Toerustingsdag ambtsdragers Syllabus 2 juni 2012
Georganiseerd door
i.s.m. Missionair Steunpunt, Nederlands Gereformeerd Jeugdwerk, Diaconaal Steunpunt Spectrum, werkgroep Leven uit de Bron, Vertrouwens- en Adviescommissie en Nederlands Gereformeerde Predikantsopleiding
Inleiding De STAGG is een vertrouwd begrip in de Nederlands Gereformeerde kerken en daarbuiten. Jaarlijks begeleiden en ondersteunen we via STAGG Hulpverlening velen jongeren, mannen en vrouwen. Via STAGG Toerusting hebben we jaarlijks contact met vele tientallen kerkenraden en predikanten. In 2011 is de STAGG door de Landelijke Vergadering gevraagd een samenhangende aanpak te ontwikkelen voor gemeenteopbouw en toerusting. We hebben dit Toerusting 2.0 genoemd, omdat het een vervolg en aanvulling is op wat we al deden. In deze syllabus vind u een korte uiteenzetting hoe we dat de komende jaren gaan doen. Verder treft u in deze syllabus meer informatie aan van bijna alle workshops van deze dag. De ontbrekende informatie komt later beschikbaar. Zo hoeft u niets te missen van alle kennis die vandaag wordt gedeeld. Wilt u meer informatie of heeft u vragen of ideeën? Bel of mail gerust. De contactgegevens staan op pagina 4. Klaas Quist STAGG Toerusting
A. B. C. D. E.
Wat is Toerusting 2.0 Toerusting voor kerkenraden Permanente Educatie voor predikanten Digitale kennisuitwisseling Achtergrond informatie workshops Toerustingsdag 2 juni Workshop Evaluatiegesprekken Rechten & plichten Nieuwe structuren Omgaan met verschillen Hoe overleef ik de kerkenraad? Communicatie van hart tot hart Sociale media en de kerk Leerdiensten voor jongeren De diaken als dirigent van de gemeenschap
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
Pagina 3 5 7 10 11 12 17 19 22 25 26 30 31 32
pagina 2 van 33
A.Toerusting 2.0 Wat is Toerusting 2.0 Onder de noemer Toerusting 2.0 werkt STAGG Toerusting aan een breed en compleet aanbod voor gemeenteopbouw en toerusting. De basis van deze opdracht ligt in de besluiten van de Landelijke Vergadering van Houten 2010/2011. (document LV 2010/2011 – 09.02.03) Voor wie in Toerusting 2.0 bedoeld? Primair predikanten en kerkenraden Secundair overige werkers in de wijngaard Wat willen met Toerusting 2.0 bereiken? Met Toerusting 2.0 willen we de werkers in de kerk bekwaam maken, ondersteunen toerusten. Anders gezegd: de kerken ondersteunen door de werkers in de kerk competent te maken. En competent wil zeggen: geschikt om de functie te vervullen. Daarachter ligt het verlangen dat de gemeente als geheel toegroeit naar haar Hoofd: Jezus Christus. Hoe weten we of we op de goede weg zijn? Want ons betreft wordt op de volgende manier zichtbaar. o de kerkenraad werkt met een duidelijke visie op de toekomst van de gemeente o predikant(en) en kerkenraad geven in eenheid, saamhorigheid en onderlinge liefde leiding aan de gemeente o er is een talentgerichte aanpak bij het inschakelen van gemeenteleden i.p.v. functiegerichtheid o er is een afname van ‘uitgebluste’ kerkenraadsleden die regulier aftreden o predikanten leggen de focus bij hun kerntaken: verkondiging, pastoraat en onderwijs o predikanten geven aan dat deelname aan het programma heeft bijgedragen aan persoonlijke groei en ontwikkeling samenwerking met de kerkenraad o er is een afname van hulpvragen aan de VAC t.o.v. 2010 en 2011 o er zijn meer aanmeldingen bij NGP Hoe gaan we dat doen? Voor de komende jaren is de hoofdlijn van Toerusting 2.0 gericht op de volgende vier onderwerpen: 1. Aandacht voor geloofsopbouw van predikant en kerkenraad; Wie leiding geeft en uitdeelt, moet zelf ook gevoed worden. 2. Aandacht voor de persoon van de predikant en ambtsdragers en zijn/haar context; Stabiliteit, evenwichtigheid, zelfkennis, authenticiteit en volwassenheid zijn belangrijk, juist wanneer je als predikant een soms eenzame positie hebt en je leiding moet geven aan jezelf. Dit geldt voor elke ambtsdrager. Vanuit het oogpunt van leiderschap is het belangrijk deze aspecten ook in de toerusting van kerkenraden mee te nemen. 3. Aandacht voor ontwikkelen van geestelijk en organisatorisch leiderschap door kerkenraad en predikant Leiding geven is meer dan op de winkel passen. Het is richting geven, voorop gaan en sturen. Predikant en kerkenraad hebben hierin een eigen en onderscheiden taak en verantwoordelijkheid.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 3 van 33
4. Versterken van open en veilige verstandhouding tussen kerkenraad en predikant De samenwerking en ontwikkeling van personen in hun functie en de organisatie als geheel, valt of staat met goede onderlinge verhoudingen. Respect en vertrouwen zijn basale bouwstenen bij het leidinggeven en samenwerken. Hoe wordt dit concreet? A. Toerusting van kerkenraden B. Permanente educatie voor predikanten C. Digitale kennisuitwisseling Dit wordt op de volgende pagina’s in deze syllabus toegelicht. We beperken ons hierbij tot de hoofdlijn. In de komende maanden worden de details verder ingevuld. Vijf keer per jaar zullen de kerken via een digitale nieuwsbrief worden geïnformeerd. Met wie kunnen we contact opnemen voor meer informatie of aanmelding? Klaas Quist Coördinator Toerusting e-mail internet: twitter
[email protected] www.tussengisterenenmorgen.nl @Toerusting2_0
Hoe is het plan voor Toerusting 2.0 eigenlijk ontstaan? Via besluiten op de LV Houten 2010/2011 en op advies van de Commissie Toekomstig Predikantsprofiel. Deze commissie werd door de LV van Zwolle (2007) ingesteld. Het rapport van de commissie Tussen gisteren en morgen is door de LV besproken en de aanbevelingen zijn overgenomen. Voor de details kunt u terecht in het document LV 2010/2011 – 09.02.03
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 4 van 33
B. Toerusting voor kerkenraden STAGG Toerusting is al jaren actief in het toerusten en opbouwen van kerkenraden en predikanten. Maar ook voor de overige werkers in de wijngaard heeft STAGG Toerusting een aanbod. Wat doet STAGG Toerusting in het kader van Toerusting 2.0. Een korte uiteenzetting. De komende tijd komt uitgebreidere informatie op de site www.tussengisterenenmorgen.nl te staan.
1. Tweejaarlijkse landelijke toerustingsdag voor kerkenraden Dit is een brede dag voor alle ambtsdragers. Zaterdag 2 juni werd de eerste landelijke toerustingsdag voor ambtsdragers georganiseerd. Deze dag organiseert STAGG in samenwerking met zoveel mogelijk andere organisaties. Deze dag wordt gefinancierd uit de afdracht via de financiële commissie. 2. Tweejaarlijkse toerustingsdag per gemeente Per plaatselijke gemeente is elke twee jaar één trainer beschikbaar voor een plaatselijke toerustingsdag. Het onderwerp voor deze dag (twee aaneengesloten dagdelen) wordt in samenspraak met de kerkenraad bepaald. De trainer voor deze lokale toerustingsdag wordt gefinancierd uit de afdracht via de financiële commissie. De locatiekosten zijn voor rekening van de kerk. Wil een plaatselijke gemeente vaker een trainer via de STAGG inhuren voor een visiedag, heidesessie of iets anders, dan is dat uiteraard mogelijk. De kosten voor deze trainer brengt STAGG in rekening bij de plaatselijke gemeente. 3. Specifiek aanbod gericht op ambtsdragers STAGG Toerusting werkt volgens het principe van het maatpak. Dat betekent dat we bij de definitieve invulling van een training of cursus uitgaan van de werkelijke vraag en behoefte vanuit de plaatselijke gemeente. In overleg met elkaar proberen het programma daar op af te stemmen. De volgende opsomming geeft aan wat in ieder geval mogelijk is. a. ambtsdragercursus Wat betekent het om ambtsdrager te zijn? Hoe geef je samen met anderen leiding aan de gemeente? Deze cursus is in het verleden via STAGG aangeboden. Op veler verzoek wordt deze in de komende maanden geactualiseerd. b. Hoe overleef ik de kerkenraad? Werk in de kerk kan heel opbouwend zijn voor je geloof, je mag mooie dingen meemaken. Toch is de ervaring van veel ambtdragers dat het soms meer moeite kost dan dat het vreugde geeft. “Hoe overleef ik de kerkenraad” is eigenlijk een serie workshops, bedoeld om als kerkenraad samen te doen. c. APK voor de kerkenraad Een aanrader voor kerkenraden die het gevoel hebben in beslag te worden genomen door de urgente zaken. De centrale vraag in deze training: zijn we met de goede dingen bezig.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 5 van 33
d. Cursus ‘rechten en plichten’ Zelfs de kleinste gemeenschap - bv. een huwelijk van twee mensen - heeft het nodig dat er (al dan niet beschreven) afspraken ten aanzien van de onderlinge rechten en plichten zijn. Een kerkelijke gemeenschap vormt geen uitzondering op deze regel. e. Voorzitten van een vergadering Een vergadering in goede banen leiden, recht doen aan de inbreng van de aanwezigen en tegelijk aan de afgesproken agenda en tijdsduur. Dat is soms makkelijker gezegd dat gedaan. f.
Evaluatiegesprekken Via STAGG zijn gespreksleiders beschikbaar om het gesprek tussen predikant en kerkenraad te leiden. Zie ook de handreiking van de VAC.
g. Ondersteuning bij specifieke processen Er doen zich soms onvoorziene omstandigheden voor, waarbij extern advies of begeleiding wenselijk is. We luisteren en denken graag met u mee of te kijken of en op welke manier wij in deze specifieke situatie ondersteuning kunnen geven. 4. Overig aanbod ook beschikbaar voor andere werkers in de wijngaard a. Cursus voor pastorale vaardigheden Wat is een goed pastoraal gesprek of contact? Hoe win je vertrouwen en kom je tot de kern? Hoe ga je om met weerstand? Deze en andere vragen komen aan de orde. De uitwisseling van ervaringen en het oefenen heeft een belangrijke plaats in deze cursus. b. Workshop Gedragscode voor werkers in de kerk In opdracht van de Landelijke Vergadering is in 2008 een gedragscode opgesteld. Deze code is bedoeld als handreiking en ondersteuning bij het concreet maken van de Bijbelse richtlijnen in de kerkelijke praktijk. c. Workshop huiselijk geweld Wat is huiselijk geweld, wat zijn oorzaken en gevolgen, maar vooral, hoe herken je het? Wat doe je en waar kun je eventueel hulp vinden? d. Cursus Eén zijn zonder het eens te zijn De gemeente is divers en veelkleurig, op tal van manieren. Hoe ga je om met deze verschillen. U krijgt inzicht en concrete handvatten om elkaar in liefde te kunnen blijven vasthouden. e. Workshop Alles verloren Hoe ga je als pastoraal medewerker of ouderling in gesprek met mensen die een groot verlies hebben meegemaakt? f.
Workshop Wel goed maar niet gek Een workshop over de grenzen in pastoraat en hulpverlening. Wat zijn kenmerken van pastoraat, wat is specifiek hulpverlening? Hoe verhouden deze zich tot elkaar?
Het hierboven genoemde aanbod (onder 3 en 4) valt niet onder de eerder genoemde regeling van de financiële commissie. Dat betekent dat STAGG de kosten hiervoor in rekening brengt bij de plaatselijke gemeente. Uitgangspunt hierbij is de kostprijs. In een beperkt aantal gevallen is een tegemoetkoming van de kosten mogelijk.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 6 van 33
C. Permanente educatie voor predikanten 1. Kader Permanente educatie (PE) van predikanten is gericht op het ontwikkelen en versterken van de competenties die de predikant nodig heeft bij de uitoefening van zijn ambt in de gemeente, zoals die benoemd zijn in het profiel voor de toekomstig predikant, dat door de Landelijk Vergadering Houten is vastgesteld op 26 maart 2011. Jaarlijks besteedt de predikant 40 uur aan permanente educatie, aldus het besluit van de Landelijke Vergadering Houten 2010/2011. De 40 uur die jaarlijks wordt besteed aan permanente educatie komt overeen met 40 studiepunten. Minimaal de helft van het aantal punten dat in de komende vijf jaar behaald moet worden komt uit het geselecteerde aanbod. (d.w.z. 100 van de 200 punten). De Landelijke Vergadering heeft besloten dat de plaatselijke kerken de kosten voor de permanente educatie dragen. In de begroting dient hiervoor dus ruimte te worden gemaakt. De concrete invulling van de permanente educatie is een onderwerp waarover kerkenraad en predikant met elkaar spreken. 2. Geselecteerd aanbod De afgelopen maanden is hard gewerkt om hier een goed programma voor te ontwikkelen, dat recht doet aan ondersteuning en versterking van de competentie van de predikant. Daarbij komt de focus te liggen op de volgende taakvelden van het predikantsprofiel: Nr. 1
2
3
Verkondiging (taakveld 1) Onderwijs en toerusting (taakveld 3) Pastoraat (taakveld 4) Persoonlijke ontwikkeling (taakveld 6)
Naam
Taakvelden uit PE punten Pred. profiel Hoed mijn schapen 1a, 2a, 3a, 4a, 16 Deze training is gericht op het versterken van de persoon van 5a, 6a de predikant, zijn roeping, taken en verantwoordelijkheden en (mede) geestelijk leiding geven aan de gemeente. Gemeenteopbouw via geloofsopbouw 1a, 2a, 3a, 4a, 50 Deze cursus biedt de predikant (en eventueel andere 5a, 5b, 5g, 6a kerkenraadsleden) praktische handvatten aan vanuit de combinatie geloofsopbouw en (missionaire) gemeenteopbouw. De preek tegen het licht 1d, 1e, 1f; 1g, 16-24 Eén van de kerntaken van de predikant is preken. De 1h, 1i, 2c, 2d, voorbereiding en het leiden van een kerkdienst kan niet 2e, 2h zonder de leiding van de Heilige Geest. Maar het werk van de Geest ontslaat de predikant niet van de taak 'ambachtelijk werk' te leveren. In de homiletiek staan de ontwikkelingen op dit gebied niet stil. Predikanten worden uitgedaagd hun preken in het licht van nieuwe homiletische inzichten te laten houden en ook van elkaars ervaringen te profiteren.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 7 van 33
Nr.
Naam
Taakvelden uit PE punten Pred. profiel
4
Passie voor preken Deze training is een specifieke toepassing van de verschillende homiletische modellen die er zijn en door NGP worden gedoceerd. Verdieping pastorale vaardigheden Pastoraat is een wezenlijk onderdeel van de kerkelijke gemeente en behoort tot de kernactiviteiten van de predikant. Maar pastoraat uitoefenen is ook kwetsbaar en niet altijd gemakkelijk. Intervisie pastoraat Onder begeleiding gaan vier predikanten met elkaar in gesprek over de dagelijkse praktijk van het pastoraat. Vanuit een persoonlijke leervraag en via de methodiek van het ontwikkelingsgericht coachen, groeit de pastor in zijn pastorale vaardigheden en zijn vaardigheden om anderen in de gemeente (ouderlingen en pastorale bezoekers) te ondersteunen. Teamwork in kerk en gemeente Deze post-hbo opleiding wil de deelnemers inzicht geven hoe samengewerkt kan worden aan je doelen, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid en bekwaamheden. Hierdoor kan de effectiviteit van teams in kerk en gemeente worden vergroot en het werkplezier worden vermeerderd. Predikantenretraite Een retraite over het werk van de Heilige Geest in de gemeente. Door alle eeuwen heen leidt God zijn gemeente door Woord en Geest. Het werk als predikant heeft zijn mooie maar ook zijn moeilijke kanten. Het is vaak eenzaam werk, en er zijn veel verwachtingen waar je onmogelijk allemaal aan kunt voldoen. Persoonlijke effectiviteit training De veelheid aan taken en activiteiten waar de predikant bij betrokken is, is groot en divers. De praktijk van het predikantschap is dat predikanten soms worstelen met beheersing van hun agenda. Deze training helpt om grip te krijgen en houden op de veelheid aan taken, activiteiten en verantwoordelijkheden. Maatschappelijke stage Het dagelijks leven van de gemeenteleden is voor het grootste deel buiten de veilige muren van de kerk of een christelijke organisatie. De omgeving kan in sommige gevallen zelf als vijandig worden ervaren. Door stage te lopen in een bedrijf stappen predikanten even uit hun eigen comfortzone en ervaren ze zelf aan den lijve wat vele van de gemeenteleden dagelijks meemaken.
1c, 1d, 1e, 1g, 1h, 2f, 3e
20
4d, 4g, 4i, 4k
30
4d, 4m, 6d, 6f,
10
5b, 5g, 7d?
30
1e, 1f, 7b, 7d, 7e
40
1a, 2a, 2d, 4b, 6a,
16
1e, 7b, 7d
40
5
6
7
8
9
10
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 8 van 33
Nr.
Naam
Taakvelden uit PE punten Pred. profiel
11
Begeleide intervisie Intervisie is een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij een beroep wordt gedaan op kennis en ervaringen van collega’s. Zij denken mee over persoons- en functiegebonden vraagstukken en knelpunten uit de eigen werksituatie. Predikanten leren hun eigen leerdoelen vaststellen en zijn in staat hulp te vragen en bieden bij vraagstukken waar de predikant zelf niet uitkomt. Persoonlijke coaching Bij coaching wordt iemand begeleid om in een bepaalde situatie beter te functioneren of een specifieke taak te volbrengen. De leerdoelen worden door de persoon zelf bepaald in samenspraak met de coach. Begeleide Supervisie Supervisie is een vorm van reflecteren op de eigen werkstijl. De predikant verkent en herkent vaste patronen en gaat op zoek naar dieperliggende motieven en overtuigingen. Dit moet leiden tot beter functioneren in volgende situaties.
6b, 6c, 6f
20
6b, 6c
15
6b, 6c, 6d
25
12
13
Voor het taakveld “Onderwijs en toerusting” wordt nog gekeken naar een verder invulling. Dat is op dit moment niet bekend. Dat geldt ook voor de wens om in PE ook aandacht te geven aan de academische verdieping van predikanten. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen o.a. via de digitale nieuwsbrief.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 9 van 33
D. Digitale kennisuitwisseling De Landelijke Vergadering zegt dat er een virtueel kenniscentrum in een Wikipedia model1 moet worden opgezet. Gemeentes hebben baat bij het uitwisselen van informatie en leren van elkaar. Dit document is een eerste aanzet voor een meerjarenplan NGpedia. Wat is NGpedia? Dit is de digitale kennisbank binnen de NGK. Voor wie is NGpedia bedoeld? Primair: kerkenraden (incl. predikanten) en alle andere werkers in de kerk Secundair: geïnteresseerden binnen en buiten verband van NGK Waar is NGpedia te vinden? Het is er nog niet. NGpedia zal een plaats krijgen op www.ngk.nl Wanneer is NGpedia gerealiseerd? We werken er naar toe om NGpedia in het najaar gereed te hebben. We informeren de kerken via o.a. de digitale nieuwsbrief over de voortgang. Doet STAGG Toerusting dit alleen? Nee. We werken hierin samen met het moderamen van de LV, het Missionair Steunpunt, de Nederlands Gereformeerde Predikantsopleiding, Opbouw en diverse anderen. Heeft u kennis of ervaring met ICT trajecten? Laat het ons weten, misschien kunnen we iets voor elkaar betekenen.
1
Zie: LV 2010/2011 - 09.02.04)
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 10 van 33
E. Achtergrondinformatie van de workshops Van verschillende workshops is achtergrond informatie beschikbaar. Op deze manier heeft u ook van de workshops die u niet gevolgd heeft. Heeft u vragen of opmerkingen, tips of suggesties over deze of volgende bijeenkomsten? Laat het ons gerust weten. Kijk voor de contactgegevens elders in deze syllabus. Workshop Evaluatiegesprekken Rechten & plichten Nieuwe structuren Omgaan met verschillen Hoe overleef ik de kerkenraad? Communicatie van hart tot hart Sociale media en de kerk Leerdiensten voor jongeren De diaken als dirigent van de gemeenschap
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
Pag. 12 17 19 22 25 26 30 31 32
pagina 11 van 33
Handreiking voor het evaluatiegesprek van predikant en kerkenraad In de samenleving en de kerk hebben zich de afgelopen decennia allerlei veranderingen voorgedaan die van invloed zijn op het werk van de predikant, op zijn positie in de gemeente en op de verhouding tussen kerkenraad en predikant. Deze veranderingen zijn ten behoeve van de Landelijke Vergadering Houten 2010 in kaart gebracht door de commissie predikantsprofiel2 en hebben tot onder andere het besluit geleid dat kerkenraden jaarlijks met hun predikant een evaluatiegesprek voeren3. De Vertrouwens- en Adviescommissie van de Nederlands Gereformeerde Kerken is gevraagd een handleiding op te stellen voor het voeren van evaluatiegesprekken4. Bij deze bieden we daarvan een eerste versie aan, in de hoop dat die een nuttige functie mag vervullen totdat een definitieve versie wordt vastgesteld door de Landelijke Vergadering van Zeewolde 2013/2014. Inleiding Een evaluatiegesprek is een gesprek waarin door een afvaardiging van de kerkenraad en de predikant wordt doorgesproken over de samenwerking van predikant en kerkenraad, de door de predikant verrichte werkzaamheden en het functioneren van zowel de predikant als de kerkenraad binnen de gemeente. Het doel van het evaluatiegesprek is dat zowel de kerkenraad als de predikant bemoedigd, opgebouwd en aangescherpt worden en dat ten dienste aan de opbouw van de gemeente van Christus. Ook al is er een (goed) informeel contact en overleg tussen predikant en kerkenraad, dan nog kan het gebeuren dat irritaties, teleurstellingen en dergelijke, niet uitgesproken worden en daardoor een steeds grotere omvang krijgen waardoor verhoudingen verstoord kunnen raken. Een (tenminste één) jaarlijks evaluatiegesprek kan dat helpen voorkomen. 2. Zie het rapport “Tussen gisteren en morgen”, hoofdstuk III, p. 23-43. 3. http://www.ngk.nl/lv/documenten/besluiten/09.02.01%20Predikantsprofiel.pdf , zie m.n. vervolgbesluit C. De kerken spreken uit dat 1. de kerkenraden de verantwoordelijkheid hebben het functioneren van een predikant op basis van wederkerigheid bespreekbaar te maken en dat zij dit ook op een rechtvaardige manier dienen te doen; 2. dat predikanten verplicht zijn zich te laten nascholen met een tijdsbelasting van minimaal vijf dagen per jaar, waarvan de helft gebruikt kan worden voor de voorbereiding; 3. dat zij willen voorkomen dat er rechtsongelijkheid ontstaat tussen predikanten en daarom deze nascholing willen verankeren in de WAP-richtlijn; 4. dat het voeren van evaluatiegesprekken onder andere tot doel heeft te voorkomen dat losmaking als uiterste maatregel nodig is; 5. dat het gewenst is dat het evaluatiegesprek begeleid wordt door een onafhankelijk deskundige indien tenminste één van de partijen daarom vraagt. En de kerken besluiten 1. De WAP-commissie te verzoeken in haar richtlijn op te nemen: a. het recht op een jaarlijks evaluatiegesprek op basis van wederkerigheid; b. de verplichting tot nascholing met een tijdsbelasting van minimaal vijf dagen per jaar (parttime predikanten naar rato) te verankeren; c. het recht op een assessment aan het begin van een traject tot losmaking. 2. De Vertrouwens- en Adviescommissie te verzoeken een handreiking op te stellen die gebruikt kan worden als leidraad voor het evaluatiegesprek;. 3. Uiterlijk in de najaarsvergaderingen 2012 van de regio's te rapporteren over de wijze waarop de evaluatiegesprekken georganiseerd zijn. 4. Bewust is gekozen voor de term evaluatiegesprek. Een predikant is niet als werknemer in dienst van de gemeente en daarmee is er geen sprake van functioneringsgesprek. Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 12 van 33
In of naar aanleiding van elk evaluatiegesprek zal dan ook aan de orde dienen te komen of er mogelijke verander- of verbeterpunten zijn en op welke wijze deze de komende periode gerealiseerd kunnen worden. De doelstelling van het gesprek zal ook de aard daarvan bepalen. Kerkenraad en predikant streven er beiden naar de gemeente van Christus te dienen en op te bouwen in geloof, hoop en liefde. Ze spreken met elkaar vanuit het hartelijke verlangen zowel persoonlijk als gemeenschappelijk te mogen groeien in het bijdragen aan de gemeente-opbouw. Er van uit gaande dat er, vanwege de samenwerking, elk jaar afspraken gemaakt worden tussen kerkenraad en predikant over de taken die individueel en gemeenschappelijk vervuld moeten worden is het verstandig en wijs om het werk dat gedaan is op een zorgvuldige manier op waarde te schatten. Zijn (waren) de goede taken afgesproken en zijn ze goed uitgevoerd? Zorgvuldig met elkaar omgaan betekent dat er kritisch naar elkaar gekeken en geluisterd wordt, maar ook dat de nodige waardering uitgesproken mag en moet worden. Uiteindelijk gaat het om de opbouw van de gemeente van Christus, waarbij een goede samenwerking noodzakelijk is en ieder tot zijn recht komt en zijn gave ten dienste stelt aan de gemeente. Een jaarlijks gesprek betekent niet dat er tussentijds geen evaluerende momenten mogen zijn. Indien concrete gebeurtenissen of zaken daartoe aanleiding geven, mag de bespreking daarvan niet wachten tot het evaluatiegesprek. Voorbereiding van het gesprek. Een evaluatiegesprek dient goed voorbereid te worden. Dat geldt zowel voor het plannen van datum en plaats! als ook wat betreft de vereiste duidelijkheid over de onderwerpen die (behalve de standaardlijst van gesprekspunten) speciale aandacht verdienen. De gesprekspartners zijn dan in staat om van te voren goed na te denken over de inhoud van de verschillende onderwerpen. De VAC kiest voor de vorm waarbij de kerkenraad (inclusief de predikant) zijn eigen functioneren evalueert, naast het evaluatiegesprek waarbij het accent valt op het functioneren van de predikant. Het zal duidelijk zijn dat in beide gevallen het gesprek op basis van gelijkwaardigheid en wederkerigheid plaatsvindt, maar ook dat de vertrouwelijkheid gegarandeerd wordt. Daarmee kan de kerkenraad in gezamenlijkheid het evaluatiegesprek met de predikant voorbereiden en aan de hand van de taakomschrijving, bespreekpunten meegeven aan degenen die het gesprek met de predikant voeren. Tijdens de voorbereiding zullen geen punten aangedragen worden die van een dusdanige aard zijn dat ze eerst met de predikant persoonlijk doorgesproken hadden moeten worden. De procedure: Aanbevolen wordt dat kerkenraad en predikant afspreken dat zij de leiding van het gesprek in handen leggen van een onafhankelijke deskundige. Deze deskundige is een ervaren en onafhankelijk gespreksleider, die in staat is de deelnemers aan het gesprek, elkaar over en weer beter te laten begrijpen. Als voor een onafhankelijke gespreksleider gekozen wordt, is hij/zij ook aanwezig bij de voorbereiding van het evaluatiegesprek door de kerkenraad. Naar de mening van de VAC doen kerkenraad en predikant er goed aan niet te wachten met het inschakelen van een deskundige tot spanningen tussen beiden dit noodzakelijk maken.
Van het gesprek wordt een verslag gemaakt door (in beginsel) het tweede lid (van de kerkenraad). Het verslag wordt na goedkeuring door alle gesprekspartners ondertekend. Alleen de gesprekspartners krijgen een exemplaar van het verslag. Het moderamenlid geeft bij zijn aftreden het verslag door aan zijn opvolger/moderamenlid. Het verslag is en blijft strikt vertrouwelijk..
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 13 van 33
De belangrijkste conclusies en afspraken worden meegedeeld aan de kerkenraad in aanwezigheid van alle gesprekspartners. Tevens kunnen sommige van de besproken onderwerpen ook aan de orde komen in het jaarlijkse evaluatiegesprek van predikant en kerkenraad. Van de inhoud van het gesprek en van het verslag wordt niets aan de gemeente meegedeeld, tenzij bepaalde afspraken een klaarblijkelijke bijstelling van het in de beroepingsbrief vastgelegde takenpakket tot gevolg hebben.
Onderwerpen en aandachtspunten: Bij het evaluatiegesprek ligt het accent op het welbevinden en functioneren van de predikant. Uitgangspunten bij de voorbereiding kunnen zijn: de taakomschrijving in de beroepingsbrief en het Predikantsprofiel zoals dat op de LV2010 is aangenomen. Dit sluit zeker niet uit dat tijdens het evaluatiegesprek ook het functioneren van het moderamen en de kerkenraad ter sprake kan komen, aangezien dat van invloed kan zijn op het welbevinden en functioneren van de predikant. Aandacht dient er te zijn voor de wederzijdse verwachtingen en de hulp die over en weer geboden kan worden om gezamenlijk goed te kunnen functioneren. Zowel bij de voorbereiding op het evaluatiegesprek door de kerkenraad als tijdens het gesprek zelf, kunnen onderstaande aandachtspunten leidraad zijn. Werkwijze Werkdruk
Pastoraat
agendabeheer; punctualiteit; tijdsbesteding; opbouw werkzaamheden; communicatie; sociale vaardigheden.
Taken en de daarmee gepaard gaande tijdsbesteding; Ervaren stress, oorzaak, gevolg en aanpak Balans werk/privé Ontwikkeling persoonlijk geloofsleven in relatie tot ‘functioneel’ geloof Gezondheid Takenpakket en eventuele bijstelling daarvan Mate waarin predikant zich gesteund en gedragen voelt door moderamen, kerkenraad en gemeente
Bereikbaarheid predikant Betrokkenheid predikant bij wel en wee gemeenteleden (systematische) aanpak ‘gewoon’ pastoraat en crisispastoraat Samenwerking met ouderlingen – afstemming, terugkoppeling Diversiteit in de gemeente en omgang daarmee Specifieke situaties in het pastoraat
Onderwijs en toerusting Catechese Cursussen (bv. Alpha)/volwassenencatechese Toerusting van ambtsdragers, kerkelijk werkenden etc. samenwerking b.v. met jeugdouderling , jeugd(werk)team, catecheten, cursusleiders.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 14 van 33
Prediking Het is naar de mening van de VAC wenselijk dat de preekbespreking enige tijd voorafgaande aan het evaluatiegesprek plaatsvindt in de voltallige kerkenraad. Voor deze preekbespreking heeft de VAC een opzet gemaakt (zie bijlage hieronder). Het lijkt ons wel wenselijk de uitkomst van de preekbespreking mee te nemen naar het evaluatiegesprek met de predikant en daarover zo nodig afspraken te maken. Wellicht is het zinvol om deze preekbespreking te combineren met de eerder genoemde evaluatie van het functioneren van de kerkenraad. Contact met andere kerken en collegae Aandachtspunten hierbij zijn het overleg met plaatselijke pastores; predikanten van de regiokerken en regionale intervisie. Samenwerking met moderamen en kerkenraad Hierbij komt ook aan de orde het functioneren van het moderamen en dat van de volledige kerkenraad. Eventuele scholing van voorzitter, scriba en de overige kerkenraadsleden is hierbij mede onderwerp van gesprek. Traktement en overige arbeidsvoorwaarden Aandachtspunten hierbij zijn onder andere: bij- en nascholing, waar bij Permanente Educatie van Predikanten (PEP) altijd aan de orde moet komen, evenals het studieverlof. Pastorale zorg voor - en plaats van de predikant en zijn/haar gezin binnen de gemeente Het is te overwegen om de partner van de predikant hierbij ook uit te nodigen. Afspraken voor de toekomst Andere door de gesprekspartners aangedragen onderwerpen Opmerking: De te bespreken onderwerpen zijn mede afhankelijk van de over het takenpakket van de predikant gemaakte afspraken.
Nuenen, april 2012. De Vertrouwens- en Adviescommissie: drs A. Boshuizen, Voorhout A. Brouwer-Holwerda, Geldrop H. Lakerveld, Nuenen K.H. Mollema, Katwijk ZH drs J.M. Mudde, Haarlem J.C.E. Siebenga-Moggré, Zwolle
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 15 van 33
BIJLAGE bij de handreiking evaluatiegesprek van predikant en kerkenraad HANDREIKING VOOR DE BESPREKING VAN PREKEN EN DIENSTEN Niet alleen de predikant, maar de kerkenraad als geheel – met name de ouderlingen – draagt verantwoordelijkheid voor de erediensten en de invulling daarvan. Het symbool hiervan is de handdruk die de ouderlingen de predikant elkaar geven aan het begin en einde van de dienst. Het is goed dat de kerkenraad deze verantwoordelijkheid invulling geeft door met enige regelmaat de inhoud van prediking en de opzet van de diensten te bespreken. Zo zou de kerkenraad enkele keren per jaar geopend kunnen worden met een korte bespreking van de preek die de zondag daarvoor gehouden is. Een voordeel van deze opzet is, dat de prediking van de predikant doorlopend een aandachtspunt is. Een ander voordeel van deze opzet is, dat concrete preken zelf aan bod komen. Hiernaast is het gewenst om jaarlijks een preekbespreking te houden, bij voorkeur voorafgaande aan het evaluatiegesprek, zodat de uitkomst en de opbrengst van een preekbespreking meegenomen kunnen worden naar het evaluatiegesprek. Deze preekbespreking dient meerdere doelen. De kerkenraad kan daardoor inzicht krijgen in hetgeen de predikant beweegt om voor een bepaalde tekst of opzet van de prediking en diensten te kiezen. De predikant op zijn of haar beurt krijgt een indruk van de wijze waarop de prediking binnen de gemeente ontvangen wordt. Tevens ontvangt hij of zij feedback van de kerkenraad op zijn prediking. Aandachtspunten Wellicht is het goed om van drie hoofdpunten uit te gaan namelijk: Het Woord, de gemeente, de predikant. Bij elk punt zijn enkele aandachtsvelden genoemd. Het Woord Bijbeluitleg en toepassing (‘Sola Scriptura’) Oude Testament/Nieuwe Testament (‘Tota Scriptura’) Profetisch, priesterlijk, koninklijk Gemeente Gemeentelijke actualiteit Maatschappelijke actualiteit Doelgroepgerichtheid Reacties uit de gemeente Medewerking van gemeenteleden Predikant Persoonlijk appel Voordracht Samenhang tussen preek en liturgie Liederenkeus Hulpmiddelen: o.a. muziek, beeld, drama Moeilijkheidsgraad Vermaning, bemoediging, troost, stimulans, verwondering Rechtvaardiging en heiliging Lengte van de preek en tijdsduur van de dienst
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 16 van 33
Rechten en plichten ds. Kor Muller 1.
Zelfs de kleinste gemeenschap - bv. een huwelijk van twee mensen - heeft het nodig dat er (al dan niet beschreven) afspraken ten aanzien van de onderlinge rechten en plichten zijn. Een kerkelijke gemeenschap vormt geen uitzondering op deze regel: ook daar zullen de diverse rechten en plichten (bevoegdheden) duidelijk moeten zijn.
2.
In art. 15 van het Akkoord voor Kerkelijk Samenleven (AKS) staat o.a.: “Van genomen besluiten wordt nauwkeurig aantekening gemaakt.” Het ook goed om naast de gebruikelijke notulen/verslagen een document te maken waarin de besluiten, reglementen , procedures voor de langere termijn worden opgenomen. Een soort plaatselijk AKS met daaraan toegevoegd de afgesproken regelingen.
3.
Het Nieuwe Testament bevat geen blauwdruk voor een kerkorde. In eigen-wijsheid hebben onze kerken in goed overleg afspraken gemaakt zoals die in o.a. het AKS en bijbehorende regelingen zijn terug te vinden. Het hadden er - in ieder geval voor een groot gedeelte - ook andere kunnen zijn.
4.
Eén ding echter staat boven alles vast: de kerk is een Christocratie. Dat wil zeggen: Christus is haar Heer en koning. Het is zijn gemeente, zijn kerk: Hij regeert. Hij is “de enige, algemene Bisschop en het enige Hoofd van de Kerk” (art. 31 Ned. Geloofsbel.).
5.
Vraag is natuurlijk hoe de Christus vandaag haar kerk regeert. Dat doet Hij - zegt onze gereformeerde belijdenis - door zijn Geest en Woord (o.a. Heid. Cat. zondag 21, v/a 54). En vervolgens: daarvoor gebruikt Hij mensen, nl. “dienaren of herders ... om Gods Woord te prediken en de Sacramenten te bedienen en opzieners en diakenen om met de herders de raad der Kerk te vormen” (art.30 NGB). In het verlengde daarvan zegt het AKS in art. 15: “De ambtsdragers vormen gezamenlijk de kerkenraad. Deze is belast met de leiding en verzorging van de gemeente.”
6.
Dit antwoord noemen we ook wel het presbyteriale(-synodale) antwoord. De plaatselijke leiding komt toe aan het presbyterium, de raad van presbyters, de ouderlingen of oudsten. Waartoe veelal ook de predikant(en) en de diakenen gerekend worden. Dat wil zeggen: Christus maakt voor het regeren van zijn Kerk gebruik van het plaatselijke college van ambtsdragers.
7.
Naast dit gereformeerde antwoord zijn er - grofweg - twee andere antwoorden mogelijk. Dat is aan de ene kant het Rooms-Katholieke episkopale(-hiërarchische) antwoord en aan de andere kant het congregationele(-independente) antwoord. Het laatste antwoord vinden we bij de zogenaamde vrije kerken.
8.
Lettend op de letter van het AKS kennen onze kerken plaatselijk een presbyteriale regering van de kerk. En dat lijkt me helemaal in lijn met de schaarse NT-ische gegevens inzake de kerkregering, namelijk dat de apostelen in elke gemeente oudsten aanstelden om de
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 17 van 33
9.
gemeente te leiden (Hand. 14, 23). Wat het AKS betreft: het hele fenomeen van een gemeentevergadering met bevoegdheden wordt zelfs nergens genoemd! Wij staan voor een gereformeerde kerkregering. Maar dat wil niet zeggen dat we de waarheidselementen in het congregationele en het espicopale systeem niet (h)erkennen. a. Wat het eerste betreft: een kerkenraad doet er goed aan om zorgvuldig met de gemeente te communiceren en in gesprek te blijven. De gemeente wil gehoord worden en behóórt ook gehoord te worden. b. Maar ook het tweede - het episcopale - heeft waarheidselementen in zich die onder ons (h)erkenning vinden. Te denken valt aan alles wat gezien kan worden als een bovenplaatselijke bemoeienis met plaatselijke voornemens.
10.
In de jaren die aan de aanvaarding van het AKS in 1982 voorafgingen, ging de discussie met name over de verhouding tussen het plaatselijke en regionaal/landelijke.(Zie voor deze discussie en andere kerkrechtelijke onderwerpen de NGP-reader ‘Kerkelijk samenleven en identiteit’ http://www.kerkrecht.nl/data/onderdelen/7768/Reader%20Kerkelijk%20samenleven%20en% 20identiteit-2.pdf) Concreet was (en is) de vraag: hoe vrij is de plaatselijke kerk ten opzichte van het regionale-landelijke kerkverband?
11.
Bij de typering van de drie kerkrecht-stelsels hierboven ging het over achtereenvolgens ‘episcopaal-hiërarisch’, ‘presbyteriaal-synodaal’een ‘congregationeel-independent’. In de telkens aanvullende typering - hiërarchisch, synodaal en independent - is telkens de mate van vrijheid van de plaatselijke kerk ten opzichte van het kerkverband aangegeven. Bij het (RK) hiërarchische systeem is die vrijheid minimaal en bij het (vrij-kerkelijke) independente systeem is die maximaal. De gereformeerden hebben zich met hun presbyteriale-synodale systeem tussen de twee uitersten gepositioneerd: tussen vrijheid/independentisme en hiërarchie.
12.
In het zoeken naar een nadere gewenste positie tussen independentisme enerzijds en synodalisme anderzijds zijn de kerken uitgekomen bij o.a. de formulering zoals we die vinden in art. 34 van het AKS. Dat art. luidt: “Een besluit van een regiovergadering of landelijke vergadering wordt door de plaatselijke kerken bekrachtigd en in onderlinge liefde nagekomen, tenzij dit besluit strijdig bevonden wordt met Gods Woord of ook als het niet overeenstemt met de leer van de kerk of met dit Akkoord voor Kerkelijk Samenleven. Een kerkenraad die een besluit niet bekrachtigt om bovengenoemde redenen of niet kan uitvoeren om redenen die het welzijn van de gemeente betreffen, geeft hiervan rekenschap aan de zusterkerken.” In dit artikel wordt een balans gezocht tussen enerzijds domme kadaverdiscipline en anderzijds liefdeloze onverschilligheid ten opzichte van het regionale en landelijke kerkverband.
13.
Essentieel voor een kerkverband is het aanvaarden van elkaars (plaatselijke en regionale) afgevaardigden en verklaringen (attestaties, attesten). Daarom is het vanzelfsprekend dat kerken binnen een kerkverband op de hoogte willen zijn van elkaars beleid.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 18 van 33
Nieuwe structuren - Structuurverandering in de Kerk Ds. Johan Weij, NGK Vlaardingen Jaap Berends, NGK Apeldoorn
Veranderingen in de samenleving, maar ook in de opvattingen over de inzet van gemeenteleden leiden tot discussie en in een groot aantal gevallen aanpassing van de structuren van bestuur, pastoraat en ander werk in de kerkelijke gemeente. Vrijwilligers hebben een druk leven waarin een stevig commitment van 4 jaar ambtsdrager zijn met een brede taak, steeds lastiger past. Mensen willen zich wel inzetten maar vaak voor een concrete taak of resultaat en voor een beperkte tijd. Daarnaast zoeken mensen vrijwilligerswerk dat ze leuk vinden en bij hen past, dat aansluit bij hun interesse en talenten. Dit betekent dat veel werkzaamheden in vrijwilligersorganisaties minder structureel in tijdelijke groepen met wisselende samenstelling worden uitgevoerd. In de kerk komt daar nog bij dat mensen de traditionele taak van een ouderling of diaken als zwaar ervaren. De combinatie van vergaderen, een commissie en pastoraal/diaconaal werk wordt als een te grote taak ervaren. Niet zelden kiezen ambtdragers voor een focus op besturen of ‘de mensen’ (pastoraat). Het gevolg is dan dat één van de onderdelen uit het takenpakket wordt verwaarloosd. Ambtdragers nemen in desillusie afscheid met een gevoel dat ze zijn opgebrand of tekort geschoten. Voor kerkenraden is het lastig om nieuwe kandidaten voor ambtsdragers te krijgen, dit terwijl de ‘vrouw in het ambt’ het aantal geschikte kandidaten enorm heeft uitgebreid. Om de taken van ambtdragers ‘behapbaar’ te maken en meer focus te geven wordt de pastorale taak vaak gescheiden van de bestuurlijke zaken. Naast pastorale ouderlingen en de diakenen wordt een bestuurlijke raad gevormd met portefeuilles als kerkdiensten, beheer, jeugd, pastoraat, diaconaat en gemeentewerk.
Fig. 1 Voorbeeld van de structuur NGK Apeldoorn Een ander punt is de kijk op de inzet van gemeenteleden in de kerk. Er is meer aandacht voor gavengericht werken. Het werk in de kerk moet niet meer rusten op de schouders van een beperkte groep gemeenteleden maar verdeeld worden over een groot aantal gemeenteleden. Leden moeten zoveel mogelijk worden uitgedaagd op grond van hun gaven mee te bouwen aan de gemeenschap.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 19 van 33
Hierbij kunnen bepaalde taken in tijdelijke werkgroepen worden uitgevoerd, in plaats van door ambtsdragers. Verder speelt een fundamentele keuze dat het onderlinge pastoraat in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de gemeente zélf en niet van de kerkenraad. Pastorale ouderlingen hebben een stimulerende en coördinerende taak en bewaken of het onderling pastoraat goed van de grond komt. Onderling pastoraat vindt plaats in wijken of kringen, het bezoekwerk (huisbezoek) wordt vaak uitgevoerd door pastorale bezoekers. Pastorale ouderlingen doen bezoekwerk in het geval van bijzonder pastoraat. Kleine gemeenten hebben nog een andere uitdaging. Het ambtswerk komt vaak neer op een klein kringetje en soms zijn de nodige gaven niet voorhanden. In dat geval kan samenwerking met andere gemeenten in een bovenlokale kerkenraad misschien uitkomst bieden. Hierbij is spannend welke taken zich lenen voor samenwerking en welke taken juist erg goed passen bij de lokale setting van dorp of wijk. Voor gemeenteleden zijn deze veranderingen niet altijd gemakkelijk. Soms heeft een groep of hebben individuen stevige weerstand tegen een andere structuur. Hierin spelen principiële argumenten zoals bijvoorbeeld de kijk op het ambt, praktische argumenten zoals de mening dat een bestuurlijke kerkenraad raakt losgezongen van de gemeentepraktijk of een algemeen gevoel van onbehagen bij de verandering van structuur een rol. Belangrijk is om de tijd te nemen voor gesprek en communicatie met de gemeente, waarbij het mogelijk is om niet alleen argumenten maar ook de onderliggende belangen en overtuigingen met elkaar te bespreken. Een andere structuur is een zaak van het vragen om wijsheid en gebed. Als een kerkenraad tot een andere structuur wil komen zal het ook van de kerkenraadsleden een andere rol vragen. Zowel in het proces van verandering als in de nieuwe structuur moeten leden zich bewust zijn dat ze leiding moeten geven aan het proces en duidelijk aan de gemeente moeten aangeven binnen welke ruimte het proces van verandering zich voltrekt. In de nieuwe structuur moeten ambtsdragers rolvast zijn. Het is goed om de consequenties van een nieuwe structuur vooraf te oefenen bijvoorbeeld aan de hand van praktijkgevallen. Belangrijk is het werk zo te organiseren dat de kerkenraad wel leiding geeft aan het werk in de kerk en zijn verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen kan dragen. Gelukkig hoeven kerkenraden die structuren willen wijzigen niet alles zelf uit te vinden. Er is in de NGK kerken veel kennis beschikbaar over verschillende modellen en de praktijkervaringen daarmee. Dat geldt ook voor het proces om een verandering door te voeren. Veel gemeenten –ook van andere kerkgenootschappen- hebben structuren en ervaringen op internet gezet. De commissie structuur en pastoraat van de NGK in Apeldoorn kreeg met nadruk opdracht om het wiel niet zelf uit te vinden maar te kijken naar ervaringen in andere gemeenten. Zij voerde gesprekken met: NGK Doorn, CGK/NGK Arnhem, NGK Ede en NGK Kampen. Op internet werd informatie gebruikt van: CGK Groningen, CGK Bethelkerk Veenendaal en de Bethelgemeente Drachten. De kerkenraad van Voorthuizen/Barneveld organiseert een hoorzitting waarin leden van de kerkenraad ervaringsdeskundigen van verschillende nieuwe modellen kunnen bevragen.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 20 van 33
Aandachtspunten bij veranderen • Voldoende tijd nemen • De kerkenraad is opdrachtgever en beslist • Koersvaste kerkenraad, voor de gemeente heldere speelruimte • Kleine stappen en besluiten • Veel informeren/meepraten/meedoen van gemeente • Werkvormen van ontmoeten en meedoen, gemeente meenemen in de verandering • Weerstand: is normaal, gedoe hoort bij veranderen, extra mijl gaan met individuen • Ontspan, er gaat wel eens iets fout, soms is goed, goed genoeg
Turn it over to the Spirit…. Meer weten? http://tabernakelkerk.nl/pages/achter-de-schermen.php Jaap Berends:
[email protected]
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 21 van 33
Workshop ‘omgaan met verschillen’. 2 juni toerustingsdag Zeewolde Spectrum. Centrum voor Bewustwording, creativiteit en zingeving, Dick Mostert, Helen Catsburg In de inleiding over de kernboodschap van deze dag staat beschreven hoe leiders in de gemeente, ambtsdragers Christus navolgen in het dienen van de gemeente. Als leiders zijn ze herder van de kudde en hebben ze de gemeente als geheel op het oog. Maar die kudde bestaat ook uit bijzondere, aparte, schapen. De schapen verschillen dus van elkaar. Hoe ga je nu daar mee om in het leiden en dienen , in de rol van ambtsdrager. Of misschien wel gewoon, in je mens zijn naast die andere mens. Hoe ben je net als Jezus, mens onder de mensen, en breng je daarin God. Hoe doe je recht aan de verschillen, en recht aan het geheel. Hoe kan je leiden geven aan mensen om juist als uniek onderdeel, deel van het geheel zijn. Het GROTE VERSCHIL Gods oorspronkelijk bedoeling met ons, de zuivere schepping, is onze oorspronkelijke aard,. Maar onze 2e natuur, na de zondeval, daar leven we mee nu. Het perspectief is echter, wedergeboren in Christus, herschapen te worden, om weer bij de oorspronkelijke aard te komen. In het nu leven we met het GROTE VERSCHIL; tussen wat God voor ogen had met ieder van ons, en wat er nu vaak is. Dat is in conflict met elkaar. Dit verschil is pijnlijk. De gebrokenheid van het leven. Daar waar het niet meer is zoals het bedoeld is. Jezus heeft echter die pijn en gebrokenheid gedragen en doorleefd. Hij heeft het volbracht, zodat het conflict, het GROTE VERSCHIL, te overbruggen is. . Het GROTE VERSCHIL en de verschillen Vanuit deze mogelijkheid tot overbrugging, ontstaat troost, motivatie, drijfveer en vermogen om naar onszelf en naar elkaar te kijken, het echt onder ogen te zien dat wat ook zo pijnlijk is. Daar waar we verschillen van de bedoeling van God. Maar ook daar waar we verschillend zijn. Verschillen geven spanning. Onweer ontstaat daar waar verschil van luchtdruk is. Verschillen kunnen pijnlijk en ongemakkelijk zijn. Vaak willen we die spanning verdoezelen. Ook dmv van de ontlading van onweer word geprobeerd de luchtdruk weer gelijk te krijgen. We willen vaak dat we gelijk zijn, dat we het eens zijn. Maar het verdragen van het verschil, het onder ogen zien. En dan belijden, is wat ruimte geeft om weer (terug) te groeien naar onze oorspronkelijke natuur. Zoals God het bedoeld had. Wanneer we vanuit de genade van God, de mogelijkheid die Hij heeft gegeven het verschil te overbruggen leven. Dan kunnen we vanuit de ervaring dat ons eigen conflict/verschil met God door Christus opgelost is, ook onder ogen zien dat we verschillend zijn,dat verdragen ipv gladstrijken, de ander in zijn eigenheid aanvaarden ipv aan laten passen. Belijden ipv wegmoffelen. En ook de verschillen begrijpen en dichterbij elkaar komen ipv willen veranderen en afstand nemen. Zou dat nu concreet liefde zijn? Eigenheid is je bestemming, verschil is LEVEN God heeft ieder uniek gemaakt. IS dat niet het LEVEN? Dat een ieder zijn eigen ADEM heeft gekregen,
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 22 van 33
dat ieder tot zijn bestemming mag komen. God maakte ons met een eigenheid, we verschillen van elkaar. En dat maakt ons juist mens…… Worden zoals God jou als mens, met een eigenheid bedoeld heeft. ZONDE= je doel missen. En wanneer mis je dus je doel, als je niet bent, of word zoals God je gemaakt heeft. Dat is zo zonde…… Dus waarin hebben we elkaar te dienen?. Om tot onze bestemming te komen. Worden wie we zijn, zoals God ons bedoeld heeft. God heeft algemene richtlijnen gegeven. Die voor iedereen en voor het geheel gelden. Maar heeft ons ook uniek en verschillend gemaakt. Hoe verbind je dat nu met elkaar. Waar zit de individuele vrijheid en ruimte……waar hebben we het verschil te maken? Waar hebben we het gelijk te maken? Onderscheiden Van belang is om te onderscheiden, wanneer is er sprake van een verschil, en waar we de verschillen te aanvaarden hebben. En waar is er sprake van polen, verschillende kanten aan en in het leven; daar waar ik alleen heb te zien dat er sprake is van een krachtenveld. Daar hebben we te onderscheiden, maar niet perse te kiezen. En daar waar er sprake van goed-en kwaad, Daar waar Gods weg om een keuze vraagt. Vaak verwarren we het bovenstaande; en hebben we het over goed- en fout waar het alleen over verschil of tegenpolen gaat. En vragen we om kiezen, waar keuze helemaal niet aan de orde is. Of veroordelen we dat iemand anders is…. VERSCHIL GEEFT CONTACT; DE GRENS Het zijn juist de verschillen die de mogelijkheid tot contact geven. Denk maar aan als je iemand een hand geeft. Wanneer er geen temperatuurverschil zou zijn tussen jouw hand en die van de ander, zou je de ander niet kunnen ontmoeten, je zou het verschil, contact niet voelen. Wanneer er geen huid, geen grens zou zijn, zou je de ander niet tegen kunnen komen. Je zou in de ander overvloeien. De grens is dus daar waar je de ander ontmoet. En juist in dat contact met de ander, die anders is, word zo duidelijk wie jij bent. Omdat jij anders bent. Je wordt jij in contact met de ander. We worden wie we zijn in contact met de ANDER precies op de grens. De contactgrens. Om de verschillen te zien en te erkennen is het vaak wel nodig om dichterbij te komen. Wanneer je niet dichterbij komt, blijven alle koeien gewoon koeien, alle mannen gewoon mannen, alle evangelischen gewoon evangelischen, en conservatieven gewoon conservatieven. Pas wanneer je dichterbij durft te komen, naar de grens te gaan, daar waar je verschillend bent, kun je gaan ontmoeten. En ontdek je dat de ene koe niet de andere is. Zolang je op afstand blijft, blijft het zwart wit, en dan is er de valkuil van goed-fout. De valkuil van het oordeel. Want als je geen contact maakt, en op afstand blijft; en het verschil niet durft te ervaren; is er alleen een ‘beschouwen van afstand’. Als je op afstand blijft kun jer de ander ook niet echt binnenlaten, dan ga je je ook tegen de ander of tegen zijn opvattingen pantseren, bewapenen. Alles komt in termen van strijd en oordeel te liggen. Pas als je er mee in contact gaat, de grens opzoekt dan kun je je verbinden. Dit geldt natuurlijk niet voor de tegenstellingen. Daar kan nog wel sprake blijven van goed en kwaad.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 23 van 33
In het onderscheiden van goed en kwaad moeten we eerst kijken of we het wel over een tegenstelling hebben of dat het hier gaat om een polair contact. Als je constateert in een tegenstelling te werken dan moet je ook echt afstand nemen en strijden. Als het om polariteiten gaat moeten we meer naar het contact toe. Kortweg: de duivel moet je niet gaan omarmen als je bij God wilt horen. Maar als je een gever bent kun je wel een ontvanger leren aanvaarden en omarmen. We hebben het over verschillen, polariteiten etc. Dus niet over tegenstellingen.Verschillen overbrug je door de liefde. Het bijzondere is dat je je juist verbind, door de verschillen te nemen. Een lichaam word een prachtig functionerend geheel als alles zijn eigen plek inneemt. IK BEN EEN ANDERE JIJ Dit is een groet waarmee INCA’s elkaar groeten. Ik ben net als jij, we zijn verbonden in het geheel van het lichaam, in ons mens zijn, in onze afhankelijkheid van God. En tegelijk komt dan ook het meest tot zijn recht dat ik uniek geschapen ben door God. Dat dat mij maakt, dat dat de bestemming is van mijn leven. Het verlangen van mensen is om zichzelf te mogen zijn, gezien te worden zoals zij zijn, en tegelijk ergens bij te horen. Verschil te maken en tegelijk één te zijn. Daarvoor is nodig dat we elkaar durven te naderen, dichtbij komen. Niet terugschrikken voor verschillen. De verschillen mogen juist duidelijk zijn. Want dan ga je elkaar waarderen. Als er geen oordeel is daar waar het niet over goed en fout gaat, kun je elkaar aanvullen. En komt er leven, en veelkleurigheid in de gemeente. En kunnen we ieder op zijn plek, gebruik maken van ieders kwaliteiten, eigenheid, en door God gegeven mogelijkheden. ‘de grote paradox van het geestelijk leven is inderdaad dat het meest persoonlijke het meest universele is, dat het meest intieme het meest gemeenschappelijke is en het meest completatieve het meest actieve is…? (Henri Nouwen in ‘hier en nu’) WORKSHOP In deze workshop gaan we aan de slag met verschillen ervaren, dichtbij komen, en overbruggen. Bewust worden van hoe verschillen en verbonden zijn vorm gegeven kan worden in de praktijk van het leiden in de gemeente. Bewustworden en tot je ervaring door laten dringen van het GROTE VERSCHIL. Het conflict tussen jou en God. En daar waar God dat met zijn LIEFDE, door zijn ZOON, door zichzelf te geven, overbrugd heeft. We gaan kijken waar dat de praktijk raakt in het leiden in de gemeente, als ambtsdrager. Concreet oefenen met daar waar je verschilt in de gemeente van elkaar op bv het terrein van overtuigingen, ideeën over iets in de kerk. En oefenen en ervaren hoe je om kunt gaan met deze verschillen, en ze zelfs misschien kunt en wilt overbruggen. Uiteindelijk ontdekken we dan misschien hoe we juist in de verschillen de verbondenheid ervaren wordt.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 24 van 33
Hoe overleef ik de kerkenraad ? Paulus zegt tegen Timoteüs dat het een “eerzaam streven” is als je naar het ambt van opziener verlangt. Herkent u dit verlangen? Of moest u juist een hoge drempel over? Werk in de kerk kan heel opbouwend zijn voor je geloof, je mag mooie dingen meemaken. Toch is de ervaring van veel ambtdragers dat het soms meer moeite kost dan dat het vreugde geeft. “Hoe overleef ik de kerkenraad” is eigenlijk een serie workshops, bedoeld om als kerkenraad samen te doen. Wat iemand nodig heeft om de kerkenraadsperiode als goed en opbouwend te beleven, is per persoon verschillend. Eén ding is wel duidelijk: je hebt elkaar als ambtsdragers nodig. Daarom is het goed dit traject samen te doen.
Uit welke workshops de serie bestaat kan verschillen. Dat is afhankelijk van de situatie en de behoefte van de betreffende kerkenraadsleden. Onderdelen van de serie kunnen zijn: Waar gaat u waterputten? o over wat je als individueel kerkenraadslid nodig hebt om het vol te houden - Individuele energiehuishouding o om te komen tot een goede balans in activiteiten - Takencirkel of timemanagement matrix als kerkenraad of individueel o doe je als kerkenraad de dingen die je belangrijk vindt? o hoeveel tijd besteed je aan welke dingen en ben je daar tevreden over? - Normenmatrix o over belemmerende normen of verwachtingen - Kernkwadranten o oftewel hoe werken wij samen? Zo nodig ontwikkelen we een nieuwe workshop die aansluit bij wat nodig is. -
De workshop van deze dag is een verkorte versie van: Waar gaat u waterputten? Aan het eind van deze workshop gaat u naar huis met een overzicht van wat u goed doet en wat anderen voor u kunnen betekenen als het moeilijk is. Ik hoop dat de workshop u doet opveren en dat u naar huis gaat met minstens één plannetje voor een eerste stap in de goede richting. Hanneke den Boer-Bolhuis Toeruster STAGG Toerusting
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 25 van 33
Communiceren van hart tot hart -Het ABC van samen werken aan het hart van de kerk I. Inleiding 1. Om samen kerk of gemeente van Christus te zijn en hieraan te bouwen zijn voldoende saamhorigheid en samenwerking nodig. Saamhorigheid heeft te maken met goede onderlinge relaties, terwijl samenwerking gaat over de gemeenschappelijke inhoud, doelstelling en uitvoering van het kerkelijk beleid. Saamhorigheid en samenwerking vormen als het ware twee sterke riemen, waarmee we het schip van de kerk kunnen laten varen en op koers houden. Wanneer er echter aan deze riemen teveel gaat mankeren of wanneer we ze niet goed kunnen hanteren, raakt het kerkschip uit de koers en komt het niet goed terecht. Voldoende saamhorigheid en samenwerking zijn nodig tussen de gemeenteleden in het algemeen, maar tussen de leden van de kerkenraad in het bijzonder vanwege hun leidinggevende taak. Vanwege hun centrale en vaak langdurige positie en functie behoren vooral predikanten en kerkelijk werkers aan het nodige leerproces een belangrijke bijdrage te leveren. 2. Vanwege mijn jarenlange contacten en bezigheden op het terrein van gemeenteopbouw heb ik ontdekt, dat zowel saamhorigheid als samenwerking vaak onvoldoende zijn ontwikkeld. Bovendien bestaat er meestal geen gemeenschappelijke visie om deze twee wezenlijke kenmerken van het kerkelijk leven en beleid op elkaar af te stemmen en zo nodig te verbeteren. 3. Voor de ontwikkeling van zo’n visie is het nodig samen te leren werken aan het hart van de kerk. Vanwege hun positie en functie in het kerkelijk leven en beleid, is het van vitaal belang, dat predikanten en kerkelijk werkers aan dit leerproces leiding geven. Wanneer ze hiervoor onvoldoende inzicht hebben, is bijscholing nodig. Die is mogelijk via de trainingen Bouwen aan de kern van de kerk en Constructief omgaan met verschillen en geschillen. Hierover is bij mij informatie verkrijgbaar. 4. Over de inhoud van dit leerproces gaat het in deel II. II. Inhoud Ter verduidelijking een aantal opmerkingen over de kernwoorden. 1. Kerk Het woord kerk is afkomstig van het Griekse woord kuriakè, dat betekent: wat van de Heer is of bij de Heer hoort. Hierop is de oudste belijdenis gebaseerd: Jezus is Heer. Dat wil zeggen: in de kerk heeft Hij het voor het zeggen. En kerkléden zijn zij, die bij deze Heer willen horen en hun leven willen afstemmen op Zijn bedoeling. Al van oudsher geldt de regel: ‘Waar Christus is, daar is de kerk’. Deze keus betekent geen scheiding tussen Vader en Zoon, omdat ze in wezen één zijn (Johannes 10:30) en de leerlingen volgens de eerste drie evangelieschrijvers als boodschap van Hogerhand te horen krijgen: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’ (o.a. Marcus 9:7). 2. Het hart van de kerk Het hart van de kerk past bij het beeld van de kerk als lichaam van Christus, waarvan Hij het hoofd is en Zijn volgelingen de ledematen. Het hart of de kern van de kerk is te definiëren als een drievoudige relatie: - hart voor de Heer, - hart voor elkaar als Zijn leerlingen, - hart voor Zijn bevrijdend werk in de wereld. Deze kern vormt het DNA ofwel het wezenlijke kenmerk van het christelijk en kerkelijk leven. Dit kenmerk wordt zichtbaar in de bereidheid de Heer te leren vinden, volgen en vertegenwoordigen.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 26 van 33
Deze bereidheid geldt niet alleen voor het geheel, maar ook voor de onderdelen, zoals diaconaat, pastoraat, liturgie, jeugdwerk, toerusting en missionair werk. De drie onderdelen of dimensies van de kerk zijn wel te ónderscheiden, maar mogen niet worden géscheiden. Dat betekent, dat: alle drie onderdelen van dit hart nodig en onmisbaar zijn. Deze definitie is te verduidelijken via het beeld van het biologisch hart. Wanneer een hart gezond functioneert, heeft dat een gunstige invloed op het lichaam als geheel en dus ook op alle afzonderlijke ledematen. Wanneer het hart zwak of ziek is, heeft dat uiteraard een ongunstige invloed. Welnu, het hart of de kern van de kerk functioneert volgens mijn waarneming vaak zwak en is in een aantal gevallen zelfs ziek. Hiermee hangt wellicht samen het jaarlijks krimpen van de Nederlandse kerken met ongeveer 100.000 leden, de omvangrijke randkerkelijkheid, het gebrek aan eenheid/eensgezindheid, de geringe aantrekkingskracht op buitenstaanders en de onduidelijkheid over identiteit en doel. Deze zwakte of ziekte kan 1, 2 of alle 3 de aspecten van het kerkelijk hart betreffen, maar wanneer één van drieën niet gezond functioneert, worden ook de overige twee nadelig beïnvloed: - wanneer in een gemeente of bij een individueel gemeentelid het hart voor de Heer hapert, heeft dat ook een nadelige invloed op het hart voor elkaar als Zijn leerlingen en bij Zijn bevrijdingswerk in de wereld. - wanneer in een gemeente het hart voor elkaar als leerlingen van de Heer hapert, bijvoorbeeld vanwege verstoorde verhoudingen, heeft dit ook een nadelige invloed op het hart voor de Heer en voor Zijn missie in de wereld. - wanneer in een gemeente het hart voor het bevrijdend werk van de Heer in de wereld onder de maat is, beschadigt dat ook de twee andere onderdelen van de kern. 3. Werken aan het hart van de kerk Wanneer ons lichamelijk hart goed functioneert, is het nodig er zo gezond mogelijk mee om te gaan. Wanneer het niet goed functioneert is het nodig een dokter te raadplegen en zijn aanwijzingen op te volgen. Wat het hart van de kerk of van ons persoonlijk als christenen betreft, is het voor het gezond worden en gezond houden van ons hart nodig te luisteren naar de aanwijzingen van onze Heer, die tegelijk onze genéésheer of dokter is. Dat betekent, dat het voor een zo gezond mogelijk functioneren van het christelijk en kerkelijk leven van vitaal belang is ons door Zijn Geest te laten leiden. Hiertoe werden ook de zeven gemeenten in Openbaringen 2 en 3 aangespoord: ‘Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.’ Deze opdracht vertoont een opvallende overeenkomst met de aanwijzing van Jezus aan het slot van de gelijkenis over het zaad, die een sleutelrol vervult voor het verstaan van de overige gelijkenissen (Marcus 4:13). Nadat Jezus heeft verteld, dat in drie van de vier voorbeelden het zaad van het Evangelie niet in goede aarde valt, luidt Zijn conclusie: ‘Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren (o.a. Marcus 4:9). Dit houdt in het welwillend beluisteren en beantwoorden van het Evangelie ofwel van Gods beloften en opdrachten. Daarom is zowel in de titel van mijn boeken als van de trainingen het woord Bron met een hoofdletter geschreven! Het ter harte nemen van het Evangelie is nodig voor alle gemeenteleden, maar voor leden van de kerkenraad en van werkgroepen is dat vanwege hun leidinggevende taak des te meer nodig. Werken aan het hart van de kerk bestaat dus niet allereerst in het bezig zijn met allerlei organisatorische zaken, maar in het voortdurend be-hart-igen van de drievoudige kern. Hiervan zijn inhoud en doel, dat we in het licht van Gods grote liefde voor de wereld, Hem gaan liefhebben met ons hele leven en de naaste als onszelf.
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 27 van 33
4. Sámen werken aan het hart van de kerk Evenals een biologisch lichaam pas gezond en wel kan leven, groeien en functioneren, wanneer alle ledematen goed op elkaar zijn afgestemd en samen werken, is dat ook nodig voor de kérk als lichaam van Christus. In dit kader hoort sámen werken aan het hart van de kerk dan ook niet alleen de hoogste prioriteit te hebben op de agenda van de kerkenraad als leidinggevend orgaan, maar ook van allerlei werkgroepen. Het is overigens eveneens de roeping van alle ‘gewone’ gemeenteleden. Voor deze samenwerking zijn de volgende doelgroepen te onderscheiden: a. Predikanten en kerkelijk werkers vanwege hun taak voor G/geestelijke begeleiding en opbouw van de gemeente, b. Kerkenraden en dergelijke beleidsorganen vanwege hun verantwoordelijkheid voor het kerkelijk beleid en de toerusting van gemeenteleden, c. Werk- en taakgroepen vanwege hun specifieke bijdrage aan onderdelen van het kerkelijk leven, d. Gemeenteleden, omdat zij het draagvlak van de kerk vormen en primair verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van het Evangelie aan de volgende generatie en aan buitenstaanders. Alleen door samen te gaan én te blijven werken aan het drievoudig hart van de kerk, zullen zowel de noodzakelijke saamhorigheid als samenwerking worden bevorderd, zodat de kerk zo vitaal mogelijk kan leven en functioneren. Hierdoor kan ze aantrekkelijk worden zowel voor binnen- als buitenstaanders. Dat vraagt veel aandacht en inzet, maar het resultaat van dit leerproces maakt duidelijk, dat het de moeite waard is. 5. Van ABC naar CBA De methode om de visie te leren verwerken in beleid en bezigheden kan worden getypeerd met de letters A, B en C. Het gaat om de A van Activiteiten, de B van Bezinning en de C van Communicatie ofwel het gaat om het goed leren gebruiken van handen, hoofd en hart. Meestal wordt het grootste deel van de kerkelijke aandacht en energie besteed aan allerlei activiteiten, veel minder aan bezinning en nog minder aan communicatie of persoonlijke ontmoetingen. Hierdoor lopen kerkenraden en werkgroepen het risico zowel de omgang met God en met elkaar te verwaarlozen en te verzakelijken. Daarom is het vruchtbaarder te kiezen voor de omgekeerde volgorde en dus voor CBA. Gemeenteopbouw volgens deze methode begint met het via geloofsgesprekken samen beluisteren en beantwoorden van een passend bijbelgedeelte en met ruimte voor het uitwisselen van persoonlijk wel en wee. Hierdoor wordt zowel de relatie van de deelnemers met God gevoed en verrijkt als ook die met elkaar. Deze hartversterkingen verstevigen de onderlinge verhoudingen, bevorderen een vruchtbare bezinning en leiden tot hierop aansluitende activiteiten. Het behartigen van de ‘C-factor’ is te vergelijken met voldoende goede olie in de motor: hij loopt soepeler, functioneert beter en slijt minder. Bezinning of de B-factor doet een beroep op ons verstand. Dit is nodig om de aanwijzingen van het Evangelie te vertalen in beleid. Hierbij gaat het om het beantwoorden van vragen, zoals: wat zijn de conclusies en consequenties voor bijv. liturgie, pastoraat, diaconaat, vacatures, oecumene, missionair werk, financieel beheer? Welke prioriteiten zijn er nodig? Wat zijn de mogelijkheden, beperkingen en weerstanden?
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 28 van 33
Tenslotte worden als resultaat van een goede communicatie en bezinning bijpassende activiteiten of bouwstenen ontwikkeld om het beleid te concretiseren. In deze A-factor worden de handen uit de mouwen gestoken om de drievoudige kern in stand te houden en te versterken. De concretisering van het zo samen werken aan het hart voor de kerk is stap voor stap beschreven in mijn boeken Leven uit de Bron* en in het vervolg Groeien bij de Bron**. 6. Geen wondermiddel, maar een groeikans Hiermee wordt bedoeld, dat het instemmen met de drievoudige kern als het wezenlijke kenmerk van de kerk en met de CBA-methode niet werken als wondermiddelen, die automatisch en snel resultaat opleveren. Er bestaat alleen kans op resultaat of groei, wanneer voorganger(s), kerkenraden, werkgroepen en gemeenteleden samen de kern via de CBA-methode gaan én blijven beoefenen. Dit leerproces wordt weliswaar bemoeilijkt door kwaadaardige machten en door onze eigen gebreken, maar desondanks komen we verder, wanneer we de aanwijzingen van de Heer te harte nemen en ons laten inspireren door Zijn Geest. Als zodanig bieden inhoud en methode van dit opbouwproces een effectief vaccin tegen het gevaarlijke virus van de secularisatie ofwel de vervreemding van God en de geloofsgemeenschap. Hierdoor ontstaat een aantrekkelijke gemeente zowel voor binnen- als buitenstaanders. Dat geldt met name voor jongeren, die zich vooral aangesproken voelen door bezielde en oprechte christenen Moge zo steeds opnieuw worden ontdekt, dat leven uit en bij de Bron een bron van Leven schenkt. * Leven uit de Bron, via geloofsopbouw naar gemeenteopbouw, 7e bijgewerkte druk, VBK-media/Kok, Utrecht. ** Groeien bij de Bron, kansen voor het christelijk en kerkelijk leven, VBK-media/Kok, Utrecht.
ds. Marius Noorloos, docent/consulent geloofs- en gemeenteopbouw, Pallietergaarde 123, 7329 HA Apeldoorn, tel. 055-5430284. e-mail:
[email protected]
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
bijgewerkt april 2012
pagina 29 van 33
Sociale media en de kerk De kerk denkt teveel offline Een veelgehoorde eerste reactie: 'Waarom is het zo dat wij ons moeten aanpassen aan de jongeren? Kunnen zij niet wat meer moeite doen om te begrijpen waar het om gaat in de kerk?’ Spelen De workshop die schetst een beeld van de huidige generatie, pakt lijnen uit de jongerenmarketing en stelt de vraag: wat moeten wij daarmee als kerk? De tweede reactie die over de eerste buitelt is misschien net zoveel zeggend: 'ik erger me altijd kapot aan die jongeren die voortdurend met hun mobiel lopen te spelen!'. Die tweede reactie laat misschien meer dan de eerste zien dat er inderdaad een generatiekloof lijkt te ontstaan. Waar wij als volwassenen het gedrag van de jongeren interpreteren als spelen en daarmee als niet noodzakelijk, zegt de generatie die nu opgroeit: 'Wat voor zin heeft het om ergens te zijn als er geen internet is?' Het online en offline leven ligt steeds meer in elkaar vervlochten. Een leven wat nieuwe mogelijkheden biedt, ook voor de kerk. Tijd om de koudwatervrees te overwinnen! Verbonden generaties Het is niet zo dat alle leiders in de kerk op Twitter of Facebook moeten, maar we moeten wel met elkaar de kracht proberen te begrijpen die bij deze 'Generatie Z' ligt. Die term is afkomstig van een gelijknamig boek en schets een beeld van de generatie die geboren is tussen 1992 en 2010. Ze worden betiteld als 'digital natives'. Kortom de generatie die een wereld zonder internet niet gekend heeft. Even terug naar de eerste vraag: kunnen zij niet wat meer moeite doen…? Moet de vraag niet zijn: welke moeite doen wij? Vanuit eerdere onderzoeken en boeken die verschenen zijn over generaties kunnen we leren dat het beeld van een generatie altijd verbonden is met andere generatie. De ontwikkelingen van de huidige generatie zijn terug te voeren op de keuzes van de generatie daarvoor. We hebben niet te maken met een generatie die losstaat, maar waar wij mede verantwoordelijk voor dragen: voor de mooie dingen en de dingen waar we ons dus aan kunnen storen. Misschien liggen in dat laatste juist kansen. Zijn we bereid die te ontdekken met elkaar? Hoger achten Ik geloof dat Jezus ons oproept om jongeren hoger te achten dan onszelf. Daarom is het belangrijk als kerk om beeld te krijgen van de opgroeiende generatie. Dit is een zoektocht waarin niet alle antwoorden gegeven worden, maar waarin wel verschillende denkrichtingen zichtbaar worden.
Nederlands Gereformeerd Jeugdwerk
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 30 van 33
Leerdiensten voor jongeren Hoe kom je anno 2012 erbij om rondom de Heidelbergse catechismus diensten voor jongeren te gaan organiseren. We kunnen er een heel geestelijk verhaal van maken, maar eigenlijk is het gewoon een gevolg van een compromis, wat goed lijkt uit te pakken. De jongeren die onze jonge tienerdiensten al een tijdje bezochten ontgroeiden het concept en hadden iets minder behoefte aan spring en stuiterdiensten. Zij wilden vooral verdieping en een wat meer relaxte dienst. Toen we daarover spraken kregen we het uitdrukkelijke verzoek van één van onze predikanten om de catechismus een plek te geven. Die uitdaging zijn we aangegaan. We hebben met OPEN UP (unplugged en puur) een format neergezet die op een hele basis manier de diensten vorm geeft. Geen grote band, maar twee, hooguit drie muzikanten. Geen bewegend licht, maar mooi uitgelicht en statisch. En we proberen verschillende zintuigen te prikkelen. Denk dan ook geur en zicht, door wierook en life performing artist. Daarbij zoeken we naar mogelijkheden voor persoonlijke ervaring. Denk aan momenten van stilte en ruimte en gelegenheid om ergens persoonlijk te bidden. Er heerst een sfeer van rust, het preken is meer verhalend, bijbelstudieachtig en we werken met een vast herkenbaar format. Het is een dienst waarin een vraag uit de catechismus centraal staat en als uitgangspunt wordt genomen. Even een klein detail: we vragen een oudere uit onze gemeente de vraag te lezen. Het liefst in een formele vertaling. Dat geeft extra kleur aan het geheel. Kortom, een helder format, waarin historie en heden verbonden zijn, op een ingetogen persoonlijke manier. Tijdens de workshop gaat we hier uitgebreid op in. Nederlands Gereformeerd Jeugdwerk
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 31 van 33
De diaken als dirigent van de diaconale gemeenschap Diaconaat behoort tot de essentie van het lichaam van Christus, de kerk. In navolging van haar Heer is de kerk geroepen om liefdevol, opofferingsgezind, dienstbaar en barmhartig te zijn. Zonder diaconaat geen christelijke gemeente! Bij het nadenken over diaconaat moet je dus ook níet beginnen bij de diakenen. Diaconaat is allereerst een activiteit van de gemeente! Als diaken stimuleer je het functioneren van de gemeente als gemeenschap. Je bevordert dat de gemeente een liefdevolle gemeenschap is. Dus niet de taak van de gemeente overnemen, maar barmhartigheid juist stimuleren en coördineren en de gemeente daarvoor toerusten, opwekken en aansporen. Dirigent Als diaken ben je als het ware een dirigent van de diaconale gemeenschap. Je kent het muziekstuk ‘diaconale gemeente’ en je weet hoe het moet klinken. Ieder gemeentelid speelt daarin zijn of haar eigen stuk. Niemand kan wegblijven maar er is ook geen ruimte om wat voor jezelf te gaan spelen. Het resultaat is een welluidend geheel waarin alle gaven worden ingezet. Daarbij is je doel om de Auteur van het stuk eer aan te doen door het stuk zo te laten klinken zoals hij het heeft bedoeld. Weerbarstige praktijk In 2008 verscheen het onderzoeksrapport ‘Leiding geven aan liefdewerk’ dat inzicht gaf in de stand van zaken binnen de diaconieën (van de GKv). Een aantal conclusies daaruit zijn: De rolverdeling tussen diaken en gemeenteleden is vaak onduidelijk Diakenen zijn vooral actief in het zelf signaleren van nood en het geven van hulp Diakenen doen (te) weinig aan opwekken & toerusten van gemeenteleden Shift in denken Als het gaat om diaconaat van de gemeente is vaak nog een shift in denken en handelen nodig. Van zelf doen naar het aansturen en stimuleren van de gemeente. Vraag je als diaconie daarom steeds af: • Wat kunnen gemeenteleden zelf hieraan doen? Op welke manier kan de gemeente worden ingeschakeld? • Welke initiërende, coördinerende, organiserende of uitvoerende taak is hierbij voor diakenen weggelegd? Wat mag de gemeente van ons verwachten? Concrete mogelijkheden van toerusten Hieronder volgt een aantal mogelijkheden om gemeenteleden toe te rusten: • Via het diaconaal huisbezoek • Via de zondagse eredienst (prediking, voorbede, collecte, avondmaal) • Op wijkavonden en gemeenteavonden en bijbelstudiegroepen • Door Boekbesprekingen en boeksuggesties • Laat de Micha cursus organiseren en beveel deze aan • Wijs op het diaconale bijbelleesrooster • Begin bij jongeren: via catechisatie / jeugdvereniging / micha young • Organiseer-stimuleer studiegroepen en leesgroepen: breng boeken in • Organiseer een thema avond (ook open voor niet-gemeenteleden?) • Gebruik het kerkblad, wijkblaadje, website, social media, mail • Door mensen gericht te vragen
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 32 van 33
Enkele praktische tips: Vorm een groepje mensen die (al) warm draaien voor diaconaat • Stimuleer deze groep (nieuwe dingen) te beginnen • Creëer randvoorwaarden (bijv. budget) • Zorg voor verbinding met diaconie en met de rest van de gemeente Een buurtonderzoek uitgevoerd door gemeenteleden werkt vaak stimulerend! Lead by example (be the change you want to see) • Persoonlijk en als diaconie • Maak het diaconaat zichtbaar in gemeente! • Geef eigen en andere diaconale initiatieven ook een plek in eredienst (collecte/gebed/oproep om mee te doen, etc) Initieer enkele korte, kerkbrede projecten waaraan zoveel mogelijk mensen meedoen: • Concreet en kortdurend • Zoveel mogelijk mensen betrekken • Organiseer een programma dat kan worden getrokken door gemeenteleden • Ga zo mogelijk voor ‘gegarandeerd resultaat’ • Met als doel: het zet duidelijk diaconaat neer voor de hele gemeente Werk steeds het ambt van alle gelovigen uit: 1. In preken en beleid 2. Stimuleer inzet van gaven door vrijwilligers 3. Zorg voor vrijwilligersbeleid Modelleer als kerk het diaconaat verder, door het starten van een duidelijk diaconaal project voor de lange termijn. Doe dit in je eigen lokale gemeenschap, om echt als gemeente betrokken te raken op diaconaat. Werk daarbij vanuit een goed doordacht plan en bedenk dat een lange adem nodig is! Om niet te vergeten • Het evangelie is de motor van het diaconaat • Als diaken moet je zelf gegrepen zijn – vuur ontsteek je met vuur • Blijf communiceren • Groeien is een continue proces • Gebed – zonder Mij kunt u niets doen (Joh 15:5)
www.diaconaalsteunpunt.nl (038) 4270480
Syllabus Toerustingsdag ambtsdragers NGK, 2 juni 2012
pagina 33 van 33