De werking van het oog
Auteur
Gerlinda Gerth
Laatst gewijzigd
05 June 2012
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/32481
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave De opdracht Inleiding Taak Handelingen Bronnen Beoordeling Terugblik Docentenpagina
Over dit lesmateriaal
Pagina 1
De werking van het oog
De opdracht Deze opdracht gaat over de werking van het oog. Klik op inleiding om verder te lezen.
Inleiding Wouter komt bij de oogarts. Hij heeft te horen gekregen dat hij een bril moet. Voor het linker oog moet het glas -1 zijn en het rechter -2. Hij vraagt zich af of hij nu bijziend of verziend is? In deze webquest ben jij de oogarts die Wouter antwoord geeft op zijn vraag. Je gaat ook een blog voor hem maken zodat Wouter thuis nog eens rustig de informatie kan doorlezen. In de blog krijgt Wouter de volgende informatie : Allereerst vertel je hem hoe het oog werkt. Dan ga je uitleggen wat er aan de hand als iemand een bril nodig heeft met glazen -1. Je vertelt wat een brillenglas van -1 doet. Je legt uit wat betekend als iemand bijziend of verziend is Deze ontdekkingstocht start je door te klikken op 'Taak'.
Taak Jullie gaan in groepjes van 2 personen een blog maken over de werking van het oog. Je zult 6 verschillende opdrachten maken die je zult gaan verwerken in de blog. De leerkracht zal jullie verdelen in groepjes. De 6 omschrijvingen van de 6 verschillende opdrachten vind je door te klikken op 'Handelingen'. Iedere opdracht betekent een nieuw bericht op je blog. Hoe je een blog aanmaakt zie je in het filmpjpe hieronder:
Hoe maak ik een blog? kn.nu/wwa1ef8e8 (youtu.be)
Handelingen Opdracht 1: Een doorsnede De onderstaande afbeelding is een doorsnede van het oog. De verschillende onderdelen (1 t/m 13) zijn nog niet benoemd. Zoek uit om welke onderdelen het gaat en leg ook uit wat de functie is per onderdeel. Leg dit uit in een nieuw bericht op je blog. Voeg de afbeelding bij het bericht.
Pagina 2
De werking van het oog
Opdracht 2: Werking oog Bestudeer de onderstaande afbeeldingen. Noem de verschillen op. Beschrijf op je blog in een nieuw bericht wat er gebeurt, gebruik hierbij de woorden afstand, object, lens en accommodatie. Neem de afbeelding ook mee in je bericht.
Opdracht 3: Woordweb Een woordweb kan handig zijn om verschillende begrippen met elkaar te verbinden. Maak het onderstaande woordweb af, gebruik minimaal 15 begrippen of woorden waarvan jij denkt dat die te maken hebben met het oog. Je mag ook nieuwe vakjes toevoegen. Je kan het woordweb het beste maken op http://www.bubbl.us (Een andere manier mag ook). Je hoeft je daar niet aan te melden, de afbeelding kan je opslaan op je computer en vervolgens in je blog gebruiken. Ook hiervoor maak je weer een nieuw bericht.
Pagina 3
De werking van het oog
Opdracht 4: Beeldconstructie Voor deze opdracht maak je gebruik van een simulatieprogramma op internet. Hierin wordt gesimuleerd hoe licht het oog binnenkomt: Oog simulatie Als je op de link geklikt hebt voer je de volgende stappen uit: De simulatie bedienen. Let op! De afstanden in deze simulatie zijn niet overeenkomstig de werkelijkheid. Met de schuifbalk kun je de ooglens laten accommoderen. De brandpuntafstand kun je varieren tussen 0,7 en 2,0 a.u.. Als de ooglens scherp stelt op een dichtbij staand voorwerp wordt de ooglens boller en de brandpuntafstand kleiner. Het voorwerp kun je verslepen met de muis. Als je op de bril klikt zie je beide brandpunten F. De brandpunten F kun je verslepen. Als je F versleept door de bril heen verandert de bril van positief in negatief (of omgekeerd) Ongeaccommodeerd oog. 1. Klik op "Alleen het oog zien" 2. Zet het voorwerp oneindig ver weg en accommodeer. Hoe groot is F(oog) dan? 3. Maak een verziend oog (plattere ooglens) door F(oog) gelijk aan 2,0 a.u. te maken. Wat voor bril is er nu nodig? Klik op "Bril", klik op de brille-lens en versleep F(bril) tot het beeld scherp is. Hoe groot is F(bril) dan? Maak een screenshot en voeg het in je bericht toe. 4. Haal de bril weg. Maak een bijziend oog (bollere ooglens) door f(oog) gelijk aan 0,9 a.u. te maken. Wat voor bril is er nu nodig? Klik op "Bril", klik op de brille-lens en versleep F(bril) tot het beeld scherp is. Hoe groot is F(bril) dan? Maak een screenshot en voeg het in je bericht toe.
Pagina 4
De werking van het oog
Opdracht 5: De digitale camera Er zijn veel overeenkomsten tussen de bouw en de werking van een fototoestel en de bouw en de werking van je eigen ogen. Door het bestuderen van een fototoestel kun je meer leren over de werking van het oog.
Een fototoestel legt het origineel (iets of iemand waarvan een foto wordt gemaakt) vast in een beeld. Bij een digitale fotocamera wordt het beeld omgezet in een digitaal bestand op een chipkaart.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8. 9.
10.
Benoem minimaal 3 onderdelen van het fototoestel. Geef bij elk onderdeel aan wat hiervan de functie is. Probeer bij ieder genoemd onderdeel van de camera een onderdeel van het oog te noemen met een vergelijkbare functie. Als een foto wordt gemaakt van het origineel, waar wordt dan een beeld gevormd: in het fototoestel of op de foto? Als iemand ergens naar kijkt, waar wordt dan een beeld gevormd: in het oog of in de hersenen? Noem minimaal 2 verschillen tussen digitale opslag van foto’s en de opslag van beelden in je hersenen. Noem een overeenkomst tussen digitale opslag van foto’s en de opslag van beelden in je hersenen. Als je een foto hebt gemaakt, maar deze niet wilt bewaren kun je deze weggooien. Bewaren de hersenen wel alle beelden? Waarom denk je dat? Met welk proces in de hersenen kun je het bladeren in een fotoboek vergelijken? Op welke manier kun je de foto’s bewerken? Kun je herinneringen ook bewerken? Zo ja: Hoe? Op welke manieren kun je de foto’s delen? Kun je herinneringen ook delen? Zo ja: Hoe?
Pagina 5
De werking van het oog
Opdracht 6: Doordenkertjes Bij deze opdracht krijg je een aantal vragen die je niet direct kan beantwoorden door je boek of het internet te gebruiken. Je zal hierover moeten nadenken of op zoek gaan naar informatie op het internet:
1. Katachtigen jagen meestal ’s nachts. Hun ogen zijn hier ook heel geschikt voor. De meeste nachtdieren zien vooral in zwart-wit. Leg uit hoe dit komt. 2. Leg uit waarom oudere mensen vaker een leesbril nodig hebben dan jongere mensen. 3. Zijn deze oudere mensen dan verziend of bijziend, licht toe met een afbeelding. 4. Leg uit waarom huilen gezond kan zijn. 5. Waarom hebben drugsgebruikers vaak last van veel licht en hoe voorkomen ze dat?
Bronnen http://www.oogziekenhuis.nl/het-oog/werking-van-het-oog.html#Bouw-en-werking-van-het-oog www.bioplek.org/animaties/oog/oogonderbouw.html http://mediatheek.thinkquest.nl/~jrc004/ http://sites.videostrip.com/ziekenhuis/11761509/Werking_van_het_oog/Hoe_werkt_het_oog/Oogheelk unde/oog http://www.stopbijziendheid.nl/ http://output.digicoach.wolters.nl/Nectarvmbokgt1221301/SCO/_assets/0414115E-DCC6-400A-B57E374BB88AFEBC.swf http://www.bioplek.org/animaties/oog/accomodatie2.swf
Beoordeling Onderdeel Opdracht 1
Pagina 6
Heel goed (3 punten)
Jullie hebben alle namen juist ingevuld
Voldoende (2 punten)
Onvoldoende (1 punt)
Jullie hebben de Jullie hebben weinig meeste namen (minder dan de helft) goed ingevuld van de namen juist ingevuld
De werking van het oog
Opdracht 2
Opdracht 3
Opdracht 4
Je hebt veel verschillen benoemd. Je hebt duidelijk uitgelegd wat er gebeurt en je hebt alle aangegeven woorden gebruikt.
. Je hebt minder verschillen benoemd. Je hebt ongeveer uitgelegd wat er gebeurt en je hebt een deel van de aangegeven woorden gebruikt.
Je hebt weinig verschillen benoemd. Je hebt niet uitgelegd wat er gebeurt en je hebt weinig van de aangegeven woorden gebruikt.
Je hebt een woordweb gemaakt van minimaal 15 begrippen of woorden.
Je hebt een woordweb gemaakt met 10 begrippen of woorden
Je hebt een woordweb gemaakt van minder dan 10 begrippen of woorden.
Je hebt het beeld goed Je hebt het beeld geconstrueerd en alle vragen goed goed en duidelijk beantwoord. geconstrueerd maar alle vragen niet juist beantwoord
Je hebt het beeld niet goed geconstrueerd en niet alle vragen juist beantwoord.
Je hebt alle vragen juist beantwoord.
Je hebt minimaal 3 onderdelen benoemt en uitgelegd wat hiervan de functie is.
Je hebt drie onderdelen benoemd maar niet juist uitgelegd wat hiervan de functie is.
Jullie hebben alle vragen beantwoord.
Jullie hebben af Jullie hebben veel en toe een vraag vragen overgeslagen overgeslagen.
Jullie hebben zelf nog een aantal bronnen gevonden.
Jullie hebben zelf 1 bron extra gevonden.
De blog ziet er duidelijk en overzichtelijk uit. Het ziet er mooi uit met functionele plaatjes en is aantrekkelijk om te bekijken.
De blog ziet er De blog is onduidelijk duidelijk en en onoverzichtelijk uit overzichtelijk uit.
Opdracht 5
Opdracht 6
Blog
Je hebt een grote bijdrage samenwerking aan het groepswerken gegeven. Je hebt echt als een groepslid aan het debat deelgenomen, dus ook je medegroepsgenoten aangevuld waar nodig.
Je hebt geen enkele andere bron gevonden.
Je bent soms in de groep bezig geweest.
je bent alleen met je eigen bezig en niet met de groep.
Je hebt wel aan het debat deelgenomen maar niet samen met de groep.
Je hebt niet deelgenomen aan het debat maar eerder tegengewerkt
Terugblik Als je de webquest gemaakt hebt
Pagina 7
De werking van het oog
Moet je de organen rondom een oog en de delen van een oog kunnen noemen met hun functies en kenmerken. Je moet kunnen beschrijven hoe de ogen ervoor zorgen dat op het netvlies een scherp beeld ontstaat. Je moet kunnnen beschrijven hoe de ogen ervoor zorgen dat op het netvlies een scherp beeld ontstaat. Je moet de bouw en de werking van het netvlies kunnen beschrijven. Je moet kunnen beschrijven hoe de pupilreflex de grootte van de pupil regelt. Je moet weten hoe de ooglens zorgt voor een beeld op je netvlies. Je moet het verschil tussen bijziend en verziend kunnen aangeven. Je moet weten hoe positieve en negatieve brillenglazen het beeld corrigeren.
Docentenpagina Deze opdracht is bedoeld als een activerende opdracht om uit te voeren op lespleinen. De inhoud van de webquest richt zich op de leergebieden van Natuurkunde (onderwerp licht) en Biologie( onderwerp:zintuigen). Het niveau waar deze opdracht voor bedoeld is is VMBO Theoretisch leerjaar 3. De opdracht is zo opgezet dat hij aansluit bij de leefwereld van de leerling door onder andere gebruik te laten maken van multimedia. De opdracht is daardoor leuk en interactief. De opdracht is zoveel mogelijk voorzien van taalondersteuning door de volgende punten: Eenduidige layout Vetgedrukte begrippen Consequent taalgebruik Oefeningen die zich richten op het gebruik van vaktaal Begrippen verbinden door middel van een woordweb
Pagina 8
De werking van het oog
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur
Gerlinda Gerth
Laatst gewijzigd
05 June 2012 om 10:59
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau
VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 3;
Leerinhoud en doelen Biologie; Natuurkunde; Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
0 uur en 50 minuten
Trefwoorden
het oog
Bronnen Bron
Type
Hoe maak ik een blog? https://youtu.be/ey6n0FJTWKE
Video
Pagina 9
De werking van het oog