De Rugzak ingezet (het welles en nietes van de leerlinggebonden financiering LGF 1 )
Wanneer de onderwijs- en zorgbehoeften van een leerling de begeleidingsmogelijkheden van de leerkracht en het schoolteam in het reguliere onderwijs te boven gaan (‘handelingsverlegenheid in plaats van handelingsbekwaamheid’) en ook met maximale steun vanuit het samenwerkingsverband geen adequate oplossing kan worden gevonden, bestaat voor de ouder(s) de mogelijkheid om "een indicatie speciaal onderwijs" aan te vragen.
De leerling verlaat denkbeeldig de school Eén ding is duidelijk: de leerling en de leerkracht(en) hebben een probleem. In de huidige pedagogische/didactische setting blijkt de leerling niet ‘passend’ te kunnen worden ondersteund. Omdat een nieuwe plaatsingsvraag is ontstaan, verlaat de leerling in feite denkbeeldig de huidige school. Er moet worden gezocht naar een nieuwe, passende invulling van het onderwijs- en zorgaanbod, die losstaat van de huidige school. Mogelijke alternatieven zijn plaatsing binnen het speciaal onderwijs of met extra ondersteuning in het reguliere onderwijs (hierna: de Rugzak). Maar altijd geldt: wat is de hulpvraag van deze leerling en wat is de beste daarbij passende oplossing. En - in het verlengde daarvan - voor de leerkracht(en), de andere leerlingen en de ouders?
Aanvraag ‘indicatie speciaal onderwijs’ Zoals gezegd kan door de ouders van een leerling bij de commissie voor de indicatiestelling (hierna: CvI) van het regionaal expertise centrum (hierna: REC), een indicatie speciaal onderwijs worden aangevraagd. Deze indicatie houdt in dat de leerling toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs. Met de indicatiebeslissing in de hand kunnen de ouders vervolgens toelating vragen bij het regionale expertisecentrum (school voor (voortgezet) speciaal onderwijs). Voor zo’n aanvraag moeten de ouders samen met de betrokken reguliere school hiertoe het volgende overleggen: 1. Een onderwijskundig rapport; 2. Omschrijving van de ontstane handelingsverlegenheid; 3. Wat in het afgelopen half jaar is ondernomen door de school en het samenwerkingsverband om de handelingsverlegenheid op te heffen; 4. Verslag(en) van onderzoek(en) (psychologisch, maatschappelijk, didactisch, medisch). Zijn deze niet voor handen dan kan de CvI het REC verzoeken dergelijk onderzoek alsnog uit te voeren. (Wet op de Expertisecentra (hierna: WEC), artikel 8a, lid 1).
1
Dit is de tweede versie van een artikel dat regelmatig zal worden geactualiseerd.
Resultaat door verbinden
1
De CvI toetst de aanvraag van de ouders aan landelijke criteria, die opgenomen zijn in wet- en regelgeving. Aan de hand van die criteria wordt bepaald of een leerling in aanmerking komt voor speciaal onderwijs. Bij het toetsen van de criteria kijkt de CvI naar • de aard van de stoornis / handicap van de leerling; • de onderwijskundige beperking die uit de stoornis voortvloeit; • het niet toereikend zijn van de zorgstructuur, zowel op schoolniveau als op het niveau van het samenwerkingsverband (de opgetreden handelingsverlegenheid). Als de CvI van oordeel is dat de aanvraag aan de gestelde criteria voldoet wordt een positieve beschikking afgegeven. Wanneer de CvI van mening is dat de aanvraag niet aan de criteria voldoet wordt een negatieve beschikking afgegeven. Tegen zo’n negatieve beschikking kunnen de ouders bezwaar en beroep aantekenen. Met een positieve beschikking kunnen ouders vervolgens de keuze maken voor plaatsing in het speciaal onderwijs of voor plaatsing in het reguliere onderwijs met extra begeleiding (leerlinggebonden financiering, de Rugzak). Door de positieve CvI-beschikking heeft het REC de opdracht om samen met de ouders een keuze te maken voor een nieuwe, gewenste pedagogische/didactische leeromgeving, in een school waar de gewenste zorg voor de leerling geboden kan worden, regulier of speciaal. N.B. Alleen als het gaat om leerlingen met ernstige gedragsproblemen bestaat er de mogelijkheid dat het bevoegd gezag van een reguliere school een verzoek tot indicatiestelling indient bij een CvI van een cluster 4-REC. Dit is pas aan de orde wanneer ouders (de ernst van de ) problematiek niet (willen) inzien en daardoor het aanvragen van een indicatie voor hun kind weigeren (aanpassing 1 augustus 2008).
Misverstanden bij ouders en leerkrachten Ouders denken vaak dat met het krijgen van een beschikking hun kind gewoon op de reguliere school kan blijven. Dat is niet altijd het geval. We zetten de misverstanden op een rij: 1. De leerling gaat altijd terug naar het reguliere onderwijs Het is níet vanzelfsprekend, bij handelingsverlegenheid van de leraar en het reguliere schoolteam, dat met 'wat' extra geld en zorg alle leerlingen met een zorgvraag in het regulier onderwijs moeten kunnen worden opgevangen. Wel zijn er met de invoering van de leerlinggebonden financiering, oftewel de Rugzak, allerlei nieuwe en creatieve oplossingen mogelijk. 2. Een beschikking is niet automatisch een Rugzak met voortzetting van het onderwijs op de eigen reguliere school Een beschikking houdt niet per definitie in dat de toegekende Rugzak( als ouders daarvoor kiezen) ook ingezet kan worden op de eigen reguliere school. Het kan zijn dat de reguliere school van oordeel is dat ook met de inzet van extra formatie en zorg de handelingsproblemen niet zijn weg te nemen zijn. De beschikking is niet meer en niet minder dan een bevestiging van de specifieke onderwijs- en zorgbehoeften van de betreffende leerling en een onderkenning van de handelingsverlegenheid die bij het regulier onderwijs is ontstaan.
Resultaat door verbinden
2
3. Met een indicatiestelling is de voortzetting van de schoolcarrière van de leerling gewaarborgd Aan de ouders moet vanaf het begin van het traject duidelijk zijn dat de aanvraag van een indicatie nog niet betekent dat er een besluit is genomen over de verdere schoolcarrière van hun kind. Zo’n besluit krijgt pas vorm door het opstellen van een handelingsplan. Dit gebeurt in nauw overleg tussen het regulier onderwijs, het REC en de ouders.
Ondersteuning van de ouders Op basis van de WEC is het REC verplicht om ouders op passende wijze te ondersteunen. In de wet worden drie situaties genoemd: 1. Ondersteuning bij het verzoek tot indicatiestelling Het is de taak van het REC de ouders te ondersteunen bij het indienen van een verzoek tot indicatiestelling. Dit geschiedt door de CvI (zoals vastgelegd in de WEC, artikel 28b, lid 6c). Ondersteuning kan zijn een actief voorlichtingsbeleid over taken en functies van het REC en uitleg over de aanmeldingsprocedure bij de CvI. 2. Ondersteuning voortraject van het indicatieproces Indien de ouders dat wensen moet het REC behulpzaam zijn bij het leggen van contacten en het invullen van formulieren. Wanneer de CvI de ouders verzoekt om nadere gegevens en verklaringen moet het REC de ouders daarbij behulpzaam zijn. Het REC heeft tot taak de noodzakelijke onderzoeksactiviteiten die hieruit voortvloeien te coördineren en de REC-scholen opdracht te geven deze activiteit(en) uit te voeren. (WEC, artikel 28b, lid 6d) 3. Ondersteuning natraject van het indicatieproces Het REC ondersteunt ouders bij het zoeken naar een passende school. Dit geldt zowel voor de scholen die deel uit maken van het REC, als voor scholen voor regulier primair onderwijs, voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs (WEC, artikel 28b, lid 6e).
De hulpvragen in kaart Een indicatie is een erkenning van de problematiek. Nu moeten de hulpvragen van de leerling worden uitgediept en de daarbij behorende begeleiding in kaart gebracht worden. Daarna komt de plaatsing op een school en in een klas aan de orde waarbij de volgende punten van belang zijn: 1. Welke school past het best bij de hulpvragen? Dit is niet vanzelfsprekend de school van herkomst. 2. In welke klas wordt de leerling geplaatst? De leerkracht(en) moet(en) de gewenste zorg kunnen verlenen, bijvoorbeeld bij plaatsing in het reguliere onderwijs, maar ook voor de medeleerlingen moet het samenwerken gedurende het verdere schooltraject (soms 8 jaar) verantwoord en haalbaar zijn.
Beleg het overleg Het bepalen van de verdere schoolcarrière van een leerling vindt plaats na het vaststellen van die hulpvragen en de benodigde begeleiding. Daartoe gaan alle betrokkenen met
Resultaat door verbinden
3
elkaar in overleg: het regulier onderwijs, de ouders en het REC. Nodig de huidige leerkracht/mentor uit, de verantwoordelijke voor de interne leerlingenzorg en de medewerkers van het REC (een wettelijke opdracht volgens de memorie van toelichting paragraaf 4.7). Bepaal gezamenlijk de hulpvragen en benodigde begeleiding van de leerling met de daaraan gekoppelde begeleidingsbehoeften van de leerkracht (en van de leerlingen en overige betrokkenen). Breng ook in kaart welke eventuele (herhalings)onderzoeken gedurende het traject in de planning zitten.
Commitment, vastlegging en communicatie De conclusies uit het bovengenoemde overleg over de hulpvragen en de benodigde begeleiding worden door alle betrokkenen, ouders, reguliere school en REC, op papier gezet en (mede)ondertekend. Het maakt de afspraken voor alle partijen duidelijk en voorkomt problemen in het vervolgtraject. In feite zijn hiermee belangrijke gegevens voor een op te stellen handelingsplan vastgesteld. De in nauw overleg opgestelde hulpvragen en de daaraan gekoppelde ondersteuningsbehoefte dienen ook gecommuniceerd te worden naar eventuele andere instanties, zoals Jeugdzorg, die mogelijk betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van een succesvol begeleidingstraject. Uitwisseling en afstemming daarover zijn dan van wezenlijk belang. Dit betekent natuurlijk dat een goed gepland overleg- en besluitvormingstraject moet worden gevolgd, zodat zo snel mogelijk gebruik gemaakt kan worden van de extra voorzieningen uit de Rugzak of van een plaats in het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Wat als partijen niet meewerken? De doelstelling van de leerlinggebonden financiering is om meer differentiatie in het onderwijs te realiseren, om meer leerlingen op maat onderwijs te bieden met als uiteindelijk doel alle leerlingen het passend onderwijs te bieden dat ze nodig hebben. Bij de uitvoering doen zich echter soms problemen voor, hoe ongewenst ook. Zowel de ouders als het REC kunnen voor die problemen zorgen. 1. Ouders Werken de ouders niet mee, onderzoek dan wat er voor verdere mogelijkheden zijn. Is er een mogelijkheid en is het zinvol om vanuit het REC preventieve ambulante begeleiding in te zetten? Er is niet voor niets handelingsverlegenheid geconstateerd. Is doorgaan met onderwijs aan de leerling echt niet mogelijk en wordt het een kwestie van thuiszitten dan is een melding bij de Inspectie en het inschakelen van onderwijsconsulenten de juiste weg. Zie voor de onderwijsconsulenten de tekst op bladzijde 5. Zoals hierboven al aangegeven is, kan in het geval van ernstige gedragsproblemen en niet meewerkende ouders het bevoegd gezag van een reguliere school een indicatie aanvragen bij een CvI van een cluster 4-REC. 2. REC Indien géén ondersteuning vanuit het REC wordt georganiseerd en ingezet, begin dan nooit zomaar aan een traject. Niet voor niets zijn de hulpvragen en daaraan
Resultaat door verbinden
4
gekoppelde begeleidingsbehoefte geïnventariseerd. Uiteindelijk ontvangt u, als reguliere onderwijsinstelling, de rekening. Als het niet lukt bedenk dan dat u als eindverantwoordelijke deze rekening betaalt. Wees duidelijk. Overigens mag het REC geen leerlingen weigeren op inhoudelijke gronden en is het wettelijk verplicht mee te werken aan een passende oplossing. Indien plaatsing niet meteen lukt, bijvoorbeeld door een wachtlijst, is er recht op ambulante begeleiding in de overbruggingsperiode tot plaatsing in het speciaal onderwijs. Waarbij het natuurlijk als regulier onderwijs niet ‘verboden’ is om een bijdrage te leveren aan een tijdelijke overgangssituatie.
Onderwijsconsulenten Bij ernstige problemen, zowel met ouders als met RECs bestaat er de mogelijkheid een beroep te doen op de door het ministerie van OCW ingestelde Advies Commissie Toelating en Begeleiding (ACTB), waarna een onderwijsconsulent het gerezen probleem in kaart brengt. In principe werkt de ACTB alleen voor reeds geïndiceerde leerlingen, die of niet geplaats kunnen worden, of waar geen overeenstemming is gekomen over een handelingsplan of de inzet van middelen en van de ambulante begeleiding. Onderwijsconsulenten kunnen echter ook ingezet worden wanneer het gaat om een (nog) niet-geïndiceerde leerling, die langdurig thuiszit (en waarvoor alsnog geen school gevonden kan worden). Nadere gegevens zijn te vinden op www.onderwijsconsulenten.nl met informatie over de ACTB en over de onderwijsconsulenten.
Doe meer met Ambulante Begeleiding De ondersteuning van de leerling, de leerkracht en de klas moet worden georganiseerd en gerealiseerd vanuit het REC en/of de REC-scholen, de zogenaamde verplichte winkelnering bij het speciaal onderwijs. (WEC artikel 28b, lid 6b en 6f, artikel 8a lid 1) Deze ondersteuning wordt bepaald door de op de hulpvragen gebaseerde gewenste activiteiten die zijn vastgelegd door de betrokkenen in een handelingsplan voor de leerling. Nergens staat dat dit - als vanzelfsprekend - ondersteuningsactiviteiten zijn die alleen maar kunnen worden uitgevoerd door een ambulant begeleider met een leerkrachtachtergrond. Zonder enig probleem kunnen ook logopedisten, therapeuten, klassenassistenten, orthopedagogen en leden van de commissies van begeleiding worden ingezet zolang zij maar de benodigde ondersteuning kunnen leveren voor de hulpvragen van de leerling. Het is aan het REC er voor te zorgen dat het juiste personeel is aangesteld om de nodigde ondersteuning te leveren. Dat kan natuurlijk met het bestaande personeel van het REC en/of van de REC-scholen. Er is zelfs geen enkel bezwaar om nieuw personeel aan te nemen, contracten af te sluiten met uitzendbureaus of personeel aan te nemen dat werkzaam is in het reguliere onderwijs. Het is niet ‘verboden’ om de handelingsplannen van meerdere leerlingen te ‘verbinden’. Indien meerdere Rugzakleerlingen op een school aanwezig zijn kan voor hen gezamenlijk ook een groepsplan worden opgesteld. Indien bijvoorbeeld alle budgetten van het regulier onderwijs en de inhoud van de Rugzakken worden gekoppeld dan is er met vijf leerlingen voldoende budget om een leerkracht aan te stellen, specifiek voor deze vijf leerlingen aanwezig in het regulier onderwijs, maar vanuit een ‘speciale’ invalshoek onderwijs gevend. Het handelingsplan valt in zo’n situatie uiteen in een groepsplan , ondertekend door alle ouders en school, en een individueel plan, ondertekend door de desbetreffende ouder en de school. Doel is en blijft steun op maat voor de leerling(en).
Resultaat door verbinden
5
Naast de ambulante begeleiding voor geïndiceerde leerlingen hebben de RECs ook een taak om in overleg met de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs zorg te dragen voor preventieve ambulante begeleiding. Gelden daarvoor gaan naar het REC (of naar de REC-scholen) en dat geld moet besteed worden aan preventieve ambulante begeleiding voor leerlingen in het reguliere onderwijs, die dreigen vast te lopen door een handicap of stoornis. In den lande worden deze gelden op heel verschillende wijzen ingezet. Informatie daarover is te verkrijgen bij het desbetreffende REC.
Crisis en Observatie In principe is het verzoeken om een indicatiestelling het resultaat van het goed volgen van leerlingen en op grond daarvan tot de conclusie komen dat een alternatief voor de toekomst nodig is. Echter, uitzonderingen bevestigen de regel. In uitzonderlijke gevallen is er een exclusieve manier van trajectbepaling noodzakelijk: bij crisis en in het geval van observatie. In gevallen van crisis zal een beschikking moeten worden aangevraagd bij een CvI. Probleem hierbij kan de termijn van afhandeling zijn. Het REC bepaalt zelf de manier waarop met deze crisisgevallen omgegaan wordt, bijvoorbeeld door tijdelijke crisisplaatsing op een clusterschool. Het REC bepaalt ook de manier waarop de CvI functioneert, niet de inhoudelijke toetsing maar wel de organisatorische invulling. Als het REC besluit dat een crisisgeval met voorrang ‘nu‘ moet worden behandeld en daardoor andere dossiers even op afhandeling moeten wachten dan is het de vrijheid van het REC om aan de CvI op te dragen deze versnelde procedure uit te voeren. Verschillende CvI’s hebben interne afspraken over hoe omgegaan wordt met dergelijke crisisgevallen. Als een CvI op basis van de bestaande informatie niet tot een besluit kan komen bestaat de mogelijkheid om de leerling voor een periode korter dan een jaar in een clusterschool onderwijs te bieden en een aanvullend advies te formuleren. Het is aan het bevoegd gezag van die school om te bepalen of men deze leerling deze mogelijkheid biedt (WEC artikel 28c, lid 3). De leerling blijft in beide gevallen in die opvang- of crisisperiode ingeschreven op de reguliere school.
Zorgwijzer Voor aanvullende informatie en/of commentaar verwijzen wij u naar www.gedragswerk.nl Op onze site vindt u ondermeer een Zorgwijzer die u met een paar muisklikken uitvoerig informeert over de onderwijs/zorg en de bijna onuitputtelijke mogelijkheden hoe deze te bieden.
Resultaat door verbinden
6
Wat officieel is vastgelegd over de LGF De Regeling leerlinggebonden financiering over het handelingsplan "Ouders en reguliere school maken afspraken over de wijze waarop het onderwijs dat de leerling zal krijgen, wordt vormgegeven. Deze afspraken worden vastgelegd in een handelingsplan dat de instemming behoeft van de ouders. Deze instemming kan tot uitdrukking gebracht worden door de ondertekening van het handelingsplan door de ouders. Als de kerndoelen niet haalbaar zijn, worden vervangende doelen in het handelingsplan aangegeven. Een ambulant begeleider (van het REC waar de leerling toelaatbaar voor is verklaard) geeft ondersteuning bij het opstellen van het handelingsplan waarin tevens wordt aangegeven hoe de inzet van de ambulante begeleiding er verder uit zal zien. De begeleidingsafspraken tussen reguliere school en REC worden eveneens vastgelegd in het handelingsplan. Hiermee wordt gewaarborgd dat een aantal noodzakelijke onderwijskundige randvoorwaarden in overleg met de ouders wordt uitgewerkt. Daardoor kan ook vanaf het begin duidelijkheid worden gecreëerd over de mogelijkheden en grenzen van de school en het perspectief van de leerling en kunnen verwachtingspatronen van ouders en school op elkaar worden afgestemd. De verplichting tot het opstellen van een handelingsplan geldt eveneens voor leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. " (Regeling leerlinggebonden financiering. Memorie van Toelichting, paragraaf 4.7)
Wie-doet-wat-overzicht bij plaatsing in het regulier onderwijs met Rugzak Partij Actie Regulier onderwijs (school) Stelt het handelingsplan op (samen met REC en ouders). . Vervangende onderwijsdoelen worden geformuleerd als kerndoelen niet haalbaar zijn REC (Ambulante Is betrokken bij de totstandkoming van het begeleider) handelingsplan. Het handelingsplan geeft aan wat de inzet is van de ambulant begeleider. De begeleidingsafspraken tussen REC en reguliere basisschool worden in dit plan vastgelegd. Ouders Informeren het REC over lopende therapieën en behandeling. Zijn/worden actief betrokken bij afspraken over de vorm en inhoud van het onderwijs; Het handelingsplan wordt in overeenstemming met de ouders opgesteld. De ouders brengen hun overeenstemming tot uitdrukking door ondertekening van het handelingsplan; De instemming van de ouders is noodzakelijk.
Resultaat door verbinden
7
De bouwstenen voor een handelingsplan Een handelingsplan bevat in ieder geval de volgende bouwstenen in de vorm van een beschrijving of omschrijving van: • • • • • • • •
het niveau van de leerling op het moment dat het handelingsplan tot stand komt; de hulpvragen van de leerling en de daaraan gekoppelde begeleidingsbehoefte; de onderwijsdoelen, die de school voor de leerling gaat nastreven; de maatregelen die de school gaat nemen om de doelen te bereiken, o.m. in de vorm van extra individuele begeleiding en remedial teaching; de inzet van externe deskundigen, die ingeschakeld worden; de speciale voorzieningen, die getroffen worden; de manier waarop de Rugzak ingezet wordt (o.m. voor de inzet van de leerkracht, extra personeel en de ambulante begeleider); de manier waarop de vorderingen van de leerling worden gevolgd en geregistreerd;
Ook kan het beste in een bijlage vastgelegd worden: • op welke manier en hoe vaak er overleg is tussen school en ouders; • wie het initiatief neemt voor dit overleg; • hoe de ouders op de hoogte worden gehouden van de vorderingen.
Resultaat door verbinden
8