Algemeen gedeelte Het eindexamen bestaat tegenwoordig uit twee soorten examens: - het schoolexamen, afgekort SE - het centraal examen, afgekort CE Het centraal examen is een landelijk examen en dat doe je aan het eind van het 4 e schooljaar in april, mei en juni. Het schoolexamen begint zodra je in de 3e klas zit! Er zijn vakken waarin je alleen een schoolexamen doet en vakken waarin je zowel een schoolexamen als een centraal examen doet. Schoolexamen Alle informatie die je nodig hebt voor je schoolexamen staat in het Plan van Toetsing en Afsluiting, afgekort het PTA. Het PTA begint met het examenreglement. Deze regels gelden zowel voor het SE als voor het CE Het volledige examenreglement kun je vinden op http://csg.nl/regelingen/examenreglement De reglementen die voor jullie het belangrijkste zijn, staan hieronder: Art. 4
Enkele bepalingen m.b.t. het schoolexamen 1. De vestigingsdirecteur verstrekt de kandidaten vóór 1 oktober het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting. 2. Het schoolexamen kan plaatsvinden gedurende het curriculum van de 2e fase vwo/havo resp. het 3e en 4e leerjaar vmbo. 3. Schriftelijke toetsen worden na correctie ter inzage gegeven aan de kandidaten. 4. Het gecorrigeerde werk, de beoordelingsnormen en de toegekende cijfers worden door de examinator bewaard tot 1 januari van het jaar volgend op het jaar van het centraal examen. De school kan er ook voor kiezen het gecorrigeerde werk na kennisname door de leerling niet te bewaren. In dat geval dient de leerling en bij minderjarigheid ook een der ouders, door ondertekening van het toegekende cijfer te verklaren het vermelde cijfer voor correct te houden. De alsdan te hanteren procedure dient in het schoolexamenreglement te worden vastgelegd. 5. Over de vaststelling van de cijfers: 1) Voor de becijfering van de toetsen kunnen alle getallen met één decimaal van 1,0 tot en met 10 worden gebruikt. Het eindcijfer van het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de proeven van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. De wegingsfactor wordt per vak en per proef aangegeven in het PTA. 2) Indien een kandidaat in een vak door twee of meer docenten is geëxamineerd bepalen deze leraren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen. 3) Indien een gemiddelde, als bedoeld in lid 1 of lid 2, een cijfer met twee of meer decimalen is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal met dien verstande dat deze decimaal met 1 wordt verhoogd indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. 4) De examinator geeft de kandidaat inzage in de normen die bij het bepalen van het cijfer voor de afgelegde proeven door hem zijn gehanteerd. 6. De leerlingen worden tot een jaarlijks door de vestigingsdirecteur vast te stellen datum in de gelegenheid gesteld onvolkomenheden in de berekening of de vermelding van het cijfer SE bij de vestigingsdirecteur te melden. Deze doet vervolgens de betrokken examinator het juiste cijfer vaststellen.
Art. 5c Afwezigheid of te laat komen of te laat inleveren van werk bij het schoolexamen (SE) 1. Bij afwezigheid van de kandidaat bij een zitting van het SE kan sprake zijn van verhindering om een geldige reden dan wel van niet gewettigde afwezigheid. Zulks staat ter beoordeling van de vestigingsdirecteur. 2. Na afwezigheid van de kandidaat ontvangt de vestigingsdirecteur daartoe ten spoedigste een bij meerderjarigheid door de kandidaat en bij minderjarigheid van de kandidaat een door een der ouders c.q. verzorgers ondertekende verklaring, waarin de oorzaak van de afwezigheid is vermeld. 3. Niet gewettigde afwezigheid wordt als onregelmatigheid aangemerkt, waartegen de vestigingsdirecteur maatregelen kan nemen (zie het artikel “Maatregelen tegen onregelmatigheden”). 4. Voor werkstukken – daaronder tevens te verstaan boekverslagen, meetrapporten, leesdossiers, etc. – worden data in het PTA vastgesteld, waarop deze bij de examinator moeten zijn ingeleverd. Ook presentaties in de klas dienen op de daartoe vastgestelde datum te worden geleverd. Blijft de kandidaat in gebreke, dan wordt zulks als onregelmatigheid aangemerkt, waartegen de vestigingsdirecteur maatregelen kan nemen (zie het artikel “Maatregelen tegen onregelmatigheden”). 5. Indien de afwezigheid om geldige reden heeft plaatsgehad zal de kandidaat de gemiste proef later alsnog afleggen. De schoolbijlage kan omtrent het tijdstip in dezen nadere aanwijzingen bevatten. 6. Een kandidaat die voor een zitting van het SE te laat komt mag tot uiterlijk een halfuur na de aanvang van de zitting worden toegelaten. Indien de kandidaat na genoemd halfuur zich afmeldt voor de zitting, dan wordt hij niet meer toegelaten en geldt hij als afwezig. Voor hem gelden dan de leden 1, 2, 3 en 5 van dit artikel van overeenkomstige toepassing. Art. 6
Onregelmatigheid tijdens de zittingen van het examen Het zich niet houden door de kandidaat aan de regels die gelden voor de gang van zaken tijdens het school- of centraal examen, zoals vastgelegd in dit examenreglement en/of het school-examenreglement, wordt aangemerkt als een onregelmatigheid waartegen de vestigingsdirecteur overeenkomstig art. 8 van dit reglement maatregelen kan nemen.
Art. 7
Bedrog Indien de kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het examen aan bedrog schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de vestigingsdirecteur tegen deze onregelmatigheid overeenkomstig art. 8 maatregelen nemen.
Art. 8
Maatregelen tegen onregelmatigheden 1. De maatregelen als bedoeld in art. 5c lid 3 en 4 en art. 7, die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het SE of het CE b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer onderdelen van het SE of CE. c) het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het SE of CE. d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de vestigingsdirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het CE legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het CE, dan wel ten overstaan van de Staatsexamencommissie. e) het waarderen van een opdracht met de termen “niet naar behoren” of “onvoldoende”. 2. De maatregel(en) worden door de vestigingsdirecteur genomen. Hij hoort alvorens een beslissing te nemen de kandidaat die zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige kan laten bijstaan. De vestigingsdirecteur deelt zijn beslissing aan de
kandidaat mee, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk onder vermelding van de mogelijkheid tegen zijn beslissing in beroep te gaan. De inspectie ontvangt eveneens een afschrift. 3. In geval van minderjarigheid wordt een afschrift van de beslissing gezonden aan ouders, verzorgers of voogden. Art. 9a Beroep op de vestigingsdirecteur of op de door hem aangewezen functionaris 1. Indien een kandidaat meent dat zijn prestaties geleverd bij een proef voor het SE door een leraar onjuist zijn beoordeeld, dan kan hij daartegen binnen drie dagen na het hem bekend worden van het cijfer, in beroep gaan bij de vestigingsdirecteur, dan wel op een daartoe door de vestigingsdirecteur aangewezen functionaris zoals vermeld in het school-examenreglement (bijlage bij het CSG-examenreglement). 2. Indien een kandidaat meent dat een examinator niet overeenkomstig art. 3, lid 4 heeft gehandeld, dan kan hij daartegen uiterlijk binnen drie dagen na het hem bekend worden van het cijfer in beroep gaan bij de vestigingsdirecteur, dan wel op een daartoe door de vestigingsdirecteur aangewezen functionaris zoals vermeld in het school-examenreglement (bijlage bij het CSG-examenreglement). 1 3. De directeur dan wel de aangewezen functionaris deelt hem zijn beslissing schriftelijk mee binnen twee weken na het beroep tenzij de termijn met redenen omkleed met ten hoogste twee weken is verlengd. Art. 10 Mogelijkheden tot beroep 1. De kandidaat kan tegen de beslissing van de vestigingsdirecteur dan wel de aangewezen functionaris, vanwege kwesties onder art. 8 of 9 in beroep gaan bij de commissie van beroep. 2. De commissie van beroep bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangende leden. De namen van de leden zijn: a. de directeur/bestuurder b. een lid namens de ouders c. een lid namens het personeel De leden en plaatsvervangende leden worden benoemd door het bevoegd gezag. Voor de leden van de commissie namens de ouders (niet zijnde een personeelslid van de CSG) geldt een adviesrecht van de oudergeleding van de MR. Voor de leden van de commissie namens de docenten geldt een adviesrecht van de personeelsgeleding van de MR. De directeur/bestuurder kan bij afwezigheid worden vervangen door een lid van de CSG-directie niet zijnde betrokken bij het beroep. De zitting wordt vastgelegd door de secretaresse van de directeur/bestuurder. 3. Het beroep wordt binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep ingesteld. Het adres is: Bestuursbureau CSG, Eenrumermaar 4, 9703 LR Groningen. De commissie stelt de vestigingsdirecteur op de hoogte van het feit dat er beroep is aangetekend, stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo- nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen, onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, de vestigingsdirecteur en aan de inspectie. 4. Beroep bij de vestigingsdirecteur of de aangewezen functionaris of de commissie van beroep is niet mogelijk na afsluiting van het schoolexamen tenzij de kandidaat en bij minderjarigheid zijn ouders of verzorgers schriftelijk verklaren het CE in het onderhavige vak uit te stellen tot het tweede tijdvak. 1
Mocht de kandidaat het beoordeelde werk ter inzage krijgen, nadat hem het cijfer is meegedeeld, dan geldt de termijn van drie dagen vanaf de ter inzage legging.
De commissie van beroep hoort de betrokken vestigingsdirecteur, de kandidaat in kwestie en, indien van toepassing, de betrokken docent alvorens tot een beslissing te komen. De kandidaat kan zich door een derde laten vergezellen. De beslissing wordt door de commissie van beroep binnen twee weken op het beroep genomen tenzij de termijn met redenen omkleed met ten hoogste twee weken is verlengd. De beslissing wordt, met redenen omkleed, schriftelijk meegedeeld aan de leerling, de ouders of verzorgers in geval van minderjarigheid van de leerling en de betrokken docent of docenten. Slotbepalingen Art. 11 Het SE wordt voor de aanvang van het eerste tijdvak van het CE afgesloten. In het school-examenreglement kunnen nadere aanwijzingen zijn opgenomen. Art. 12 Onvoorziene omstandigheden In gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag deelt de beslissing zo spoedig mogelijk mee aan de betrokkenen en aan de Inspectie.
Hoofdstuk 2 Programma van toetsing en afsluiting (PTA) Na het examenreglement dat zowel geldt voor het SE als het CE kijken we nu verder naar het schoolexamen. In het PTA staat per vak en per leerweg wat je in de komende jaar voor elk vak moet doen om je schoolexamen goed af te ronden. In het VMBO zijn vier leerwegen: - de theoretische leerweg (TL) - de gemengde leerweg (GL) - de kaderberoepsgerichte leerweg (KL) - de basisberoepsgerichte leerweg (BL) Leerlingen aan onze school kunnen kiezen voor de sector: * dienstverlening en commercie (DC) of * technologie en commercie (TC) Hieronder zie je voor welk vak je welk examen moet doen: Sector
Leerweg
Vakken
SE en/of CE
Nederlands
SE en CE
Engels
SE en CE
TECHNOLOGIE
Basisberoepsgerichte en
Wiskunde
SE en CE
EN
Kaderberoepsgerichte
Economie
SE en CE
COMMERCIE
Leerweg
Technologie en commercie
CSPE
KV1 *
SE
Lichamelijke opvoeding *
SE
Maatschappijleer 1 **
SE
Sector
Vakken
SE en/of CE
Nederlands
SE en CE
Engels
SE en CE
DIENSTVERLENING Basisberoepsgerichte en
Economie
SE en CE
EN
Kaderberoepsgerichte
Biologie of wiskunde
SE en CE
COMMERCIE
Leerweg
Dienstverlening en commercie KV1 *
CSPE
Lichamelijke opvoeding *
SE
Maatschappijleer 1 **
SE
Leerweg
SE
KV1 (kunstvakken 1) moet in klas 3 met een voldoende/goed worden afgesloten om toegelaten te worden tot het examen. Lichamelijke opvoeding moet in klas 4 met een voldoende/goed worden afgesloten om toegelaten te worden tot het examen. Het eindcijfer van het SE maatschappijleer (afgesloten in klas 4) telt mee in de slaag/zak regeling. Vanaf het schooljaar 2015-2016 maakt de rekentoets deel uit van het eindexamen VO. Het cijfer voor de rekentoets weegt mee in de uitslagregel. Het cijfer voor de beroepsgerichte vakken telt bij BL en KL als twee cijfers mee.
TOETSEN Je krijgt allerlei toetsen en opdrachten die meetellen voor je examen. Je kunt ze allemaal terugvinden in het vakinhoudelijke deel van het PTA. Wat voor toetsen zijn er: - Schriftelijke of mondelinge toetsen - Praktische opdrachten - Handelingsdelen Wat zijn handelingsdelen? Bij handelingsdelen wordt beoordeeld of de opdrachten naar behoren zijn uitgevoerd. In het verslag van een leerling met een handelingsopdracht blijkt dat er aandacht besteed is aan de ervaring met de opdracht. Het is voor iedere leerling verplicht om deel te nemen aan een (vakoverstijgende) handelingsopdracht in oriëntatie op leren en werken. Handelingsopdrachten kunnen heel verschillend zijn van vorm en inhoud. Voorbeelden zijn: een bezoek aan een bedrijf en de reactie daarop, een stage in een bedrijf, een (vak)beurs bezoeken. Om toegelaten te worden tot het centraal examen moeten de handelingsopdrachten, die in het schoolexamen zijn opgenomen, naar behoren, dat wil zeggen voldoende zijn uitgevoerd.
AFWEZIGHEID/ABSENTIE Voor de toetsen op school geldt hetzelfde examenreglement als voor het centraal examen: Geldige reden Als je niet aanwezig kunt zijn bij een toets omdat je ziek bent of om een andere geldige reden, moet je altijd door je ouder/verzorger bij school afgemeld zijn. Je maakt dan met de docent een afspraak om de gemiste toets alsnog in te halen. Geen geldige reden Als je niet bent afgemeld door je ouder/verzorger voor een toets wil dat zeggen dat je ongeoorloofd afwezig bent geweest.
De vestigingsdirecteur kan dan maatregelen nemen, zie artikel 8 van het CSG regelement. Te laat inleveren Voor een aantal vakken moeten er praktische opdrachten, leesverslagen enz. gemaakt worden. Je hoort van de docenten ruim van tevoren wanneer je deze opdrachten en verslagen moet inleveren. Als je deze verslagen niet op tijd inlevert en dus iedere prestatie ontbreekt, zal de vestigingsdirecteur maatregelen nemen, zie artikel 8 van het CSG regelement. DE BEPALING VAN DE UITSLAG Als het eindexamen is voltooid, alle zittingen van het centraal examen zijn bijgewoond en dus voor alle vakken het eindcijfer is bepaald, kan de uitslag bepaald worden. De kandidaat die een diploma wil behalen, mag in alle gevallen tot op bepaalde hoogte onvoldoendes met voldoendes compenseren. (zie Eindexamenbesluit artikel 49.1 en 49.3) Wanneer ben je geslaagd? 1. Als je voor één van de examenvakken het eindcijfer 5 hebt gehaald en voor alle andere examenvakken een 6 of hoger. 2. Als je voor één van de examenvakken het eindcijfer 4 hebt gehaald en voor de andere examenvak ken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger. 3. Als je voor twee van de examenvakken het eindcijfer 5 hebt gehaald en voor de overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één cijfer een 7 of hoger is. Bij de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg telt het cijfer voor het beroepsgerichte programma mee als twee eindcijfers. 4. Als het gemiddelde op alle examenvakken (CE cijfers) tenminste 5.5 is. 5. Als je KV1 en LO met een voldoende hebt afgesloten. 6. Vanaf het schooljaar 2015-2016 maakt de rekentoets deel uit van het eindexamen VO. Dit betekent dat de vmbo-leerlingen één 5 mogen hebben voor Nederlands of de rekentoets, waarbij het andere cijfer ten minste een 6 moet zijn. Herkansing schoolexamen Van de toetsen uit het schoolexamen mogen er 2 cijfers per vak, per leerweg, per examenjaar worden herkanst vóór 18 juni 3e leerjaar en voor 1 april 4e leerjaar (van praktijktoetsen eventueel onderdelen dit ter beoordeling van de docent)
Herkansingsregeling digitale examens Voor herkansingen van eindexamens geldt bij de digitale examens dat een leerling het recht heeft om het digitale eindexamen van één algemeen vak eenmaal te herkansen. Daarnaast heeft de leerling het recht om het CSPE van het beroepsgerichte vak te herkansen. Bij het CSPE kunnen onderdelen herkanst worden, dit ter beoordeling van de examencommissie. De leerling heeft bij een onvoldoende op de rekentoets recht op 1 extra herkansing. In maart/april wordt aan leerlingen het ‘Examenboekje voor leerlingen’ uitgereikt waarin alle informatie staat over het examen.