De Wenceslas Bijbel Pronkstuk van de ‘Magnifieke Middeleeuwen’ Het Museum Plantin-Moretus pakt begin 2013 uit met de tentoonstelling ‘Magnifieke Middeleeuwen’. Hierin toont het museum een deel van de eigen collectie handschriften en miniaturen. Tot de pronkstukken van de tentoonstelling behoren de kronieken van Jean Froissart en de zogenaamde Wenceslas Bijbel. Beide handschriften dateren van omstreeks 1400 en worden gerekend tot het mooiste wat de laatmiddeleeuwse miniatuurkunst te bieden heeft. Vooral de zogenaamde Wenceslas Bijbel is een mooie gelegenheid om naar het Museum PlantinMoretus af te zakken. In dit artikel situeren we alvast de Wenceslas Bijbel in zijn historische context.
Welke bijbel? Over de Wenceslas Bijbel bestaat er de nodige begripsverwarring. De oudste bijbel met deze naam kwam tussen 1390 en 1400 tot stand in Praag, wellicht aan het hof van de Boheemse koning Wenceslas IV (1361-1419). De tekst van het gelijknamige exemplaar in Plantin-Moretus werd enkele jaren nadien in Praag geschreven, maar de verluchting gebeurde tussen 1401 en 1403 door miniaturisten in Antwerpen. Het manuscript met enkel de tekst werd door Konrad von Vechta (de rentmeester van Wenceslas IV) naar de Nederlanden gestuurd om het daar te illustreren. Beide manuscripten hebben met andere woorden dezelfde historische achtergrond en zij vertonen ook een gelijkaarde mengeling van religieuze en profane taferelen. Maar… tussen de oorspronkelijke Wenceslas Bijbel (in het Duits) en de ‘Antwerpse’ Bijbel (in het Latijn) ligt dus iets meer dan tien
jaar. Vergeten we ook niet dat bij beide exemplaren een verschillende ‘school’ van miniaturisten actief was.
Bladzijde uit de ‘Antwerpse’ Wenceslas Bijbel
Bohemen Tijdens de tweede helft van de 14de eeuw en het begin van de 15de eeuw maakten Bohemen en Moravië op politiek en cultureel vlak een ware bloeiperiode mee. De vorsten van Luxemburg hadden er zich opgewerkt tot koning en maakten van hun vorstendom het hart van het Duitse rijk. De belangrijkste Boheemse koning was ongetwijfeld Karel IV (1316-1378) die zich in 1346 als Duits (Rooms) koning en in 1353 tot Duits keizer liet kronen. Het was onder zijn bestuur dat in 1356 de Gouden Bul werd goedgekeurd die de verkiezing van Rooms (Duits) koning door de zeven Duitse keurvorsten definitief regelde, een aanduiding die daarna in principe altijd werd gevolgd door de keizerskroning door de paus. Onder Karels bewind bereikte het Boheemse koninkrijk het toppunt van zijn culturele uitstraling. Naar het goede voorbeeld van de Italiaanse, Franse en Bourgondische vorsten van die tijd nodigde hij heel wat geleerden en kunstenaars uit naar zijn hof. Karel, die zelf vijf talen sprak, onderhield contacten met vroeghumanisten waaronder Petrarca. Praag groeide in deze periode uit tot een van de culturele centra van Europa. Dankzij de koning kreeg de stad een universiteit, de eerste in Centraal-Europa. Karel IV was ook een prima netwerker. Zelf trouwde hij viermaal en ook voor zijn kinderen arrangeerde hij voortreffelijke huwelijken. Hierdoor kreeg het huis van Bohemen vaste voet aan de grond bij heel wat Europese hoven. Kortom, de basis leek gelegd voor een Bohemen dat nog jarenlang kon meespelen op het Europese politieke toneel.
Wenceslas De vraag was of zijn zoon Wenceslas als troonopvolger aan de hoge verwachtingen kon voldoen. Karel had nochtans weinig aan het noodlot overgelaten. De kleine Wenceslas werd op de leeftijd van twee jaar tot koning van Bohemen gekroond en was vijftien jaar wanneer hij door de keurvorsten tot Rooms koning werd
verkozen. De waarheid gebiedt te zeggen dat twee van de zeven stemmen deze van de keizer en zijn zoon zelf waren... De jonge man kreeg in elk geval van jongsaf een algemene vorming. De productie van de Wenceslas Bijbel ligt dan ook onvermijdelijk in het verlengde van deze culturele belangstelling. Op politiek vlak liep het allemaal echter wat minder vlot dan bij vader Karel. Zo moest Wenceslas afrekenen met de Zwabische liga, een bondgenootschap van Zuid-Duitse steden die zich niet wilden neerleggen bij de controle vanuit Praag. Hij kreeg het ook aan de stok met de Boheemse adel die snel aanvoelde dat Wenceslas niet de doortastendheid van zijn vader bezat. Intussen had hij een deel van zijn gebieden verspeeld door ze aan familieleden te verlenen. Tenslotte raakte hij steeds meer verstrikt in het Westers schisma (1378-1417), de toenmalige scheuring binnen de katholieke kerk. Wenceslas had in dit dispuut steeds paus Urbanus VI en de orthodoxie van Rome verdedigd. Maar Bohemen en Moravië maakten op dat ogenblik een vroege Reformatie mee die het wereldlijk karakter en andere misbruiken binnen de kerk veroordeelde. Johannes Hus (ca. 1369/1370-1415) vormde in deze streek het boegbeeld van deze religieuze beweging. Deze Praagse hoogleraar kon op flinke steun rekenen bij de Boheemse adel. In de hoop om zich van de steun van de plaatselijke vorsten te verzekeren distantieerde Wenceslas zich van Rome en gaf nu openlijk bescherming aan Hus. Dit versterkte enkel maar de kloof met de Duitsers die op dat ogenblik wel Wenceslas IV trouw bleven aan de orthodoxe katholieke leer.
Duitse Bijbel Het is in deze context van vroege Reformatie dat de oudste Wenceslas Bijbel kan gesitueerd worden. Alhoewel de inhoud van het werk in niets afwijkt van het traditionele Bijbelverhaal en de rijke miniaturen zich volledig in de middeleeuwse sfeer bevinden, is het manuscript omwille van een andere reden toch wel vernieuwend. De Wenceslas Bijbel vormt – meer dan een eeuw vóór de Lutherbijbel – een van de eerste Bijbelverhalen in het Duits. Dit sluit aan bij een algemene Europese trend eind 14de eeuw om Bijbelteksten in de volkstaal om te zetten. Het bekendste voorbeeld hiervan vormt de zogenaamde Wycliffe Bible (1382) in Engeland. De Bijbel die aan het Boheemse hof tot stand kwam, bewijst dat ook daar nieuwe religieuze ideeën broeiden die afstand namen van de traditionele kerkelijke opvattingen.
Een man laat zijn haar wassen… (‘Praagse’ Wenceslas Bijbel)
Nochtans had Wenceslas net zoals zijn vader zich aanvankelijk verzet tegen soortgelijke ‘ketterse’ opvattingen. Karel IV had in 1369 nog het vertaalverbod van de Vulgaatbijbel officieel bekrachtigd. Moeten we de eerste Duitstalige Bijbel als een duidelijk statement van Wenceslas ten gunste van de Hussieten zien? Het antwoord hierop is niet zo duidelijk door de weinig
consequente houding van de koning. Toen Jan Hus na zijn veroordeling als ketter op het Concilie van Constanz (1415) werd gevangen genomen, tekende Wenceslas hiertegen protest aan, wellicht geleid door de Hussietische sympathieën van de Boheemse bevolking én van zijn vrouw. Maar toen zijn halfbroer Sigismund (op dat ogenblik keizer van het Duitse rijk) Hus weigerde vrij te spreken, koos Wenceslas in deze zaak de kant van zijn broer en distantieerde zich dus van de Hussieten. De protestant avant-la-lettre eindigde op die manier op de brandstapel. Dit maakt het allemaal niet eenvoudiger om de religieuze opvattingen van Wenceslas precies in te schatten. De geschiedenis oordeelt overigens bijzonder hard over deze weifelende koning. Dit is niet alleen toe te schrijven aan zijn tanende politieke macht en zijn opportunistische houding in de zaak-Hus. Zijn naam wordt verder ook nog verbonden met enkele andere onverkwikkelijke affaires. Zo was hij verantwoordelijk voor de moord op Johannes Nepomuk (ca. 1350-1393), nadien heilig verklaard en nationaal symbool van Tsjechië. Volgens de legende zou Nepomuk in ongenade zijn gevallen omdat hij als biechtvader van de koningin haar ‘zonden’ niet aan Wenceslas wou verklappen. In elk geval staat vast dat Nepomuk met de koning in aanvaring kwam naar aanleiding van een betwiste abtbenoeming. De koning liet hem gevangen nemen, folteren en van op de Karelsbrug in de Moldau gooien. Op deze bekende Praagse brug staat vandaag nog steeds het beeld van de heilige. Wenceslas’ politieke tegenstanders lieten niet na om hem als ijdel, onbetrouwbaar, gewelddadig en bijzonder vadsig voor te stellen. Het bezorgde hem in het Duits de bijnaam ‘Wenzel der Faule’ (de Luie). Minder hypothetisch – en misschien een verklaring voor zijn excessief gedrag – was zijn alcoholisme. Zo was hij bijvoorbeeld in 1398 te dronken om in Reims de Franse koning te ontmoeten, een schande waarover in Europa nog lang werd gesproken.
Na de dood van Wenceslas in 1419 was de rol van Bohemen in Centraal-Europa uitgespeeld. De macht verschoof tijdens het midden van de 15de eeuw naar de Habsburgse erflanden in Oostenrijk. In Bohemen zelf ontwikkelde zich als gevolg van Duitse immigratie in de 14de-15de eeuw een vroeg Tsjechisch ‘nationaal’ gevoel. Deze anti-Duitse reflex vond een religieuze uitlaatklep in de massale steun van Boheemse adel en steden aan het adres van de Hussieten. Toch is het bilan van de regeerperiode van Wenceslas niet zo maar negatief. Het koninklijke hof en de nieuwe universiteit in Praag bleven net als in de tijd van Karel IV heel wat geleerden, schrijvers en kunstenaars aantrekken. Uit deze omgeving waren dan ook de makers van de Praagse Wenceslas Bijbel afkomstig. Over de identiteit van de kopiisten en de miniaturisten is weinig bekend. Kunsthistorici denken wel dat er minstens drie schrijvers en zeven miniaturisten aan gewerkt hebben. Ook de vraag of Wenceslas effectief de opdrachtgever was, blijft onbeantwoord. In dit verband circuleert ook de naam van Martin Rotlev, een steenrijke Duitse koopman met nauwe contacten met het Luxemburgse hof en die ook als mecenas bekend stond. Bij de troonsafzetting van Wenceslas in 1400 was de bijbel niet afgewerkt. Een halve eeuw later werd het werk wel verder gezet, maar het laatste deel van het Oude Testament en het volledige Nieuwe Testament zijn er nooit gekomen. De verluchting van de ‘Antwerpse’ Wenceslas Bijbel moet inzake pracht niet onder doen voor de Praagse versie. De 210 miniaturen en randdecoraties tonen naast bijbelse taferelen allerlei (soms gewaagde) voorstellingen van het dagdagelijkse leven tijdens de middeleeuwen.
Patrick Praet