. de gezichtprioriteit en bedient daarop de sluiter automatisch (glimlachtimer). De Huid verzachten functie zorgt ervoor dat de huid van mensen zachter wordt op de foto.
1
Draai de keuzeknop naar F (Slim portret). • De camera gaat naar de intelligent portret-stand.
2
Kadreer het beeld.
3
Meer over opname
• Richt de camera op het onderwerp. • Zodra de camera een gezicht herkent, verschijnt een dubbele rand rondom het scherpstelveld waarbinnen het gezicht zich bevindt. 1/250 F5.6 1/25 • De camera kan maximaal 3 gezichten herkennen. Als meer dan 1 gezicht wordt herkend, wordt op het gezicht dat zich het dichtst bij het midden van het beeld bevindt, gekadreerd met een dubbele rand, terwijl de overige een enkele rand krijgen. • Als meer dan één gezicht wordt gedetecteerd, druk dan op de k knop om het gezicht te kiezen waarop moet worden scherpgesteld. Druk op J of K op de multi-selector om het gezicht te kiezen waarop moet worden scherpgesteld en druk op de k knop.
De sluiter ontspant automatisch. • Zodra de camera detecteert dat een glimlach verschijnt op het gezicht van degene die zich in het kader met dubbele rand bevindt, zorgt de Glimlachtimer functie (A67) ervoor dat de sluiter automatisch wordt ontspant. • Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt automatisch fotograferen met Detectie van glimlachende gezichten en Gezichtsdetectie herhaald.
4
Beëindig het fotograferen. • Om automatisch fotograferen van glimlachende gezichten te beëindigen, kunt u de camera uit zetten, Glimlachtimer op Uit zetten of de keuzeknop naar een andere opnamestand draaien.
65
Fotograferen van glimlachende gezichten (Intelligente portretstand)
B
Opmerkingen over Intelligent portret
• Digitale zoom is niet beschikbaar. • Onder bepaalde opnamecondities is het mogelijk dat gezichten en glimlachende gezichten niet correct worden herkend. • Zie “Opmerkingen over gezichtprioriteit” (A98) voor meer informatie.
B
Opmerkingen over huid verzachten
Meer over opname
• Als foto's worden gemaakt met huid verzachten geactiveerd, duurt het iets langer totdat de foto's zijn opgeslagen. • Afhankelijk van de opnamecondities is het mogelijk dat de camera weliswaar een gezicht detecteert op de monitor bij het maken van de opname, maar dat de huid verzachten functie geen zichtbaar resultaat oplevert of dat andere delen van de foto zijn behandeld in plaats van het gezicht. Als het gewenste effect niet wordt bereikt, zet Huid verzachten dan op Uit en maak nog een foto. • De mate waarin de huid wordt verzacht, kan niet worden ingesteld in e (Nachtportret) of Portret onderwerpstanden. • Huid verzachten kan ook worden toegepast op reeds gemaakte foto's (A150).
C
Automatische uitschakeling bij gebruik van de glimlachtimer
Als Glimlachtimer is ingesteld op Aan, zal de automatische uitschakeling (A199) de camera uit zetten in de volgende gevallen indien geen actie wordt uitgevoerd. • De camera kan geen gezicht detecteren. • De camera heeft een of meerdere gezichten gedetecteerd, maar kan geen lachend gezicht vinden.
C
Als het zelfontspannerlampje knippert
Als de glimlachtimer wordt gebruikt, zal het zelfontspannerlampje gaan knipperen zodra de camera een gezicht detecteert en kort oplichten direct nadat de sluiter is bediend.
C
De sluiter handmatig bedienen
De sluiter kan ook worden bediend door de ontspanknop in te drukken. Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld.
C
Beschikbare functies in Intelligent portret-stand
• De flitsstand wordt gedeactiveerd zodra Knipperdetectie wordt ingesteld op Aan. De flitsstand (A36) wisselt naar U (auto) zodra Knipperdetectie wordt ingesteld op Uit (andere instellingen kunnen worden geselecteerd). • Als Glimlachtimer wordt ingesteld op Uit, kan de zelfontspanner (A39) worden ingesteld. • De scherpstelstand is ingesteld op A (oneindig). • De Belichtingscorrectie (A43) kan worden aangepast. • Als u op d knopt drukt om naar het F (Slim portret) menu te gaan, kunt u vervolgens de instellingen voor Beeldkwaliteit, Beeldformaat, Huid verzachten, Glimlachtimer, of Knipperdetectie wijzigen.
D
Meer informatie
Zie “Autofocus” (A33) voor meer informatie.
66
Fotograferen van glimlachende gezichten (Intelligente portretstand)
Intelligent portret-menu In de Intelligent portretstand kunnen de volgende functies worden ingesteld als de d knop (A13) wordt ingedrukt om het F intelligent portretmenu weer te geven. • Glimlachtimer en Knipperdetectie kunnen niet tegelijk worden ingesteld. Beeldkwaliteit De instellingen voor Beeldkwaliteit (A83) kunnen worden gewijzigd. Wijzigingen in de beeldkwaliteit en beeldformaat gelden voor alle opnamestanden (m.u.v. opnamestand M). Beeldformaat
Huid verzachten Huid verzachten instellen. Nadat de sluiter is ontspannen, detecteert de camera max. drie gezichten en verwerkt het beeld zodanig dat deze zachter gaan uitzien en slaat de foto dan pas op. Het effect van deze functie kan worden ingesteld op Hoog, Normaal (standaardinstelling) of Laag. Als Uit wordt geselecteerd, wordt Huid verzachten uitgeschakeld. • Als Huid verzachten is ingeschakeld, verschijnt het betreffende pictogram op de monitor tijdens de opname (A8). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven. De effecten van het verzachten van de huid kan niet worden bekeken op de monitor tijdens het fotograferen. Bekijk de foto's dan ook na de opname om het resultaat te beoordelen.
Meer over opname
De instellingen voor Beeldformaat (A84) kunnen worden gewijzigd. Wijzigingen in het beeldformaat gelden voor alle opnamestanden (m.u.v. opnamestand M).
Glimlachtimer • Aan (standaardinstelling): Als onder de gedetecteerde gezichten een glimlach wordt herkend binnen de dubbele rand, zal de camera automatisch de sluiter ontspannen. Als de flitser niet in werking treedt, zal de sluiter vijf keer per opname worden bediend en zal de foto waarop de meeste mensen glimlachen worden opgeslagen. • Uit: De camera ontspant de sluiter niet automatisch bij gebruik van de glimlachtimer; de sluiter wordt uitsluitend bediend nadat de ontspanknop is ingedrukt. • Als de glimlachtimer wordt geactiveerd, wordt de actuele instelling weergegeven tijdens het fotograferen (A8). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
67
Fotograferen van glimlachende gezichten (Intelligente portretstand) Knipperdetectie
Meer over opname
68
Als deze functie Aan wordt gezet, wordt de sluiter bij elke foto vijf keer bediend nadat de ontspanknop volledig is ingedrukt; de camera kiest vervolgens één opname waarin de ogen van het onderwerp open zijn en slaat deze op. • De boodschap rechts verschijnt korte tijd op de monitor als de camera heeft een foto opslaat waarop iemand waarschijnlijk knipperde met de Er werd geknipperd op de foto die zojuist werd genomen. ogen. • Als Knipperdetectie op Aan wordt gezet, wordt Glimlachtimer Uit gezet. Druk op de ontspanknop om de sluiter te bedienen. • Als deze functie Aan wordt gezet, kan de flitser niet worden gebruikt. • De standaardinstelling is Uit. • Als knipperdetectie is geactiveerd, wordt de actuele instelling weergegeven tijdens het fotograferen (A8). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
Intelligent portret-menu weergeven
Draai de keuzeknop naar F (Slim portret) stand. Druk op de d knop (A13) om het Intelligent portret-menu weer te geven. • Gebruik de multi-selector om menu-opties te selecteren en in te stellen (A12). • Druk op de d knop om het intelligent portret-menu te verlaten.
Belichting instelling voor opnamestanden (j, k, l, m) j, k, l, m standen Door de instelschijf te verdraaien, kunt u foto’s maken in volgende vier belichtingsstanden: j (Programma-automatiek), k (Sluitertijdvoorkeuze), l (Diafragmavoorkeuze), en m (Handmatig). U kunt niet alleen de sluitertijd en het diafragma instellen, maar u kunt ook kiezen uit een aantal geavanceerde instellingen zoals het wijzigen van de ISO-waarde en de witbalans in het opnamemenu (A81). Stand
k
l
m
Meer over opname
j
Beschrijving Gebruik De camera kiest zelf een sluitertijd en diafragmawaarde voor een optimale belichting. U Programmakunt hierbij ook het flexibel Aanbevolen voor de meeste automatiek programma gebruiken, situaties. (A71) waarmee u de combinatie van sluitertijd en diafragma voor eenzelfde belichting kunt aanpassen (A71). Gebruik deze optie voor het fotograferen van snel bewegende onderwerpen De gebruiker kiest de sluitertijd; Sluitertijdvoorkeuze met een korte sluitertijd of de camera selecteert de (A72) om de beweging van een diafragmawaarde automatisch. bewegend onderwerp te benadrukken met een lange sluitertijd. Gebruik deze stand voor De gebruiker kiest het een bewust onscherpe Diafragmavoorkeuze diafragma; de camera achtergrond of om zowel de (A73) selecteert de sluitertijd voorgrond als de automatisch. achtergrond scherp vast te leggen. De gebruiker stelt zowel de Gebruik deze stand om de Handmatig sluitertijd als de belichting in te stellen op de (A74) diafragmawaarde in. betreffende situatie
Zelfs als de keuzeknop is ingesteld op M (user setting (gebruikerinstelling)), kunt u fotograferen op j (Programma-automatiek), k (Sluitertijdvoorkeuze), l (Diafragmavoorkeuze) of m (Handmatig). De combinaties van instellingen (user settings (gebruikersinstellingen)) die het meest worden gebruikt voor opname kunnen worden opgeslagen in M (A108).
C
Functies beschikbaar in de j, k, l en m standen
• De flitsstand (A36) kan worden gewijzigd, terwijl de instellingen voor zelfontspanner (A39), scherpstelling (A40) en belichtingscorrectie (A43) kunnen worden aangepast. • Druk op de d knop om het opnamemenu (A81) weer te geven.
69
Belichting instelling voor opnamestanden (j, k, l, m)
D
Sluitertijd en diafragmawaarde
Verschillende combinaties van sluitertijd en diafragmawaarde kunnen dezelfde belichting opleveren, waardoor u kunt spelen met de gewenste scherptediepe en bewegingen scherp of juist onscherp kunt vastleggen. In de volgende afbeeldingen is weergegeven hoe de sluitertijd en het diafragma de belichting beïnvloeden. Als de ISO-waarde (A92) wordt gewijzigd, wordt de reeks sluitertijden en diafragma’s waarbij een correcte belichting kan worden verkregen, ook gewijzigd.
1/250
F5.6
Sluitertijd
Sluitertijd Meer over opname
Korte sluitertijd 1/1000 sec
Lange sluitertijd 1/30 sec
Diafragmawaarde
Groot diafragma (Laag f-getal) f/3,4
70
Klein diafragma (Hoog f-getal) f/8
1342
Diafragmawaarde
Belichting instelling voor opnamestanden (j, k, l, m)
j (Geprogrammeerd auto) De camera kiest zelf een sluitertijd en diafragmawaarde voor een optimale belichting.
1
1/250
F5.6
1342
1/500
F4.0
1342
Kadreer het onderwerp en druk af.
Meer over opname
2
Draai de keuzeknop naar j.
• In de standaardinstelling kiest de camera automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het scherpstelveld (actieve scherpstelveld) groen (maximaal negen velden) (A95).
Flexibel programma In de stand j (Programma-automatiek) kunt u verschillende combinaties van sluitertijd en diafragmawaarde selecteren zonder de belichting te wijzigen door aan de instelschijf te draaien (“flexibel programma”). Als het flexibele programma is geactiveerd, verschijnt er linksboven op de monitor een markering van het flexibel programma (A) naast de aanduiding van de opnamestand (j). • Draai de instelschijf naar rechts voor een groot diafragma (laag f/-getal) om achtergronddetails onscherp weer te geven, of voor een korte sluitertijd om beweging scherp vast te leggen. • Draai de instelschijf naar links voor een klein diafragma (groot f/-getal) om meer scherptediepte te verkrijgen, of voor langere sluitertijden om beweging van een onderwerp te benadrukken. • Draai de instelschijf totdat de markering van het flexibel programma (A) niet meer wordt getoond om het flexibel programma te annuleren. Door een andere stand te kiezen of de camera uit te zetten, wordt het flexibele programma eveneens geannuleerd.
B
Opmerking over j (Geprogrammeerd auto) opnames
Als het onderwerp te donker of te licht is, kan misschien niet de juiste belichting worden ingesteld. In dit geval knipperen de sluitertijdindicatie en de diafragma-indicatie als de ontspanknop half ingedrukt wordt. De juiste belichting kan worden bereikt door instellingen zoals de ISO-waarde (A92) te wijzigen.
C
Sluitertijd
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt afhankelijk van de ingestelde ISO-waarde. kan het bereik beperkt worden tijdens continu opname (A107).
71
Belichting instelling voor opnamestanden (j, k, l, m)
k (Sluitertijdvoorkeuze auto) De gebruiker kiest de sluitertijd; de camera selecteert de diafragmawaarde automatisch. • De sluitertijd kan worden ingesteld van 1/1500 tot 2 sec.
Meer over opname
1
Draai de keuzeknop naar k.
2
Kies met de instelschijf een sluitertijd.
1/250
3
F5.6
1342
Stel scherp en druk af. • In de standaardinstelling kiest de camera automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het scherpstelveld (actieve scherpstelveld) groen (maximaal negen velden) (A95).
B
Opmerkingen over k (Sluitertijdvoorkeuze auto)
• Als het onderwerp te donker of te licht is, kan misschien niet de juiste belichting worden ingesteld met de ingestelde sluitertijd. In dit geval knippert de sluitertijdindicatie als de ontspanknop half ingedrukt wordt. Kies een andere sluitertijd en probeer het opnieuw. • Bij sluitertijden van 1/4 sec. of langer, kan “ruis” verschijnen in het beeld. In dergelijke gevallen wordt de sluitertijdindicatie rood. Geadviseerd wordt om Ruisond. lange sluitertijd (A102) in te stellen op Aan.
C 72
Sluitertijd
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt afhankelijk van de ingestelde ISO-waarde. kan het bereik beperkt worden tijdens continu opname (A107).
Belichting instelling voor opnamestanden (j, k, l, m)
l (Diafragmavoorkeuze auto) De gebruiker kiest het diafragma; de camera selecteert de sluitertijd automatisch.
1
Draai de keuzeknop naar l.
2
Kies met de instelschijf het f-getal (de diafragmawaarde).
3
1/250
F5.6
1342
Stel scherp en druk af.
Meer over opname
• De diafragmawaarde kan worden ingesteld binnen een bereik van f/3,4 tot 8 (groothoekzijde) en f/5,7 tot 8 (telestandzijde).
• In de standaardinstelling kiest de camera automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het scherpstelveld (actieve scherpstelveld) groen (maximaal negen velden) (A95).
B
Opmerking over l (Diafragmavoorkeuze auto)
Als het onderwerp te donker of te licht is, kan misschien niet de juiste belichting worden ingesteld met het ingestelde diafragma. In dit geval knippert de diafragma-aanduiding als de ontspanknop half ingedrukt wordt. Kies een andere diafragmawaarde en probeer het opnieuw.
C
Sluitertijd
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt afhankelijk van de ingestelde ISO-waarde. kan het bereik beperkt worden tijdens continu opname (A107).
D
Diafragma en zoom
De diafragmawaarde (f-getal) geeft de helderheid van het objectief aan. Bij een groot diafragma (laag f-getal) valt er meer licht in de camera, terwijl bij een klein diafragma (hoog f-getal) minder licht binnenkomt. Als de camera is ingezoomd, kan het diafragma worden gewijzigd binnen een bereik van f/3,4 tot 5,7. De diafragmawaarde neemt toe (wordt donkerder) als ingezoomd wordt aan telestandzijde en neemt af (wordt helderder) als ingezoomd wordt aan groothoekzijde.
73
Belichting instelling voor opnamestanden (j, k, l, m)
m (Handmatig) De gebruiker stelt zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde in. • De sluitertijd kan worden ingesteld binnen een bereik van een maximale tijd van 1/1500 tot acht seconden.
Meer over opname
1
Draai de keuzeknop naar m.
2
Druk op K van de multi-selector om de sluitertijd in te stellen. • Telkens als u op K van de multi-selector drukt, schakelt u heen en weer tussen sluitertijd- en diafragma-instelling. • Bij sluitertijden van 1/4 sec. of langer licht de sluitertijdaanduiding rood op (A72).
3
Kies met de instelschijf een sluitertijd. • Tijdens het instellen van de diafragmawaarde en de sluitertijd wordt de afwijking van uw belichtingsinstelling ten opzichte van de belichting die de camera meet aangegeven in de belichtingsaanduiding. • Hoeveel de belichting afwijkt, wordt aangegeven in LW (van -2 tot +2 LW in stappen van 1/3 LW). Op het scherm rechts is te zien dat de foto zal worden overbelicht met 1 EV (+1).
1/125
Overbelicht +2
+0
Onderbelicht
Druk op K van de multi-selector om het diafragma in te stellen.
1/125
74
1342
Belichtingsaanduiding
-2
4
F5.6
F5.6
1342
Belichting instelling voor opnamestanden (j, k, l, m)
5
Kies met de instelschijf de gewenste diafragmawaarde. • Indien nodig, herhaal stap 2 t/m 5 om de sluitertijd en de diafragmawaarde aan te passen tot de gewenste belichting is ingesteld.
6
1/125
F8.0
1342
Stel scherp en druk af.
B
Meer over opname
• In de standaardinstelling kiest de camera automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het scherpstelveld (actieve scherpstelveld) groen (maximaal negen velden) (A95).
Opmerking over ISO-waarde
Als ISO-waarde (A92) wordt ingesteld op Automatisch (standaardinstelling), Hoge ISO-waarde auto of Vast bereik automatisch, wordt de ISO-waarde vast ingesteld op ISO 160.
C
Sluitertijd
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt afhankelijk van de ingestelde ISO-waarde. kan het bereik beperkt worden tijdens continu opname (A107).
75
Continu-opnamestand (j, k, l, m stand) Gebruik deze stand om de details van een bewegend onderwerp vast te leggen door een reeks foto's achter elkaar te maken. • Kan worden gebruikt als de opnamestand is ingesteld op j, k, l, m of M. U
Enkelvoudig (standaardinstelling) Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto.
k
Continu H Zolang de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu foto's met een snelheid van ca. acht beelden per seconde (als de beeldkwaliteit is ingesteld op Normal en het beeldformaat op F 4000×3000). Het fotograferen stopt zodra de ontspanknop wordt losgelaten resp. als vijf foto's zijn gemaakt.
Meer over opname
m
Continu L Zolang de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu foto's met een snelheid van ca. 1,8 beelden per seconde (als de beeldkwaliteit is ingesteld op Normal en het beeldformaat op F 4000×3000).
q
Vooropnamecache Cache-geheugen voor-opname maakt het gemakkelijker om het perfecte moment vast te leggen, door reeds beeld op te slaan voordat de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Cache-geheugen voor-opname begint zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt en gaat door zodra deze volledig wordt ingedrukt (A79). • Beeldsnelheid: tot ca. 15 bps • Aantal beelden: Max. 25 beelden (incl. max. vijf beelden gemaakt tijdens cachegeheugen voor-opname) • Het beeldformaat voor deze opnames wordt vast ingesteld op B (1600 × 1200 pixels). • Het fotograferen wordt beëindigd zodra de ontspanknop wordt losgelaten of zodra het max. aantal beelden is genomen.
C n Continu H: 120 bps Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden 50 foto's achter elkaar gemaakt op een snelheid van ca. 1/125 s of snelheid. • Het beeldformaat voor deze opnames wordt vast ingesteld op A (1280 × 960 pixels).
Cj
Continu H: 60 bps Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden 25 foto's achter elkaar gemaakt op een snelheid van ca. 1/60 s of snelheid. • Het beeldformaat voor deze opnames wordt vast ingesteld op B (1600 × 1200 pixels).
D
BSS (Best Shot Selector) Gebruik BSS als u bij weinig licht en zonder flitser wilt inzoomen op een onderwerp of in andere situaties waarbij cameratrilling tot onscherpe foto’s kan leiden. De camera maakt achter elkaar max. 10 foto's terwijl de ontspanknop volledig is ingedrukt. Daarna wordt automatisch de scherpste foto (die met de meeste details) geselecteerd en opgeslagen.
76
Continu-opnamestand (j, k, l, m stand) W
Multi-shot 16 Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera 16 foto's met een snelheid van circa 30 beelden per seconde, waarna de foto's worden samengevoegd tot één beeld. • De beeldkwaliteit voor de opname wordt vast ingesteld op Normal, het beeldformaat op D (2560 × 1920 pixels). • Digitale zoom is niet beschikbaar.
X
Intervalopnamen De camera maakt automatisch foto's met het opgegeven interval (A79).
Continu-stand instellen Druk op de C (continu-opnamestand) knop.
Meer over opname
1
• Het menu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om het continu-menu te selecteren in het filmmenu en druk op de kknop.
Continu L
• De geselecteerde stand continu fotograferen wordt weergegeven. • Als u U (single) instelt, verdwijnt het pictogram h na een paar seconden ook al worden monitoraanduidingen (A17) weergegeven. 1/250
F5.6
1342
77
Continu-opnamestand (j, k, l, m stand)
B
Opmerkingen over Continu
Meer over opname
• De flitser kan niet worden gebruikt tijdens continu fotograferen (m.u.v. bij intervalfotografie). Scherpstelling, belichting en witbalans worden vastgezet op de waarden van de eerste opname in elke reeks. • Het opslaan van een foto nadat deze is gemaakt, kan enige tijd in beslag nemen. De tijd vereist om de gemaakte foto's op te slaan, hangt af van het aantal foto's, de beeldkwaliteit, het beeldformaat, de schrijfsnelheid van de geheugenkaart, etc. • Naarmate de ISO-waarde hoger wordt, kan ruis verschijnen in de foto's. • De snelheid van continu opname kan afnemen afhankelijk van de beeldkwaliteit, het beeldformaat, het type geheugenkaart dat wordt gebruikt en de opnameomstandigheden. • Als continu wordt ingesteld op Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16, is het mogelijk dat er strepen of een kleurverschuiving te zien is in de foto's die worden gemaakt met lichtbronnen die op hoge frequentie knipperen, zoals tl-, kwikdamp- en natriumlampen. • Als continu wordt ingesteld op Pre-shooting cache, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps, is het mogelijk dat de belichting niet correct is (foto's kunnen overbelicht zijn) bij foto's die worden gemaakt op zonnige dagen. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
B
Opmerking over Best Shot Selector
BSS is bedoeld voor het fotograferen van stilstaande onderwerpen. BSS kan misschien niet de gewenste resultaten opleveren als het onderwerp beweegt of de compositie verandert.
C
Foto's genomen in Continu
Telkens wanneer foto's worden gemaakt met Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps, worden de gemaakte beelden opgeslagen als “reeks” (A113).
78
Continu-opnamestand (j, k, l, m stand)
C
Cache-geheugen voor-opname
Als Vooropnamecache wordt geselecteerd, begint het fotograferen zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt gedurende 0,5 sec. of langer en worden de foto's die gemaakt zijn voordat de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, eveneens opgeslagen. Er kunnen max. vijf beelden worden opgenomen in cache voor-opname. De cache voor-opname instelling kan worden bevestigd op de monitor tijdens de opname (A8). Als cache voor-opname niet is ingesteld, wordt geen pictogram weergegeven. Het cache voor-opname pictogram licht groen op zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Volledig indrukken
Foto's opgeslagen door ontspanknop half in te drukken
Meer over opname
Half indrukken
Foto's opgeslagen door ontspanknop volledig in te
• Als het resterend aantal opnames minder dan vijf wordt, kan niet worden gefotografeerd met cache voor-opname. Controleer dan ook voor het fotograferen of er nog vijf of meer opnames mogelijk zijn.
Intervalfotografie De camera maakt automatisch foto’s met het opgegeven interval. Selecteer 30 sec., 1 min., 5 min. of 10 min..
1
Druk op C (continu opname) knop om het continu-menu (A76) weer te geven, gebruik de multi-selector om X Intervalopnamen te kiezen en druk vervolgens op de k knop. Intervalopnamen
79
Continu-opnamestand (j, k, l, m stand)
2
Selecteer het interval tussen de opnames en druk op k. • De camera keert terug naar de opnamestand. • Het max. aantal opnames dat kan worden gemaakt bij intervalfotografie verschilt, afhankelijk van het ingestelde interval tussen de opnames. - 30 sec.: 600 foto’s - 1 min.: 300 foto’s - 5 min.: 60 foto’s - 10 min.: 30 foto’s
Meer over opname
3
Druk de ontspanknop helemaal in om de eerst foto te maken. • De monitor wordt uitgeschakeld en het camera-aanlampje knippert tussen de opnames. • De monitor wordt automatisch meteen weer geactiveerd voordat de volgende foto wordt genomen.
4
30 sec.
1/250
F5.6
600
Druk de ontspanknop helemaal in om te stoppen met fotograferen. • Het fotograferen wordt automatisch gestopt als het interne geheugen of de geheugenkaart vol raakt of als het aantal opnames de bovengrens bereikt.
B
Opmerkingen over intervalfotografie
• Gebruik een volledig opgeladen batterij om te voorkomen dat de camera zichzelf tijdens de opname onverwacht uitschakelt omdat de batterij leeg is. • Als u de camera gedurende een langere periode continu van stroom wilt voorzien, maakt u gebruik van een lichtnetadapter EH-62A (afzonderlijk verkrijgbaar). Gebruik NOOIT een andere lichtnetadapter dan de EH-62A. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera. • Tijdens intervalopnames mag u de keuzeknop niet verdraaien naar een andere instelling.
D 80
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen) Bij fotograferen in j, k, l, m en M (A108), biedt het opnamemenu de volgende opties. A83 Selecteer de gewenste beeldkwaliteit (compressieverhouding). Deze kan ook worden ingesteld in de menu's van een andere opnamestand.
Beeldkwaliteit
A84 Selecteer het gewenste beeldformaat. Deze kan ook worden ingesteld in de menu's van een andere opnamestand.
Beeldformaat
A87 Wijzig de instellingen voor het bewerken van de op te slaan foto’s volgens de opnamestand of uw eigen instellingen.
Beeld optimaliseren
A90
Pas de witbalans aan op de lichtbron om foto's met werkelijke kleuren te verkrijgen. ISO-waarde
A92
Pas de ISO-waarde aan op de helderheid van het onderwerp. Lichtmeting
A93
Meer over opname
Witbalans
Kies hoe de camera de helderheid van het onderwerp moet meten. Belichtingsbracketing
A94
Maak een reeks foto’s met telkens iets andere belichting. AF-veldstand
A95
Kies hoe het scherpstelveld moet worden bepaald. Autofocus-stand Selecteer de manier waarop de camera scherpstelt.
A101
Flitsbelichtingcorrectie
A101
Flitsniveau aanpassen. Ruisond. lange sluitertijd
A102
Verminder ruis bij opnames met een lange sluitertijd. Actieve D-Lighting A103 Voorkom verlies aan detail in de hoge lichten en schaduwpartijen tijdens het fotograferen. Bewaar user settings
A109
Sla de bewerkte instellingen op onder de keuzeknop M. Herstel user settings
A110
Reset de instellingen opgeslagen onder M naar de standaardinstellingen.
81
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Het opnamemenu weergeven Selecteer j (Programma-automatiek), k (Sluitertijdvoorkeuze), l (Diafragmavoorkeuze), m (Handmatig) of M (User settings (Gebruikersinstelling)) door de keuzeknop te verdraaien. Druk op de d knop om het opnamemenu weer te geven. Opnamemenu Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeld optimaliseren Witbalans ISO-waarde Lichtmeting Belichtingsbracketing
Meer over opname
• Gebruik de multi-selector om items te selecteren en functies in de menu’s in te stellen (A12). • Druk op de d knop om het opnamemenu te verlaten.
B
Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast
Sommige functies kunnen niet worden geactiveerd in combinatie met andere (A104).
C 82
Door het cameramenu navigeren
In plaats van H of I in te drukken op de multi-selector kunt u ook de instelschijf gebruiken.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Beeldkwaliteit Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Beeldkwaliteit
Selecteer de gewenste compressieverhouding voor de foto’s die u wilt maken. Een hogere beeldkwaliteit resulteert weliswaar in een meer gedetailleerde beeldweergave, maar ook in grotere fotobestanden die veel geheugenruimte in beslag nemen, zodat er minder foto’s kunnen worden opgeslagen. a Fine Hoge beeldkwaliteit (compressieverhouding 1: 4), geschikt voor vergrotingen of afdrukken van hoge kwaliteit.
Standaard beeldkwaliteit (compressieverhouding 1: 8), geschikt voor de meeste applicaties. c Basic De basiskwaliteit (compressieverhouding 1:16) is geschikt voor foto’s die worden verspreid via e-mail of worden gebruikt in webpages.
Meer over opname
b Normal (standaardinstelling)
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de monitor in de opname- en weergavestand (A8 tot 10).
C
Instelling beeldkwaliteit
• De beeldkwaliteit kan ook worden ingesteld in andere opnamestanden dan j, k, l of m; druk hiertoe op de d knop. • Deze instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden (behalve de opnamestanden M). • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
D
Meer informatie
Zie “Resterend aantal opnames” (A85) voor meer informatie.
83
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Beeldformaat Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Beeldformaat
Selecteer het beeldformaat (in pixels) waarmee foto’s worden opgenomen. Foto's die uit een groter aantal pixels bestaan, kunnen sterker vergroot worden afgedrukt of weergegeven zonder dat het beeld korrelig wordt, maar vereisen meer geheugenruimte. Foto’s die daarentegen uit een kleiner aantal pixels bestaan, vereisen minder geheugenruimte zodat ze geschikt zijn voor verspreiding via e-mail of gebruik op internet. Beeldformaat
Beschrijving
Meer over opname
F
4000×3000 (standaardinstelling)
Voor foto’s waarbij meer details te zien zijn dan bij de beeldformaten E 3264×2448 of D 2592×1944.
E
3264×2448
D
2592×1944
Door de goede balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit is deze stand geschikt voor de meeste situaties.
C
2048×1536
B
1600×1200
A
1280×960
J
1024×768
Foto's opnemen in een formaat geschikt voor weergave op apparaten zoals een computermonitor.
f
640×480
Foto's opnemen in een formaat geschikt voor weergave op een televisie met een beeldverhouding van 4:3 resp. voor gebruik als e-mail bijlage.
I
3984×2656
Voor foto’s met dezelfde hoogte/breedte-verhouding (3:2) als foto’s die met een kleinbeeldcamera zijn genomen.
u
3968×2232
O
1920×1080
Voor foto’s met dezelfde hoogte/breedte-verhouding (16:9) als een breedbeeld televisiescherm.
H
2992×2992
Voor vierkante foto’s.
Kleiner dan F 4000×3000, E 3264×2448 en D 2592×1944 voor het opnemen van meer foto’s.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de monitor in de opname- en weergavestand (A8 tot 10).
C
84
Instelling beeldformaat
• Het beeldformaat kan ook worden ingesteld in andere opnamestanden dan j, k, l of m ; druk hiertoe op de d knop. • Deze instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden (behalve de opnamestanden M). • Beeldformaat vast ingesteld op B 1600×1200 voor Vooropnamecache of Continu H: 60 bps, A 1280×960 voor Continu H: 120 bps (A76). • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
C
Resterend aantal opnames
In de onderstaande tabel ziet u hoeveel foto’s er ongeveer kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart van 4 GB bij elke combinatie van Beeldformaat (A84) en Beeldkwaliteit (A83) . N.B.: Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen, hangt af van de compositie van de foto (vanwege JPEG-compressie). Het aantal is bovendien afhankelijk van het merk van de geheugenkaart, zelfs bij gelijke capaciteit. Intern geheugen (102 MB)
Geheugenkaart1 (4 GB)
Fine Normal F 4000×3000 (standaardinstelling)
17 35 68
650 1.280 2.510
34 × 25
E 3264×2448
Fine Normal Basic
26 52 101
970 1.910 3.650
28 × 21
D 2592×1944
Fine Normal Basic
41 81 153
1.520 2.940 5.480
22 × 16
C 2048×1536
Fine Normal Basic
65 126 235
2.410 4.640 8.620
17 × 13
B 1600×1200
Fine Normal Basic
104 199 346
3.770 7.100 12.000
14 × 10
A 1280×960
Fine Normal Basic
156 286 470
5.740 10.000 17.200
11 × 8
J 1024×768
Fine Normal Basic
235 411 658
8.620 15.000 24.100
9×7
f 640×480
Fine Normal Basic
470 731 940
17.200 24.100 30.100
5×4
I 3984×2656
Fine Normal Basic
20 39 77
730 1.450 2.800
34 × 22
u 3968×2232
Fine Normal Basic
24 47 91
880 1.720 3.350
34 × 19
O 1920×1080
Fine Normal Basic
98 182 329
3.550 6.700 12.000
16 × 9
H 2992×2992
Fine Normal Basic
23 46 91
860 1.700 3.350
25 × 25
Beeldformaat
Beeldkwaliteit
Basic
Afdrukformaat 2 (cm)
Meer over opname
85
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen) 1 Als het aantal resterende opnames 10.000 of meer bedraagt, wordt dit op de monitor weergegeven als “9999”. 2 Printformaat bij een uiteindelijke resolutie van 300 dpi. De printformaten worden berekend door het aantal pixels te delen door de printerresolutie (dpi) en te vermenigvuldigen met 2,54 cm. Bij hetzelfde beeldformaat worden foto’s die worden afgedrukt met een hogere resolutie echter kleiner afgedrukt dan het aangegeven formaat, terwijl foto’s die worden afgedrukt met een lagere resolutie groter worden afgedrukt dan het aangegeven formaat.
D
Meer over opname
86
Opmerking over beelden in formaat 1:1 afdrukken.
Stel de printer in op “Rand” als u beelden wilt afdrukken met formaatinstelling 1:1. Het is mogelijk dat op sommige printers de beelden niet in formaat 1:1 kunnen worden afgedrukt. Zie het instructieboekje van de printer of neem contact op met een officiële afdrukservice voor gedetailleerde informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Beeld optimaliseren Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Beeld optimaliseren
Wijzig de instellingen voor het bewerken van de op te slaan foto’s volgens de opnamestand of uw eigen instellingen. Contrast, verzadiging, scherpte en andere instellingen kunnen naar wens worden ingesteld. g
Normaal (standaardinstelling) Standaardbeeldoptimalisatie; aanbevolen voor de meeste situaties.
h
Zachter
o
Levendig Verbetert de verzadiging en levert heldere rood- en groentinten. De foto’s worden scherp en iets verhoogd in contrast.
i
Levendiger
Meer over opname
Contouren worden verzacht, wat een mooi effect geeft bij portretten en waardoor de foto op de computer gemakkelijker te bewerken is.
De verzadiging, het contrast en de verscherping worden maximaal opgevoerd, wat zorgt voor krachtige beelden met scherpe contouren. j
Portret Het contrast wordt verlaagd en de huid van personen in portretten krijgt een zachte, natuurlijke uitstraling.
k
Aangepast Hier kunt u uw eigen instellingen voor beeldoptimalisatie opgeven (A88).
p
Zwart-wit Voor het maken van zwart-wit of sepia foto's (A89).
Als Beeld optimaliseren is geactiveerd, wordt de actuele instelling weergegeven tijdens het fotograferen (A8). Als Normaal is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
B
Opmerkingen over Beeld optimaliseren
• Als de instelling voor beeld optimaliseren is ingesteld op Normaal, Zachter, Levendig, Levendiger, Portret of Standaard of Zwart-wit, zullen de resulteren verschillen afhankelijk van de belichting en de positie van het onderwerp in het beeld ook als de opnameomstandigheden gelijk blijven. Als u voor een serie foto’s steeds hetzelfde effect wilt bereiken, selecteert u Aangepast en kiest u voor contrast, verscherping en verzadiging een andere instelling dan Automatisch. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
87
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Eigen in Beeld optimaliseren Selecteer Aangepast om bij de volgende opties uw eigen instelling te kiezen.
Aangepast Contrast Verscherping Verzadiging
Contrast
Meer over opname
Pas het contrast aan. Als u een laag contrast instelt, voorkomt u dat details in hoge lichten verloren gaan bij fel licht of in de volle zon. Als u een hoog contrast instelt, blijven details goed zichtbaar in mistige landschappen en andere onderwerpen met een laag contrast. De standaardinstelling is Automatisch.
Contrast Automatisch Normaal Laag Medium laag Medium hoog Hoog
Verscherping Bepaal hoe scherp de contouren op de foto moeten worden. Kies een hoge waarde voor scherpe contouren en een lage waarde voor zachte contouren. De standaardinstelling is Automatisch.
Verscherping Automatisch Normaal Laag Medium laag Medium hoog Hoog Uit
Verzadiging Bepaal hoe levendig de kleuren moeten worden. Selecteer gematigd voor minder verzadigde kleuren en verhoogd voor meer verzadigde kleuren. De standaardinstelling is Automatisch.
B 88
Verzadiging Automatisch Normaal Gematigd Verhoogd
Opmerking over de verscherping van beelden
Het effect van verscherping kunt u tijdens het fotograferen niet bekijken op de monitor. Controleer het effect hiervan in de weergavestand.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Zwart-wit in Beeld optimaliseren Als Zwart-wit wordt geselecteerd, komen Zwart-wit onderstaande opties beschikbaar. Standaard Aangepast • Selecteer Standaard om in standaard Zwart-wit te fotograferen. • Kies Aangepast om handmatig Contrast, Z/W + kleur Verscherping en de Monochroomfilter effecten in stellen. • Als u de optie Z/W + kleur hebt aangevinkt (w), wordt de opname zowel in zwart-wit als in kleur opgeslagen.
Contrast Identiek aan Beeld optimaliseren ➝ Aangepast ➝ Contrast (A88). Verscherping Identiek aan Beeld optimaliseren ➝ Aangepast ➝ Verscherping (A88).
Meer over opname
Bij Aangepast kunt u de volgende opties instellen.
Monochroomfilter Dit effect simuleert met behulp van een kleurenfilter een zwart-wit foto. • Geel, Oranje, Rood: Versterkt het contrast. Kan worden gebruikt om de helderheid van de lucht in landschapsfoto’s te verlagen. Het oranjefilter geeft een sterker contrast dan het geelfilter en het roodfilter geeft weer een sterker contrast dan het oranjefilter.
Monochroomfilter Geen Geel Oranje Rood Groen Sepia
• Groen: Voor zachte huidtinten. Zeer geschikt voor portretten. • Sepia: Voegt een sepia-tint toe om de foto oud te laten uitzien.
C
Z/W + kleur
Kleurenfoto’s gemaakt terwijl z/w + kleur is geactiveerd, zijn gelijk aan de foto’s gemaakt met Normaal.
89
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Witbalans Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Witbalans
Meer over opname
De kleur van het licht dat door een voorwerp wordt weerkaatst, is afhankelijk van de kleur van de lichtbron. De hersenen van de mens passen zich aan wanneer de kleur van de lichtbron verandert. Hierdoor zijn witte voorwerpen in onze ogen altijd wit, of we ze nu in de schaduw, in de zon of bij het licht van een gloeilamp zien. Digitale camera’s doen iets vergelijkbaars door beelden te bewerken overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Dit wordt de “witbalans” genoemd. Als u een foto met natuurlijke kleuren wilt maken, kiest u van tevoren een witbalansinstelling die past bij de lichtbron. Voor de meeste soorten licht kunt u de standaardinstelling Automatisch gebruiken, maar voor het beste resultaat kunt u ook de witbalans voor een bepaalde lichtbron instellen. a Automatisch (standaardinstelling) De witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast. Dit is in de meeste omstandigheden de beste keuze. b Handm. voorinstelling Voor het fotograferen onder ongewone lichtomstandigheden. Zie “Handmatig instellen” (A91) voor meer informatie. c Daglicht* De witbalans wordt afgestemd op direct zonlicht. d Gloeilamplicht* Voor opnames bij gloeilamplicht. e TL-licht (FL1 tot FL3) Voor opnames bij de meeste soorten tl-licht. Kies een van de opties FL1 (wit tl-licht), FL2 (daglicht wit/neutraal tl-licht) en FL3 (daglicht tl-licht). f Bewolkt* Voor het fotograferen bij een bewolkte hemel. g Flitser* Voor opnames in flitsstand. * Zeven instellingen komen beschikbaar voor een extra nauwkeurige instelling. In de “+“ richting wordt het blauwaandeel verhoogd en in de “–“ richting wordt het roodaandeel verhoogd.
Als witbalans is ingeschakeld, wordt de huidige instelling weergegeven tijdens de opname (A8). Als Automatisch is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
C 90
Opmerkingen over witbalans
• Als de witbalans niet is ingesteld op Automatisch of Flitser, zet de flitser op W (Uit) (A36). • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Handmatig instellen Gebruik deze optie als u foto's die genomen zijn onder ongebruikelijke lichtomstandigheden (zoals lampen met roodachtig licht) er wilt laten uitzien alsof ze bij normaal licht zijn genomen. Ga als volgt te werk om de witbalanswaarde te meten onder het licht dat tijdens de opname zal worden gebruikt.
1
Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting die voor de foto wordt gebruikt.
2
Ga naar het opnamemenu (A81) en gebruik de selector om Witbalans op b Handm. voorinstelling in te stellen; druk vervolgens op k knop.
3
Selecteer Meten. • Als u de meest recente witbalanswaarde wilt gebruiken, selecteert u Annuleren en drukt u op de k knop. De meest recent gemeten witbalanswaarde wordt toegepast.
4
Kadreer een wit of grijs referentievoorwerp in de kadrering van het referentievoorwerp.
Automatisch Handm. voorinstelling Daglicht Gloeilamplicht TL-licht Bewolkt Flitser
Meer over opname
• Het objectief schuift uit in de zoomstand voor de meting.
Witbalans
Handm. voorinstelling
Annuleren Meten
Handm. voorinstelling
Annuleren Meten
Kadrering referentievoorwerp
5
Druk op de k knop om de witbalanswaarde te meten. • De sluiter ontspant en de witbalans wordt ingesteld op de nieuwe waarde (er wordt geen foto opgeslagen).
B
Opmerking bij handmatig instellen
De camera kan geen witbalans meten bij gebruik van de flitser. Bij gebruik van de flitser, stel Witbalans in op Automatisch of Flitser.
91
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
ISO-waarde Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M ISO-waarde
Als de ISO-waarde wordt verhoogd, is minder licht nodig voor het maken van foto's. Een hogere ISO-waarde maakt het mogelijk om donkere onderwerpen te fotograferen. Bovendien kunt u nu zelfs van onderwerpen met vergelijkbare helderheid foto's maken met snellere sluitertijden, waarbij onscherpte veroorzaakt door cameratrilling en beweging van het onderwerp kunnen worden gereduceerd. • Hoewel een hogere ISO-waarde effectief is bij het fotograferen van donkere onderwerpen, fotograferen zonder flitser, fotograferen terwijl is ingezoomd, etc., kunnen de foto's ruis bevatten. ISO-waarde Meer over opname
• Automatisch (standaardinstelling): De ISO-waarde is 160 wanneer er voldoende licht is; als er weinig licht is corrigeert de camera dit door de gevoeligheid te verhogen tot maximaal ISO 800. • Hoge ISO-waarde auto: De ISO-waarde wordt automatisch ingesteld op een waarde tussen 160 en 1600, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. • Kies het bereik waarbinnen de camera automatisch de ISO-waarde moet instellen, d.w.z. Vast bereik automatisch (standaardinstelling), ISO 160-200 of ISO 160-400. De camera zal de ISO-waarde niet verhogen boven de maximum waarde van het ingestelde bereik. Stel de max. waarde voor de ISO-gevoeligheid in om controle te behouden over de mate van “korrel” in de foto's. • 160, 200, 400, 800, 1600, 3200: De ISO-waarde wordt vergrendeld op de vastgestelde waarde.
Minimale sluitertijd Als de opnamestand j of l is gekozen en ISO-waarde wordt ingesteld op Automatisch, Hoge ISO-waarde auto of Vast bereik automatisch, zal de sluitertijd waarbij de automatische regeling van de ISO-waarde begint te werken (1/125 tot één seconde) worden ingesteld. De standaardinstelling is Geen. Als de belichting ontoereikend is bij de hier ingestelde sluitertijd, zal de ISO-waarde automatisch worden verhoogd om de juiste belichting te verkrijgen. Als de belichting nog steeds ontoereikend is zelfs nadat de ISO-waarde is verhoogd, wordt de sluitertijd verlengd.
Als ISO-waarde is geactiveerd, wordt de actuele instelling weergegeven tijdens het fotograferen (A8). • Als Automatisch wordt geselecteerd, wordt het E pictogram niet weergegeven bij ISO 160, maar wel zodra de ISO-waarde automatisch wordt verhoogd naar meer dan 160 (A38). • V verschijnt als Hoge ISO-waarde auto wordt geselecteerd en U en de max. ISO-waarde worden weergegeven zodra Vast bereik automatisch wordt geselecteerd.
C
Opmerkingen over ISO-waarde
• In de m (handmatig) stand wordt de gevoeligheid vergrendeld op ISO 160 als Automatisch, Hoge ISO-waarde auto of Vast bereik automatisch is geselecteerd. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
92
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Lichtmeting Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Lichtmeting
Het proces waarbij de helderheid van het onderwerp wordt gemeten om de belichting te bepalen wordt lichtmeting genoemd. Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera de belichting meet. G
Matrix (standaardinstelling) Gebruikt een groot deel van het scherm voor de meting. De meetmethode levert de gewenste belichting op voor een groot aantal opnameomstandigheden. Aanbevolen voor fotograferen onder normale omstandigheden. Centrum-gericht De camera meet het hele beeld maar houdt vooral rekening met het onderwerp in het midden van het beeld. Deze stand is geschikt voor portretten of andere onderwerpen om de belichting te bepalen op basis van lichtomstandigheden in het midden van het beeld. Deze stand kunt u bij scherpstelvergrendeling (A33) ook gebruiken om de belichting van onderwerpen te meten die zich niet in het midden van het beeld bevinden.
r
Meer over opname
q
Spot De camera meet het veld dat wordt aangegeven met de cirkel in het midden van het beeld. Deze stand wordt aanbevolen wanneer heet meetveld veel lichter of donkerder is dan de achtergrond. Zorg dat het onderwerp zich binnen het gebied gemarkeerd met de cirkel bevindt tijdens het maken van de opname. Deze stand kunt u bij scherpstelvergrendeling (A33) ook gebruiken om de belichting van onderwerpen te meten die zich niet in het midden van het beeld bevinden.
s
Spot AF-veld De camera meet het geselecteerde scherpstelveld om de belichting te bepalen. Uitsluitend beschikbaar als Handmatig of Automatisch is geselecteerd voor AF-veldstand (A95).
B
Opmerkingen over de lichtmeting
• Als digitale zoom is geselecteerd, wordt bij vergrotingsfactoren van 1,2× tot 1,8× Lichtmeting ingesteld op Centrum-gericht, terwijl bij vergrotingsfactoren van 2,0× tot 4,0× Spot wordt gekozen. Let op: als de digitale zoom actief is, verschijnt het lichtmeetveld niet op de monitor. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
D
Lichtmeetveld
Het actieve meetveld wordt weergegeven op de monitor zodra Centrum-gericht of Spot wordt geselecteerd voor Lichtmeting (A8).
93
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Belichtingsbracketing Instellen op j, k of l M d (opnamemenu) M Belichtingsbracketing
Continu opname is mogelijk, waarbij de belichting (helderheid) automatisch wordt gewijzigd. Dit komt van pas in situaties waarin de helderheid van een beeld moeilijk is in te stellen. ±0.3 De camera maakt na de opname van de gemeten belichting 0 EV, nog een opname op –0,3 EV en een opname op +0,3 EV. De drie opnames worden achtereenvolgens gemaakt zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Meer over opname
±0.7 De camera maakt na de opname van de gemeten belichting 0 EV, nog een opname op -0,7 EV en een opname op +0,7 EV De drie opnames worden achtereenvolgens gemaakt zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. ±1.0 De camera maakt na de opname van de gemeten belichting 0 EV, nog een opname op -1,0 EV en een opname op +1,0 EV. De drie opnames worden achtereenvolgens gemaakt zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Uit (standaardinstelling) Bracketing wordt niet toegepast.
Als het belichtingsbracketing is geactiveerd, wordt de actuele instelling weergegeven tijdens het fotograferen (A8). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
B
Opmerkingen over Belichtingsbracketing
• Belichtingsbracketing is niet beschikbaar in de m (handmatig) stand. • Als belichtingscorrectie (A43) en ±0.3, ±0.7 of ±1.0 in Belichtingsbracketing tegelijk worden ingesteld, wordt de gecombineerde belichtingscorrectie toegepast. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
D 94
Meer informatie
Zie “Foto's weergeven die zijn opgenomen in de continu-opnamestand (reeks)” (A113) voor meer informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
AF-veldstand Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M AF-veldstand
U kunt instellen hoe de camera het scherpstelveld kiest voor autofocus. a
Gezichtprioriteit
1/250 1/25
F5.6
1342
Meer over opname
De camera herkent en stelt scherp op het gezicht dat naar de camera kijkt (zie “Fotograferen met gezichtprioriteit” (A97) voor meer informatie). Als de camera meerdere gezichten herkent, wordt scherpgesteld op het gezicht dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Als onderwerpen anders dan mensen worden gefotografeerd, of een onderwerp waarbij geen gezicht kan worden gedetecteerd wordt gekozen, wordt de AF scherpstelstand ingesteld op Automatisch. De camera kiest automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
Scherpstelveld
a Automatisch(standaardinstelling) De camera kiest automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Druk de ontspanknop half in om het scherpstelveld te activeren. Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, dan wordt het door de camera geselecteerde scherpstelveld weergegeven op de monitor (max. negen velden).
1/250
F5.6
1342
Scherpstelvelden x
Handmatig Kies de scherpstelpositie uit 99 velden op het scherm. Deze optie is geschikt in situaties waarin het beoogde onderwerp relatief stil staat en zich niet in het midden van het beeld bevindt. Druk op H, I, J of K van de multi-selector om het scherpstelveld te verschuiven naar de gewenste positie en maak een foto. • Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te Scherpstelveld annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan. Te kiezen velden - Flitsmodus, scherpstelstand of zelfontspanner - Belichtingscorrectie Om terug te keren naar het selectiescherm voor het scherpstelveld, drukt u nogmaals op de k knop. • Bij een Beeldformaat instelling (A84) van H 2992×2992 zijn 81 scherpstelvelden beschikbaar.
95
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen) y
Centrum De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Het scherpstelveld wordt altijd in het midden van het beeld weergegeven.
1/250
F5.6
1342
Scherpstelveld s
Meer over opname
Onderwerp volgen begint zodra u heeft scherpgesteld op een onderwerp, waarna het scherpveld het onderwerp zal verplaatsen en het onderwerp zal volgen. Zie “Scherpstellen op bewegende onderwerpen voor opname (onderwerp volgen)” (A99).
B
96
Onderwerp volgen
Opmerkingen over AF-veldstand
• Als de digitale zoom actief is, stelt de camera altijd scherp op het onderwerp in het midden van het scherpstelveld, ongeacht de geselecteerde AF-veldstand optie. • In uitzonderlijke gevallen als onderwerpen worden gefotografeerd waarbij de autofocus niet werkt zoals verwacht (A33), is het onderwerp misschien niet scherpgesteld. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Fotograferen met gezichtprioriteit de camera detecteert automatisch gezichten en stelt scherp op een gezicht. De gezichtsdetectiefunctie werkt in de volgende situaties. • Wanneer Gezichtprioriteit is geselecteerd voor AF-veldstand (A95) • Als e (Nachtportret) (A49), Autom. scènekeuzekn. (A46) of Portret (A51) is geselecteerd als onderwerpstand. • Als de intelligente portret-stand is geselecteerd (A65)
1
Kadreer het beeld. • Zodra de camera een gezicht herkent, verschijnt een dubbele gele rand rondom het scherpstelveld waarbinnen het gezicht zich bevindt. F5.6
1342
• Als de camera meer dan 1 gezicht detecteert, dan varieert de werking, afhankelijk van de opnamestand, als volgt. Opnamestand j, k, l, m, M standen
(Gezichtprioriteit) e (Nachtportret), Autom. scènekeuzekn. of Portret opnamestanden
Intelligente portretstand
Gezichten opgenomen in een dubbel kader
Het aantal gezichten dat moet worden herkend
Het gezicht dat het dichtst bij de camera is * De andere gezichten worden omgeven door een enkel kader.
Maximaal 12
Het gezicht dat het dichtst bij het centrum van het kader is * De andere gezichten worden omgeven door een enkel kader.
Maximaal 3
Meer over opname
1/250 1/25
97
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
2
Druk de ontspanknop half in. • De camera stelt scherp op het gezicht met de dubbele rand. De dubbele rand wordt groen en de scherpstelling wordt vergrendeld. • Als de camera niet kan scherpstellen, knippert de dubbele rand. Druk de ontspanknop opnieuw half in 1/250 F5.6 om scherp te stellen. • Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken. • Als Glimlachtimer wordt gebruikt in de intelligente portretstand, zal ook als de ontspanknop niet wordt ingedrukt, de sluiter automatisch worden bediend zodra de camera een lachend gezicht detecteert binnen het gedeelte met de dubbele rand (A67).
Meer over opname
B
98
Opmerkingen over gezichtprioriteit
• Als Gezichtprioriteit wordt geselecteerd voor AF-veldstand, wordt automatisch overgeschakeld naar Automatisch als geen gezicht wordt herkend zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt. • Als de camera geen gezicht herkent als u de ontspanknop half indrukt in de onderwerpstand e (Nachtportret) of Portret, zal de camera scherpstellen op het onderwerp in het middelste scherpstelveld. • In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten detecteren: - Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp - Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld • Als de camera meer dan één gezicht herkent, is de scherpstelling afhankelijk van de opnameomstandigheden, bijv. of het onderwerp wel of niet in de camera kijkt. • In uitzonderlijke gevallen zien foto’s met automatische scherpstelling er niet uit als werd verwacht (A33). Het onderwerp is niet scherp ondanks het feit dat de dubbele rand groen oplicht. Als u niet kunt scherpstellen, moet de instelling van de AF-veldstand gewijzigd worden naar Handmatig of Centrum of kunt u proberen opnames te maken met de scherpstelvergrendeling (A33) door de opnamestand over te schakelen naar een stand zoals de Auto-stand en opnieuw scherp te stellen op een ander voorwerp op dezelfde afstand. • Foto's die zijn gemaakt met de instelling gezichtprioriteit, worden tijdens schermvullende weergave of miniatuurweergave gedraaid indien nodig (m.u.v. foto's die zijn gemaakt met continu (A76) of Belichtingsbracketing (A94).
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Scherpstellen op bewegende onderwerpen voor opname (onderwerp volgen) Onderwerp volgen begint zodra u heeft scherpgesteld op een onderwerp, waarna het scherpveld het onderwerp zal verplaatsen en het onderwerp zal volgen.
1
Selecteer s Onderwerp volgen en druk op de k knop.
Opnamemenu AF-veldstand Autofocus-stand Flitsbelichtingcorrectie Ruisond. lange sluitertijd Actieve D-Lighting Bewaar user settings Herstel user settings
AF-veldstand
• De camera gaat naar Onderwerp volgen en een witte rand wordt weergegeven in het midden van het kader.
3
Gezichtprioriteit Automatisch Handmatig Centrum Onderwerp volgen
Meer over opname
2
Ga naar het opnamemenu (A82) en gebruik de multi-selector om AF-veldstand te selecteren en druk op de k knop.
Selecteer een onderwerp. • Kadreer het onderwerp in het midden van de rand en druk op de k knop. - Het onderwerp wordt geregistreerd. - Als de camera niet kan scherpstellen op het onderwerp, licht de rand rood op. Wijzig de compositie en probeer het opnieuw. • Zodra het onderwerp is geregistreerd, wordt het omkaderd door een geel scherpstelveld, waarna het volgen van het onderwerp start. • Om van onderwerp te wisselen, drukt u op de k knop om het actuele onderwerp te annuleren en kiest u vervolgens een nieuw onderwerp. • Als de camera het onderwerp uit beeld verliest, verdwijnt het scherpstelveld; registreer het onderwerp opnieuw.
Start
1/250
F5.6
99
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
4
Meer over opname
• Als de camera scherpstelt binnen het scherpstelveld wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, wordt het scherpstelveld groen en wordt de scherpstelling vergrendeld. 1/250 F5.6 • Als de camera niet kan scherpstellen, knippert de scherpstelveldindicatie rood. Druk de ontspanknop opnieuw half in om scherp te stellen. • Als de ontspanknop half wordt ingedrukt terwijl geen rand wordt weergegeven, stelt de camera scherp op het midden van het beeld. • Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
B
100
Druk op de ontspanknop om de foto te maken.
Opmerkingen over Onderwerp volgen
• Digitale zoom is niet beschikbaar. • Stel de zoomstand, flitsstand, scherpstelstand of het menu in voordat u een onderwerp registreert. Als een van deze standen wijzigt nadat een onderwerp is geregistreerd, wordt de registratie geannuleerd. • Onder bepaalde condities, zoals bij snel bewegende onderwerpen, bij overmatig veel cameratrilling, of bij meerdere onderwerpen die op elkaar lijken, is het mogelijk dat de camera een onderwerp niet kan registreren of volgen of dat de camera een ander onderwerp volgt. Bovendien is het mogelijk dat het onderwerp niet correct wordt gevolgd t.g.v. de afmeting resp. helderheid daarvan. • In uitzonderlijke gevallen zien foto’s met automatische scherpstelling er niet uit als werd verwacht (A33). Het onderwerp is niet scherp ondanks het feit dat het scherpstelveld groen oplicht. Als u niet kunt scherpstellen, moet de instelling van de AF-veldstand gewijzigd worden naar Handmatig of Centrum of kunt u proberen opnames te maken met de scherpstelvergrendeling (A33) door de opnamestand over te schakelen naar een stand zoals de Auto-stand en opnieuw scherp te stellen op een ander voorwerp op dezelfde afstand. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Autofocus-stand Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Autofocus-stand
Selecteer de manier waarop de camera scherpstelt. A
Enkelvoudige AF (standaardinstelling) De camera stelt scherp wanneer u de ontspanknop half indrukt.
B
Fulltime-AF De camera stelt scherp wanneer u de ontspanknop half indrukt. Gebruik deze optie voor bewegende onderwerpen. De camera geeft een geluidssignaal bij het scherpstellen.
Opmerking over de autofocus-stand
De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
D
Autofocusstand voor Filmopname
De autofocusstand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand (A166) in het filmmenu (A163).
Meer over opname
C
Flitsbelichtingcorrectie Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Flitsbelichtingcorrectie
Gebruik flitscorrectie om de flitssterkte aan te passen met ±2,0 LW in stappen van 1/3 LW, waardoor de helderheid van het hoofdonderwerp ten opzichte van de achtergrond wordt gewijzigd. -0.3 functie -2.0 De flitssterkte kan worden teruggebracht van -0,3 tot -2,0 LW in stappen van 1/3 LW om ongewenste hoge lichten of reflecties te voorkomen. 0.0 (standaardinstelling) De flitssterkte wordt niet gewijzigd. +0.3 functie +2.0 U kunt de flitssterkte opvoeren van +0,3 tot +2,0 LW in stappen van 1/3 LW om het hoofdonderwerp sterker te verlichten.
Als flitscorrectie is geactiveerd, wordt de actuele instelling weergegeven tijdens het fotograferen (A8). Als 0.0 is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
101
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Ruisonderdrukking lange sluitertijd Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Ruisond. lange sluitertijd
Bij het fotograferen op donkere plekken met lange sluitertijden kunnen foto's ruis bevatten. Stel het toestel zodanig in dat deze ruis wordt onderdrukt. Als de ruisonderdrukking voor lange belichtingstijd NR is ingeschakeld, duurt het langer voordat foto’s zijn opgeslagen. a Automatisch (standaardinstelling) Ruisonderdrukking wordt toegepast bij lange sluitertijden, waarbij de kans op ruis groot is. Meer over opname
m
Bij foto’s die zijn gemaakt met een sluitertijd van 1/4 seconde of langer, wordt ruisonderdrukking toegepast. Geadviseerd wordt om te schakelen naar Aan als met lange(re) sluitertijden wordt gefotografeerd.
Als ruisonderdrukking voor lange belichtingstijd NR wordt toegepast, verschijnt tijdens het fotograferen het pictogram j op de monitor (A8).
C 102
Aan
Opmerking over ruisonderdrukking bij lange belichting
De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Actieve D-Lighting Instellen op j, k, l of m M d (opnamemenu) M Actieve D-Lighting
Stel “Actieve D-Lighting” in voor opname om ervoor te zorgen dat details in de hoge lichten en de schaduwpartijen bewaard blijven. De foto die wordt gemaakt, zal het contrast weergegeven dat met het blote oog is waargenomen. Dit is vooral handig voor het fotograferen van onderwerpen met een groot contrast zoals een helder verlicht onderwerp buiten vanuit een donkere ruimte binnen of onderwerpen in de schaduw op een zonnig strand. a Hoog, b Normaal, c Laag
k
Uit (standaardinstelling) Actieve D-Lighting is niet toegepast.
Als Actieve D-Lighting is geactiveerd, wordt de actuele instelling weergegeven tijdens het fotograferen (A8). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
B
Meer over opname
Stel de mate in waarin het Actieve D-Lighting-effect moet worden toegepast tijdens het fotograferen.
Opmerkingen over Actieve D-Lighting
• Als wordt gefotografeerd met Actieve D-Lighting, duurt het iets langer om foto’s op te slaan. • De belichting wordt gereduceerd vergeleken met opnames met Actieve D-Lighting ingesteld op Uit. De aanpassingen worden gemaakt in de hoge lichten, schaduwdelen en het middenbereik om ervoor te zorgen dat de foto niet onderbelicht resp. overbelicht wordt. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast” (A104) voor meer informatie.
B
Actieve D-Lighting Versus D-Lighting
De Actieve D-Lighting optie in het opnamemenu zorgt voor correctie van de belichting voordat de foto wordt gemaakt, voor een groter dynamisch bereik. De D-Lighting (A149) optie in het weergavemenu zorgt voor optimalisatie van het dynamisch bereik in foto’s na de opname.
103
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen)
Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast Sommige instellingen in de flitsstand, de scherpstelstand, de zelftimer en het opnamemenu kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere functies. Beperkte functie Flitsstand
Meer over opname
104
Instelling
Beschrijving
Focus stand (A40)
Als B (oneindig) wordt ingesteld voor opname, is de flitser niet beschikbaar.
Continu (A76)
Als Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps, BSS of Multi-shot 16 wordt ingesteld voor opname, is de flitser niet beschikbaar.
Belichtingsbracketing (A94)
De flitser is niet beschikbaar.
Zelfontspanner
AF-veldstand (A95)
Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd voor opname, dan is Zelfontspanner niet beschikbaar.
Scherpstelstand
AF-veldstand (A95)
Als Onderwerp volgen wordt ingesteld voor opname, is E (handmatig scherpstellen) niet beschikbaar.
Beeldkwaliteit
Continu (A76)
Als Multi-shot 16 is ingesteld voor opname, wordt Beeldkwaliteit vast ingesteld op Normal.
Beeldformaat
Continu (A76)
• Beeldformaat is vast ingesteld op D (2560×1920 pixels) als Multi-shot 16 is geselecteerd voor opname. • Beeldformaat is vast ingesteld op B (2560×1200 pixels) als Vooropnamecache of Continu H: 60 bps is geselecteerd voor opname. • Beeldformaat is vast ingesteld op A (1280×960 pixels) als Continu H: 120 bps is geselecteerd voor opname.
Beeld optimaliseren
Actieve D-Lighting (A103)
Als Actieve D-Lighting wordt gebruikt voor opname, wordt de Contrast instelling voor Aangepast of voor Aangepast in Zwart-wit vast ingesteld op Automatisch onder de Beeld optimaliseren opties.
Witbalans
Beeld optimaliseren (A87)
Als Zwart-wit is ingesteld voor Beeld optimaliseren, wordt Witbalans vast ingesteld op Automatisch.
ISO-waarde
Continu (A76)
• Bij fotograferen in Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps or Multi-shot 16, wordt ISO-waarde automatisch gewijzigd aan de hand van de helderheid als de opnamestand j, k of l wordt gebruikt. De instelling voor de ISO-waarde is vast ingesteld op 160 voor opnamestand m. • Bij het fotograferen met Continu L, kan 3200 niet worden geselecteerd. Als Continu L is geselecteerd wanneer ISO-waarde is ingesteld op 3200, wijzigt de gevoeligheid in 1600.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen) Beperkte functie
Instelling
Beschrijving Als AF-veldstand wordt ingesteld op Centrum terwijl Lichtmeting is ingesteld op Spot AF-veld, wordt de instelling Lichtmeting automatisch gewijzigd naar Matrix.
Actieve D-Lighting (A103)
Lichtmeting wordt gereset op Matrix als Actieve D-Lighting wordt ingesteld op een andere stand dan Uit.
Continu (A76)/ Belichtingsbracketing (A94)
Continu en Belichtingsbracketing zijn niet gelijktijdig beschikbaar. Belichtingsbracketing wordt gereset op Uit als continu wordt ingesteld op een andere stand dan Enkelvoudig. De instelling voor Continu wordt gereset op Enkelvoudig als Belichtingsbracketing wordt ingesteld op een andere stand dan Uit.
Zelfontspanner (A39)
Continu en de Zelfontspanner en zijn niet tegelijkertijd beschikbaar.
Beeld optimaliseren (A87)
Als Zwart-wit wordt gekozen en Z/W + kleur is geactiveerd in Beeld optimaliseren, zijn Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps, BSS, Multi-shot 16 en Belichtingsbracketing niet beschikbaar. Als het Z/W + kleur selectievakje wordt aangevinkt, wordt de instelling voor continu gereset naar Enkelvoudig en wordt Belichtingsbracketing gereset naar Uit. Om gelijktijdig fotografen in zwart/ wit en kleur mogelijk te maken met Intervalopnamen, moet eerst Z/W + kleur worden gekozen en vervolgens de Intervalopnamen instelling.
Ruisond. lange sluitertijd (A102)
Als Aan wordt gekozen voor Ruisond. lange sluitertijd, zijn Continu H, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps en Multi-shot 16 niet beschikbaar.
Scherpstelstand (A40)
• Als een instelling anders dan Onderwerp volgen is geselecteerd en B (oneindig) is geselecteerd als scherpstelstand voor opname, stelt de camera scherp op oneindig, ongeacht de gekozen AF-veldstand-optie. • Als E (handmatig scherpstellen) is ingesteld, kan AF-veldstand niet worden gekozen.
Lichtmeting (A93)
Als Lichtmeting wordt ingesteld op Spot AF-veld of Spot, is Onderwerp volgen niet beschikbaar.
Autofocus-stand
Scherpstelstand (A40)
Wanneer de scherpstelstand is ingesteld op E (handmatig scherpstellen), kan Autofocus-stand niet worden geselecteerd.
Ruisond. lange sluitertijd
Continu (A76)
Als Multi-shot 16 wordt ingesteld voor opname, is de ruisonderdrukking voor lange belichting niet beschikbaar.
Continu/ Belichtingsbracketing
AF-veldstand
Meer over opname
AF-veldstand (A95)
Lichtmeting
105
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen) Beperkte functie
Instelling ISO-waarde (A92)
Wanneer ISO-waarde is ingesteld op Hoge ISO-waarde auto of 3200, dan is Actieve D-Lighting niet beschikbaar. Wanneer Hoge ISO-waarde auto of 3200 wordt geselecteerd, dan wordt Actieve D-Lighting gereset op Uit.
Datumstempel
Continu (A76)
Als Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of BSS wordt ingesteld voor opname, is de flitser niet beschikbaar.
Belichtingsbracketing (A94)
Datum afdrukken is niet beschikbaar.
Meer over opname
Knipperwaarsch.
Continu (A76)/ Belichtingsbracketing (A94)
De knipperwaarschuwing wordt niet geactiveerd de continu-stand is ingesteld op een andere instelling dan Enkelvoudig of Belichtingsbracketing is ingesteld.
Digitale zoom
Focus stand (A40)
De digitale zoom kan niet worden gebruikt als ETimp de încãrcare(handmatige scherpstelling) is geselecteerd.
AF-veldstand (A95)
De digitale zoom kan niet worden gebruikt als opnames worden gemaakt met Onderwerp volgen.
Continu (A76)
De digitale zoom kan niet worden gebruikt als Multi-shot 16 is geselecteerd voor opname.
B 106
Beschrijving
Actieve D-Lighting
Meer informatie
Zie “Opmerkingen over digitale zoom” (A197) voor meer informatie.
Opnameopties: Opnamemenu (j, k, l, m standen) Sluitertijd
Meer over opname
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt afhankelijk van de ingestelde ISO-waarde. Daarnaast verandert het regelbereik in de volgende continu-opnamestanden. Instelling Regelbereik ISO-waarde (A92)1 Automatisch2, 1/1500 tot 2 s (j, k stand) ISO 160-4002 in Vast bereik 1/1500 tot 4 s (l stand) automatisch 1/1500 tot 8 s (m mode) 1/1500 tot 2 s (j, k, l stand) Hoge ISO-waarde auto2 1/1500 tot 8 s (m stand) ISO 160-2002 in Vast bereik 1/1500 tot 2 s (j, k stand) automatisch 1/1500 tot 8 s (l, m stand) ISO 160, 200 1/1500 tot 2 s (j, k stand) ISO 400, 800 1/1500 tot 4 s (l, m stand) ISO 1600 1/1500 tot 2 s ISO 3200 1/1500 tot 1/2 s Continu (A76) Vooropnamecache 1/4000 tot 1/60 s Continu H: 120 bps 1/4000 tot 1/125 s Continu H: 60 bps 1/4000 tot 1/60 s Multi-shot 16 1/4000 tot 1/30 s 1 De instelling van de ISO-waarde wordt beperkt afhankelijk van de instelling voor continu-opname (A104). 2 In m stand is de ISO-waarde vast ingesteld op 160.
107
M (User setting (Gebruikersinstelling)) toepassen Vaak gebruikte instellingcombinaties voor het maken van een opname (user setting (gebruikerinstellingen)) kunnen worden opgeslagen in M. De opgeslagen instellingen kunnen direct worden opgeroepen voor opname door de keuzeknop naar M te draaien. Dit is handig als u met deze instellingen wilt fotograferen of als u de instellingen slechts gedeeltelijk wilt wijzigen. Er kan worden gefotografeerd in de standen j (geprogrammeerd auto), k (sluitertijdvoorkeuze auto), l (diafragmavoorkeuze auto) en m (handmatig). De volgende instellingen kunnen worden opgeslagen onder M.
Basisinstellingen
Meer over opname
Programmastanden j, k, l, m (A69)1
Monitorweergave (A16, 17)2
Zoomstand (A31)2
Flits-stand (A36)
Scherpstelstand (A40)3
Belichtingscorrectie (A43)
Beeldkwaliteit (A83)
Beeldformaat (A84)
Beeld optimaliseren (A87)
Witbalans (A90)4
ISO-waarde (A92)
Lichtmeting (A93)
Belichtingsbracketing (A94)
AF-veldstand (A95)5
Autofocus-stand (A101)
Flitsbelichtingcorrectie (A101)
Ruisond. lange sluitertijd (A102)
Actieve D-Lighting (A103)
Continu (A76)
Opnamemenu
1 Kies de standaard opnamestand. Het huidige flexibele programma (indien ingesteld op j), sluitertijd (indien ingesteld op k en m) of diafragma (indien ingesteld op l en m) instellingen worden opgeslagen. 2 De instellingen die op dat moment worden weergegeven op de monitor en de zoomstand worden ook opgeslagen. 3 De actuele scherpstelafstand wordt eveneens opgeslagen indien de camera is ingesteld op E (handmatig scherpstellen). 4 De vooringestelde waarde voor handmatige preset wordt toegepast in de opnamestanden j, k, l, m en M. 5 Het actuele scherpstelveld wordt opgeslagen als de AF-veldstand is ingesteld op Handmatig.
B 108
Opmerking over de klokbatterij
Als de interne back-up batterij (A189) leeg raakt, worden de instellingen opgeslagen onder M gereset. Geadviseerd wordt om een notitie te maken van belangrijke instellingen.
M (User setting (Gebruikersinstelling)) toepassen
Sla de instellingen op onder M De vaak gebruikte instellingen voor opname kunnen worden gewijzigd en opgeslagen in M.
1
Zet de keuzeknop op de gewenste belichtingsstand. • Verdraai naar j, k, l of m. • De instellingen kunnen worden bewaard ook als de keuzeknop op M staat (de standaardinstellingen voor de opnamestand j worden reeds bij aankoop van de camera opgeslagen). Meer over opname
2 3
Wisselen naar een veelgebruikte instelling. Druk op de d knop. • Het opnamemenu wordt weergegeven. • Gebruik de multi-selector om items te selecteren en functies in het menu in te stellen (A12).
4
Gebruik de multi-selector om Bewaar user settings te selecteren en druk op de k knop • Gereed scherm wordt weergegeven en de huidige instellingen worden bewaard.
Opnamemenu AF-veldstand Autofocus-stand Flitsbelichtingcorrectie Ruisond. lange sluitertijd Actieve D-Lighting Bewaar user settings Herstel user settings
Opname maken in M (User setting (Gebruikerinstellingen)) stand Door de keuzeknop naar M te draaien, kunt u instellingen die zijn opgeslagen in Bewaar user settings opvragen.. • Kadreer het onderwerp en maak de foto met deze instellingen of wijzig de instellingen, indien nodig. • De combinaties van instellingen die worden opgeroepen als de keuzeknop naar M wordt gedraaid, kunnen zo vaak u wilt worden gewijzigd in Bewaar user settings.
109
M (User setting (Gebruikersinstelling)) toepassen
Geregistreerde instellingen resetten De instellingen die zijn opgeslagen voor M kunnen worden gereset.
1
2
Selecteer Ja en druk op de k knop.
Meer over opname
• De opgeslagen instellingen worden gereset.
Opnamemenu AF-veldstand Autofocus-stand Flitsbelichtingcorrectie Ruisond. lange sluitertijd Actieve D-Lighting Bewaar user settings Herstel user settings
Herstel user settings User settings worden teruggebracht naar standaardwaarden. OK? Ja Nee
C
110
Kies Herstel user settings in het opnamemenuscherm en druk op de k knop.
M resetten
De in de gebruikersinstellingen opgeslagen instellingen worden als volgt gereset: • Opnamestand: j (geprogrammeerd automatisch) • Monitorweergave: Informatie weergeven • Zoomstand: max. groothoekstand • Flitsstand: U (auto) • Scherpstelstand: A (Autofocus) • Belichtingscorrectie: 0.0 • Continu: Enkelvoudig • Opnamemenu: Hetzelfde als de standaardinstelling voor ieder item
Meer over weergave
Functies in de schermvullende weergave Druk in de opnamestand op de c (weergave) knop om de weergavestand te selecteren en de foto's die gemaakt zijn, weer te geven (A34). In schermvullende weergave kunt u het volgende doen.
15/05/2011 15:30 0004.JPG
4 132
Functie
Knop
Foto’s selecteren
f (h)
Zoomweergave
g (i)
Foto-informatie verbergen of tonen Wisselen tussen weergaves
s x
Foto's in een reeks individueel weergeven k Door foto's gemaakt met eenvoudig panorama heen lopen Afspelen van films
A
11, 12
115, 117
118
Meer over weergave
Miniatuurweergave/ kalenderweergave
Beschrijving Druk op H, I, J of K om een foto voor weergave te selecteren. Druk op H, I, J of K en houd deze ingedrukt om snel door foto's heen te lopen. U kunt foto's ook selecteren door aan de instelschijf te draaien. Foto's weergeven als 4, 9, 16 of 72 miniaturen. Draai de zoomknop naar f (h) in de weergave als 72 miniaturen om naar de kalenderweergave te gaan (behalve voor de datumsorteerstand). Vergroot de foto die momenteel wordt weergegeven op de monitor, tot ca. 10×. Druk op de k knop om terug te keren naar schermvullende weergave. Opname- en foto-informatie op monitor verbergen of tonen Wisselen tussen weergave via monitor of zoeker. Wanneer deze knop wordt ingedrukt terwijl een reeks wordt weergegeven waarvan alleen de hoofdfoto wordt weergegeven, worden alle foto's in de reeks individueel weergegeven. Druk om terug te keren naar weergave van alleen de hoofdfoto op H van de multi-selector. Geef de korte zijde van de geselecteerde foto schermvullend weer en scroll de foto automatisch. De weergegeven films weergeven.
17 16
113
62 168
111
Functies in de schermvullende weergave Functie
Foto’s wissen
Knop
l
Monitormenu's Naar een andere weergavestand wisselen
d
Beschrijving Selecteer de wismethode en wis de foto(´s). In de favoriete foto's stand (A122), automatisch sorteren stand (A129), of datumsorteerstand (A132), kunnen foto's in hetzelfde album, categorie of opnamedatum worden gewist. Menu's aangeven voor de geselecteerde stand. Geef het menu weer en selecteer de N (weergavestand) tab om te wisselen naar de favoriete foto's stand, automatisch sorteren stand, of datumsorteerstand.
A
35, 114
13
120
c Meer over weergave
34, 157
b (e)
C 112
Druk op de c knop of de ontspanknop. U kunt ook wisselen naar opname door de b (e filmopname) knop in te drukken.
Terugkeren naar het opnamescherm
Oriëntatie wijzigen (verticaal of horizontaal positioneren) van foto's
Wijzig de oriëntatie m.b.v. Beeld draaien (A141) in het weergavemenu (A135) na de opname.
Functies in de schermvullende weergave
Foto's weergeven die zijn opgenomen in de continuopnamestand (reeks)
4
5
Meer over weergave
De beelden die zijn gemaakt in de volgende continu-opnamestand worden opgeslagen als groep (een zgn. “reeks”) voor elke opname. • Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps in het continu-opnamemenu (A76) • Belichtingsbracketing (A94) in het opnamemenu (A81) • Continu in de Sport (A52) of Dierenportret (A59) onderwerpstand In de schermvullende weergave of miniatuurweergave (A115), wordt de eerste foto in een reeks gebruikt als “hoofdfoto”, d.w.z. dat deze wordt weergegeven als voorbeeld voor de foto´s in de reeks. • F wordt weergegeven op het weergavescherm voor foto´s gemaakt in een reeks. Druk, terwijl de hoofdfoto van een reeks wordt 15/05/2011 15:30 0004.JPG weergegeven in de schermvullende weergave, op de k knop om elke foto in de reeks individueel weer te geven. Druk om terug te keren naar weergave van alleen de hoofdfoto op H van de multi-selector. De volgende functies zijn beschikbaar wanneer elke foto in een reeks individueel wordt weergegeven. • Kies een foto: Druk op J of K van de multi-selector. U kunt foto's ook selecteren door aan de instelschijf te draaien. • Inzoomen: Draai de zoomknop naar g (i) (A118).
D
Opties reeksweergave
Selecteer Reeksweergaveopties (A145) in het weergavemenu om in te stellen dat alle reeksen worden weergegeven via hun hoofdfoto´s of om ze als individuele foto´s weer te geven.
D
Hoofdfoto in reeks wijzigen
Een hoofdfoto van een reeks kan worden gewijzigd met behulp van Kies hoofdfoto (A145) in het weergavemenu.
113
Functies in de schermvullende weergave
Foto's in een reeks wissen
Meer over weergave
Wanneer Reeksweergaveopties (A145) wordt ingesteld op Enkel hoofdfoto in het weergavemenu, worden de volgende foto's gewist zodra de l knop wordt ingedrukt en de wismethode is geselecteerd. • Wanneer alleen de hoofdfoto van een reeks wordt weergegeven: - Huidig beeld: Wanneer de reeks wordt geselecteerd, worden alle foto's daarin gewist. - Wis gesel. beeld(en): Wanneer de hoofdfoto wordt geselecteerd in het Wis geselec. beeld(en) scherm (A35), worden alle foto's in de reeks gewist. - Alle beelden: Alle foto's inclusief de reeks die wordt weergegeven, worden gewist. • Wanneer de foto's in een reeks een voor een worden weergegeven door op de k knop te drukken terwijl de hoofdfoto's wordt weergegeven voordat de l knop wordt ingedrukt: De wismethodes veranderen als volgt. - Huidige foto wissen: Wis de foto die wordt weergegeven. Wissen - Wis gesel. beeld(en): Selecteer meerdere foto's uit de reeks om te wissen in het Wis geselec. beeld(en) scherm (A35). Huidige foto wissen Wis gesel. beeld(en) - Volledige reeks wissen: Alle foto's in de reeks, Volledige reeks wissen inclusief de foto die wordt weergegeven, worden gewist.
B
Opmerking over reeks
Foto's die in continu-stand zijn gemaakt met een andere camera dan de COOLPIX P500 kunnen niet worden weergegeven als een reeks.
C
Beschikbare weergavemenuopties bij reeksweergave
Wanneer de d knop wordt ingedrukt terwijl de hoofdfoto van een reeks wordt weergegeven, zijn de volgende menu-acties beschikbaar voor de foto's in de geselecteerde reeks. ➝ A148 ➝ A149 • Snel retoucheren1 • D-Lighting1 ➝ A150 ➝ A152 • Huid verzachten1 • Filtereffecten1 ➝ A135 ➝ A138 • Afdrukopdracht2 • Diashow ➝ A139 ➝ A141 • Beveiligen2 • Beeld draaien1 ➝ A141 ➝ A154 • Beeld verbergen2 • Kleine afbeelding1 ➝ A142 ➝ A144 • Spraakmemo1 • Kopiëren2 ➝ A155 ➝ A145 • Zwarte rand1 • Reeksweergaveopties ➝ A145 ➝ A122 • Kies hoofdfoto • Favoriete beelden2 1
114
Druk op de d knop na de weergave van individuele foto´s. Deze instellingen kunt u toepassen op individuele foto´s. 2 Wanneer de d knop wordt ingedrukt terwijl de hoofdfoto van een reeks wordt weergegeven, kunnen dezelfde instellingen worden toegepast op alle foto's in de geselecteerde reeks. Druk op de d knop na de weergave van individuele foto´s om de instellingen toe te passen op individuele foto´s.
Meerdere foto’s weergeven: Miniatuurweergave Om foto’s weer te geven als een reeks miniaturen, draait u de zoomknop naar f (h) in schermvullende weergave (A34, 111).
1 / 132
De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden in miniatuurweergave. A
Foto’s selecteren
Druk op H, I, J of K van de multi-selector. U kunt foto's ook selecteren door aan de instelschijf te draaien.
11, 12
Vergroot het aantal miniaturen dat wordt weergegeven/ kalenderweergave
Draai de zoomknop in de richting van f (h) om het aantal miniaturen te verhogen van 4 ➝ 9 ➝16 ➝72. Draai de zoomknop naar f (h) in de weergave als 72 miniaturen om naar de kalenderweergave te gaan (behalve voor de datumsorteerstand). In kalenderweergave kunt u de foto´s op datum verplaatsen en kiezen met de cursor (A117). Draai de zoomknop in de richting van g (i) om naar miniatuurweergave terug te keren.
Verklein het aantal fotominiaturen dat wordt weergegeven
Terug naar de schermvullende weergave
Foto’s wissen
Knop
f (h)
g (i)
Meer over weergave
Beschrijving
Functie
Draai de zoomknop in de richting van g (i) om het aantal miniaturen te verlagen van 72 ➝16 ➝ 9 ➝ 4. Draai de knop nogmaals naar g (i) tijdens weergave van 4 miniaturen om terug te keren naar schermvullende weergave. 34, 111
k
Druk op de k knop.
l
Selecteer de wismethode en wis de foto(´s). In de favoriete foto's stand (A122), automatisch sorteren stand (A129), of 35 datumsorteerstand (A132), kunnen foto's in hetzelfde album of dezelfde categorie worden gewist.
115
Meerdere foto’s weergeven: Miniatuurweergave Functie
A
Beschrijving
Knop c
Druk op de c knop of de ontspanknop. U kunt ook wisselen naar opname door de b (e filmopname) knop in te drukken.
Terugkeren naar het opnamescherm
34, 157
b (e)
Meer over weergave
C
Pictogrammen op miniaturen
Als foto's met Afdrukopdracht (A135) en Beveiligen (A139) instellingen worden geselecteerd, verschijnen de pictogrammen die rechts worden weergegeven. Het pictogram aan de rechterzijde verschijnt wanneer een foto in een reeks (A113) geselecteerd wordt. Films worden weergegeven met filmranden (in de weergave als 72 miniaturen D verschijnt boven in de monitor wanneer een film geselecteerd is).
C
Beveiligingspictogram Pictogram Printopdracht Reeksweergave
Filmranden
Miniatuurweergave in favoriete foto's stand en automatisch sorteren stand
• In de favoriete foto's stand (A122), wordt het pictogram van het weergegeven album rechts bovenaan het scherm weergegeven. • In de automatisch sorteren stand (A129), wordt het categoriepictogram van de geselecteerde foto rechts bovenaan het scherm weergegeven.
116
1 / 132
1/
3
Meerdere foto’s weergeven: Miniatuurweergave
Kalenderweergave Draai de zoomknop in de richting van f (h) in de weergavestand terwijl 72 miniaturen worden weergegeven (A115) om naar kalenderweergave te gaan. Verplaats de cursor en kies de foto's door een datum te selecteren. Datums waarop foto's zijn gemaakt, zijn geel onderstreept.
2011 05 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
3
De volgende handelingen kunnen uitgevoerd worden in kalenderweergave. Functie Datum selecteren
B
A
Druk op H, I, J of K van de multi-selector. U kunt een datum ook selecteren met de instelschijf.
11, 12
k
Wissel naar schermvullende weergave van de eerste foto met die datum.
34, 111
g (i)
Draai de zoomknop naar g (i).
-
Meer over weergave
Terug naar de schermvullende weergave Keer terug naar de foto-overzicht weergave
Beschrijving
Knop
Opmerkingen over kalenderweergave
• Foto’s zonder datum worden gezien als foto’s gemaakt op “January 1, 2011”. • De knoppen d en l worden gedeactiveerd tijdens kalenderweergave.
D
Datumsorteerstand
In de datumsorteerstand (A132) kunnen foto’s worden weergegeven die op een bepaalde datum zijn gemaakt. De datumsorteerstand-opties (A133) zijn uitsluitend beschikbaar voor de foto's die op de geselecteerde datums zijn gemaakt.
117
Foto’s van dichtbij bekijken: Zoomweergave Wanneer u g(i) verdraait tijdens de schermvullende weergave (A34), wordt ingezoomd op het huidige beeld, waarbij het midden van het beeld uitvergroot wordt weergegeven op de monitor. • De hulpsjabloon rechtsonder geeft aan welk deel van het beeld wordt weergegeven. U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren terwijl u op foto's hebt ingezoomd. Functie Inzoomen
Meer over weergave
Uitzoomen
Knop g (i)
Foto’s wissen
Beeld uitsnijden
Beschrijving
A
Draai de zoomknop naar g (i). De zoomfactor 11, neemt ca. 10× toe. U kunt ook verder inzoomen door de instelschijf rechtsom te 31 draaien. Draai de zoomknop naar f (h). Bij de zoomfactor 1× wordt de foto weer in de schermvullende weergave weergegeven. U kunt de zoomfactor ook verder terugbrengen door de instelschijf linksom te draaien.
11, 31
Druk op H, I, J of K van de multi-selector om het weergavegebied te verschuiven naar andere delen van het beeld.
12
k
Druk op de k knop.
34, 111
l
Selecteer de wismethode en wis de foto(´s). In de favoriete foto's stand (A122), automatisch sorteren stand (A129), of 35 datumsorteerstand (A132), kunnen foto's in hetzelfde album of dezelfde categorie worden gewist.
f (h)
Verplaats het weergavegebied Terug naar de schermvullende weergave
3.0
d
Druk op de knop om alleen het zichtbare deel als een afzonderlijk bestand op te slaan.
156
Druk op de c knop of de ontspanknop. U kunt ook wisselen naar opname door de b (e filmopname) knop in te drukken.
34, 157
c Terugkeren naar het opnamescherm b (e)
118
Foto’s van dichtbij bekijken: Zoomweergave
Foto’s gemaakt met gezichtprioriteit of huisdierdetectie Als de zoomknop wordt verdraaid naar g (i) tijdens schermvullende weergavemodus voor foto's gemaakt met gezichtprioriteit (A97) of huisdierdetectie (A59), 2.0 wordt de foto vergroot met het gezicht dat tijdens de opname is gedetecteerd, in het midden (m.u.v. foto's die zijn gemaakt met continu (A76) of Belichtingsbracketing (A94)). • Indien meer dan één gezicht gedetecteerd werd, wordt de foto vergroot met het gezicht waarop is scherpgesteld, in het midden van de monitor. Druk op H, I, J of K van de multi-selector om de overige gedetecteerde gezichten weer te geven. • Wanneer de zoomknop verder wordt verdraaid naar g (i) of f (h), wijzigt de zoomfactor naar normale weergave zoomfunctie. Meer over weergave
119
Foto´s per categorie weergeven De volgende weergavestanden kunnen worden geselecteerd. c
A111
Afspelen Alle foto´s weergeven.
h
A122
Favoriete beelden Foto´s toegevoegd aan een album weergeven.
F
A129
Automatisch sorteren
Foto´s en films weergeven die automatisch gesorteerd zijn in de geselecteerde categorie tijdens opname. C
A132
Sorteer op datum Foto´s weergeven die op de geselecteerde datum zijn gemaakt.
1 Meer over weergave
Druk in de weergavestand op de d knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Druk op J van de multi-selector. • Tabselectie is geactiveerd.
3
Druk op H of I om de N tab te selecteren.
Weergavemenu Snel retoucheren D-Lighting Huid verzachten Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
Weergavestand Afspelen Favoriete beelden Automatisch sorteren Sorteer op datum
4
Druk op K en de k knop. • Het menu met weergavestanden wordt weergegeven.
120
Weergavestand Afspelen Favoriete beelden Automatisch sorteren Sorteer op datum
Foto´s per categorie weergeven
5
Gebruik de multi-selector om een weergavestand te selecteren.
Weergavestand
• Druk om terug te keren naar de geselecteerde weergavestand zonder te wisselen tussen weergavestanden op de d knop.
6
Afspelen Favoriete beelden Automatisch sorteren Sorteer op datum
Druk op de k knop. • De camera wordt nu op de geselecteerde weergavestand gezet.
Meer over weergave
121
Favoriete foto´s sorteren (favoriete foto's stand) Foto's kunnen worden toegevoegd aan een album en gesorteerd. Nadat foto's toegevoegd zijn, kunnen deze gemakkelijk worden weergegeven m.b.v. “h favoriete foto's stand .” • Door foto's aan een album toe te voegen, kunnen deze gemakkelijk worden gevonden. • Foto's kunnen worden gesorteerd op thema zoals vakantie of bruiloft. • Eenzelfde foto kan aan meerdere albums worden toegevoegd.
Foto's aan een album toevoegen Foto's kunnen worden toegevoegd aan een album en gesorteerd.
1 Meer over weergave
Selecteer een foto in de weergavestand (A34), automatisch sorteren stand (A129), of datumsorteerstand (A132) en druk op de d knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om h Favoriete beelden te selecteren en druk op de k knop. • Het favorieten-selectiescherm wordt weergegeven.
3
Druk op J of K van de multi-selector, selecteer een foto en druk op de H om y weer te geven.
Weergavemenu Kies hoofdfoto Favoriete beelden
Favoriete beelden
• Herhaal deze stap indien nodig om meer foto's aan het zelfde album toe te voegen. ON/OFF • Druk op I om y te verwijderen om de keuze te Terug annuleren. • Draai de zoomknop (A4) naar g (i) om naar schermvullende weergave te wisselen, of naar f (h) om terug te keren naar de miniatuur-weergave. • Druk op k om het albumselectiescherm weer te geven.
122
Favoriete foto´s sorteren (favoriete foto's stand)
4
Selecteer met de multi-selector het album waaraan de foto's worden toegevoegd en druk op de k knop. • De geselecteerde foto's worden toegevoegd en de camera wisselt naar het weergavemenu. • Herhaal vanaf stap 2 om dezelfde foto aan meerdere albums toe te voegen.
Favoriete beelden
Terug
Toev.
Meer over weergave
B
Opmerkingen over favoriete foto’s
• U kunt maximaal 200 foto's aan elk album toevoegen. • Films kunnen niet aan een album worden toegevoegd. • Wanneer de geselecteerde foto al aan een album is toegevoegd, dan zal bij de map een vinkje staan w. • Wanneer foto's worden toegevoegd aan een album, worden deze niet verwijderd uit de map waarin ze zijn opgeslagen (A215) of gekopieerd naar het album (A128).
D
Meer informatie
Zie “Foto's uit een album verwijderen” (A125) voor meer informatie.
123
Favoriete foto´s sorteren (favoriete foto's stand)
Foto's in een album bekijken Bij gebruik van “h favoriete foto's stand”, kunnen foto's toegevoegd aan een album worden weergegeven door het album te selecteren. • In de schermvullende weergave kunnen foto's in hetzelfde album worden weergegeven (A111) en bewerkt (A146). • Als de d knop wordt ingedrukt in de schermvullende weergave of miniatuurweergave, wordt het favoriete foto's menu (A126) weergegeven en kunnen alle foto's die aan een album toegevoegd zijn, worden geselecteerd om weer te geven in een diashow of om een printopdracht of beveiligingsinstellingen toe te passen.
1 Meer over weergave
Druk op de d knop tijdens weergave, selecteer de N (weergavestand) tab en druk vervolgens op de K of k knop (A120).
Weergavestand Afspelen Favoriete beelden Automatisch sorteren Sorteer op datum
• Druk om een lijst van albums weer te geven, om H of I om h Favoriete beelden te selecteren en druk op de k knop.
2
Gebruik de multi-selector om een album te selecteren.
Favoriete beelden
• Zie “Favoriete foto’s stand gebruiken” (A126) voor meer informatie over het gebruik van het scherm lijst van albums. Kies pictogram
• Als de k knop wordt ingedrukt, wordt een foto in het geselecteerde album weergegeven in de schermvullende weergave. • Het pictogram van het op dat moment weergegeven album verschijnt aan de rechter bovenzijde van de monitor. • Herhaal, om een album opnieuw te selecteren, stappen 1 en 2.
124
15/05/2011 15:30 0004.JPG
4
4
Favoriete foto´s sorteren (favoriete foto's stand)
Foto's uit een album verwijderen Foto's verwijderen uit een album zonder de foto's te wissen.
1
Selecteer het album waaruit foto's worden verwijderd, geef de foto's in dat album weer (A124), en druk op de d knop.
15/05/2011 15:30 0004.JPG
• Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om h Verwijderen uit favor. te selecteren en druk op de k knop.
4
4
Favoriete beelden Verwijderen uit favor.
3
Druk op J of K van de multi-selector, selecteer een foto en druk op de H om y weer te geven.
Verwijderen uit favor.
Meer over weergave
• Het verwijder uit favoriete foto's selectiescherm wordt weergegeven.
• Herhaal deze stap indien nodig om meer foto's uit het zelfde album te verwijderen. ON/OFF • Druk op I om y te verwijderen om de keuze te Terug annuleren. • Draai de zoomknop (A4) naar g (i) om naar schermvullende weergave te wisselen, of naar f (h) om terug te keren naar de miniatuur-weergave. • Druk op de k knop als u klaar bent met selecteren.
4
Selecteer Ja en druk op de k knop. • De foto wordt uit het album verwijderd. • Selecteer Nee om het verwijderen te annuleren.
Deze afbeelding uit favorieten verwijderen?
Ja Nee
B
Opmerking over wissen
Als een foto wordt verwijderd in de favoriete foto's stand, wordt de foto niet alleen uit het album verwijderd, maar ook permanent verwijderd uit het interne geheugen van de geheugenkaart (A128).
125
Favoriete foto´s sorteren (favoriete foto's stand)
Favoriete foto’s stand gebruiken De volgende bewerkingen zijn beschikbaar in het venster albumlijst (stap 2 van A124). Functie
Knop
A
Beschrijving
Druk op H, I, J of K van de multi-selector. 11, U kunt ook een album selecteren door aan de 12 instelschijf te draaien.
Selecteer een album
Meer over weergave
Wisselen naar de schermvullende weergave
k
Foto's in het geselecteerde album worden schermvullend weergegeven.
111
Foto's verwijderen
l
Alle foto's die aan het geselecteerde album toegevoegd zijn, worden verwijderd. Selecteer Ja wanneer het bevestigingsvenster verschijnt.
35
Albumpictogram wijzigen.
127
Druk op de c knop of de ontspanknop. U kunt ook wisselen naar opname door de b (e filmopname) knop in te drukken.
34, 157
Albumpictogram wijzigen
d c
Terug naar de opnamestand b (e)
C
Beschikbare weergavemenuopties bij favoriete foto's stand
Druk op de d knop in de schermvullende weergave of miniatuurweergave in de favoriete foto's stand om de volgende menu-acties toe te passen. • Snel retoucheren • Huid verzachten • Afdrukopdracht • Beveiligen • Beeld verbergen • Spraakmemo • Reeksweergaveopties
126
• Verwijderen uit favor.
➝ A148 ➝ A150 ➝ A135 ➝ A139 ➝ A141 ➝ A142 ➝ A145 ➝ A125
• D-Lighting • Filtereffecten • Diashow • Beeld draaien • Kleine afbeelding • Zwarte rand • Kies hoofdfoto
➝ A149 ➝ A152 ➝ A138 ➝ A141 ➝ A154 ➝ A155 ➝ A145
Favoriete foto´s sorteren (favoriete foto's stand)
De albumpictogrammen wijzigen Het uiterlijk van de albumpictogrammen kan worden gewijzigd. Door de pictogrammen te veranderen, is het gemakkelijker te bepalen welk type foto's aan elk album toegevoegd zijn.
1
Druk op de d knop tijdens weergave, selecteer de N (weergavestand) tab en druk vervolgens op de K of k knop (A120).
Weergavestand Afspelen Favoriete beelden Automatisch sorteren Sorteer op datum
• Druk om een lijst van albums weer te geven, om H of I om h Favoriete beelden te selecteren en druk op de k knop.
Gebruik de multi-selector om een album te selecteren en druk op de d knop.
Favoriete beelden
• Het kies pictogram scherm wordt weergegeven. Kies pictogram
3
Druk op J of K om een pictogramkleur te selecteren en druk vervolgens op de k knop.
Meer over weergave
2
Kies pictogram
Terug
4
Druk op H I J of K om een pictogram te selecteren en druk vervolgens op de k knop.
Kies pictogram
• Het pictogram verandert en de monitor keert terug naar het scherm albumlijst. Terug
B
Opmerkingen over albumpictogrammen
Stel de albumpictogrammen afzonderlijk in voor het interne geheugen en de geheugenkaart. • Verwijder, voordat u de albumpictogrammen voor het interne geheugen verandert, eerst de memory card uit de camera. • De standaardinstelling voor het pictogram is het nummerpictogram (zwart).
127
Favoriete foto´s sorteren (favoriete foto's stand)
C
Favoriete foto's toevoegen/weergeven
Wanneer foto's worden toegevoegd aan een album, worden deze niet verwijderd uit de map waarin ze zijn opgeslagen (A215) of gekopieerd naar het album. Alleen de bestandsnamen van de foto's worden toegevoegd aan het album. Bij gebruik van de favoriete foto's stand, worden foto's weergegeven door de foto's op te vragen die overeenkomen met de bestandsnamen die aan het album toegevoegd zijn. Let op dat als een foto wordt verwijderd in de favoriete foto's stand (A35, 126), de foto niet alleen uit het album wordt verwijderd, maar ook permanent wordt verwijderd uit het interne geheugen van de geheugenkaart.
Foto's aan albums toevoegen Intern geheugen of geheugenkaart 0001.JPG
0002.JPG
Album 1 Bestandsnamen toevoegen
0001.JPG 0002.JPG 0003.JPG
Meer over weergave
0003.JPG
0004.JPG
Album 2 Bestandsnamen toevoegen
0001.JPG 0004.JPG
Foto's in albums bekijken 0001.JPG
Album 1 0001.JPG 0002.JPG 0003.JPG
Bestanden opvragen
0002.JPG Intern geheugen of geheugenkaart
Weergeven
0003.JPG
128
Foto's zoeken in automatisch sorteren-stand Foto's en films worden automatisch gesorteerd naar de volgende categorieën tijdens opname. Wanneer “F automatisch sorteren-stand” is geselecteerd, kunnen foto´s en films worden bekeken door de categorie te selecteren waarnaar ze gesorteerd zijn. Z Glimlach
Y Portretten
u Voedsel
U Landschap
V Zonsop-ondergang
D Close-ups
O Dierenportret
D Film
X Geretoucheerde kopieën
W Andere onderwerpen
Foto's bekijken in automatisch sorteren-stand
1
Druk op de d knop tijdens weergave, selecteer de N (weergavestand) tab en druk vervolgens op de K of k knop (A120).
Weergavestand Afspelen Favoriete beelden Automatisch sorteren Sorteer op datum
Meer over weergave
• In de schermvullende weergave kunnen foto's in dezelfde categorie worden weergegeven (A111) en bewerkt (A146). Foto´s kunnen ook worden gesorteerd naar albums. • Als de d knop wordt ingedrukt, verschijnt het automatisch sorteren-menu (A131), en alle foto´s in dezelfde categorie kunnen worden geselecteerd om weer te geven in een diashow of om een printopdracht of beveiligingsinstellingen toe te passen.
• Druk om een lijst van categorieën weer te geven, om H of I om F Automatisch sorteren te selecteren en druk op de k knop.
2
Gebruik de multi-selector om de gewenste categorie te selecteren. • Zie “Automatisch sorteren-stand categorieën” (A130) voor meer informatie over categorieën. • Zie “Functies in de automatisch sorteren-stand” (A131) voor meer informatie over de bediening van het automatisch sorteren-stand scherm. • Druk op de k knop om een foto in de geselecteerde categorie weer te geven in de schermvullende weergave. • Het pictogram van de op dat moment weergegeven categorie verschijnt aan de rechter bovenzijde van de monitor. • Herhaal, om een gewenste categorie opnieuw te selecteren, stappen 1 en 2.
Portretten
Andere onderwerpen
15/05/2011 15:30 0004.JPG
1
4
129
Foto's zoeken in automatisch sorteren-stand
Automatisch sorteren-stand categorieën Categorie
Beschrijving
Meer over weergave
Z Glimlach
Foto´s gemaakt in de intelligente portretstand (A65) met glimlachtimer ingesteld op Aan worden weergegeven.
Y Portretten
Foto's gemaakt in j, k, l, m of M-stand met gezichtsdetectie(A97). Foto's gemaakt in de volgende opnamestanden. • e (Nachtportret)* (A49) • R (Tegenlicht)* (A50) • Portret* (A51), Party/binnen (A52)
u Voedsel
Foto's gemaakt in de Voedsel (A56) opnamestand.
U Landschap
Foto's gemaakt in de Landschap* (A51) opnamestand.
V Zonsop-ondergang
Foto's gemaakt in de volgende opnamestanden. • j (Nachtlandschap)* (A48) • Zonsondergang (A53), Schemering (A54), Vuurwerk (A57)
D Close-ups
Foto's gemaakt in de macro close-up focusstand (A40). Foto's gemaakt in de Close-up* (A55) opnamestand.
O Dierenportret
Foto's gemaakt in de Dierenportret (A59) opnamestand.
D Film
Films (A157).
X Geretoucheerde kopieën
Kopieën die met een bewerkingsfunctie zijn gemaakt (A146).
W Andere onderwerpen
Alle andere foto's die niet kunnen worden ingedeeld in de categorieën zoals beschreven hierboven.
* Foto's gemaakt in de Autom. scènekeuzekn. (A46) worden ook gesorteerd naar de betreffende categorieën.
B
130
Opmerkingen over automatisch sorteren-stand
• Maximaal 999 foto's en filmbestanden kunnen naar elke categorie worden gesorteerd in de automatisch sorteren-stand. Wanneer 999 foto's en filmbestanden al naar een bepaalde categorie gesorteerd zijn, kunnen nieuwe foto's en films niet naar die categorie worden gesorteerd en kunnen deze ook niet worden weergegeven in de automatisch sorteren-stand. Foto's en filmbestanden weergeven die niet konden worden gesorteerd naar een categorie tijdens normale weergavestand (A34) of datumsorteerstand (A132). • Foto's of films die van het interne geheugen naar een geheugenkaart gekopieerd zijn of andersom (A144), kunnen niet worden weergegeven in de automatisch sorteren-stand. • Foto's of films die met andere camera’s zijn gemaakt dan COOLPIX P500 kunnen niet worden weergegeven in de automatisch sorteren-stand.
Foto's zoeken in automatisch sorteren-stand
Functies in de automatisch sorteren-stand De volgende bewerkingen zijn beschikbaar in het venster categorielijst (A129 stap 2). Functie
Knop
A
Beschrijving
Druk op H, I, J of K van de multi-selector. 11, U kunt een categorie ook selecteren door aan 12 de instelschijf te draaien.
Selecteer een categorie
k
Geef foto's in de geselecteerde categorie weer 111 in de schermvullende weergave.
Foto's verwijderen
l
Alle foto's in de geselecteerde categorie wissen. Selecteer Ja wanneer het bevestigingsvenster verschijnt.
35
Druk op de c knop of de ontspanknop. U kunt ook wisselen naar opname door de b (e filmopname) knop in te drukken.
34, 157
c Terug naar de opnamestand
Meer over weergave
Wisselen naar de schermvullende weergave
b (e)
C
Beschikbare weergavemenuopties in automatisch sorteren-stand
Druk op de d knop in de schermvullende weergave of miniatuurweergave in de automatisch sorteren-stand om de volgende menu's te bedienen. • Snel retoucheren • Huid verzachten • Afdrukopdracht • Beveiligen • Beeld verbergen • Spraakmemo • Reeksweergaveopties • Favoriete beelden
➝ A148 ➝ A150 ➝ A135 ➝ A139 ➝ A141 ➝ A142 ➝ A145 ➝ A122
• D-Lighting • Filtereffecten • Diashow • Beeld draaien • Kleine afbeelding • Zwarte rand • Kies hoofdfoto
➝ A149 ➝ A152 ➝ A138 ➝ A141 ➝ A154 ➝ A155 ➝ A145
131
Foto's weergeven op datum (Datumsorteerstand) In “C datumsorteerstand,” worden alleen foto's die op dezelfde datum gemaakt zijn, weergegeven. • In de schermvullende weergave kan, net als in de normale weergavestand, opname-informatie worden weergegeven, de beeldweergave worden vergroot en films worden afgespeeld. Foto´s kunnen ook worden gesorteerd naar albums. • Als de d knop wordt ingedrukt, verschijnt het datumsorteermenu (A133), en alle foto´s gemaakt op dezelfde datum kunnen worden geselecteerd om weer te geven in een diashow of om een printopdracht of beveiligingsinstellingen toe te passen.
Foto's bekijken in de datumsorteerstand
1 Meer over weergave
Druk op de d knop tijdens weergave, selecteer de N (weergavestand) tab en druk vervolgens op de K of k knop (A120).
Weergavestand Afspelen Favoriete beelden Automatisch sorteren Sorteer op datum
• Druk om het datumsorteerscherm weer te geven op H of I om C Sorteer op datum te selecteren en druk op de k knop.
2
Selecteer een datum met de multi-selector. • De camera geeft maximaal 29 datums weer. Als er foto's van meer dan 29 datums zijn, worden alle beelden die eerder dan de meest recente 29 datums zijn opgenomen onder Overige gecombineerd. • Zie “Bewerkingen in de datumsorteerstand” (A133) voor meer informatie over het gebruik van het datumsorteerscherm. • Wanneer de k knop wordt ingedrukt, wordt de eerste foto die op de geselecteerde datum gemaakt is weergegeven in de schermvullende weergave. • Herhaal, om een datum opnieuw te selecteren, stappen 1 en 2.
Sorteer op datum
26/05/2011
4
20/05/2011
11
18/05/2011
8
15/05/2011
4
15/05/2011 15:30 0004.JPG
1
B
132
4
Opmerkingen over de datumsorteerstand
• De 9.000 meest recente foto’s kunnen worden weergegeven in de datumsorteerstand. Als er meer dan 9.000 foto's worden opgeslagen, wordt “*” weergegeven voor de datum van de 9.001ste foto. • Foto's die worden gemaakt terwijl geen cameradatum is ingesteld, worden gemarkeerd als foto's gemaakt op January 1, 2011.
Foto's weergeven op datum (Datumsorteerstand)
Bewerkingen in de datumsorteerstand De volgende bewerkingen zijn beschikbaar in het datumsorteerscherm (A132 stap 2). Functie
Knop
A
Beschrijving
Datum selecteren
Druk op H of I van de multi-selector. U kunt een datum ook selecteren door aan de instelschijf te draaien.
11, 12
k
Geef foto's gemaakt op de geselecteerde datum weer in de schermvullende weergave.
111
Foto's verwijderen
l
Alle foto´s wissen die op de geselecteerde datum zijn gemaakt. Selecteer Ja wanneer het bevestigingsvenster verschijnt.
35
Het datumsorteermenu bekijken
d
Datumsorteermenu weergeven
–
Druk op de c knop of de ontspanknop. U kunt ook wisselen naar opname door de b (e filmopname) knop in te drukken.
34, 157
c Terug naar de opnamestand
Meer over weergave
Wisselen naar de schermvullende weergave
b (e)
C
Beschikbare weergavemenuopties in datumsorteerstand
Druk op de d knop in de datumsorteerstand om een van de volgende menu-acties toe te passen op foto's gemaakt op de geselecteerde datum. • Snel retoucheren1 •
Huid verzachten1
• Afdrukopdracht2 • Beveiligen2 •
Beeld verbergen2
• Spraakmemo
1
• Reeksweergaveopties • Favoriete beelden1 1 2
➝ A148 ➝ A150 ➝ A135 ➝ A139 ➝ A141 ➝ A142 ➝ A145 ➝ A122
• D-Lighting1 • Filtereffecten1 • Diashow • Beeld draaien1 • Kleine afbeelding1 • Zwarte rand1 • Kies hoofdfoto
➝ A149 ➝ A152 ➝ A138 ➝ A141 ➝ A154 ➝ A155 ➝ A145
Druk wanneer de foto schermvullend weergegeven is op de d knop. Wanneer op de d knop wordt gedrukt in het datumsorteerscherm (A132 stap 2), kunnen opties worden toegepast op alle foto's gemaakt op de geselecteerde datum. Wanneer op de d knop wordt gedrukt tijdens schermvullende weergave, kunnen opties worden toegepast op afzonderlijke foto's.
133
Weergaveopties: Weergavemenu De volgende opties zijn beschikbaar in het weergavemenu. k
I e p a
b Meer over weergave
d f i g E h j C
C
h h
134
Snel retoucheren A148 Maak op eenvoudige wijze geretoucheerde foto’s waarin contrast en verzadiging zijn verhoogd. D-Lighting A149 Helderheid en contrast verbeteren in donkere gedeelten van foto’s. Huid verzachten A150 Maak de huid van mensen zachter. Filtereffecten A152 Meerdere effecten toepassen m.b.v. digitaal filter. Afdrukopdracht A135 De foto’s selecteren die u wilt afdrukken en voor elke foto het aantal afdrukken instellen. Diashow A138 De foto’s in het interne geheugen of op een geheugenkaart bekijken in een automatische diashow. Beveiligen A139 Geselecteerde foto’s tegen ongewild wissen beveiligen. Beeld draaien A141 Wijzig de stand van de gemaakte foto. Beeld verbergen A141 Verberg geselecteerde foto’s tijdens weergave. Kleine afbeelding A154 Maak een klein beeld van de gemaakte foto. Spraakmemo A142 Voeg een spraakmemo toe aan een gemaakte foto. Kopiëren A144 Bestanden kopiëren tussen de geheugenkaart en het interne geheugen. Zwarte rand A155 Een nieuwe foto met een zwarte rand maken. Reeksweergaveopties A145 Een reeks van kort achter elkaar gemaakte foto's weergeven als individuele foto's, of alleen de hoofdfoto van een reeks weergeven. Kies hoofdfoto A145 Wijzig de hoofdfoto van een reeks die achter elkaar zijn gemaakt tijdens een opname (foto's in een reeks A113). Favoriete beelden A122 Foto's selecteren en toevoegen als favorieten. Verwijderen uit favor. A125 Een foto verwijderen uit een album.
Weergaveopties: Weergavemenu
Het weergavemenu openen Druk op de c knop om naar de weergavestand (A34) te gaan. Druk op de d knop om het weergavemenu weer te geven. 15/05/2011 15:30 0004.JPG
Weergavemenu
4 132
Snel retoucheren D-Lighting Huid verzachten Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
• Gebruik de multi-selector om items te selecteren en functies in de menu's in te stellen (A12). • Druk op de d knop om het weergavemenu te verlaten.
Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M b Afdrukopdracht
Wanneer u een van de volgende methodes kiest om foto's af te drukken die opgeslagen zijn op een geheugenkaart, kunnen de foto's en het aantal foto's dat moet worden afgedrukt van tevoren worden ingesteld op de geheugenkaart. • Afdrukken op een DPOF-compatibele (A233) printer die voorzien is van een kaartsleuf. • De afdrukken bestellen bij een digitale fotoservice met een DPOF-service. • Afdrukken door de camera aan te sluiten op een PictBridge-compatibele (A233) printer (A179). (Wanneer de geheugenkaart uit de camera wordt gemaakt, kunnen de printopdrachtinstellingen ook worden toegepast op de foto's die zijn opgeslagen op het intern geheugen.)
1
Gebruik de multi-selector om Beelden selecteren te selecteren en druk op de k knop.
Meer over weergave
a Afdrukopdracht: Instellen van de foto's en het aantal afdrukken
Afdrukopdracht Beelden selecteren Afdrukopdracht wissen
135
Weergaveopties: Weergavemenu
2
Selecteer de foto’s (max. 99) en het aantal afdrukken per foto (maximaal negen).
Afdrukselectie
1 1 3 • Druk op J of K van de multi-selector om foto’s te selecteren en druk daarna op H of I om het gewenste aantal per foto aan te geven. • U kunt foto's ook selecteren door aan de instelschijf te draaien. • Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan het Terug pictogram (vinkje) en een getal dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft. Het pictogram wordt niet weergegeven bij foto’s waarvoor nul exemplaren zijn opgegeven. Deze foto’s worden niet afgedrukt. • Draai de zoomknop naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende weergave of naar f(h) om 12 miniaturen weer te geven. • Wanneer u alle instellingen hebt voltooid, drukt u op de k knop.
3
Geef aan of u de opnamedatum en foto-informatie wilt afdrukken.
Meer over weergave
• Selecteer Datum en druk op de k knop om de opnamedatum af te drukken op alle foto’s binnen de printopdracht. • Selecteer Info en druk op de k knop om de fotoinformatie (sluitertijd en diafragmawaarde) af te drukken op alle foto’s binnen de printopdracht.
Afdrukopdracht
Gereed Datum Info
• Selecteer Gereed en druk op de k knop om de printopdracht af te ronden.
Foto's die zijn geselecteerd voor afdrukken, kunt u tijdens weergavestand herkennen aan het pictogram w.
15/05/2011 15:30 0004.JPG
4 132
B
Opmerkingen over het afdrukken van de opnamedatum en foto-informatie
Als u de opties Datum en Info in het Afdrukopdracht hebt geactiveerd, worden de opnamedatum en foto-informatie op de foto’s afgedrukt indien u een DPOF-compatibele (A233) printer gebruikt die het afdrukken van de opnamedatum en foto-informatie ondersteunt. • Bij DPOF (A184) kan foto-informatie niet worden afgedrukt als de camera via de meegeleverde USB-kabel rechtstreeks is aangesloten op de printer. • Datum en Info worden gereset telkens wanneer het Afdrukopdracht-menu wordt weergegeven. • De afgedrukte datum is de datum die opgeslagen is op het moment dat de foto gemaakt is. Wanneer de cameradatum wordt gewijzigd met de Tijdzone en datum instelling in het setupmenu nadat een foto gemaakt is, heeft geen effect op de datum die op de foto wordt afgedrukt.
136
15/05/2011
Weergaveopties: Weergavemenu
B
Opmerkingen over Afdrukopdracht
Wanneer een printopdracht gemaakt is in favoriete foto's stand, automatisch sorteerstand of datumsorteerstand, wordt het hieronder afgebeelde scherm weergegeven als foto's anders dan die in het geselecteerde album, categorie of opnamedatum, gemarkeerd zijn voor afdrukken. • Als Ja wordt geselecteerd, worden de actuele printopdrachtinstellingen toegevoegd aan de printopdrachtinstellingen van andere foto's. • Als Nee wordt geselecteerd, worden alle printopdrachtinstellingen van andere foto's verwijderd en blijven alleen de actuele printopdrachtinstellingen over. Afdrukopdracht
Afdrukopdracht
Afdrukmarkering voor andere beelden opslaan?
Afdrukmarkering voor andere data opslaan?
Ja Nee
Ja Nee
Datumsorteerstand
Bovendien wordt het scherm hieronder weergegeven wanneer er meer dan 99 foto's zijn na het toevoegen van de actuele printopdrachtinstellingen. • Als Ja wordt geselecteerd, worden alle printopdrachtinstellingen van andere foto's verwijderd en blijven alleen de actuele printopdrachtinstellingen over. • Als Annuleren wordt geselecteerd, worden alle printopdrachtinstellingen van andere foto's verwijderd en blijven alleen de actuele printopdrachtinstellingen over. Afdrukopdracht
Afdrukopdracht
Teveel geselecteerde beelden. Afdrukmarkering van andere beelden verwijderen?
Teveel geselecteerde beelden. Afdrukmarkering voor andere data verwijderen?
Ja Annuleren
Ja Annuleren
Favoriete foto's stand of automatisch sorteerstand
C
Meer over weergave
Favoriete foto's stand of automatisch sorteerstand
Datumsorteerstand
Alle printopdrachten wissen
Selecteer tijdens stap 1 van de printopdrachtprocedure (A135), selecteer Afdrukopdracht wissen en druk op de k knop om de printopdrachten voor alle foto's te wissen.
D
Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen worden afgedrukt op foto's tijdens de opname door Datumstempel (A192) in te stellen in het setup-menu. Deze gegevens kunnen ook worden afgedrukt op printers die het afdrukken van datum en tijd niet ondersteunen. Alleen de datum en tijd van Datumstempel op de foto’s worden afgedrukt, ook al is Afdrukopdracht geactiveerd door datum te selecteren in het printopdrachtscherm.
D
Meer informatie
Zie “Opmerking over beelden in formaat 1:1 afdrukken.” (A86) voor meer informatie.
137
Weergaveopties: Weergavemenu
b Diashow Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M b Diashow
De foto’s in het interne geheugen of op een geheugenkaart bekijken in een automatische diashow.
1
Gebruik de multi-selector om Start te selecteren en druk op de k knop
Diashow Pauze
Meer over weergave
• Als u de pauze tussen foto’s wilt aanpassen, selecteert u Tussenpauze en vervolgens de gewenste duur. Druk Start op de k knop en selecteer daarna Start. Tussenpauze Herhalen • Om de diashow automatisch te herhalen, activeert u Herhalen en drukt u op de k knop alvorens Start te kiezen. Als de optie herhalen is geactiveerd, wordt er een vinkje (w) in het selectievakje weergegeven.
2
De diashow begint. • Druk op K van de multi-selector om de volgende foto weer te geven of op J om de vorige foto weer te geven. Druk op de knop voor snel vooruit- of terugspoelen en houd deze ingedrukt. • Als u halverwege wilt afbreken of pauzeren, druk dan op de k knop.
3
Selecteer Einde of Herstarten. • Wanneer u de diashow verlaat of deze pauzeert, verschijnt het scherm zoals rechts wordt weergegeven. Selecteer Einde en druk op k om terug te keren naar het weergavemenu. Selecteer Herstarten om de diashow nogmaals af te spelen.
B
138
3s
Pauze
Herstarten Einde Tussenpauze
Opmerkingen over diashows
• Van films (A168) die in een diashow zijn opgenomen, wordt alleen het eerste beeld weergegeven. • Van reeksen (A113) waarvan de reeksweergave-opties ingesteld zijn op Enkel hoofdfoto, wordt alleen de hoofdfoto weergegeven. • Foto's gemaakt met eenvoudig panorama kunnen niet worden weergegeven in een diashow. • Diashows worden max. 30 minuten weergegeven, ook als Herhalen is geselecteerd (A199).
Weergaveopties: Weergavemenu
d Beveiligen Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M b Beveiligen
Geselecteerde foto’s tegen ongewild wissen beveiligen. Selecteer in het fotoselectiemenu een foto en stel beveiligen in of annuleer dit. Zie “Foto’s selecteren” (A140) voor meer informatie. Let op: wanneer het interne geheugen van de camera of de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden beveiligde bestanden permanent gewist (A200). Beveiligde foto’s zijn te herkennen aan het pictogram s (A10, 116) in de weergavestand.
Meer over weergave
139
Weergaveopties: Weergavemenu
Foto’s selecteren In het fotoselectiescherm (rechts) kunt u de volgende menu's selecteren. Er kan voor een aantal menu's slechts één foto worden geselecteerd, terwijl voor andere menu-items meerdere foto's tegelijk kunnen worden gekozen.
Beveiligen
Terug
ON/OFF
Functies waarvoor slechts één foto Functies waarvoor meerdere foto's tegelijk kunnen kan worden geselecteerd worden geselecteerd
Meer over weergave
• Weergavemenu: Beeld draaien (A141), Kies hoofdfoto (A145) • Instelmenu: Selecteer beeld in Welkomstscherm (A187)
• Weergavemenu: Beelden selecteren in Afdrukopdracht (A135), Beveiligen (A139), Beeld verbergen (A141), Geselecteerde beelden in Kopiëren (A144) Favoriete beelden (A122), Verwijderen uit favor. (A125) • Wis gesel. beeld(en) in Onnodige foto’s wissen (A35)
Volg de onderstaande procedure om foto’s te selecteren.
1
Druk op J of K van de multi-selector om de gewenste foto te selecteren.
Beveiligen
• U kunt foto's ook selecteren door aan de instelschijf te draaien. • Draai de zoomknop naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende weergave of naar f(h) om ON/OFF Terug 12 miniaturen weer te geven. • Voor functies waarbij slechts 1 foto wordt geselecteerd, gaat u verder met stap 3.
2
Druk op H of I om te selecteren of te annuleren (of om het aantal afdrukken op te geven).
Beveiligen
• Als een foto geselecteerd is, verschijnt een vinkje (y) naast de foto. Herhaal stap 1 en 2 als u nog meer foto’s wilt selecteren.
3
Terug
ON/OFF
Druk op de k knop om de fotokeuze toe te passen. • Wanneer Geselecteerde beelden of soortgelijk wordt geselecteerd, verschijnt het bevestigingsvenster. Volg de aanwijzingen op het scherm.
140
Weergaveopties: Weergavemenu
f Beeld draaien Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M f Beeld draaien
Wijzig de beeldoriëntatie van foto’s die worden weergegeven op de cameramonitor na opname. Foto’s kunnen 90° graden met de klok mee en 90° graden tegen de klok worden geroteerd. Foto’s die in “staande” portretstand zijn gemaakt, kunnen 180 graden omhoog worden gedraaid in beide richtingen. Kies een foto in het fotoselectiescherm (A140) om het Beeld draaien scherm weer te geven. Druk op J of K van de multi-selector om de foto 90° te draaien. Beeld draaien
Draaien
Draai 90° linksom
Terug
Beeld draaien
Draaien
Terug
Draaien
Draai 90° rechtsom
Druk op de k knop om de oriëntatie in te stellen en bewaar deze informatie samen met de foto.
B
Meer over weergave
Terug
Beeld draaien
Foto's in een reeks roteren
Foto's kunnen niet worden geroteerd wanneer de hoofdfoto van een reeks wordt weergegeven. Instellingen toepassen nadat individuele foto's weergegeven zijn (A113, 145).
i Beeld verbergen Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M i Beeld verbergen
Verberg foto's zodat deze niet kunnen worden weergegeven via de cameramonitor. Selecteer in het fotoselectiemenu de foto's en stel beveiligen in of annuleer dit. Zie “Foto’s selecteren” (A140) voor meer informatie. Verborgen foto's kunnen niet worden gewist met de l knop. Houd er echter rekening mee dat ook verborgen beelden permanent worden gewist wanneer u het interne geheugen of de geheugenkaart formatteert (A200).
141
Weergaveopties: Weergavemenu
E Spraakmemo Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M E Spraakmemo
Met de microfoon in de camera kunt u spraakmemo's opnemen voor foto's.
Spraakmemo’s opnemen
1
Selecteer een foto in de schermvullende weergave (A34) of miniatuurweergave (A115) en druk op de d-knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om E Spraakmemo te selecteren en druk op de k knop.
Meer over weergave
• Het scherm voor het opnemen van spraakmemo's wordt weergegeven.
3
Weergavemenu Beeld draaien Beeld verbergen Kleine afbeelding Spraakmemo Kopiëren Zwarte rand Reeksweergaveopties
Druk op de k knop en houd deze ingedrukt om een spraakmemo op te nemen. • De opname eindigt na ongeveer twintig 20 seconden of wanneer u de k knop loslaat. • Raak de microfoon tijdens de opname niet aan. Terug
20s
• Tijdens de opname knipperen o en p op de monitor. • Nadat het opnemen is beëindigd, wordt het scherm voor het afspelen van een spraakmemo weergegeven. Volg de procedure onder stap 3 van “Spraakmemo’s afspelen” (A143) om de spraakmemo weer te geven. 17s • Druk op J van de multi-selector voor of na het opnemen van een spraakmemo om terug te keren naar schermvullende weergave. Druk op de d knop om het weergavemenu te verlaten.
D 142
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Weergaveopties: Weergavemenu
Spraakmemo’s afspelen
Foto's waarvoor een spraakmemo is opgenomen zijn te herkennen aan p in de schermvullende weergave.
1
Selecteer een foto met een spraakmemo in de schermvullende weergave (A34) of miniatuurweergave (A115) en druk op de d-knop.
15/05/2011 15:30 0004.JPG
• Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om E Spraakmemo te selecteren en druk op de k knop. • Het scherm voor het afspelen van een spraakmemo wordt weergegeven.
Weergavemenu Beeld draaien Beeld verbergen Kleine afbeelding Spraakmemo Kopiëren Zwarte rand Reeksweergaveopties
Druk op de k knop en houd deze ingedrukt om een spraakmemo af te spelen. • Druk op de k knop om de het afspelen te stoppen. • Gebruik de zoomknop naar g of f tijdens de weergave om het afspeelvolume aan te passen. • Druk op J van de multi-selector voor of na het afspelen van een spraakmemo om terug te keren naar het weergavemenu. Druk op de d knop om het weergavemenu te verlaten.
Meer over weergave
3
4 132
6s
Terug
Spraakmemo’s wissen Selecteer een foto met een spraakmemo en druk op de l knop. Druk op H of I van de multi-selector om Huidig beeld te selecteren en druk op de k knop(A35). Druk, wanneer het bevestigingsvenster verschijnt, op H of I van de multi-selector om w te selecteren en druk op de k knop. Alleen de spraakmemo wordt gewist.
B
1 beeld wissen?
Ja Nee
Opmerkingen over Spraakmemo’s
• Wanneer een foto met een spraakmemo wordt gewist, worden zowel de foto als de spraakmemo gewist. • Spraakmemo’s kunnen niet worden opgenomen bij een foto waaraan reeds een spraakmemo is gekoppeld. De actuele spraakmemo moet eerst worden gewist voordat een nieuwe spraakmemo kan worden opgenomen. • COOLPIX P500 kan geen spraakmemo's opnemen bij een foto die gemaakt is met een ander merk of model digitale camera.
143
Weergaveopties: Weergavemenu
h Kopiëren: Kopiëren tussen het interne geheugen en de geheugenkaart Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M h Kopiëren
Kopieer foto’s tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
1
Gebruik de draaibare multi-selector om een bestemmingoptie te selecteren waarheen de foto's worden gekopieerd en druk op de k knop.
Kopiëren
• q: Foto’s kopiëren van het interne geheugen naar de geheugenkaart. • r: Foto’s kopiëren van de geheugenkaart naar het interne geheugen. Meer over weergave
2
B
144
Selecteer een kopieeroptie en druk op de k knop.
Camera kaart Geselecteerde beelden Alle beelden
• Geselecteerde beelden: Geselecteerde foto’s kopiëren van het fotoselectiescherm (A140). Wanneer een reeks wordt geselecteerd waarvan alleen de hoofdfoto wordt weergegeven (A113), worden alle foto's in de weergegeven reeks gekopieerd. • Alle beelden: Alle foto’s kopiëren. Wanneer een foto in een reeks wordt geselecteerd, wordt deze optie niet weergegeven. • Huidige reeks: Deze optie wordt weergegeven als een foto uit een reeks wordt geselecteerd voordat het weergavemenu wordt weergegeven. Alle foto's in de actuele reeks worden gekopieerd.
Opmerkingen over het kopiëren van foto’s
• JPEG-, MOV-, en WAV-bestandsformaten kunnen worden gekopieerd. Bestanden die in een ander formaat zijn opgeslagen, kunnen niet worden gekopieerd. • Spraakmemo (A142) toegevoegd aan foto's en Beveiligen instelling (A139) worden ook samen met de foto's gekopieerd. • Deze actie wordt niet gegarandeerd voor foto's die gemaakt zijn met een ander merk camera of die bewerkt zijn op een computer. • Afdrukopdracht instellingen (A135) en de inhoud van het album (A122) worden niet samen met de foto's gekopieerd. • Foto’s met Beeld verbergen(A141) instellingen kunnen niet worden gekopieerd. • Foto's en films gekopieerd van het interne geheugen of een geheugenkaart kunnen niet worden weergegeven in de automatisch sorteren stand (A129). • Wanneer Reeksweergaveopties (A145) is ingesteld op Enkel hoofdfoto, een foto in de reeks geselecteerd is en op de k knop wordt gedrukt om individuele foto's weer te geven (A113), dan is alleen optie r (geheugenkaart naar intern geheugen) foto kopiëren beschikbaar.
Weergaveopties: Weergavemenu
C
Bericht: “Geheugen bevat geen beelden.”
Als u de weergavestand selecteert terwijl er geen foto's op de geheugenkaart in de camera staan, wordt het bericht Geheugen bevat geen beelden. weergegeven. Druk op de d scherm om het scherm Kopiëren weer te geven en kopieer de foto’s opgeslagen in het interne geheugen van de camera naar de geheugenkaart.
D
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
C Reeksweergaveopties Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M C Reeksweergaveopties
Individuele foto's Elke foto in een reeks wordt weergegeven.
Meer over weergave
Selecteer de methode om een serie foto's weer te geven die in continu stand zijn gemaakt (reeks, A113) wanneer u deze bekijkt in de schermvullende weergave (A34) of in de miniatuurweergave (A115). De instellingen worden toegepast op alle reeksen en opgeslagen in het camerageheugen, zelfs wanneer de camera wordt uitgezet.
Enkel hoofdfoto (standaardinstelling) Terugkeren van een reeksweergave waarin elke foto afzonderlijk wordt weergegeven naar weergave van uitsluitend de hoofdfoto.
C Kies hoofdfoto Druk op de c knop (weergavestand) M d (weergavemenu) M C Kies hoofdfoto
Wanneer Reeksweergaveopties is ingesteld op Enkel hoofdfoto, dan kan de hoofdfoto die wordt weergegeven in de schermvullende weergave (A34) of miniatuurweergave (A115) worden ingesteld voor elke fotoreeks. • Wanneer deze instelling wordt gewijzigd, selecteer dan, voordat u op d drukt, eerst de gewenste reeks m.b.v. de schermvullende weergave of miniatuurweergave . • Selecteer een foto zodra het hoofdfotoselectiescherm wordt weergegeven. Zie “Foto’s selecteren” (A140) voor meer informatie.
145
Foto’s bewerken
Fotobewerkingsfuncties Foto's kunnen bij deze camera eenvoudig worden bewerkt m.b.v. de volgende functies. Bewerkte foto's worden als aparte bestanden opgeslagen (A215).
Foto’s bewerken
146
Bewerkingsfunctie
Toepassing
Snel retoucheren (A148)
Maak eenvoudig een kopie met hoger contrast en verbeterde kleuren.
D-Lighting (A149)
Maak van de geselecteerde foto een kopie met een verbeterde helderheid en contrast, waardoor donkere gedeeltes van de foto lichter worden.
Huid verzachten (A150)
Maak huidtinten zachter.
Filtereffecten (A152)
Meerdere effecten toepassen m.b.v. digitaal filter. De beschikbare effecten zijn Zacht, Selectieve kleur, Ster, Fisheye en Miniatuureffect.
Kleine afbeelding (A154)
Maak van foto’s een kleiner beeld dat bijvoorbeeld geschikt is als e-mailbijlage.
Zwarte rand (A155)
Voeg een zwarte rand toe rondom de foto. Gebruik deze functie als u een foto wilt voorzien van een zwarte rand.
Uitsnede (A156)
Snijd een gedeelte van de foto bij. Zoom in op een onderwerp of voeg een compositie samen.
B
Opmerkingen over Foto’s bewerken
• Foto's gemaakt met een Beeldformaat (A84) van I 3984×2656, u 3968×2232, O 1920×1080 en H 2992×2992 kunnen uitsluitend worden gewijzigd met de Zwarte rand functie. Bovendien zijn bewerkingsfuncties anders dan 'zwarte rand' niet beschikbaar voor foto's gemaakt terwijl films worden opgenomen in high-definition of full high-definition (A155). • Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama kunnen niet worden bewerkt • Als geen gezichten in de foto worden herkend, dan kan huid verzachten niet worden toegepast (A150). • De COOLPIX P500 bewerkfuncties zijn niet beschikbaar voor foto's gemaakt met digitale camera's anders dan COOLPIX P500. • Als u een kopie die is gemaakt met de COOLPIX P500 op een andere digitale camera wilt bekijken, wordt de foto mogelijk niet weergegeven of kan deze niet naar een computer worden overgespeeld. • De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne geheugen of op de geheugenkaart. • Voer voor reeksen waarvan alleen de hoofdfoto wordt weergegeven (A113), een van de volgende handelingen vóór bewerking. - Druk op de k knop om individuele foto's weer te geven en selecteer vervolgens een foto uit de reeks. - Stel Reeksweergaveopties (A145) in op Individuele foto's zodat elke foto individukeel wordt weergegeven, en selecteer vervolgens een foto.
Fotobewerkingsfuncties
C
Beperkingen m.b.t. Foto’s bewerken
De volgende beperkingen zijn van toepassing bij het bewerken van beelden die zijn opgeslagen na een eerdere bewerkingsfunctie.
Gebruikte bewerkingsfuncties
Bewerkingsfuncties om toe te voegen
Snel retoucheren D-Lighting Filtereffecten
Huid verzachten, Kleine afbeelding, Zwarte rand of bijsnijden kunnen worden gebruikt. Snel retoucheren, D-Lighting of Filtereffecten kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
Huid verzachten
Snel retoucheren, D-Lighting, Filtereffecten, Kleine afbeelding, Zwarte rand of bijsnijden kan gebruikt worden.
Kleine afbeelding
Er kunnen geen andere bewerkingsfuncties worden gebruikt.
Zwarte rand
Kleine afbeelding kan worden gebruikt.
Uitsnede
Zwarte rand kan worden gebruikt.
D
Originele en bewerkte foto’s
Foto’s bewerken
• Kopieën die zijn opgeslagen na een bewerking kunnen niet opnieuw worden bewerkt met dezelfde bewerkingsfunctie. • Wanneer u een bewerkingsfunctie wilt toepassen in combinatie met klein beeld, gebruik dan eerst de andere bewerkingsfunctie en pas vervolgens klein beeld toe als laatste bewerkingsfunctie op die foto. • Foto's die genomen zijn met de functie huid verzachten, kunnen worden bewerkt met huid verzachten.
• Kopieën die met bewerkingsfuncties zijn gemaakt, worden niet gewist als de originele foto wordt gewist. De originele foto’s worden niet gewist als kopieën die met bewerkingsfuncties zijn gemaakt, worden gewist. • Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het origineel. • Zelfs als de foto’s gemarkeerd voor Afdrukopdracht (A135) of Beveiligen (A139) worden gebruikt voor bewerken, hebben deze instellingen geen effect op de bewerkte kopieën.
147
Foto's bewerken k Snel retoucheren gebruiken: Contrast en verzadiging verbeteren Maak op eenvoudige wijze geretoucheerde foto’s waarin contrast en verzadiging zijn verhoogd. Uitgesneden kopieën worden als aparte bestanden opgeslagen.
1
Selecteer de gewenste foto in de schermvullende weergave (A34) of miniatuur (A115) en druk op de d knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om k Snel retoucheren te selecteren en druk op de k knop. • Het origineel wordt weergegeven aan de linkerzijde en de bewerkte versie aan de rechterzijde.
Foto’s bewerken
3
Druk op H of I om de gewenste opname te kiezen en druk op de k knop.
Weergavemenu Snel retoucheren D-Lighting Huid verzachten Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
Snel retoucheren
• Een geretoucheerde kopie is ontstaan. • Druk om te annuleren op de d knop. Normaal Waarde
• Met Snel retoucheren gemaakte kopieën kunt u herkennen aan het pictogram s dat tijdens weergave op de monitor verschijnt.
15/05/2011 15:30 0004.JPG
4 132
D 148
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Foto's bewerken
I D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren: Kan worden gebruikt om kopieën te maken met een verbeterde helderheid en contrast, waardoor donkere gedeeltes van een foto lichter worden. De verbeterde kopieën worden als aparte bestanden opgeslagen.
1
Selecteer de gewenste foto in de schermvullende weergave (A34) of miniatuur (A115) en druk op de d knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om I D-Lighting te selecteren en druk op de k knop. • Het origineel wordt weergegeven aan de linkerzijde en de bewerkte versie aan de rechterzijde.
Druk op H of I om de gewenste opname te kiezen en druk op de k knop.
Snel retoucheren D-Lighting Huid verzachten Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
Foto’s bewerken
3
Weergavemenu
D-Lighting
• Er wordt een nieuwe, bewerkte kopie gemaakt. • Druk om te annuleren op de d knop. Normaal Waarde
• Met D-Lighting gemaakte kopieën kunt u herkennen aan het pictogram c dat tijdens weergave op de monitor verschijnt.
15/05/2011 15:30 0004.JPG
4 132
D
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
149
Foto's bewerken
e Huid verzachten: Ervoor zorgen dat de huid van mensen zachter wordt op de foto Huid verzachten kan worden gebruikt op gezichten die zijn gedetecteerd in foto's die al genomen zijn, om de huid van mensen zachter te laten lijken. Foto's die met deze camera zijn bewerkt worden opgeslagen als aparte bestanden.
1
Selecteer de gewenste foto in de schermvullende weergave (A34) of miniatuur (A115) en druk op de d knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om e Huid verzachten te selecteren en druk op de k knop.
Foto’s bewerken
• Het scherm waarin u de mate van huid verzachten kunt aangeven, wordt weergegeven. • Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd op de foto, wordt een waarschuwing weergegeven en keert het scherm terug naar het weergavemenu.
3
Druk op H of I om de gewenste opname te kiezen en druk op de k knop. • Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven en de foto wordt weergegeven waarbij ingezoomd is op het gezicht dat bewerkt is met huid verzachten. • Druk om te annuleren op de d knop.
150
Weergavemenu Snel retoucheren D-Lighting Huid verzachten Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
Huid verzachten
Normaal Waarde
Foto's bewerken
4
Bevestig de resultaten.
Voorbeeld
• De huid van maximaal 12 gezichten wordt verzacht, in de volgorde dat degenen die het dichtst het dichtst bij het centrum van het kader zijn, verzacht worden. • Wanneer meerdere gezichten worden verbeterd met huid verzachten, gebruik dan van de multi-selector Terug Opslaan J en K om te wisselen tussen de gezichten die worden weergegeven. • Druk op de d knop om de mate van huid verzachten af te stellen en keer terug naar stap 3. • Druk op de k knop om een kopie te maken die bewerkt is met huid verzachten. • Met huid verzachten gemaakte kopieën kunt u 15/05/2011 15:30 0004.JPG herkennen aan het pictogram E dat tijdens de weergave op de monitor verschijnt.
4 132
Foto’s bewerken
B
Opmerking over huid verzachten
Het is mogelijk dat het gezicht niet correct gedetecteerd wordt, afhankelijk van bepaalde omstandigheden, zoals de richting waarheen het onderwerp kijkt of de helderheid van het gezicht; ook kan de bewerking niet resulteren in het gewenste effect.
D
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
151
Foto's bewerken
p Filtereffecten: Digitaal Filter Meerdere effecten toepassen m.b.v. digitaal filter. De volgende effecten zijn beschikbaar. De foto die ontstaat door het filtereffect wordt apart opgeslagen van het originele fotobestand. Optie
Beschrijving
Foto’s bewerken
Zacht
Verzacht de scherpte vanuit het midden van de foto naar de rand toe. Bij foto's gemaakt met gezichtprioriteit (A97) of huisdierdetectie (A59) geselecteerd, worden de delen om de gezichten heen onscherp.
Selectieve kleur
Behoudt alleen de geselecteerde beeldkleuren en maakt andere kleuren zwart-wit.
Ster
Maak oplichtende lichtstralen die van heldere onderwerpen zoals zonreflecties en verlichting af straalt. Geschikt voor nachtlandschappen.
Fisheye
Maakt foto's die uitzien of ze zijn gemaakt met een fisheye lens. Geschikt voor foto's gemaakt in macrostand.
Miniatuureffect
Maakt foto's die op close-up foto's van een diorama lijken. Geschikt voor foto's gemaakt u vanaf een hoge locatie omlaag met het hoofdonderwerk in het midden van het beeld.
1
Selecteer de gewenste foto in de schermvullende weergave (A34) of miniatuur (A115) en druk op de d knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
3
Gebruik de multi-selector om p Filtereffecten te selecteren en druk op de k knop.
Selecteer het type filtereffect en druk op de k-knop. • Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. • Als Ster, Fisheye of Miniatuureffect is geselecteerd, gaat u verder met stap 5.
152
Weergavemenu Snel retoucheren D-Lighting Huid verzachten Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
Filtereffecten Zacht Selectieve kleur Ster Fisheye Miniatuureffect
Foto's bewerken
4
Pas het effect aan. • Zacht: Druk op H of I om de mate van het effect te selecteren en druk op de k knop.
Zacht
Normaal Intensiteit
• Selectieve kleur: Druk op H of I om de schuifknop te bewegen, selecteer de kleur die u wilt houden en druk op de k knop.
5
Controleer het effect, selecteer Opslaan en druk op de k knop.
• Met filtereffect gemaakte kopieën kunt u herkennen aan het pictogram c dat tijdens de weergave wordt weergegeven.
Voorbeeld
Foto’s bewerken
• Er wordt een nieuwe, bewerkte kopie gemaakt. • Kies om te annuleren Annuleren en druk op de k knop.
Selectieve kleur
Opslaan Annuleren 15/05/2011 15:30 0004.JPG
4 132
D
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
153
Foto's bewerken
g Kleine afbeelding: Beeldformaat verkleinen Maak een klein beeld van de gemaakte foto. Geschikt voor weergave op webpagina's of om te verzenden als e-mail bijlage. De beschikbare afmeting bedraagt l 640×480, m 320×240 of n 160×120. Kleine beelden worden als afzonderlijke bestanden opgeslagen met een compressieverhouding van 1:16.
1
Selecteer de gewenste foto in de schermvullende weergave (A34) of miniatuur (A115) en druk op de d knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
Foto’s bewerken
3
4
Gebruik de multi-selector om g Kleine afbeelding te selecteren en druk op de k knop.
Selecteer het gewenste kopieformaat en druk op de k knop.
Weergavemenu Beeld draaien Beeld verbergen Kleine afbeelding Spraakmemo Kopiëren Zwarte rand Reeksweergaveopties
Kleine afbeelding 640×480 320×240 160×120
Selecteer Ja en druk op de k knop. • Er wordt een nieuwe, kleinere kopie gemaakt. • Kies om te annuleren Nee en druk op de k knop. • De kopie wordt weergegeven met een zwarte rand.
Kleine kopie maken?
Ja Nee
D 154
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Foto's bewerken
j Zwarte rand: Zwarte rand toevoegen aan foto's In deze functie worden zwarte randen rondom een foto geplaatst. Kies uit Smal, Medium of Breed randen. De kopieën worden als aparte bestanden opgeslagen.
1
Selecteer de gewenste foto in de schermvullende weergave (A34) of miniatuur (A115) en druk op de d knop. • Het weergavemenu wordt weergegeven.
2
4
Weergavemenu
Selecteer de gewenste dikte van de rand en druk op de k knop.
Zwarte rand Smal Medium Breed
Selecteer Ja en druk op de k knop. • Er wordt een nieuwe kopie met een zwarte rand gemaakt. • Kies om te annuleren Nee en druk op de k knop. • Met zwarte randen gemaakte kopieën kunt u herkennen aan het pictogram J dat tijdens de weergave wordt weergegeven.
B
Beeld draaien Beeld verbergen Kleine afbeelding Spraakmemo Kopiëren Zwarte rand Reeksweergaveopties
Foto’s bewerken
3
Gebruik de multi-selector om j Zwarte rand te selecteren en druk op de k knop.
Een kopie met zwarte rand maken?
Ja Nee
Opmerkingen over Zwarte Rand
• Een deel van de foto dat gelijk is aan de dikte van de zwarte rand wordt bijgesneden, omdat de zwarte rand de foto overlapt. • Als u een foto met een zwarte rand afdrukt met de printerfunctie voor randloos afdrukken, wordt de zwarte rand mogelijk niet afgedrukt.
D
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
155
Foto's bewerken
a Bijsnijden: Een uitgesneden kopie maken Maak een kopie van slechts het op de monitor zichtbare deel van het beeld terwijl u wordt weergegeven als inzoomen bij weergave (A118) is geactiveerd. Uitgesneden kopieën worden als aparte bestanden opgeslagen.
1
Draai de zoomknop naar g (i) in schermvullende weergave (A34) om in te zoomen op het beeld. • Om een foto uit te snijden die “staand” wordt weergegeven, zoomt u in op het beeld tot de zwarte randen aan de beide zijden van de monitor verdwijnen. De uitgesneden foto wordt liggend weergegeven. Om een foto uit te snijden in de “staande” positie, kiest u eerst de Beeld draaien-optie (A141) om de foto te roteren om deze liggend weer te geven. Vervolgens vergroot u de uit te snijden foto, snijd u deze uit en roteert u de uitgesneden foto terug naar “staande” weergave.
2
Pas de compositie van de kopie aan.
Foto’s bewerken
• Om de zoomfactor in te stellen, draait u de zoomknop naar g (i) of f (h). • Druk op H, I, J of K van de multi-selector om alleen het gedeelte van de foto dat u wilt kopiëren op de monitor weer te geven.
3
Druk op de d knop.
4
Gebruik de multi-selector om Ja te selecteren en druk op de k knop • Een bijgesneden kopie is ontstaan. • Kies om te annuleren Nee en druk op de k knop.
4.0
Dit beeld opslaan als getoond?
Ja Nee
C
Beeldformaat
Als u een deel uit foto haalt, wordt het beeldformaat (aantal pixels) van deze uitsnede lager. Wanneer de instelling voor beeldkwaliteit/-formaat voor de uitgesneden kopie 320×240 of 160×120 is, dan worden deze foto's weergegeven met een zwart kader en verschijnt het B of C pictogram voor kleine afbeelding aan de linkerzijde op de monitor.
D 156
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Film opnemen en afspelen
Films opnemen High-definition films kunnen worden opgenomen met geluid. • Voor het opnemen van films is een geheugenkaart vereist. Plaats de geheugenkaart in de camera (A26). • De max. filmduur voor een enkele film bedraagt 4 GB of 29 minuten, ook al is er voldoende ruimte op de geheugenkaart (A166).
1
Zet de camera aan en ga naar het opnamescherm.
Filmopties
• Films kunnen worden opgenomen ongeacht de gekozen opnamestand (A44). • De filmopties geven aan welk type film wordt opgenomen. De standaardinstelling is d HD 1080pP (1920×1080) (A164). De filmopties worden niet weergegeven wanneer geen 1342 1/250 F5.6 geheugenkaart geplaatst is. • Bij het opnemen van films is de kijkhoek (d.w.z. het gedeelte dat daadwerkelijk in beeld komt) smaller dan bij foto's. Druk op de s (weergave) knop om naar het filmbeeld weer te geven (A17) en het bereik van een film in het beeld te controleren voordat u gaat opnemen.
2
Draai de filmstandschakelaar naar HD. • Flitser inschuiven. Als de flitser wordt uitgeschoven, kan dat de opname storen.
Druk op de b (e filmopname) knop om filmopname te starten. • De LCD monitor gaat even uit en de filmopname start. • De camera stelt scherp op het midden van het beeld. Scherpstelvelden worden tijdens opname niet weergegeven. • Wanneer films worden opgenomen in highdefinition of full high-definition kwaliteit, wisselt de monitor naar een hoogte/breedteverhouding van 16:9 met filmopname (het gebied weergegeven aan de rechter zijde wordt opgenomen). • De bij benadering resterende opnametijd wordt tijdens opname weergegeven. • De opname stopt automatisch zodra de max. filmduur is opgenomen.
4
Film opnemen en afspelen
3
Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te beëindigen.
7m23s
157
Films opnemen
B
Opmerkingen bij films opnemen
• Een geheugenkaart met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger wordt aanbevolen (A214). Wanneer de overdrachtsnelheid van de kaart te langzaam is, kan de filmopname plotseling worden onderbroken. • Bij gebruik van digitale zoom zal de beeldkwaliteit afnemen. Als u een opname gaat maken zonder gebruik te maken van digitale zoom en tijdens de opname de zoomknop in de richting van g draait, zal tot maximaal de optische zoomfactor worden ingezoomd. Laat de zoomknop los en draai deze vervolgens weer in de richting van g om de digitale zoom in te schakelen. Nadat het opnemen is beëindigd, wordt de digitale zoom uitgeschakeld. • Het geluid van de zoomknop, zoom, autofocus of diafragmaregeling als de helderheid wijzigt, kan worden opgenomen. • De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen op de monitor tijdens het opnemen van films. Deze verschijnselen worden opgeslagen in de opgenomen films. - Het is mogelijk dat strepen verschijnen in beeld bij het maken van opnames onder tl-, kwikdampof natriumlampen. - Onderwerpen die snel van de ene zijde van het beeld naar de andere bewegen, zoals een rijdende trein of auto, kunnen vervormd in beeld komen. - Het gehele filmbeeld kan vervormd zijn als de camera wordt bewogen. - Verlichting of andere heldere delen in beeld kunnen resulteren in schaduwbeelden zodra de camera wordt bewogen.
B
Opmerkingen over autofocus
Film opnemen en afspelen
• Wanneer Autofocus-stand in de filmstand is ingesteld op A Enkelvoudige AF (standaardinstelling), is de scherpstelling vergrendeld wanneer de b (e filmopname) knop ingedrukt wordt om de film op te nemen (A166). • Het is mogelijk dat autofocus niet werkt zoals verwacht (A33). Mocht dit het geval zijn, probeer dan het volgende: 1. Zet voordat u gaat opnemen de Autofocus-stand in de filmstand op A Enkelvoudige AF (standaardinstelling). 2. Plaats een ander onderwerp op dezelfde afstand in het midden van het scherm. Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te starten en verander de compositie. Zet voordat u gaat opnemen de scherpstelstand op E (handmatig scherpstellen) en pas de scherpstelling aan via de handmatige scherpstelling (A42).
B
Opmerking over de temperatuur van de camera
Het is mogelijk dat de camera warm wordt tijdens het opnemen van films gedurende een langere tijd resp. bij gebruik van de camera in een warme omgeving. Dit is geen storing.
B
Opmerking over Films opslaan
Nadat een film is opgenomen, is deze pas volledig opgeslagen in het interne geheugen of op de geheugenkaart zodra de monitor terugkeert naar het opnamemenu. Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet terwijl films worden opgeslagen. Het uitschakelen van de camera resp. het verwijderen van de geheugenkaart terwijl een film wordt opgeslagen, kan leiden tot dataverlies en/of schade aan de camera of kaart.
158
Films opnemen
C
Beschikbare functies in Films opnemen
• De scherpstelstand, belichtingscorrectie, Beeld optimaliseren in opnamemenu en Witbalans instellingen kunnen ook worden toegepast bij het opnemen van films. Bevestig de instellingen voordat u start met het opnemen van een film. • Als de opnamestand j, k, l, m of M is, zal de instelling voor de Lichtmeting (A93) ook worden toegepast bij de filmopname (behalve bij Spot AF-veld). • De zelfontspanner (A39) kan worden gebruikt. Als de zelfontspanner ingesteld is en de b (e filmopname) knop wordt ingedrukt, stelt de camera scherp op het midden van het beeld en begint de filmopname na 10 of 2 seconden. • De flitser ontsteekt niet. • Druk op de d knop voordat u de film begint op te nemen en de D (film) tab om de filmstandinstellingen weer te geven (A163). • Om de effecten van cameratrillingen te beperken tijdens het maken van films, kunt u Elektronische VR (A167) kiezen in het filmmenu.
Film opnemen en afspelen
159
Films opnemen
Films in Slow Motion of Fast Motion (HS Movie) opnemen HS (hoge snelheid) films kunnen worden opgenomen. De delen van de film die zijn opgenomen met HS film kunnen worden afgespeeld in slow motion op 1/8 - 1/2 van de normale weergavesnelheid of snel, op een snelheid die 2× hoger is dan de normale snelheid. Bij het opnemen van films kan de camera worden omgeschakeld van normale film opname naar slow motion of snelle film.
1
Zet de camera aan en draai de filmstandschakelaar naar HS. • De HS-filmopties geven aan welk type HS-film wordt opgenomen (A165). De HS filmopties worden niet weergegeven wanneer geen geheugenkaart geplaatst is. • Flitser inschuiven. Als de flitser wordt uitgeschoven, kan dat de opname storen.
2
1/250
F5.6
1342
Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te starten.
Film opnemen en afspelen
• De LCD monitor gaat even uit en de HS filmopname start. • De camera stelt scherp op het midden van het beeld. Het scherpstelveld wordt niet weergegeven tijdens de 7m23s 7m23 opname van de film. Bij het opnemen van • Als de Openen met HS-beelden (A165) is ingesteld films op normale op Uit, wordt op normale snelheid opgenomen zodra snelheid wordt gestart met de opname. Druk op de k knop om naar HS filmopname om te schakelen zodra de camera moet opnemen voor weergave achteraf in slow motion of versneld. • De camera schakelt om tussen normale filmsnelheid en HS filmopname telken wanneer op de k knop wordt 9s gedrukt. • Indien de opnametijd voor HS films (A165) bijna Bij het opnemen van verstreken is, gaat de camera terug naar normale HS films opnamesnelheid. • Bij het opnemen van HS films verandert de max. filmlengte-aanduiding continu en geeft de opnametijd weer die nog beschikbaar is voor HS film opname. • De HS filmopties die worden weergegeven, hangen af van het type film dat wordt opgenomen.
3 160
HS filmopties
Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te beëindigen.
Films opnemen
B
Opmerkingen over HS film
• Materiaal opgenomen voor slow motion of versnelde weergave wordt zonder geluid opgenomen. • Vibratiereductie kan niet worden gebruikt voor films die worden opgenomen terwijl de filmstandschakelaar in de stand HS is gezet. De zoomstand, scherpstelling, belichting en witbalans worden vastgezet wanneer de b (e filmopname) knop ingedrukt wordt om de film op te nemen.
D
HS film
Opgenomen films worden weergegeven op een snelheid van ca. 30 beelden per sec., incl. de delen die opgenomen zijn met HS film. Als HS-filmopties (A165) wordt ingesteld op k 240 bps, h 120 bps of i 60 bps, kunnen films voor slow motion weergave worden opgenomen. Als wordt gekozen voor j 15 bps, kunnen films voor weergave op hoge snelheid (twee keer sneller dan normaal) worden opgenomen. Delen opgenomen op k 240 bps: Een film van max. 10 sec. is opgenomen voor hoge snelheid opname. De weergave is acht keer langzamer.
Opnemen 10 sec. Weergave
80 sec.
Delen opgenomen op j 15 bps: Een film van max. 2 min. is opgenomen voor hoge snelheid weergave. De weergave is twee keer sneller.
Opnemen Weergave
2 min 1 min
Film opnemen en afspelen
Slow motion weergave (geen geluid)
Snelle weergave (geen geluid)
161
Films opnemen
Foto's maken tijdens het opnemen van een film Als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt tijdens het maken van een film, wordt één beeld opgeslagen als foto. De filmopname gaat gewoon door terwijl de foto wordt opgeslagen. • Een foto kan worden opgeslagen als Q wordt 7m23s weergegeven linksboven op de monitor. • Q wordt niet weergegeven tijdens het opslaan van foto's. Het is niet mogelijk om een volgende foto op te slaan totdat Q weer wordt weergegeven. • De foto wordt opgeslagen met Normal als beeldkwaliteit. Het beeldformaat wordt bepaald door het type film (de resolutie) (A164). Filmtype (resolutie)
Film opnemen en afspelen
B
Formaat foto
d HD 1080pP (1920×1080)/ e HD 1080p (1920×1080)
i (1.920 × 1.080)
f HD 720p (1280×720)
R (1.280 × 720)
g VGA (640×480)
S (640 × 480)
Opmerkingen over Foto's opslaan tijdens filmopname
• Als de resterende opnametijd minder dan 30 sec. is, kunnen geen foto's worden opgeslagen. • Bij het opnemen van een HS film (A160) kunnen geen foto's worden opgeslagen. • Wanneer de filmopties is ingesteld op iFrame 540 (960×540), kunnen geen foto's worden opgeslagen. • Het is mogelijk dat het geluid dat de sluiter maakt tijdens het opslaan van een foto in de film te horen is. • Als de camera beweegt zodra de ontspanknop wordt ingedrukt, is het mogelijk dat het beeld onscherp wordt.
C
Bestandsnamen van Opgeslagen foto's
De bestandsnamen die worden toegekend aan foto's tellen op, waarbij wordt gestart bij het bestandsnummer van de film +1.
D 162
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Films opnemen
Het filmmenu gebruiken De volgende opties kunnen worden ingesteld via het filmmenu. A164
Filmopties Opties kunnen worden geselecteerd voor de film die opgenomen is wanneer de filmstandschakelaar naar HD wordt gedraaid.
A165
HS-filmopties Opties kunnen worden geselecteerd voor de film die opgenomen is wanneer de filmstandschakelaar naar HS wordt gedraaid.
A165
Openen met HS materiaal
Stel in of een slow motion of fast motion film moet worden opgenomen als de filmopname start wanneer de filmstandschakelaar naar HS wordt gedraaid. A166
Autofocus-stand
Bepaal hoe de camera scherpstelt voor het opnemen van films met de filmstandschakelaar in de stand HD. A167
Elektronische VR
Elektronische VR instellen voor het opnemen van films met de filmstandschakelaar in de stand HD. A167
Windruisreductie
Het filmmenu weergeven Druk op de d knop in het opnamemenu om het menu weer te geven en gebruik de multi-selector om te wisselen naar de D tab om het filmmenu weer te geven (A13). Film
1/250
F5.6
1342
Filmopties HS-filmopties Openen met HS-beelden Autofocus-stand Elektronische VR Windruisreductie
Film opnemen en afspelen
Stel in of windgeluiden wel of niet onderdrukt moeten worden tijdens de opname.
• Gebruik de multi-selector om items te selecteren en functies in het menu in te stellen (A12). • Druk op de d knop om het filmmenu te verlaten.
163
Films opnemen
Filmopties Geef het opnamescherm M d M D (Filmmenu) (A163) M Filmopties weer Opties kunnen worden geselecteerd voor de film die opgenomen is wanneer de filmstandschakelaar naar HD wordt gedraaid. Hoe hoger de resolutie en bitsnelheid, hoe hoger de beeldkwaliteit, maar het bestandsformaat wordt ook steeds groter. Optie
Beschrijving
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen in full high-definition. Deze optie levert materiaal d HD 1080pP(1920×1080) op dat geschikt is voor weergave op een breedbeeld-tv die (standaardinstelling) geschikt is voor full high-definition. • Beeldformaat: 1.920 × 1.080 pixels • Filmbitsnelheid: 14 Mbps
Film opnemen en afspelen
e HD 1080p (1920×1080)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen in full high-definition. Deze optie levert materiaal op dat geschikt is voor weergave op een breedbeeld-tv die geschikt is voor full high-definition. • Beeldformaat: 1.920 × 1.080 pixels • Filmbitsnelheid: 12 Mbps
f HD 720p (1280×720)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen in high-definition. Deze optie levert materiaal op dat geschikt is voor weergave op een breedbeeld-tv. • Beeldformaat: 1.280 × 720 pixels • Filmbitsnelheid: 9 Mbps
p iFrame 540 (960×540)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen. Dit is een van de formaten die worden ondersteund door Apple Inc. • Beeldformaat: 960 × 540 pixels • Filmbitsnelheid: 24 Mbps
g VGA (640×480)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 4:3 worden opgenomen. • Beeldformaat: 640 × 480 pixels • Filmbitsnelheid: 3 Mbps
• De filmbitsnelheid geeft de hoeveelheid gegevens die per seconde wordt opgenomen aan. Omdat een variabele bitsnelheid (VBR)-systeem wordt toegepast, zal de filmopnamesnelheid automatisch variëren afhankelijk van het onderwerp, waardoor meer gegevens per seconde worden opgenomen voor films waarin onderwerpen regelmatig bewegen; hierdoor zal de totale bestandsgrootte van een dergelijke film hoger zijn. • De beeldsnelheid bedraagt ca. 30 beelden per seconde (bps) in alle opties.
B
Opmerking over p iFrame 540 (960×540)
Opslaan van foto's tijdens een filmopname, opslaan van een beeld uit een film als foto of bewerken van films kunnen niet worden gebruikt.
D 164
Meer informatie
Zie “Maximum filmlengte” (A166) voor meer informatie.
Films opnemen
HS filmopties Geef het opnamescherm M d M D (Filmmenu) (A163) M HS-filmopties weer
Opties kunnen worden geselecteerd voor de film die opgenomen is wanneer de filmstandschakelaar naar HS (hoge snelheid) wordt gedraaid. Beschrijving
k 240 bps (standaardinstelling)
Slow motion films die op 1/8 van de snelheid moeten worden afgespeeld, worden opgenomen in een beeldverhouding van 4:3. • Maximale opnametijd*: 10 seconden (afspeeltijd: 1 minuut 20 seconden) • Beeldformaat: 320 × 240 pixels • Filmbitsnelheid: 640 kbps
h 120 bps
Slow motion films die op 1/4 van de snelheid moeten worden afgespeeld, worden opgenomen in een beeldverhouding van 4:3. • Maximale opnametijd*: 15 seconden (afspeeltijd: 1 minuut) • Beeldformaat: 640 × 480 pixels • Filmbitsnelheid: 3 Mbps
i 60 bps
Slow motion films die op 1/2 van de snelheid moeten worden afgespeeld, worden opgenomen in een beeldverhouding van 16:9. • Maximale opnametijd*: 30 seconden (afspeeltijd: 1 minuut) • Beeldformaat: 1.280 × 720 pixels • Filmbitsnelheid: 9 Mbps
j 15 bps
Fast motion films die op 2× de normale snelheid moeten worden afgespeeld, worden opgenomen in een beeldverhouding van 16:9. • Maximale opnametijd*: 2 minuten (afspeeltijd: 1 minuut) • Beeldformaat: 1.920 × 1.080 pixels • Filmbitsnelheid: 12 Mbps
* "Maximum opnametijd" heeft uitsluitend betrekking op het gedeelte dat wordt opgenomen voor slow motion of versnelde weergave.
Openen met HS-beelden
Film opnemen en afspelen
Optie
Geef het opnamescherm M d M D (Filmmenu) (A163) M Openen met HS-beelden weer
Stel in of een slow motion of fast motion film moet worden opgenomen als de filmopname start wanneer de filmstandschakelaar naar HS wordt gedraaid. • Aan (standaardinstelling): HS films worden opgenomen zodra de opname start. • Uit: Films op normale snelheid worden opgenomen zodra de opname start. Druk op de k knop om naar HS filmopname om te schakelen zodra de camera moet opnemen voor weergave achteraf in slow motion of versneld.
165
Films opnemen
C
Maximum filmlengte Optie
Geheugenkaart (4 GB)*
HD 1080pP(1920×1080) d (standaardinstelling)
35 min
e HD 1080p (1920×1080)
40 min
f HD 720p (1280×720)
55 min
p iFrame 540 (960×540)
15 min
g VGA (640×480)
2 u 30 min
Alle vermelde aarden zijn bij benadering. De max. opnametijd kan variëren per merk geheugenkaart en de bitsnelheden waarop de film is opgenomen. * De max. filmduur voor een enkele film bedraagt 4 GB of 29 minuten, ook al is er voldoende ruimte op de geheugenkaart. De maximale filmlengte voor een enkele film wordt weergegeven tijdens opname.
D
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Autofocus-stand Film opnemen en afspelen
Geef het opnamescherm M d M D (Filmmenu) (A163) M Autofocus-stand weer
Bepaal hoe de camera scherpstelt voor het opnemen van films met de filmstandschakelaar in de stand HD. Optie
B Fulltime-AF
C 166
Beschrijving
De scherpstelling is vergrendeld als op de b (e filmopname) knop A Enkelvoudige AF wordt gedrukt. Kies deze optie als de afstand tussen de camera en (standaardinstelling) het onderwerp nagenoeg gelijk zal blijven. De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname. Het geluid van het scherpstellen kan worden opgenomen tijdens de opname. Selecteer de optie Enkelvoudige AF als u wilt voorkomen dat het scherpstelgeluid van de camera de opname verstoort.
Autofocusstand tijdens filmopname
• Bij de onderwerpstand Vuurwerk is de scherpstelling vastgezet op oneindig. • Zet de scherpstelstand op E (handmatig scherpstellen) en pas de scherpstelling aan via de handmatige scherpstelling (A42).
Films opnemen
Elektronische VR Geef het opnamescherm M d M D (Filmmenu) (A163) M Elektronische VR weer
Elektronische VR instellen voor het opnemen van films met de filmstandschakelaar in de stand HD. Optie
Beschrijving
w
Aan Vermindert het effect van cameratrilling in filmstanden. (standaardinstelling)
k
Uit
Elektronische VR is niet ingeschakeld.
Als de elektronische VR is ingesteld op Aan, verschijnt R op het scherm zodra met de filmopname wordt gestart (A8).
B
Opmerking over elektronische VR
Vibratiereductie is niet beschikbaar tijdens HS filmopname.
Windruisreductie
Stel in of windgeluiden wel of niet onderdrukt moeten worden tijdens de opname. Optie
Beschrijving Neemt op terwijl het windgeluid op de microfoon wordt geminimaliseerd. Geschikt voor opnames bij harde wind. Tijdens het afspelen zijn niet alleen het windgeluid, maar ook andere geluiden moeilijk te horen.
Y
Aan
k
Uit Windgeluid is niet verminderd. (standaardinstelling)
Film opnemen en afspelen
Geef het opnamescherm M d M D (Filmmenu) (A163) M Windruisreductie weer
Wanneer ruisonderdrukking ingeschakeld is, wordt de actuele instelling weergegeven op de monitor tijdens de opname (A8). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
167
Films afspelen In de schermvullende weergave (A34) kunnen films worden aangeduid met het pictogram voor filmopties (A164). Druk op k om een film af te spelen.
2011/05/15 15:30 15/05/2011 0004.MOV
10m16s
Gebruik de zoomknop g of f tijdens de weergave om het volume aan te passen. Verdraai de instelschijf om de film vooruit of terug te spoelen. Boven in de monitor worden bedieningsknoppen weergegeven. Druk op J of K van de multi-selector om een weergaveknop te selecteren en druk op de k knop om de gewenste functie uit te voeren. De volgende functies zijn beschikbaar.
Pauzeren
7m42s
Tijdens het afspelen Functie
Knop
Volumeaanduiding
Beschrijving
Film opnemen en afspelen
Terugspoelen
A
De film wordt teruggespoeld zolang u de k knop ingedrukt houdt.
Vooruitspoelen
B
De film wordt teruggespoeld zolang u de k knop ingedrukt houdt. In de pauzestand kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd met de weergaveknoppen boven de monitor.
Pauze
Einde
E
G
C
Film één beeld terugspoelen. Houd de k knop ingedrukt om continu terug te spoelen.*
D
Film één beeld vooruitspoelen. Houd de k knop ingedrukt om continu vooruit te spoelen.*
I
Alleen de gewenste delen uit de film knippen en deze opslaan (A169).
H
Sla het geselecteerde beeld uit een film op als een foto (A170).
F
Afspelen hervatten.
Terug naar de schermvullende weergave
* De film kan ook per beeld vooruit- of teruggespoeld worden door de instelschijf te draaien.
B 168
Opmerking over filmweergave
Films opgenomen op andere camera's dan de COOLPIX P500 kunnen niet worden afgespeeld.
Films afspelen
Films bewerken De gewenste delen van een opgenomen film kunnen worden opgeslagen als een apart bestand (m.u.v. bij films opgenomen met p iFrame 540 (960×540)).
1
Speel de te bewerken film af en stop op het beginpunt van het gedeelte dat moet worden gekopieerd (A168).
2
Gebruik de multi-selector J of K om I op het weergavepaneel te kiezen en druk op de k knop. • Het filmbewerkingsscherm verschijnt. 7m42s
3
Druk op H of I om J (Kies beginpunt) te kiezen op het bewerkingspaneel.
Kies beginpunt
• Druk op J of K van de multi-selector om de startpositie in te stellen. • Druk op H of I om L (Terug) te kiezen en druk op de k knop om te annuleren.
Druk op H of I om K (Kies eindpunt) te kiezen.
Kies eindpunt
• Draai de multi-selector of druk op J of K om het eindpunt rechts op het eindpunt van het gewenste deel in te stellen. • Kies c (Voorbeeld) en druk op de k knop om de 5m52s weergave van de film binnen het opgegeven bereik te controleren, voordat deze wordt opgeslagen. Tijdens de weergave van het voorbeeld kan het volume worden aangepast met de zoomknop g/f. Met de instelschijf kunt u snel vooruit- of terugspoelen. Druk op de k knop om de weergave van het voorbeeld te stoppen.
5
Druk op H of I om m (Opslaan) te kiezen en druk op de k knop nadat de instellingen zijn afgerond.
6
Selecteer Ja en druk op de k knop. • De bewerkte film wordt opgeslagen. • Als u het opslaan wilt annuleren, selecteert u Nee.
Film opnemen en afspelen
4
8m48s
Opslaan OK?
Ja Nee
169
Films afspelen
B
Opmerkingen over Films bewerken
• Als een film is bewerkt, kan deze niet opnieuw worden gebruikt om delen uit een film te selecteren. Selecteer en bewerk de originele film om een ander bereik te selecteren. • Omdat bewerkte films worden onderverdeeld in 1 sec. units, is het mogelijk dat het ingestelde begin- en eindpunt iets afwijken. Secties korter dan twee seconden kunnen niet worden geselecteerd. • De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne geheugen of op de geheugenkaart.
D
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
Een beeld uit een film opslaan als foto Een beeld uit een filmopname kan worden geselecteerd en opgeslagen als foto (m.u.v. bij films opgenomen met p iFrame 540 (960×540)). • Pauzeer de film en geef het te selecteren beeld weer (A168). • Kies H op het weergavepaneel met de draaibare multi-selector J of K en druk op de k knop. 7m42s
Film opnemen en afspelen
• Wanneer het bevestigingsvenster verschijnt, selecteer dan Ja en druk op k om op te slaan. Als u het opslaan wilt annuleren, selecteert u Nee. • De foto wordt opgeslagen met Normal als beeldkwaliteit. Het beeldformaat wordt bepaald door het type (de resolutie) (A162, 164, 165) van de originele film.
B
Dit beeld als stilstaand beeld kopiëren?
Ja Nee
Opmerking over Foto's opslaan tijdens filmopname
Een zwarte rand verschijnt rondom de foto die is opgeslagen met s (320×240) tijdens weergave.
Overbodige films wissen Druk op de l-knop tijdens het afspelen van een filmbestand, hetzij schermvullend (A34), hetzij geselecteerd in miniatuurweergave (A115), om het bevestigingsscherm voor wissen weer te geven. Zie “Onnodige foto’s wissen” (A35) voor meer informatie.
170
1 beeld wissen?
Ja Nee
Aansluiten op een televisie, computer of printer
Aansluiten op een televisie Sluit de camera aan op een televisie om foto's te bekijken. Als uw televisie een HDMI-aansluiting heeft, kunt u de camera met een normaal in de handel verkrijgbare HDMI-kabel op de televisie aansluiten om films met highdefinition kwaliteit te kunnen bekijken.
Zet de camera uit.
2
Sluit de camera aan op de televisie. Bij aansluiting via de meegeleverde audio/video-kabel • Sluit de gele plug aan op de video-in-aansluiting van de televisie en de rode en witte pluggen op de audio-in-aansluiting. Geel
Wit
Rood
Aansluiten op een televisie, computer of printer
1
Bij aansluiting met een normaal in de handel verkrijgbare HDMI-kabel • Sluit de plug aan op de HDMI-aansluiting op de televisie.
Naar de HDMI-aansluiting
HDMI-miniaansluiting (type C)
171
Aansluiten op een televisie
3
Stem de televisie af op het videokanaal. • Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
4
Houd de c knop ingedrukt om de camera aan te zetten.
Aansluiten op een televisie, computer of printer
• De camera schakelt over naar de weergavestand en de opgeslagen foto’s worden op de televisie weergegeven. • Als de camera op de televisie is aangesloten, blijft de cameramonitor uit.
B
Opmerkingen over het aansluiten van een HDMI-kabel
• Er wordt geen HDMI-kabel meegeleverd. Gebruik een normaal in de handel verkrijgbare HDMIkabel om de camera op een televisie aan te sluiten. De uitgang op deze camera is een HDMI-miniaansluiting (type C). Als u een HDMI-kabel koopt, let dan op dat het apparaatuiteinde van de kabel is voorzien van een HDMI-ministekker. • Voor weergave met high-definition kwaliteit als de camera is aangesloten op een televisie met HDMI-aansluiting raden wij u aan om foto's te maken met Beeldformaat (A84) ingesteld op C 2048×1536 of hoger en films op te nemen met Filmopties (A164) ingesteld op f HD 720p (1280×720) of hoger.
B
Opmerkingen over het aansluiten van een A/V-kabel
• Zorg ervoor dat u de kabel op de juiste manier op de camera is aangesloten. Gebruik geen kracht om de connector in de camera te steken. Zorg er bij het loskoppelen van de kabel voor dat u deze recht uit de aansluiting trekt. • Sluit niet tegelijk kabels aan op de HDMI mini connector en de USB/Audio video connector.
B
Indien niets verschijnt op de televisie
Controleer of de TV-instellingen (A201) in het setup-menu (A185) geschikt zijn voor uw televisie.
C
172
De afstandsbediening van de TV gebruiken (regeling HDMI-apparaat)
De afstandsbediening van een TV die voldoet aan de HDMI-CEC norm kan worden gebruikt om de camera te bedienen tijdens weergave. In plaats van de multi-selector of zoomknop, kan de afstandbediening worden gebruikt om beelden te selecteren, filmweergave en -pauze van films en Eenvoudig panorama foto's en schakelen tussen schermvullende weergave en 4-miniatuurweergave . • Stel de HDMI-apparaatbesturing (A201) of TV-instellingen in op Aan (standaardinstelling) in het setup-menu, en sluit de camera met een HDMI-kabel aan op de televisie aan. • Richt de afstandsbediening op de TV om te gebruiken. • Zie de handleiding van uw TV of andere gerelateerde documentatie om te controleren of de TV de HDMI-CEC norm ondersteunt.
Aansluiten op een computer Gebruik de meegeleverde USB-kabel om de camera op een computer aan te sluiten, zodat u beelden naar een computer kunt kopiëren (overspelen).
Voordat u de camera aansluit Installeer de software
Compatibele besturingssystemen Windows Windows 7 Home Basic/Home Premium/Professional/Enterprise/Ultimate, Windows Vista Home Basic/Home Premium/Business/Enterprise/Ultimate (Service Pack 2) of Windows XP Home Edition/Professional (Service Pack 3)
Aansluiten op een televisie, computer of printer
Gebruik de meegeleverde ViewNX 2-cd en installeer de volgende software op de computer. Raadpleeg de Snelhandleiding voor meer informatie over het installeren van de software. • ViewNX 2: gebruik de functie voor het overdragen van beelden, “Nikon Transfer 2”, om beelden die zijn opgenomen met de camera op te slaan op de computer. Opgeslagen beelden kunnen worden bekeken en afgedrukt. Tevens worden functies voor het bewerken van beelden en films ondersteund. • Panorama Maker 5: met deze software kan een reeks opnamen worden samengevoegd tot één enkel panoramabeeld.
Macintosh Mac OS X (versie 10.4.11, 10.5.8, 10.6.5) Voor meer informatie over de vereisten om HD-films weer te geven, raadpleegt u “Systeemvereisten” in de helpinformatie van ViewNX 2 (A177). Raadpleeg de Nikon website voor de meest recente informatie over compatibele besturingssystemen.
B
Opmerking over de computeraansluiting
Koppel andere USB-toestellen, zoals in de handel verkrijgbare USB-laadapparaten, los van de computer. Wanneer u tegelijk de camera en andere USB-toestellen op de computer aansluit, kan er een storing optreden of kan er te veel stroom naar de camera worden gevoerd, waardoor de camera of de geheugenkaart beschadigd kan raken. Raadpleeg de documentatie die bij de andere USBtoestellen is geleverd, voor meer informatie.
173
Aansluiten op een computer
B
Opmerkingen over de stroombron
Aansluiten op een televisie, computer of printer
• Gebruik een batterij met voldoende lading wanneer u de camera op een computer aansluit. Zo voorkomt u dat de camera onverwachts wordt uitgeschakeld. • Wanneer de camera op een computer is aangesloten met de meegeleverde USB-kabel en met Automatisch (standaardinstelling) geselecteerd voor de optie Opladen via computer in het setup-menu, wordt de in de camera geplaatste batterij automatisch opgeladen met de stroombron van de computer (A178, 202). • Als de lichtnetlaadadapter EH-62A (A213) (apart leverbaar) wordt gebruikt, kan de COOLPIX P500 van stroom worden voorzien via een stopcontact. Gebruik in geen geval een ander merk of model lichtnetadapter dan de EH-62A. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
Opnamen overspelen vanaf een camera naar een computer
1 2 3
Start de computer waarop ViewNX 2 is geïnstalleerd. Zorg ervoor dat camera is uitgeschakeld. Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de computer. Zorg ervoor dat kabel goed is aangesloten. Probeer de connectors niet scheef aan te sluiten en oefen geen kracht uit wanneer u de USB-kabel aansluit of loskoppelt.
De camera wordt automatisch ingeschakeld en het camera-aan-lampje licht op of knippert. De monitor van de camera blijft uitgeschakeld.
B 174
De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
Aansluiten op een computer
4
Start de ViewNX 2-voorziening voor het overdragen van beelden, “Nikon Transfer 2”, die op de computer is geïnstalleerd.
• Als de in de camera geplaatste batterij weinig geladen is, kan de computer de camera mogelijk niet herkennen. Als de camera niet wordt herkend, worden geen beelden overgespeeld. Als de batterij automatisch begint te laden met de stroombron van de computer, dient u te wachten tot de batterij voldoende geladen is om opnamen over te zetten. • Als de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het enige tijd duren voordat Nikon Transfer 2 van start gaat.
5
Aansluiten op een televisie, computer of printer
• Windows 7 Als het scherm Apparaten en printers K P500 wordt weergegeven, klikt u op Ander programma onder Afbeeldingen en video's importeren. Selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 in het dialoogvenster Ander programma en klik op OK. Dubbelklik op Bestand importeren op het scherm Apparaten en printers K P500. • Windows Vista Als het dialoogvenster Automatisch afspelen wordt weergegeven, klikt u op Bestand importeren met Nikon Transfer 2. • Windows XP Als het dialoogvenster voor actieselectie wordt weergegeven, selecteert u Nikon Transfer 2 Bestand importeren en klikt u op OK. • Mac OS X Nikon Transfer 2 wordt automatisch gestart als de camera is aangesloten op de computer als u Ja hebt geselecteerd in het dialoogvenster Instelling voor automatisch starten toen ViewNX 2 voor het eerst werd geïnstalleerd. • Zie “Nikon Transfer 2 handmatig starten” (A177) voor meer informatie.
Bevestig dat het bronapparaat wordt weergegeven in het paneel met de overdrachtopties Bron en klik op Overspelen starten.
Bron apparaat
Knop Overspelen starten Beelden die nog niet naar de computer zijn overgedragen, worden nu overgedragen (standaardinstelling van ViewNX 2).
175
Aansluiten op een computer Als het overzetten is voltooid, wordt het scherm van ViewNX 2 weergegeven (standaardinstelling voor ViewNX 2) en worden de overgezette beelden weergegeven.
Aansluiten op een televisie, computer of printer
Voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2 raadpleegt u de helpinformatie van ViewNX 2 (A177).
De camera loskoppelen Schakel de camera niet uit en koppel de camera niet los van de computer tijdens het overspelen. Als het overspelen is voltooid, zet u de camera uit en koppelt u de USB-kabel los. De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 30 minuten geen communicatie plaatsvindt met de computer terwijl de camera aangesloten is via de USB-kabel.
B 176
De batterij opladen
Als het camera-aan-lampje langzaam oranje knippert, wordt de batterij in de camera opgeladen (A178).
Aansluiten op een computer
C
Beelden overspelen via de kaartsleuf van een computer of een in de handel verkrijgbare kaartlezer
D
ViewNX 2 handmatig starten
Windows Selecteer het menu Start > Alle programma's > ViewNX 2 > ViewNX 2. Door te dubbelklikken op het snelkoppelingspictogram ViewNX 2 op het bureaublad kan ViewNX 2 eveneens worden gestart. Mac OS X Open de map Programma's, open de mappen Nikon Software > ViewNX 2 in die volgorde en dubbelklik vervolgens op het pictogram ViewNX 2. Door te klikken op het pictogram ViewNX 2 op de dock kan ViewNX 2 eveneens worden gestart.
D
Nikon Transfer 2 handmatig starten
Als u Nikon Transfer 2 wilt starten, start u eerst ViewNX 2 en klikt u vervolgens op het pictogram Transfer boven aan het scherm of selecteert u Transfer starten in het menu Bestand.
D
Aansluiten op een televisie, computer of printer
Als de geheugenkaart in de kaartsleuf van een computer of in een in de handel verkrijgbare kaartlezer wordt geplaatst, kunnen de beelden worden overgespeeld met behulp van “Nikon Transfer 2”, de voorziening voor het overspelen van beelden van ViewNX 2. • Zorg ervoor dat de geheugenkaart die wordt gebruikt wordt ondersteund door de kaartlezer of een ander apparaat waarmee de kaart kan worden gelezen. • U kunt beelden overspelen door de geheugenkaart in de kaartlezer of kaartsleuf te plaatsen en de procedure vanaf stap 4 (A175) te volgen. • Als u opnamen die in het interne geheugen van de camera zijn opgeslagen wilt overspelen naar de computer, moet u de opnamen eerst met behulp van de camera naar een geheugenkaart kopiëren (A144).
Voor meer informatie over het gebruik van Using ViewNX 2 en Nikon Transfer 2
Voor meer informatie over ViewNX 2 of Nikon Transfer 2, start u ViewNX 2 of Nikon Transfer 2 en selecteert u Help weergeven in het menu Help.
D
Panoramabeelden maken met Panorama Maker 5
• Gebruik een reeks foto's die zijn gemaakt met de optie Panorama assist in de onderwerpsstand Panorama (A58) om één enkele panoramafoto te maken met Panorama Maker 5. • Panorama Maker 5 kan worden geïnstalleerd op een computer met behulp van de meegeleverde ViewNX 2-cd. • Nadat de installatie is voltooid, volgt u de hieronder beschreven procedure om Panorama Maker 5 te starten. Windows Selecteer het menu Start > Alle programma's > ArcSoft Panorama Maker 5 > Panorama Maker 5. Mac OS X Open Programma's en dubbelklik op het pictogram Panorama Maker 5. • Raadpleeg de instructies op het scherm en de Help van Panorama Maker 5 voor meer informatie over het gebruik van Panorama Maker 5.
D
Namen voor beeldbestanden en -mappen
Zie “Bestands- en mapnamen” (A215) voor meer informatie.
177
Aansluiten op een computer
Laden terwijl de camera aangesloten is op een computer
Aansluiten op een televisie, computer of printer
Als de optie Opladen via computer (A202) in het setup-menu van de camera is ingesteld op Automatisch (standaardinstelling), en de camera is aangesloten op een computer via de USB-kabel, kan de batterij die in de camera is geplaatst automatisch worden opgeladen, afhankelijk van het vermogen van de computer om stroom te leveren. Zie “Voordat u de camera aansluit” (A173) en “Opnamen overspelen vanaf een camera naar een computer” (A174) voor meer informatie over het aansluiten van de camera op een computer.
Camera-aan-lampje In de volgende tabel wordt de status van het camera-aan-lampje toegelicht als de camera is aangesloten op een computer. Camera-aanBeschrijving lampje Knippert Batterij wordt opgeladen. langzaam (oranje) Batterij wordt niet opgeladen. Het opladen is voltooid wanneer het Licht op (groen) camera-aan-lampje met knipperen (oranje) stopt en oplicht (groen).
Knippert (oranje)
B
178
• De omgevingstemperatuur is niet geschikt om batterijen op te laden. Laad de batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur van 5 tot 35 °C. • Een USB-kabel is niet correct aangesloten of de batterij is defect. Sluit de USB-kabel correct aan of vervang de batterij. • De computer staat in de slaapstand en levert geen stroom. Start de computer opnieuw op. • De batterij kan niet worden geladen want de specificaties of instellingen van de computer laten geen voeding van de camera toe.
Opmerkingen over het laden terwijl de camera aangesloten is op een computer
• De batterij kan niet worden geladen en er kunnen geen gegevens worden overgezet wanneer de camera wordt aangesloten op een computer voordat de taal en de datum en tijd van de camera zijn ingesteld (A24). Als de klokbatterij van de camera (A189) leeg is, moeten de datum en tijd opnieuw worden ingesteld voor de batterij kan worden opgeladen of voor beelden kunnen worden overgezet terwijl de camera is aangesloten op een computer. In dit geval dient u de lichtnetlaadadapter EH-69P (A20) te gebruiken om de batterij op te laden, waarna u de datum en tijd van de camera instelt. • Als de camera uitgeschakeld wordt, stopt het laden. • Als de computer naar de slaapstand gaat terwijl de batterij wordt geladen, stopt het laden en kan de camera worden uitgeschakeld. • Wanneer de camera wordt losgekoppeld van een computer, schakelt u de camera uit waarna u de USB-kabel loskoppelt. • Het duurt ongeveer vijf uur en 30 minuten om een volledig lege batterij op te laden. De laadtijd wordt groter wanneer beelden worden overgespeeld terwijl de batterij wordt geladen. • Wanneer de camera is aangesloten op een computer, kan een op de computer geïnstalleerd programma zoals Nikon Transfer 2 starten. Als de camera alleen op de computer werd aangesloten om de batterij op te laden, dient u het programma te sluiten. • De camera schakelt automatisch uit als er gedurende 30 minuten nadat de batterij volledig was geladen, geen communicatie met de computer plaatsvindt. • Afhankelijk van de specificaties, de instelling, de voeding en de toewijzing van de computer is het niet altijd mogelijk om de in de camera geplaatste batterij op te laden via een computeraansluiting.
Aansluiten op een printer Gebruikers van een PictBridge-compatibele (A233) printer kunnen de camera rechtstreeks op de printer aansluiten en foto's afdrukken zonder gebruik te maken van een computer. Ga als volgt te werk om foto's af te drukken. Maak foto's
Sluit de camera aan op de printer (A180)
Druk foto’s één voor één af (A181)
Druk meerdere foto’s af (A182)
Aansluiten op een televisie, computer of printer
Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken met de printopdrachtoptie (Afdrukopdracht: A135)
Zodra het afdrukken gereed is, kunt u de camera uitzetten en de USB-kabel lostrekken.
B
Opmerkingen over de voedingsbron
• Gebruik een volledig opgeladen batterij wanneer u de camera op een printer aansluit; zo voorkomt u dat de camera onverwachts wordt uitgeschakeld. • Als de lichtnetadapter EH-62A (apart verkrijgbaar) (A213) wordt gebruikt, kan de COOLPIX P500 gevoed worden via een stopcontact. Gebruik geen lichtnetadapter van een ander merk of model, aangezien dit oververhitting of storingen van de camera kan veroorzaken.
D
Foto’s afdrukken
U kunt uw foto’s met een printer afdrukken nadat u ze naar een computer hebt overgezet of via een rechtstreekse aansluiting van de camera op een printer. Daarnaast kunt u uit de volgende opties kiezen voor het afdrukken van foto's die op een geheugenkaart staan: • Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van een DPOF-compatibele printer. • Breng een geheugenkaart naar een digitale fotoservice. Als u uw foto’s op bovenstaande manieren wilt afdrukken, kunt u de foto’s en het gewenste aantal afdrukken per foto opgeven via de Afdrukopdracht (A135) optie in het weergavemenu.
179
Aansluiten op een printer
De camera op de printer aansluiten
Aansluiten op een televisie, computer of printer
1
Zet de camera uit.
2
Zet de printer aan. • Controleer de printerinstellingen.
3
Sluit de camera aan op de printer met de meegeleverde USB-kabel. • Controleer of de connectors goed gepositioneerd zijn. Probeer niet om een connector schuin in te steken en gebruik geen kracht bij het aansluiten of loskoppelen van de USB-kabel.
4
De camera wordt automatisch ingeschakeld. • Als de camera correct is aangesloten, wordt het PictBridge opstartscherm (1) weergegeven op de cameramonitor. Vervolgens wordt het Afdrukselectie venster (2) weergegeven. 1
2
Afdrukselectie
15/05 2011 NO. 32 32
B 180
Als het PictBridge venster niet wordt weergegeven
Zet de camera uit en koppel de USB-kabel los. Stel de Opladen via computer optie (A202) in het setup-menu van de camera in op Uit en sluit de kabel opnieuw aan.
Aansluiten op een printer
Foto’s een voor een afdrukken Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (A180), kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1
Gebruik de multi-selector om de af te drukken foto te selecteren en druk op de k knop.
Afdrukselectie
15/05 2011
2
Selecteer Kopieën en druk op de k knop.
NO. 32 32
PictBridge 001 afdrukken
Afdrukken starten Kopieën Papierformaat
3
Selecteer het aantal afdrukken (maximaal negen) en druk op de k knop.
Kopieën
Aansluiten op een televisie, computer of printer
• U kunt foto's ook selecteren door aan de instelschijf te draaien. • Draai de zoomknop naar f (h) om 12 miniaturen weer te geven, of naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende weergave.
4
4
Selecteer Papierformaat en druk op de k knop.
PictBridge 004 afdrukken
Afdrukken starten Kopieën Papierformaat
D
Meer informatie
Zie “Opmerking over beelden in formaat 1:1 afdrukken.” (A86) voor meer informatie.
181
Aansluiten op een printer
5
Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de k knop. • Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt selecteren, kiest u Standaard in het menu Papierformaat.
Aansluiten op een televisie, computer of printer
6
Selecteer Afdrukken starten en druk op de k knop.
Papierformaat Standaard 3,5×5 in. 5×7 in. 100×150 mm 4×6 in. 8×10 in. Letter
PictBridge 004 afdrukken
Afdrukken starten Kopieën Papierformaat
7
Het afdrukken begint. • Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm uit stap 1 weer op de monitor weergegeven. • Als u wilt annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt, drukt u op de k knop.
Afdrukken 002 / 004
Annuleren
Huidige afdruk/totaal aantal afdrukken
Meerdere foto’s afdrukken Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (A180), kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1
Als het Afdrukselectievenster wordt weergegeven, drukt u op de d knop. • Het Afdrukmenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om Papierformaat te selecteren en druk op de k knop. • Druk op de d knop om het printmenu te verlaten.
182
Afdrukmenu Afdrukselectie Druk alle beelden af DPOF-afdrukken Papierformaat
Aansluiten op een printer
3
Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de k knop. • Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt selecteren, kiest u Standaard in het menu Papierformaat.
Selecteer Afdrukselectie, Druk alle beelden af of DPOF-afdrukken en druk op de k knop.
Standaard 3,5×5 in. 5×7 in. 100×150 mm 4×6 in. 8×10 in. Letter
Afdrukmenu Afdrukselectie Druk alle beelden af DPOF-afdrukken Papierformaat
Afdrukselectie Selecteer de foto’s (max. 99) en het aantal 10 Afdrukselectie afdrukken per foto (maximaal negen). • Druk op de multi-selector J of K om foto’s te 1 1 2 3 selecteren en druk daarna op H of I om het gewenste aantal per foto aan te geven. • U kunt foto's ook selecteren door aan de instelschijf te draaien. Terug • Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan het pictogram (vinkje) en een getal dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft. Het pictogram wordt niet weergegeven bij foto’s waarvoor nul exemplaren zijn opgegeven. Deze foto’s worden niet afgedrukt. • Draai de zoomknop naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende weergave of naar f (h) om 12 miniaturen weer te geven. • Wanneer u alle instellingen hebt voltooid, drukt u op de k knop. • Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten en drukt u vervolgens op de k knop om het afdrukken te starten. • Selecteer Annuleren en druk op k om terug te keren naar het printmenu.
Aansluiten op een televisie, computer of printer
4
Papierformaat
Afdrukselectie 010 afdrukken
Afdrukken starten Annuleren
183
Aansluiten op een printer Druk alle beelden af
Aansluiten op een televisie, computer of printer
Alle foto’s die in het interne geheugen of op de geheugenkaart zijn opgeslagen, worden een voor een afgedrukt. • Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten en drukt u vervolgens op de k knop om het afdrukken te starten. • Selecteer Annuleren en druk op k om terug te keren naar het printmenu.
Druk alle beelden af 018 afdrukken
Afdrukken starten Annuleren
DPOF-afdrukken Foto's waarvoor een afdrukopdracht is gegeven in de Afdrukopdracht optie (A135) kunnen worden afgedrukt. • Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten en drukt u vervolgens op de k knop om het afdrukken te starten. • Selecteer Annuleren en druk op k om terug te keren naar het printmenu. • Als u de huidige printopdracht wilt bekijken, selecteert u Bek. beelden en drukt u op de k knop. Om het afdrukken te starten, drukt u op de k knop.
DPOF-afdrukken 010 afdrukken
Afdrukken starten Bek. beelden Annuleren
Bek. beelden
10
Terug
5
Het afdrukken begint. • Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm uit stap 2 weer op de monitor weergegeven. • Als u wilt annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt, drukt u op de k knop.
Afdrukken 002 / 010
Annuleren
Huidige afdruk/totaal aantal afdrukken
C 184
Papierformaat
De camera ondersteunt de volgende papierformaten: Standaard (het standaard papierformaat voor de huidige printer), 3,5×5 in., 5×7 in., 100×150 mm, 4×6 in., 8×10 in., Letter, A3, en A4. Alleen de formaten die door de huidige printer worden ondersteund, worden weergegeven.
Basisinstellingen
Setup-menu Het setup-menu bevat de volgende opties.
Basisinstellingen
Welkomstscherm A187 Kies of het Welkomstscherm op de monitor wel of niet moet worden getoond als de camera wordt ingeschakeld.. Tijdzone en datum A188 Stel de cameraklok in en kies uw eigen tijdzone en de tijdzone van uw bestemming. Monitorinstellingen A191 Stel de beeldweergave, de helderheid voor monitor, en de rasterweergave en het histogram in tijdens opname. Datumstempel A192 Datum en tijd afdrukken op foto's. Vibratiereductie A193 Schakel de vibratiereductie in voor het maken van foto's. Bewegingsdetectie A195 Schakel bewegingsdetectie in om de effecten van cameratrillingen en beweging van het onderwerp te beperken bij het maken van foto’s. AF-hulplicht A196 Schakel de AF-hulpverlichting in of uit. Rode-ogenreductie A196 Kies de methode voor rode-ogenreductie als de flitsstand op automatisch met rode-ogenreductie staat. Digitale zoom A197 Schakel de digitale zoom in of uit. Zijzoomknop toewijzen A198 Kies de functie die moet worden uitgevoerd tijdens het fotograferen zodra de zoomknop aan de zijkant wordt bediend. Geluidsinstellingen A199 Stel het geluid in. Automatisch uit A199 Stel de tijdsduur in waarna de camera stand-by wordt gezet om energie te besparen. Geheug. formatteren/Geheugenkaart form. A200 Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart. Taal/Language A201 Selecteer de taal voor de cameramonitorweergave. TV-instellingen A201 Stel de instellingen in voor het aansluiten op een televisie. Opladen via computer A202 Kies of de camerabatterij al dan niet moet worden opgeladen zodra de camera op een computer wordt aangesloten via de USB-kabel.
185
Setup-menu Best.nr. terugzetten Bestandsnummering resetten. Knipperwaarsch. Geef aan of u personen die met de ogen knipperen wilt detecteren terwijl gezichtprioriteit is geactiveerd. Standaardwaarden Herstel de standaardwaarden van de camera-instellingen. Firmware-versie Geef de firmwareversie van de camera weer.
A202 A203
A205 A208
Het setup-menu oproepen Kies de z-tab (Setup) in het menu-scherm.
1
Basisinstellingen
2
Druk op de d knop om het menuscherm weer te geven.
Druk op J van de multi-selector. • De tabs kunnen nu worden geselecteerd. • Zie “Multi-selector” (A12).
3
Druk op H of I om de z tab te selecteren.
Opnamemenu Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeld optimaliseren Witbalans ISO-waarde Lichtmeting Belichtingsbracketing
Opnamemenu Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeld optimaliseren Witbalans ISO-waarde Lichtmeting Belichtingsbracketing
Set-up Welkomstscherm Tijdzone en datum Monitorinstellingen Datumstempel Vibratiereductie Bewegingsdetectie AF-hulplicht
186
Setup-menu
4
Druk op K en de k knop. • De setup-menu items verschijnen op het scherm. • Gebruik de multi-selector om items te selecteren en functies in de menu's in te stellen (A12). • Verlaat het setup-menu door op d te drukken of druk op J om naar een andere tab te gaan.
Set-up Welkomstscherm Tijdzone en datum Monitorinstellingen Datumstempel Vibratiereductie Bewegingsdetectie AF-hulplicht
Welkomstscherm Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Welkomstscherm
Kies of het Welkomstscherm op de monitor wel of niet moet worden getoond als de camera wordt ingeschakeld. Geen (standaardinstelling)
Toont het Welkomstscherm voordat het opname- of weergavescherm wordt getoond. Selecteer beeld
Basisinstellingen
Toont het opname- of weergavescherm zonder het Welkomstscherm te tonen. COOLPIX
Kies een door u genomen foto als Welkomstscherm. Bekijk het fotoselectiescherm, kies een foto (A140) en druk op de k knop om de foto te registreren. • De geselecteerde foto wordt opgeslagen op de camera; de foto wordt verschijnt nog op het Welkomstscherm wanneer de originele foto gewist is. • Foto's gemaakt met Beeldformaat (A84) van I 3984×2656, u 3968×2232, O 1920×1080 en H 2992×2992 kunnen niet worden geselecteerd. • Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama kunnen niet worden geselecteerd. • Foto's verkleind naar 160×120 of kleiner met Kleine afbeelding bewerking (A154) of uitsnede (A156) kunnen niet worden geselecteerd.
187
Setup-menu
Tijdzone en datum Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Tijdzone en datum
Stel de interne cameraklok in. Datum en tijd Stel de cameraklok in op de huidige datum en tijd. Gebruik de multi-selector om de datum en tijd in te stellen. • Kies een item: Druk op K of J (te selecteren in de volgende volgorde: D (dag) ➝ M (maand) ➝ J (jaar) ➝ uur ➝ minuut). • Stel de inhoud in: Druk op H of I. De datum en tijd kunnen ook worden ingesteld met de instelschijf (A11). • Instelling afsluiten: Selecteer minuut en druk op de k knop of K.
Datum en tijd D 15
M 05 15
J 2011 10 Bewerk.
Datumnotatie Basisinstellingen
Kies de volgorde waarin de dag, de maand en het jaar worden weergegeven (Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/jaar). Tijdzone w (eigen tijdzone) kan worden ingesteld en de zomertijd in- en uitgeschakeld. Wanneer x (bestemming) is geselecteerd, wordt automatisch het tijdsverschil (A190) met w (eigen tijdzone) berekend en worden de datum en de tijd in de geselecteerde regio opgeslagen. Dit is erg handig wanneer u op reis bent.
De tijdzone van uw bestemming instellen
1
Gebruik de multi-selector om Tijdzone te selecteren en druk op de k knop • Het menu Tijdzone wordt weergegeven.
Tijdzone en datum 15/05/2011 15:30 London, Casablanca Datum en tijd Datumnotatie Tijdzone
2
Selecteer x Reisbestemming en druk op de k knop. • De datum en tijd die op de monitor worden weergegeven, zijn afhankelijk van de geselecteerde regio.
188
Tijdzone 15/05/2011 15:30 London, Casablanca Eigen tijdzone Reisbestemming
Setup-menu
3
Druk op K. • Het tijdzonekeuzemenu wordt weergegeven.
Tijdzone 15/05/2011 15:30 London, Casablanca Eigen tijdzone Reisbestemming
4
Druk op de knop J of K om de tijdzone van uw bestemming te kiezen.(Tijdzone)
B
Tijdsverschillen 10:30
-5:00
EDT: New York Toronto Lima
Terug Tijdzone 15/05/2011 10:30 EDT:New York Toronto, Lima Eigen tijdzone Reisbestemming
De klokbatterij
Basisinstellingen
• Het tijdverschil tussen thuis en de reisbestemming wordt weergegeven. • Als de camera wordt gebruikt in een andere tijdzone waarin zomertijd van kracht is, kunt u zomertijd kiezen met H. Als de zomertijd is ingeschakeld, wordt het W pictogram getoond en wordt de klok een uur vooruit gezet. Druk op I om deze weer uit te schakelen. • Druk op de k knop om de tijdzone van uw bestemming in te voeren. • Zolang de tijdzone van de bestemming is geselecteerd, wordt het pictogram Z in de opnamestand op de monitor weergegeven.
De interne klok van de camera maakt gebruik van een andere batterij dan de camerabatterij. De klokbatterij wordt opgeladen als de hoofdbatterij is geplaatst of als lichtnetadapter is aangesloten, en kan na ongeveer tien uur laden gedurende enkele dagen als voeding voor de klokbatterij worden gebruikt.
C
w Eigen tijdzone
• Om terug te schakelen naar uw eigen tijdzone, selecteert u w Eigen tijdzone bij stap 2 en drukt u op de k knop. • Als u de eigen tijdzone wilt wijzigen, selecteert u w Eigen tijdzone in stap 2 en voert u de stappen voor x Reisbestemming uit voor de eigen tijdzone.
C
Zomertijd
Wanneer de zomertijd start of eindigt, zet deze dan aan resp. uit via het tijdzoneselectiescherm zoals weergegeven in stap 4.
D
Datum afdrukken op foto’s tijden fotograferen
Nadat u de datum en tijd heeft ingesteld, stelt u de Datumstempel instelling in het setup-menu (A192) in. Zodra Datumstempel is ingesteld, kunnen de opnamedatum en -tijd worden afgedrukt op de foto's.
189
Setup-menu
D
Tijdzones
De camera ondersteunt de onderstaande tijdzones. Voor de tijdsverschillen die niet hieronder worden vermeld, dient de cameraklok handmatig op de lokale tijd te worden ingesteld via Datum en tijd.
UTC +/-
UTC +/-
Locatie
Midway, Samoa
+1
-10
Hawaii, Tahiti
+2
Madrid, Paris, Berlin Athens, Helsinki, Ankara
-9
Alaska, Anchorage
+3
Moscow, Nairobi, Riyadh, Kuwait, Manama
-8
PST (PDT): Los Angeles, Seattle, Vancouver
+4
Abu Dhabi, Dubai
-7
MST (MDT): Denver, Phoenix
+5
Islamabad, Karachi
-6
CST (CDT): Chicago, Houston, Mexico City
+5,5
-5
EST (EDT): New York, Toronto, Lima
+6
Caracas
+7
Bangkok, Jakarta
+8
Beijing, Hong Kong, Singapore
-4,5 Basisinstellingen
190
Locatie
-11
New Delhi Colombo, Dhaka
-4
Manaus
-3
Buenos Aires, Sao Paulo
+9
Tokyo, Seoul
-2
Fernando de Noronha
+10
Sydney, Guam
-1
Azores
+11
New Caledonia
±0
London, Casablanca
+12
Auckland, Fiji
Setup-menu
Monitorinstellingen Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Monitorinstellingen
Wijzig de instellingen voor de volgende opties. Beeld terugspelen Aan (standaardinstelling): De foto wordt direct nadat deze is gemaakt op de monitor weergegeven, waarna de monitor terugkeert naar de opnamestand. Uit: Foto wordt niet weergegeven nadat deze is gemaakt. Helderheid Kies uit vijf instellingen voor de helderheid van de monitor. De standaardinstelling is 3. Raster weerg./verberg. Aan: Er wordt een raster weergegeven om de foto's te kunnen kadreren. Uit (standaardinstelling): Raster wordt niet weergegeven. Histogr. weerg./verberg.
B
Basisinstellingen
Aan: Histogrammen worden weergegeven in de opnamestand, zelfs als de belichtingscorrectie niet is ingesteld op (A43). Uit (standaardinstelling): Er worden geen histogrammen weergegeven.
Opmerking over Raster weerg./verberg.
Het raster is niet beschikbaar in de volgende situaties. • Bij het volgen van een onderwerp (nadat het onderwerp geregistreerd) • Bij het maken van een film • Als het midden van de foto uitvergroot wordt weergegeven in E (handmatig scherpstellen)
B
Opmerking over Histogr. weerg./verberg.
Histogrammen worden niet weergegeven in de volgende situaties. • Bij het maken van een film • Als het midden van de foto uitvergroot wordt weergegeven in E (handmatig scherpstellen) • Als de flitsstand, zelfontspanner of het scherpstelmenu wordt weergegeven • Als het continu-menu wordt weergegeven. • Als de gezichtsdetectiefunctie is geselecteerd • Als onderwerp volgen is geselecteerd in AF-veldstand
191
Setup-menu
Datumstempel Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Datumstempel
De datum en tijd van een opname kan worden weergegeven op foto's op het moment van opname. Deze gegevens kunnen ook worden afgedrukt via printers die het afdrukken van datum en tijd niet ondersteunen (A136). 15/05/2011
f
Datum De datum wordt afgedrukt op foto's.
S
Datum en tijd Datum en tijd worden op foto's afgedrukt.
k
Uit (standaardinstelling) Datum en tijd worden op foto's afgedrukt.
Basisinstellingen
Als Datumstempel is geactiveerd, wordt de actuele instelling weergegeven tijdens het fotograferen (A8). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
B
C
192
Opmerkingen over Datum afdrukken
• De opgenomen data kunnen niet worden gewist van de foto en er kunnen geen data worden opgenomen nadat de foto is gemaakt. • De datum kan niet worden opgenomen in het fotobestand in de volgende gevallen. - Als de onderwerpstand (A45) is ingesteld op j (Nachtlandschap) of e (Nachtportret) met Uit de hand, o (Tegenlicht) met HDR ongesteld op Aan, Sport, Museum, Panorama, of Dierenportret met Continu - Als continu (A76) wordt ingesteld op Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of BSS - Wanneer Belichtingsbracketing (A94) wordt gebruikt - Wanneer Glimlachtimer (A67) of Knipperdetectie (A68) in de intelligente portretstand is ingesteld op Aan. - Tijdens een filmopname • Data die worden opgenomen in een foto met de instelling Beeldformaat (A84) voor f 640×480 kunnen moeilijk leesbaar zijn. Zet de Beeldformaat op J 1024×768 of groter. • De datum wordt vastgelegd op de manier die is geselecteerd in de setupmenu’s Tijdzone en datum optie (A24, 188).
Datumstempel en Afdrukopdracht
Bij het afdrukken op DPOF-compatibele printers die het afdrukken van de opnamedatum en andere opnamegegevens ondersteunen, kunt u op foto's waarvoor geen datum en tijd zijn vastgelegd deze informatie alsnog afdrukken, waarbij u gebruik maakt van de opties in de Afdrukopdracht optie (A135).
Setup-menu
Vibratiereductie Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Vibratiereductie
Geef de instelling voor vibratiereductie op bij het maken van stilstaande beelden. Corrigeert onscherpte als gevolg van lichte handbewegingen of cameratrilling. Onscherpte komt veel voor bij fotograferen met zoom of een lange sluitertijd. Wanneer de camera stabiel wordt gezet met een statief voor het maken van een opname, moet de vibratiereductie ingesteld worden op Uit. V
Aan (hybride)
g
Aan (standaardinstelling) Compenseert cameratrillingen tijdens het maken van foto's m.b.v. de beeldsensorverschuivingsmethode. De camera registreert automatisch de kantelrichting en corrigeert alleen trillingen veroorzaakt door cameratrillingen. Bij horizontale bewegingen vermindert vibratiereductie bijvoorbeeld alleen de verticale trillingen. Bij verticale bewegingen compenseert vibratiereductie alleen de horizontale trillingen.
k
Basisinstellingen
Neemt op met optische correctie voor cameratrillingen tijdens het maken van foto's m.b.v. de beeldsensorverschuivingsmethode en voert onder de onderstaande omstandigheden ook elektronische vibratiereductie uit m.b.v. beeldverbetering: • Als de flitser niet in werking treedt • Als de sluitersnelheid langer is dan 1/30 sec. (groothoekstand) resp. 1/250 sec. (telestand). • Als de zelftimer uit staat • Als Enkelvoudig is geselecteerd voor de continu-stand • Als Uit is geselecteerd voor de Belichtingsbracketing instelling. • Als de ISO-gevoeligheid 200 of minder is
Uit Vibratiereductie is niet ingeschakeld.
Als de vibratiereductie is ingeschakeld, wordt de huidige instelling weergegeven tijdens opname (A8, 29). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
D
Films corrigeren met Elektronische VR
Om de effecten van cameratrillingen te beperken tijdens het maken van films, kunt u Elektronische VR (A167) kiezen in het filmmenu (A163).
193
Setup-menu
B
Opmerkingen over vibratiereductie
• Het kan enkele seconden duren voordat vibratiereductie is geactiveerd nadat de camera is ingeschakeld of nadat de camera vanuit de weergavestand is overgeschakeld naar de opnamestand. Wacht tot het beeld stabiel is voordat u een foto maakt. • Vanwege de kenmerken van de functie voor vibratiereductie kunnen foto’s die direct na de opname op de cameramonitor worden weergegeven wazig lijken. • In sommige gevallen kan vibratiereductie de effecten van cameratrilling niet helemaal opheffen. • Wanneer de cameratrillingen extreem hoog of laag zijn, is beeldcorrectie met elektronische vibratiereductie misschien niet mogelijk, ook als is Aan (hybride) ingesteld. • Als de sluitertijd lang of extreem kort is, werkt de elektronische vibratiereductie misschien niet, zelfs al is Aan (hybride) ingesteld. • Als elektronische vibratiereductie in Aan (hybride) werkt, duurt het langer dan normaal om de foto op te slaan, omdat de sluiter twee keer automatisch wordt ontgrendeld voor beeldcorrectie als de foto wordt genomen. Sluitergeluid (A199) is slechts eenmaal hoorbaar. Eén beeld is opgenomen.
Basisinstellingen
194
Setup-menu
Bewegingsdetectie Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Bewegingsdetectie
Schakel bewegingsdetectie in om de effecten van cameratrillingen en beweging van het onderwerp te beperken bij het maken van foto’s. U
Automatisch Als de camera registreert dat het onderwerp beweegt of de camera trilt, worden de ISO-waarde en de sluitertijd verhoogd om het effect hiervan te beperken. Bewegingsdetectie werkt echter niet in de volgende gevallen. • Als de invulflitser ontsteekt • In de volgende onderwerpstanden: j (Nachtlandschap), e (Nachtportret), o (Tegenlicht), Sport, Schemering, Museum, Vuurwerk en Dierenportret • Als de opnamestand j, k, l, m of M is
k
Uit (standaardinstelling) Bewegingsdetectie wordt niet toegepast.
B
Basisinstellingen
Als de bewegingsdetectie is ingeschakeld, wordt de huidige instelling weergegeven tijdens opname (A8). Het pictogram Bewegingsdetectie licht groen op telkens wanneer de camera beweging detecteert en de sluitertijd wordt verkort. Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
Opmerkingen over Bewegingsdetectie
• Bewegingsdetectie is niet altijd in staat om de gevolgen van cameratrillingen en beweging van het onderwerp volledig te reduceren. • Bewegingsdetectie werkt soms niet als het onderwerp flink beweegt of het te donker is. • De foto’s kunnen in die gevallen korrelig worden.
195
Setup-menu
AF-hulplicht Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M AF-hulplicht
Schakel de AF-hulpverlichting in of uit. De AF-hulplichtverlichting assisteert de autofocus als het licht slecht is. Automatisch (standaardinstelling) De AF-hulpverlichting gaat automatisch aan als het onderwerp slecht verlicht is. De hulpverlichting heeft een bereik van circa 6,0 m in de uiterste groothoekstand en van 5,0 m in de uiterste telestand. In sommige scherpstelvelden en onderwerpstanden gaat de AF-hulpverlichting niet aan ook al is Automatisch ingesteld. Uit Schakel deze functie uit. De camera kan mogelijk niet scherpstellen bij weinig licht.
Rode-ogenreductie Basisinstellingen
Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Rode-ogenreductie
Kies de methode voor rode-ogenreductie als de flitsstand A36) op V (Auto met rode-ogenreductie) staat. Voorflits aan (standaardinstelling) De flitser geeft voor de hoofdflits herhaaldelijk voorflitsen af bij lage intensiteit om het rode-ogeneffect te beperken en voert vervolgens het rode-ogenreductieproces uit met beeldcorrectie. Houd rekening met een kleine vertraging tussen het moment waarop de ontspanknop wordt ingedrukt en het moment waarop de foto wordt gemaakt. Voorflits uit Er worden geen voorflitsen gegeven. De sluiter wordt onmiddellijk ontspannen nadat de ontspanknop volledig wordt ingedrukt en het rode-ogenreductieproces wordt uitgevoerd m.b.v. beeldcorrectie.
196
Setup-menu
Digitale zoom Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Digitale zoom
Schakel de digitale zoom in of uit. Aan (standaardinstelling) Als de camera is ingezoomd tot de maximale optische zoom, kunt u door g (i) te draaien, in te drukken en ingedrukt te houden de digitale zoom (A31) activeren. Uitsnede Beperk de max. zoom tot de stand van V tijdens het maken van een foto. Beperk de digitale zoom ook tot het bereik waarin de beeldkwaliteit van foto niet verslechtert. • De digitale zoom is niet beschikbaar als Beeldformaat is F 4000×3000, I 3984×2656, u 3968×2232, O 1920×1080 of H 2992×2992. • Bij filmopname werkt digitale zoom zoals beschreven in Aan. Uit Digitale zoom is niet geactiveerd. Basisinstellingen
B
Opmerkingen over digitale zoom
• Zodra u de digitale zoom activeert, wordt de AF-veldstand (A95) ingesteld op Centrum. • Digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende situaties. - Als de scherpstelstand (A40) is ingesteld op E (handmatig scherpstellen) - Als de onderwerpstand (A45) j (Nachtlandschap), e (Nachtportret), Autom. scènekeuzekn., Portret of Dierenportret is ingesteld - Als de intelligente portret-stand is geselecteerd - Als Multi-shot 16 is geselecteerd voor de continu-stand (A76) - Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd voor AF-veldstand (A95) • Bij vergrotingsfactoren van 1,2× tot 1,8×, wordt Lichtmeting ingesteld op Centrum-gericht, terwijl bij vergrotingsfactoren van 2,0× tot 4,0× Spot wordt gekozen.
197
Setup-menu
Zijzoomknop toewijzen Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Zijzoomknop toewijzen
Kies de functie die moet worden uitgevoerd tijdens het fotograferen zodra de zoomknop aan de zijkant wordt bediend. Zoomen (standaardinstelling) Gebruik tijdens het fotograferen de zoomknop aan de zijkant (A31) om de gewenste zoomfactor in te stellen. Handmatige scherpstelling Als de scherpstelstand is ingesteld op E (handmatig scherpstellen), gebruik dan de zoomknop aan de zijkant om scherp te stellen (A42). • Gebruik de zoomknop aan de zijkant in de richting van g om scherp te stellen op verder verwijderde onderwerpen. • Gebruik de zoomknop aan de zijkant in de richting van f om scherp te stellen op onderwerpen in de buurt. Terugkeerzoom Basisinstellingen
198
Dit is gemakkelijk als u fotografeert in telestand, waarbij het toch al lastig is om onderwerpen in beeld te houden. Gebruik de zoomknop aan de zijkant in de richting van f om iets verder dan de actuele zoomstand in te zoomen richting de f zijde. Duw de knop weer in de richting van f om nog verder in te zoomen richting de f zijde. Gebruik de knop in de richting van g om terug te keren naar de originele zoomstand, d.w.z. de stand voordat de zoomknop is gebruikt. • Gebruik bij de digitale zoom de zoomknop aan de zijkant en duw deze in de richting van f om naar de uiterste zoomstand te gaan van de optische zoom. • Als u een andere actie onderneemt dan het indrukken van de zoomknop aan de zijkant, gaat de zoom niet terug naar de stand waarin deze stond voordat de actie is ondernomen. • Terugkeerzoom is niet beschikbaar tijdens filmopname.
Setup-menu
Geluidsinstellingen Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Geluidsinstellingen
U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen. Knopgeluid Zet de pieptoon en opstartgeluiden Aan (standaardinstelling) of Uit. U hoort één pieptoon zodra de instellingen correct zijn uitgevoerd, twee pieptonen als de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp en drie pieptonen als er een fout wordt geconstateerd. Sluitergeluid Kies of u het sluitergeluid wilt instellen op Aan (standaardinstelling) of Uit.
B
Opmerkingen over Geluid instellen
• In Dierenportret onderwerpstand worden het knopgeluid en sluitergeluid uitgeschakeld, zelfs als Aan is ingesteld. • Zelfs als Aan is ingesteld, is het sluitergeluid uitgeschakeld tijdens continu foto's maken of filmopnames.
Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Automatisch uit
Basisinstellingen
Automatisch uit
Als geen handelingen worden uitgevoerd gedurende een bepaalde tijd terwijl de camera aan staan, gaat de monitor uit om stroom te sparen en gaat de camera naar stand-by stand (A23). Gebruik deze optie om de tijdsduur in te stellen waarna de camera stand-by wordt gezet. Kies uit 30 sec., 1 min. (standaardinstelling), 5 min. en 30 min..
C
Als de monitor uitgaat om energie te besparen
• In de stand-bystand knippert het camera-aan-lampje. • De camera gaat uit als deze langer dan ca. 3 minuten in stand by-stand heeft gestaan. • Als het camera-aan-lampje knippert, kunt u de monitor weer aanzetten op de volgende manieren. - Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop, de c knop of b (e filmopname) knop. - Verdraai de keuzeknop.
B
Auto uit stand
In de volgende gevallen is de tijd waarna de camera naar stand-by stand gaat, vast. • Menu’s worden weergegeven: drie minuten • Tijdens weergave van een diashow: max. 30 minuten • Als de lichtnetadapter EH-62A is aangesloten: 30 minuten
199
Setup-menu
Geheugen formatteren/Geheugenkaart formatteren Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Geheug. formatteren/ Geheugenkaart form.
Formatteer het interne geheugen of een geheugenkaart. Als u het interne geheugen of een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens voorgoed gewist. De gewiste foto's kunnen niet meer worden hersteld. Zet daarom belangrijke foto’s over naar de computer voordat u gaat formatteren.
Interne geheugen formatteren Als u het interne geheugen wilt formatteren, moet u de geheugenkaart uit de camera verwijderen. De optie Geheug. formatteren wordt in het setup-menu weergegeven.
Basisinstellingen
Een geheugenkaart formatteren Plaats de geheugenkaart in de camera als u deze wilt formatteren. De optie Geheugenkaart form. wordt in het setup-menu weergegeven.
Alle beelden worden gewist! OK?
Formatteren Nee
Geheugenkaart form. Alle beelden worden gewist! OK?
Formatteren Nee
B
200
Geheug. formatteren
Intern geheugen en geheugenkaart formatteren
• De instellingen voor albumpictogrammen (A127) worden gereset naar de standaardinstellingen (nummerpictogrammen) wanneer het interne geheugen of de geheugenkaart wordt geformatteerd. • Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet tijdens het formatteren. • Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren.
Setup-menu
Taal/Language Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Taal/Language
Kies een van de 26 talen voor cameramenu’s en berichten. Tsjechisch Deens Duits (standaardin stelling)
Hongaars Nederlands Noors
Spaans
Portugees
Grieks Frans Indonesisch Italiaans
Russisch Romeens Fins Zweeds
Pools
Turks Oekraïens Arabisch Vereenvoudi gd Chinees Traditioneel Chinees Japans Koreaans Thai
Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M TV-instellingen
Stel de instellingen in voor het aansluiten op een televisie. Videostand
Basisinstellingen
Tv-instellingen
Kies NTSC of PAL. HDMI Kies een beeldresolutie voor de HDMI-uitgang uit Automatisch (standaardinstelling), 480p, 720p, of 1080i. Wanneer Automatisch is ingesteld, wordt de meest geschikte uitgangsresolutie voor de aangesloten high-definition televisie automatisch geselecteerd uit 480p, 720p of 1080i. HDMI-apparaatbesturing Kies of de camera al dan niet signalen moet ontvangen van een TV wanneer een TV die voldoet aan de HDMI-CEC norm is aangesloten m.b.v. een HDMI kabel. Als Aan (standaardinstelling) wordt gekozen, kan de afstandsbediening van de televisie worden gebruikt om de camera te bedienen tijdens weergave. Zie “De afstandsbediening van de TV gebruiken (regeling HDMI-apparaat)” (A172) voor meer informatie.
D
HDMI en HDMI-CEC
“HDMI” is een afkorting van High-Definition Multimedia Interface, een bepaald type multimediainterface. “HDMII-CEC” is een afkorting van HDMI-Consumer Electronics Control, waarmee bewerkingen kunnen worden gekoppeld tussen compatibele apparaten.
201
Setup-menu
Opladen via de computer Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Opladen via computer
Kies of de batterij wel of niet worden opgeladen als de camera via een USB-kabel (A178) wordt aangesloten op een computer. Automatisch (standaardinstelling) Als de camera wordt aangesloten op een computer die ingeschakeld is, wordt de batterij in de camera automatisch opgeladen via de voeding die wordt geleverd door de computer. Uit De batterij in de camera wordt niet opgeladen als de camera is aangesloten op een computer.
B
Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een printer
Basisinstellingen
• De batterij kan niet worden opgeladen als de camera is aangesloten op een printer, zelfs al voldoet de printer aan de PictBridge norm. • Als Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer, kan het onmogelijk zijn om foto's af te drukken met een directe aansluiting van de camera op bepaalde printers. Als het PictBridge startscherm niet wordt getoond op de monitor nadat de camera is aangesloten op een printer en wordt ingeschakeld, moet u de camera uitzetten en de USB-kabel loskoppelen. Stel Opladen via computer in op Uit en sluit de camera weer aan op de printer.
Best.nr. terugzetten Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Best.nr. terugzetten
Als Ja wordt geselecteerd, wordt de toekenning van volgnummers gereset (A215). Na een reset wordt een nieuwe map aangemaakt en krijgt de volgende foto die wordt gemaakt het nummer "0001" toegewezen.
B
202
Opmerkingen over Bestandsnummering resetten
• Best.nr. terugzetten kan niet worden gebruikt als de onderwerpstand is ingesteld op Panorama of als Intervalopnamen is gekozen voor continu als de opnamestanden j, k, l, m of M worden gebruikt. Voor Panorama assist of Intervalopnamen wordt een nieuwe map aangemaakt en start de toekenning van bestandsnummers automatisch bij “0001” (A215, 216). • Best.nr. terugzetten kan niet worden toegepast als het nummer van de map 999 heeft bereikt en zich foto’s in de map bevinden. Plaats een nieuwe geheugenkaart of formatteer het interne geheugen/de geheugenkaart (A200).
Setup-menu
Knipperwaarschuwing Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Knipperwaarsch.
Kies of de knipperdetectie wel of niet wordt ingeschakeld bij gezichtprioriteit (A97) in de volgende opnamestanden. • In de volgende onderwerpstanden: e (Nachtportret) (A49), Autom. scènekeuzekn. (A46) en Portret (A51) • Programmastanden j, k, l, m en M (als Gezichtprioriteit (A95) is gekozen voor AF-veldstand) Aan Als de camera registreert dat een persoon zijn ogen heeft gesloten meteen na gezichtsdetectie en het fotograferen van het onderwerp, zal het Knipperde er iemand? venster op de monitor verschijnen. Het gezicht van de persoon die de ogen dicht heeft, wordt gemarkeerd met een geel kader. U kunt de genomen foto controleren en bepalen of u nog een foto moet maken. Zie “Scherm Knipperde er iemand? bedienen” (A204) voor meer informatie. Knipperwaarschuwing wordt niet geactiveerd.
B
Basisinstellingen
Uit (standaardinstelling)
Opmerking over knipperwaarschuwing
Als een andere instelling dan Enkelvoudig is geselecteerd voor continu (A76) of als Belichtingsbracketing (A94) is ingesteld, werkt de knipperwaarschuwing niet.
203
Setup-menu
Scherm Knipperde er iemand? bedienen In het venster Knipperde er iemand? kunt u de volgende acties uitvoeren. Als gedurende enkele seconden geen handelingen worden uitgevoerd, wordt automatisch teruggegaan naar het scherm voor de opnamestand.
Knipperde er iemand?
Sluiten
Functie Zoom in op het gezicht waarin knipperende ogen zijn gedetecteerd Terug naar de schermvullende weergave
g (i)
f (h)
Basisinstellingen
De gemaakte foto wissen
Beschrijving Draai de zoomknop naar g (i).
Draai de zoomknop naar f (h). Als de camera een of meerdere personen met gesloten ogen registreert, druk dan op H, I, J of K tijdens de weergavezoom om andere gezichten te bekijken. U kunt de weergave ook wijzigen met de instelschijf.
Het weer te geven gezicht selecteren
l
Druk op de l knop.
k Terugkeren naar het opnamescherm.
204
Knop
Druk op k knop of de ontspanknop.
Setup-menu
Standaardwaarden Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Standaardwaarden
Wanneer Standaard geselecteerd wordt, worden de camera-instellingen gereset naar de standaardwaarden. Pop-up menu Optie
Standaardwaarde
Flits-stand (A36)
Auto
Zelfontspanner (A39)
OFF
Scherpstelling stand (A40)
Autofocus
Belichtingscorrectie (A43)
0.0
Fotograferen in de Onderwerpstand Standaardwaarde
Optie
Autom. scènekeuzekn.
Kleurinstelling in stand Voedsel (A56)
Centrum
Panorama (A58)
Normaal (180°) in Eenvoudig panorama
Dierenportret (A59)
Zelfontspanner: Dierenp. autom. ontsp. Continu: Continu
Basisinstellingen
Onderwerpmenu (A45)
Nachtlandschapmenu Optie Nachtlandschap (A48)
Standaardwaarde Uit de hand
Nachtportretmenu Optie Nachtportret (A49)
Standaardwaarde Statief
Tegenlichtmenu Optie HDR (A50)
Standaardwaarde Uit
205
Setup-menu
Intelligent portret-menu Optie
Standaardwaarde
Huid verzachten (A67)
Normaal
Glimlachtimer (A67)
Aan
Knipperdetectie (A68)
Uit
Opnamemenu Optie
Standaardwaarde
Basisinstellingen
Beeldkwaliteit (A83)
Normal
Beeldformaat (A84)
F (4000×3000)
Beeld optimaliseren (A87)
Normaal
Aangepast in Beeld optimaliseren (A88)
Contrast: Automatisch Verscherping: Automatisch Verzadiging: Automatisch
Aangepast van Zwart-wit in Beeld optimaliseren (A89)
Contrast: Automatisch Verscherping: Automatisch Monochroomfilter: Geen Z/W + kleur: Uit
Witbalans (A90)
Automatisch
ISO-waarde (A92)
Automatisch
Vast bereik automatisch (A92)
ISO 160-200
Minimale sluitertijd (A92)
Geen
Lichtmeting (A93)
Matrix
Belichtingsbracketing (A94)
Uit
AF-veldstand (A95)
Automatisch
Autofocus-stand (A101)
Enkelvoudige AF
Flitsbelichtingcorrectie (A101)
0.0
Ruisond. lange sluitertijd (A102)
Automatisch
Actieve D-Lighting (A103)
Uit
Continu opname menu Optie
206
Standaardwaarde
Continu (A76)
Enkelvoudig
Intervalopnamen (A79)
30 sec.
Setup-menu
Filmmenu Optie
Standaardwaarde
Filmopties (A164)
HD 1080pP (1920×1080)
HS-filmopties (A165)
240 bps
Openen met HS-beelden (A165)
Aan
Autofocus-stand (A166)
Enkelvoudige AF
Elektronische VR (A167)
Aan
Windruisreductie (A167)
Uit
Setup-menu Optie
Standaardwaarde Geen
Beeld terugspelen (A191)
Aan
Helderheid (A191)
3
Raster weerg./verberg. (A191)
Uit
Histogr. weerg./verberg. (A191)
Uit
Datumstempel (A192)
Uit
Vibratiereductie (A193)
Aan
Bewegingsdetectie (A195)
Uit
AF-hulplicht (A196)
Automatisch
Rode-ogenreductie (A196)
Voorflits aan
Digitale zoom (A197)
Aan
Zijzoomknop toewijzen (A198)
Zoomen
Knopgeluid (A199)
Aan
Sluitergeluid (A199)
Aan
Automatisch uit (A199)
1 min.
HDMI (A201)
Automatisch
HDMI-apparaatbesturing (A201)
Aan
Opladen via computer (A202)
Automatisch
Knipperwaarsch. (A203)
Uit
Basisinstellingen
Welkomstscherm (A187)
207
Setup-menu
Overige Optie
Standaardwaarde
Papierformaat (A181, 182)
Standaard
Tussenpauze voor Diashow (A138)
3 sec.
Albumpictogrammen en kleur (A127)
Nummerpictogram (zwart)
Basisinstellingen
• Als u Standaardwaarden kiest, wordt ook het huidige bestandsnummer (A215) uit het geheugen gewist. Na een reset gaat de nummering verder bij het laagst beschikbare nummer in het interne geheugen of op de geheugenkaart. Als Standaardwaarden wordt uitgevoerd nadat alle foto's zijn gewist in het intern geheugen of op de geheugenkaart (A35), start de bestandsnummering voor de volgende foto's bij “0001”. • De volgende instellingen blijven ongewijzigd, ook als Standaardwaarden wordt uitgevoerd. Opnamemenu: Handmatige preset-waarden voor Witbalans (A91) Weergavemenu: Reeksweergaveopties, A145 en Kies hoofdfoto (A145) Setup-menu: Tijdzone en datum (A188), Taal/Language (A201) en Videostand (A201) in TV-instellingen • User settings (gebruikerinstellingen) die zijn opgeslagen voor de keuzeknop M worden niet gereset naar de standaardinstellingen als Standaardwaarden wordt uitgevoerd. Om deze instellingen terug te zetten naar de fabrieksinstelingen, moet Herstel user settings (A110) worden gebruikt.
Firmware-versie Druk op de d knop M z (setup-menu) (A186) M Firmware-versie
Geeft de huidige firmware-versie van de camera weer. COOLPIX P500 Ver.X.X
Terug
208
Behandeling van uw camera
Behandeling van uw camera Als u lang plezier van dit Nikon product wilt hebben, is het belangrijk dat u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt wanneer u het apparaat gebruikt of opbergt.
B
Houd de camera droog
Als de camera in water wordt ondergedompeld of aan vocht wordt blootgesteld, raakt deze beschadigd.
B
Laat de camera niet vallen
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen, kan deze defect raken.
B
Wees voorzichtig bij het hanteren van het objectief en alle bewegende onderdelen
Oefen geen kracht uit op het objectief, de objectiefbescherming, de monitor, de kaartsleuf of het batterijvak. Deze onderdelen raken gemakkelijk beschadigd. Als u kracht uitoefent op de lensdop, kan dit tot gevolg hebben dat de camera niet meer goed werkt of dat het objectief beschadigd raakt. Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Door intens licht kan de kwaliteit van de beeldsensor afnemen, waardoor er een witte waas op de foto's kan ontstaan.
B
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen en sterke magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld een radio of televisie, kunnen storingen veroorzaken in de monitor en gegevens op de geheugenkaart of de interne schakelingen van de camera beschadigen.
B
Behandeling van uw camera
B
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas te doen voordat u deze aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
B
Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert of de lichtnetadapter loskoppelt
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of gewist. Het onderbreken van de stroom kan in dit geval leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen.
209
Behandeling van uw camera
C
Behandeling van uw camera
210
De batterij
• Controleer het batterijniveau wanneer u de camera gaat gebruiken en laad de batterij zo nodig op. Verwijder de batterij uit de lader zodra deze volledig is opgeladen. Doet u dat niet, dan is dit nadelig voor de prestaties van de batterij. Neem zo mogelijk een volledig opgeladen reservebatterij mee als u foto’s maakt van belangrijke gelegenheden. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan 0 °C of hoger dan 40 °C. Anders kan de batterij mogelijk niet geheel worden geladen, of kan hij minder goed gaan presteren. • Laad de batterij binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 en 35 °C. • Als de batterij wordt opgeladen door de COOLPIX P500 aan te sluiten op de lichtnetlaadadapter EH-69P of op een computer, is het mogelijk dat de laadcapaciteit afneemt als de batterij temperatuur tussen 45 en 60 °C ligt. De batterij laadt niet op als de temperatuur daarvan onder 0 °C of boven 60 °C ligt. • Als een uitgeputte batterij wordt gebruikt bij een lage omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de camera niet inschakelt. Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen en u reservebatterijen bij de hand heeft voordat u bij koud weer naar buiten gaat om te fotograferen. Houd reservebatterijen bij de hand op een warme plaats en verwissel ze zo nodig. Een koude batterij die weer op temperatuur is gekomen, kan soms een deel van de lading terugkrijgen. • Als de aansluitingen van de batterij vuil zijn, is het mogelijk dat de camera niet inschakelt t.g.v. een slecht batterijcontact. Veeg de aansluitingen schoon met een schone, droge doek voor gebruik. • Laad de batterij ten minste eenmaal per zes maanden op en maak de batterij volledig leeg voordat u deze weer opbergt. Plaats het meegeleverde beschermkapje op de batterij en bewaar het geheel op een koele plaats bij een omgevingstemperatuur tussen 15 en 25 °C. Bewaar de batterij niet op hete of extreem koude plekken. • Laad de opgeslagen batterij minimaal een keer per zes maanden op en gebruik vervolgens de camera totdat de batterij weer leeg is voordat u deze opbergt op een koele plek. • Verwijder altijd de batterij uit de camera of batterijlader als het apparaat niet wordt gebruikt. Als de batterij blijft zitten, worden er zelfs als het apparaat niet wordt gebruikt geringe hoeveelheden stroom verbruikt, waardoor de batterij zover leeg kan raken dat deze niet meer kan worden gebruikt. • Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen batterij leeg is aanzienlijk afneemt bij gebruik op kamertemperatuur betekent dit dat de batterij moet worden vervangen. Koop een nieuwe batterij. • Vervang de batterij als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte batterijen bevatten kostbare grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke voorschriften voor klein chemisch afval.
Behandeling van uw camera
Reinigen
Objectief/ zoeker
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken en ander vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd, kunt u wegvegen met een zachte doek, waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden naar de randen toe. Als u het objectief op deze manier niet kunt reinigen, veegt u het schoon met een doek die licht is bevochtigd met lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder vingerafdrukken en andere vlekken op de monitor met een zachte, droge doek, waarbij u geen druk op de monitor mag uitoefenen.
Camerabody
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg de camerabody voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera aan het strand dient u zand en zout te verwijderen met een droge doek die licht is bevochtigd met water. Droog de camera daarna grondig af. Let erop dat vuil of stof in de camera schade kan veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën. Behandeling van uw camera
211
Behandeling van uw camera
Opslag Zet de camera uit wanneer u deze niet gebruikt. Controleer of het camera-aanlampje uit is, voordat u de camera opbergt. Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Berg de camera niet op in de buurt van mottenballen op basis van nafta of kamfer of op plaatsen: • in de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren, zoals televisie- of radiotoestellen • waar het kouder wordt dan –10 °C of warmer dan 50 °C • die slecht zijn geventileerd of waar de luchtvochtigheid hoger is dan 60% Haal de camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel tevoorkomen. Schakel de camera in en druk een aantal malen op de ontspanknop alvorens de camera weer op te bergen.
Behandeling van uw camera
C
212
Opmerkingen over de monitor
• De monitor bevat mogelijk enkele pixels die permanent branden of die helemaal niet branden. Dit komt voor bij praktisch alle TFT-LCD-schermen en duidt niet op een defect. Dit is niet van invloed op foto’s die met de camera worden gemaakt. • Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien. • De monitor wordt verlicht via een LED-verlichting. Neem contact op met de servicedienst van Nikon als de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
Technische opmerkingen en index
Optionele accessoires Oplaadbare batterij Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL51 Lichtnetlader
Lichtnetlader EH-69P1, 2
Batterijlader
Batterijlader MH-612 Lichtnetadapter EH-62A (aansluiten zoals hieronder afgebeeld) 1 2 3
Lichtnetadapter Voordat het deksel van het batterijvak/de kaartgleuf wordt gesloten, moet het snoer van de voedingsaansluiting volledig in de gleuf in het batterijvak worden gestoken. Als een deel van het snoer niet in de gleuf zit, kunnen het deksel en/of snoer beschadigd raken als het deksel wordt gesloten. USB-kabel UC-E61
Audio/video-kabel
Audio/Video-kabel EG-CP161
Objectiefdop
Objectiefdop LC-CP231
1 Meegeleverd met de camera bij aankoop (➝ pagina 3 van de Snelhandleiding). 2 Indien u deze in andere landen wilt gebruiken, is het mogelijk dat u een verloopstekker (normaal in de handel verkrijgbaar) nodig heeft. Neem contact op met uw reisbureau voor meer informatie over verloopstekkers.
Technische opmerkingen en index
USB-kabel
213
Optionele accessoires
Goedgekeurde geheugenkaarten De volgende Secure Digital (SD) geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in deze camera. • Wanneer een film wordt opgenomen op een geheugenkaart, wordt een geheugenkaart aanbevolen met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger. Wanneer de overdrachtsnelheid van de kaart te langzaam is, kan de filmopname plotseling worden onderbroken. SD geheugenkaarten SDHCgeheugenkaarten2
SDXCgeheugenkaarten3
SanDisk
2 GB1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
64 GB
TOSHIBA
2 GB1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
64 GB
Panasonic
2 GB1
4 GB, 8 GB, 12 GB, 16 GB, 24 GB, 32 GB
48 GB, 64 GB
Lexar
2 GB1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB
-
1 2 Technische opmerkingen en index
214
3
Voordat u een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat gebruikt, controleer of dat geschikt is voor 2 GB kaarten. SDHC-compatibel. Voordat u een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat gebruikt, controleer of dat geschikt is voor SDHC. SDXC-compatibel. Voordat u een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat gebruikt, controleer of dat geschikt is voor SDXC.
• Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over bovenvermelde kaarten.
Bestands- en mapnamen De namen van foto's, films en spraakmemo’s zijn op de volgende manier opgebouwd.
DSCN0001.JPG Identificatie (wordt niet weergegeven op de monitor) Originele foto’s (inclusief spraakmemo), films Kleine kopieën (inclusief spraakmemo) Uitgesneden kopieën (inclusief spraakmemo) Foto's gemaakt met fotobewerking anders dan uitsnijden en kleine afbeelding (incl. spraakmemo's), films gemaakt met filmbewerking
DSCN SSCN RSCN
Extensie (verwijst naar het bestandstype) Foto’s Films Spraakmemo's
.JPG .MOV .WAV
Bestandsnummer (wordt automatisch toegewezen in oplopende volgorde, vanaf ‘0001’)
FSCN
Technische opmerkingen en index
• Er wordt automatisch een map aangemaakt om bestanden in op te slaan met de volgende naamregels: “Mapnummer + NIKON” (bijv., “100NIKON”). Als er 200 bestanden in de map staan, wordt een nieuwe map gemaakt. (De naam van de map die volgt op “100NIKON” is bijvoorbeeld “101NIKON”). Er wordt ook een nieuwe map aangemaakt als de bestandsnummer in een map 9999 bereikt heeft of Best.nr. terugzetten (A202) wordt uitgevoerd. Het volgende bestandsnummer wordt automatisch ingesteld op “0001”. Als de map geen bestanden bevat, wordt geen nieuwe map aangemaakt, zelfs niet als Best.nr. terugzetten wordt uitgevoerd. • Spraakmemo-bestandsnamen hebben dezelfde identificatie en hetzelfde bestandsnummer als de foto’s waartoe deze behoren. • In Panorama-assistent (A58) wordt een map aangemaakt voor elke opnamesessie, waarbij de volgende naamregels worden toegepast: “Mapnummer + P_XXX” (bijv. “101P_001”). Foto's worden opgeslagen met een volgnummer beginnend bij 0001. • Telkens als een foto wordt genomen in de intervalopnamestand (A77), wordt een map met de naam: 'Mapnummer + INTVL' (e.g., 101INTVL) wordt gemaakt. Foto's worden opgeslagen met een volgnummer beginnend bij 0001.
215
Bestands- en mapnamen
• Als beeldbestanden of spraakbestanden naar of van het interne geheugen of de geheugenkaart (A144) worden gekopieerd, zijn de naamgevingregels als volgt: - Bestanden die worden gekopieerd m.b.v. Geselecteerde beelden, worden naar de huidige map gekopieerd (of de map voor daaropvolgende foto's), waar ze bestandsnummers krijgen toegewezen in oplopende volgorde, volgend op het hoogste bestandsnummer in het geheugen. - Bestanden die worden gekopieerd m.b.v. Alle beelden, worden samen met hun map gekopieerd. Mapnummers worden in oplopende volgorde toegewezen, volgend op het hoogste mapnummer op het doelmedium. De bestandsnamen worden niet gewijzigd. • Als de huidige map nummer 999 heeft en 200 bestanden bevat of een bestand met het nummer 9999, kunt u geen foto’s meer maken totdat u het interne geheugen of de geheugenkaart hebt geformatteerd (A200) of een nieuwe geheugenkaart hebt geplaatst.
Technische opmerkingen en index
216
Foutmeldingen In de volgende tabel vindt u een overzicht van de foutmeldingen en andere waarschuwingen die op de monitor kunnen worden weergegeven en wordt uitgelegd wat u kunt doen. Melding
Beschrijving
Oplossing
A
O (knippert)
Klok niet ingesteld.
Wijzig de datum en tijd.
188
N Batterij is leeg.
Batterij bijna leeg.
Laad de batterij op of vervang deze.
18, 20
P Batterijtemperatuur hoog
De temperatuur van de batterij is hoog.
Zet de camera uit en laat de batterij afkoelen alvorens deze weer te gebruiken. Vijf seconden na verdwijnen van deze melding wordt de monitor uitgeschakeld en knippert het camera23 aan-lampje. Nadat het lampje drie minuten knippert, wordt de camera automatisch uitgezet, maar u kunt ook op de hoofdschakelaar drukken om de camera handmatig uit te zetten.
P De camera schakelt uit om oververhitting te voorkomen.
De binnenkant van de Laat de camera uitgeschakeld totdat de camera is te warm binnenkant van de camera is afgekoeld – geworden. De camera en schakel de camera dan weer in. schakelt automatisch uit.
Q (knippert rood)
Camera kan niet scherpstellen.
• Stel opnieuw scherp. 32, 33 • Gebruik de scherpstelvergrendeling. 33
Camera kan geen andere P bewerkingen uitvoeren Wacht tot de melding automatisch Wacht tot camera – voordat de opname is verdwijnt nadat de opname is voltooid. klaar is met opnemen. voltooid. N Geheugenkaart beschermd tegen overschrijven.
Schrijfbeveiligingsschuif Schuif de beveiligingsschuif in de is vergrendeld. “schrijfstand”.
27
P Geen kaart aanwezig
Er is geen geheugenkaart Plaats een geheugenkaart voordat u geplaatst voordat u een met de filmopname start. film wilde gaan opnemen.
157
Technische opmerkingen en index
Q Objectiefdop nog Schakel de camera uit, geplaatst of lensfout verwijder de lensdop opgetreden. en zet de camera aan.
Zorg dat de objectiefdop is verwijderd en zet de camera opnieuw aan. Indien de fout blijft optreden nadat de camera is uitgezet en vervolgens weer is 23 aangezet, neem dan contact op met uw dealer of een Nikon erkende servicedienst.
217
Foutmeldingen Melding P Deze kaart kan niet gebruikt worden. P Deze geheugenkaart kan niet gelezen worden.
P Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren? Ja Nee
Technische opmerkingen en index
N Geen geheugen meer.
P Beeld kan niet worden opgeslagen.
Beschrijving
Oplossing
Fout bij toegang tot geheugenkaart.
• Gebruik een goedgekeurde kaart. • Controleer of de contactpunten schoon zijn. • Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
Geheugenkaart is niet geformatteerd voor gebruik in de camera.
Alle gegevens op de geheugen kaart wordt gewist tijdens formatteren. Als u bepaalde gegevens op de kaart wilt bewaren, selecteer dan Nee en maak een back-up van de 27 gegevens naar een computer, voordat u de geheugenkaart formatteert. Ga als volgt te werk om de geheugenkaart te formatteren: kies Ja en druk op de k knop.
Geheugenkaart is vol.
• Selecteer een lagere beeldkwaliteit of een kleiner beeldformaat. • Foto's en films wissen • Plaats een andere geheugenkaart. • Verwijder de geheugenkaart en gebruik het interne geheugen.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het opslaan van de foto.
Formatteer het interne geheugen of de 200 geheugenkaart.
Camera kan geen nieuwe bestandsnummers genereren.
Vervang de geheugenkaart of formatteer het interne geheugen / de geheugenkaart.
Foto kan niet worden gebruikt voor Welkomstscherm.
De onderstaande foto's kunnen niet worden gebruikt. • Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama • Foto's gemaakt met Beeldformaat van I 3984×2656, u 3968×2232, O 1920×1080 of H 2992×2992 • Foto's gemaakt met klein beeld of bijsnijden met een formaat van 160×120 of kleiner
Er is onvoldoende ruimte om een kopie op te Verwijder foto’s van het doelmedium. slaan.
218
A 214 27 26
83, 84 35, 170 26 26
26, 200, 216
60 84
154, 156
35
Foutmeldingen Melding
Beschrijving
N Kan geen panorama maken. N Kan geen panorama Eenvoudig panoramamaken. Zwenk de camera slechts in een opname is niet mogelijk. richting. N Kan geen panorama maken. Zwenk de camera langzamer. P Geluidsbestand kan niet worden opgeslagen.
Oplossing
A
Eenvoudig panorama-opname kan niet beschikbaar zijn in de volgende gevallen. • Als het maken van de opname niet is 60 afgerond binnen een bepaalde tijd • Als de camera te snel wordt bewogen • Als de camera niet recht wordt gehouden t.o.v. de panoramarichting
• Spraakmemo’s kunnen niet worden – Het is niet mogelijk om toegevoegd aan films. een spraakmemo aan dit • Kies een foto die is gemaakt met deze 142 bestand te koppelen. camera.
N Misschien had iemand Er werd geknipperd zijn ogen gesloten toen op de foto die zojuist de foto werd gemaakt. werd genomen.
Controleer het effect hiervan in de weergavestand.
N Beeld kan niet worden gewijzigd.
Geselecteerde foto kan niet worden bewerkt.
• Bevestig de voorwaarden die nodig zijn voor bewerking. • Films kunnen niet worden bewerkt.
146
N Kan film niet opnemen.
Time-out tijdens opname van film.
Gebruik een snellere geheugenkaart.
214
N Geheugen bevat geen beelden.
–
26, 200, 202
• Verwijder de geheugenkaart uit de 26 camera om de foto's die zijn opgeslagen in het interne geheugen van de camera af te spelen. Geen foto’s in het interne • Als u bestanden wilt kopiëren van het 144 geheugen of op de interne geheugen naar de geheugenkaart. geheugenkaart, moet u op de d knop drukken om het kopieerscherm weer te geven en vervolgens de bestanden uit het interne geheugen naar de geheugenkaart kopiëren.
Technische opmerkingen en index
N Plaats een nieuwe geheugenkaart of Bestandsnummering Er kunnen geen mappen formatteer het interne geheugen/de kan niet worden meer worden gemaakt. geheugenkaart. teruggezet.
68
219
Foutmeldingen Melding N Bestand bevat geen beeldgegevens. P Dit bestand kan niet weergegeven worden.
N Alle beelden zijn verborgen.
N Dit beeld kan niet gewist worden.
Bestand niet gemaakt met COOLPIX P500.
De foto kan niet worden weergegeven in een diashow.
Technische opmerkingen en index
P De keuzeknop staat niet in de juiste positie.
N Klap de flitser omhoog.
Oplossing Bestand kan niet worden bekeken op deze camera. Bekijk het bestand op de computer of het apparaat waarop dit is gemaakt of bewerkt.
–
A
–
138
Alle beelden in het interne geheugen of op Deactiveer de Beeld verbergen de geheugenkaart zijn instelling om beelden te bekijken. verborgen.
141
Foto is beveiligd.
139
N Bestemming ligt in Reisbestemming is in dezelfde tijdzone als de de huidige tijdzone. eigen tijdzone.
N De flitser is neergeklapt.
220
Beschrijving
Schakel de beveiliging uit.
–
190
De keuzeknop staat tussen twee standen in.
Draai de keuzeknop naar de gewenste stand.
44
De flitser wordt ingeschoven als de onderwerpstand e (Nachtportret) is of HDR in o (Tegenlicht) Uit.
Druk op m (flash pop-up)-knop om de flitser omhoog te zetten.
37, 49, 50
De m (flitsstand) knop op de multi-selector is Druk op m (flash pop-up)-knop om de ingedrukt met de flitser flitser omhoog te zetten. ingeklapt. De flitser komt niet omhoog in de Autom. scènekeuzekn. stand.
37
Druk op m (flash pop-up)-knop om de flitser omhoog te zetten. De camera kan normaal worden gebruikt terwijl de 37, 46 flitser is ingeklapt als u deze niet wilt gebruiken.
Foutmeldingen Melding
Beschrijving
Oplossing
A
Laat de flitser voorzichtig zakken en maak een film. Let op dat het geluid van 37, 157 het laten zakken van de flitser te horen kan zijn tijdens de opname.
N Klap de flitser neer.
De flitser wordt geactiveerd als een film wordt opgenomen.
P Communicatiefout
Fout opgetreden tijdens Zet de camera uit en sluit de USB-kabel communicatie met de 180 weer aan. printer.
Systeemfout Q
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen van de camera.
PR Printerfout: controleer Printerfout printerstatus
Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats deze weer terug en zet de camera aan. Als de fout zich blijft voordoen, 23 neemt u contact op met de leverancier of met een door Nikon erkende servicedienst. Controleer de printer. Los het probleem op, selecteer Hervatten en druk op de – k knop om het afdrukken te hervatten.*
PR De printer bevat niet het Plaats de geselecteerde papierformaat, Printerfout: controleer geselecteerde selecteer Hervatten en druk op k om – papier papierformaat. het afdrukken te hervatten.* Het papier is vastgelopen in de printer.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten en druk op k om – het afdrukken te hervatten.*
PR Printerfout: geen papier
Er zit geen papier in de printer.
Plaats de geselecteerde papierformaat, selecteer Hervatten en druk op k om – het afdrukken te hervatten.*
PR Printerfout: controleer Inktfout inkt
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op k om het afdrukken te – hervatten.*
PR Inktcartridge is leeg. Printerfout: geen inkt
Vervang de inkt, selecteer Hervatten en druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
–
PR Printerfout: beschadigd bestand
Selecteer Annuleren en druk op de k knop om het afdrukken te annuleren.
–
Het beeldbestand heeft een fout veroorzaakt.
Technische opmerkingen en index
PR Printerfout: papierstoring
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
221
Problemen oplossen Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt. Raadpleeg de pagina’s in de rechterkolom voor meer informatie.
Monitor, instellingen en stroomvoorziening Probleem
Oorzaak/Oplossing
De batterij die is geplaatst in de Bevestig alle aansluitingen. camera kan niet worden opgeladen. • Uit is ingesteld op Opladen via computer in het setupmenu. • Als de camera wordt opgeladen via een computer, dan stopt het opladen zodra de camera uit wordt gezet. De batterij kan niet worden geladen • Als de camera wordt opgeladen via een computer, dan door de camera op stopt het opladen zodra de computer naar slaapstand gaat; een computer aan het is mogelijk dat de camera dan automatisch uit gaat. te sluiten. • Afhankelijk van de computerspecificaties, instellingen en status, is het mogelijk dat de batterij die is geplaatst in de camera niet kan worden opgeladen via een directe aansluiting op de computer.
20 202 178 178 –
Technische opmerkingen en index
Camera kan niet worden uitgezet.
• Batterij is leeg. • De camera kan niet worden ingeschakeld als deze met de lichtnetlader is aangesloten op een stopcontact.
28 20 28 199
Camera gaat zonder waarschuwing uit
• Batterij is leeg. • Camera is automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. • De camera gaat uit zodra deze wordt verbonden met de lichtnetlader. • De camera gaat uit zodra de USB kabel waarmee deze is verbonden met een computer of printer, wordt losgekoppeld. Sluit de USB kabel opnieuw aan. • De binnenkant van de camera is te warm geworden. Laat de camera uit staan totdat deze binnenin is afgekoeld en probeer deze dan weer aan te zetten. • Het is mogelijk dat de camera en batterij niet correct werken bij lage omgevingstemperaturen.
• Camera staat uit. • Batterij is leeg. • Stand-bystand om energie te besparen: Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop of de c knop of draai de keuzeknop. De monitor en de • De monitor en de zoeker kunnen niet tegelijk worden zoeker geven geen gebruikt. Druk op x om tussen de beide opties te beeld. wisselen. • De camera is op de computer aangesloten via de USB-kabel. • De camera is op de TV aangesloten via de AV-kabel of HDMI-kabel. • Intervalopnames aan het maken.
222
A
20 174, 176, 180 – 210 23 28 23, 34 16 173 171 79
Problemen oplossen Probleem
Oorzaak/Oplossing
A
• Te veel omgevingslicht: gebruik de elektronische zoeker of 30 ga naar een meer donkere plek. Beeld op monitor is niet goed zichtbaar • Pas de helderheid van de monitor aan. 191 • Monitor is vuil. Reinig de monitor. 209 De zoeker is niet goed te zien.
Stel de oogcorrectie correct in.
Weergave schakelt niet over naar monitor (resp. zoeker) zodra op de x knop wordt gedrukt.
• U kunt de weergave niet omschakelen in de volgende gevallen: - Tijdens het opnemen of afspelen van films - Kan geen spraakmemo opnemen of weergeven - Tijdens intervalopname - Terwijl de camera is aangesloten op een printer - Terwijl de schermen voor het wissen van beelden worden weergegeven • U kunt de weergave niet omschakelen als bepaalde foutmeldingen worden weergegeven.
16, 30
157, 168 142 79 179 35 217
Er zijn geen aanduidingen op de monitor te zien
De opnamegegevens en foto-informatie kunnen verborgen zijn. Druk op de s knop tot de opnamegegevens of foto- 17 informatie verschijnen.
Datumstempel niet beschikbaar.
Tijdzone en datum is niet ingesteld.
Datum wordt niet • Een opnamestand die Datumstempel niet ondersteunt, is op foto's geselecteerd. weergegeven, zelfs • De datum kan niet worden afgedrukt op een film. wanneer datum kan niet worden afgedrukt op foto's gemaakt Datumstempel is • De terwijl films worden opgenomen. ingeschakeld. Standaardwaarden Klokbatterij is leeg; alle standaardwaarden zijn hersteld. zijn hersteld.
Best.nr. terugzettenkan niet worden uitgevoerd.
24, 188 192 – –
Technische opmerkingen en index
Datum en tijd van de opname zijn onjuist.
• Als de cameraklok niet in ingesteld (“Datum niet ingesteld” 24, 188 aanduiding knippert tijdens het fotograferen), krijgen foto's het datumstempel “00/00/0000 00:00”; terwijl films worden gedateerd met “01/01/2011 00:00”. Stel de juiste datum en tijd in via Tijdzone en datum in het setup-menu. • De cameraklok is niet zo nauwkeurig als een normaal 188 uurwerk, zoals een horloge. Controleer af en toe de tijdsaanduiding van uw camera en stel zo nodig de tijd bij.
189
• Best.nr. terugzetten kan niet worden toegepast als het 202, 215 nummer van de map 999 heeft bereikt en zich foto’s in de map bevinden. Vervang de geheugenkaart of formatteer het interne geheugen / de geheugenkaart. • Best.nr. terugzetten kan niet worden ingesteld als de 58, 76, 202, 215 onderwerpstand is ingesteld op Panorama of als de opnamestand j, k, l, m of M is en Intervalopnamen is gekozen voor continu opnemen in het opnamemenu.
De temperatuur van de batterij is hoog. Zet de camera uit en Monitor staat uit en laat de batterij afkoelen alvorens deze weer te gebruiken. het camera-aanNadat het lampje drie minuten knippert, wordt de camera 23 lampje knippert. automatisch uitgezet, maar u kunt ook op de hoofdschakelaar drukken om de camera handmatig uit te zetten.
223
Problemen oplossen Probleem Cameratemperatuur stijgt.
Oorzaak/Oplossing
A
Als functies zoals een filmopname lange tijd worden gebruikt of als de camera wordt gebruikt op een plaats met een hoge 158 omgevingstemperatuur, kan de temperatuur van de camera oplopen. Dit is geen storing.
Elektronisch gestuurde camera’s In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er ongewone tekens op de monitor worden weergegeven en functioneert de camera niet meer. Meestal is dit het gevolg van een sterke externe statische lading. Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats deze terug en zet de camera weer aan. Als u de stroomvoorziening van de camera onderbreekt, zoals hierboven wordt beschreven, kan dit ertoe leiden dat gegevens die op het moment dat de storing optrad nog niet in het interne geheugen of op de geheugenkaart waren opgeslagen, verloren gaan. Dit is niet van invloed op gegevens die al zijn opgeslagen. Neem contact op met de leverancier of met een door Nikon erkende servicedienst als de storing zich blijft voordoen.
Opname Probleem Technische opmerkingen en index
Kan de opnamestand niet instellen
Maak de HDMI- of USB-kabel los.
• Als de camera in de weergavestand staat, drukt u op de c knop of op de ontspanknop. Er wordt geen foto • Als menu’s worden weergegeven, drukt u op d knop. gemaakt wanneer • Batterij is leeg. de ontspanknop • Als de onderwerpstand e (Nachtportret) is of HDR in wordt ingedrukt. o (Tegenlicht) Uit, klap dan de flitser op. • Als het flitserlampje knippert, wordt de flitser opgeladen.
Camera kan niet scherpstellen.
• Onderwerp te dicht bij de camera. Probeer om een opname te maken met D (macro close-up) als scherpstelstand of in de Autom. scènekeuzekn. resp. Close-up opnamestand. • Autofocus werkt niet goed met het onderwerp dat u wilt fotograferen. • Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op Automatisch. • Het onderwerp bevindt zich niet binnen het scherpstelveld op het moment dat de ontspanknop half wordt ingedrukt. • De scherpstelstand is ingesteld op E (handmatig scherpstellen). • Zet de camera uit en weer aan.
• • Foto’s zijn onscherp. • •
224
A
Oorzaak/Oplossing
Gebruik de flitser. Gebruik de vibratiereductie of bewegingsdetectie. Gebruik D (Best Shot Selector). Gebruik een statief om de camera stevig neer te zetten (gebruik de zelfontspanner voor betere resultaten).
171, 174, 180 34 13 28 37, 49, 50 38 40, 46, 55 33 196 32, 95 40 23 36 193, 195 76 39
Problemen oplossen Probleem Foto’s die met flitslicht zijn gemaakt bevatten heldere vlekken.
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. De flitsstand wordt op W gezet (Uit).
• De flitsstand wordt op W gezet (Uit). • U hebt een onderwerpstand geselecteerd waarbij de flitser niet werkt. Flitser treedt niet in • Knipperdetectie is ingesteld op Aan voor de intelligente werking. portret-stand. • Een andere functie die nu wordt ingesteld, zorgt ervoor dat de flitser niet werkt.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
A
Oorzaak/Oplossing
• Uit is ingesteld op Digitale zoom in het setup-menu. • Digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende situaties. - De scherpstelstand is ingesteld op E (handmatig scherpstellen) - Als de onderwerpstand j (Nachtlandschap), e (Nachtportret), Autom. scènekeuzekn., Portret of Dierenportret is ingesteld - Als de intelligente portret-stand is geselecteerd - Wanneer Multi-shot 16 is geselecteerd voor continu. - Wanneer Onderwerp volgen is geselecteerd voor AFveldstand
36 36 45 68 104 197 42 46, 48, 49, 51, 59 65 77 96
Geen geluid wanneer de sluiter ontspant.
AF-hulpverlichting brandt niet.
• Uit is ingesteld op Sluitergeluid onder Geluidsinstellingenin het setup-menu. • Continu opname is geselecteerd. • Belichtingsbracketing is ingesteld in het opnamemenu. • Sport, Museum, Eenvoudig panorama in Panorama of Dierenportret is geselecteerd als opnamestand. • Aan is ingesteld op Glimlachtimer of Knipperdetectie voor de intelligente portret-stand. • Als de camera een film aan het opnemen is. • Blokkeer de luidspreker niet.
199 76 94 52, 57, 58, 59 67, 68 157 5
Uit is ingesteld op AF-hulplicht in het setup-menu. Zelfs als Automatisch is ingesteld, is het mogelijk dat de AFhulpverlichting niet gaat branden, afhankelijk van de positie 196 van het scherpstelveld of de opnamestand.
Foto’s zijn vlekkerig. Objectief is vuil. Reinig het objectief.
209
Kleuren zijn onnatuurlijk.
Witbalansinstelling of kleurinstelling komt niet overeen met lichtbron.
90
Ringvormige of regenboogkleurige strepen zijn zichtbaar op het scherm of in de opname.
Als een onderwerp van achter wordt verlicht of wanneer een opname wordt gemaakt met een extreem heldere lichtbron in beeld, zoals de zon, is het mogelijk dat ringvormige of – regenboogkleurige strepen verschijnen in het beeld. Verander de positie van de lichtbron of zorg dat deze buiten beeld valt en probeer nogmaals om de opname te maken.
Technische opmerkingen en index
Beeldformaat niet Een andere functie die nu wordt ingesteld, zorgt ervoor dat de 104 beschikbaar. Beeldformaat niet werkt.
225
Problemen oplossen Probleem Willekeurig verspreide pixels ('ruis') worden in het beeld weergegeven.
• • • Foto’s zijn te donker • (onderbelicht). • •
Foto’s zijn te licht (overbelicht).
A
Oorzaak/Oplossing Het onderwerp is donker, waardoor de sluitertijd te kort wordt of de ISO-waarde te hoog. • Gebruik de flitser. 36 • Een lagere ISO-waarde instellen. 92 • Activeer Ruisond. lange sluitertijd in het opnamemenu 102 om dit effect te corrigeren. De flitsstand wordt op W gezet (Uit). Flitsvenster is afgedekt. Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik. Pas belichtingscorrectie aan. Verhoog de ISO-waarde. Onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht. Activeer de flitser, stel o (Tegenlicht) in als onderwerpstand of zet de flitsstand op X (invulflits) in.
Pas belichtingscorrectie aan.
36 30 36 43 92 36, 50
43
In zeer uitzonderlijke gevallen is het mogelijk dat andere delen van de foto dan de delen met rode ogen worden gecorrigeerd Onverwachte resultaten wanneer als V (Auto met rode-ogenreductie) of de rodeflitser is ingesteld ogenreductie invulflits e (Nachtportret) wordt gebruikt voor 36, 49 op automatisch het maken van een flitsfoto. Zet de flitsinstelling op een andere met rodestand dan V (Auto met rode-ogenreductie), kies een ogenreductie. onderwerpstand anders dan e (Nachtportret) en maak vervolgens de opname. Technische opmerkingen en index
De resultaten van huid verzachten zijn niet zoals verwacht.
• Huid verzachten levert niet de gewenste resultaten op, afhankelijk van de opnamecondities. • Voor foto's met vier of meer gezichten, probeer huid verzachten in het weergavemenu.
Het opslaan van foto's kost tijd.
Het kan zelfs langer duren om foto's op te slaan in de volgende omstandigheden: • Als de geluidsreductiefunctie geactiveerd is • De flitsstand wordt op V (Auto met rode-ogenreductie). • Bij het maken van foto's in een van de volgende opnamestanden - Uit de hand in j (Nachtlandschap) - Uit de hand in e (Nachtportret) - HDR ingesteld op Aan in o (Tegenlicht) - Eenvoudig panorama in Panorama • Als huid verzachten wordt gebruikt tijdens de opname • Als Actieve D-Lighting wordt gebruikt tijdens de opname • Als Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps is geselecteerd voor continu
65 150
– 36 48 49 50 58 65 103 76
Instellen of gebruik onmogelijk van Een andere functie die nu wordt ingesteld, zorgt ervoor dat de Continu of 104 continu-instelling of Belichtingsbracketing niet werkt. Belichtingsbracketi ng. Gebruik onmogelijk Een andere functie die nu wordt ingesteld, zorgt ervoor dat van Beeld Beeld optimaliseren niet werkt. optimaliseren.
226
104
Problemen oplossen
Weergave Probleem
A
Oorzaak/Oplossing
Bestand kan niet worden weergegeven.
• Het bestand is overschreven of de naam is gewijzigd met de computer of een camera van een ander merk. • Intervalopnames aan het maken. • Films opgenomen op andere camera's dan de COOLPIX P500 kunnen niet worden afgespeeld.
Kan geen reeks afspelen.
• Foto's die in continu-stand zijn gemaakt met een andere – camera dan de COOLPIX P500 kunnen niet worden afgespeeld als een reeks. • Controleer de Reeksweergaveopties instelling. 145
Kan niet op beeld inzoomen.
• Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films, kleine – afbeeldingen of uitgesneden kopieën van 320 × 240 pixels of minder. – • Zoomweergave is mogelijkerwijs niet beschikbaar bij foto's die zijn gemaakt op een andere camera dan de COOLPIX P500.
Kan geen spraakmemo opnemen of weergeven.
168 • Spraakmemo’s kunnen niet worden toegevoegd aan films. 142 • Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan foto's die met camera's anders dan de COOLPIX P500 zijn gemaakt, terwijl het ook niet mogelijk is om spraakmemo's af te spelen die met een andere camera zijn gemaakt.
Foto's en films kunnen niet worden bewerkt.
• Bewerkingen anders dan zwarte rand zijn niet mogelijk als de foto’s zijn gemaakt met Beeldformaat van I 3984×2656, u 3968×2232, O 1920×1080 ofH 2992×2992. • Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama kunnen niet worden bewerkt • Bevestig de voorwaarden die nodig zijn voor bewerking. • Foto's gemaakt met andere camera's dan de COOLPIX P500 kunnen niet worden bewerkt.
– 79 157
– 146 –
• Videostand of HDMI is niet correct ingesteld in het TV- 201 instellingen setup-menu. • Kabels worden aangesloten op zowel de HDMI mini Beelden worden 171 connector als de USB/Audio video connector. niet weergegeven • Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats een andere op een televisie. 26 geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart om foto’s in het interne geheugen weer te geven. Albumpictogram men worden gereset naar de standaardpictogra mmen resp. foto's Data opgeslagen in het intern geheugen of op de geheugenkaart wordt niet weergegeven als deze is toegevoegd aan overschreven door een computer. albums kunnen niet worden weergegeven in Favoriete foto's stand.
Technische opmerkingen en index
84
–
227
Problemen oplossen Probleem
Nikon Transfer 2 wordt niet gestart wanneer de camera wordt aangesloten op een computer.
Technische opmerkingen en index
228
A
Oorzaak/Oplossing
• De gewenste foto is ingedeeld in een andere categorie dan momenteel wordt weergegeven. • Foto's opgeslagen op andere camera's dan de COOLPIX P500 en foto's die zijn gekopieerd met de Kopiëren optie kunnen niet worden weergegeven in de automatisch De opgeslagen sorteren stand. foto's worden niet • Foto's opgeslagen in het intern geheugen of op de weergegeven in geheugenkaart worden mogelijkerwijs niet correct automatisch weergegeven als deze zijn overschreven door een sorteren stand. computer. • Max. 999 foto's en films kunnen in totaal worden toegevoegd aan een categorie. Als de gewenste categorie al 999 foto's of films bevat, kunnen geen nieuwe foto's of films meer worden toegevoegd. • • • • •
Camera staat uit. Batterij is leeg. USB-kabel is niet correct aangesloten. Camera wordt niet herkend door de computer. Controleer of het besturingssysteem dat wordt gebruikt, compatibel is met de camera. • De computer is niet zodanig ingesteld dat Nikon Transfer 2 automatisch wordt gestart. Voor meer informatie over Nikon Transfer 2 raadpleegt u de help in ViewNX 2.
129 130
–
130
23 28 174 – 173 177
Het PictBridge opstartscherm wordt niet weergegeven als de camera is aangesloten op een printer.
Bij sommige PictBridge-compatibele printers wordt het PictBridge startvenster niet weergegeven en kunnen geen foto's worden afgedrukt als Automatisch is geselecteerd 202 voor Opladen via computer. Stel Opladen via computer in op Uit en sluit de camera weer aan op de printer.
De af te drukken foto’s worden niet weergegeven.
• Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats een andere geheugenkaart. • Verwijder de geheugenkaart om foto’s in het interne geheugen af te drukken.
26 26
Papierformaat kan niet worden gekozen vanuit de camera in de volgende gevallen, zelfs niet bij gebruik van PictBridge compatibele printers. Selecteer het papierformaat met de Kan het papierformaat niet printer. 181, 182 • Het via de camera gekozen papierformaat is niet selecteren in de compatibel met de printer. camera. – • Een printer die automatisch het papierformaat instelt, wordt gebruikt.
Specificaties Nikon COOLPIX P500 Digitale camera Type Effectieve pixels Beeldsensor Objectief Brandpuntsafstand f-getal Constructie Digitale zoom Vibratiereductie Autofocus (AF) Scherpstelbereik (afstand tot objectief)
Elektronische zoeker Beelddekking (opnamestand) Beelddekking (weergavestand) Monitor Beelddekking (opnamestand) Beelddekking (weergavestand) Opslag Media Bestandssysteem Bestandsindelingen
Technische opmerkingen en index
Selectie scherpstelveld
Digitale compactcamera 12,1 miljoen 1/2,3-inch, type CMOS; totaal aantal pixels: ca. 12,75 36× optische zoom, NIKKOR-objectief 4,0-144 mm (beeldhoek equivalent aan die van een 22,5-810 mm lens bij kleinbeeldformaat [135]) f/3,4-5,7 14 elementen in 9 groepen Max. 4× (beeldhoek equivalent aan die van een ong. 3.240 mm objectief in 35mm [135] formaat) Zowel beeldsensorverschuiving als elektronisch (foto's) Elektronisch (films) AF met contrastdetectie • Circa 50 cm tot ∞ groothoekzijde, circa 2,2 m tot ∞ (telestandzijde) • Macro close-upstand: Ca. 10 cm tot ∞ (als F groen brandt en de zoomaanduiding op de groothoekstand voor K staat) en van ca. 1 cm tot ∞ (met drie stappen van de maximale groothoekstand tot de telestand) Gezichtprioriteit, automatisch (automatische 9-velds selectie), centrum, handmatig met 99 scherpstelvelden, onderwerp volgen Kleuren LCD zoeker, 0,6 cm (0,24-in.) TFT LCD, ca. 23.000 beeldpunten, met oogcorrectie Circa 97% horizontaal en 97% verticaal (vergeleken met werkelijke beeld) Circa 100% horizontaal en 100% verticaal (vergeleken met werkelijke beeld) 7,5 cm/3-in., ca. 921.000 beeldpunten, TFT LCD met grote kijkhoek, anti-reflectiecoating en helderheidsaanpassing met 5 niveaus, max. 82 graden omlaag resp. max. 90 graden omhoog te klappen Circa 97% horizontaal en 97% verticaal (vergeleken met werkelijke beeld) Circa 100% horizontaal en 100% verticaal (vergeleken met werkelijke beeld) • Intern geheugen (circa 102 MB) • SD/SDHC/SDXC geheugenkaart DCF, Exif 2.3 en DPOF Foto’s: JPEG Geluidsbestand (spraakmemo): WAV Films: MOV (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: AAC stereo)
229
Specificaties
Beeldformaat (pixels).
• • • • • • • • • • • •
ISO-waarde (standaard uitvoergevoeligheid)
• ISO 160, 200, 400, 800, 1600, 3200 • Auto (automatische gevoeligheidsinstelling van ISO 160 tot 800) • Hoge ISO-waarde auto (ISO 160 tot 1600) • Vast bereik auto (ISO 160 tot 200, 160 tot 400)
12 M 8M 5M 3M 2M 1M PC VGA 3:2 16:9 (9M) 16:9 (2M) 1:1
4000×3000 3264×2448 2592×1944 2048×1536 1600×1200 1280×960 1024×768 640×480 3984×2656 3968×2232 1920×1080 2992×2992
Belichting Technische opmerkingen en index
230
Lichtmeting
Belichtingsregeling
256-segments matrixmeting, centrumgericht, spotmeting, spotmeting binnen AF-veld (met ondersteuning voor 99 scherpstelvelden) Geprogrammeerde automatische belichting met flexibel programma, sluitertijdvoorkeuze, diafragmavoorkeuze, handmatig, auto-bracketing, bewegingsdetectie, belichtingscorrectie (-2,0 tot +2,0 LW in stappen van 1/3 LW)
Specificaties Sluiter
Sluitertijd
In-/uitgang Ondersteunde talen
Voedingsbronnen
[Groothoek]: 0,5 tot 8,0 m [Tele]: 2,2 tot 4,5 m TTL auto flits met monitor voorflits Hi-Speed USB
Technische opmerkingen en index
Diafragma Bereik Zelfontspanner Ingebouwde flitser Bereik (circa) (ISO-gevoeligheid: Automatisch) Flitsinstelling Interface Gegevensoverdrachtp rotocol Video-uitgang HDMI output
Mechanische en CMOS elektronische sluiter Autostand, scènemodus • 1/1500 tot 2 s • 4 s (Vuurwerk onderwerpstand) j of k stand • 1/1500 tot 2 s • 1/1500 tot 1/2 s (wanneer ISO-waarde vast is ingesteld op 3200) l of m stand • 1/1500 tot 8 s (wanneer ISO-waarde vast is ingesteld op 160 of 200, wanneer ingesteld op ISO 160-200 in Vast bereik automatisch in l stand en wanneer ingesteld op Automatisch, Hoge ISO-waarde automatisch of Vast bereik automatisch in m stand) • 1/1500 tot 4 s (wanneer ISO-waarde vast is ingesteld op 400 of 800 en wanneer ingesteld op Automatisch of ISO 160-400 in wanneer Vast bereik automatisch in l stand) • 1/1500 tot 2 s (wanneer ISO-waarde vast is ingesteld op 1600 en wanneer ingesteld op Hoge ISO-waarde automatisch in l stand) • 1/1500 tot 1/2 s (wanneer ISO-waarde vast is ingesteld op 3200) Continu H • 1/4000 tot 1/125 s (Continu H: 120 bps) • 1/4000 tot 1/60 s (Continu H: 60 bps) Elektronisch geregeld 6-bladig irisdiafragma 9 stappen van 1/3 EV Tijden van 2 of 10 seconden kunnen worden geselecteerd
MTP, PTP Keuze tussen NTSC en PAL Er kan worden gekozen tussen Auto, 480p, 720p en 1.080i Audio/video output; digital I/O (USB); HDMI mini Connector (HDMI output) Arabisch, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Nederlands, Noors, Oekraïens, Pools, Portugees, Roemeens, Russisch, Spaans, Thais, Tsjechisch, Zweeds • Eén oplaadbare Li-ion batterij EN-EL5 (meegeleverd) • Lichtnetadapter EH-62A (apart verkrijgbaar)
231
Specificaties Oplaadtijd Gebruiksduur batterij (EN-EL5) Statiefaansluiting Afmetingen (B × H × D) Gewicht Gebruiksomstandigheden Temperatuur Luchtvochtigheid
Circa 115,5 × 83,7 × 102,5 mm (exclusief uitstekende delen) Circa 494 gram (zonder batterij en SD-geheugenkaart) 0 tot 40 °C 85% of lager (niet-condenserend)
Technische opmerkingen en index
• Tenzij anders wordt vermeld, hebben alle getallen betrekking op een camera met een volledig opgeladen oplaadbare Li-ion batterij EN-EL5 bij een omgevingstemperatuur van 25 °C. * Gebaseerd op de CIPA-standaarden (Camera and Imaging Products Association; Vereniging voor camera- en beeldvormingsproducten) waarmee de gebruiksduur voor camerabatterijen wordt gemeten. Gemeten bij 23 (±2) °C; zoom is aangepast bij elke opname, flitser is gebruikt om de andere opname, Beeldkwaliteit ingesteld op Normal, Beeldformaat ingesteld op F 4000×3000 De gebruiksduur van de batterij is afhankelijk van het opname-interval en de tijd dat menu’s en beelden worden weergegeven.
Oplaadbare Li-ionbatterij EN-EL5 Type Capaciteit Gebruikstemperatuur Afmetingen (B × H × D) Gewicht
Oplaadbare Li-ion batterij DC 3,7 V, 1100 mAh 0 tot 40 °C Circa 36 × 54 × 8 mm (exclusief uitstekende delen) Circa 30 gram (zonder afdekkapje)
Lichtnetlader EH-69P Invoer Uitvoer Gebruikstemperatuur Afmetingen (B × H × D) Gewicht
B 232
Ca. 4 uur en 50 min. (bij gebruik van de lichtnetlader EH-69P en volledig lege batterij) Foto's*: Circa 220 opnamen Films: Circa 1 u 20 min (HD 1080pP (1920×1080)) 1/4 (ISO 1222)
AC 100 - 240 V, 50/60 Hz, 0,068 tot 0,042 A max. DC 5,0 V, 550 mA 0 tot 40 °C Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief plugadapter) Ca. 55 g (exclusief plugadapter)
Specificaties
• Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding. • Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Specificaties
Ondersteunde standaards • DCF: DCF (Design Rule for Camera File System(Ontwerpnormen voor camerabestandssystemen)) is een algemeen erkende standaard voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt gewaarborgd. • DPOF: DPOF (Digital Print Order Format (Digitaal afdrukformaat voor digitale camera’s)) is een industriestandaard die het mogelijk maakt foto’s af te drukken op basis van een afdrukopdracht die is opgeslagen op de geheugenkaart. • Exif versie 2.3: Deze camera ondersteunt Exif (Exchangeable Image File Format for Digital Still Cameras (uitwisselbaar beeldbestandformaat voor digitale fotocamera’s)) versie 2.3, een standaard die het mogelijk maakt gegevens bij foto's op te slaan. Deze gegevens leveren een optimale kleurreproductie op bij afdrukken met Exif-compatibele printers. • PictBridge: Een standaard die is ontwikkeld in samenwerking met fabrikanten van digitale camera’s en printers en die het mogelijk maakt foto’s rechtstreeks vanuit de camera naar een printer te sturen zonder de camera op een computer aan te sluiten. Technische opmerkingen en index
233
Index Symbolen
Technische opmerkingen en index
R 64 X Activeringsknop flitser 37 A Auto-stand 28 o Belichtingscorrectie 43 V Continu-opnamestand knop 59, 77 l Diafragmavoorkeuze auto-stand 69, 73 s (Display) knop 17 b (e Filmopname) knop 157 X Flitsstand 36 j Geprogrammeerd automatisch 69, 71 f Groothoek 31 m Handmatig 69, 74 F Intelligente portretstand 65, 67 d Menu-knop 13 h Miniatuurweergave 115 x Monitorknop 16 j Nachtlandschap 48 e Nachtportret 49 y Onderwerpstand 45 p Scherpstelstand 41 k (Selectie toepassen) knop 12 k Sluitertijdvoorkeuze auto 69, 72 R Tegenlicht 50 g Tele 31 M (User setting (Gebruikersinstelling)) 108 c (Weergave)-knop 34 c Weergavestand 34 l Wissen knop 143, 170, 35 c Witbalans 90 n Zelfontspanner 39 i Zoomweergave 118 .JPG 215 .MOV 215 .WAV 215
A
234
Aanduiding batterijniveau 28 Aanduiding intern geheugen 29 Aantal resterende opnamen 28 Aantal resterende opnames 85 Actieve D-Lighting 103 Afdrukopdracht 135 AF-hulplicht 4, 196 AF-veldstand 95
Album 127 Audio/video-in jack 171 Audio/video-kabel 171 Auto 36 Auto stand 28 Autofocus 41, 101, 166 Autofocus-stand 101, 166 Automatisch sorteren-menu 131 Automatisch sorteren-stand 129 Automatisch uit 199 Automatische scènekeuzeknop x 46 AV-kabel 171, 213
B Batterij 18, 20, 213 Batterijlader 22, 213 Beeld draaien 141 Beeld optimaliseren 87 Beeld verbergen 141 Beeldformaat 84 Beeldkwaliteit 83 Belichting 70 Belichtingsbracketing 94 Belichtingscorrectie 43 Belichtingsstand 69 Best Shot Selector 76 Best.nr. terugzetten 202 Bestandsnaam 215 Beveiligen 139 Bewegingsdetectie 195 Bijsnijden 156 BSS 76
C Close-up k 55 Computer 173 Continu 76 Continu H: 120 bps 76 Continu H: 60 bps 76 Contrast 88
D Datum afdrukken 136 Datum en tijd 24, 188 Datumsorteerstand 132 Datumstempel 192 Deksel batterijvak/kaartsleuf 18, 26
Index Diafragmavoorkeuze auto-stand 73 Diafragmawaarde 70 Diashow 138 Digitale zoom 31, 197 D-Lighting 149 DPOF-printen 184 DSCN 215
E Eenvoudig panorama 58, 60 Eigen 88 Elektronische VR 167 Enkelvoudig 76 Extensie 215
F
G Gebruikersinstelling 108 Geheugen formatteren 200 Geheugencapaciteit 28 Geheugenkaart 26, 214 Geheugenkaart formatteren 200 Geluidsinstellingen 199 Geprogrammeerd automatisch 71
H Half indrukken 15 Handmatig 74 Handmatig instellen 91 Handmatig scherpstellen 40, 42 HDMI 171, 201 HDMI-mini-aansluiting 171 Helderheid monitor 191 Histogr. weerg./verberg. 17, 191 Hoofdschakelaar 23, 24, 28 Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje 23 HS film 160, 161, 165 HS filmopties 165 Huid verzachten 67, 150
I Identificatie 215 Instelschijf 11 Intelligente portretstand 65, 67 Intern geheugen 26 Intervalfotografie 77, 79 Invulflits 36 ISO-waarde 92
K Kaartsleuf 26 Kalender weergeven 117 Keuzeknop 44 Kies hoofdfoto 145 Kleine afbeelding 154 Knipperdetectie 68 Knipperwaarschuwing 203 Knopgeluid 199 Kopiëren 144
Technische opmerkingen en index
Favoriete foto's 122 Filmduur 166 Filmmenu 163 Filmopties 164 Films afspelen 168 Films bewerken 169 Films opnemen 157 Filtereffecten 152 Firmware-versie 208 Flitsbelichtingcorrectie 101 Flitseraanduiding 38 Flitsstand 36 Formatteer de geheugenkaart. 27, 200 Formatteren 27, 200 Foto kopiëren 144 Foto's selecteren 168 Foto’s selecteren 140 Fotobewerking 146 Fotograferen met gezichtprioriteit 97 FSCN 215 Functies die niet tegelijk kunnen worden toegepast 104
Geregistreerde instellingen resetten 110 Gezichtprioriteit 95 Glimlachtimer 67 Groothoek 31
L Laadlampje 178 Lader 213 Landschap c 51 Lange sluitertijd 36 Lichtmeting 93 Lichtnetadapter 213
235
Index Lichtnetlader 20, 213 Lithium-ion type batterij 18, 20, 213
M Macro close-up 40 Mapnaam 215 Menu favoriete foto's 126 Microfoon 142, 157 Miniatuurweergave 115 Minimum sluitertijd 92 Monitor 6, 8, 211 Monitorinstellingen 191 Multi-selector 12 Multi-shot 16 77 Museum l 57
N Nachtlandschap j 48 Nachtportret e 49 Nikon Transfer 2 173, 174
O Technische opmerkingen en index
Objectief 211, 229 Objectiefdop 7 Onderwerp volgen 96, 99 Onderwerpstand 45 Oneindig 40 Ontspanknop 32 Oogcorrectie 30 Oogje voor camerariem 7 Openen met HS materiaal 165 Oplaadbare batterij 213 Oplaadbare Li-ionbatterij 18, 213 Opladen via de computer 202 Opname 28, 44, 157 Opname-informatie 17 Opnamemenu 81 Optionele accessoires 213 Optische zoom 31
P Panorama assist 58, 63 Panorama Maker 5 173, 177 Panorama p 58 Papierformaat 181, 182 Party/binnen f 52 PictBridge 179
236
Portret b 51 Portret van huisdier O 59 Printen 179, 181, 182 Printer 179
R Raster weerg./verberg. 191 Reeks 113 Reeksweergaveopties 145 Regeling HDMI-apparaat 201 Registreer de gebruikinstellingen 109 Rode-ogenreductie 36, 196 RSCN 215 Ruisonderdrukking lange sluitertijd 102
S Schemering/dageraad i 54 Schermvullende weergave 34, 111 Scherpstelling 15, 32, 95, 101 Scherpstelstand 40 Scherpstelveld 32, 95 Scherpstelvergrendeling 33 Setup-menu 185 Slow motion movies opnemen 160 Sluitergeluid 199 Sluitertijd 70 Sluitertijdvoorkeuze auto-stand 72 Sneeuw z 53 Snel retoucheren 148 Sport d 52 Spraakmemo 142 SSCN 215 Standaardwaarden 205 Strand Z 53 Synchronisatie op het tweede gordijn 36
T Taal/Language 201 Tegenlicht R 50 Tele 31 Televisie 171 Tijdsverschillen 190 Tijdzone 190 Tijdzone en datum 24, 188 Tv-instellingen 201
Index
U Uit 36 Uitsnede 169 USB/Audio video connector 171, 180 USB/AV-uit-aansluiting 173, 174 USB-kabel 174, 180, 213
V Verscherping 88 Verwijderen uit favoriete foto's 125 Verzadiging 88 Vibratiereductie 193 Video-uitgang 201 ViewNX 2 173 Voedsel u 56 Volume 168 Vooropnamecache 76 Vuurwerk m 57
W
Z Zelfontspanner 39 Zelfontspannerlampje 39 Zijzoomknop toewijzen 198 Zoeker 16, 30 Zomertijd 24, 189 Zonsondergang h 53 Zoom 31 Zoomknop 31 Zoomweergave 118 Zwarte rand 155 Zwart-wit kopie n 57
Technische opmerkingen en index
Weergave 34, 111, 115, 117, 118, 143, 168 Weergavemenu 134 Weergavestand favoriete foto's 122 Weergavestandmenu 120 Welkomstscherm 187 Windgeluidreductie 167 Wisselen tussen de tabs 13 Wissen 35, 143, 170 Witbalans 90
237
Niets uit deze handleiding mag geheel of gedeeltelijk, in welke vorm dan ook (behalve via korte citaten in productbesprekingen of recensies), worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
FX1D03(1F) © © 2011 2011 Nikon NikonCorporation Corporation
6MM0031F-03