Programmaplan RIGG 2015
Definitieve versie 27 maart 2015
Grietje Kalfsbeek Directeur RIGG
Voorwoord De RIGG is eind 2014 opgericht als ambtelijke organisatie ter ondersteuning en uitvoering van de inkoop van regionale jeugdhulp voor de 23 Groninger gemeenten. De belangrijkste taak van de RIGG is om goede zorg in te kopen tegen een betaalbare prijs en de juiste condities. Centraal daarbij staan het bewaken van de kwaliteit, het bevorderen van de transformatie van de jeugdhulp en het vernieuwen van de zorg in de beweging van zwaar naar licht. Bij de oprichting van de RIGG is een bedrijfsplan gepresenteerd. In aansluiting op het bedrijfsplan worden in dit programmaplan de taken van de RIGG nader toegelicht en er wordt een inhoudelijke uitwerking gegeven van strategische en juridische vraagstukken. De RIGG moet waarde toevoegen voor en ondersteunend zijn aan de lokaal ingerichte uitvoeringsorganisaties. Daarom wordt nadrukkelijk ingegaan op de taakverdeling met gemeenten. De uitvoering van taken door de RIGG wordt immers bepaald en getoetst door de 23 gemeenten. De indeling van dit programmaplan is als volgt: in hoofdstuk 1 beschrijven we kort de beleidsmatige, bestuurlijke en juridische context waarbinnen de RIGG opereert. (Voor uitgebreide informatie en relevante documentatie verwijzen we naar de website van de RIGG.) In hoofdstuk 2 worden de hoofdtaken van RIGG uitgewerkt. Door de toelichting op taken en uitdagingen wordt duidelijk hoe de RIGG invulling geeft aan het realiseren van de gezamenlijke ambities. De overige taken van de RIGG komen in hoofdstuk 3 aan de orde en hoofdstuk 4 betreft de organisatie van de RIGG. Het programmaplan is tot stand gekomen in samenwerking met vertegenwoordigers van de 23 gemeenten. Het plan wordt ter vaststelling voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling PG&Z en vormt daarmee de basis voor de activiteiten van de RIGG in de komende periode. Het programmaplan is voor 2015 en zal voor 2016 afhankelijk van de ontwikkelingen worden aangepast.
Grietje Kalfsbeek Groningen, 27 maart 2015
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 5 1.1 Oprichting RIGG ............................................................................................................................. 5 1.2 Uitgangspunten en Mandaat......................................................................................................... 6 2. Hoofdtaken RIGG ................................................................................................................................. 7 2.1 Inkoop 2015 (contractering, contractbeheer en budgetbewaking) .............................................. 7 2.1.1 Contractering .......................................................................................................................... 7 2.1.2 Transformatie ......................................................................................................................... 8 2.1.3 Solidariteit .............................................................................................................................. 9 2.1.4 Budgetbewaking aanbieders .................................................................................................. 9 2.1.5 Contractbeheer ...................................................................................................................... 9 2.1.6 Inkoop 2016 en verder ......................................................................................................... 10 2.2 Advies (programmering en advisering) ....................................................................................... 10 2.2.1 Transformatieopdrachten .................................................................................................... 11 2.2.2 Bovenregionale transformatie ............................................................................................. 13 2.2.3 Overige transformatie opdrachten ...................................................................................... 13 2.2.4 Inrichting en tijdelijke aansturing van de Expertpool .......................................................... 14 2.3 Kwaliteit (kwaliteitsbewaking en methodiekontwikkeling) ........................................................ 15 2.3.1. Monitoring ........................................................................................................................... 15 2.3.2 ICT ......................................................................................................................................... 15 2.3.3 Privacy .................................................................................................................................. 17 2.4 Wat doen de gemeenten zelf? .................................................................................................... 17 3. Overige taken RIGG ........................................................................................................................... 18 3.1 Programmaraad........................................................................................................................... 18 3.2 Cliëntparticipatie ......................................................................................................................... 18 3.3 Jongerenplatform ........................................................................................................................ 19 3.4 Coördinatie Passend Onderwijs .................................................................................................. 19 3.5 Sturing Veilig Thuis ...................................................................................................................... 21 4. Organisatie, werkwijze en begroting ................................................................................................ 21 4.1 Organisatie .................................................................................................................................. 21 4.2 Werkwijze .................................................................................................................................... 22 4.2.1 Overleggen ........................................................................................................................... 23 4.2.2 Communicatie ...................................................................................................................... 24 4.3 Begroting RIGG ............................................................................................................................ 25
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
3
4.3.1 Uitvoeringskosten................................................................................................................. 26 4.4 Planning en besluitvorming ......................................................................................................... 26 4.5 Risico's ......................................................................................................................................... 26
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5.
Routetijdtabel RIGG eerste halfjaar 2015 Overzicht transformatie opdrachten en inzet gemeenten Addendum transformatie opdrachten Afstemmingsagenda ontwikkelopgaven gemeenten Onderwijs Inzet vanuit Gemeenten in de RIGG
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
4
1. Inleiding De 23 Groninger gemeenten hebben in een RTA afgesproken, dat gemeenten en instellingen de transitie en transformatie gemeenschappelijk willen en gaan oppakken. In de regio Groningen is er voor gekozen om zich niet beperken tot het overgangsrecht voor 2015, maar het RTA te gebruiken om tot 2018 met de aanbieders en de gebruikers van de jeugdhulp toe te groeien naar een gemeentelijk aangestuurd ‘nieuw jeugdstelsel’. De inhoudelijke leidraad hiervoor is het Groninger Functioneel Model. Op basis hiervan zijn in 2014 met aanbieders, gebruikers en gemeenten inhoudelijke onderwerpen van de transformatieagenda uitgewerkt en ter besluitvorming voorgelegd aan de colleges. Het gedeelde meerjarig perspectief (inhoudelijk en financieel) kreeg hierdoor steeds concreter vorm. Afgesproken is om gedurende drie jaar gezamenlijk stapsgewijs ervaringen op te doen en kennis te delen om een solide basis te leggen voor het jeugdstelsel. In grote lijnen moeten de uitgangspunten van het Groninger Functioneel Model en de hierin beoogde integratie in de keten (verticaal) en tussen specialismen (horizontaal) leiden tot afnemende kosten van het hele zorgstelsel. Deze kostenvermindering kan worden gerealiseerd door: ➢ een afname en verplaatsing van capaciteit vanuit het (boven)regionale en specialistische domein naar het lokale generalistische domein, ➢ vermindering van de administratieve belasting door eenvoudige procedures ➢ het aanbrengen van samenhang (overlappingen wegnemen en samenwerking gespecialiseerde aanbieders) ➢ het ontwikkelen van strategisch inkoopbeleid
1.1 Oprichting RIGG Het inhoudelijk kader van het Groninger Functioneel Model is nader uitgewerkt en geconcretiseerd door de contouren van de zogenaamde activiteitenclusters te beschrijven. Dit heeft geleid tot de ‘Contourennota Jeugdstelsel Groningen 2015 – 2018’, en geldt als basis voor de notitie ‘Inrichting en inkoop Jeugdstelsel Groningen’ (d.d. 9 februari 2014). In deze, door de 23 gemeenten vastgestelde, notitie is de sturing door gemeenten nader uitgewerkt. De beleidsplannen van gemeenten vormen de basis voor de programmering van de inkoop op regionaal niveau. In deze plannen worden eisen geformuleerd voor hetgeen op regionaal niveau wordt gecontracteerd en lokaal wordt geleverd en uitgevoerd. In de stuurgroep Jeugd van 24 april 2014 is besloten een collegevoorstel uit te laten werken dat voorziet in het besluit het bestuur van de GR PG&Z te mandateren voor het vervullen van de inkooprol voor de regionale zorgtaken. Uitgangspunt is daarbij dat het bestuur (i.c. het Dagelijks Bestuur, ‘DB’) van de GR PG&Z zodanige bevoegdheden krijgt dat het namens de 23 gemeenten de inkooprol kan vervullen. De Regionale Inkooporganisatie Groninger Gemeenten - RIGG - is op basis van het in alle colleges vastgestelde bedrijfsplan RIGG, eind 2014 opgericht ter ondersteuning van de op lokaal niveau ingerichte uitvoeringsorganisaties. Hieronder wordt verstaan het geheel aan activiteiten op het gebied van beleid, inkoop, monitoring, verantwoordingsprocessen om te kunnen sturen in het jeugdstelsel. Bij de vaststelling door alle colleges is een aantal vragen gesteld. Deze hebben betrekking op de organisatie van de RIGG, de inhoudelijke uitwerking van strategische en juridische vraagstukken en op de beheersing van financiële risico’s. Mede gelet op de complexiteit van de transformatie, de bezuinigingen en de noodzaak om goede strategische keuzes te kunnen maken is een investering in deskundigheid (adviesfunctie) daarom van groot belang. De uitvoering van taken door de RIGG wordt bepaald en getoetst door de 23 gemeenten. De inkoop-, advies- en kwaliteitsfunctie van de RIGG moet onderscheidend zijn en waarde toevoegen ten opzichte van de uitvoering van deze taken op gemeentelijk niveau.
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
5
Aan de interim directeur RIGG is in 2015 de opdracht gegeven de RIGG in te richten. In dit plan worden de taken van de RIGG uitgebreid toegelicht, nader wordt ingegaan op de taakverdeling met de individuele gemeenten. De taken leiden tot de formatie en begroting die als bijlage is opgenomen. De beschreven omvang in formatie van de RIGG wordt op twee momenten geëvalueerd: 1. Voor de zomer 2015 op het moment dat duidelijk is in welke mate er sprake is van gezamenlijke inkoop voor 2016 (de nader te voeren solidariteitsdiscussie) en daarmee het moment waarop de omvang van de contractering 2016 helder moet zijn. 2.
In het najaar 2015, bij de begrotingscyclus 2016
Op basis van deze evaluatie kan samen met gemeenten vastgesteld worden welke functies binnen de RIGG aangepast moeten worden. Zowel in de op- als afschaling; inhoudelijk en kwantitatief. Dit is geheel in lijn met de afspraken van de gemeenten om tot 2018 toe te werken naar een gemeentelijk aangestuurd nieuw jeugdstelsel. De taken van de RIGG beperken zich in principe tot de hoofdtaken die door de gemeenten in het bedrijfsplan RIGG zijn vastgesteld. Mogelijke plustaken worden op verzoek van gemeenten en met overeenstemming van het DB en de gemeenten opgepakt. De Groninger gemeenten hebben er voor gekozen de volgende hoofdtaken te beleggen in de RIGG. 1. 2. 3.
Advies (programmering en advisering) Inkoop (contractering, contractbeheer en budgetbewaking) Kwaliteit (kwaliteitsbewaking en methodiekontwikkeling)
De toekenning van deze drie hoofdtaken aan de RIGG heeft mede tot doel om bij de inkoop en contractering balans te houden tussen de financiële en inhoudelijke (kwaliteits)afwegingen. Tevens wordt door het opnemen van de programmeerfunctie het lange termijn perspectief geborgd. Op basis van de toelichting op taken en uitdagingen wordt duidelijk hoe de inrichting van de RIGG aansluit bij het realiseren van de gezamenlijke ambitie.
1.2 Uitgangspunten en Mandaat Het bestuur van de PG&Z is gemandateerd om de inkoop en contractering te (laten) verrichten door een onder de PG&Z vallende ambtelijke organisatie (de RIGG). Voor de vorming van deze ambtelijke organisatie en de werkwijze zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9.
Het betreft een kleine, flexibele en tijdelijke ambtelijke organisatie die valt onder het Openbaar Lichaam PG&Z, De ambtelijke organisatie voert de primaire taken voor en met de 23 gemeenten uit. De uitvoering van de primaire taken moet een aantoonbare bijdrage leveren aan een gemeentelijk aangestuurd jeugdstelsel. Het Openbare Lichaam PG&Z is gemandateerd om uiterlijk op 1 November 2014 met zorgorganisaties overeenkomsten te sluiten of subsidierelaties of inkooprelaties aan te gaan. Eén vertegenwoordiger van de ambtelijke organisatie is gemandateerd om namens het Openbare Lichaam PG&Z met de zorgorganisaties overeenkomsten te tekenen of een subsidierelatie aan te gaan, De frictie- en opstartkosten worden zoveel mogelijk beperkt, De uitvoering van de inkoop, kwaliteitsbewaking en budgetbeheersing, zal samen met de gemeenten, op basis van de gezamenlijke ambitie, uitgevoerd worden, Binnen de kaders van het RTA worden samen met de gemeenten nieuwe vormen van inkoop ontwikkeld, Voor gemeenten worden instrumenten ontwikkeld dan wel beschikbaar gesteld waardoor zij meer sturingsmogelijkheden hebben om onnodig gebruik van (veelal duurdere) specialistische zorg in te perken.
Mandaat / Bevoegdheden DB & AB t.a.v. de RIGG Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
6
De 23 gemeenten hebben de inkoop van de jeugdhulp niet gedelegeerd aan de GR, maar gemandateerd aan het DB en de uitvoering ervan belegd bij de uitvoeringsorganisatie RIGG. Dat betekent dat het DB en de directeur RIGG voor 2015 de bevoegdheid hebben regionale jeugdhulp in te kopen; niet op eigen titel, maar namens de gemeenten. In een dergelijke mandaatconstructie blijft de primaire verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp bij de 23 colleges van B&W liggen. Juridisch geldt een in mandaat genomen besluit als een besluit van de mandaatgever: de rechtsgevolgen zijn dezelfde als wanneer de gemeente zelf het besluit tot stand had gebracht. Het DB gaat over de gemandateerde bevoegdheden, de RIGG voert uit en legt daarover verantwoording af aan het Dagelijks Bestuur. De 23 colleges hebben de directeur RIGG a.i. benoemd. De 23 gemeenten hebben het Dagelijks Bestuur gemandateerd, niet het Algemeen Bestuur. Dat betekent dat het DB als gemandateerde voluit de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden t.a.v. de in het mandaatbesluit omschreven taken heeft en dat alleen als dat nodig is, namelijk als het besluit buiten het mandaat valt, een besluit aan de 23 colleges van B&W wordt gevraagd. Het DB is in deze rol dus geen agendacommissie, maar staat voluit aan het roer en is, als het om verantwoording gaat, niet gericht op het AB, maar op de 23 colleges. Op het terrein van de jeugdhulp/RIGG heeft het Algemeen Bestuur alleen begrotingsbevoegdheid voor de programmaorganisatie als zodanig. De begrotingsbevoegdheden ten aanzien van de inkoopbudgetten waarmee de RIGG werkt, blijven bij de verschillende gemeenten. Inzoomend op het AB is er dus ten aanzien van de RIGG een zeer beperkte bevoegdheid. Inzoomend op het DB betekent dit iets voor de werkwijze van het DB, in de mandaatconstructie moet de gezamenlijkheid al in het voortraject worden gezocht, omdat het DB zelf gemandateerd is en het AB daar verder alleen over wordt geïnformeerd. De informatie komt vanuit de uitvoeringsorganisatie (RIGG), maar zonder verdere voorbereiding zou die informatie direct op de bestuurstafel van het besluitvormende orgaan liggen, namelijk bij het DB. Om nu de gezamenlijkheid en draagvlak in de stukken te krijgen, is een ander voortraject nodig. In de praktijk wordt dit onder meer op de volgende manieren ingevuld: 1. binnen de opzet van de RIGG wordt er capaciteit van de gemeenten ingezet; ambtenaren met verschillende expertise uit verschillende gemeenten werken een aantal uren van hun werkweek voor/bij de RIGG en zorgen zo voor een korte afstand tussen RIGG en gemeenten. 2. De RIGG heeft frequent afstemming met de beleidsambtenaren uit de gemeenten. Zo blijven de gemeenten betrokken bij wat de RIGG doet en andersom. 3. De klankbordgroep van gemeentesecretarissen krijgt en bespreekt vooraf stukken die naar het DB gaan op het terrein van de bedrijfsvoering (o.m. personeel, ICT, financiën). Opmerkingen worden meegenomen in de uiteindelijke DB-voorstellen. 4. Binnen een regio wordt ambtelijk voor-overlegd. De regiovertegenwoordigers stemmen, vóór bespreking in het DB, bestuurlijk met de collega’s uit het veld af. Tegelijkertijd worden de stukken over jeugdhulp die in het DB worden besproken aan alle portefeuillehouders jeugd gezonden.
2. Hoofdtaken RIGG 2.1 Inkoop 2015 (contractering, contractbeheer en budgetbewaking) 2.1.1 Contractering Namens de 23 Groninger gemeenten heeft de RIGG de Jeugdhulp voor 2015 ingekocht. Met de inkoop van de jeugdhulp van 2015 is ruim 153 miljoen gemoeid. Het totale budget van de 23 Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
7
gemeenten is 163 miljoen, waar volgens het RTA twee keer 3% op in mindering werd gebracht voor uitvoeringskosten en de versterking van de basisorganisatie. Het budget waarvoor de RIGG voor 23 gemeenten inkoopt, is 112 miljoen euro. Van de 112 miljoen is op advies van de VNG, 3,76 % gereserveerd voor landelijk werkende aanbieders. 41 miljoen is afgezonderd voor de individuele gemeenten om het PGB te financieren. De jeugdhulp wordt in de regio Groningen geleverd door ongeveer 35 grote zorgaanbieders en 165 kleinere. Dit is exclusief de vele aanbieders van PGB hulp. Dit laatste onderdeel wordt, zoals in het RTA afgesproken, niet in de RIGG meegenomen. Op verzoek van de gemeenten kan de RIGG adviseren over de continuïteit en strategische sturing van PGB’s. Bij de inkoop van 2015 is de zorggarantie, afgezet tegen het beschikbare budget leidend geweest. Ook de scheiding van de compartimenten is vooraf als uitgangspunt meegenomen. Op basis van de uitvraag van de zorgproductie in 2013 en bij provinciaal- of Rijks gebudgetteerde instellingen op basis van zorg in 2014, is het beschikbare budget verdeeld. Daarvoor is het zogenaamde transparante rekenmodel ontwikkeld. Dit leidde tot kortingen van respectievelijk 6,3% bij de provinciaal gebudgetteerde aanbieders, 10,8% bij de Zvw gefinancierde instellingen en tot bijna 25% bij de AWBZ aanbieders. Afgesproken is om de AWBZ aanbieders te compenseren tot een korting van 15%.Hiervoor zal een definitieve herverdeling van AWBZ middelen plaatsvinden in de zomer van 2015. Daarbij wordt aangenomen dat de definitieve PGB cijfers dan voorhanden zijn. De zorginkoop van 2015 bestond voor een groot gedeelte uit de inkoop van het aanbod voor kinderen die onder het overgangsrecht vallen. De RIGG heeft contracten gesloten met aanbieders die in 2014 zorg leverden. Hiermee is aangesloten bij de kwaliteitseisen van vorige financiers, gemeenten gebruiken het jaar 2015 om meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van het aanbod. 2.1.2 Transformatie De zorgaanbieders worden momenteel gefinancierd uit drie verschillende financieringsstromen, met ieder een eigen bekostigingssystematiek. De Zorgverzekeringswet, de AWBZ en de Provinciale- en Rijkssubsidies. Voordat de inkoop daadwerkelijk gestart was, is er in een bestuurlijke conferentie een achttal transformatieopdrachten afgesproken. Tijdens de contractgesprekken is voor elk van deze opdrachten een trekkende aanbieder gevonden en een aantal deelnemende aanbieders. Door middel van deze opdrachten wordt samenwerking tussen aanbieders gestimuleerd en komen de verschillende werelden van de oude financieringsstromen bij elkaar. Door de verschillende bekostigingssystemen zijn de jeugdhulpaanbieders zich gaan vormen en gedragen naar de systematiek waarin zij betaald werden. Dat heeft geleid tot verschillende culturen, een onderhandelingscultuur in de Zorgverzekeringswet, een verantwoordingscultuur bij de Provinciaalen Rijks gebudgetteerde aanbieders en inhoudelijk, maar ook formeel een emotie gestuurde “claimcultuur” in de AWBZ. Om deze transformatie in 2015 te kunnen financieren hebben de budget gefinancierde aanbieders tien procent van het aan hen beschikbaar gestelde budget gereserveerd. Deze tien procent wordt gebruikt voor het getransformeerd inzetten van Jeugdhulp door middel van de transformatieopdrachten en ook voor de verschuiving naar voren, zodat Jeugdhulp vanuit de aanbieders ingezet kan worden in de basisorganisatie van gemeenten. Gezien het feit dat het grootste deel van de ingekochte zorg voor 2015 bestond uit aanbod voor kinderen die onder het overgangsrecht vallen en er een flinke bezuinigingsslag gemaakt moest worden, was er weinig financiële ruimte voor vernieuwing. De regio Groningen heeft daarentegen met de tien procent van het budget in combinatie met de transformatieopdrachten al een slag gemaakt in de beweging naar voren, de transformatie van de intensieve Jeugdhulp en de samenwerking tussen aanbieders. Dit is vergeleken bij veel Jeugdhulpregio’s een enorme voorsprong. Tijdens de contractgesprekken is een solide basis gelegd om gezamenlijk de taakstelling en de noodzakelijke transformatie te bewerkstelligen
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
8
2.1.3 Solidariteit In de stuurgroep Jeugd van 26 juni jl. is uitvoerig gesproken over solidariteit. Er is voor 2015 overeenstemming over solidariteit m.b.t. de zorg en ondersteuning in de intensieve hulp en de minder intensieve hulp. Dit is noodzakelijk vanwege het feit dat er in 2015 sprake is van budgetfinanciering. In het Regionaal Transitie Arrangement is immers voor 2015 een budgetafspraak met aanbieders overeengekomen. Hiermee zijn de middelen voor zorgcontinuïteit eenduidig en volledig belegd. De stuurgroep Jeugd heeft dan ook besloten om met betrekking tot de intensieve zorg en de minder intensieve zorg volledig solidair te zijn. . Eventuele solidariteit ook voor 2016 en verder, ligt gevoelig bij gemeenten. Immers als gemeenten de keuze maken om flink te investeren in de lokale en preventieve voorzieningen, zou dit besparingen in de intensieve zorg kunnen opleveren. Deze gemeenten zouden die financiële winst vanzelfsprekend graag willen incasseren. Bij algehele solidariteit is dit niet mogelijk. Tegelijkertijd kunnen onverwachte hoge kosten ontstaan als bijvoorbeeld probleemjongeren naar een gemeente, meestal de stad Groningen trekken en in het gedwongen of gesloten kader, kosten verhogen. De mate van beïnvloedbaarheid van de kosten is nog onzeker, de wens is om wel te sturen op gebruik en kosten. Na bestuurlijke voorbesprekingen zal in juni een voorstel over solidariteit vanaf 2016 voorliggen. In dit voorstel zal ook de herverdeling middelen binnen het AWBZ compartiment, eventuele verschuivingen tussen ZIN en PGB en mogelijk een vorm van solidariteit in het PGB budget worden meegenomen. De RIGG zal op basis van een analyse van de cijfers van het eerste kwartaal dit voorstel voorbereiden. 2.1.4 Budgetbewaking aanbieders Met de grote, regionaal werkende aanbieders zijn budgetafspraken gemaakt. Binnen het budget ligt de verantwoordelijkheid bij deze aanbieders om de zorg te leveren die nodig is en om het budget niet te overschrijden. Waar zorg niet geleverd kan worden is samenwerking met andere aanbieders, de eerste verplichting. Waar de totale zorgproductie het budget dreigt te overschrijden is de zorgaanbieder verantwoordelijk voor signalering bij de RIGG. In overleg met betrokken aanbieders en de gemeenten moet een oplossing worden gezocht. Bij kleinere of buiten regionale aanbieders is er meer volatiliteit in het aantal kinderen in zorg waardoor het onwenselijk was om een budgetafspraak te maken. Deze aanbieders hebben een tariefafspraak met de RIGG waarmee ze per kind en per product kunnen declareren. Ook voor de kleine en buiten-regionale aanbieders is contractueel een budgetplafond vastgelegd. Met deze aanbieders hebben we voor 2015 geen formele transformatieopdracht afgesproken. Van de kleine aanbieders wordt verwacht dat ze in overleg met de gemeenten een bijdrage leveren aan de lokale infrastructuur en transformatie. 2.1.5 Contractbeheer De RIGG heeft de taak om de in de contracten opgenomen afspraken, zowel inhoudelijk als financieel te beheren. Op de inhoudelijke monitoring van de transformatie afspraken wordt nader ingegaan in het hoofdstuk Advies. Financieel en technisch contractbeheer wordt door de RIGG nauwkeurig opgepakt. De RIGG is voornemens middels een CRM systeem (Customer Relationship Management) het klantcontact en –contractbeheer te optimaliseren. Een dergelijk systeem levert naast het verhogen van kostenefficiëntie de mogelijkheid om lange-termijndoelstellingen te realiseren (zie ook paragraaf berichtenverkeer). Maandelijks ontvangen de aanbieders een twaalfde deel van het overeengekomen budget. Overschrijding van dit budget is niet mogelijk, tenzij nadrukkelijk afgesproken. De tariefgefinancierde aanbieders declareren maandelijks, op basis van geleverde zorg. In principe zal dit proces automatisch verlopen via de Suite4jeugd, echter voorlopig is dit systeem nog onvoldoende gevuld om werkend te zijn. Dit betekent dat in de eerste maanden een alternatief, handmatig Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
9
declaratie systeem is opgezet. Controle van de zorg aan individuele kinderen is dan nog niet mogelijk. Dit vraagt om een correctie achteraf. Wel wordt handmatig gecontroleerd of de omvang van de declaratie overeenkomt met een twaalfde deel van het budgetplafond. Alvorens opdracht tot betaling wordt gegeven, wordt contact opgenomen met de zorgaanbieder indien er sprake is van overschrijding. N.B. indien de zorgaanbieder daadwerkelijk de zorg verleend heeft, is de declaratie rechtmatig, het doel van het contact is dan eerder om de aanbieder bewust te maken van de overschrijding en het eventuele gevolg dat later in het jaar de declaraties niet meer vergoed kunnen worden. Voor deze alternatieve vorm van facturering en betaling is een extra medewerker aangesteld. De kosten zullen als incidentele post worden opgenomen in de begroting. 2.1.6 Inkoop 2016 en verder Om de ingezette transformatie te kunnen voortzetten is het van belang om als gemeenten, gezamenlijk te blijven optrekken. Dit is niet alleen om frictiekosten te kunnen beperken, maar ook om een sterke onderhandelingspositie in te kunnen nemen richting de aanbieders. Voor de transformatie van de zorg zal de inkoop een belangrijke factor zijn. In de inkoop strategie zal gestuurd worden op de transformatiedoelen en op de gewenste veranderstrategie in de zorgstructuur en cultuur. De strategisch gekozen vormen van inkoop moeten niet alleen leiden tot vernieuwde en goedkopere zorg, maar ook tot samenwerking tussen zorgaanbieders en samenwerking met gemeenten. Het is voor individuele gemeenten van belang om een deel van de ingekochte zorg, daarmee de professionals die werken vanuit de zorgaanbieders, op een flexibele wijze in te kunnen zetten in de basisorganisaties van de gemeenten. Dit vraagt om een flexibel inkoopmodel met veel ruimte voor lokale invulling en afspraken. De inkoop van alle jeugdhulp zal ook voor 2016 gemeenschappelijk voor alle 23 gemeenten worden uitgevoerd. NB dit vraagt om een collegebesluit van alle 23 gemeenten. Bij de voorbereiding van de inkoop zal een strategische inkoopnotitie worden ontwikkeld, als onderdeel van deze notitie zal een aantal bestuurlijke uitgangspunten worden voorgelegd. Zoals de volgende: • • • • • •
Is het zinvol is de inkoop voor 2 jaar te doen? De voor- en nadelen worden uitgewerkt. Is het zinvol de in het RTA afgesproken scheiding in 3 compartimenten te handhaven? Wat is inhoudelijk het beste onderscheid in ZIN en PGB middelen? In welke mate is solidariteit ook voor de komende jaren gewenst. NB dit wordt in juni 2015 besloten. Welke vormen van inkoop zal de gewenste transformatie en samenwerking het best waarborgen? Hoe wordt de inbreng van gemeenten in de inkoop gewaarborgd, hierbij de nadruk op de beweging naar voren.
In het DB is afgesproken om de grote onderwerpen van dit jaar, zoals inkoop en solidariteit, in een bestuurlijke conferentie voor te bereiden en in een grote conferentie met wethouders Jeugd en bestuurders van zorginstellingen te verbreden. In het voorjaar worden de volgende bijeenkomsten ingepland: Bestuurlijke bijeenkomst over Transformatie voor alle wethouders Jeugd en bestuurders van 30 zorginstellingen (bestuurlijk voorbereid door leden van het DB en van het Kernteam zorginstellingen); Bestuurlijke bijeenkomst over Inkoop & Solidariteit voor alle wethouders Jeugd (voorbereid door leden van het DB)
2.2 Advies (programmering en advisering) De adviesfunctie van de RIGG aan alle gemeenten krijgt samen met de vertegenwoordigers van de 8 regio’s, op basis van de vernieuwde transformatieagenda, vorm en inhoud. De RIGG heeft daarnaast een brede adviesfunctie richting gemeenten. Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
10
Met de invoering van het nieuwe jeugdstelsel wordt ingezet op transformatie van de jeugdhulp door middel van onder meer: het versterken van de eigen kracht van jeugdigen, gezin en sociale omgeving, het verbeteren van de samenwerking rond jeugdigen en gezinnen, het inperken van onnodige medicalisering, het beheersen van de kosten, het voorkomen van versnippering van de zorg en meer ruimte voor professionals. Om de transformatie ook daadwerkelijk vorm te geven in de provincie Groningen zijn verschillende afspraken gemaakt. In de Overeenkomst Jeugdhulp zijn met de gecontracteerde aanbieders afspraken gemaakt over de inzet van tenminste 10 % van het transformatiebudget om bovengenoemde doelen te realiseren. Afhankelijk van de aanwezigheid van intensieve zorg in het aanbod van de zorgaanbieders, geldt dat 10 % wordt ingezet in de basisondersteuning en/of expertpool. Uitgangspunt is dat de transformatiedoelen worden gerealiseerd. Indien intensieve zorg tot het aanbod behoort wordt tenminste 5 % ingezet voor de opdrachten zoals geformuleerd voor de transformatie van de intensieve zorg. Voor aanbieders met uitsluitend dyslexiezorg geldt dat 10 % van het totale budget wordt ingezet voor de versterking van de basisondersteuning/expertpool. 2.2.1 Transformatieopdrachten Bestuurlijk is tussen de wethouders jeugd van alle 23 gemeenten en de grote gecontracteerde zorgaanbieders voor 2015 een aantal specifieke transformatieopdrachten afgesproken. De invulling van de transformatieopdrachten vindt plaats door instelling-overstijgende samenwerking tussen Jeugdhulpaanbieders, (gezamenlijke) methodiek ontwikkeling en specifieke transformatieopdrachten per Jeugdhulpaanbieder. Er is voor iedere opdracht een opdrachtnemer benoemd vanuit de aanbieders, en zijn beleidsambtenaren jeugd aan iedere opdracht gekoppeld. De strategische beleidsadviseur van de RIGG is aanspreekpunt voor de opdrachtnemers voor de uitvoering van de transformatieopdrachten. Uiterlijk 15 februari (tenzij anders overlegd) leggen de trekkers van de opdrachten een inhoudelijk onderbouwd en gekwantificeerd plan voor aan de RIGG ter goedkeuring. Deze worden in een bestuurlijke werkconferentie met het DB PG&Z en het kernteam zorginstellingen besproken. Daarna volgt een grote conferentie tussen de wethouders Jeugd en alle betrokken zorgaanbieders. Het gaat daarbij om de volgende transformatieopdrachten: 1. Coördinatie van bereikbaarheid en crisisopvang. Doelen: komen tot één provincie breed en domein overstijgende crisisorganisatie, met één loket en meer efficiënte organisatie van crisishulp. Opdrachtnemer: Lentis (deelnemers: Elker, Reik, Poortje, Accare, LdH Noord, NOVO) Tijdpad: plan van aanpak medio februari; conceptvoordstel juni 2015 2. Verdere vernieuwing en flexibilisering van het ‘Pleegzorg’ aanbod. Daarbij aandacht voor benodigd volume, de vorm van het aanbod, benodigde begeleiding en de kwaliteit ervan. Opdrachtnemer: Elker (deelnemers: MJD, BJZ, LdH Noord, NOVO, De Robijn, Tijdpad: analysefase (formuleren van visie en ambitie) medio februari; mei 2015: formuleren van haalbare en concrete (ombouwplannen) t/m 2017 (passend bij de transformatiedoelen). 3. Meer generalistische uitvoering van JB/JR maatregelen in het gedwongen kader Doel is bieden van ondersteuning voor gezinnen met kinderen die in de knel dreigen te raken. Tevens inzet van breed palet aan dwang- en drangmaatregelen voor kleine groep. Borgen van specialistische kennis en voorkomen van hulp in het gedwongen kader. Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
11
Opdrachtnemer: JB Noord (deelnemers: LdH, LJ&R, WSG,SGJ, Reik) Tijdpad: medio februari plan van aanpak 4. Gezamenlijke screening van de intensieve zorg, integrale triage en aandacht voor terugkeer/uitstroom met beddenreductie als resultaat. Verbeteren van basis- en flexibele ondersteuning, door ontwikkelen ambulante vormen van intensieve ondersteuning, (bovenregionale) coördinatie op de toegang en terugkeer; uitbreiden van integratie mogelijkheden van voorzieningen. Eindresultaat: korter doorlooptijden; betere en goedkopere zorg en vermindering van het beroep op klinische capaciteit. Tenminste 1 of 2 (afhankelijk van doelgroep) residentiële voorziening(en) gezamenlijk in stand houden; verbinding met onderwijs Opdrachtnemer: Accare (deelnemers: VNN, Elker, Reik, NOVO, Lentis, LdH Noord, de Zijlen) Tijdpad: medio februari plan van aanpak 5. Transformatie dyslexie(vergoedingsregeling) Doel is om binnen het krimpende budget zoveel als mogelijk kinderen te blijven helpen. Opdrachtnemer: Molendrift (deelnemers: Timpaan, Cedin, OCRN, RID) Tijdpad: medio februari plan van aanpak 6. Het overbrengen van Signs of Safety als benaderingswijze op de (lokale) netwerkpartners. Doel is versterken van de samenwerkingsrelatie met gezinnen waar (mogelijk) sprake is van kindermishandeling via het delen van expertise en aanbieden van trainingen SofS op het gebied van veiligheidsvraagstukken. Opdrachtnemer: BJZ (deelnemers: Reik, Accare, WSG) Tijdpad: medio februari plan van aanpak 7. 18-/18+ Er zal onderzoek plaatsvinden naar de 18-/18+ problematiek: waar loopt deze doelgroep tegenaan en hoe zijn zij het beste te bedienen, zodat zorg op maat gerealiseerd kan worden. In een eerste ronde zal inventarisatie van de knelpunten aan de orde zijn, waarna in de tweede onderzoeksronde aanbevelingen worden geformuleerd. Hierin wordt ook aangegeven wat nodig is om binnen de gestelde budgetten goede continuïteit van zorg te kunnen bieden. Opdrachtnemer: LdH Noord (deelnemers: de Zijlen, VNN, Reik, NOVO, Accare) Tijdpad maart plan van aanpak. 8. Vanuit de keten gezamenlijk werken aan een Veilig thuis (nieuw) Doel: waarborgen van de veiligheid in brede zin van jeugdigen en volwassenen in de gehele keten via het leggen/versterken van de verbinding tussen de verschillende veiligheidsinstanties en het verbreden van hun expertise. Tevens verder ontwikkelen van de bereikbaarheid diensten, opzetten van een eenduidige bestuurlijke aansturing van veilig thuis en het leveren van een bijdrage aan een monitoringsinstrument. Deze transformatieopdracht is nog in ontwikkeling en moet nog worden vastgesteld Opdrachtnemer: Veilig Thuis en deelnemers lokale teams en expertpool Tijdpad: eind maart plan van aanpak Voor een overzicht van de transformatiedoelen en de betrokkenheid van de regio's is een bijlage toegevoegd. Aan ieder transformatiedoel zijn 2 vertegenwoordigers van gemeenten Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
12
verbonden, samen met de inhoudelijk adviseur van de RIGG, nemen zij deal aan de uitwerking van de opdrachten voor de zorgaanbieders en sturen bij. 2.2.2 Bovenregionale transformatie Al in 2014 is er een werkgroep vanuit de provincies Drenthe, Friesland en Groningen ingesteld die samen met de bovenregionale aanbieders, zoals Accare, Lentis, Ambique, de jeugdhulpaanbieders en het Poortje transformatie in het bovenregionale aanbod heeft voorbereid. Als gevolg van de tijdsdruk is er uiteindelijk gezamenlijk een inkooptraject met het Poortje, inclusief transformatieopdracht uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in 1 driejarig contract en 1 transformatieopdracht met het Poortje. De transformatie van de overige aanbieders en mogelijk een gemeenschappelijke bovenregionale inkoop wordt in 2015 opnieuw opgepakt. De transformatieopdracht voor het Poortje geldt ook voor een termijn van 3 jaar. De opdracht gaat uit van een voortzettende trend van afname van het aantal gesloten geplaatste jongeren en als gevolg hiervan flexibilisering van heg aanbod, waardoor de bestaande structuur van het gebouw, de professionals en de deskundigheid, mogelijk ook in de vorm van een ander, meer flexibel aanbod, ingezet kan worden. Twee maal per jaar wordt er geëvalueerd in een bovenregionale, bestuurlijke werkgroep. 2.2.3 Overige transformatie opdrachten In het nieuwe jeugdstelsel is nog een aantal punten dat nadere uitwerking/ specifieke aandacht behoeven en vanuit de RIGG belegd zijn bij beleidsambtenaren jeugd. Zie voor het overzicht de bijlage. 1. Beweging naar voren (Toegang/ expertpool). Zie hiervoor paragraaf 2.4 “Wat doen de gemeenten zelf”. 2. Onderzoek/professionalisering en kwaliteit. Deze opdracht is gericht op het coördineren en laten uitvoeren van onderzoek naar de resultaten van de transformatie van de jeugdhulp. De belangrijkste vraag daarbij is: gaat het Groninger functioneel werken zoals geformuleerd in de ambities van het Groninger functioneel Model. Doelstelling is gemeenten te ondersteunen bij het vormgeven van de stelselherziening door middel van innovatie, kenniscirculatie en monitoring. Op dit moment wordt gewerkt aan een subsidieaanvraag bij ZonMw, waarin een onderzoeksvoorstel wordt uitgewerkt om de werking van het stelsel te kunnen monitoren. De Academische Werkplaats Transformatie Jeugd C4youth 2.0. is hierin een belangrijke partner. Ook aan de uitwerking van de landelijke geformuleerde outcome-criteria in relatie tot de door ons geformuleerde prestatie-indicatoren (als cliëntbetrokkenheid, doelrealisatie, veiligheid, afname dan wel stabilisatie van klachten, resultaatgerichtheid) wordt in deze opdracht gewerkt. Daarnaast zal worden onderzocht of en op welke wijze de professionalisering/deskundigheidsbevordering van de professionals van alle partners in het jeugdstelsel kan en moet worden gecoördineerd en daardoor ook kan worden gestimuleerd. 3. Cliënt- c.q. Jongerenparticipatie. Zie hiervoor paragraaf 3.2 en 3.3. 4. Zorg voor Jeugd. In juni 2015 zal aan het DB een voorstel worden voorgelegd over de verwijsindex na 2015 en de plaats van zorgcoördinatie in de nieuwe Toegang 5. MEE. Er wordt op dit moment een onderzoek uitgevoerd naar de behoefte van de ondersteuning van MEE in de lokale teams en in de expertpool. Dit voorstel wordt in april in het bestuurlijk OOGO besproken. 6. Vechtscheidingen: deelname aan project van de Rechtbank Noord Nederland
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
13
7. Bestuurlijk Overleg Raad voor de Kinderbescherming: vertegenwoordigingsfunctie namens de Groninger Gemeenten 2.2.4 Inrichting en tijdelijke aansturing van de Expertpool Door het toevoegen van specialistische kennis en expertise aan de professionals én het samenwerken aan een snellere en efficiëntere zorgtoeleiding, is de inzet van de expertpool een belangrijk middel in de transformatiedoelstellingen. Uitgangspunt is een en ander zodanig te organiseren dat de professionals in het nieuwe jeugdstelsel hun werk goed kunnen uitvoeren. Specifieke taken van de expertpool zijn: het geven van consultatie en advies, adviseren ten behoeve van de inzet van intensieve ondersteuning en de (tijdelijk) inzet leveren van specialistisch casemanagement. De expertpool bestaat uit diverse deskundigen met uiteenlopende kennisgebieden opgedeeld in acht regionaal georganiseerde teams; waarbij de stad Groningen vervolgens is opgedeeld in drie deelgebieden. In de teams zitten vooral gedragswetenschappers vanuit zowel de verschillende kennisgebieden als zorgdomeinen. Er is tevens een bovenregionaal team ingesteld met meer zeer specifieke expertise. Tot slot is er een kleine groep die een aantal ontwikkeltaken gaat uitvoeren, zoals het organiseren van de bereikbaarheid van specifieke vormen van expertise/ bestaand expertiseteam en het leveren van een bijdrage aan het monitoren van de transformatiedoelen. De teams zijn ingedeeld en geïnstrueerd en de informatie over de gewenste werkwijze is gedeeld en op internet geplaatst (www.RIGG.nl). Iedere regio/ deelgebied heeft één contactpersoon uit de expertpool en één contactpersoon vanuit de gemeente. De contactpersonen uit de expertpool zijn de schakel/spil tussen basisondersteuning en regionale expertpool, coördineren de binnenkomende vragen en zetten indien nodig uit, organiseren casereviews, zijn de verbinding met de bovenregionale teams en zijn het aanspreekpunt voor de strategisch beleidsadviseur RIGG. De strategisch beleidsadviseur RIGG stuurt tijdelijk de expertpool inhoudelijk en procesmatig aan. In de loop van 2015 wordt een voorstel ontwikkeld voor de structurele aansturing van de expertpool. De aansturing houdt onder andere in het monitoren van het operationeel proces, de werkwijze en de aansluiting met basisteams. Gedurende het vervolg van 2015 zal de voortgang gemonitord worden door een klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de belangrijkste zorgdomeinen (GGz, jeugdhulp en zorg voor mensen met een verstandelijk beperking), beleidsambtenaren jeugd van Groningen en Hoogezand en de strategisch beleidsambtenaar RIGG. Aandachtspunten daarbij zijn:
Verlopen verwijzingen voor de inzet van meer intensieve ondersteuning volgens de afgesproken routes? (basisteam> expertpool> gemandateerde professional?)
Op basis van welke besluitvorming wordt er al dan niet ondersteuning geadviseerd?
Worden de professionals uit de basisteams voldoende betrokken bij de adviezen?
Kan het aanvraagformulier intensieve ondersteuning aangehaakt worden bij het gezinsplan?
Wordt de expertpool ook benut door de medisch specialisten?
Is er een tendens waarneembaar van inzet van advisering van minder zware zorg?
Specifiek nader uit te werken voor 2015:
Voorstel definitieve aansturing van de Expertpool
Rol en taak medewerkers GGD (toegang en specialistisch casemanagement) in het nieuwe stelsel
Ontwikkelen zorgroute JB/JR in het nieuws stelsel (hiaat in notitie zorgroutes) door beleidsambtenaren jeugd (Groningen/ HSSM in samenwerking met Strategisch beleidsadviseur)
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
14
Coördinatie in knelpunten in de uitvoering van medewerkers basisteams in samenwerking met manager sociale teams Groningen en beleidsambtenaren jeugd: inventarisatie knelpunten gezamenlijk maken van plan van aanpak.
2.3 Kwaliteit (kwaliteitsbewaking en methodiekontwikkeling) In de huidige één-jarige overeenkomsten met de aanbieders hebben we de kwaliteitseisen aan de aanbieders gesteld. Deze zijn van toepassing op het transitie jaar 2015 en beogen de kwaliteit van de jeugdhulp aan jeugdigen in de provincie Groningen en hun ouders te waarborgen. De belangrijkste eisen zijn: •
•
• •
De aanbieder moet aantoonbaar aan de kwaliteitsnormen van de Jeugdwet (2015) en/of VG sector en de kwaliteitsnormen van de beroepsgroep of branche voldoen. De aanbieder bezit een gescheiden wacht- en therapieruimte. De ruimten zijn toegankelijk voor minder validen. De aanbieder neemt uiterlijk binnen vijf werkdagen na melding van de Zorgtoewijzing contact op met de Jeugdige en maakt op basis van de Zorgtoewijzing/Verleningsbeschikking met Jeugdige of diens vertegenwoordiger afspraken om te komen tot Jeugdhulp. De beoogde startdatum van de jeugdhulp wordt na overleg met Jeugdige vastgesteld. Aanvullende eisen op het gebied van veiligheid en de (communicatie) procedures die we hanteren bij calamiteiten en onderzoek van de toezichthouder. Investeringen in de kwaliteit van de jeugdhulp worden mogelijk gemaakt door de al eerder genoemde transformatie opdrachten. Deze opdrachten moeten leiden tot realisatie van de doelen van de Jeugdwet.
2.3.1. Monitoring Kenmerkend voor eerste helft van 2015 is dat er nog veel niet vanzelf gaat, omdat bij alle partners in de keten voor de jeugdhulp sprake is van aanloopperikelen. De monitoring van inhoud en financiën richt zich in deze fase vooral op de transitie: werkt “het” zoals we het ontworpen hebben, zo monitoren we bijvoorbeeld de werking van het berichtenverkeer. Voor wat betreft de financiën volgen we de uitgaven bij de tarief-gefinancierde zorgaanbieders, de nieuwe en landelijke zorgaanbieders en natuurlijk de eigen uitgaven van de RIGG. Met de budgetgefinancierde instellingen maken we afspraken over kwartaalrapportages waaruit we prognoses voor hun jaarproductie kunnen destilleren zodat we tijdig kunnen signaleren of de budgetten te snel worden verbruikt. Met een paar financiële medewerkers van de gemeenten bepalen we de financiële informatiebehoefte van gemeenten en doen we een voorstel voor de periodieke rapportages op onderdelen. Doordat alle partijen nog enige tijd nodig hebben om op een redelijk niveau te komen zal het pas aan het eind van het tweede kwartaal 2015 mogelijk zijn om een adequate c.q. realistische voortgangsrapportage voor meerdere terreinen op te stellen. Na de afronding van de transitie in de loop van dit jaar is het zaak om de focus van de monitoring te verbreden naar de transformatie. Om de transformatie-doelen goed te kunnen meten en volgen starten we dit voorjaar een project om die doelen smart te definiëren. Verder stellen we samen met alle gemeenten en hun accountants een uniform controle protocol op voor de hele keten (de gemeente – de RIGG – de zorgaanbieders) zodat alle gemeenten en de RIGG te zijner tijd goed voorbereid het jaar 2015 (voor wat betreft de Jeugdhulp) kunnen afsluiten. 2.3.2 ICT Bij de oprichting van de RIGG als inkooporganisatie heeft zij ook taken op het gebied van het berichtenverkeer en betalingen gekregen. Afgesproken is dat de RIGG de betalingen aan via inkoop gecontracteerde zorgaanbieders voor de gemeenten uitvoert. Hiertoe is een systeem van Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
15
berichtenverkeer ontwikkeld, waardoor een match tussen zorgtoewijzing (gemeente) en declaratie (zorgaanbieder) kan worden gemaakt, gevolgd door betaling. Verder is de RIGG actief geweest bij het tot stand brengen van berichtenverkeer in het gedwongen kader (CORV). In 2014 heeft de nadruk vooral gelegen op het tot stand brengen van werkende systemen. Zowel bij CORV als bij het algemene berichtenverkeer is na een late start in relatief korte tijd veel tot stand gebracht, in samenwerking met de gemeenten en zorgaanbieders. Er is een Suite4Jeugdzorg aangekocht, er is een eigen berichtenportaal ontwikkeld, er is op allerlei manieren informatie verstrekt over processen en systemen, er zijn machtigingen en mandaten verstrekt om medewerkers van de sociale teams bevoegd toegang te geven tot de Suite, CORV en het landelijke gegevensknooppunt. De doelstelling om dit geheel op 1 januari 2015 af te ronden, bleek landelijk gezien te ambitieus en was ook in onze regio, ondanks gepleegde inzet niet haalbaar. Dit betekent dat in 2015, met name de eerste maanden, nog veel zaken ingeregeld zullen worden. Er zal nog verder aandacht worden besteed aan opleiding van mensen die met de Suite4Jeugdzorg gaan werken, mede in de vorm van een train-de-trainer-programma. Er zijn noodverbanden ontwikkeld, bijvoorbeeld om de declaraties van tariefgefinancierde zorgaanbieders te kunnen afhandelen, maar die zijn per definitie tijdelijk en zullen moeten worden omgezet in een definitief systeem. En ook de aansluiting op de systemen van de budgetgefinancierde zorgaanbieders moet nog verder worden vormgegeven. Ten aanzien van CORV moet duidelijk worden wanneer WIJZ gereed is en welke rol dit kan spelen aan de voorkant van de keten. Binnen de RIGG zelf zal, binnen het kader van het functiebouwwerk, ruimte moeten komen voor iemand die in relatie tot informatievoorzieningen en ICT ontwikkelingen kan voorzien, kan inbrengen en hierop kan anticiperen. Dit omvat operationeel gegevensbeheer, maar vraagt ook kennis en kunde op het gebied van (processen rondom) de jeugdhulpketen zelf, gemeenten en zorgaanbieders en overige betrokken partijen. Verder kan op deze manier structureel aandacht worden gegeven aan business intelligence in relatie tot monitoring en rapportering. Verder zal de website van de RIGG verder worden ingericht om de informatieverstrekking en – uitwisseling op ICT-gebied te verbeteren en te vergemakkelijken. Berichtenverkeer Het berichtenverkeer concentreert zich op financieel administratieve uitwisseling van gegevens tussen gemeenten en zorgaanbieders. Echter om de transformatiedoelen te bereiken moet beter gekeken worden naar de communicatie patronen en informatie-uitwisseling tussen alle betrokkenen in de jeugdketen: ouders/cliënt, huisarts, basisteams, expertteam, zorgaanbieders, Jeugdbescherming Noord, etc. De betrokkenen moeten nauw met elkaar samenwerken om effectieve en efficiënte werkprocessen vorm te geven waarbij de privacy gewaarborgd wordt. Nu zien we vaak dat informatie via de e-mail verspreid wordt en dat dossiers en rapportages in allerlei systemen bewaard en overgetikt worden. Hier ligt een grote kans om de processen en de zorg te verbeteren en af stemmen zodat het adagium “1 gezin, 1 plan” beter tot wasdom komt. Het is nodig hier vanaf de zomer aandacht aan te besteden. Op dit moment worden dossiers beheerd van ruim 120 zorgaanbieders en 23 gemeenten. Dat gebeurt nu op een handmatige wijze. Om de inkoopfunctie verder te professionaliseren is het invoeren van een CRM-systeem(Customer Relationship Management) voorzien, te koppelen aan een contractbeheersysteem. In dit CRM systeem worden contactpersonen, contactmomenten en afspraken vastgelegd, zodat er vanuit de RIGG een professionele benadering naar zowel gemeenten als zorgaanbieders kan plaatsvinden. Door de betrokkenen ook deels toegang te geven tot dit systeem ontstaat een efficiënt relatiebeheersysteem, waarbij iedereen de beschikking heeft over actuele en correcte informatie.
2016
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
16
Na het overgangsjaar 2015 zal er vanaf 2016 een definitief beeld moeten ontstaan. Hierbij spelen ontwikkelingen bij de gemeenten een belangrijke rol. Zo zijn er verschillende gemeenten met een eigen frontoffice-systeem en zijn er gemeenten die daar momenteel naar kijken. Daarmee kan de vraag naar voren komen of het uitgangspunt berichtenverkeer, matching en betaling door de RIGG ook in de definitieve situatie onverkort overeind blijft. In ieder geval zal er met de ketenpartners een samenhangend model voor de totale informatievoorziening, inclusief die aan de voorkant moeten worden ontwikkeld. Helderheid over processen, rollen en verantwoordelijkheden is nodig voor een duidelijke afbakening van de RIGG-taken. Daarbij moet de vraag naar welke processen voor de gemeentelijke rol in de jeugdhulp gewenst zijn, leidend worden voor de definitieve ICT-architectuur. 2.3.3 Privacy Jeugdhulp en privacy horen onlosmakelijk bij elkaar. Overal waar met persoonlijke, vertrouwelijke of anderszins voor de jeugdige of zijn/haar omgeving kwetsbare gegevens wordt omgegaan, dient het privacybelang zorgvuldig te worden afgewogen tegen het zorgbelang. Dit uitgangspunt geldt voor de gemeenten en voor de RIGG zelf en de gehele keten tot en met de zorgaanbieders. Aangezien de gemeenten de basis van de zorgketen vormen, bepalen de gemeenten het privacyniveau dat in hun kolom maar ook in de bredere jeugdhulpketen wordt nagestreefd. Eind 2014 zijn zowel door de gemeenten als de RIGG zelf bijeenkomsten georganiseerd om het privacyveld te verkennen. Op basis van bovenstaande ontwikkelen in 2015 zowel de gemeenten als de RIGG hun privacybeleid. Ten aanzien van de gemeentelijke kant heeft KING aangegeven geïnteresseerd te zijn in een pilot met 11 Groningse gemeenten die al concreet bezig zijn met de ontwikkeling van hun privacybeleid. De insteek is dat de overige Groningse gemeenten kunnen aanhaken en zo meeprofiteren van de pilot. De uitkomsten van de pilot wil KING benutten voor andere regio’s, waar de zelfde problematiek speelt maar men nog minder ver gevorderd is. De RIGG is ook bij deze pilot betrokken. Tegen de zomer wordt een eindresultaat verwacht. Vervolgens worden de formele en organisatorische stappen gezet om dit privacybeleid daadwerkelijk in te regelen.
2016 In 2016 moet het privacybeleid staand beleid zijn, moet voor alle partijen in de keten, inclusief de RIGG zelf, helder zijn hoe in verschillende omstandigheden om te gaan met privacy, en moet de continuïteit geborgd zijn door middel van de aanstelling van een privacy-officer, al dan niet in gezamenlijk verband. Bij het vaststellen van het privacybeleid wordt rekening gehouden met het nieuwe (strengere) privacybeleid, dat naar verwachting binnen nu en 2 jaar in een Europese verordening zal worden verankerd.
2.4 Wat doen de gemeenten zelf? Vanuit de nieuwe Jeugd wet is elke gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugdhulp in haar gemeente. Daarnaast is de gemeente specifiek en direct verantwoordelijk voor de kwaliteit van de basisondersteuning en de kwaliteit en uitvoering van de zorgtoewijzingen. Ook is elke gemeente verantwoordelijk voor de administratieve verwerking van de zorgtoewijzingen, deze zijn noodzakelijk voor het kunnen analyseren van de zorgtoewijzingen binnen onze regio en het leveren van kwartaal en jaarrapportages door de RIGG. In de gemeentelijke basisteams is de toewijzing naar zorg, als ook de casusregie voor alle cliënten in jeugdhulp, de centrale taak. Hierbij geldt nadrukkelijk het principe van 1 gezin, 1 plan 1 regisseur. In de basisteams zoveel mogelijk ingezet op eigen kracht en het inzetten van netwerkondersteuning. De Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
17
mate waarin gemeenten er in slagen om met eigen- of netwerkkracht haar bewoners te ondersteunen, zal mee bepalend zijn voor de omvang van de intensieve en minder intensieve hulp. Om de toewijzing naar de jeugdhulp goed te laten verlopen zijn de zorgroutes ontwikkeld, is mandatering van professionals die zorg mogen toewijzen geregeld en is een backoffice ingericht voor de administratie en verwerking van zorgtoewijzingen middels ICT voorzieningen. Om de basisteams te professionaliseren en de kwaliteit van de basiszorg te versterken is een deel van de transformatiemiddelen van de zorgaanbieders ( 10 % of 5 %) bestemd voor inzet van flexibele hulp in de basisteams. Ook met de lokale kleine aanbieders van zorg kunnen afspraken worden gemaakt over inzet in de basisteams. De expertpool draagt bij aan de kwaliteit van de uitvoering, het ondersteunen bij vraagstukken van onveiligheid van kinderen en professionaliseren van de teams. De basisteams leggen contacten met het onderwijs in de gemeente en maken afspraken met huisartsen over afstemming met de basisteams. De kwaliteit van de basisondersteuning en de uitvoering van het PGB beleid is en blijft de verantwoordelijkheid van elke individuele gemeente. De RIGG vervult in deze geen taken, tenzij nadrukkelijk op verzoek van een gemeente/het DB. De kosten voor deze eventuele extra of plus taken zijn niet in de begroting opgenomen. De kwaliteit en transformatie van de basiszorg in elke gemeente is de drager van het succes van de transformatie van de jeugdhulp. Hier ligt ook de sleutel voor sturing op de omvang en inzet van intensieve jeugdhulp. Naarmate er eerder en betere hulp geboden kan worden aan gezinnen, zal de behoefte aan duurdere en intensievere hulp afnemen. In de transformatie doelen is opgenomen het doel: de Toegang en de beweging naar voren. Dit is bij uitstek een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Er is voor gekozen om dit doel gezamenlijk in de RIGG op te pakken om het mogelijk te maken kennis te delen en van elkaar te leren. Alle deelnemende ambtenaren van de acht subregio’s vormen samen met de beleidsadviseurs en met coördinatie van de RIGG, de motor van de inhoudelijk veranderingen. Gemeenten worden hierdoor ondersteund en actief betrokken bij het vormgeven van de gezamenlijke ambities. Hierdoor vormt de RIGG samen met de gemeenten een organisch geheel.
3. Overige taken RIGG 3.1 Programmaraad De samenhang van het jeugdstelsel behoeft een integrale werkwijze wat betreft kwaliteitszorg, prestatiemeting en methodiek. Voor kwaliteitsbewaking en methodiekontwikkeling is besloten om een programmaraad in het leven te roepen die bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeentebesturen, zorgaanbieders, onderwijs en mogelijk gezamenlijk gekozen experts (bijvoorbeeld hoogleraar sociologie, vertegenwoordiging vanuit het justitieel kader of lector jeugdbeleid ). De programmaraad adviseert de directeur van de RIGG en wordt meegenomen in de advisering van het DB. De verbinding tussen de programmaraad en de verschillende (cliënt) belangenorganisaties wordt gelegd door deelname in de programmaraad. Doel is om in de programmaraad inhoudelijke thema’s vanuit cliëntbetrokkenheid, in te brengen. De vorming van de Programmaraad zal worden opgepakt na het eerste kwartaal in 2015. De eerste periode van 2015 vraagt ook van de RIGG een intensieve begeleiding van het werkend krijgen van het nieuwe systeem van zorgtoewijzingen.
3.2 Cliëntparticipatie De belangen van alle cliënten (ouders en jongeren) die gebruik maken van de jeugdhulp in de provincie Groningen, worden behartigd door Zorgbelang Groningen. Zorgbelang is één van de door
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
18
de RIGG gecontracteerde zorginstellingen. Zorgbelang wordt deels uit Landelijke en deels uit het Groninger jeugdbudget gefinancierd. De vertrouwenspersoon van Zorgbelang geeft informatie, advies en ondersteuning aan iedereen met vragen of klachten over de jeugdhulp of over de Raad voor de Kinderbescherming. Voor 2015 heeft de provincie Groningen middelen beschikbaar gesteld voor de financiering van een meldpunt Jeugdhulp. Middels het Meldpunt Jeugdhulp Groningen, dat uitgevoerd wordt door Zorgbelang, wordt de ombudsfunctie verwezenlijkt. Hier kunnen volwassen en jeugdige cliënten telefonisch én online hun vraag, klacht en/of ervaringen met betrekking tot de uitvoering van jeugdhulp, indienen. Deze informatie wordt anoniem teruggekoppeld naar de gemeenten waardoor iedere gemeente zelf de kwaliteit van de jeugdhulp kan monitoren en voor een deel kan bijsturen.
3.3 Jongerenplatform Bestuurlijk is al in het DB van 19 december 2014 besloten dat het belangrijk is om jongeren via een of andere vorm te laten meedenken en meepraten over hun ervaring met jeugdhulp. Het doel is jongeren te betrekken, ze een platform te geven voor meningen voor klachten en ideeën en om ze te informeren. Voor de RIGG kan dit platform belangrijke informatie opleveren over het hulpaanbod door de zorginstellingen als ook de vraag- en transformatiebehoefte van de gemeenten, vanuit het perspectief van de jongeren. Een van de mogelijkheden is de vorming van een online-platform voor jongeren voor alle leeftijdscategorieën, waarbij een deel voor jongeren tot 12 jaar en een deel vanaf 12 jaar is ingericht. Het platform is er voor jongeren en zal voor een groot deel door jongeren gevuld en gehost worden. De redactie zal bestaan uit jongeren, aangevuld en ondersteund vanuit de RIGG. Omdat er nogal wat initiatieven zijn voor lokale jongeren inbreng en participatie is het van groot belang dat het regionale initiatief aanvullend is op de lokale. In de komende maanden zal dit onderzocht worden en zal ook met jongeren worden afgestemd. Dit onderwerp zal voor de zomer 2015 tot een voorstel aan het DB leiden.
3.4 Coördinatie Passend Onderwijs De verbinding sociaal domein en onderwijs is in eerste instantie aan de gemeenten. Er zijn echter redenen om voor gemeenten en onderwijs om provinciebreed samen te werken: -
Afspraken over samenwerking tussen de jeugdhulpinstellingen en het onderwijs omdat die vanuit de gemeenten ook provinciebreed wordt ingekocht, Samenwerking met de samenwerkingsverbanden die regionaal en provinciebreed georganiseerd zijn, Het voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en MBO onderwijs hebben leerlingen uit meerdere gemeenten. Eenduidigheid in werkwijze is wenselijk om gezamenlijk een effectieve ondersteuning in te zetten, Samenwerking tussen jeugdhulp en cluster 1 (Visio) en 2 (Kentalis).
Vanuit het DB PG&Z verzorgen de wethouders Plandsoen (gemeente Leek) en Hamster (gemeente Stadskanaal) de verbinding met het Passend Onderwijs. Samen met wethouder Bouman (gemeente Eemsmond) spreken zij met de samenwerkingsverbanden over de verbinding tussen de Transformatie Jeugdzorg en het Passend Onderwijs. Naast de samenwerkingsverbanden VO-Stad, VO-Ommelanden en het PO nemen ook in het MBO en clusters 1 en 2 bestuurlijk deel aan het bestuurlijk Afstemmingsoverleg Gemeenten en Onderwijs (AGO). In het AGO worden de thema’s besproken die door de VNG en de PO en VO raad worden aanbevolen ter bespreking in het Op Overeenstemmingsgericht Overleg (OOGO). De thema’s zijn:
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
19
a. Samenhangende onderwijs-, ondersteunings- en hulpstructuur voor jongeren (preventie, signalering, beoordeling, toewijzing ondersteuning en hulpaanbod); b. Overgangen voorschools PO/SO-VO/VSO-MBO (of HBO); c. Consequenties van Passend Onderwijs voor leerlingenvervoer; d. Consequenties van Passend Onderwijs voor onderwijshuisvesting; e. Tegengaan voortijdig schoolverlaten en aanpak thuiszitters; f. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt VO/VSO en MBO. Het OOGO is het formele overleg dat in de toekomst eens in de vier jaar wordt met de samenwerkingsverbanden wordt gevoerd, ter bespreking van de ondersteuningsplannen Passend Onderwijs en de jeugdplannen (plannen sociaal domein) van de gemeenten. Het AGO is het afstemmingsoverleg dat drie à vier keer per jaar plaatsvindt. Vanuit het AGO worden de ontwikkelopgaven die in het OOGO besproken zijn uitgewerkt, voor zover dit provinciebreed in het belang is van de samenwerking tussen gemeenten en onderwijs. Werkzaamheden vanuit de RIGG in relatie tot Passend Onderwijs in 2015: 1. Coördineren van de OOGO’s Passend Onderwijs 2. Organiseren van het OOGO jeugdplan/plannen sociaal domein 3. Toewerken naar een jaarlijks OOGO waarin de ontwikkelopgaven gemeenten en onderwijs worden besproken. 4. Voeren van het Afstemmingsoverleg Gemeenten en Onderwijs (AGO: ambtelijk en bestuurlijk) 5. Uitwerken van de ontwikkelopgaven op de Afstemmingsagenda Gemeenten en onderwijs. Belangrijke aandachtspunten voor 2015: o o
Uitrollen van de ondersteuningsroute gemeenten en onderwijs Uitwerken onderwijs-zorg-arrangementen. Geprioriteerde thema’s: In- en uitstroom jeugdinstellingen Overgang AWBZ naar Jeugd en WMO Dyslexie Thuiszitters o Verbinden van overige transformatie opdrachten aan de instellingen met het onderwijs, o.a. 18-/18+, o Zoeken naar een goede verbinding/samenwerking op het gebied van zorg-onderwijsarbeidsmarkt, o Instellen van een stagnatiemeldpunt/interventieteam, o Waar mogelijk gezamenlijk afstemming rond privacy, o Aandacht voor de verbinding met de regio’s Drenthe en Friesland, o Een nadere verkenning tussen de werkwijze (zorgroutes) in de Noordelijke provincies, o Afstemming over de nieuwe procedure Raad voor de Kinderbescherming over ophalen van onderwijsinformatie. 6. Organiseren van een informatie bijeenkomst voor bestuurders gemeenten en onderwijs over de verbinding transformatie jeugdhulp en passend onderwijs. Naast inhoudelijke afstemming over transformatiedoelen en zorgarrangementen is er afstemming nodig over nieuwe financiële geldstromen. De vraag is hoe de middelen zo effectief mogelijk kunnen worden ingezet om het doel “één gezin, één plan, één regisseur” en eerdere en betere hulp, te realiseren.
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
20
3.5 Sturing Veilig Thuis Een van de transformatieopdrachten in 2014 is de vorming van het AMHK geweest. Daarvoor is een Stuurgroep opgericht waarin de voortgang en oprichting van het AMHK is begeleid. Binnen enkele weken vanaf nu zal de officiële opening van Veilig Thuis, de nieuwe naam van het AMHK, plaatsvinden. Het AMHK is een bundeling van het vroegere Algemeen Meldpunt Kindermishandeling en het meldpunt Huiselijk geweld. Alle meldingen van kindermishandeling en of huiselijk geweld komen dagelijks binnen bij Veilig Thuis. De triage van de meldingen vindt plaats in afstemming met het veiligheidshuis. Waar mogelijk wordt een melding terugverwezen naar het lokale veld, bij te veel signalen van onveiligheid zal door Veilig Thuis onderzoek worden verricht en of met spoed een melding aan de Raad van de Kinderbescherming plaatsvinden. Of wordt de procedure van een huisverbod of uithuisplaatsing in gang gezet. Veilig Thuis wordt nog aangestuurd vanuit de beide betrokken organisaties, te weten Kopland en JB Noord. In de transformatieopgave voor Veilig Thuis is opgenomen een voorstel voor definitieve bestuurlijke aansturing. In het Bestuurlijk OGO in februari 2015 is besloten de coördinatie van Veilig Thuis onder te brengen bij de RIGG en daarmee de bestuurlijke aansturing te laten plaatsvinden vanuit het DB PG&Z. Vanuit de RIGG wordt momenteel de transformatie opdracht voor Veilig Thuis, samen met de organisatie van Veilig Thuis, ontwikkeld.
4. Organisatie, werkwijze en begroting 4.1 Organisatie Vanuit de gemeenschappelijke ambities bestaat de behoefte aan deskundige ondersteuning op het gebied van inkoop, advies en kwaliteit. De complexiteit van de transformatie, de potentiële mogelijkheden om de (jeugd)zorg anders en slimmer in te richten en de noodzaak van kostenbeheersing vraagt om een deskundige ondersteuning vanuit de RIGG en betrokkenheid van gemeenten om de komende drie jaren resultaten te boeken met uiteindelijk doel om de (jeugd) zorgkosten te beheersen en te beperken en de transformatie tot stand te brengen. In de organisatie van de RIGG is een klein aantal ( tijdelijke) medewerkers opgenomen, die beschikken over inhoudelijke, juridische, financiële of ICT deskundigheid. Dit is het kernteam van de RIGG, dit team bestaat uit bij de gemeente Groningen aangestelde ambtenaren of uit vanuit de zorgaanbieders gedetacheerde inhoudelijk medewerkers. Naast de vorming van een kernteam RIGG wordt vanuit de acht subregio’s een bijdrage geleverd aan de RIGG. Deze bijdrage wordt geleverd in uren. Indien een regio niet kan voldoen aan het leveren van personele inzet, zal een financiële bijdrage worden gevraagd op basis van een urenvergoeding van € 60 per uur. Afhankelijk van de omvang van de gemeente bedraagt de bijdrage per gemeenten maximaal 1,2 fte tot minimaal 8 uur. Door deze bijdrage vanuit alle gemeenten ontstaat een hybride organisatie van de RIGG, voor en door gemeenten. Voor de bijdrage vanuit alle gemeenten, zie de bijlage. Eén van de uitgangspunten voor de RIGG is dat het een kleine, flexibele en tijdelijke ambtelijke organisatie betreft. Jaarlijks zal geëvalueerd worden of er binnen de RIGG in capaciteit (fte of uren) op- of afgeschaald moet worden. Gelet op het tijdelijke karakter van de RIGG is vooralsnog uitgegaan van medewerkers die, vanuit andere organisaties gedetacheerd worden of tijdelijk worden aangesteld bij de gemeente Groningen en gedetacheerd naar de GR PG&Z. Het risico van deze aanstellingen is voor de gemeente Groningen beperkt omdat de kans zeer aannemelijk is dat er voor de langere termijn capaciteit en kwaliteit noodzakelijk blijft voor regionale vormen van inkoop, advies en kwaliteitsbewaking.
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
21
23 Groninger gemeenten
Samenwerkingsverbanden: Passend Onderwijs
GR PG&Z DB
Klankbordgroep Gemeentesecretarissen
Programmaraad i.o.
Jongerenplatform i.o.
Zorgbelang
RIGG Inzet gemeenten | vaste inzet | flexibele inzet
Afstemmingsoverleg 3D managers en beleidsambtenaren Jeugd
Kernteam Zorginstellingen
Jeugdhulpaanbieders
Het management en het kernteam van de RIGG is voor een deel vanuit de programmaorganisatie transformatie jeugdhulp ingevuld. Hierdoor is belangrijke kennis en kunde ten aanzien van essentiële taken van de RIGG behouden gebleven. Taken als het formuleren van transformatiedoelen, het maken van financiële en inhoudelijke afspraken, deze vastleggen in contracten of beschikkingen en het monitoren van bewegingen in de zorg vraagt om deskundigheid. Ook is er capaciteit nodig voor verantwoord administratief beleid, financiële handelingen zoals facturering, en een rol te vervullen bij het afdoen van bezwaren. Vooral bij de start van de RIGG is ingezet op een zwaardere bezetting van de inkoopdeskundigheid, zowel op strategisch als op uitvoeringsniveau. Tevens is extra inzet nodig op ICT ondersteuning, zie hiervoor de begroting RIGG en het hoofdstuk ICT.
4.2 Werkwijze Binnen de opzet van de RIGG wordt er capaciteit van de gemeenten ingezet; ambtenaren met verschillende expertise uit verschillende gemeenten werken een aantal uren van hun werkweek voor/bij de RIGG en zorgen zo voor een korte afstand tussen RIGG en gemeenten. De RIGG heeft frequent afstemming met de beleidsambtenaren uit de gemeenten. Er is een maandelijks overleg met 3D ambtenaren, met alle ambtenaren jeugd en op onderwerp gerichte specifieke overleggen, zoals financiën en ICT. Zo blijven de gemeenten betrokken bij wat de RIGG doet en andersom. De regiovertegenwoordigers stemmen bestuurlijk met de collega’s uit het veld af, voor bespreking in het DB. Tegelijkertijd worden de stukken over jeugdhulp die in het DB worden besproken aan alle portefeuillehouders jeugd gezonden. Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
22
4.2.1 Overleggen Klankbordgroep Gemeentesecretarissen In 2014 is besloten om aanvullend op de Stuurgroep Jeugd, een klankbordgroep gemeentesecretarissen in te stellen. Reden hiervoor was de omslag in het programma Transformatie Jeugdzorg naar uitvoering. Gemeentesecretarissen zijn verantwoordelijk voor de lokale uitvoering en de verbinding met de RIGG. De RIGG bespreekt met deze klankbordgroep producten die directe consequenties hebben voor de gemeentelijke organisatie. De klankbordgroep is geen besluitvormend orgaan, het adviseert direct de directeur van de RIGG en indirect het DB. In de routetijdtabel wordt aangegeven welke producten aan de klankbordgroep zullen worden voorgelegd. In principe worden de uitvoeringsgerichte onderwerpen vanuit inkoop en financiën, juridische zaken (verordening, privacy en beroep en bezwaar) en ICT, aan de klankbordgroep worden voorgelegd. Ook worden in de klankbordgroep knelpunten in de organisatie, de bemensing en of het verloop van het programma besproken. In deze zaken is veelal sprake van urgentie gezien de korte doorlooptijd van het programma. De klankbordgroep dient om snel te kunnen opereren, mandaat te hebben van de andere gemeentesecretarissen om ter plekke knopen door te hakken. Samengevat is de rol van de klankborgroep van gemeentesecretarissen: •
• •
Afstemming met de programmaorganisatie over uitvoeringsbesluiten betreffende de RIGG, inkoop en financiën, ICT en juridische zaken, het advies van de klankbordgroep wordt meegenomen in de besluitvorming in het DB (in sommige gevallen is agendering niet nodig en kan het advies rechtstreeks naar de colleges. Dit wordt afgestemd met de portefeuillehouder Jeugd). Organisatie van gemeentelijke inzet en bijdragen aan ambtelijk draagvlak voor de programmaorganisatie en de producten; De gemeentelijke organisaties voorbereiden op de uitvoering van de jeugdhulp vanaf 2015 en gezamenlijke inrichting en invulling van de toekomstige RIGG in nauwe afstemming met de gemeentelijke organisaties.
Kernteam Zorginstellingen Het Kernteam Zorginstellingen is een overleg waaraan een aantal bestuurders van zorginstellingen die jeugdhulp bieden, deelnemen en de directeur van de RIGG. Zij vertegenwoordigen de totale provinciale jeugdhulpsector en bestaat in die zin al een aantal jaar. Het belang van dit kernteam was in eerste instantie om te fungeren als gesprekspartner voor de gemeenten in het kader van maatschappelijke verantwoordelijkheid in de sector. Door de transitie is het Kernteam meer in de rol van procesbewaker gekomen van deze transitie (in 2014) en van de transformatie (vanaf 1 januari 2015). Hierdoor is het kernteam meer een klankbord geworden voor de gemeenten c.q. de RIGG. Op de agenda staan onderwerpen die de ontwikkelingen in het nieuwe jeugdhulpstelsel aan de orde stellen. Daarnaast worden de transformatiedoelen en –plannen besproken. De vergaderingen van het kernteam vinden zes keer per jaar plaats en worden voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. RIGG overleg Voor de directe verbinding met gemeenten, is afgesproken dat de 3D managers, het eerste aanspreekpunt zijn voor de RIGG. Zij worden expliciet benaderd voor overleg, indien er knelpunten in de uitvoering omstaan. Ook worden ze, net als alle gemeenteambtenaren Jeugd, uitgenodigd voor het maandelijkse afstemmingsoverleg. Daarnaast is er het tweewekelijkse RIGG overleg met alle beleidsambtenaren Jeugd die een directe bijdrage leveren aan de RIGG en de transformatiedoelen. Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
23
Op dit overleg worden de transformatieplannen van de diverse gecontracteerde zorgaanbieders besproken en worden producten ten behoeve van besluitvorming in het DB (voorbereid door het kernteam) en/of tegen het licht gehouden. De voorzitter van het overleg is de directeur van de RIGG, bijgestaan door leden van het kernteam RIGG op basis van agenda-onderwerpen. 4.2.2 Communicatie De RIGG richt zich qua communicatie primair op het professionele werkveld. Het is aan de gemeenten zelf om de communicatie met cliënten en publiek te organiseren. De RIGG kan hier indien gewenst wel in faciliteren. Ten aanzien van het bestuur en de uitvoering binnen de gemeenten, heeft de RIGG als taak tijdig de benodigde informatie en expertise te verstrekken aan portefeuillehouders en ambtenaren, hen actief te betrekken bij de processen en hen te faciliteren om ook de colleges en raden te informeren en betrokken te houden. Dit vindt voor een groot deel plaats in de hierboven beschreven overleggen. Op heel specifieke en vaak complexe onderwerpen zal de RIGG voorstellen om bijeenkomsten, gericht op kennisverbreding van voornamelijk inhoudelijk betrokkenen, te organiseren en te faciliteren. Ten aanzien van de zorginstellingen (zowel budget- als tarief-gefinancierde instellingen) kunnen bestuurlijke conferenties georganiseerd worden. Doel van dergelijke conferenties is voor de RIGG om te zorgen voor kennisoverdracht en –verbreding op het gebied van de zorgroutes en berichtenverkeer. Het biedt tevens aan zorginstellingen de gelegenheid om gerichte vragen te stellen en informatie op te halen. Voor een professionele uitstraling is gekozen voor een nieuwe en herkenbare RIGG-huisstijl, in de kleuren van stad en ommeland. Ten tijde van het programma Transformatie Jeugdzorg Groningen zijn een website, een digitale nieuwsbrief en Twitter opgestart. Deze zijn nu voortgezet onder de naam www.rigg.nl en @riggjeugd. De nieuwsbrief heeft inmiddels een kleine 600 leden en de RIGG heeft op Twitter 325 volgers (d.d.19 februari 2015). Uitgangspunt is om minstens eens per maand een nieuwsbrief samen te stellen en minstens eens per vijf dagen een bericht op Twitter (inclusief retweets) te plaatsen. De website heeft naast de zichtbaar ‘eigen’ huisstijl van de RIGG, een banner waarin foto’s worden getoond die door gemeenten zelf zijn aangeleverd. De website biedt daarnaast verschillende functionaliteiten, waaronder een afgesloten deel voor bijvoorbeeld beleidsambtenaren Jeugd, of voor de expertpool. Ook een platform voor het stellen van vragen en het uitwisselen van documenten behoort hiertoe. Voor ICT en passend onderwijs komt een afgesloten deel. Er is een animatiefilmpje in ontwikkeling, dat dient ter verduidelijking van de nieuwe zorgroutes en is bedoeld voor alle betrokken professionals, zowel van de gemeenten als van de zorgaanbieders. Er komt een digitale nieuwsbrief specifiek gericht op ICT managers, die meteen uitgaat op het moment dat er voor deze doelgroep belangrijke informatie te vertellen is. Deze nieuwsbrief verwijst altijd door naar de website, waar alle basisinformatie te vinden is. Een digitale nieuwsbrief specifiek gericht op Zorgaanbieders zal eveneens verschijnen, naar believen uit te splitsen in budget-gefinancierde zorgaanbieders en tariefgefinancierde zorgaanbieders, die meteen uit gaat op het moment dat er voor deze doelgroep belangrijke informatie te vertellen is. Deze nieuwsbrief verwijst altijd door naar de website, waar alle basisinformatie te vinden is. Tenslotte heeft het kernteam van de RIGG zich voorgenomen mijlpalen in beeld te brengen, gezamenlijk resultaten en successen te vieren en hierover communiceren met de andere doelgroepen.
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
24
4.3 Begroting RIGG De begroting 2015 voor de RIGG is als volgt opgebouwd:
Omdat de RIGG een tijdelijke organisatie is, is het Kernteam voor een belangrijk deel bemenst met tijdelijk of gedetacheerd personeel waarover btw verschuldigd is. In het Kernteam zijn verschillende disciplines vertegenwoordigd: inhoudelijke jeugdhulp deskundigheid, inkoop, financieel, ICT, juridisch, directie en secretariaat. Deskundigheid die de RIGG slechts incidenteel nog heeft, huurt ze in bij externe partijen. Om de frictiekosten met betrekking tot huisvesting en ICT zoveel mogelijk te beperken, is besloten de RIGG in Groningen (stad) te huisvesten. Voor de ondersteuning op het gebied van PIJOFACH taken personeelsbeleid, financiën, basis ICT voorzieningen en facilitair kan hierdoor gebruik gemaakt worden van de shared service voorzieningen van de gemeente Groningen. De kosten voor deze ondersteuning, inclusief huisvesting, parkeren etc., worden verrekend in de basis-overhead. In de structurele kosten voor de applicaties voor het Berichtenverkeer tussen gemeenten en zorgaanbieders zijn ook de kosten opgenomen voor de aansluiting van de 22 gemeenten op het netwerk van de gemeente Groningen waar de applicaties draaien. In de huidige fase zien we dat er extra inspanning en geld nodig is om de ICT-applicaties werkbaar te krijgen. Dat heeft met de trage landelijke ontwikkelingen te maken waardoor noodoplossingen nodig zijn, maar ook met de veelheid van gebruikers – belanghebbenden bij dit instrumentarium betrokken zijn. Er zijn veel opleidingen nodig die verder gaan dan alleen de applicatie; veel medewerkers willen graag meer weten van de context en het waarom van formulieren en registraties. De eenmalige kosten die nodig zijn voor de aanschaf en inrichting van de systemen voor het berichtenverkeer, de initiële opleidingen voor de medewerkers van de gemeenten en het bouwen en bemensen van de noodoplossingen gaan de reguliere begroting te boven. Ze leiden tot een overschrijding van de reguliere begroting. Deze extra kosten gaan we in eerste instantie financieren uit het resultaat van het project Transformatie Jeugdzorg van de VGG over het jaar 2014. De VGG heeft daarvoor onlangs ruim € 300.000 overgemaakt aan de RIGG. Maar de teller van de extra eenmalige uitgaven staat op dit moment al op € 250.000 en we zijn nog niet aan het eind van het invoeringstraject. We kunnen het totaal nog niet overzien maar de kans dat ook dat VGG-budget niet voldoende is, is niet denkbeeldig. Mochten deze implementatie kosten hoger uitvallen dan de beschikbare middelen, dan zal dit leiden tot een aanvraag voor extra budget bij het DB/AB.
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
25
4.3.1 Uitvoeringskosten Gemeenten hebben, zoals afgesproken in het RTA, een budget gereserveerd van 3% van het totale jeugdhulpbudget voor de uitvoeringskosten. De kosten van de RIGG zijn 32% van dit gereserveerde budget. Teneinde de frictiekosten met betrekking tot huisvesting en ICT zoveel mogelijk te beperken, is besloten de RIGG in Groningen (stad) te huisvesten. Voor de ondersteuning op het gebied van PIJOFACH taken personeelsbeleid, financiën, ICT en facilitair kan hierdoor gebruik gemaakt worden van de shared service voorzieningen van de gemeente Groningen. De kosten voor deze ondersteuning, inclusief huisvesting, parkeren etc., worden verrekend in het percentage overhead (30%).
4.4 Planning en besluitvorming Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Publieke Gezondheid & Zorg (PG&Z) en de colleges van B&W zijn de besluitvormende organen voor de inrichting en werking van de RIGG. Hierbij is het van belang onderscheid te maken tussen enerzijds inhoudelijk en operationele taken van de RIGG die aan het DB worden voorgelegd en afgestemd en anderzijds onderwerpen die door de colleges goedgekeurd zullen worden. Middels de routetijdtabel worden onderwerpen op de agenda van het DB geplaatst en door leden van het kernteam RIGG voorbereid. Voor een voorbeeld van de huidige routetijdtabel, zie de bijlage. Ambtelijke afstemming met de beleidsambtenaren jeugd en de 3D managers, vindt plaats ten tijde van de voorbereiding van notities en/of memo’s als onderliggende stukken voor de vergaderingen van het DB. De RIGG legt niet alleen voorstellen ter besluitvorming voor aan het DB. Ook voorstellen met een adviserend of informatief karakter worden voorgelegd aan de leden van het DB. Juist doordat de RIGG als knooppunt fungeert tussen zorginstellingen en gemeenten, kan het diverse aandachtspunten en problemen signaleren. Deze functie is in de inleiding al aan de orde geweest. Het DB vergadert maandelijks, de planning houdt eveneens rekening met de agenda van het bestuurlijk OOGO als het gaat om jeugdhulp-onderwerpen. Vanuit de RIGG neemt de directeur deel aan de vergaderingen, waarbij op specifieke onderwerpen de expertise vanuit het kernteam van de RIGG uitgenodigd wordt. De programma secretaris heeft in dit proces een bewakende rol ten aanzien van de aanlevering van de stukken voor zowel de directeur als de ambtelijk secretaris van het DB. Actiepunten of aandachtspunten die voortkomen uit een vergadering van het DB kunnen effect hebben op de planning. De programma secretaris neemt deze op in de routetijdtabel.
4.5 Risico's Er zijn risico’s te benoemen ten aanzien van de inrichting/bemensing van de RIGG: kleine kern, inzet vanuit gemeenten is op persoonsniveau. Daarnaast heeft ICT een aantal risico’s ten aanzien van planning en oplevering systemen maar ook qua onderhoud en aansluiting op andere bestaande systemen. Risico’s ten aanzien van training back office medewerkers. Effecten a.g.v. de discussie over de solidariteit vormt een risico op overstijgend niveau, gaat iedereen aan.
Programma plan RIGG 2015
definitief 27 maart 2015
26
1. Bijlage Programmaplan RIGG 2015: Routetijdtabel 2015 (eerste half jaar) Datum
30 jan. / Wk 5
13 febr / Wk 7
20 febr/ Wk 8
Deadline
22 jan.
GR PG&Z DB Mondelinge toelichting stand van zaken RIGG Voorstel vervoer Frictiekosten i.r.t. projecten Beleidsadvies Objectief Verdeelmodel Programmabegroting PG&Z 2016 (met GGD) Stand van zaken Veilig thuis / Nieuwe aanpak huiselijk geweld (met Bestuurlijk OOGO)
9 febr
12 febr.
-
-
Herverdeling middelen AWBZ/PGB Jongerenplatform: voorstel Inkoop Jeugdhulp 2016 & solidariteit Vaststellen monitoring t.b.v. gemeenten Privacy Notitie Ouderbijdrage
-
Programmaplan RIGG (concept) Protocol Groninger gemeente & gecertificeerde instellingen Periodieke rapportage RIGG ICT: stand van zaken Handreiking Vervoerskosten Jeugd GGz
Herverdeling middelen AWBZ/PGB Jongerenplatform: voorstel Inkoop Jeugdhulp 2016 & solidariteit Vaststellen monitoring t.b.v. gemeenten Privacy Notitie Ouderbijdrage
13 mrt./ Wk 11
27 mrt. Wk 13
Klankbordgroep Gemeentesecretarissen
-
19 mrt.
10 apr. /Wk 15 Extra DB +BOOGO
2 apr.
24 apr./ Wk 17
16 apr.
-
Programmaplan RIGG Transformatieplannen zorgaanbieders Protocol Groninger gemeente & gecertificeerde instellingen (besluitnota) Periodiek rapportage RIGG Handreiking Vervoerskosten Jeugd GGz Agendapunten Bestuurlijk OOGO: Voorstel MEE (Geen specifieke RIGG onderwerpen) -
Voorstel Inkoop Jeugdhulp 2016
8 mei /Wk 19 -
5 juni / Wk 19
19 juni /Wk 25
-
11 juni
-
Vervolg / vervanging Zorg voor Jeugd 2016 Inhoudelijk voorstel Zorgcoördinatie Periodieke rapportage RIGG Solidariteit & herverdeling middelen AWBZ/PGB
Periodieke rapportage RIGG Solidariteit & herverdeling middelen AWBZ/PGB Vervolg / vervanging Zorg voor Jeugd 2016 Inhoudelijk voorstel Zorgcoördinatie
2. Bijlage Programmaplan RIGG 2015: Transformatieopdrachten 2015
Transformatie 2015 Transformatie opdrachten: Regionaal 1.
Coördinatie van bereikbaarheid en crisisopvang, met als doel te komen tot één provinciaal loket. Inzet vanuit gemeenten: Manon Pruim (Leek) en Tina Bollin (Winsum) Betrokken instellingen: Lentis (trekker: Bert van der Hoek) i.s.m. Elker, Reik, Poortje (zorgonderdeel), Accare, Leger des Heils (Noord), NOVO
2.
Verdere vernieuwing en flexibilisering van het ‘Pleegzorg’ aanbod. Gericht op benodigd volume, de vorm van het aanbod, de begeleiding die erbij gegeven wordt en de kwaliteit ervan. Inzet vanuit gemeenten: Mariës Zegers (Delfzijl) en Anita Schnieders (Groningen) Betrokken instellingen: ELKER (trekker: Peter Gerards) i.s.m. MJD, Jeugdbescherming Noord (BJZ), Leger des Heils (Noord), NOVO, De Robijn, WSG, SGJ
3.
Meer generalistische uitvoering van JB/JR maatregelen in het gedwongen kader. Inzet vanuit gemeenten: Manon Pruim en Tina Bollin Betrokken instellingen: Jeugdbescherming Noord (trekker: Andrea Bergsma) i.s.m. WSG, LJ&R, SGJ en REIK
4.
Gezamenlijke screening van de intensieve zorg, integrale triage en aandacht voor terugkeer/uitstroom met beddenreductie als resultaat. Wel tenminste 1 of 2 (afhankelijk van doelgroep) residentiële voorziening(en) gezamenlijk in stand houden. Hierbij verbinding zoeken met onderwijs zorgarrangement. Inzet vanuit gemeenten: Hinke de Boer (Haren) en Heleen Visscher (de Kompanjie) Betrokken instellingen: Accare (trekkers: Arien Storm en Erik Mulder) i.s.m. VNN, Elker, Reik, NOVO, Lentis, Leger des Heils (Noord), de Zijlen
5.
Transformatie dyslexievergoedingsregeling Inzet vanuit gemeenten: Klarinde Bosman (Slochteren) en Ellen van der Hoek (Groningen) Betrokken instellingen: Molendrift (trekker: Ellen Loykens) i.s.m. Timpaan, Cedin, OCRN en RID
6.
Het overbrengen van Signs of Safety als benaderingswijze op de (lokale) netwerkpartners Inzet vanuit gemeenten: Manon Pruim en Tina Bollin Betrokken instellingen: Jeugdbescherming Noord (trekker: Joke Wiggerink) i.s.m. REIK, Accare en WSG
7.
18-/18+. Hierbij verbinding zoeken met onderwijs zorgarrangement. Inzet vanuit gemeenten: Simonet Schroot (Oldambt/Bellingwedde), Robert Heuving (Stadskanaal) en Onno van der Molen (RIGG/Groningen) Betrokken instellingen: Leger des Heils Noord (trekker: Ria van Weelden) i.s.m. de Zijlen, VNN, REIK, NOVO, Accare
8.
Veilig Thuis Doel: waarborgen van de veiligheid van jeugdigen in de gehele keten via het leggen / versterken van de verbinding tussen de verschillende veiligheidsinstanties en het verbreden van hun expertise. Tevens verder ontwikkelen van de bereikbaarheidsdiensten, opzett4en van een eenduidige bestuurlijke aansturing van Veilig Thuis en het leveren van een bijdrage aan een monitoringsinstrument. Inzet vanuit gemeenten: Manon Pruim en Jeanette Niemeijer Betrokken instelling: Veilig Thuis (trekker: Johanna van Bruggen)
Transformat ie opdrachten: bovenregionaal 9.
Van JeugdzorgPlus naar JeugdhulpPlus in 3Noord Doel: beperking van de instroom, verkorting van de interne behandelduur, uitstroombegeleiding en een sterker verbinding met het lokale netwerk en ketenpartners. Trekker: Harry Buit (het Poortje) Inzet vanuit gemeenten: Manon Pruim en Jeanette Niemeijer Overige transformatie opdrachten (gemeenten)
10.
Beweging naar voren (Toegang; Expertpool) Inzet vanuit gemeenten: Anita Schnieders en Herman Kamminga (Hoogezand-Sappemeer) / Rita Eilering
11.
Onderzoek/professionalisering en kwaliteit Inzet vanuit gemeenten: Heleen Visscher (Oldambt/Bellingwedde) en Anita Schnieders
12.
Cliënt- c.q. Jongerenparticipatie Inzet vanuit RIGG: Grietje Kalfsbeek
13.
Zorg voor jeugd Inzet vanuit gemeenten: Mariës Zegers en Herman Kamminga
14.
MEE Inzet vanuit gemeenten: Simonet Schroot en Onno van der Molen
15.
Vechtscheidingen Inzet vanuit gemeenten: Simonet Schroot en Ellen van der Hoek
16.
Bestuurlijk overleg Raad voor de Kinderbescherming Contactpersoon: Herman Kamminga
Overige onderwerpen: -
Tarief PGB
-
JGZ / GGD
3. Bijlage Programmaplan RIGG 2015: Addendum Transformatieopdracht (contract) Algemeen Dit addendum maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de Overeenkomst Jeugdhulp en geeft concreet invulling aan de transformatieopdracht (artikel 10 van de Overeenkomst). Daarnaast worden in dit addendum specifieke afspraken voor de zorginstellingen gemaakt. Bij artikel 10 van de Overeenkomst Tenminste 10% van het totale budget wordt ingezet in transformatie-opdrachten. Afhankelijk van de aanwezigheid van intensieve zorg in het aanbod van de instelling geldt dat:
10% ingezet in de basisondersteuning en/of in de expertpool. Daarnaast kan dit budget ingezet worden bij de versterking van de basisvoorzieningen. Waar intensieve zorg tot het aanbod behoort wordt tenminste de helft van het transformatiebudget (5%) ingezet voor de opdrachten zoals geformuleerd voor de transformatie van de intensieve zorg, het overige deel wordt ingezet in de basisondersteuning en/of in de expertpool. Voor aanbieders van uitsluitend dyslexiezorg geldt dat 10% van het totale budget wordt ingezet voor versterking van de voorliggende voorzieningen, te weten in de basiszorg en/of in de expertpool.
De invulling van elke transformatieopdracht vindt plaats door instelling-overstijgende samenwerking tussen Jeugdhulpaanbieders, (gezamenlijke) methodiek ontwikkeling en specifieke transformatieopdrachten per Jeugdhulpaanbieder. Uitgangspunten bij de inzet van het budget in de basisondersteuning en/of expertpool: • • • • •
Preventie, eigen verantwoordelijkheid, benutten eigen kracht en netwerk Normaliseren, ontzorgen en niet onnodig medicaliseren Sneller, op maat, dichtbij Een kind, 1 gezin, 1 plan Meer ruimte voor professionals
Opdrachtnemer zet een deel van de formatie van de ambulante hulp (10%) in de lokale teams (basisteam, flexibele schil of expertpool) met als uitgangspunt dat de transformatiedoelen worden gerealiseerd. Hierbij hoort ook dat Opdrachtnemer kennis deelt en samenwerkt in de basis voorzieningen. De regie op de inzet en de ontwikkeling ligt bij Opdrachtgever en (boven)regionale resultaten worden door vertaald naar de lokale situatie. Coördinatie van deze inzet vindt plaats vanuit het RIGG. De exacte invulling van de inzet in de basisondersteuning en/of in de expertpool wordt in december 2014 bevestigd. In november vindt de derde ronde van de vraaganalyse bij gemeenten plaats en uiteindelijk de match tussen vraag en aanbod gemaakt. Sommige instellingen hebben in het addendum reeds een richting beschreven voor de transformatieopdracht, voor andere instellingen moet deze formulering nog worden gemaakt. De definitieve afstemming vindt met de Groninger gemeenten plaats. Transformatie van de intensieve zorg: In het algemeen geldt dat elke instelling meewerkt aan:
Het uitbreiden, ontwikkelen en integreren van gezamenlijk uit te voeren methodieken. Samenwerken in de voorliggende voorziening en overdragen van kennis naar basis voorzieningen
De volgende domein-overstijgende transformatie opdrachten zijn afgesproken: 1. Coördinatie van bereikbaarheid en crisisopvang, met als doel te komen tot één provinciaal loket. 2. Verdere vernieuwing en flexibilisering van het ‘Pleegzorg’ aanbod. Gericht op benodigd volume, de vorm van het aanbod, de begeleiding die erbij gegeven wordt en de kwaliteit ervan. 3. Meer generalistische uitvoering van JB/JR maatregelen in het gedwongen kader.
4. Gezamenlijke screening van de intensieve zorg, integrale triage en aandacht voor terugkeer/uitstroom met beddenreductie als resultaat. Wel tenminste 1 of 2 (afhankelijk van doelgroep) residentiële voorziening(en) gezamenlijk in stand houden. Door instelling aangedragen specifieke transformatieopdrachten: 5. Transformatie dyslexievergoedingsregeling 6. Het overbrengen van Signs of Safety als benaderingswijze op de (lokale) netwerkpartners 7. 18-/18+ 8. Veilig Thuis
De richting van de opdrachten, geformuleerd door de trekker, wordt beschreven in dit addendum. Voor elke opdracht is één trekker en zijn meerdere deelnemers. Uiterlijk 15 februari legt het samenwerkingsverband van Opdrachtnemers een inhoudelijk onderbouwd en gekwantificeerd plan voor aan het RIGG ter goedkeuring. Toelichting transformatie opdrachten 1.Coördinatie van bereikbaarheid en crisisopvang, met als doel te komen tot één provinciaal loket. In dit project gaan de in de provincie Groningen verantwoordelijke organisaties de mogelijkheden onderzoeken om op het gebied van crisissituaties rondom jeugd te komen tot één provincie brede en domein overkoepelende crisisorganisatie te komen. Het doel hierbij is dat er voor kinderen, ouders, hulpverleners en verwijzers één loket is waar men in geval van crisis terecht kan. Daarnaast wordt beoogd tot een meer efficiënte crisisorganisatie te komen. Het crisisloket leidt de zorgvraag door naar de best passende zorgorganisatie. De complexiteit ligt hierbij in het organiseren van de interne samenhang en samenwerking tussen verschillende domeinen en verschillende aanbieders. Dit proces zal worden geleid door de bestuurder van Lentis. Half februari 2015 legt Lentis in samenwerking met de andere deelnemers een voorstel voor aan Opdrachtgever ter beoordeling om vervolgens in juni 2015 met een breed gedragen conceptvoorstel te komen wat wordt aangeboden aan Opdrachtgever. Al in 2015 worden afgesproken voorstellen in uitvoering gebracht. 2.Verdere vernieuwing en flexibilisering van het ‘Pleegzorg’ aanbod. Gericht op benodigd volume, de vorm van het aanbod, de begeleiding die erbij gegeven wordt en de kwaliteit ervan. In dit project wordt met de betrokken partners binnen 4 maanden een transformatieplan opgesteld op inhoud en geld. Hierbij worden de elementen volume, de vorm van het aanbod, de begeleiding die erbij gegeven wordt en de kwaliteit ervan in samenhang betrokken. Deze opdracht bestaat uit twee fasen. Ten eerste de analysefase waarin half februari de visie en ambitie ten aanzien van de pleegzorg verder worden uitgewerkt, gericht op de doelen van de transformatie en de verwachte vraagontwikkeling. Ten tweede de uitwerking op basis van de analyse, waarin in 2 maanden een plan wordt uitgewerkt om de visie en ambitie om te zetten in haalbare en concrete (ombouw)plannen passend bij de transformatie van zwaardere naar lichtere zorg op inhoud, tijd en geld voor de periode tot en met 2017 uit het RTA. Elker is de trekker van deze opdracht en stelt hiervoor -in overleg- een projectleider ter beschikking. 3. Meer generalistische uitvoering van JB/JR maatregelen in het gedwongen kader. Doelstelling is om ondersteuning te organiseren voor gezinnen met kinderen die in de knel dreigen te raken. Voor een kleine doelgroep zal tevens een breed palet aan dwang- en drangmaatregelen in samenhang beschikbaar moeten zijn. Met de nieuwe Jeugdwet op komst is het aan gemeenten om vanaf 1 januari 2015 regie te voeren op de hulp en ondersteuning voor alle kinderen en gezinnen op alle levensgebieden in het sociale domein. Dat biedt de mogelijkheid om vanuit een brede (systeemgerichte) benadering beleid te maken en uit te voeren. Alle professionals in een GI zijn belast met de bescherming van kinderen en zijn dus jeugdbeschermers. Opdrachtnemer maakt samen met andere aanbieders een transformatie naar een manier van werken die aansluit bij de lokale, gemeentelijke situatie. Daarbij spelen de hoofddoelen van de Jeugdwet een doorslaggevende rol: het versterken van de eigen kracht en het probleemoplossend vermogen van kinderen, jongeren en gezinnen, het
organiseren van hulp dicht bij de burger en het op elkaar afstemmen van de verschillende vormen van zorg en hulp (één gezin, één plan, één regisseur). Jeugdbeschermers kunnen betrokken worden wanneer er vragen zijn over situaties waarin de veiligheid van het kind in het geding lijkt te komen en een jongere dreigt af te glijden in de criminaliteit. Dit kan al in een heel vroeg stadium. In alle gevallen richten we onze inspanningen op versterking van de lokale zorg, Opdrachtnemer stelt haar expertise beschikbaar aan de basisteams. Indien nodig, kan ook de jeugdbeschermer oplossingsgericht invoegen in het bestaande gezinsplan en wordt dan tijdelijk onderdeel van de hulp die rondom het gezin wordt geboden. Opdrachtnemer borgt de specialistische kennis en kan bijdragen aan het voorkomen van hulp in een gedwongen kader. Door de expertise al in te zetten wanneer er nog geen sprake is van een Maatregel, kan er nog invloed worden uitgeoefend op de aanpak van de situatie en een Maatregel wellicht worden voorkomen. Bureau Jeugdzorg/Jeugdbescherming Noord zal deze transformatieopdracht als trekker nader uitwerken en uitvoeren in nauwe samenwerking met andere gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering, namelijk het Leger des heils Jeugdbescherming en Reclassering (LJ&R), de William Schrikker Groep (WSG) en Stichting Gereformeerde Jeugdbescherming (SGJ). 4.Gezamenlijke screening van de intensieve zorg, integrale triage en aandacht voor terugkeer/uitstroom met beddenreductie als resultaat. Wel tenminste 1 of 2 (afhankelijk van doelgroep) residentiële voorziening(en) gezamenlijk in stand houden. (Hierbij verbinding zoeken met onderwijs zorgarrangement.) In dit project geven partners in de Jeugdhulp (jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVB) vorm aan transformatie in de intensieve zorg. Accare is hiervan de trekker. Een verminderd beroep op intensieve zorg ontstaat door actief verbeteren van de zorg in het voorliggende veld en de flexibele zorg, het (door)ontwikkelen van ambulante vormen van intensieve zorg en expertise beschikbaar stellen vanuit de intensieve zorg voor de expertpools. Hierover worden nadere afspraken gemaakt met Opdrachtgever. Voorts is (bovenregionale) coördinatie op de toegang, terugkeer en het onderzoeken van uitbreiding en integratiemogelijkheden van voorzieningen onderdeel van het project. Deze ontwikkelingen zullen leiden tot kortere doorlooptijden, betere en goedkopere zorg en uiteindelijk minder beroep op klinische capaciteit en dus krimp van het aantal bedden. Half februari levert Accare in samenwerking met de deelnemers het plan aan bij Opdrachtgever. 5. Transformatie dyslexievergoedingsregeling In dit project zullen partners tot een haalbaar en gedragen plan komen om binnen het krimpende budget toch zoveel mogelijk kinderen te blijven helpen. De dyslexievergoedingsregeling maakte tot en met 2014 onderdeel uit van de ZVW en declaraties lopen via de DBC systematiek. De inhoudelijke vormgeving van betreffende zorgt is vergaand voor gedefinieerd vanuit het landelijk voorgeschreven ‘Blomert’-protocol. Kwaliteitsbewaking vindt plaats door twee landelijke kwaliteitsinstituten (KD en NRD). Aanbieders dienen verplicht te werken volgens dit protocol én te zijn aangesloten bij één van beide kwaliteitsinstituten én kwaliteitsgegevens via de Stichting Benchmark GGZ aan te leveren aan de zorgverzekeraars. Per 1 januari 2015 komt de regeling onder de door de gemeenten geboden jeugdhulp. De aanspraak op de dyslexievergoedingsregeling is de afgelopen jaren fors gegroeid. Dit ondanks de vele goed doordachte en goed bedoelde kwaliteits- en verantwoordingsverplichtingen. Als onderdeel van de transitie van de jeugdhulp naar de gemeenten is echter al in 2015 aanmerkelijk minder budget beschikbaar voor dyslexiehulp en zal dit budget zal de komende jaren nog krimpen. Molendrift is trekker van deze opdracht en zal trachten in goed overleg met de andere (huidige) aanbieders binnen de dyslexievergoedingsregeling, de gemeenten en het onderwijs te komen tot een haalbaar en breed gedragen plan om dit te bereiken. Dit plan zal aansluiten bij de bredere uitgangspunten van de transformatie en zal half februari gekwantificeerd ter goedkeuring voorgelegd worden aan Opdrachtgever. 6. Het overbrengen van Signs of Safety als benaderingswijze op de (lokale) netwerkpartners In dit project wordt ingezet op een brede implementatie van de benaderingswijze van Signs of Safety (SofS). Het is een inhoudelijke en pragmatische manier om deze kennis te verspreiden en te verbreden. Om in risicogezinnen de ontstane onveiligheid doeltreffend om te buigen naar hernieuwde veiligheid passen we de oplossingsgerichte benaderingswijze SofS toe. Het is essentieel dat in de lokale basiszorg kennis op het gebied van signaleren en interpreteren van ontwikkelingsbedreigingen en onveiligheid aanwezig is. Wanneer deze kennis lokaal
is ingebed, kan er ook goed worden ingeschat wanneer de expertise van de jeugdbeschermers van de gecertificeerde organisatie nodig is. Bureau Jeugdzorg (Jeugdbescherming Noord) is trekker van deze opdracht en stelt actief haar expertise beschikbaar in de jeugdketen. JBN doet dit door op casusniveau expertise te delen als er veiligheidsvraagstukken spelen. Door ‘hardop te werken’, desgevraagd samen op te trekken met de medewerkers van de basisteams en door trainingen aan te bieden. JBN werkt in dit project samen met een aantal deelnemers welke elk vanuit eigen expertise een bijdrage leveren aan dit project. Half februari legt het samenwerkingsverband van aanbieders een breed gedragen plan voor aan Opdrachtgever. SofS heeft als doel een samenwerkingsrelatie met gezinnen waar (mogelijk) sprake is van kindermishandeling op te bouwen, ten einde de veiligheid van het kind in het gezin te vergroten. De kracht van SofS is het betrekken van alle voor het gezin belangrijke mensen uit het familie- of sociale netwerk en ook de bij het gezin betrokken professionals. Met alle betrokkenen worden, veelal in de vorm van een netwerkconferentie, zorgen en krachten in kaart gebracht, de ernst en urgentie van de situatie getaxeerd en worden concrete afspraken gemaakt ten behoeve van het veiligheidsplan. Het plan is erop gericht dat de veiligheid in de toekomst gewaarborgd is. 7. 18-/18+ (hierbij verbinding zoeken met onderwijs zorgarrangement) Er zal onderzoek plaatsvinden naar de 18-/18+ problematiek: waar loopt deze doelgroep tegenaan en hoe zijn zij het beste te bedienen, zodat zorg op maat gerealiseerd kan worden. In een eerste ronde zal inventarisatie van de knelpunten aan de orde zijn, waarna in de tweede onderzoeksronde aanbevelingen worden geformuleerd. Hierin wordt ook aangegeven wat nodig is om binnen de gestelde budgetten goede continuïteit van zorg te kunnen bieden. 8. Veilig Thuis: vanuit de keten samen werken aan een veilig thuis Het doel van deze opdracht is het waarborgen van de veiligheid - in brede zin - van jeugdigen en volwassenen in de gehele keten via het leggen/versterken van de verbinding tussen de verschillende veiligheidsinstanties en het verbreden van hun expertise. Onder deze opdracht valt ook het verder ontwikkelen van de bereikbaarheid diensten, het opzetten van een eenduidige bestuurlijke aansturing van Veilig Thuis en het leveren van een bijdrage aan een monitoringsinstrument. Deze transformatie-opdracht is nog in ontwikkeling en moet nog worden vastgesteld.
4. Bijlage Programmaplan RIGG 2015: afstemmingsagenda ontwikkelopgaven Gemeenten & Onderwijs In verband met een andere bestandsindeling wordt dit document apart bijgevoegd.
5. Bijlage Programmaplan RIGG 2015: inzet RIGG vanuit de Groninger gemeenten voor 2015