Ver. uitg. : Peter Menu, Director Corporate Affairs & Communications. Pfizer Pleinlaan 17 - 1050 Brussel - 150309 March 2015
PLG SOMMEIL COVER NL 150309-0315_Mise en page 1 18/03/15 12:24 Page1
Deze gids behoort toe aan
.................................................................................................................................................
Een dienst van : Stempel
1
2
EDITO
Beste lezer,
Elke ziekte roept vragen op. Ook bij jou ? Deze brochure heeft tot doel om een antwoord te verschaffen op jouw medische en niet medische vragen en om je zo te helpen bij de behandeling van je ziekte. Naast haar informatieve bedoeling, is deze brochure ook een instrument ter bevordering van de dialoog met je arts en apotheker, die je bevoorrechte gesprekspartners blijven. Aan het einde van deze brochure vind je een aantal pagina’s die hiervoor bestemd zijn. Ons motto luidt “Samenwerken voor een gezondere wereld”. Wij hopen dat deze Pfizer Life Gids hierbij zal helpen. Veel leesgenot ! Het Pfizer Life team 3
4
1
Wanneer spreek je van een slaapstoornis ?
P8
2
Waarom slaap je slecht ?
4 P1
3
Hoe kan je zelf je slaapprobleem aanpakken ?
8 P1
4
Als medicatie toch nodig blijkt…
2 P2
5
Als je lotgenoten wil ontmoeten
6 P3
6
Slaapdagboek
8 P3
7
Nota’s
6 P4
5
6
Slaapstoornissen Als je de slaap niet kan vatten…
7
1
Wanneer spreek je van een slaapstoornis ? • Het belang van slaap Slecht slapen omdat je een tasje koffie teveel dronk. Wakker liggen door het gepieker over de dag van morgen. Plots wakker schieten na een droom over je schoonmoeder… Een slechte nacht overkomt iedereen wel eens. Wanneer je af en toe één of enkele dagen wat minder slaapt, moet je je geen zorgen maken. Maar als je wekenlang elke nacht uren schaapjes moet tellen en je ’s morgens doodmoe uit bed stapt, dan is er wat meer aan de hand. Voor je lichaam is slapen een heuse wellnesskuur: het herstelt je lichamelijk en geestelijk. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen evenveel slaap nodig heeft. De slaapbehoefte verschilt van persoon tot persoon en schommelt tussen vier en elf uren per nacht. Vanaf je 45 jaar gaat de slaapefficiëntie bergaf. Eens je ouder wordt, wordt je ’s nachts makkelijker wakker en slaap je moeilijker terug in. Om te bepalen of je goed slaapt zijn de kwaliteit van je slaap en een uitgerust gevoel belangrijker dan het tijdstip waarop je in slaap valt of het aantal uren dat je slaapt.
8
• Hoe verloopt je slaap normaal ? Je slaap bestaat uit vijf verschillende fasen : De eerste fase duurt een minuut of drie. In die fase slaap je in. Men noemt het ook wel eens ‘de lichte Je slaap f uit vij bestaat de fasen n le verschil
slaap’, want je schommelt tussen waken en slapen en je wordt makkelijk wakker. Je gedachten glijden als het ware over in
dromen. De spieractiviteit in je lichaam neemt af. Het kan wel zijn dat je in dit stadium soms wat onwillekeurige spiertrekkingen in je armen of je benen voelt. Deze spierschokjes worden soms voorafgegaan door een gevoel van ‘vallen’ (net of je je misstapt en in een put valt). Als je gedurende slaapstadium 1 wakker wordt gemaakt, dan herinner je je vaak bepaalde beelden uit je slaap. In de tweede fase neemt je hersenactiviteit verder af. Uiteraard vallen je hersenen niet helemaal stil. Af en toe zullen ze extra inspanningen leveren; soms zelfs meer dan overdag! Je slaap wordt al wat dieper, maar je wordt nog wel makkelijk wakker van geluiden in je omgeving. Als je in deze fase wakker wordt, lijkt het alsof je nog niet geslapen hebt. Na ongeveer een half uurtje kom je in de derde fase terecht. Je ademhaling wordt regelmatiger, je hartritme daalt en je spieren zijn ontspannen. Je slaapt m.a.w. steeds dieper en je hersenactiviteit wordt nog trager. 9
In de vierde fase slaap je het diepst. In deze slaapfase ben je het moeilijkst te wekken. Als je toch wakker wordt gemaakt, dan ben je vaak verward en gedesoriënteerd. Na de diepe slaap volgt de droomslaap. Deze treedt in na ongeveer anderhalf uur slapen en duurt een tiental minuten. In deze slaapfase neemt je hersenactiviteit weer sterk toe. Je verwerkt en sorteert als het ware je belevenissen van de dag. Het is dan ook niet verwonderlijk dat je gaat dromen. Uit deze fase ben je gemakkelijk te wekken en kun je meestal vertellen wat je gedroomd hebt. Tijdens de droomfase beweeg je voortdurend met je ogen. Daarom noemt men deze fase soms ook de «REM-slaap», waarbij REM de afkorting is van Rapid Eye Movement (snelle oogbeweging).
Fig1: slaapstadia van een gezonde volwassen persoon
De REM-slaap wordt steeds langer naarmate de nacht vordert; de diepe slaapfasen verminderen.
10
De opeenvolging van deze vijf fasen vormt één slaapcyclus. Gedurende de nacht doorloop je
meerdere malen een
dergelijke cyclus; van de vier steeds dieper wordende slaapfasen naar de REM-slaap, waarna het weer van voren af aan begint. Maar niet alle cycli die je doorloopt zijn exact hetzelfde. Bij iedere ronde wordt de slaap minder diep. Later in de nacht haal je vaak niet eens meer de diepste slaapfasen. Het lijkt wel alsof gedurende de nacht de hoeveelheid diepe slaap 'opraakt'. Ook blijkt in het tweede deel van de nacht in verhouding meer REM-slaap op te treden. De leeftijd speelt eveneens een rol in hoe je slaap eruit ziet. Het aandeel van de eerste fase wordt relatief ijd De leeft ns v e ne e e lt e e p s hoe je een rol in ziet. it ru e slaap
gezien groter wanneer je ouder wordt. De diepe slaapfasen verminderen vanaf 20 jaar, om volledig te verdwijnen eens ouder dan 60. Het hoeft je dus niet te verwonderen dat
je, wanneer je ouder wordt, minder diep slaapt en sneller wakker wordt.
11
• Een slaapstoornis We spreken van een slaapstoornis als je regelmatig slecht slaapt, daar minstens een maand last van hebt en als je daardoor overdag minder goed functioneert. Zo’n stoornis gaat meestal samen met concentratieproblemen, prikkelbaarheid en gebrek aan energie. Dit kan een heel nadelige invloed hebben op je werk en je naaste omgeving. Om die reden is het ook belangrijk een dergelijke stoornis op de juiste manier aan te pakken. Slaapstoornissen kunnen we indelen in 2 grote groepen: dyssomnieën en parasomnieën. Dyssomnieën hebben te maken met de duur en de kwaliteit van je slaap. Ook het moment van inslapen speelt een rol. In deze groep maakt men nog een onderscheid tussen insomnie (slapeloosheid) en hypersomnie (overvloedig slapen). Lijd je aan insomnie dan heb je moeite om in te slapen. Je wordt ‘s nachts vaak wakker of je ontwaakt ’s ochtends te vroeg. Heb je last van hypersomnie, dan kun je overdag moeilijk wakker blijven. Je slaapt ‘s nachts en vaak ook overdag erg veel, maar je blijft je desondanks slaperig voelen. Sommige mensen leiden aan narcolepsie en kunnen hierdoor plotseling in slaap vallen. In geval van parasomnieën vertoon je abnormale verschijnselen of gedragingen tijdens je slaap: je hebt nachtmerries, je slaapwandelt, praat of tandenknarst.
12
ornissen Slaapsto indelen we : kunnen groepen te ro in 2 g en n ë ie n m dysso nieën. parasom
13
2
Waarom slaap je slecht ? Slaapstoornissen kunnen diverse oorzaken hebben. We lichten ze even kort toe:
◗ Stress is zonder twijfel de belangrijkste oorzaak van slaapstoornissen. Stress of spanningen zorgen ervoor dat je continu alert bent, terwijl je voor een gezonde slaap juist ontspanning nodig hebt. Deadlines of conflicten op het werk, geldzorgen, problemen met kinderen, ouders of partner, bouwperikelen… het zijn allemaal redenen die je uit je slaap kunnen houden. Is dit van korte duur, dan ondervind je hier doorgaans weinig hinder van. Maar blijft het aanhouden, dan wordt het een probleem en zoek je beter tijdig hulp. ◗ Ook traumatische ervaringen, zoals een ongeluk, een inbraak, een aanranding of de plotselinge dood van een geliefde geven vaak aanleiding tot slaapstoornissen en/of nachtmerries.
14
◗ We haalden reeds aan dat je leeftijd ook een invloed heeft op je slaappatroon. Hoe ouder je wordt, hoe minder snel je inslaapt. Bovendien slaap je minder diep. Je beweegt vaak minder tijdens de dag en soms doe je zelfs nog een middagdutje. In se is daar niets mis mee. Maar om je nachtelijke slaap te bevorderen, laat je dit beter achterwege. ◗ Slaapstoornissen kunnen een begeleidend symptoom zijn van bepaalde ziekten (o.a. pijn, hart- en vaatstoornissen, ademhalingsaandoeningen zoals astma of allergie, maagdarmstoornissen (vb. reflux)). ◗ Ook slaapapneu kan een reden zijn waarom je vermoeid opstaat. Slaapapneu is een aandoening waarbij je tijdens je slaap af en toe gedurende korte tijd (enkele seconden) stopt met ademen. Hierdoor wordt je slaap verstoord. Je ademt minder zuurstof in, waardoor op de duur je hersenen een tekort aan zuurstof krijgen. Om toch voldoende luchttoevoer te behouden, zal je de natuurlijke reflex hebben om lichter te slapen. Het gevolg hiervan is dat je minder recupereert en dus niet uitgeslapen wakker wordt. ◗ Het kan zijn dat je slecht slaapt omwille van een psychiatrisch probleem, zoals depressie, angst, psychose of verslavingsverschijnselen. ◗ Sommige mensen vertonen slaapproblemen omwille van ‘onrustige benen’ (restless legs).
15
◗ Uitwendige factoren zoals een lawaaierige omgeving, ploegenarbeid of jetlag kunnen aan de basis liggen van slapeloosheid. ◗ Soms zijn geneesmiddelen de boosdoener: o.a. eetlustremmers, bepaalde antidepressiva, plaspillen, cortisone of sommige producten tegen neusverkoudheid kunnen je uit je slaap houden.
◗ Alcohol lijkt een ideale slaapmuts, maar niets is minder waar. Alcohol zal je misschien snel doen inslapen, maar bezorgt je een slechte en onrustige slaap. Caffeïne in cola of koffie kunnen eveneens je slaap verstoren. Heel gevoelige mensen liggen zelfs al wakker na een kopje thee ’s avonds.
16
n n ku nne e s is n r o Slaapsto zaken hebben. : oo r kort toe diverse n e v e e en z We licht • stress che ervaringen tis • t ra u m a • leeftijd n • ziekte eu pn • slaapa isch probleem iatr • p syc h factoren e ig d n e • uitw n smiddele • genee l • alcoho e • caffeïn
17
3
Hoe kan je zelf je slaapprobleem aanpakken ? Blijkbaar grijpen we in België en Frankrijk sneller naar slaapmiddelen dan in de omringende landen. In vele gevallen kan je nochtans met het aanpassen van je levensstijl of slaapgewoonten al heel wat problemen voorkomen. We zetten enkele tips op een rijtje:
we r grijpen jk Blijkbaa ri k n ra en F in België r naar e ll s ne n in delen da slaapmid nde landen. nge de omri
◗ Probeer eerst en vooral inzicht te krijgen in je slaapgedrag. Dit kan je perfect doen door een slaapdagboek bij te houden. Schrijf hier ’s ochtends in hoelang het de avond voordien duurde voor je in slaap viel. Hoelang heb je geslapen? Wanneer lag je ’s nachts wakker? Hoeveel uren sliep je werkelijk? Het hoeft uiteraard enkel een schatting te zijn; staar je zeker niet blind op de wekker! ◗ Noteer hoe je je voelt bij het ontwaken? Ben je uitgerust of niet? Het is vooral belangrijk dat je voor jezelf nagaat of je bepaalde oorzaken kan aanwijzen voor het wakker liggen. Heb je over iets bepaald liggen piekeren? Heb je laat gegeten? Dronk je nog alcohol voor het slapen? Had je voldoende ontspanning tijdens de dag? Of moest je gewoon uitzonderlijk vroeg opstaan de volgende ochtend? 18
◗ Ga zoveel mogelijk op hetzelfde tijdstip slapen en sta op hetzelfde uur op. Dit helpt om een vast slaap-waakritme te ontwikkelen en het bevordert de kwaliteit van je slaap. Slaap ook in het weekend niet te lang uit, maar probeer hetzelfde ritme als in de week aan te houden. ◗ Zorg voor een rustige slaapomgeving. Reserveer je slaapkamer voor het slapen, niet om TV te kijken of aan powertraining te doen. ◗ Zorg ook voor een goede kwaliteit van matras en hoofdkussen. Draai geregeld je matras eens om en vervang ze zeker om de 10 jaar. ◗ Verlucht regelmatig je slaapkamer en zorg voor een temperatuur van rond 18°C. Het meest ideale is dat je met je raam open slaapt, als het lawaai dit toelaat tenminste. ◗ Je activiteiten overdag beïnvloeden sterk je nachtrust: zorg voor een goede afwisseling tussen inspanning en ontspanning. ◗ Inspannende activiteiten vlak voor het slapengaan kunnen het inslapen tegenwerken. Bouw dus best bewust een relaxatiemoment in voordat je gaat slapen. Wat je het meest ontspant is zeer persoonlijk:
een
boek
lezen, ademhalings19
oefeningen, yoga, een warme douche, rustige muziek, een kop melk…het kan allemaal. Kijk beter geen tv vlak voor je gaat slapen, zeker geen spannende, luidruchtige of emotionele programma’s . Ook geestelijke inspanningen zoals puzzelen of kruiswoordraadsels invullen kunnen je uit je slaap houden. Kruip niet vanachter de computer onmiddellijk je bed in. Gun je geest eerst even wat ontspanning! ◗ Zowel honger als een volle maag kunnen je belemmeren om in slaap te vallen. Eet best niet meer tot minstens drie uur voor het slapengaan. ◗ Beperk ‘s avonds het gebruik van genotsmiddelen met opwekkende stoffen zoals tabak, koffie en cola. Als je ‘s avonds veel alcohol gebruikt, zal je wel sneller, maar minder diep slapen. Bovendien is de kans groot dat je ‘s nachts wakker wordt. ◗ Als je voelt dat je niet in slaap raakt, sta dan op en doe iets anders tot je slaperig wordt. Blijf niet draaien in je bed. Je zal je enkel maar opwinden en nog minder goed in slaap geraken. ◗ Neem je problemen niet mee naar bed. Zorg ervoor dat je ze op de een of de andere manier buiten de slaapkamer houdt door er bijvoorbeeld over te praten of te schrijven.
20
◗ Probeer negatieve gedachten over slapen om te buigen naar positieve. Vermijd gedachten als «Dadelijk moet ik gaan slapen en dan lig ik weer uren wakker». «Denk positief: ‘Een heerlijk warm bedje. Eindelijk wat rust!» ◗ Als je partner ook slaapproblemen heeft of als je wakker ligt door gesnurk, zoek dan samen naar een oplossing. Aparte matrassen en/of donsdekens kunnen al en oplossing bieden tegen het gewoel. En mocht het nodig zijn, slaap dan eventueel een tijdje apart. Een goede nachtrust is goud waard, ook voor je relatie!
21
4
Als medicatie toch nodig blijkt… Wanneer de bovenstaande hygiënische maatregelen je niet van je slapeloze nachten kunnen verlossen, dan is het raadzaam eens langs te gaan bij je arts of apotheker. Het is uiteraard niet zeker dat de arts er zal voor kiezen om medicatie op te starten. Vaak is het beter iets aan de onderliggende klacht te doen. Als het wakker liggen bijvoorbeeld aan pijn te wijten is, dan is een pijnstiller en eventueel kiné vaak meer aangewezen dan een slaapmiddel. Het kan zijn dat de arts ervoor opteert om je psychologisch of psychiatrisch te laten behandelen. Sla zijn wijze raad dan niet van de hand. Op termijn zal het je wellicht alleen maar ten goede komen. Soms kiest de arts er wel voor om je tijdelijk een slaapmiddel voor te schrijven. Zeker wanneer je slaaptekort andere lichamelijke of emotionele klachten met zich meebrengt. Plantaardige producten Wanneer je een periode slecht slaapt, maar dit niet al te veel extra problemen met zich meebrengt, kan je eventueel kiezen voor een geneesmiddel op basis van planten. Valeriaan en passiebloem zijn het meest bestudeerd. Valeriaan zou de inslaaptijd verkorten en de slaapkwaliteit verbeteren. Passiebloem wordt eerder gebruikt bij rusteloosheid of angst. Niet alle studies wijzen op een duidelijk effect van deze planten, maar ze zijn relatief veilig. Enkel voor leverlijders zijn
22
ze niet aangewezen. Men gaat ervan uit dat deze middelen niet verslavend werken. Dus als je een lichte vorm van slapeloosheid hebt, loont het zeker de moeite om geneesmiddelen op basis van deze plantenextracten uit te proberen. We raden je wel aan om enkel producten te gebruiken die je in de apotheek aankoopt. Pas dan ben je zeker van de kwaliteit, wat niet altijd kan gezegd worden over die middelen die in de supermarkt
voo-
rhanden zijn! periode r je een iet al te Wannee r a a dit n laapt, m en met zich s t h c le s m a proble eel veel extr t, kan je eventu el g d n id re meeb eneesm or een g nten. o v n e z kie van pla op basis
Benzodiazepines en aanverwante « z-geneesmiddelen’ » Wanneer je slapeloosheid een duidelijk negatieve invloed heeft op je dagelijks leven, dan kan de arts besluiten je een slaapmiddel voor te schrijven. Meestal zal hij dan kiezen voor een z-geneesmiddel of een benzodiazepine. 23
Benzodiazepines Benzodiazepines is de verzamelnaam voor medicijnen met kalmerende en/of slaapverwekkende eigenschappen. De meeste kalmerings- en slaapmiddelen behoren tot deze groep. Er bestaan veel verschillende benzodiazepines. Ze hebben bijna allemaal een naam die eindigt op ‘pam’ of ‘lam’. Benzodiazepines hebben een remmende werking op je hersenen. Ze hebben een kalmerend, versuffend en/of spierverslappend effect. Je wordt daardoor rustiger en slaperig. Benzodiazepines werken snel. Hoe lang ze werken, hangt af van de soort. Er zijn benzodiazepines die relatief kort werken, een middellange werking hebben of zeer lang werken. Bij slaapproblemen zal de arts eerder kiezen voor producten die een middellange werking hebben. Deze geven minder snel kans op gewenning dan de kortwerkende benzodiazepines en minder kans op slaperigheid de dag nadien dan de langwerkende. Tabel 1 geeft een overzicht van de verschillende benzodiazepines wat hun werkingsduur en voornaamste indicaties betreft.
24
Z-geneesmiddelen Deze categorie bevat 3 geneesmiddelen die allemaal met een Z beginnen: zopiclon, zolpidem en zaleplon. Het voordeel is dat ze korter werken dan de benzodiazepines, waardoor er minder kans is dat je je de dag nadien nog slaperig voelt. Maar het is niet uitgesloten. Wees daarom ook met deze slaapmiddelen altijd voorzichtig als je de dag nadien met de auto rijdt of machines bestuurt. Aanvankelijk dacht men dat deze producten niet verslavend werkten, maar dit lijkt niet te kloppen. Ook hier is het belangrijk dat je deze geneesmiddelen zo kort mogelijk gebruikt en zeker vermijdt om er alcohol of andere centraal werkende geneesmiddelen bij te combineren.
25
Benzodiazepine
Voornaamste indicatie(s)
Alprazolam
Angst
Bromazepam
Angst
Brotizolam Clobazam
Slapeloosheid Angst - slapeloosheid t.g.v. angst vóór een heelkundige ingreep
Clonazepam
Epilepsie
Clorazepaat
Angst
Clotiazepam
Angst - slapeloosheid t.g.v. angst
Cloxazolam Diazepam
Angst Angst - epilepsie / spierspasmen vóór een heelkundige ingreep
Ethylloflazepaat
Angst - slapeloosheid
Flunitrazepam
Slapeloosheid
Flurazepam
Slapeloosheid
Loprazolam
Slapeloosheid
Lorazepam
Angst- slapeloosheid t.g.v. angst
Lormetazepam Midazolam
Slapeloosheid Verdoving of kalmering - vóór een heelkundige ingreep (enkel via inspuiting of infuus)
Nitrazepam
Slapeloosheid - epilepsie
Nordazepam
Angst
Oxazepam
Angst- slapeloosheid - alcoholontwenning
Prazepam
Angst- slapeloosheid t.g.v. angst
Triazolam
Angst - slapeloosheid t.g.v. angst
Figuur 1 : overzicht van de in België als geneesmiddel geregistreerde benzodiazepines, met hun voornaamste indicatie(s) en werkingsduur.
26
Werkingsduur Middellang Middellang Middellang Lang Lang Lang Middellang Lang Lang Lang Lang Lang Middellang Middellang Middellang Kort Lang Lang Middellang Lang Kort
27
• Gebruik deze slaapmiddelen niet te lang ! In principe is het de bedoeling dat je een slaapmiddel niet langer dan een week gebruikt. Slaapmiddelen pakken de oorzaak van je slaapprobleem niet aan. Ze zijn enkel nuttig om even als het ware wat slaap in te halen en aldus te recupereren van je slapeloze nachten. Bijna alle deze Gebruik len de id m p slaa ng ! niet te la
studies wijzen erop dat benzodiazepines effectief zijn gedurende 1 week. Vanaf de tweede week vermindert hun effect.
Wanneer je slaapmiddelen enkele weken na mekaar gebruikt, zal je merken dat je er niet zomaar van vandaag op morgen mee kan stoppen. De slapeloosheid zal dan opnieuw terugkeren, zelfs sterker dan voordien (rebound-effect). Je lichaam went namelijk aan het slaapmiddel. Bij heel lang gebruik kan je zelfs merken dat de aanvankelijke dosis niet voldoende effect meer heeft. Je lichaam zal om een hogere dosis smeken. Uiteraard is dit niet gezond en moet je een dergelijke verslaving te allen tijde trachten te vermijden ! Als je arts toch besloot om je gedurende een langere periode benzodiazepines of z-geneesmiddelen voor te schrijven, dan is het nodig dat je nadien de dosis langzamerhand afbouwt. Bouw de dosis niet te snel af! Soms zijn er enkele weken of zelfs maanden nodig om van je gewenning af te geraken. Bespreek altijd met je arts hoe je dit best aanpakt.
28
• Mogelijke nevenwerkingen Benzodiazepines en z-geneesmiddelen werken centraal; dus ter hoogte van de hersenen. Nevenwerkingen zijn bijgevolg niet uit te sluiten, waaronder : ◗ Verminderd reactie- en concentratievermogen. Hierdoor loop je meer risico’s in het verkeer of bij het bedienen van machines; ◗ Verminderde inschatting eigen capaciteiten; ◗ Sufheid; ◗ Emotionele afvlakking; ◗ Ontremming/agressie (soms), waardoor relationele en sociale problemen kunnen ontstaan; ◗ Toename van de eetlust met kans op stijging van het lichaamsgewicht; ◗ Verminderde spierbeheersing. Hierdoor verhoogt de kans dat je valt en je breuken oploopt. Zeker bij ouderen, die vaak ’s nachts eens opstaan om te plassen, zien we hierdoor meer heupbreuken. Met alle gevolgen vandien! ◗ Tijdelijk geheugenverlies. Het kan zijn dat je je ’s morgens niet herinnert wat je deed in de periode tussen de inname van je slaappil en het naar bed gaan; ◗ Verminderde zin in seks; ◗ Vermoeidheid; ◗ Onttrekkingsverschijnselen (= 'rebound'-effect) bij plotseling stoppen van het gebruik.
29
• Besturen van voertuigen of machines Het is belangrijk dat je beseft dat slaapmiddelen soms resteffecten kunnen hebben. Zeker in het begin van je behandeling kan het zijn dat je overdag ook nog wat suf bent. Zeker wanneer je nog andere slaapverwekkende producten (zoals sommige anti-allergische middelen) of alcohol nuttigt. In geval van sufheid of duizeligheid moet je vermijden om een auto te besturen of machines te bedienen. Denk er aan dat je verzekering een ongeval wellicht niet zal dekken wanneer ze te weten komen dat je onder invloed van slaapmiddelen of andere
centraal
wer-
kende producten reed.
• Afbouwen van slaapmiddelen We wezen er al meerdere malen op dat je dergelijke slaapmiddelen niet langer dan nodig mag gebruiken. Langdurig gebruik kan aanleiding geven tot ongewenste effecten zoals geheugenstoornissen, concentratie- en coördinatiestoornissen, duizeligheid, depressie, emotievermindering, toegenomen angst en zowel psychische als fysieke afhankelijkheid. Wanneer je dan plots toch zou willen stoppen, kunnen er eveneens allerlei vervelende symptomen de kop opsteken. Deze kunnen zowel psychisch (o.a. zenuwachtigheid, slapeloosheid, hallucinaties, concentratiestoornissen, agres30
sie) als fysiek (o.a. hoofdpijn, tics, tremor, zweten, tintelingen,
gastro-intestinale problemen) zijn. Een typisch kenmerk is ook dat je overgevoelig wordt voor bepaalde prikkels zoals geluid, licht, aanraking, smaak of geur. Soms krijgen mensen zelfs de indruk dat vloeren of muren scheef lopen of beginnen te trillen. Bij een minderheid van de patiënten (10 à 15%) treden langetermijneffecten op die pas na enkele maanden of zelfs jaren verdwijnen. De belangrijkste langdurende symptomen zijn angst, slapeloosheid, depressie, gevoels- en bewegingsstoornissen, maagdarmproblemen en geheugenstoornissen. Als je dit allemaal leest zal het je wellicht niet verwonderen dat je best onder begeleiding van de arts stopt met slaapmiddelen. Die zal je een schema voorstellen waarop je de medicatie moet afbouwen. De snelheid hangt af van meerdere factoren zoals de dosis en het type geneesmiddel, de gebruiksduur, je levensstijl en eventueel eerdere ervaringen met afbouwen. In ieder geval zal het heel langzaam gebeuren, meestal over verschillende maanden!
31
Andere geneesmiddelen die soms als slaapmiddel worden gebruikt • Antidepressiva Het kan zijn dat de arts ervoor kiest om je een middel voor te schrijven dat ook voor de behandeling van een depressie wordt gebruikt. Dit hoeft daarom niet te beteken dat je werkelijk een depressie hebt. Maar het zou wel kunnen dat je slapeloosheid vooral te maken heeft met veel gepieker of met een onderliggende angst voor iets. Het kan nuttig zijn om dan voor een middel te kiezen dat niet alleen de slaap bevordert, maar tevens ook het piekeren of zwartkijken wat mindert. • Slaapverwekkende anti-allergische middelen Sommige oudere middelen tegen allergie, zoals difenhydramine, zijn zo slaapverwekkend dat mensen ze wel eens nemen om in te slapen. Een heel goed idee is dit echter niet. Deze middelen hebben namelijk heel wat bijkomende vervelende nevenwerkingen. Ze geven bijvoorbeeld een droge mond, kunnen gezichtsstoornissen geven en bemoeilijken de stoelgang en het plassen. Om die redenen mag je het bijvoorbeeld zeker niet nemen wanneer je last hebt van een vergrote prostaat of een verhoogde oogboldruk (glaucoom). Enkel medicatie is geen goed idee Slaapmiddelen zullen je slaap bevorderen, maar ze pakken uiteraard de oorzaak niet aan. Zoals reeds eerder aangehaald is het belangrijk dat je voor jezelf uitmaakt wat de oorzaak 32
van je slaapprobleem is en dat je dit ook tracht te verhelpen. Vaak volstaan ontspanningsof ademhalingsoefeningen om je met een geruster gemoed te laten inslapen. Als je slaapstoornissen hebt is het zeker ook nuttig om tijdens de dag wat fysieke inspanningen te doen. Vermijd wel om te laat te sporten, want dit kan eerder nadelig werken op het inslapen. Soms zal je arts je psychologische begeleiding aanraden. Ga hier dan zeker op in. Het is voor niets nodig om hier beschaamd over te zijn. Integendeel! Je zal door de gesprekken een duidelijker beeld krijgen van wat je nu juist dwarsligt en hoe je uit de vicieuze cirkel kan geraken. Er bestaan daarnaast ook speciale slaapklinieken. Hier wordt je slaappatroon onderzocht. Men probeert er uit te zoeken wat de reden is van je vermoeidheid en slaperigheid overdag en je slapeloosheid, snurken, stoppen met ademen of bewegingen ‘s nachts. Eens je dat weet ben je al een hele stap verder en kan je er de nodige acties tegen ondernemen.
Lichttherapie bij winterdepressie Soms kan het zijn dat je je tijdens de wintermaanden wat down voelt. Winterdepressies komen vrij vaak voor en op zich is dat geen ramp. Het heeft puur te maken met het feit dat je te weinig zonlicht ziet. Bij gebrek aan zon scheidt het lichaam 33
meer melatonine af, een slaapverwekkende stof die lusteloosheid veroorzaakt. Uiteraard is het niet altijd mogelijk om dan op het vliegtuig te springen richting zon. Wat je wel kan doen is het zonlicht op kunstmatige manier in je huiskamer brengen. Bij lichttherapie is het de bedoeling dat je dagelijks gedurende een tweetal uur voor een lichtbak die intens wit licht geeft (meestal 10.000 lux) plaatsneemt. Het is niet helemaal duidelijk of de lichttherapie nut heeft bij slaapstoornissen. Soms wordt lichttherapie ’s morgens vroeg wel eens aangewend om het inslapen die dag te vervroegen. Kan je wat doen aan een jetlag? Wanneer je naar het oosten of het westen vliegt worden tijdszones overschreden. Wanneer je oostwaarts vliegt wordt de dag korter (je moet je horloge vooruit draaien); bij westwaarts vliegen heb je een langere dag voor de boeg (je moet je horloge terugdraaien). Als je meer dan drie tijdzones overschrijdt zal je inwendige biologische tijdklok protesteren. Je kan hierdoor last krijgen van lichamelijke en mentale aanpassingsproblemen, ook wel jetlag genoemd. Denk maar aan slaap- en eetstoornissen, misselijkheid, stoelgangproblemen, hoofdpijn, prikkelbaarheid of neerslachtigheid. Bij westwaarts reizen verloopt de aanpassing aan de lokale tijd in het algemeen sneller dan bij oostwaarts reizen. Als algemene regel geldt dat je lichaam 34
per uur tijdsverschil een dag nodig heeft om zich aan te passen. Uiteraard verschilt dit individueel. Licht is belangrijk bij het aanpassen van je slaappatroon. Daarom maakt het cabinepersoneel het vliegtuig donker op het tijdstip dat het op de plaats van bestemming nacht is en licht op het tijdstip dat het op de plaats van bestemming dag is. Na aankomst op de plaats van bestemming houd je best de plaatselijke dagindeling aan. Wanneer je bijvoorbeeld na een nachtvlucht aankomt, maak dan best onmiddellijk een wandeling in daglicht. Wil je toch gaan slapen, beperk je slaap dan tot een tweetal uren. Heb je het toch té moeilijk om door het tijdsverschil ’s avonds in te slapen, dan raden we je aan om eventueel een kortwerkend inslaapmiddel in te nemen. Maar gebruik dit zeker niet langer dan enkele dagen! Eventueel kan je opteren voor het inslaaphormoon ‘melatonine’. Dit hormoon wordt in de hersenen normaal gezien vrijgezet als het donker is (dus ’s nachts). Door de extra inname van dit hormoon wordt je biologische klok ingesteld op ‘slapen’. Je pakt de melatonine best een half uur voor het slapen. En dit tot 3 à 5 dagen na aankomst. Over de werkzaamheid en de juiste dosis bestaat wat discussie. Niet alle studies zijn even overtuigend over het nut ervan bij slaapstoornissen. Je hebt sowieso een voorschrift nodig om het geneesmiddel te bekomen. Dus kaart je reisplannen best eens aan bij je huisarts alvorens in het wilde weg pillen te slikken!
35
5
Als je lotgenoten wil ontmoeten Er bestaan in België enkele zelfhulpgroepen voor mensen met slaapstoornissen. Je kan er tijdens bijeenkomsten lotgenoten ontmoeten. Vaak organiseren dergelijke groeperingen informatiesessies. Daarenboven ijveren ze er voor om dit soort aandoeningen wat meer kenbaar te maken. Heb jij nood aan een gesprekspartner? Neem dan zeker eens een kijkje op volgende websites:
Vereniging voor apneu patiënten (VAPA): www.slaap-apneu.be Trefpunt zelfhulp: www.zelfhulp.be
36
• Bronnen Anonymus. Transparantiefiche Aanpak van Slapeloosheid. BCFI; januari 2013. Anthierens et al. Angst, stress en slaapproblemen. Hulpmiddelenboek voor apothekers. FGOV; 2006.
Productinformatie – www.FAGG.be Productinformatie - www.bcfi.be www.zelfhulp.be www.health.belgium.be/eportal/Myhealth/Care/Properuse/B enzodiazepines/index.htm www.benzo.org.uk
37
6
Slaapdagboek Noteer gedurende 2 weken hoe je slaapt. Vul het schema ’s morgens in. Het gaat om een schatting: vermijd om voortdurend naar je wekker te kijken! Duid het tijdstip aan waarop je ’s avonds ging slapen
(het
moment waarop je het licht uitdoet). Kleur vervolgens de tijd in die je slapend doorbracht die nacht (kleur die vakjes bv. groen) en de tijd dat je wakker lag (kleur die vakjes bv. rood). Elk vakje stelt een kwartier voor. Noteer welke medicatie je neemt. Noteer wat en wanneer je ’s avonds hebt gegeten. Eventueel kan je nog bijkomende bemerkingen noteren. Had je last van concentratiestoornissen of slaperigheid overdag? Had je in bed last van tintelende benen? Had je hartkloppingen? Neem dit dagboek ook mee naar je huisarts en bespreek met hem wat er je opviel.
38
Dag 1
20
21
22
23
24
1
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon?
Dag 2
20
21
22
23
24
1
2
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon? 39
Dag 3
20
21
22
23
24
1
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon?
Dag 4
20
21
22
23
24
1
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon? 40
2
Dag 5
20
21
22
23
24
1
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon?
Dag 6
20
21
22
23
24
1
2
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon? 41
Dag 7
20
21
22
23
24
1
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon?
Dag 8
20
21
22
23
24
1
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon? 42
2
Dag 9
20
21
22
23
24
1
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon?
Dag 10
20
21
22
23
24
1
2
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon? 43
Dag 11
20
21
22
23
24
1
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon?
Dag 12
20
21
22
23
24
1
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon? 44
2
Dag 13
20
21
22
23
24
1
2
3
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
8
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon?
Dag 14
20
21
22
23
24
1
2
Wat heb ik ’s avonds gegeten en gedronken?
Welke geneesmiddelen neem ik?
Bijkomende opmerkingen over mijn slaappatroon? 45
7
Nota’s ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
46
.................................................................................................................................................
................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................
47
Ver. uitg. : Peter Menu, Director Corporate Affairs & Communications. Pfizer Pleinlaan 17 - 1050 Brussel - 150309 March 2015
PLG SOMMEIL COVER NL 150309-0315_Mise en page 1 18/03/15 12:24 Page1