Liturgie voor de dienst, waarin afscheid wordt genomen van ambtsdragers en andere ambtsdragers worden (her-)bevestigd.
1 Timotheüs 3: 1 ‘Dit is een betrouwbaar Woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk’.
Dorpskerk De Bilt 11-01-2015 aanvang 10.00 uur Voorganger: Organist:
Ds. L.M. Aangeenbrug Jan Bulk 1
• Orgelspel • Welkom en afkondigingen • Zingen ELB 251 (staande)
3. Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien. Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient. 4. Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt. Maar in de mensen wilt Gij wonen
met hart en ziel aan ons getrouwd. 5. Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn. Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn.
• Stil gebed, Votum en groet (staande) • Zingen 973 (NLB)
2
2 Om voor elkaar te zijn uw hand en voet, te helpen wie geen helper had ontmoet: wie dorst of hongert wordt getroost, gevoed, halleluja 3 Om voor elkaar te zijn uw hart en mond,
om op te komen voor wie is verstomd, voor wie gevangen zit, of is gewond, halleluja 4 Roept U ons, Christus, uw gezicht te zijn, gerechtigheid en vrede, brood en wijn, uw liefde, hoop, geloof – uw zonneschijn. Halleluja
LB 973 – Om voor elkaar te zijn uw oog en oor Dit is een lied, afkomstig uit de liedbundel van de lutheranen in Noord-Amerika. Delores Dufner schreef de tekst waarvan de eerste regel oorspronkelijk luidt: ‘To be your presence is our mission here’. Dit lied gaat over onze missie in de wereld: de roeping van de kerk is Gods aanwezigheid te ervaren en te laten ervaren in het diaconaal handelen. Het is de theologie van de presentie, die hier wordt verwoord. In de Engelse tekst wordt de eerste regel ook in de tweede en derde strofe ongewijzigd herhaald. Gert Landman heeft dat in zijn zeer adequate vertaling niet toegepast, waardoor er meer ruimte ontstond voor de beschrijving van die presentie: oog en oor te zijn om te zien wie niet gezien wordt (strofe 1); hand en voet te zijn om te helpen wie geen helper heeft (strofe 2); hart en mond te zijn om op te komen voor wie verstomd is (strofe 3). Zo worden wij het gezicht van Christus in brood en wijn, tekenen van gerechtigheid en vrede (strofe 4). De tekst is één doorlopende zin en om het verband te begrijpen moeten alle strofen gezongen worden. Het lied heeft een melodie van de Ierse componist Charles Villiers Stanford (1852-1924), die hij schreef voor de Engelse tekst van ‘Voor alle heiligen in de heerlijkheid’ (lied 727). Dat verklaart dat elke strofe met een ‘halleluja’ eindigt. Dat is misschien voor ons minder passend bij de inhoud van de coupletten. Maar is ons diaconaal handelen niet een vorm van lof aan God? [HvdB Bron www.kerklied.net]
• Verootmoediging uit Jakobus 1: 16 Geliefde broeders en zusters, vergis u niet: 17 elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen. 18 Hij wilde ons door de verkondiging van de waarheid tot leven roepen, om ons de eersten te maken in zijn schepping. 19 Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. 20 Want de woede van een mens brengt niets voort dat in Gods ogen rechtvaardig is. 21 Wees daarom zachtmoedig en leg alle verdorvenheid en elk denkbaar wangedrag af. En aanvaard zo de boodschap die in u is geplant en die u kan redden. 22 Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen. 23 Want wie de boodschap hoort maar er niets mee doet, is net als iemand die het gezicht waarmee hij is geboren in de spiegel bekijkt: 24 hij ziet zichzelf, maar zodra hij wegloopt is hij vergeten hoe hij eruitzag. 25 Wie zich 3
daarentegen spiegelt in de volmaakte wet die vrijheid brengt, en dat blijft doen, niet als iemand die hoort en vergeet, maar als iemand die ernaar handelt – hem valt geluk ten deel, juist om wat hij doet. 26 Wie meent dat hij God dient, terwijl hij zijn tong niet kan beteugelen, zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite. 27 Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.
• Zingen Opwekking 125 1. Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu, en reinig mijn hart. 2. Met uw liefde, Heer, kom mij tegemoet, nu ik mij tot U keer, en maak alles goed.
3. Zie mij voor U staan, zondig en onrein. O, Jezus, raak mij aan, van U wil ik zijn. 4. Jezus op uw woord, vestig ik mijn hoop. U leeft en U verhoort mijn bede tot U!
• Gebed om de opening van het Woord en verlichting met de Heilige Geest.
• Kinderen gaan naar de KinderNevenDienst • Schriftlezing Psalm 145 1 Een loflied van David. U, mijn God en koning, wil ik roemen, uw naam prijzen tot in eeuwigheid. 2 Elke dag opnieuw wil ik u prijzen, uw naam loven tot in eeuwigheid: 3 ‘Groot is de HEER, hem komt alle lof toe, zijn grootheid is niet te doorgronden.’ 4 Laat geslacht na geslacht van uw schepping verhalen, uw machtige daden verkondigen. 5 Laten zij spreken over de glorie van uw majesteit, ook ik wil uw wonderen bekendmaken. 6 Laten zij getuigen van uw geduchte daden, ook ik wil van uw grootheid vertellen. 7 Laten zij de roem van uw goedheid verbreiden, uw gerechtigheid luid bezingen: 8 ‘Genadig en liefdevol is de HEER, hij blijft geduldig en groot is zijn trouw. 9 Goed is de HEER voor alles en allen, hij ontfermt zich over heel zijn schepping.’ 10 Laten al uw schepselen u loven, HEER, en uw getrouwen u prijzen. 11 Laten zij getuigen van de luister van uw koningschap, spreken over uw machtige werken, 12 aan de stervelingen uw machtige daden verkondigen, de glorie en de glans van uw koningschap: 13 ‘Uw koningschap omspant de eeuwen, uw heerschappij omvat alle geslachten.’ 14 ‘Een steun is de HEER voor wie is gevallen, wie gebukt gaat richt hij op. 15 Allen zien hoopvol naar u uit, u geeft voedsel, op de juiste tijd. 16 Gul is uw hand geopend, u vervult het verlangen van alles wat leeft. 17 Rechtvaardig is de HEER in alles wat hij doet, zijn schepselen blijft hij trouw. 18 Allen die hem aanroepen is de HEER nabij, die hem roepen in vast vertrouwen. 19 Hij vervult het verlangen van wie hem eren, hij hoort hun klacht en komt te hulp. 20 De HEER waakt over wie hem 4
liefhebben, maar wie hem afwijzen, vaagt hij weg.’ 21 Laat zó mijn mond de lof spreken van de HEER, en alles wat leeft zijn heilige naam prijzen, tot in eeuwigheid.
• Zingen Psalm 145: 1. O Heer, mijn God, Gij koning van 't heelal, ik wil uw naam verheffen boven al. Van dag tot dag roem ik uw majesteit, ik zegen U voor eeuwig en altijd. Groot is de Heer, zijn grootheid zij geprezen, groot is zijn naam, zijn ondoorgrond'lijk wezen. Van mond tot mond gaan uw geduchte daden, van eeuw tot eeuw slaat men uw werken gade.
3. Genadig en barmhartig is de Heer, lankmoedig en vol goedheid altijd weer. Hij toont zijn gunst aan alles wat Hij schiep, al wat Hij uit de schoot der aarde riep. U loven , Heer, de werken van uw handen, de hemelen, de zeeën en de landen. U zegenen, o Heer, uw hartsbeminden die elke dag uw goedheid ondervinden.
• Verkondiging • Zingen Psalm 145: 2. Ik zal getuigen van uw heerlijk licht, van al de wondren die Gij hebt verricht, opdat men alom spreke van uw kracht, en roeme in uw overwinningsmacht. Uw grootheid, Heer, gaat boven mijn begrippen, uw goedheid, Heer, is altijd op mijn lippen en juichend zal men overal bezingen uw recht, o Heer, uw trouw aan stervelingen.
5. Zie, aller ogen zijn op U gericht, Heer, die te rechter tijd hun nood verlicht. Gij opent uwe hand, en al wat leeft vindt voedsel, vindt al wat het nodig heeft. Rechtvaardig is de Heer in al zijn wegen, in al zijn daden is Hij ons genegen. Al wie Hem aanroept, schenkt Hij zijn ontferming; wie Hem in waarheid aanroept, vindt bescherming.
• Collecten • Afscheid De heer Gerrit Marinus van Esterik treedt af als pastoraal-ouderling van sectie 104, maar blijft als contactpersoon verbonden met deze sectie. Hij zet zijn pastorale werk dus voort.
5
Geliefde broeder(s) Ik verzoek u op te willen gaan staan: Uw dienstwerk als ouderling eindigt vandaag. Wat blijft, nadat u van uw ambt of taak ontheven bent, is de door u gegeven belofte van geheimhouding van wat ter uwer kennis is gekomen. Naar beste weten hebt u getracht Christus’ kerk op te bouwen en te dienen. Laten wij daarom danken en bidden en (staande) toezingen. Hierbij willen wij ook betrekken Lammert Wouter Johannes Koelewijn, Hareld John Leon van de Kuil en Albert van der Woude, die in hun huidige functie ook stoppen, maar straks opnieuw benoemd zullen worden.
• Psalm 92: 2. Gezegend zal Hij wezen die ons bij name riep, die zelf de adem schiep waarmee Hij wordt geprezen;
laat alom musiceren, met stem en instrument, maak wijd en zijd bekend de grote naam des Heren.
• Eerst komt de Here de dank toe. Ook wordt u namens de kerkenraad en de gemeente bedankt.
• Formulier voor de (her-)bevestiging van ambtsdragers: Gemeente, laten wij dan horen en overwegen wat de kerk aan ouderlingen en diakenen heeft toevertrouwd. De apostel Petrus zegt: ‘Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede rentmeesters over de velerlei genade Gods.’ (1 Petrus 4:10). Tot deze dienst is de gehele gemeente geroepen. Om deze dienstbaarheid te bevorderen worden telkens gemeenteleden geroepen tot verschillende taken. De apostel Paulus vergelijkt de gemeente met een lichaam, waarin elk deel zijn of haar eigen plaats en functie heeft.. De ouderlingen en de diakenen vormen samen met de predikant de kerkenraad. Nu, in het bijzonder het het ambt van ouderling en als pastoraal medewerker. Paulus schrijft: ‘Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; en er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Here; en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt.’ (1 Korintiërs 12:4-6) In het vergaderen en onderhouden van zijn kerk maakt onze Here Jezus Christus gebruik van de dienst van mensen, aan wie Hij in de gemeente een bijzondere taak heeft toevertrouwd. Hun ambtswerk is bedoeld om: de gelovigen toe te rusten tot getuigenis en dienst in de wereld en tot opbouw van het lichaam van Christus, namelijk concreet onze gemeente Zij mogen die werk verrichten, ziende op Jezus, die niet gekomen is om zich te laten dienen maar om te dienen.
6
Het ambt van diaken Deze dienstbaarheid in Christus’ naam krijgt een duidelijke gestalte in het ambt van de diakenen. Vanouds hebben zij de taak om de tafels zó te bedienen, met inachtneming van het Woord van God, (Handelingen 6: 2) dat de behoeftigen niet worden beschaamd. (1 Corinthiër 11: 22). Zij zamelen de gaven der gemeente in om allen, die hulp nodig hebben - binnen of buiten de kerk, dichtbij of veraf - te doen delen in de liefde van Christus. Daadwerkelijk en bidden-der-wijs komen zij op voor het recht van de arme, die om hulp roept, de ellendige en wie geen helper heeft. (Psalm 72: 12) Zo zullen zij bevorderen, dat armen en rijken elkaar ontmoeten, want allen zijn zij schepselen van de HERE. (Spreuken 22: 2). Aan deze verbondenheid met alle mensen en met heel de schepping herinneren zij ons telkens weer, als zij brood en beker bij ons doen rondgaan en wij de dood des Heren verkondigen, totdat Hij komt. (1 Corinthiër 11: 26). Het ambt van ouderling Een ander ambt is dat van ouderling. Zoals de oudsten in Israël het volk vertegenwoordigden (Exodus 24: 9) en tegelijk opzicht hadden over de gemeente van God, (Numeri 11:16) zo worden in de kerk van Christus de ouderlingen aangesteld om de gemeente te houden aan haar roeping: een koninkrijk van priesters en een heilig volk te zijn. (Exodus 19: 6) Door op te treden als vertrouwenspersoon en geweten van de gemeente in deze tijd bemoedigen zij hun broeders en zusters in de navolging van Christus onze Here. Hoe zouden wij een levende gemeente zijn, die hij ontvangen heeft, als goede rentmeesters over de velerlei genade Gods.’ (1 Petrus 4:10) als niet mensen telkens weer belangeloos werden opgezocht? En hoe zouden de predikanten de opdracht van de Goede Herder: ‘Hoed mijn schapen!’ (Johannes 21:16) kunnen vervullen, als zij daarbij niet op de medewerking van ouderlingen mochten rekenen? Alle ambtsdragers hebben samen de verantwoordelijkheid als raad der kerk om de gemeente en elkaar in vieren, leren en dienen bij de heilsgeheimen te bewaren: voor alle dingen zoeken wij immers Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid. (Mattheus 6: 33) De apostel Paulus schrijft: ‘Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Heer; en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt.’ (1 Corinthiër 12: 4-6) En de apostel Petrus zegt: ‘Dient elkaar, een ieder naar de genadegaven’. Zo worden in de gemeente van Jezus Christus mensen geroepen tot het ambt van ouderling en diaken, om samen met de predikant deze dienstbaarheid te bevorderen en dit rentmeesterschap vorm te geven tot heil van allen en tot eer van de ene en gezegende Naam. En u broeders, die nu gereed staat uw ambtswerk te aanvaarden: Herinnert u altijd met dankbaarheid dat het Christus’ eigen kudde is, 7
die u wordt toevertrouwd. Hij heeft haar verworven door zijn bloed; (Handelingen 20: 28) Het is zijn kerk. Aanvaard dan uw dienst met blijdschap, voed uzelf met het Woord van God, volhard in het gebed en vertrouw op de kracht van de heilige Geest.
• Kinderen komen terug en na een gesprek en met hen wordt gezongen: 'k Stel mijn vertrouwen op de heer, mijn God. want in zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief,
Zijn vrede woont in mij. 'k zie naar Hem op en 'k weet: Hij is mij steeds nabij.
• Bevestiging Er zijn geen bezwaren ingebracht tegen de (her-)bevestiging van en tegen de bevestiging van de broeders: C. Kuus (Cornelis) als ouderlingkerkrentmeester en J. Th. den Ouden (Johannes Theodoor) als diaken. Evenmin tegen de (her-)bevestiging van Martin Koelewijn (Lammert Wouter Johannes Koelewijn) als ouderling, met als enige taak het voorzitterschap van de AK en Albert van der Woude (Albert van der Woude) als ouderlingkerkrentmeester voor één jaar met als enige taak het voorzitterschap van het College van Kerkrentmeesters. Daarom gaan wij nu eerst tot hun herbevestiging over. Opdat de gemeente moge horen, dat u bereid bent dit dienstwerk in de Naam des Heeren te verrichten, zo vragen we u op te staan en te antwoorden op de volgende vragen: 1. Gelooft u, dat u in uw verkiezing door deze gemeente door God zélf tot deze heilige dienst geroepen zijt? 2. Belooft u uw ambt waardig en trouw te bedienen, met liefde voor de gemeente van Christus en voor alle mensen die de Here op uw weg brengt? Wat is uw antwoord op deze vragen? Er zijn ook geen bezwaren ingebracht tegen de bevestiging van de broeders: De heer Leon van de Kuil (Hareld John Leon van de Kuil) als ouderling kerkrentmeester. De heer Richard van der Meijden (Richard Johannes van der Meijden) als diaken. De heer Jaap Visser (Jaap Laurens Visser) als pastoraal-ouderling. Daarom gaan wij nu tot hun bevestiging over. Opdat de gemeente moge horen, dat u bereid bent dit dienstwerk in de Naam des Heeren te verrichten, zo vragen we u op te staan, te willen antwoorden op de volgende vragen en daarna te willen knielen: 8
1. Gelooft u, dat u in uw verkiezing door deze gemeente door God zélf tot deze heilige dienst geroepen zijt? 2. Erkent u de Heilige Schrift als de bron der prediking en als enige regel des geloofs en verwerpt u elke leer en levenspraktijk, die daarmee in strijd is? 3. Belooft u uw ambt waardig en trouw te zullen bedienen, met liefde voor de gemeente van Christus en voor alle mensen die de Here op uw weg brengt? Belooft u geheim te houden wat vertrouwelijk te uwer kennis komt, u te gedragen waardig der roeping waarmede u geroepen bent en u te onderwerpen aan het opzicht en tucht der kerk? Wat is uw antwoord op deze vragen? Na het antwoord van de broeders volgt de bevestiging met handoplegging, waarna een tekst uit de Bijbel wordt geciteerd. Toelichting bij de handoplegging Bij de handoplegging wordt de zegen van de Here God op ons gelegd. Daarbij kunnen we drie aspecten onderscheiden. • Zij gebeurt namens de Here God: Zo zeker als wij de handen krijgen opgelegd, zo zeker legt God zijn zegen op ons om het werk van ambtsdrager te kunnen vervullen. • De handoplegging vindt ook plaats namens de gemeente: De gemeente zit rondom en bidt voor hen die knielen om de kracht en de leiding van de heilige Geest. • Ten slotte kunnen we haar bezien vanuit degene die knielt en de handoplegging ontvangt: Het knielen drukt uit dat wij ons wijden aan de Here en ons leven leggen in zijn hand.
• Vraag aan de gemeente, die blijft staan: Gemeente van Christus, ontvangt u deze broeders (opnieuw) in uw midden als dienstknechten van God? Luistert u naar hen? Belooft u om met hen mee te bidden, mee te werken en mee te strijden? • De gemeente zingt de (her-)bevestigde ambtsdragers staande toe Psalm 134: zingt tot zijn eer met luider stem 1. Gij dienaars aan de Heer gewijd, zegent zijn naam te allen tijd. en heft uw handen op naar Hem. Gij die des daags zijn gunst verwacht, 3. Uit Sion, aan de Heer gewijd, zegent zijn naam ook in de nacht. zegene u zijn heiligheid. Hij die hemel en aarde schiep, 2. Die in het huis des Heren zijt, Hij is 't die u bij name riep. zegent zijn naam en majesteit,
• Dankgebed en voorbede voor de Kerk • Zingen Gezang 44 (staande) 1 Dankt, dankt nu allen God met hart en mond en handen,
die grote dingen doet hier en in alle landen, 9
die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot, zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood. 2 Die eeuwig rijke God moge ons reeds in dit leven een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven. Die uit genade ons behoudt te allen tijd,
is hier en overal een helper die bevrijdt. 3 Lof, eer en prijs zij God die troont in 't licht daarboven. Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven. Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk, het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk.
• Zegen, afgesloten met Zingen: Gezang 456: 3 (Staande) Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!
• Orgelspel
Na de dienst is er gelegenheid voor ontmoeting in De Voorhof, waarbij vertrekkende en (her-)bevestigde ambtsdragers de hand kan worden geschud.
Deze liturgie is een uitgave van de Herv. Wijkgemeente Dorpskerk De Bilt Redactie: Henk van de Bunt. Predikant: vacature Scriba: Joop den Hartog. Website:www.dorpskerkdebilt.nl. Websitebeheer: beheerderwebsite@dorpskerkdebilt.nl
10