DENKBEER, DE MENSELIJKE NATUUR, 2015
KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE
KANT
IMMANUEL KANT: KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE
TRANSCENDENTALE COGNITIEVE PSYCHOLOGIE Input
- Via de zintuigen
- Indruk van tafel
De aanschouwing (Sinnlichkeit)
Onmiddelijke zintuiglijkheid
Via de vormen vd aansch.
tijd en ruimte
-> Vormt aanschouwingen
De apperceptie
Het zelfbewustzijn, het “ik denk”
De rede (Vernunft)
(Logisch) redeneren
-> Vormt noodzakelijke regels (wetten)
-> Vormt normatieve regels (principes)
Het verstand (Verstehen)
Beschrijven en begrijpen
Via de verstandsbegrippen:
12 categorieën
-> Vormt concepten/gedachten
De verbeelding (Einbildungskraft)
Herinneringen en creaties
-> Vormt mentale beelden
Output
- “Dit is een tafel”
Het oordeelsvermogen
Overtuigingen en stellingen
A priori; a posteriori
Analytisch; synthetisch
-> Vormt oordelen
IMMANUEL KANT: KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE
DE VORMEN VAN DE AANSCHOUWING ▸ Aanschouwingen zijn: ▸ Direct en onbemiddeld ▸ Geen beschrijvingen ▸ Gerelateerd aan het object ▸ Voorafgaand aan het denken ▸ De twee vormen van de aanschouwing zijn: ▸ Ruimte ▸ Tijd
IMMANUEL KANT: KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE
DE CATEGORIEËN OF DE ‘ZUIVERE VERSTANDSBEGRIPPEN’ I ▸ Zuivere verstandsbegrippen (dus: begrippen die we onafhankelijk van de ervaring hebben) ▸ Komen overeen met de logische oordeelsvormen zoals:
wel of niet, één of meer dan één, erna of erdoor, etc. ▸ De categorieën vormen, ordenen en objectiveren de inhoud van de aanschouwing ▸ De “stambegrippen van het verstand”: de denkvormen die het ruwe materiaal van de indrukken omvormen tot kennis
IMMANUEL KANT: KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE
DE CATEGORIEËN OF DE ‘ZUIVERE VERSTANDSBEGRIPPEN’ II ▸ Er zijn 12 categorieën, verdeeld in 4 soorten: ▸ 1 quantiteit: 1.eenheid; 2.veelheid; 3.alheid; ▸ 2 kwaliteit: 1.realiteit; 2.ontkenning; 3.beperking; ▸ 3 relatie: 1.inherentie; 2. causaliteit; 3.wisselwerking; ▸ 4 modaliteit: 1.mogelijkheid; 2.bestaan; 3.noodzakelijkheid;
IMMANUEL KANT: KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE
NOUMENA EN FENOMENA ▸ Een noumenon is iets dat niet met de fysieke zintuigen gekend kan worden. ▸ Noumenon: “dat wat gedacht kan worden”
(Griekse noûs: geest of intellect ▸ De Platoonse Ideeën zijn noumena ▸ Veel moderne denkers, waaronder Hume zijn sceptisch over de mogelijkheid van noumena. ▸ Kant: “De noumenale wereld zou best kunnen bestaan, maar we kunnen hem niet kennen.”
▸ Een fenomenon is iets dat wel object kan zijn van de fysieke zintuigen. ▸ Kant neemt een empiristische positie in: onze kennis van de wereld is beperkt tot fenomena
IMMANUEL KANT: KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE
‘BURGER VAN TWEE WERELDEN’ Waarom heeft Kant het over noumena? 1. Wat de empirische wetenschappen betreft (fenomenaal gezien) zijn mensen handelingen gedetermineerd 2. Morele verantwoordelijkheid vooronderstelt een vrije wil Er is een verschil tussen rede en verstand
‣ fenomenaal onvrij: ik kan mezelf (en een ander) niet als vrij kennen ‣ autonoom: ik kan mezelf (niet de ander) vrij aantonen in mijn handelen ‣ noumenaal vrij: ik kan mezelf als vrij denken ‣ mensen zijn “burgers van twee werelden”
IMMANUEL KANT: KRITIEK VAN DE ZUIVERE REDE
ANALYTISCHE EN SYNTHETISCHE OORDELEN Neem een oordeel waarbij de relatie tussen een subject en een predikaat uitgedrukt wordt: A is B Er zijn twee mogelijkheden: 1. Analytisch oordeel: Het predikaat B zegt iets over het subject A, dat reeds in het subject vervat lag.
Een vrijgezel is ongetrouwd. Alle lichamen zijn uitgebreid.
De ontkenning van dit oordeel leidt tot een contradictie. 2. Synthetisch oordeel: Het predikaat B zegt iets over het subject A, dat nog niet in het subject vervat lag; het predikaat vertelt iets nieuws over het subject.
Een lichaam is zwaar. Alle vrijgezellen zijn gezellig.
Er vindt een ‘synthese’ plaats van de twee concepten ‘zwaar’ en ‘lichaam’.