De opmars van een kunststof meniscus De kamer van prof.dr. Pieter Buma is aan de achterkant van het immense UMC St.Radboud, afdeling Orthopedie, in een soort semi-permanent noodgebouw. Binnen wordt alle beschikbare tafelruimte in beslag genomen door papier. Hij schuift alles op een hoop: ‘Ik had nu tijd om wat dingen door te lezen, maar voor je het weet heb je zoveel papers en abstracts liggen dat je er niet meer doorheen komt.’ We praten over zijn onderzoek in een STW-project naar een kunststof meniscus, dat niet alleen veel nieuwe inzichten opleverde met betrekking tot gehele en gedeeltelijke meniscusvervanging, maar ook tot een nieuw bedrijf Orteq leidde en een potentieel succesvol product, de implanteerbare kunststof meniscus Actifit.
Het klinische probleem Scheuren in de meniscus komen erg veel voor, vooral bij jonge en zeer actieve mensen. In Nederland alleen al worden ca 20.000 meniscusoperaties per jaar uitgevoerd. Als je de totale meniscus verwijdert, wat vroeger veel gebeurde, leidt dat tot slijtage van het gewrichtkraakbeen in het kniegewricht, met op termijn als gevolg veel pijn en weinig mobiliteit. Echter bij meniscuschirurgie wordt recentelijk meestal slechts een stuk van de meniscus verwijderd, de zogenaamde partiële meniscectomy. Hoewel de patiënt dan wel op dat moment verlost is van zijn acute trauma, treedt op termijn ook bij deze laatste ingreep slijtage van zijn gewrichtskraakbeen op. Daarom was onderzoek naar een meniscusvervanger enorm belangrijk. Meniscusonderzoek In het door STW gefinancierde onderzoek werd hoog ingezet. Het doel was om met een tijdelijk oplosbaar schuim in de vorm van een meniscus een nieuwe meniscus te regenereren. Op het moment van de start van het onderzoek was voor dit doel namelijk alleen de allograft meniscus beschikbaar, een ‘oplossing’ met nog vele haken en ogen. We begonnen dus met het ontwikkelen van materialen die poreus waren, niet te snel afbraken en bij de afbraak geen toxische stoffen vrijgaven, en die weefselingroei stimuleerden. Dit gebeurde in Groningen in het polymeerchemische lab van Prof Schouten en de inmiddels gepensioneerde prof.dr. Albert Pennings. Het idee was dat door het aanbieden van een poreus materiaal het lichaam zelf nieuw kraakbeen kan aanmaken: in-vivo tissue engineering. Door het herstel van de functie
van de meniscus zou het gewrichtskraakbeen beschermd worden en slijtage worden vertraagd of voorkomen.
Lukte dat, een meniscusvervanger maken? Buma: ‘Uiteindelijk wel ja. Na vier jaar hadden we een poreuze polymeer geschikt voor implantatie in honden. Die evalueerden we na twee jaar; er bleek bij de dieren helemaal geen afstoting of ontsteking op te treden. Er bleek alleen wel dat er nog steeds kraakbeenschade optrad. De exacte oorzaak hiervoor was lastig te achterhalen daar er meerdere factoren bij betrokken konden zijn. Toch kon de industrie met dit resultaat verder. Ze maakten op basis van dit onderzoek de keus om hun eigen onderzoek verder te richten op de gedeeltelijke vervanging van de meniscus. Je hoeft dan niet de hele meniscus weg te snijden en het zou ook kunnen helpen.
Buma pakt er een schaalmodel van de menselijke knie bij. ‘Hier ligt de meniscus, in de vorm van twee sinaasappel partjes tussen de onderdelen van de knie. Die kun je in zijn geheel vervangen, maar als je het gedeeltelijk doet, bereik je ook resultaat. Aan de zijkanten van de meniscus is een normale doorbloeding. Aan de binnenkant zijn echter geen bloedvaten; als daar slijtage of beschadiging optreedt, herstelt dat niet meer. Als we nu zorgen dat het beschadigde kraakbeen hersteld wordt, en het bloed naar het binnenste deel wordt gebracht, dan bereik je ook je doel. Dat was de terechte gedachte vanuit in de projectgroep en op basis hiervan ontwikkelde de
industrie het ontwikkelde schuim verder in een implantaat dat de aanmaak van nieuw kraakbeen en de doorbloeding op gang helpt. De Actifit.’
Naast Buma’s toetsenbord ligt een meniscus van het ontwikkelde polymeer, een halvemaanvormig, verend stukje kunststof. ‘Dit is nu bij de medische groothandel te koop. In 2003 werd het bedrijf Orteq opgericht. Orteq vervolmaakte die eerste meniscusprothese tot wat je hier ziet, en ze hebben het recent op de markt gebracht. In 2007 zijn de eerste meniscusprothesen bij mensen geïmplanteerd.’
Wat zijn de toekomstplannen voor Buma zelf? ‘In juli 2009 kregen we groen licht voor de ontwikkeling van een kunststof meniscus voor de vervanging van de gehele meniscus. Met deze subsidie van het Nederlands Top Instituut BioMedische Materialen (BMM) willen we – in een consortium met industriële en universitaire partners - in vier jaar tijd een stevige, goed functionerende meniscus ontwikkelen. Doel is om met een kunstmeniscus in een vroeg stadium verdere slijtage van het kniegewricht te voorkomen. Dat wordt belangrijk omdat er wegens de vergrijzing een toenemend aantal mensen komt met artrose. Die kunnen we dan helpen.’ Actifit op de markt Jacqueline de Groot is directeur R&D/IP en mede-eigenaar van Orteq BV, het bedrijf dat de Actifit op de markt brengt. Orteq huist in het Meditech gebouw in Groningen. Trotse blauw met rode letters op de muur geven aan dat we hier goed zijn; een groot deel van de door Orteq gehuurde kantoorruimte bestaat uit een prima uitgerust laboratorium waarin polymeren en de Actifit gemaakt worden. Dat was in het begin wel anders. Jacqueline: ‘Het begon in 1987, toen ik het eerste STW-voorstel schreef. Ik was beginnend student op het lab bij Albert Pennings. Hij is de eigenlijke ontdekker van de poreuze materialen die de basis vormen van onze producten. Dat polymeer is echt mijn kindje. In 1995 ben ik gepromoveerd, in 97 schreven we een nieuw STW-voorstel. We ontwikkelden een polymeer met gunstige eigenschappen dat geen toxische stoffen afscheidde bij afbraak en vroegen daar patent op aan. STW speelde daarbij trouwens een belangrijke rol als mediator. Juist omdat STW onpartijdig is, kon ze als
bemiddelaar de partijen goed bij elkaar brengen. Vervolgens startten Peter van Wijk en ik Orteq om het product verder marktrijp te maken, in 2003 was dat.’ Met succes, zo te zien ‘Niet meteen. Met de eerste investeerders in ons bedrijf ging het niet goed, ze hadden geen ervaring in de medical device industrie. Met Oaks uit Groot Brittannië ging het beter, we haalden de CE-certificering in 2008 zodat we de Actifit in Europa konden verkopen. En nu zijn we in Amerika bezig met klinische studies en benaderen we chirurgen om ons product onder de aandacht te brengen.’ Hebt u veel last van concurrentie? Fel: ‘Je moet concurrenten hebben om jezelf sterker te maken! We hebben een goed beeld van wat de concurrentie doet. Ze gebruiken methoden om kunstmeniscussen te maken die uiteen lopen van stamcellen injecteren, tot een implantaat maken van zijde, of implantaten produceren uit de Achillespees van runderen. Ik heb het volste vertrouwen in ons product, dat momenteel wordt getest in klinische studies die in 2007 zijn gestart. Na 2 jaar evalueren we die studies en zien we hoe de Actifit het houdt. We kunnen nu al zien dat mensen minder pijn hebben, en ze zijn mobieler. Het roert me om dat te zien.’ Gave dingen maken Hoe ziet Orteq eruit in 2015? Ze laat haar blik even rondgaan in de lege vergaderzaal, waar we het interview hebben. ‘Waarschijnlijk zijn we dan onderdeel van een grotere orthopedische speler. Daar kijk ik naar uit. Ik kan me niets leukers voorstellen dan met een paar goeie mensen en genoeg geld, nieuwe producten gaan ontwikkelen. Nieuwe doelen stellen en die zien te bereiken. Weet je wat het mooie is? Omdat het product goed is, kan je met de besten samenwerken. Dat is wat ik wil: een researchgroep die gave dingen maakt, waar iedereen graag wil komen werken.’
Stand van zaken 2011 In de klinische studies houdt Actifit zich uitstekend. De patiënten ervaren minder pijn en meer bewegingsmogelijkheden. Actifit® wordt door Orteq inmiddels in heel Europa op de markt gebracht in een netwerk van onafhankelijke distributeurs.
Nieuwe toepassingen Het Actifit® materiaal is ook geschikt voor gebruik in andere delen van het lichaam. Samen met gerenommeerde chirurgen gaat Orteq de mogelijkheden van deze nieuwe uitdaging onderzoeken.