[Deze preek is oorspronkelijk geschreven bij de bevestiging van ambtsdragers. Maar ik heb ‘m aangepast en gebruikt voor andere diensten] Liturgie ochtend Votum Vrede-/zegengroet Genade, barmhartigheid en vrede (zij u) van God, de Vader, en (van) Christus Jezus, onze Heer! Gz 171:1,2 Gebed Ps 38:1,5,9,11 Genadeverkondiging (Liturgische formulieren p87) Gz 171:3 Gebed Lezen Jesaja 65:17-25 Gz 140:3 Lezen: 1 Petrus 5 Preek Lb 107:1,2 Lezing van de wet Lb 107:4 Gebed Collecte Ps 148:1,4,5 Zegen Middagliturgie Votum Vrede-/zegengroet Gz 171:1,2,3 Gebed Lezen Jesaja 65:17-25 Gz 140:3 Lezen: 1 Petrus 5 Ps 68:1,8 Preek Lb 107:1,2,4 Geloofsbelijdenis Gz 163:1,2,3
Gebed Collecte Ps 148:1,4,5 Zegen
[Sheet zwart] Waarom zou je je inzetten voor de kerk? In 1 Petrus 5 roept Petrus de oudsten van de gemeente op om zich vrijwillig en belangeloos in te zetten. Oudsten, dat zijn ambtsdragers, predikanten, ouderlingen en diakenen. Ouderlingen en diakenen geven leiding aan de gemeente zonder dat ze daarvoor betaald worden. En dat is vreemd. De meeste organisaties om ons heen hebben steeds meer moeite om vrijwilligers te vinden. Voetbalclubs, EHBO-verenigingen en muziekgroepen hebben moeite om bestuurders te vinden. Maar in de kerk vinden we het normaal dat mensen drie of vier jaar lang veel van hun tijd vrijwillig besteden aan werk in de gemeente. Zouden we dat nu wel doen? Kunnen die mensen hun tijd niet beter besteden? Die vraag kun je aan ons allemaal stellen. Waar halen we de tijd vandaan om naar de kerk te gaan? Die vrije dag met je gezin, die heb je toch gewoon nodig? De tijd die je in de kerk zit ben je niet thuis. Waar halen we het geld vandaan wat we aan de kerk schenken? Het is crisis, je kunt het maar één keer uitgeven. Geld wat we via de collecte en de VVB geven kunnen we niet meer gebruiken om onze hypotheek af te lossen. Hoe kunnen we tijd nemen voor Bijbelstudie, commissies, kerkenraadswerk? Al die tijd is niet meer vrij om te sporten, de krant te lezen of een cursus te volgen. Het is mooi dat mensen naar de kerk willen gaan, maar is dat niet ontzettend ouderwets? Waarom doe je dat? Misschien vind u het moeilijk om die vraag te beantwoorden. Stel dat uw collega zou vragen waarom u uw tijd aan de kerk besteed, waarom u uw geld aan de kerk geeft of waarom u Bijbel leest en bidt, wat zegt u dan? Petrus helpt ons om een antwoord te geven. Zijn brief schreef hij om ons moed in te spreken. We leven met God, omdat Hij ons een bijzondere plaats heeft beloofd.
Petrus zegt: [Sheet “Waarom zou ik me inzetten?”] God geeft me een eervolle plaats, een bijzondere plek. Daar ben ik zo blij mee, dat daardoor mijn hele leven is veranderd. Ik doe dat omdat ik blij ben dat God om mij geeft. Zijn belofte houdt me staande. Een eervolle plaats, wat betekent dat? Wat is dat voor bijzondere plek die God ons belooft? Je kunt je afvragen waarom je een andere plek nodig hebt. Waarom zou je verlangen naar een hemel of een nieuwe aarde als je het goed hebt? U hebt toch een plek? Je hebt ouders, kinderen, vrienden. Waarom zou je meer willen? Gebruik je tijd om te genieten van wat je hebt. Waarom zou je naar de kerk gaan? Laten we eens kijken hoe die wereld waarin we leven er uit ziet. Vind u het normaal dat er na duizenden jaren menselijke beschaving nog steeds oorlog is? Vind u het normaal dat er nog steeds nieuwe ziektes ontstaan? Denk je echt dat het alleen maar domme pech is dat we nog steeds geen wereldvrede hebben? Geloof je dat er niets tegen te doen is dat mensen sterven aan de meest verschrikkelijke ziektes? Kijk eens wat mensen kunnen. [Sheet foto Curiosity] We zijn in staat om een wagentje naar Mars te sturen. [Sheet wolkenkrabber] We kunnen wolkenkrabbers bouwen die zo hoog zijn dat je vanaf de grond de spits niet eens kunt zien. [Sheet bellende wereld] We kunnen rechtstreeks praten met iemand aan de andere kant van de wereld. [Sheet operatiekamer] En toch zijn we niet knap genoeg om onszelf te genezen van ale mogelijke ziekten. [Sheet man bij ruïne] Toch lukt het ons niet om wereldwijd vrede te sluiten. We kunnen zo veel, maar het lukt ons niet om de ideale wereld te scheppen. Hoe is dat mogelijk? De Bijbel zegt: we hebben een vijand, de duivel. Die vijand zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar prooi. Er is iemand die heel bewust probeert om onze levens kapot te maken. [Hier kun je ook andere
voorbeelden gebruiken. Het punt is: wij lossen iets op maar de duivel geeft nieuwe problemen. Wat we opbouwen breekt hij af] Als wij medicijnen tegen aids bedenken, bedenkt hij vogelgriep. Als wij legers in balans brengen zodat er geen grote oorlogen meer zijn bedenkt hij terroristische aanslagen en facebookrellen. Als wij iets opbouwen breekt hij het af. Dat onze wereld niet volmaakt is, is geen toeval. Wij schieten zelf tekort en we worden daarin gesteund door een vijand, die ons tegen elkaar opstookt. Die onze zwakke kanten versterkt. Die ons helpt om fouten te maken. Er is een duivel en hij is uit op onze ondergang. Ik leg me er niet bij neer dat de wereld geen toekomst heeft. Ik wil niet leven in een wereld waarin onze vijand de macht heeft. Ik verlang naar een wereld met een Koning die van me houdt. Ik kijk uit naar het moment dat de duivel plaats moet maken voor God. God belooft iets beters. [Sheet “een eervolle plaats”] Hij belooft me een plaats in een volmaakte wereld waarin Hij alle macht heeft. Daar verlang ik naar. Hij houdt van me. Als jij zegt dat het je niet kan schelen of er een hemel is, of een volmaakte aarde dan heb je nog niet goed om je heen gekeken. Waarom blijven mensen zoeken naar geneesmiddelen? Waarom wordt er nog steeds onderhandeld over vrede in Syrië, Egypte en Israël? Als iemand jou een leven zou aanbieden in een wereld zonder kanker, zonder kapotgeschoten huizen, zonder de zwarte kanten van jezelf, zou je dat niet aannemen? Als jij zou mogen kiezen tussen een wereld die in handen is van een kwade duivel of een wereld die bestuurd wordt door een goede God, die van ons houdt, wat zou je dan kiezen? Ik geloof dat God me genadig is. Hij belooft dat er een betere wereld komt. In de brief van Petrus lees ik, dat ik daar deel van mag uitmaken. Dat geeft me moed. Dat houdt me staande. Dat is die eervolle plaats, die bijzondere plek, die God me heeft beloofd. Het is toch normaal dat je daar ontzettend blij mee bent? Als je praat met iemand die niet naar de kerk gaat kun je uitleggen waarom je verlangt naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Het is niet vreemd om te verlangen naar een wereld zonder ziektes, zonder oorlogen. Het is begrijpelijk dat je liever geregeerd wordt door God die het goede voor ons zoekt dan door de duivel die onze samenleving afbreekt.
Maar wat heeft dat met de kerk te maken? Waarom besteed je zoveel tijd aan de kerk? Waarom geef je je geld aan de gemeente? Waarom wordt iemand ouderling? Petrus zegt: ik ben ooggetuige van Christus’ lijden. In Handelingen 5:30-32 legt hij uit waar hij precies getuige van is. Daar zegt hij: [Sheet Handelingen 5] “De God van onze voorouders heeft Jezus weer tot leven gewekt, nadat u hem had vermoord door hem aan een kruishout te hangen. God heeft hem een plaats gegeven aan zijn rechterhand, hem tot leidsman en redder verheven om de Israëlieten tot inkeer te brengen en hun zonden te vergeven. Daarvan getuigen wij, en daarvan getuigt ook de heilige Geest, die God geschonken heeft aan wie hem gehoorzamen.” [Sheet “Jezus Christus is de weg”] De enige weg tot God, de enige toegang tot nieuw leven is Jezus Christus. Als je Hem niet kent is het onmogelijk om God te leren kennen. Wie God niet leert kennen krijgt ook geen eervolle plaats bij Hem. Ik wil met u, met jou delen in dat nieuwe leven bij God. Daarvoor is het nodig dat u Christus kent, dat je in Hem gelooft. Alleen dan kun je deel zijn van de toekomst. Je kunt het een klein beetje vergelijken met een bijzonder mooie foto. Als je een mooie foto maakt, dan deel je die met je vrienden. Je houdt ‘m niet voor jezelf maar je zorgt dat zij ‘m ook kunnen zien. Zo is het ook met Jezus en Zijn boodschap. Zijn boodschap is zo bijzonder dat ik die wil delen met iedereen om me heen. Ook met u. Ook met jou. Dit kan ik niet voor mezelf houden. Daarom zijn we kerk. Om elkaar moed in te spreken en elkaar steeds weer op Christus te wijzen. Petrus schrijft: “met de hulp van Silvanus schrijf ik u deze brief om u moed in te spreken en om u er nadrukkelijk van te verzekeren dat het werkelijk de genade van God is die u staande houdt. De uitverkorenen in Babylon en mijn zoon Marcus groeten u. Groet elkaar met een kus als teken van uw onderlinge liefde.” In die woorden lees je hoe betrokken deze mensen op elkaar zijn. Ze kennen elkaar nauwelijks, maar toch schrijven ze aan elkaar om elkaar in te spreken. Daarom komen we vandaag ook in de kerk bij elkaar. Om elkaar te bemoedigen. Om elkaar er steeds weer van te verzekeren dat God ons
staande houdt. Om het te herhalen: het is echt waar. God belooft een nieuwe wereld. Hij schenkt ons daar een eervolle plaats. In mijn eentje ga ik twijfelen. In mijn eentje houdt ik het niet vol om daar in te geloven als ik alle ellende om me heen zie. In mijn eentje heb ik nooit genoeg moed om mensen om me heen te vertellen dat Jezus Christus me kracht geeft om stand te houden. Daarom ga ik naar de kerk: ik heb andere christenen nodig en zij hebben mij nodig. Ik heb de brief van Petrus en Silvanus nodig. Ik heb het nodig om te weten dat er wereldwijd christenen zijn die met elkaar meeleven en voor elkaar bidden. Dat geeft me moed om Christus te volgen. Waarom ga ik naar de kerk? Waarom besteed ik mijn geld en mijn tijd aan de gemeente? Uit liefde voor mijn medebroeders en zusters, die net zo lijden onder de aanvallen van de duivel. Uit liefde voor hen die nog nooit van God gehoord hebben en die zonder kerk verloren dreigen te gaan. Uit liefde voor God die ons hier in de kerk iedere week weer opzoekt en bemoedigt. We zijn gemeente om elkaar vol liefde te helpen. Om dienstbaar te zijn. Je bent niet alleen deel van de kerk om bemoedigd te worden, maar ook om anderen te bemoedigen. Samen staan we in deze wereld om de mensen om ons heen moed in te spreken door te getuigen van Christus. Ambtsdragers hebben in de gemeente een bijzondere taak. Petrus zegt: “hoed Gods kudde”. Dat zegt hij niet zo maar. In Johannes 21 krijgt Petrus zelf de opdracht om Gods kudde te hoeden. Jezus spreekt dezelfde woorden die Petrus hier als opdracht meegeeft aan de oudsten van nieuwe gemeenten. De taak die Jezus aan Petrus heeft gegeven deelt Petrus met de voorgangers van de gemeente, met ambtsdragers. Die opdracht kreeg Petrus op een bijzonder moment.[Johannes 21] Jezus vroeg Petrus drie maal om zijn liefde voor Hem te herhalen. Drie maal had Petrus Jezus verloochend. Nu erkent hij drie maal dat hij met heel zijn hart van Jezus houdt. Als hij dat erkent geeft Jezus Petrus de opdracht om Zijn kudde te hoeden. Ambtsdragers hebben Jezus lief. Wij dienen de gemeente omdat we ervan overtuigd zijn dat Hij ons liefheeft. In de gemeente houden we elkaar een spiegel voor. We laten elkaar zien wat Jezus heeft gedaan en we roepen elkaar op om Zijn voorbeeld te volgen. Jezus kwam om te lijden en te sterven voor mensen. Hij was dienstbaar zodat wij kunnen leven.
Wat we in de kerk doen, doen we niet voor de eer, voor status, voor geld. We zetten ons samen vrijwillig in, uit liefde voor de gemeente, zoals Christus Zijn gemeente liefheeft. Bescheiden, de een staat niet hoger dan de ander. Samen vormen we de kudde van Christus. Petrus spreekt de hele gemeente aan. In dit hoofdstuk richt hij zich tot de oudsten en tot jonge mensen: zij zijn nog aan het leren wat het betekent om deel uit te maken van Gods gemeente. Van de ouderen in de gemeente leren zij hoe een christen in de wereld staat. Het is belangrijk dat jongeren een voorbeeld nemen aan oudere gemeenteleden en respect voor hen hebben. Het is dus ook belangrijk dat oudere gemeenteleden een voorbeeld zijn. Houd uzelf de spiegel voor die jongeren zijn. Vraag u af: laat ik echt zien wie Jezus is? Kunnen jongeren van mij leren hoe je dienstbaar bent? Zien ze in mij iemand die liefde heeft voor anderen of zien ze iemand die hoogmoedig is, overtuigd van zijn eigen gelijk, klaar om anderen op hun plaats te zetten? Jonge mensen zijn belangrijk voor de toekomst van de gemeente: als u oud bent is het hun taak om u te bemoedigen. Als u er niet meer bent nemen zij uw taak over om te getuigen van het koninkrijk van Christus. Jongeren: leer van de ouderen, heb ontzag voor hen. Ouderen: laat zien wat het betekent om dienaar te zijn. Wees als gemeenteleden elkaar tot een voorbeeld. Dien elkaar uit liefde zoals Jezus ons heeft liefgehad. [Sheet “Waarom zou ik me inzetten”] Waarom zou je naar de kerk gaan? Waarom zou je je vrijwillig inzetten voor de gemeente? Waarom zou je je geld en je tijd gebruiken voor de gemeente? Kun je je niet veel beter richten op dit leven? Petrus bemoedigt ons. Hij schrijft, dat er meer is dan dit leven. Nu zitten we tussen de brokstukken, met ons hoofd in onze handen. Maar God geeft u een eervolle plaats, een bijzondere plek. Hij belooft een toekomst waarin het vrede is. Laten we daar zo blij mee zijn, dat daardoor ons hele leven verandert. In de gemeente komen we samen om elkaar te bemoedigen met de boodschap dat God ons genadig is. En vanuit de kerk vertrekken we samen, jong en oud, onder leiding van de ouderlingen. We gaan de wereld in om te getuigen van Jezus Christus. Als wij één zijn in Christus zal Gods vrede met ons zijn. Amen