Deze bijscholing mondzorg is bedoeld voor zowel verzorgenden als verpleegkundigen.
1
Volgende onderdelen worden in deze bijscholing behandeld:
Er bestaat een verband tussen de algemene gezondheid van een individu en zijn of haar mondgezondheid. Er bestaat ook een verband tussen de mondgezondheid en de algemene gezondheid van een individu. Dit is vooral belangrijk bij kwetsbare ouderen omdat ze meestal meerdere aandoeningen tegelijk hebben die allen invloed kunnen hebben op het dagelijks functioneren.
Als iemand aan diabetes mellitus =suikerziekte lijdt kan een eventuele ontsteking in de mond erger en moeilijker te genezen zijn dan bij een gezond mens. Heel wat mondproblemen ontstaan door een slechte of niet goed geregelde diabetes (suikerziekte). De wondgenezing is gestoord: slijmvliesletsels. De mondzorg bij een goed gereguleerde diabetes vraagt geen extra maatregelen
Schadelijke bacteriën uit de mondholte kunnen een longontsteking veroorzaken. Vb bij verslikken kan voedsel dat in aanraking is gekomen met schadelijke bacterieën in de pharynx, luchtpijp of longen terecht komen. Dit kan aanleiding geven tot een longontsteking. Vooral bij mensen met slikproblemen als gevolg van een CVA of andere neurologische ziekten zoals bv de ziekte van Parkinson. Parodontitis kan aanleiding geven tot het ontstaan van cardiovasculaire ziekten zoals een CVA en hartaandoeningen (hartinfarct, endocarditis).
Volgende onderdelen worden in deze bijscholing behandeld:
Kenmerken van gezonde mond
Een gezonde tand bestaat uit verschillende onderdelen: tandwortel en tandkroon. Ongeveer twee derden van de tand (wortel) is niet zichtbaar en zit in het kaakbeen bedekt met tandvlees. De kroon bestaat uit tandbeen, glazuur en kroonpulpa. De wortel bestaat uit wortelcement, tandbeen en wortelpulpa. Pulpa bevat bloedvaten en zenuwweefsel. Glazuur biedt meer weerstand tegen tandbederf dan wortelcement wortelcement. Vooral de overgang kroonglazuur naar wortelcement (tandhals) is gevoelig voor tandbederf.
Veel voorkomende mondproblemen bij ouderen.
Tandbederf, ontstoken tandvlees en kaakbot ontstaan door opstapeling van plaque. Plaque ontstaat als je onvoldoende poetst. Plaque is een plakkerig wit laagje dat zich op de tanden, slijmvliezen en de tong vormt. Op de tanden ontstaat plaque vooral aan de tandvleesrand. Plaque q bestaat uit voedselresten en mondbacteriën. Bij inname van voedsel en drank (koolhydraten, suikers) worden deze koolhydraten en suikers door de bacteriën omgezet in zuren. Deze zuren lossen het glazuur en wortelcement op met tandbederf alsgevolg.
Een ander woord voor tandbederf is cariës. Tandbederf ontstaat o.a door plaque die achter blijft in de mond. Beeld links: tandbederf bijna tot aan de tandpulpa (a) Beeld midden: Uitgebreid tandbederf tot aan tandpulpa (b) met ontsteking in het kaakbot (c). Dia rechts toont verschillende stadia van het ontstaan van tandbederf. 1. Beginnende g ontkalking g ((demineralisatie), ), 2. reeds witte vlek ((white spot) p ) 3;; bruine vlek (browny spot) 4. verlies van weefsel (oppervlakkige cavitatie) 5. meer verlies van weefsel (diepere cavitatie) 6. kroonverlies)
Tanden met zeer veel plaque (1) Wortelresten: de kroon van de tand is weg door tandbederf (2) Aandacht: Twee derden van beide tanden (2) bevindt zich nog in het kaakbeen
Een ander woord voor gingivitis is ontstoken tandvlees. De ruimte rond de tand en tussen de tand en het tandvlees raakt ontstoken door niet weggepoetste plaque. Beeld links: gezonde situatie; beeld rechts: 1:plaque 2:ontstoken tandvlees (rood, gezwollen, gemakkelijk bloedend)
Ontstoken tandvlees kan gemakkelijk bloeden bij tandenpoetsen, flossen maar ook bij het eten (oa. van een appel).
14
Ontstoken tandvlees is rood en gezwollen. Ontstoken tandvlees bloedt gemakkelijk: spontaan of bij aanraking door voedsel of tandenborstel Ontstoken tandvlees kan ook pijnlijk zijn. Merk ook op dat er plaque aanwezig is aan de rand van de tanden
Het parodontium omvat het steunweefsel waarin de tand zicht bevindt: het kaakbeen, tandvlees en parodontaal ligament bestaande uit vezels die de tand vasthouden in de het kaakbot. Wanneer het ontstekingsproces van het tandvlees (gingivitis) (1) niet wordt gestopt raakt ook het parodontium ontstoken. Men spreekt dan van parodontitis. Niet alleen het tandvlees is dan ontstoken maar ook het onderliggende bot Het kaakbot gaat door de ontstekingsprocessen wegkwijnen (2) bot. Omdat het bot door het ontstekingsproces afneemt verliest de tand zijn houvast (3). Uiteindelijk kan een gezonde tand dan uitvallen.
Bij een gevorderde parodontitis lijkt het alsof de tanden langer zijn geworden. (1) De wortel is ongeveer 4 mm bloot gekomen. (2) Andere foto
Een tandheelkundig meetinstrument (parosonde)(1) zakt meer dan 7 mm tussen het ontstoken kaakbot en de tand die bedekt is door opgezwollen tandvlees. Het tandvlees is op verschillende plaatsen teruggetrokken. De wortels van de tanden zijn hierdoor bloot komen te liggen (2)
Wanneer plaque (1) niet voldoende wordt verwijderd gaat plaque verkalken en ontstaat er uit plaque tandsteen, dat niet meer weg te poetsen is. Het tandvlees is ontstoken.
Plaque is soms moeilijk te herkennen in de mond. Het is een wit/gelige afschraapbare laag. Plaque kan echter ook zichtbaar worden gemaakt door middel van kleurstof (rood, groen, blauw). In het linker beeld gebeurde dit door middel van het kauwen op een tabletje dat rode kleurstof bevat die plaque kleurt. (2) Plaque werd afgeschraapt door middel van een sonde.
Hier wordt plaque gekleurd door inwrijven met een rode kleurstof.
Plaque kan zich ook op de tongrug vormen.
De meest voorkomende aandoeningen of problemen van de mondslijmvliezen zijn: Een drukplek tgv een gebitsprothese Ontstoken mondhoeken of scheurmond of perlèche genoemd Schimmelinfectie of candida Koortsblaren
Wanneer een gebitsprothese niet meer goed past kan de gebitsprothese op bepaalde zones te veel gaan drukken. Hierdoor kan het slijmvlies kapot gaan en ontsteken met zwelling waardoor de gebitsprothese nog meer gaat drukken. Dit kan zeer pijnlijk zijn.
Kloven in de mondhoeken noemt men rhagaden. Deze kunnen veroorzaakt worden door Vitamine of ijzergebrek of een onvoldoende aangepaste gebitsprothese. Deze gebitsprothese is onvoldoende hoog. Men spreekt van onvoldoende beethoogte. Men treft dit ook aan bij ouderen die geen onder gebitsprothese dragen.
Scheurmond of perlèche of cheilitis angularis ontstaat door ophoping van speeksel in de mondhoeken. Hierdoor ontstaat een ontsteking van de huid die niet zelden gepaard gaat met schimmelinfectie (candida). Dit gaat meestal gepaard met een schimmelinfectie.
Een schimmelinfectie ofwel Candida infectie ontstaat door een verlaagde weerstand samen met een slechte mondverzorging. Dit is een extreem voorbeeld. In de meeste gevallen is het niet zo duidelijk te zien.
Volgende onderdelen worden in deze bijscholing behandeld:
Goede dagelijkse mondverzorging (poetsen van natuurlijke tanden en gebitsprothesen) en een regelmatige gebitscontrole bij de tandarts Is noodzakelijk voor een goede mondgezondheid= een gezonde mond.
Goede mondverzorging bestaat uit de volgende stappen. Als je mondverzorging uitvoert bij ouderen draag dan steeds handschoenen.
Draag altijd handschoenen bij het geven van mondverzorging. Als bescherming van jezelf maar ook om de bewoner te beschermen.
Een goede poetsmethode is de methode waarbij de borstelharen in een hoek van 45 graden schuin op de overgang van het tandvlees naar de tand worden gezet. Dan wordt met de tandenborstel een masserende beweging gemaakt door korte heen en weer gaande bewegingen. De haartjes blijven bij die bewegingen bijna op hun plaats. Probeer de haartjes zacht in de ruimte te duwen tussen de tand en het tandvlees Hierdoor wordt de plaque verwijderd. tandvlees. verwijderd Oefen niet te veeldruk uit. Neem de borstel in de hand zoals een pen.
Hoek van 45 graden
De mond verzorgen bij een ander vraagt om een aparte benadering. Voor een rechtshandige: Ga schuin rechts achter de bewoner staan, waarbij je van boven op en in de mond van de bewoner kunt kijken. Leg je linkerhand op de kin van de bewoner. Zo kun je de mondopening onder controle houden. Met de rechterhand kan je de tandenborstel hanteren
Door met je linkerhand een neerwaartse druk uit te oefenen op de onderkaak kan je de mond te openen. Met je rechterhand kan je nu in de mond van de bewoner poetsen.
Het is verstandig om een vaste volgorde aan te houden bij het tandenpoetsen. Poets eerst alle binnenkanten, dan de buitenkanten en laatst bovenop de tanden nl de kauwvlakken. Doe dit tweemaal per dag.
Een goede tandenborstel heeft zachte haren, een steel die goed vast te houden is en veel haren die niet in bosjes staan (beeld links). Een elektrische borstel kan ook een alternatief zijn. Let er wel op dat de borstel ronddraaiende bewegingen maakt (beeld rechts). Sommige ouderen kunnen last hebben van de tril bewegingen in de mond die de borstel maakt. Bij een bewoner met dementiesyndroom die nog nooit heeft gepoetst met een elektrische borstel is het misschien beter een gewone tandenborstel te gebruiken.
Bij een normaal gebruik dient men de tandenborstel na 3 maanden te vervangen. Van zodra de haren niet meer mooi evenwijdig naast elkaar staan dient men de borstel te vervangen.
Gebruik niet te veel tandpasta. Een hoeveelheid ter grootte van een erwt is voldoende. Verdeel de tandpasta over alle borstelharen. Welke tandpasta maakt niet uit, als er maar fluoride in zit. Fluoride verstevigd het glazuur dat daardoor minder kwetsbaar is voor tandbederf. De meeste tandpasta bevat fluoride.
Enkel door eenmaal per dag te poetsen verdwijnen niet alle voedselresten uit de mond. Daarom wordt aangeraden ook eenmaal per dag te spoelen met 10 cc water naast het tandenpoetsen of het poetsen van de gebitsprothese. Als men over natuurlijke tanden beschikt wordt kort naspoelen met een kleine hoeveelheid water aanbevolen na het poetsen. Door te veel spoelen kan de fluoride van de tandpasta onvoldoende inwerken. inwerken
Spoelmiddelen worden alleen op advies van verpleeghuisarts, tandarts of mondhygienist gebruikt. Het gebruik van mondspoelmiddelen die alcohol bevatten wordt ontraden. Dit tast de slijmvliezen aan.
Er zijn verschillende hulpmiddelen om ook de ruimte tussen de tanden goed te reinigen. Tussen de tanden is moeilijk te bereiken met de tandenborstel waardoor op deze plaats de meeste gaatjes ontstaan. Welk interdentaal hulpmiddel het beste gebruikt kan worden is afhankelijk van de situatie in de mond. Ook de tandvlakken die tegen elkaar aanliggen dienen gereinigd te worden. Dit kan enkel met tandzijde.
Met de tandenstoker, in verschillende uitvoeringen te koop, wordt de ruimte tussen de tanden en kiezen gemasseerd waardoor plaque en voedselresten worden verwijderd. Een goede tandenstoker is in doorsnede een driehoek. De platte kant van de tandenstoker wordt op het tandvlees gelegd.
Tandzijde of floss bestaat in 2 uitvoeringen: met was en zonder was. De uitvoering met was glijdt beter tussen de tanden waardoor de kans op beschadigingen van het tandvlees minder groot is. Laat de tandzijde voorzichtig tussen 2 tanden of kiezen glijden tot net onder de tandvleesrand. Sla nu de draad om de tand heen en maak dan tegelijkertijd een horizontale en een verticale beweging.
Met een rager, te verkrijgen in diverse uitvoeringen, zijn de ruimten tussen de tanden goed te reinigen. Gebruik een rager ALLEEN als er ook voldoende ruimte is tussen de tanden.
De plaque op de tong kan verwijderd worden door het schrapen met een tongschraper. Deze tongschraper bevat ook korte haren zodat men eveneens een borsteffect heeft. Minimum een 6 tot 8 trekbewegingen uit te voeren van achter naar voren. Tussenin de tongschraper afspoelen.
Volgende onderdelen worden in deze bijscholing behandeld:
Gebitsprothesen bestaan in diverse uitvoeringen.
Ook op een gebitsprothese kunnen voedselresten achterblijven en…
…ook plaque. Het rechter beeld toont een gebitsprothese waarbij de plaque werd gekleurd door middel van methyleenblauw.
Gebruik een speciale borstel om een gebitsprothese te reinigen: de protheseborstel. Gebruik vloeibare zeep: tandpasta maakt het oppervlak van de prothese ruw. Spoel de gebitsprothese na reiniging goed af onder stromend water alsook de gebitsprotheseborstel.
De protheseborstel heeft 2 zijden met elk verschillende borstels. Een grote borstel (rechthoekig) en een kleine borstel met haren in puntvorm. Met de rechthoekige borstelkop kan de buitenkant van de gebitsprothese schoongemaakt worden. Voor de binnenkant van de gebitsprothese wordt de puntvormige borstelkop gebruikt.
Ook de slijmvliezen onder de gebitsprothese moeten dagelijks gemasseerd worden met een tandenborstel met zachte haren. Dit stimuleert de doorbloeding van de slijmvliezen. Dit kan zonder tandpasta.
Tandpasta en reinigingstabletten maken het oppervlak van de gebitsprothese ruw waardoor er plaque en micro-organismen makkelijk aan kunnen blijven kleven. Ook op gebitsprothesen ontstaat tandsteen door niet verwijderde plaque en voedselresten. Kleefpasta vormt een voedingsbron voor micro-organismen; gebruik kleefpasta zo min mogelijk. Wanneer een gebitsprothese niet meer goed past kan de tandarts deze klacht meestal verhelpen.
Volgende onderdelen worden in deze bijscholing behandeld:
Naast de natuurlijke tanden en kiezen, en gebitsprothesen zijn er ook nog andere constructies mogelijk in een mond.
Op de wortel van de tand kan een constructie worden geplaatst. Beeld boven links toont 2 wortels waarop een steeg (bar) werd vastgemaakt. Dit kan men niet verwijderen. De gebitsprothese (overkappingprothese) klikt vast op deze steeg. Een kroon (beeld onder) is een metalen en/of porseleinen constructie die op een omslepen tand wordt vastgemaakt. Een brug (beeld boven rechts) wordt gemaakt ter vervanging van een of meerdere ontbrekende tanden. Een brug wordt vastgemaakt op twee off meer pijlers.
Een implantaat is een kunstwortel. In een volledig tandeloze kaak kan er als alternatief één of meerdere implantaten in de kaakwal worden geschroefd. Op deze implantaten kan dan een steeg(cfr hoger) worden bevestigd. Hierover wordt dan een overkappingsprothese gemaakt. Op deze implantaten kan ook een brug worden bevestigd of per implantaat een kroon. Beeld onder links toont 4 implantaten voorzien van een drukanker. Rechts onder is de overkappingsprothese weergegeven.
Zorg ervoor dat de materialen die je gaat gebruiken voor het geven van mondverzorging klaar liggen.
Volgende onderdelen worden in deze bijscholing behandeld:
Deze bijscholing mondzorg is bedoeld voor zowel verzorgenden als verpleegkundigen.
63