De VVD voor een verantwoord waterbeheer in Flevoland.
Inhoudsopgave INLEIDING 1. HET WATERSCHAP…………………………………………………..2 2. BESTUURLIJK………………………………………………...............3 3. MAATSCHAPPELIJKE POSITIONERING WATERSCHAP………..4 4. FINANCIEEL BELEID, BELASTINGEN EN TARIEVEN…………..5 5. WATERKERING………………………………………………………6 6. WATERBEHEER ALGEMEEN………………………………………7 7. WATERBEHEER IN DE STAD………………………………………8 8. WATERKWALITEIT………………………………………………….9 9. WATER EN RUIMTELIJKE ORDENING………………………… .10 10. COMMUNICATIE…………………………………………………....11
1
INLEIDING Flevoland wordt wel vergeleken met een badkuip. Ons gebied bestaat bij de gratie van stevige robuuste dijken en van de duurzame inzet van de gemalen. Gemiddeld ligt Flevoland tussen de 4 en 6 meter beneden NAP. Dat vraagt permanent om aandacht voor de sterkte van de dijken, zodat ook Flevolanders rustig kunnen slapen. De klimaatverandering en de daarvan afgeleide discussies over het stijgen van de zeespiegel, de extremere zomers en winters met te weinig of te veel water, eisen van het waterschap Zuiderzeeland dat er een professioneel waterbeheer wordt gevoerd. Daarnaast vraagt de voortgaande bodemdaling grote aandacht. In de ogen van de VVD betekent professioneel beleid niet alleen een voldoende gegarandeerde veiligheid m.b.t. het dijkbeheer en een goed waterbeheer bij droogte en bescherming tegen wateroverlast, maar ook goede waterkwaliteit. En dat alles in een woonomgeving die mede door het water aantrekkelijk is. Daarom staat de VVD voor:
een waterschap dat zich primair toelegt op zijn drie hoofdtaken te weten veiligheid, voldoende water en schoon water; het uitvoeren van taken op een doeltreffende, doelmatige wijze en zo dicht mogelijk bij de burger en waar bureaucratie geen kans krijgt; lage belastingen en toch de beste kwaliteit voor burgers en bedrijven realiseren, waarbij plannen getoetst worden op haalbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. Dit alles onder het motto “sober en doelmatig”! samenwerking met gemeenten op rioleringsgebied (onderdeel van de waterketen) en samenwerking tussen waterschappen als dit tot hogere kwaliteit en lagere lasten voor burgers en bedrijven leidt; het handhaven van het eigen rechtstreekse belastingsysteem, zodat uitgaven altijd gedekt worden door de eigen inkomsten. Dit is geen vrijbrief om ongebreideld de belastingen te verhogen voor de uitvoering van het beleid. Zo nodig worden de ambities bijgesteld; snelle, doelmatige afhandeling van vergunningaanvragen; integraal waterbeheer dat in samenspraak met de andere overheden veelal leidraad is. Daarbij aandacht voor de economische aspecten, voor de duurzaamheid van de voorgestelde maatregelen, voor een aantrekkelijke woonomgeving en voor realisme ten aanzien van natuur en milieuwaarden; een waterschap dat als dé waterautoriteit in Flevoland herkenbaar en deskundig is en zich vanuit die optiek positioneert bij de maatschappelijke ontwikkelingen;
1. HET WATERSCHAP
DE VVD STAAT VOOR DE BELANGEN VAN BURGERS EN BEDRIJVEN TEN AANZIEN VAN VEILIGHEID EN LEEFBAARHEID.
DE VVD ZORGT VIA COMMUNICATIE DAT U WEET WAT HET WATERSCHAP VOOR U DOET EN DAT IS MEER DAN U DENKT!
DE VVD BLIJFT HET BELANG VAN HET VOORTBESTAAN VAN HET WATERSCHAP UITDRAGEN
De VVD blijft pleitbezorger van het voortbestaan van het waterschap. Het is een functionele democratie, met een democratisch gekozen bestuur, dat zijn opgedragen taken effectief en kostenefficiënt uitvoert. Voor waterschap Zuiderzeeland (ZZL) ligt fusie niet direct voor de hand. Samenwerking kan wel een bijdrage leveren aan het realiseren
2
van een doelmatig werkende organisatie. De KRW (Kader Richtlijn Water), het NBW (Nationaal Bestuursakkoord Water), het HWBP (Hoog Water Bescherming Programma) en de recente beslissingen inzake het Delta programma IJsselmeergebied zijn o.a. kaders bij het vaststellen van het waterschapsbeleid van ZZL. Dat beleid wordt vastgelegd in het nog vast te stellen waterbeheerplan 2015-2020. De VVD vindt een actieve communicatie met de burgers en bedrijven buitengewoon belangrijk. Daardoor wordt draagvlak gecreëerd voor de te nemen beleidsbeslissingen. Tegelijkertijd laat het zien op welke terreinen het waterschap allemaal actief is. Veel mensen zijn zich niet bewust van de dagelijkse taken die door het waterschap worden uitgevoerd. Deze bewustwording is zeker in Flevoland van belang, waar door de ligging onder NAP en omringd door dijken er dagelijks zo’n 2mm kwelwater naar binnen stroomt, dat er ook weer uitgemalen moet worden. Daarom vindt de VVD dat het waterschap intensief moet communiceren met zijn inwoners. Nu sinds een aantal jaren het waterschap ook verantwoordelijk is voor het stedelijk waterbeheer, vraagt dat om extra communicatie met de inwoners in de stad. De VVD stelt zich als doel om een grotere betrokkenheid vooral van de stedeling te realiseren. Het waterschap heeft vanwege het belang van water in de woonomgeving een steeds meer bepalende invloed op het woongenot van burgers. Daarom wil de VVD meer dan tot nu toe, de aandacht vestigen op de taken die het waterschap uitvoert.
2. BESTUURLIJK
DE VVD ZET IN OP GOEDE BESTUURDERS DIE WAAR MAKEN WAT ZIJ ZEGGEN EN ZICH RICHTEN OP DE KERNTAKEN VAN HET WATERSCHAP.
Het waterschap is het oudste bestuursorgaan in Nederland. In de laatste 50 jaar heeft een enorme schaalvergroting plaatsgevonden, resulterend in nu nog 24 waterschappen. Het werkgebied van het Waterschap Zuiderzeeland omvat de gehele provincie Flevoland. Over de vorming en samenstelling van het waterschapsbestuur zijn in de laatste decennia vele discussies gevoerd. Door aanpassing van de waterschapswet is met steun van de VVD in de Tweede Kamer een verbeterd kiesstelsel vastgesteld. Dat betekende dat het personenstelsel werd vervangen door het lijstenstelsel. Voor de kiezer moet het nu duidelijker zijn waarop men stemt. Naast (landelijke) politieke partijen zijn er ook thematische partijen/lijsten die aan de verkiezingen meedoen. Stemmen op de VVD heeft dan het voordeel dat in een netwerk van gemeentelijke, provinciale en landelijke politiek vanuit dezelfde liberale VVD uitgangspunten wordt geopereerd. Dat is aantrekkelijk voor de kiezer. Overigens maakt de VVD in tegenstelling tot thematische partijen bij haar beleidskeuzes altijd een afweging waarbij alle belangen(groepen) in beeld zijn. Als brede volkspartij wordt ook niet anders van ons verwacht. Natuurlijk vindt de VVD directe verkiezingen belangrijk. De wettelijk vastgelegde zogenaamde geborgde zetels staan hier ietwat haaks op, omdat de VVD ook die belangen bij haar beleidskeuzes afweegt. Bij directe verkiezingen kunnen burgers immers zelf hun stem uitbrengen op de partij naar hun keuze. Door de verkiezingen nu ook gelijk te laten plaatsvinden met die van Provinciale Staten, zal dat hopelijk resulteren in een grotere opkomst en daardoor in een groter draagvlak van het bestuur bij de burgers. Het bestuur van het waterschap Zuiderzeeland bestaat uit 25 personen (excl. de dijkgraaf). Van deze 25 personen zijn er al 7 die op basis van de geborgde zetels een plaats krijgen in het algemene bestuur (binnen de wettelijke kaders is het aantal per categorie inmiddels door de provincie vastgesteld). Daarom gaat het bij de verkiezingen om 18 te verkiezen zetels. Tenslotte wordt het dagelijks bestuur (heemraden genoemd) uit het algemeen bestuur gekozen (maximaal 4 waarvan tenminste één uit de geborgde zetels). De VVD is altijd bereid en in staat om in het dagelijks bestuur zitting te nemen.
3
De VVD kiest voor een klein werkapparaat, gericht op de kerntaken. Van de medewerkers wordt een slagvaardige houding gevraagd, gericht op het nemen van initiatief, durf en met verantwoordelijkheidsgevoel. Door samenwerkingsverbanden met andere waterschappen aan te gaan, wordt specialistische kennis en ervaring binnengehaald. Door herverdeling van taken tussen de verschillende overheden zijn zeker nog besparingen mogelijk. Tenslotte is de VVD er voorstander van om daar waar dat verantwoord is, taken aan de markt over te laten.
3. MAATSCHAPPELIJKE POSITIONERING WATERSCHAP
DE VVD ZIET HET WATERSCHAP ALS DE AUTORITEIT OP HET GEBIED VAN WATER
DE VVD BEPLEIT HET NADENKEN OVER INNOVATIEVE TECHNIEKEN
ALLEEN AAN ZAKEN BUITEN DE KERNTAKEN EEN BIJDRAGE LEVEREN ALS DAARMEE DE MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN LAGER WORDEN EN HET NIET TOT LASTENVERHOGING LEIDT
Water als ordenend principe is voor de VVD uitgangspunt. De VVD onderstreept dit door waar mogelijk is te kiezen voor meervoudig ruimtegebruik en bij de uitvoering werk met werk te combineren. Deze houding vraagt van het waterschap een open houding in de samenwerking met o.a. gemeenten, provincie en maatschappelijke organisaties. Niet alleen om de eigen kerntaken zo efficiënt en zo effectief mogelijk te vervullen, maar als autoriteit op het gebied van water, de kennis en ervaring in te zetten voor zaken van algemeen belang. In dit verband hecht de VVD grote waarde aan de watertoets. Het waterschap bevindt zich als functionele, taakgerichte uitvoeringsorganisatie midden in de maatschappij. Die maatschappij is in transitie naar een participatiesamenleving, waarbij de overheid minder zelf doet en de verantwoordelijkheid meer bij (groepen van) burgers legt. Deze veranderingen vragen ook van het waterschap om meer oog en oor voor de wensen en initiatieven van burgers en bedrijven. De VVD ziet voordelen in het samenwerken met vrijwilligers, bij voorkeur in georganiseerd verband. Denk daarbij aan het beheer van eigen watergangen in het stedelijk gebied of de aanleg en beheer van natuurvriendelijke oevers in het buitengebied (bijvoorbeeld in relatie met agrarisch natuurbeheer). Door als waterschap gronden niet in eigendom te willen hebben, maar een overeenkomst af te sluiten over de inrichting, beheer en onderhoud, kan volgens de VVD bespaard worden kosten. Daarnaast moet het waterschap inspelen op allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Deze worden o.a. gekenschetst door technologische en innovatieve ontwikkelingen, integrale gebiedsontwikkelingen en op de veranderende mogelijkheden m.b.t. de afvalstromen en/of de slimme combinaties, die gemaakt kunnen worden met energieopwekking uit afval. Voor die laatste ontwikkelingen is de VVD voorstander om dit in samenwerking met andere partners te doen om daarmee het risico te beheersen. De VVD vindt dat investeren in duurzame, innovatieve en digitale projecten vaak ook betekent risico's durven nemen. Dit is aanvaardbaar wanneer samenwerkende partijen vooraf goed de effecten en risico's in beeld hebben gebracht. De VVD wil dat bij dergelijke innovatieve projecten van tevoren een transparant terugverdienmodel wordt opgesteld, waardoor voor alle partijen duidelijk is hoe de voordelen maar ook hoe de nadelen verdeeld gaan worden.
4
De VVD kiest een bescheiden rol voor het waterschap als het gaat om deelname aan activiteiten in het buitenland. Voor de VVD moet de Unie van Waterschappen hierin het voortouw nemen. Daarnaast vragen met name ontwikkelingslanden om ondersteuning rond de problematiek van sanitatie, drinkwater en waterbeheerprojecten. De VVD is van mening dat hier kansen liggen voor het bedrijfsleven en dat via de Rijksoverheid financiële projectondersteuning gegeven kan worden. Het betrekken daarbij van deskundigen uit het waterschap is voor de VVD slechts mogelijk als daarvan de volledige kosten vergoed worden.
4. FINANCIEEL BELEID, BELASTINGEN EN TARIEVEN
DE VVD GAAT VOOR LAGE BELASTINGEN BIJ DE BESTE KWALITEIT;
DE VVD IS VOORSTANDER EEN EVENREDIGE KOSTENVERDELING GEKOPPELD AAN HET BELANG
MINIMALE, ENKEL INFLATIE GECORRIGEERDE TARIEFAANPASSINGEN OP BASIS VAN JAARLIJKSE KOSTEN; GEEN ONNODIGE RESERVES
PLANNEN TOETSEN OP HAALBAARHEID, BETAALBAARHEID EN DUURZAAMHEID VOOR BURGERS EN BEDRIJFSLEVEN.
De VVD streeft naar een gezonde financiële huishouding van het waterschap met een eigen belastingheffing. Door goed te sturen op ambities is er een zekere mate van financiële flexibiliteit. De keuze daarvoor ligt, binnen de wettelijke taken, bij het waterschapsbestuur om projecten wel of juist niet op te pakken. De kosten van het waterschap worden op basis van een omslagsysteem bij burgers en bedrijven geïnd. Bij wet is voor de heffing van het watersysteem (veiligheid en voldoende water) een viertal belangencategorieën vastgesteld, te weten ingezetenen, ongebouwd (inclusief infrastructuur), gebouwd en natuur. Daarnaast kent het waterschap een heffing voor de zuiveringstaken (zuiveringsheffing). De verdeling van de kosten van het watersysteem wordt op basis van de inbreng van economische waarde bepaald en vastgelegd in de kostentoedelingsverordening. De VVD is voorstander van een evenredige kostenverdeling gebaseerd op de meest actuele economische waarde. Tenminste één maal in de vijf jaar of als de omstandigheden daarvoor aanleiding geven vaker, dient de kostentoedelingsverordening heroverwogen te worden. Vertaald naar de tarieven betekent dit dat de VVD streeft naar geen of minimale (enkel inflatie gecorrigeerde) tariefaanpassingen. Voortdurende aandacht voor bezuinigingen zijn daarom van belang om de lasten voor burgers en bedrijven zo laag mogelijk te houden. Daarom zullen extra taken primair betaald moeten worden vanuit de huidige begroting, voordat overwogen wordt om de waterschapsbelasting met meer dan de inflatiecorrectie te verhogen. De VVD vindt dat de basis voor een gezonde financiële situatie van een waterschap mede ligt bij een strakke sturing op investeringsplannen. Het is niet zondermeer vanzelfsprekend om investeringen in te zetten vanuit de vrijval van kapitaallasten. Daarom is de VVD er voorstander van om de extra kapitaallasten van nieuwe investeringen gelijk op te laten lopen met de vrijval aan kapitaallasten van afgeschreven investeringen (nieuw voor oud). Hiermee wordt een stabilisatie van de schuldenpositie bereikt, dat een positief effect heeft op de ontwikkeling van de tarieven. Om een goede afweging te kunnen maken in de investeringsplannen, zullen de effecten van de beheers- en onderhoudskosten voor de korte en lange termijn meegewogen worden
5
Het waterschap heeft in principe een gesloten financieel systeem. Reden om terughoudend te zijn met het vormen van aanzienlijke reserves. De VVD vindt de huidige omvang van de reserves ruim voldoende. Terughoudend is de VVD als het om bestemmingsreserves gaat. De VVD vindt het onverantwoord om reserves (incidentele opbrengsten) in te zetten voor meerjarige investeringen (structurele lasten). De VVD wil transparant zijn over de opbouw en samenstelling van de kosten op het aanslagbiljet. Jaarlijks int het GBLT (Gemeenschappelijke Belastingskantoor Lococensus Tricijn) de belastingen in opdracht van het waterschap. Van het GBLT wordt een klantvriendelijke en service gerichte houding gevraagd. Het waterschap zelf zal duidelijk moeten maken welke taken en activiteiten zij uitvoert, vooral ook voor de herkenbaarheid voor de burgers in de stad.
5. WATERKERING
DE VVD KIEST VOOR EEN VEILIGE SITUATIE, WAARBIJ DE DIJKEN STEVIG EN OP ORDE ZIJN;
DE VVD WIL DAT DE TOESTAND VAN DE DIJKEN VOOR HET WATERSCHAP VOLSTREKT DUIDELIJK IS. BIJ HET OP ORDE BRENGEN VAN DE DIJKEN DIENEN ALLE BELANGEN VAN INWONERS, HUN HUIZEN EN BEDRIJVEN TE WORDEN MEEGEWOGEN.
DE VVD IS BEREID MEE TE DENKEN OVER HET MEERVOUDIG GEBRUIK VAN DE WATERKERINGEN
Dijken (waterkering) betekenen bescherming tegen water van buitenaf. Dat geldt in het bijzonder voor de primaire waterkeringen langs het IJssel- en Markermeer. De veiligheidsnormen die hiervoor door het Rijk worden vastgesteld, dienen zonder meer nageleefd te worden. Zeker gezien de ruime ligging beneden NAP is dat voor Flevoland van levensbelang. Hoewel het primaire doel van een dijk is ons te beschermen tegen water, vindt de VVD dat onderzocht mag worden of er alternatieve (gebruiks)mogelijkheden en/of constructies zijn, waarbij meerdere functies op of in de nabijheid van de dijk een invulling kunnen krijgen. Bij het aanreiken van alternatieven zal altijd het primaire doel, bescherming bieden, prioriteit hebben. Voorbeelden van andere gebruiksfuncties zijn wonen, detailhandel, horeca en recreatie op en langs de dijk, maar ook de windmolenopstellingen binnen en buitendijks zijn mogelijk, mits aan de vergunningvereisten wordt voldaan. Over eventuele woon- en werklocaties buitendijks, zullen passende afspraken gemaakt moeten worden met provincie/gemeente over o.a. het veiligheidsregiem, het dijkbeheer en de extra kosten die hiermee gepaard gaan. Kortom de VVD staat open voor innovatieve dijkconcepten waarbij de veiligheid nooit in het geding kan zijn, maar waar wel nieuwe mogelijkheden voor medegebruik worden gecreëerd. De VVD gaat uit van de meerlaagse veiligheid waarbinnen preventie (eerste laag) de belangrijkste en leidend is voor de besluitvorming. Daarnaast worden de besluiten voortkomend uit het advies van het Deltaprogramma IJsselmeergebied onderschreven. Dat zijn invoering van de risicobenadering, voor de opvang van de zeespiegelstijging inzetten op een meer flexibel IJsselmeerpeil en indien nodig (op lange termijn) zal met behulp van gemaalcapaciteit het overtollige water uitgemalen worden naar de Waddenzee. Ten aanzien van het handhaven van het zoetwaterreservoir t.b.v. gebieden buiten Flevoland, vindt de VVD dat dit niet mag leiden tot onevenredige beperkingen voor
6
bijvoorbeeld de landbouw in Flevoland. Daarom zijn wij tegen een eventuele extra belasting bovenop de watersysteemheffing. De VVD bepleit wel om afspraken te maken over het zoetwater voorzieningenniveau en de daarbij behorende maatregelen (zuinig omgaan en/of sparen van zoetwater). De VVD vindt dat de provincie voor het vaststellen van de normen voor de regionale keringen uit moet gaan van de nieuw, vastgestelde normering voor de primaire dijken. Dit zal inhouden dat voor de Knardijk geen aanpassingen meer nodig zijn.
6. WATERBEHEER ALGEMEEN
HET WATERSYSTEEM MOET ZO SNEL MOGELIJK OP ORDE KOMEN OP BASIS VAN DE NORMEN ZOALS DIE DOOR DE PROVINCIE ZIJN VASTGESTELD;
SAMENWERKING MET GEMEENTEN OM WATEROVERLAST TE VOORKOMEN IS VOOR DE VVD VANZELFSPREKEND;
IN HET WATERSYSTEEM MOETEN PASSENDE MAAATREGELEN GENOMEN WORDEN OM DE EFFECTEN VAN KLIMAATVERANDERING EN BODEMDALING TE NEUTRALISEREN;
DE VVD IS VOORSTANDER VAN FLEXIBEL PEILBEHEER, TENEINDE MAXIMALE BERGINGSCAPACITEIT IN NATTE PERIODEN EN MAXIMALE NATUURONTWIKKELING IN DROGE PERIODEN TE BEVORDEREN.
Door de provincie is in het Omgevingsplan het ambitieniveau voor de wateropgave vastgelegd. Dat wil zeggen dat bij overvloedige neerslag door de provincie de normering is vastgesteld voor de kans dat in de stad of op het land sprake is van wateroverlast (=inundatie). Voor de stad is dat een kans van 1:100 per jaar en voor het landelijk gebied 1:50/jaar (maximaal) en gemiddeld 1:80 / jaar. Voor de natuurgebieden geldt geen norm. Dit uitgangspunt voor “droge voeten” wordt door de VVD onderschreven, maar met de kanttekening dat de daarvoor te nemen maatregelen duurzaam en betaalbaar moeten zijn. Dit is te meer van belang omdat naast de veranderingen vanwege de klimatologische omstandigheden, in Flevoland de bodemdaling een nog belangrijker rol speelt. Als beide zaken gecombineerd worden betekent dit dat er in Flevoland (verschillend per polder) gebiedjes zijn waar op termijn maatregelen genomen moeten worden. Dat kunnen zijn maatregelen op de kavel zelf (o.a. door drainage aanpassen, verbetering bodemstructuur), in het watersysteem (peil verlagen, afvoer vergroten of vasthouden en bergingscapaciteit vergroten) of door een maatregel via de ruimtelijke ordening (functie volgt peil). Dit laatste kan zich mogelijk voordoen ten noordwesten van Schokland. De VVD wil prioriteit geven aan deze wateropgave en daar waar het actueel is, de discussie opstarten of via het ruimtelijke ordeningsspoor naar andere gebruiksfuncties moet worden gezocht. Watersysteembeheer betekent het sturen van het waterpeilbeheer binnen een bepaald gebied. De VVD is voorstander om eerst maximaal in te zetten op de trits, te weten daar vasthouden waar het effectief is (dynamische peilbeheer door regelbare stuwen), bergen waar mogelijk (duurzame oevers) en het afvoeren verder optimaliseren (gemaalcapaciteit onderzoeken en verder optimaliseren). De VVD is voorstander om in het landelijk gebied door te gaan met de aanleg van duurzame en/of natuurvriendelijke oevers. Vanuit het waterschap worden hiermee twee
7
doelen gediend, te weten het vergroten van de waterberging en het verbeteren van de waterkwaliteit (biodiversiteit). Onder deze taakstelling passen ook zaken als het weer op profiel brengen van kavelsloten door de boeren. De VVD wil deze zaken ondersteunen waarbij tegelijkertijd, mede in het licht van het Europese beleid (de vergroening uit het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid en de financieringsmogelijkheden uit het Europese Plattelandsontwikkelingsbeleid) creatief gezocht moet worden naar nieuwe kansen en financieringsmogelijkheden. De VVD vindt dat het baggeren van kanalen, vaarten en tochten volgens het vastgestelde baggerprogramma op basis van een 7 jarige cyclus, uitgevoerd moet worden. M.b.t. het diepe grondwater (provincie is bevoegd gezag) is de VVD van mening dat dit gereserveerd moet blijven voor drinkwaterbestemming. Voor de onttrekking van ondiep grondwater is het waterschap op basis van de Waterwet 2009 bevoegd gezag. De VVD heeft voorkeur voor het stellen van algemene regels waaraan de aanvrager moet voldoen, in plaats van een vergunning traject te moeten doorlopen. Ten aanzien van de zogenaamde verdrogingsgevoelige natuurgebieden (zogenaamde TOP gebieden) is de VVD van mening dat de genomen maatregelen goed geëvalueerd en gemonitord moeten worden om te bezien of natuurdoelen zijn bereikt. Op basis van de eigen GGOR studie is al geconcludeerd dat voor sommige gebieden de natuurdoelen niet realistisch en haalbaar waren. Verder vindt de VVD dat zoveel als mogelijk gebruik gemaakt moet worden van de subsidiekaders in het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP 3: 2014-2020) van de EU.
7. WATERBEHEER IN DE STAD INTENSIEVE AFSTEMMING VAN NOODZAKELIJKE MAATREGELEN MET GEMEENTE DOOR VERPICHTE WATERTOETS VOORKOMEN DAT BIJ NIEUWBOUW VAN WIJKEN EN BEDRIJVENTERREINEN SITUATIES VAN WATEROVERLAST KUNNEN ONTSTAAN ZICHTBAARHEID VAN HET WATERSCHAP IN DE STAD Water levert bij uitstek een bijdrage aan een plezierige woonomgeving. In samenspraak met de gemeente kan dat versterkt worden. Voor de VVD geldt hierbij het kostenveroorzakingsprincipe. Dat wil zeggen dat het waterschap wel haar kennis en ervaring kan inbrengen, maar de kosten die met de aanpassingen gepaard gaan, voor rekening komen van de gemeente. M.a.w. het waterschap is volgend aan de gemeente als het gaat om bestemmingsveranderingen en de daaraan gekoppelde inrichtingsinvesteringen en beheermaatregelen. Ondergelopen kelders en/of vloeren in huizen, overstroomde straten, overlopende rioleringsputten en buiten haar oevers tredende grachten, kunnen de zichtbare gevolgen zijn in de bebouwde kom bij langdurige zware regenval. Of daarbij sprake is van een mogelijk falend waterbeheersysteem is dan nog de vraag. Sinds enkele jaren heeft het waterschap afspraken gemaakt met de gemeenten over het overnemen van de waterbeheertaken in het stedelijk gebied. Tegelijkertijd zijn afspraken gemaakt over het wegwerken van het veelal aanwezige achterstallige onderhoud. De VVD is van mening dat naast het reguliere beheer en onderhoud van de watergangen in de stad, geen vertraging meer acceptabel is t.a.v. het uitvoeren van het achterstallige onderhoud. De VVD vindt dat burgers en bedrijfsleven niet de dupe mogen worden van
8
haperende overheidsorganisaties. De VVD vindt dat het waterschap de baggerachterstanden voortvarend moet wegwerken. Het slib dat vrijkomt moet verantwoord verwerkt worden. Om wateroverlastsituaties te voorkomen, zal het waterschap in samenwerking met de gemeente ervoor moeten zorgen dat er in ieder geval voldoende capaciteit is voor wateropvang, de watergangen goed onderhouden zijn (maaibeheer) en dat er voldoende afvoer is via een gescheiden rioleringssysteem. Door meer aandacht te besteden bij de planning van woonwijken en bedrijventerreinen aan de capaciteit voor waterberging, kunnen de gevolgen van dergelijke piekbelastingen gereduceerd worden. Andere oplossingsrichtingen, zoals aangepaste woonvormen (bijvoorbeeld drijvende woningen), water in de wijk vasthouden of het stimuleren van particulieren en bedrijven door zelf de bergingscapaciteit te vergroten, kunnen op de steun van de VVD rekenen. Binnen de stedelijke invloedsfeer van Almere spelen zich ook nog zaken af die het waterschap prominent raken, te weten de gebiedsontwikkelingen rond het Oosterwold en de komst van de Floriade in 2022 in Almere. De VVD is van mening dat aan dergelijke ontwikkelingen vanuit het waterschap wel meegedacht en meegewerkt kan worden, omdat het uiteindelijk een positieve bijdrage levert aan het maatschappelijk belang. Alle kosten die ermee gemoeid zijn, komen op basis van het kostenveroorzakingsprincipe voor rekening van de initiatiefnemer(s).
8. WATERKWALITEIT
DE VVD STAAT VOOR EEN GOEDE KWALITEIT VAN HET WATER IN HET BELANG VAN DE GEZONDHEID VOOR MENS, DIER EN VOOR DE NATUUR;
VVD WIL SAMENWERKEN MET GEMEENTEN OM DE LEEFOMGEVING TE VEBETEREN;
DE VVD KIEST EEN REALISTISCHE BENADERING BIJ DE BELANGENAFWEGING WATER / ECOLOGIE EN ECONOMIE.
Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het milieu en daarmee voor de leefbaarheid van Flevoland. Waterkwaliteit heeft betrekking op twee beheeractiviteiten te weten a) de zuivering van het afvalwater en b) het ecologisch op orde hebben van het oppervlaktewater in vooral de kwetsbare gebieden. Dit laatste is een wettelijke vereiste en is vastgelegd in de door de EU-commissie vastgestelde Kader Richtlijn Water (KRW). Deze richtlijn is norm- en kaderstellend. Uiterlijk in 2027 zal in Flevoland aan de gestelde kwaliteitsnormen moeten zijn voldaan. De VVD onderschrijft deze doelstelling. Voor de ecologische doelstellingen zijn zaken van belang die verband houden met puntlozingen van bedrijven op het oppervlaktewater en de emissies vanuit o.a. verkeer, industrie, landbouw etc. naar het oppervlaktewater. Daarnaast levert de kwel ook een permanente druk op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Door de provincie zijn KRW doelen vastgesteld in het omgevingsplan. Waterkwaliteit en de verbetering van de ecologie staan soms op gespannen voet met de economische belangen. Dat geldt zeker voor de landbouw. De VVD is er geen voorstander van om de KRW-normen op landelijk of provinciaal niveau verder aan te scherpen. Het is belangrijk dat er een goede afweging wordt gemaakt tussen de verschillende belangen, waarbij haalbaar en betaalbaar belangrijke criteria zijn. De VVD is voorstander van het aanpakken bij de bron en vooral in te zetten op preventie. Voor het buitengebied betekent dit dat ten aanzien van de puntlozingen alleen in zeer kwetsbare gebieden overgegaan moet worden op IBA’s en/of aansluiting
9
zoeken op de riolering (bijvoorbeeld bij recreatieparken). Verder moet er mede op basis van landelijke normen, de emissies van diffuse bronnen teruggebracht worden. Voor de kwaliteit van het grondwater is het zaak de verontreinigingen door o.a. gewasbeschermingsmiddelen verder terug te dringen. De VVD hecht grote waarde aan initiatieven uit de sector zelf. Het Deltaplan Agrarisch Water (DAW) is een voorbeeld van hoe de sector samen met o.a. het waterschap uitvoering gaat geven aan projecten ter verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater en de bodem. Ondanks de geleverde inspanningen is verdere reductie van emissies noodzakelijk. Met betrekking tot het zuiveren van afvalwater is de VVD voorstander van het op economisch verantwoorde wijze leveren van energie, hergebruik van effluent, terugwinnen van grondstoffen en duurzaam gebruik van mogelijkheden die zich voordoen in het zuiveringsproces. De VVD is pleitbezorger voor het uitvoeren van onderzoek naar het gevaar van nieuwe stoffen en de mogelijkheden om die nieuwe stoffen uit het afvalwater te halen. Het gaat niet alleen om microplastics, die vaak voorkomen in verzorgingsproducten, zoals shampoo en cosmetica, maar ook om medicijnresten, Nano deeltjes en hormonen. Daar vanuit een innovatieve houding samen met andere waterschappen en het bedrijfsleven aan werken, ziet de VVD als grote uitdaging.
9. WATER EN RUIMTELIJKE ORDENING
DE VVD WIL VOLDOENDE RUIMTE VOOR WATER EN COMBINATIES VAN FUNCTIES IN EEN BEPAALD GEBIED, BIJVOORBEELD WONEN AAN HET WATER IN DE STAD;
DE VVD IS VOORSTANDER OM VIA DE WATERTOETS DE BELANGEN VAN WATER IN DE RUIMTELIJKE INRICHTING MEE AF TE WEGEN;
DOOR COMBINATIES VAN FUNCTIES KAN DE BELEVINGSWAARDE VAN WATER VOOR DE FLEVOLANDERS WORDEN VERGROOT.
Grond is schaars in Nederland. Veel functies vragen ruimte en leggen claims op de beschikbare grond. De VVD vindt dat in elk beheersgebied van het waterschap voldoende ruimte voor water leidend moet zijn, omdat de hoeveelheid neerslag nu eenmaal niet te voorspellen valt. Voor inrichting en beheer kan winst behaald worden als bij het zoeken naar gebieden voor waterberging dit gecombineerd wordt met een ecologische inrichting. Ruimtelijke planning vraagt om een afweging van alle aspecten die in een gebied aan de orde zijn. Om een hoogwaardige kwaliteit voor een gebied te bereiken, vraagt zo’n integrale benadering om aandacht te besteden aan waterbeheer, duurzaamheid, milieuwaarden, economische aspecten, sociale, culturele en historische aspecten en veiligheid. Speciale aandacht is vereist voor water en groen in en om de stad en in het landelijk gebied. Verder worden waterfronten als bijzonder aantrekkelijk ervaren om aan / op te wonen, te werken, te recreëren, maar ook voor infrastructuur, veiligheid en natuurontwikkeling. De VVD staat open voor het zoeken naar combinaties van functies.
10. COMMUNICATIE
EEN ESSENTIELE VOORWAARDE OM HET WATERBEWUSTZIJN TE VERGROTEN
COMMUNICATIE ALS MANAGEMENT INSTRUMENT
10
VAN BUITEN NAAR BINNEN EN DE ACTUALITEIT MEER VERTALEN NAAR DE SITUATIE VOOR DE BURGER IN FLEVOLAND
Water wordt steeds belangrijker in onze (woon) omgeving. Burgers en bedrijven raken op die manier steeds meer betrokken bij het doen en laten van het waterschap. Niet alleen in tijden van rampspoed is het zaak dat burgers weten waarvoor het waterschap in de weer is, ook in ‘normale’ tijden moeten burgers meer betrokken worden bij de activiteiten van het waterschap. Daarom onderschrijft de VVD de actie van het waterschap om naar de burgers en bedrijven duidelijk te maken dat het waterschap feitelijk 24 uur per dag en 7 dagen in de week (24/7) voor hen in de weer is. De VVD ondersteunt het streven om m.b.v. communicatie een verbinding te vormen met de samenleving. Transparantie, betrokkenheid bij de uitvoering en duidelijkheid over de belastingheffing zijn volgens de VVD de voorwaarden om op voldoende draagvlak te kunnen rekenen. Mede op basis van het OESO rapport (2014) is geconstateerd dat Nederland de waterbeheertaken goed op orde heeft en met de waterschappen daarop goed inspelen. Echter voor de burgers is dat schijnbaar geen nieuws, het wordt als gewoon ervaren. En dat is ook zo, als de burger maar weet welke dagelijkse inspanning het continu vraagt. Recente voorbeelden uit Engeland en Duitsland laten zien wat er gebeurt als het waterbeheersysteem niet op orde is. De VVD is voorstander van het actief betrekken van jeugd en jongeren bij het waterschap. In dat verband wordt het jeugdparlement van harte ondersteund. Het huidige doelgroepenbeleid krijgt ook de steun van de VVD omdat daardoor specifieker ingespeeld wordt op de vraagstukken van die doelgroep/sector en waardoor eerder gereageerd kan worden met oplossingsrichtingen. Het levert ook vertrouwen en daarmee draagvlak op. Ook de bestuurders zullen meer naar buiten moeten treden om aan de inwoners/kiezers duidelijk te maken wat waargemaakt is van de verkiezingsbelofte en wat niet. Via de website van de VVD fractie in het waterschap (vvdflevoland.nl/waterschap) wordt u op de hoogte gehouden van onze bevindingen in het Algemeen Bestuur.
11