T
Delft
Technische Universiteit Delft
Tentamen Principes van Asset Trading ( W I 3 4 1 8 T U ) 29 januari 2014 van 18.30 - 21.30 Het t e n t a m e n bestaat uit t w e e d e l e n , die gelijl< gewicht h e b b e n . Het eerste deel bestaat uit 20 m u l t i p l e choice v r a g e n en het t w e e d e deel uit open v r a g e n . I n de t e k s t w o r d e n obligatie en bond d o o r elkaar g e b r u i k t . Een aantal f o r m u l e s staat op de laatste pagina van dit t e n t a m e n . Je m a g w e l een (grafische) r e k e n m a c h i n e g e b r u i k e n , j e mag n i e t j e boek gebruiken en ook geen zelfgemaakte aantekeningen.
D e e l 1 - Multiple C h o i c e / K o r t e o p e n v r a g e n
V r a a g 1. Welke v a n de onderstaande a l t e r n a t i e v e n is j u i s t t . a . v . de prijs v a n een Duitse staatsobligatie indien de rente in de Eurozone verlaagd w o r d t : A) B) C)
Waarschijnlijk zullen zowel de yield als de prijs van die obligatie s t i j g e n . Waarschijnlijk zal de yield van die obligatie stijgen en de prijs d a l e n . Waarschijnlijk zullen zowel de yield als de prijs van die obligatie d a l e n .
D) E)
Waarschijnlijk zal de yield van die obligatie dalen en de prijs s t i j g e n . De prijs zal helemaal niet v e r a n d e r e n , o m d a t de coupons w o r d e n aangepast.
V r a a g 2. Stel d a t j e nu een project d o e t w a a r b i j j e in de j a r e n 1 t / m 4 telkens EUR 1.000,= m o e t investeren en dat in het v i j f d e j a a r EUR 6.000 o p b r e n g t . Daarna is het project afgesloten. Welke v a n de o n d e r s t a a n d e b e w e r i n g e n is j u i s t : A)
De c o n t a n t e w a a r d e van dit project is altijd positief, er w o r d t i m m e r s EUR 4 . 0 0 0 geïnvesteerd en het levert EUR 6.000 o p .
B)
De n e t t o c o n t a n t e w a a r d e van dit project is altijd positief, er w o r d t i m m e r s EUR 4 . 0 0 0 geïnvesteerd en h e t levert EUR 6.000 o p . De netto contante w a a r d e v a n dit project is n e g a t i e f indien er m e t een lage rente w o r d t v e r d i s c o n t e e r d . Hoe hoger de rente w a a r m e e verdisconteerd w o r d t , hoe h o g e r de netto contante w a a r d e .
C)
D)
De netto c o n t a n t e w a a r d e van dit project is n e g a t i e f indien er m e t een lage rente w o r d t v e r d i s c o n t e e r d . Hoe hoger de rente w a a r m e e verdisconteerd w o r d t , hoe l a g e r de netto contante w a a r d e .
E)
De netto c o n t a n t e w a a r d e w o r d t v e r d i s c o n t e e r d . Hoe de netto c o n t a n t e w a a r d e . De netto c o n t a n t e w a a r d e w o r d t v e r d i s c o n t e e r d . Hoe de netto c o n t a n t e w a a r d e .
F)
van dit project is p o s i t i e f indien er m e t een lage rente hoger de rente w a a r m e e verdisconteerd w o r d t , hoe h o g e r van dit project is p o s i t i e f indien er m e t een lage rente hoger de rente w a a r m e e verdisconteerd w o r d t , hoe l a g e r
Tentamen Principes van Asset Trading januari
2014
-1-
T
Delft
Technische Universiteit Delft
Vraag 3. Ten aanzien v a n liet begrip opportunity A) B)
C) D) E)
cost of capitai
geldt het v o l g e n d e :
De o p p o r t u n i t y cost of capital w/ordt bepaald d o o r het bedrijf dat het project doet en hangt niet af v a n het specifieke project. Op het m o m e n t dat j e als bedrijf een investering wilt doen in een project is de o p p o r t u n i t y cost of capital het r e n d e m e n t dat j e zou willen m a k e n als j e in een bedrijf zou investeren dat v e r g e l i j k b a a r is m e t j e eigen bedrijf. Op het m o m e n t dat j e als bedrijf een investering wilt doen in een project is de o p p o r t u n i t y cost of capital de rente die j e betaalt o m het te investeren bedrag te lenen. Op het m o m e n t dat j e als bedrijf een investering wilt doen in een project is de o p p o r t u n i t y cost of capital gelijk aan de w e i g h t e d average cost of capital (WACC). Op het m o m e n t dat j e als bedrijf een investering wilt doen in een project is de o p p o r t u n i t y cost of capital het r e n d e m e n t dat j e zou willen m a k e n op een investering die een v e r g e l i j k b a a r risico heeft.
V r a a g 4. Stel v o o r een project heb j e een aantal berekeningen g e m a a k t o m te bepalen of het zinvol Is o m er als bedrijf mee v e r d e r te gaan en daarbij zijn zowel de internal rate of return (IRR) als netto c o n t a n t e w a a r d e (NCW) b e r e k e n d . I n welk van de o n d e r s t a a n d e alternatieven g a a t het bedrijf m e t het project v e r d e r : A) B) C) D) E)
Indien Indien Indien Indien Indien
het project de winstgevenheid van het bedrijf v e r g r o o t . de IRR positief is, de NCW doet er dan niet m e e r t o e . de NCW positief is of de IRR g r o t e r is dan de o p p o r t u n i t y cost of capital. de NCW positief is of de IRR g r o t e r is dan de r e n t e . de NCW negatief is of de IRR g r o t e r is dan de o p p o r t u n i t y cost of capital.
F)
Indien de NCW negatief is of de IRR g r o t e r is dan de r e n t e .
V r a a g 5. Zowel bank A als bank B v e r s t r e k k e n beide krediet tegen 8 % rente per j a a r . Bij bank A betaal j e j a a r l i j k s effectief 8 . 1 6 % en bij bank B 8 . 3 0 % . Welk van de onderstaande beweringen is waar: A)
Bij A betaal j e in halfjaarlijkse t e r m i j n e n , bij B eens per k w a r t a a l .
B) C) D) E)
Bij Bij Bij Bij
F)
Bij B betaal j e eens per k w a r t a a l , bij A eens per m a a n d .
A A B B
betaal betaal betaal betaal
je je je je
in halfjaarlijkse t e r m i j n e n , bij eens per k w a r t a a l , bij B eens in halfjaarlijkse t e r m i j n e n , bij in halfjaarlijkse t e r m i j n e n , bij
B eens per m a a n d . per m a a n d . A eens per k w a r t a a l . A eens per m a a n d .
V r a a g 6. Stel de nominale rente is 5 % en de inflatie is 2 . 5 % . W a t is dan de reële rente? A) B)
-2.50% -2.38%
C) D)
Tentamen Principes van Asset Trading januari
2.44% 2.50%
2014
E) F)
7.50% 7.63%
-2-
Delft Universileit Delft
V r a a g 7. Ten aanzien van de begrippen spot rate en forward A)
B)
rate geldt het v o l g e n d e :
De n-jaars spot rate is de rente die ieder j a a r geldt indien j e een investering of lening v o o r n j a a r afspreekt. De f o r w a r d rate is de rente die geldt t i j d e n s een t o e k o m s t i g e periode indien j e j e nu al v a s t l e g t o m g e d u r e n d e die periode te investeren of te lenen. De n-jaars f o r w a r d rate is de rente die ieder j a a r geldt indien j e een investering of lening v o o r n j a a r afspreekt. De spot rate is de rente die geldt t i j d e n s een t o e k o m s t i g e periode indien j e j e nu al vastlegt o m g e d u r e n d e die periode te investeren of te lenen.
C) D)
Spot rate en f o r w a r d rate zijn s y n o n i e m e n van elkaar. O m die yield curve te k u n n e n bepalen, m o e t j e zowel de spot rates als de f o r w a r d rates weten.
E)
Forward rates zijn onzeker o m d a t ze o v e r de t o e k o m s t g a a n , t e r w i j l j e spot rates nu direct k u n t v a s t l e g g e n . Spot rates gaan over k o r t e periodes, f o r w a r d rates o v e r de lange t e r m i j n .
F)
V r a a g 8. S t e l , j e hebt de volgende obligaties u i t g e v e n door dezelfde staat: Obligatie X heeft een c o u p o n . Obligatie Y is een zero coupon m e t looptijd 2 j a a r . Obligatie Z is een zero coupon m e t looptijd 10 j a a r . I n de o n d e r s t a a n d e grafiek zie j e de price yield curve van deze obligaties. ICO
O -i 0%
: 2%
^
4%
^
^
6%
8%
< 10%
:
i
i
1
12%
14%
16%
18%
Welke obligatie hoort bij welke curve? A)
X=A, Y=B, Z=C
C)
X = B , Y=A, Z = C
E)
X=C, Y=A, Z = B
B)
X=A, Y=C, Z=B
D)
X = B , Y=C, Z=A
F)
X=C, Y=B, Z=A
Tentamen Principes van Asset Trading januari
2014
-3-
T
Delft
Technische U n i v e r s i l e i l D e i n
V r a a g 9. I n de grafiek hieronder zijn de yieldcurves van obligaties 1 , 2 en 3 g e t e k e n d .
Yield Curve 140
2%
4%
10%
6%
12%
yield
Over de hoogte v a n de coupons v a n deze obligaties het v o l g e n d e : A)
Om deze te achterhalen had de yieldcurve voor 0 % yield g e t e k e n d moeten z i j n .
B) C)
Om deze te achterhalen m o e t j e de looptijden van de obligaties w e t e n . Dit kun j e uit een yield c u r v e nooit aflezen, ook niet als het punt 0 % ingetekend is of j e de looptijden v a n de obligaties weet. 1 heeft 8 % c o u p o n , 2 en 3 beide 3 . 5 % coupon. Obligatie 2 loopt langer dan 3. 1 heeft 8 % c o u p o n , 2 en 3 beide 3 . 5 % coupon. Obligatie 3 loopt langer dan 2.
D) E)
V r a a g 10 t / m 1 2 . Stel dat van een aandeel de w i n s t per aandeel (EPS) EUR 4 . 5 0 is en het eigen v e r m o g e n per aandeel EUR 5 0 , = . De o p p o r t u n i t y cost of capital is 8 % , de WACC is 7 % en risk-free rate Is 4.5%.
Stel dat de aandelenprijs EUR 1 0 0 , = is en dat er een dividend betaald w o r d t v a n EUR
2.75. Vraag 10. Wat is dan de c o n t a n t e w a a r d e v a n de groei (PVGO)? A)
EUR 0.00
C)
EUR 4 3 . 7 5
E)
8%
B)
EUR 3 5 . 7 1
D)
EUR 50.00
F)
7%
Vraag 11. Bereken de plow-back ratio (PB) en het r e n d e m e n t op eigen v e r m o g e n (ROE): A) B)
PB = 6 1 . 1 % , ROE = 4 . 5 % PB = 3 8 . 9 % , ROE = 4 . 5 %
D) E)
PB = 3 8 . 9 % , ROE = 7 % PB = 6 1 . 1 % , ROE = 9 %
C)
PB = 6 1 . 1 % , ROE = 7 %
F)
PB = 3 8 . 9 % , ROE = 9 %
Vraag 12. Over de groei op basis v a n j e a n t w o o r d in vraag 11 kun j e nu het v o l g e n d e z e g g e n : A)
De groei is 4 . 5 % en dat is consistent m e t het a n t w o o r d op vraag 10.
B) C)
De groei is 4 . 5 % en dat is niet consistent m e t het a n t w o o r d op vraag 10. De groei is 3 . 5 % en dat is consistent m e t het a n t w o o r d op vraag 10.
D) E) F)
De groei is 3 . 5 % en dat is niet consistent m e t het a n t w o o r d op vraag 10. De groei is 8 % en dat is consistent met het a n t w o o r d op vraag 10. De groei is 8 % en dat is niet consistent m e t het a n t w o o r d op vraag 10.
Tentamen Principes van Asset Trading januari
2014
-4-
T
Delft
Technische Universiteit Delft
Vraag 13. I n de portefeuille theorie spelen correlatie en v o l a t i l i t y een belangrijke r o l . I n de o n d e r s t a a n d e Bloomberg d i a g r a m m e n zijn de d a g r e n d e m e n t e n uitgezet van t w e e aandelen A en B uitgezet tegen de A E X - I n d e x .
•*
-l.O
!,(!
,M)
Hl
<).()
I.ll
,>.(P
!.((
1.(1
'i.ll
1.0
!,(!
•
• ^ • ••A.A •*
• • l
•..I)
•
.'.(P
I.ll
(M>
1.(1
.".11
1.1)
l l
Het volgende v a l t uit de d i a g r a m m e n af te leiden: A)
De beta van aandeel A is h o g e r dan die v a n B. De corelatie v a n A m e t de index is duidelijk h o g e r dan de corelatie van B m e t de index.
B)
De beta v a n aandeel A is h o g e r dan die v a n B. De corelatie v a n A m e t de index is d u i d e l i j k l a g e r dan de corelatie v a n B m e t de index.
C)
De beta v a n aandeel A is h o g e r dan die van B. Er zit g e e n duidelijk afleesbaar v e r s c h i l tussen de corelatie van A m e t de index en de corelatie v a n B m e t de index.
D)
De beta v a n aandeel A is l a g e r dan die v a n B. De corelatie v a n A m e t de index is duidelijk h o g e r dan de corelatie van B m e t de index.
E)
De beta duidelijk De beta verschil
F)
v a n aandeel A is l a g e r dan die v a n B. De corelatie v a n A m e t de index is l a g e r dan de corelatie van B m e t de index. van aandeel A is l a g e r dan die van B. Er zit g e e n duidelijk afleesbaar tussen de corelatie van A m e t de index en de corelatie v a n B m e t de index.
Vraag 14. Uit het Markowitz model blijkt d a t er m a a r een bepaalde set van portefeuilles interessant is o m in te i n v e s t e r e n . T.a.v. de locatie van deze portefeuilles in het m e a n - s t a n d a r d deviation d i a g r a m geldt het v o l g e n d e : A) B)
C) D)
E)
F)
Dit zijn de portefeuilles op de minimal variance set. I n geval van de o n e - f u n d t h e o r e m is er m a a r één portefeuille mogelijk. Dit zijn de portefeuilles op de minimal variance set. In geval van de o n e - f u n d t h e o r e m is er een rechte lijn tussen de risico-vrije rente op de y-as en de o p t i m a l e risky portefeuille op de m i n i m a l variance set. Dit zijn de portefeuilles op de efficient frontier. I n geval van de o n e - f u n d t h e o r e m is er m a a r één portefeuille m o g e l i j k . Dit zijn de portefeuilles op de efficient frontier. I n geval v a n de o n e - f u n d t h e o r e m is er een rechte lijn tussen de risico-vrije rente op de y-as en de o p t i m a l e risky portefeuille op de efficient frontier. Dit zijn de portefeuilles op de efficient f r o n t i e r . I n geval v a n de o n e - f u n d t h e o r e m loopt er een k r o m m e tussen de risico-vrije rente op de y-as en de o p t i m a l e risky portefeuille op de efficient frontier. Dit zijn de portefeuilles op de m i n i m a l variance set. I n geval van de o n e - f u n d t h e o r e m loopt er een k r o m m e tussen de risico-vrije rente op de y-as en de o p t i m a l e risky portefeuille op de m i n i m a l variance set.
Tentamen Principes van Asset Trading Januari 2014
-5-
T
Delft
Technische Universiteit Delft
Vraag 15. Over het CAPM model in relatie t o t de Markowitz portefeuille theorie het v o l g e n d e : A) B)
CAPM is hetzelfde als Markowitz, m a a r dan voor obligaties in plaats van aandelen. CAPM is in feite de basis v o o r het Markowitz m o d e l .
C) D) E)
CAPM beloont systematisch risico en Markowitz niet. CAPM beloont specifiek risico en Markowitz niet. Markowitz beloont specifiek risico en CAPM niet.
Vraag 16. Bij de uitgifte v a n 200 m i l j o e n aan staatsobligaties heb j e de v o l g e n d e biedingen van beleggers X, Y en Z: • •
X : 100 miljoen voor EUR 101.20 Y : 150 m i l j o e n voor EUR 101,10 Z : 200 miljoen v o o r EUR 100.70
Wat g e b e u r t er m e t de uitgifte prijs in geval van een u n i f o r m e prijs veiling (UPA) en een discriminerende prijs veiling (DPA)? A)
Bij D P A betaalt X 101.20 en k r i j g t hij zijn hele 100 m i l j o e n , Y betaalt 101.10 en krijgt m a a r 100 m i l j o e n , Z k r i j g t niets. I n geval van UPA k r i j g e n X en Y hetzelfde, m a a r betalen ze beiden 1 0 0 . 7 0 .
B)
Bij U P A betaalt X 101.20 en k r i j g t hij zijn hele 100 m i l j o e n , Y betaalt 101.10 en k r i j g t m a a r 100 m i l j o e n , Z k r i j g t niets. In geval van DPA k r i j g e n X en Y hetzelfde, m a a r betalen ze beiden 1 0 0 . 7 0 .
C)
Bij D P A betaalt X 101.20 en m a a r 100 m i l j o e n , Z krijgt betalen ze beiden 1 0 1 . 1 0 . Bij U P A betaalt X 101.20 en m a a r 100 m i l j o e n , Z k r i j g t betalen ze beiden 1 0 1 . 1 0 .
D)
k r i j g t hij zijn hele 100 m i l j o e n , Y betaalt 101.10 en krijgt niets. In geval van UPA k r i j g e n X en Y hetzelfde, m a a r k r i j g t hij zijn hele 100 m i l j o e n , Y betaalt 101.10 en k r i j g t niets. In geval van DPA krijgen X en Y hetzelfde, m a a r
E)
Bij D P A betaalt X 101.20 en k r i j g t hij zijn hele 100 m i l j o e n , Y betaalt 101.10 en krijgt m a a r 100 m i l j o e n , Z k r i j g t niets. I n geval van UPA krijgen X en Y hetzelfde, m a a r betalen ze beiden 1 0 1 . 2 0 .
F)
Bij U P A betaalt X 101.20 en k r i j g t hij zijn hele 100 m i l j o e n , Y betaalt 101.10 en k r i j g t m a a r 100 m i l j o e n , Z k r i j g t niets. In geval van DPA krijgen X en Y hetzelfde, m a a r betalen ze beiden 1 0 1 . 2 0 .
Tentamen Principes van Asset Trading Januari 2014
-6-
Delft Vraag 17. In de o n d e r s t a a n d e k o e r s g r a f i e k e n van Bloomberg is de koersgrafiek van zowel (links) als T w i t t e r ( r e c h t s ) sinds de oprichting g e g e v e n :
Facebook
Welke v a n de o n d e r s t a a n d e b e w e r i n g e n is waar ten aanzien van de g r e e n shoe option in deze situaties? A)
In het geval v a n Facebook is de green shoe option w a a r s c h i j n l i j k niet u i t g e o e f e n d , in
B)
het geval van T w i t t e r w a a r s c h i j n l i j k w e l . I n het geval v a n Facebook is de green shoe option w a a r s c h i j n l i j k wel u i t g e o e f e n d , in het geval v a n T w i t t e r w a a r s c h i j n l i j k niet.
C) I n beide gevallen is de green shoe option waarschijnlijk wel u i t g e o e f e n d . D) In beide gevallen is de g r e e n shoe option waarschijnlijk niet u i t g e o e f e n d . E) Over het al dan niet uitoefenen v a n de green shoe option is op basis van koersgrafieken niets zinnigs te z e g g e n .
deze
Vraag 18. Ten aanzien van de proposities 1 en 2 van Modigliani en Miller geldt het v o l g e n d e : A)
Volgens propositie 1 k u n j e door een o p t i m a l e s c h u l d s t r u c t u u r in het bedrijf te kiezen op basis v a n de t a x shield de waarde v e r g r o t e n . Volgens propositie 2 zal het v e r w a c h t e r e n d e m e n t in geval v a n leverage t o e n e m e n .
B)
Volgens propositie 1 k u n j e door een o p t i m a l e s c h u l d s t r u c t u u r in het bedrijf te kiezen op basis v a n de tax shield de waarde v e r g r o t e n . Volgens propositie 2 zal het v e r w a c h t e r e n d e m e n t in geval v a n leverage a f n e m e n .
C)
Volgens propositie 1 w o r d t de waarde van een bedrijf niet beïnvloed door de s c h u l d s t r u c t u u r . Volgens propositie 2 zal het v e r w a c h t e r e n d e m e n t in geval van leverage t o e n e m e n .
D) Volgens propositie 1 w o r d t de waarde v a n een bedrijf niet beïnvloed door de s c h u l d s t r u c t u u r . Volgens propositie 2 zal het v e r w a c h t e r e n d e m e n t in geval van leverage a f n e m e n . E)
Volgens propositie 2 k u n j e door een o p t i m a l e s c h u l d s t r u c t u u r in het bedrijf te kiezen op basis v a n de tax shield de waarde v e r g r o t e n . Volgens propositie 1 zal het v e r w a c h t e r e n d e m e n t in geval van leverage t o e n e m e n .
F)
Volgens propositie 2 k u n j e d o o r een o p t i m a l e s c h u l d s t r u c t u u r in het bedrijf te kiezen op basis v a n de t a x shield de waarde v e r g r o t e n . Volgens propositie 1 zal het v e r w a c h t e r e n d e m e n t in geval van leverage a f n e m e n . G) Volgens propositie 2 w o r d t de waarde v a n een bedrijf niet beïnvloed door de s c h u l d s t r u c t u u r . Volgens propositie 1 zal het v e r w a c h t e r e n d e m e n t in geval van leverage t o e n e m e n . H)
Volgens propositie 2 w o r d t de waarde v a n een bedrijf niet beïnvloed door de s c h u l d s t r u c t u u r . Volgens propositie 1 zal het v e r w a c h t e r e n d e m e n t in geval van leverage a f n e m e n .
Tentamen Principes van Asset Trading januari
2014
-7-
T
Delft
Technische Universiteit Delft
Vraag 19. Indien we de v o l g e n d e m a n i e r e n van financiering v a n b e d r i j v e n onderscheiden: I. II. III.
A a n t r e k k e n van v r e e m d v e r m o g e n , b.v. door u i t g i f t e van obligaties. A a n t r e k k e n van eigen v e r m o g e n , b.v. door u i t g i f t e v a n aandelen. Gebruik v a n interne financiering, b.v. verkleinen d i v i d e n d e n .
IV.
A a n t r e k k e n van hybride v e r m o g e n , b.v. door u i t g i f t e van converteerbare obligaties.
Dan is de v o l g o r d e volgens de pecking
order
A)
I, I I , I I I , IV
D)
B) C)
I, I I , I V , I I I I I , I , I I I , IV
E) F)
tlieory:
I I , I, IV, I I I
G) IV, I , I I , I I I
I I I , I, I I , IV I I I , I, IV, I I
H) I)
IV, I I , I, I I I IV, I I , I I I , I
Vraag 20. Er z i j n , volgens de corporate finance t h e o r i e , goede en slechte redenen o m een fusie te d o e n . Welke van de o n d e r s t a a n d e alternatieven bevat alleen goede redenen? A) B)
S c h a a l v o o r d e l e n , Consolidatie, Lagere f i n a n c i e r i n g s k o s t e n , t o e n a m e Winst per aandeel. C o m p l e m e n t a i r e Resources, Diversificatie, t o e n a m e Winst per aandeel.
C) D) E) F)
Overschot aan Funding, Consolidatie, Lagere financieringskosten. Diversificatie. Lagere f i n a n c i e r i n g s k o s t e n . Diversificatie, t o e n a m e Winst per aandeel. S c h a a l v o o r d e l e n , Complementaire Resources, Consolidatie, Diversificatie. S c h a a l v o o r d e l e n , Complementaire Resources, Overschot aan Funding, Consolidatie.
Tentamen Principes van Asset Trading januari 2014
-8-
T
Delft
Technische Universiteit Delft
Deel 2 - Open vragen In dit onderdeei argumenten.
betioor je al je antwoorden
Je mag uiteraard
te motiveren,
ofwei door berei<eningen
gebruii< mai<en van het formuieblad
en een
ofwel
door
rel<enmachine
Vraag 1 Je doet een investering in een val
Bereken de netto contante waarde van deze i n v e s t e r i n g . Bereken w a t j e minimaal v o o r het huis m o e t krijgen bij v e r k o o p o m de investering a a n t r e k k e l i j k te laten z i j n .
Hieronder gaan we er weer van uit dat het huis v o o r 1 m i l j o e n w o r d t v e r k o c h t aan het eind v a n de l o o p t i j d . C)
Leg uit wat duration is, hoe j e het berekent en hoe dat begrip past in deze c o n t e x t van h u u r o p b r e n g s t e n en v e r k o o p o p b r e n g s t .
De d u r a t i o n van de opbrengsten is 1 3 . 3 1 . D)
Gebruik de gegeven duration o m de netto c o n t a n t e waarde v a n deze investering te schatten indien j e m e t 4 % verdisconteert i.p.v. 4 . 5 % .
E)
Gebruik de gegeven te s c h a t t e n . Je k u n t de IRR ook zoals j e die in (E) obligatiewereld k o m t
F)
duration o m de internal rate of r e t u r n (IRR) van deze investering beredeneren. Doe dat en geef het verschil aan m e t de u i t k o m s t v o n d . Benoem hierbij de t e r m , die net als d u r a t i o n , uit de en dit verschil v e r o o r z a a k t .
Vraag 2 T w e e beursgenoteerde aandelen X en Y hebben onderlinge correlatie van 0.5 en v e r d e r de volgende e i g e n s c h a p p e n : X : g e m r e n d e m e n t 8 % , standaard deviatie 1 2 % Y : g e m r e n d e m e n t 1 2 % , standaard deviatie 1 5 % A)
Stel nu dat j e het gedeelte w investeert in aandeel X en ( 1 - w ) in aandeel Y, v o o r w e l k e
B)
Welk r e n d e m e n t en standaard deviatie horen daarbij?
C)
Teken de drie punten w=l,
waarde van w is de variantie dan minimaal? w=0
en w als gevonden in C in een m e a n
standaard
deviatie d i a g r a m en schets hierin de feasible set. Geef aan of j e wel of niet van s h o r t selling gebruik m a a k t . Neem nu aan dat de risico v r i j e rente 2 , 5 % is. Verder is het v e r w a c h t r e n d e m e n t v a n de m a r k t 1 0 % en de volatility van de m a r k t 1 2 % . D)
Bereken op basis van CAPM de betas van X en Y.
E)
Bereken de correlaties van X en Y m e t de m a r k t .
F)
Teken de capital m a r k e t line en geef daarin aan waar het specifiek risico zit.
Tentamen Principes van Asset Trading januari
2014
-9-
TUDelft Techniscfie Universiteit Delft
LET OP : ER ZIJN
3 OPEN VRAGEN
(Z.O.Z.)
Vraag 3 Je begint een eigen bedrijf en j e leent op persoonlijke titel EUR 5 0 . 0 0 0 , = van de bank en dit stort j e in de v o r m van aandelen in j e bedrijf. Verder koop j e v o o r EUR 5 . 0 0 0 , = c o m p u t e r s . A)
Geef de balans v a n het bedrijf.
Na 1 j a a r heb j e een p r o t o t y p e g e m a a k t en is alle cash op. Gelukkig weet j e een investeerder zover te krijgen o m EUR 7 5 0 . 0 0 0 , = te investeren in v e r d e r e o n t w i k k e l i n g van j e
product.
Hiertoe krijgt hij 4 5 % van de aandelen. B)
Wat is de a f t e r - t h e - m o n e y value van j e bedrijf?
C)
Geef opnieuw de balans v a n j e bedrijf.
Het bedrijf w o r d t volwassen en m a a k t winst. Je k u n t uit de operationele winst m a k k e l i j k de rente betalen v o o r een lening waar j e mee v e r d e r kunt g r o e i e n . Stel j e leent EUR 2 0 0 . 0 0 0 , = tegen 6 % rente. De o p p o r t u n i t y cost of capital is 8 % . D)
Leg uit op w e l k e wijze j e waarde creëert m e t " t a x s h i e l d " en aan wie die w a a r d e toekomt.
E)
Bereken de tax shield.
Formuleblad De c o n t a n t e w a a r d e P v a n een oneindige annuïteit die iedere periode een bedrag A betaalt, beginnend aan het eind v a n de eerste periode is:
Een annuïteit die aan het eind van de eerste periode begint m e t het uitbetalen van een bedrag A gedurende in t o t a a l n periodes heeft een contante waarde P v a n :
A r
1-
1 (1 + r) n
O m g e k e e r d geldt v o o r / 4 :
A
r(l + r)"P (l+r)ri
-
1
Tentamen Principes van Asset Trading januari 2014
-10-