DE ONTWIKKELING VAN HET EUROPESE, BELGISCHE EN VLAAMSE MILIEURECHT IN EEN WIJZIGENDE INSTITUTIONELE CONTEXT Onderzoek naar de ontwikkeling van het milieurecht vanuit een publiekrechtelijke invalshoek
Luc LAVRYSEN
KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIË
Inhoud Randnummers Voorwoord
V
Dankwoord
IX
Inleiding
1-11
§ § § §
1. 2. 3. 4.
Het milieurecht Begrenzing van het onderwerp van de studie Invalshoeken van de studie Opbouw van de studie
Titel 1. De ontwikkeling van het milieurecht in de periode die de gewestvorming voorafgaat Hoofdstuk 1. Het Europese kader Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. De uit het Verdrag zelf voor het nationale milieubeleid voortvloeiende beperkingen § 1. Inleiding § 2. Het vrije verkeer van goederen a. Artikel 12 EEG en de milieuheffingen b. De artikelen 30-36 EEG en milieuvoorschriften voor producten § 3. De steunmaatregelen § 4. Verbod van discriminerende belastingen § 5. Gevolgen voor het nationale milieubeleid Afdeling 3. De beperkingen voor het nationale milieubeleid die voortvloeien uit het afgeleide recht § 1. Inleiding § 2. Rechtsgrondslagen van het gemeenschappelijk milieubeleid . § 3. Voor het milieubeleid beschikbare rechtsinstrumenten § 4. Gevolgen voor het nationale milieubeleid
Ontwikkeling milieurecht
1-4 5-6 7-9 10-11 12-72 12-32 12 13-27 13 14-21 14-15 16-21 22 23-26 27 28-32 28 29 30-31 32
XI
INHOUD
Hoofdstuk 2. Het Belgische institutionele kader Afdeling 1. De Belgische gedecentraliseerde eenheidsstaat Afdeling 2. De realisatie van de culturele autonomie § 1. De grondwetsherziening van 24 december 1970 § 2. De tenuitvoerlegging van de culturele autonomie door de Bijzondere Wet van 21 juli 1971: communautarisering van de monumenten- en landschapszorg
33-36 33-34 35-36 35
Hoofdstuk 3. De ontwikkeling van het milieurecht Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. Het regime van de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen § 1. Inleiding § 2. Doelstelling en toepassingsgebied a. Doelstelling b. Toepassingsgebied c. Relatie met andere vergunningsstelsels § 3. Procedurele aspecten a. Indeling in klassen en de vergunningsplicht b. De aanvraag en de behandeling ervan c. Het vergunningenbeleid § 4. De handhaving Afdeling 3. De Wet van 11 maart 1950 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging § 1. Inleiding § 2. Reglementering van de lozingen § 3. De waterzuivering § 4. De handhaving Afdeling 4. De Wet van 28 december 1964 op de bestrijding van de luchtverontreiniging § 1. Inleiding § 2. Toewijzing van bevoegdheden aan de uitvoerende macht . . § 3. De handhaving § 4. Uitvoering van de wet § 5. De bevoegdheid van de lokale besturen Afdeling 5. De Wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder § 1. Inleiding § 2. Toewijzing van bevoegdheden aan de uitvoerende macht . . § 3. De handhaving § 4. Uitvoering van de wet § 5. De bevoegdheid van de lokale besturen
37-72 37
XII
36
38-51 38-39 40-51 40 41 42-43 44-50 44 45-47 48-50 51 52-57 52 53-55 56 57 58-65 58 59-60 61 62-64 65 66-72 66 67-68 69 70-71 72
Kluwcr Rechtswetenschappen België
INHOUD
Titel 2. Van de voorlopige gewestvorming tot de staatshervorming van 1980 Hoofdstuk 1. Het Europese kader Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. De verdragsrechtelijke beperkingen Afdeling 3. De beperkingen voor het nationale milieubeleid die voortvloeien uit het afgeleide recht § 1. Inleiding § 2. De Europese milieuwetgeving § 3. Gevolgen voor het nationale milieubeleid
73-136 73-78 73 74 75-78 75 76-77 78
Hoofdstuk 2. Het Belgische institutionele kader Afdeling 1. De voorlopige gewestvorming van 1974-1975 Afdeling 2. De mislukte staatshervorming van 1977-1978 Afdeling 3. De verdieping van de voorlopige gewestvorming in 1979 Afdeling 4. Gevolgen voor het milieubeleid
79-85 79-80 81
Hoofdstuk 3. De ontwikkeling van het milieurecht Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. De Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging § 1. Inleiding § 2. Toepassingsgebied § 3. Verbodsbepaling § 4. Productbeleid § 5. De lozingsvergunning § 6. De lozingsvoorwaarden § 7. Het waterzuiveringsbeleid § 8. De handhaving Afdeling 3. De Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van het grondwater § 1. Inleiding § 2. Inhoud en toepassing van de wet § 3. De handhaving Afdeling 4. De Wet van 22 juli 1974 op het giftige afval § 1. Inleiding § 2. Toepassingsgebied § 3. De verplichtingen van de producent § 4. De verplichtingen van de tussenpersoon § 5. Verplichtingen van de verwerker van giftige afval § 6. De handhaving
86-136 86
Ontwikkeling milieurecht
82-83 84-85
87-113 87-88 89 90 91 92-94 95-102 103-110 111-113 114-116 114 115 116 117-123 117 118-119 120 121 122 123 XIII
INHOUD
Afdeling 5. Evolutie van de wetgeving op de bestrijding van de luchtverontreiniging 124-132 124 § 1. Inleiding § 2. Bestrijding van industriële luchtverontreiniging 125-129 a. Industriële verbrandingsinstallaties 125-128 b. Het loodprobleem in Hoboken 129 § 3. De brandstoffen 130 § 4. De motorvoertuigen 131 § 5. Gebouwenverwarming 132 Afdeling 6. Evolutie van de wetgeving op de bestrijding van de geluidshinder 133-136 § 1. Inleiding 133 § 2. Wedstrijden, test- en oefenritten met motorvoertuigen 134 § 3. Elektronisch versterkte muziek 135 § 4. Geluidshinder door verkeersmiddelen 136 Titel 3. Van de staatshervorming van 1980 tot de staatshervorming van 1993 137-445 Hoofdstuk 1. Het Europese kader Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. De uit het Verdrag zelf voor het nationale milieubeleid voortvloeiende beperkingen § 1. Inleiding § 2. Milieubescherming en de interne markt § 3. Het vrije verkeer van goederen en invoerbeperkende maatregelen voor afvalstoffen § 4. De steunmaatregelen § 5. Gevolgen voor het nationale milieubeleid Afdeling 3. De beperkingen voor het nationale milieubeleid die voortvloeien uit het afgeleide recht § 1. Inleiding § 2. De Milieutitel van het Verdrag § 3. De verdragsgrondslag en de beleidsvrijheid van de Lid-Staten § 4. De Europese milieuwetgeving § 5. Gevolgen voor het nationale milieubeleid Hoofdstuk 2. Het Belgische institutionele kader Afdeling 1. Inleiding § 1. De staatshervorming van 1980 § 2. De staatshervorming van 1988-1989
X* *
137-156 137 138-156 138 139-142 143-144 145 146-147 148-156 148 149 150-151 152-154 155-156 157-240 157-158 157 158
Kluwer Rechtswetenschappen België
INHOUD
Afdeling 2. De bevoegdheidsverdeling tussen het Vlaamse en Waalse Gewest enerzijds en de nationale overheid anderzijds in de periode 1 oktober 1980 - 31 december 1988 § 1. Basiskenmerken van de staatshervorming van 1980 § 2. Ruimtelijke ordening § 3. De bescherming van het leefmilieu "sensu stricto" § 4. Het afvalstoffenbeleid § 5. De politie van de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven § 6. Het waterbeleid § 7. De landinrichting en het natuurbehoud § 8. Voor het milieubeleid relevante bevoegdheden inzake economisch beleid en energiebeleid a. De natuurlijke rijkdommen b. Kernenergie, nieuwe energiebronnen, rationeel energiegebruik § 9. De betrokkenheid van de gewesten bij het internationaal milieubeleid § 10. De territoriale bevoegdheid van de gewesten § 11. De bijkomende bevoegdheden van de gewesten a. Infrastructuur, instellingen en ondernemingen b. Impliciete bevoegdheden versus door de Grondwet aan de wet voorbehouden aangelegenheden c. De strafrechtelijke bevoegdheid van de gewesten d. Regels betreffende toegang, bevoegdheid en werking van de rechtscolleges e. Andere bijkomende bevoegdheden van de gewesten . . . § 12. Gevolgen voor het milieubeleid Afdeling 3. De bevoegdheidsverdeling tussen de gewesten en de nationale overheid in de periode van 1 januari 1989 tot 30 juli 1993 § 1. Basiskenmerken van de staatshervorming van 1988-1989 . § 2. Ruimtelijke ordening, monumenten en landschapszorg . . . § 3. De bescherming van het leefmilieu "sensu stricto" a. Bespreking b. Een discussiepunt: de productnormen en het productbeleid § 4. Het afvalstoffenbeleid § 5. De politie van de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven
Ontwikkeling milieurecht
159-187 159 160-161 162 163 164-165 166-168 169 170-172 170 171-172 173 174 175-184 176 177-178 179-182 183 184 185-187
188-240 188 189 190-194 190-191 192-194 195-196 197
A. V
INHOUD
§ 6. Het waterbeleid 198-200 a. Waterproductie en watervoorziening 198 b. De zuivering van afvalwater 199 c. De riolering 200 § 7. De landinrichting en het natuurbehoud 201 § 8. Bevoegdheden op het vlak van het economisch beleid en energiebeleid met een directe weerslag op het milieu . . . . 202-207 a. De natuurlijke rijkdommen 202 b. Kernenergie, nieuwe energiebronnen, rationeel energiegebruik 203-207 § 9. De bevoegdheid van de gewesten over de lokale besturen . 208-209 a. De financiering van de lokale besturen 208 b. Het administratief toezicht op de lokale besturen 209 § 10. Wetenschappelijk onderzoek 210-211 § 11. De betrokkenheid van de gewesten bij het Europees en internationaal milieubeleid 212 § 12. De bijkomende bevoegdheden van de gewesten 213-215 a. Instellingen en ondernemingen 213 b. Impliciete bevoegdheden 214 c. Andere bijkomende bevoegdheden van de gewesten (en de gemeenschappen) 215 § 13. De gewestelijke fiscaliteit 216-231 a. Belang van het onderscheid tussen een belasting en een retributie 217-219 b. De bij de uitoefening van de gewestelijk fiscaliteit in acht te nemen voorschriften 220-225 c. De bestemming van de belasting 226-227 d. De verschillende vormen van gewestelijke fiscaliteit en hun beperkingen 228-229 e. De bevoegdheid van de gewesten inzake retributies . . . 230-231 § 14. De samenwerking tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten 232-237 a. De vrijwillige en verplichte samenwerkingsakkoorden . . 233-234 b. De vertegenwoordiging van de gewesten (en de gemeenschappen) in nationale instellingen en de vertegenwoordiging van de Staat in gewest- en gemeenschapsinstellingen 235 c. Het Overlegcomité Regering - Executieven en de Interministeriële Conferenties 236-237 § 15. Gevolgen voor het milieubeleid 238-240
"YV1 •^
v l
Kluwcr Rechtswetenschappen België
INHOUD
Hoofdstuk 3. De ontwikkeling van het milieurecht Afdeling 1. Inleiding § 1. De uitbouw van de gewestelijke milieu-administratie . . . . § 2. De ontwikkeling van het Vlaamse milieubeleid § 3. Algemene evolutie van de milieuwetgeving Afdeling 2. De afvalstoffenwetgeving Onderafdeling 1. Het Decreet van 2 juli 1981 betreffende het beheer van afvalstoffen § 1. Inleiding § 2. Doelstelling en toepassingsgebied a. Doelstelling b. Onderworpen afvalstoffen c. Het begrip "afvalstof' in het decreet § 3. Algemene verbodsbepalingen a. Verbod op het achterlaten en ongecontroleerd verwijderen b. Het stortverbod van buitenlandse afvalstoffen § 4. Preventie van afvalstoffen § 5. Algemene voorschriften inzake de verwijdering van afvalstoffen § 6. Bijzondere voorschriften inzake de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen § 7. Bijzondere voorschriften inzake het beheer van industriële afvalstoffen a. Bijzondere verplichtingen ten aanzien van de producenten van afvalstoffen b. Bijzondere verplichtingen ten aanzien van de tussenpersoon c. Verplichtingen bij overdacht van afvalstoffen § 8. Bijzondere categorieën van afvalstoffen a. Inleiding b. Afvalolie c. Klein gevaarlijk afval § 9. Vergunning voor het verwijderen van afvalstoffen a. Vergunningsplicht b. Vergunningsprocedure c. Vergunningsvoorwaarden d. Relatie met andere wetgeving § 10. Heffingen a. Inleiding b. De afvalstoffenheffing in de jaren 1987-1989 c. De aanpassing van de heffingen in de daaropvolgende jaren Ontwikkeling milieurecht
241-445 241-246 241-242 243-244 245-246 247-248 249-289 249 250-254 250 251 252-254 255-257 255 256-257 258-260 261 262 263-265 263 264 265 266-271 266 267-270 271 272-276 272 273-274 275 276 277-279 277 278 279 A. V i l
INHOUD
§ 11. Het Afvalstoffenplan 280-282 a. Inleiding 280 b. Het Afvalstoffenplan 1986-1990 281 c. Het Afvalstoffenplan 1991-1995 282 § 12. De Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest 283-284 § 13. Ambtshalve verwijdering en sanering 285-286 § 14. Toezicht, sancties, veiligheidsmaatregelen 287-289 a. Toezicht 287 b. Verwijdering van achtergelaten afvalstoffen 288 c. Strafbepalingen 289 Onderafdeling 2. De Wet van 9 juli 1984 betreffende invoer, de uitvoer en de doorvoer van afvalstoffen 290-294 § 1. Inleiding 290 § 2. Doelstelling en toepassingsgebied 291 § 3. Bevoegdheid van de Koning 292 § 4. Uitvoering van de wet 293 § 5. Toezicht en sancties 294 Afdeling 3. Het Grondwaterdecreet van 24 januari 1984 295-301 § 1. Inleiding 295 § 2. De bescherming van het grondwater tegen verontreiniging . 296-299 a. Bescherming tegen verontreiniging door gevaarlijke stoffen 296 b. Bijzondere beschermingsmaatregelen in waterwingebieden en beschermingszones 297-298 c. Buitenlandse drijfmest 299 § 3. Toezicht en sancties 300-301 Afdeling 4. Het Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning 302-352 § 1. Inleiding 302-304 § 2. Integratie en afstemming van vergunningen 305-308 a. Inleiding 305 b. Integratie van milieuvergunningen 306 c. Coördinatie met de bouwvergunning 307-308 § 3. Doelstelling en toepassingsgebied 309-311 a. Doelstelling en werkingssfeer 309 b. Toepassingsgebied 310-311 § 4. Indeling van de inrichtingen in klassen - vergunnings- of meldingsplicht 312-316 a. Indeling in klassen 312-313 b. Vergunningsplichtige handelingen 314-316 § 5. Milieu-effectrapport en veiligheidsrapport 317 Kluwer Rechtswetenschappen België
INHOUD
§ 6. De vergunningsprocedure in eerste aanleg a. De aanvraag b. De bevoegde overheid c. Onderzoek ontvankelijkheid en volledigheid d. Het openbaar onderzoek e. Advisering van de aanvragen waarvoor de bestendige deputatie bevoegd is f. Advisering van de aanvragen waarvoor het college bevoegd is § 7. De beslissing in eerste aanleg a. Termijn b. Motiveringsplicht en minimum-inhoud c. Geldigheidsduur d. Kennisgeving en bekendmaking van de beslissing § 8. Beoordelingsvrijheid § 9. Het beroep a. Modaliteiten b. Gevolgen van het instellen van het beroep c. Behandeling van het beroep d. De beslissing in beroep e. Laattijdige beslissing - gevolgen § 10. Bijzondere procedures voor vergunningsplichtige inrichtingen a. Tijdelijke inrichtingen b. Inrichtingen die vergunningsplichtig worden na hun inbedrijfstelling c. Verplaatsbare inrichtingen d. Wijziging van de vergunningsvoorwaarden e. Overname van de inrichting f. Ambtshalve herziening van sommige vergunningen . . . . § 11. De meldingsplicht voor inrichtingen van derde klasse . . . . a. Meldingsplichtige inrichtingen en veranderingen b. Meldingsprocedure § 12. Verplichtingen van de exploitant a. Algemene verplichtingen b. Algemene, per categorie geldende en bijzondere voorwaarden § 13. Verval, schorsing en opheffing van de vergunning § 14. Toezicht, sancties, veiligheidsmaatregelen a. Toezicht b. Dwangmaatregelen c. Strafbepalingen Ontwikkeling milieurecht
318-326 318-319 320-321 322 323 324-325 326 327-330 327 328 329 330 331 332-336 332 333 334 335 336 337-342 337 338 339 340 341 342 343-344 343 344 345-346 345 346 347 348-352 348-349 350-351 352 XIX
INHOUD
Afdeling 5. De Wet van 21 januari 1987 inzake de risico's van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten 353-378 § 1. Inleiding 353 § 2. Het K.B. van 1 februari 1985 (art. ITiquinquies van het A.R.A.B.) 354 a. Algemene zorgplicht 355 b. Meldingsplicht bij zwaar ongeval 356 c. Kennisgeving 357 d. Inwerkingtreding van de kennisgevingsverplichting . . . . 358 e. Toezicht- en strafbepalingen 359 § 3. De Wet van 21 januari 1987 inzake de risico's van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten 360-371 a. Inleiding 360 b. Toepassingsgebied van de wet 361 c. Kennisgeving 362 d. Datum van inwerkingtreding 363 e. Bevoegde overheid 364 f. Afbakening van de risico-zones 365-366 g. Externe rampenplanning en voorlichting van de bevolking 367 h. Financiering van de rampenplanning - Heffingen 368 i. Meldingsplicht bij zwaar ongeval 369-370 j . Toezicht en strafbepalingen 371 § 4. Het Decreet van 28 juni 1985 op de milieuvergunning en het VLAREM I en II 372-378 a. Inleiding 372 b. Indeling van de inrichtingen - vergunningsplicht 373 c. Algemene maatregelen van preventie en beperking van ongevallen 374 d. Veiligheidsrapportering en de milieuvergunning 375-377 e. Meldingsplicht bij zwaar ongeval 378 Afdeling 6. De besluiten van de Vlaamse Executieve van 23 maart 1989 inzake milieu-effectrapportage 379-387 § 1. Inleiding 379 § 2. Toepassingsgebied 380 § 3. Inhoud van het milieu-effectrapport 381-382 § 4. Procedure 383-386 § 5. Toepassing 387 Afdeling 7. Evolutie van de wetgeving op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging 388-427 § 1. Inleiding 388-391
XX
Kluwer Rechtswetenschappen België
INHOUD
§ 2. Algemene en bijzondere kwaliteitsdoelstellingen voor de oppervlaktewateren 392-401 a. Inleiding 392 b. Bijzondere milieukwaliteitsnormen 393-397 c. Basismilieukwaliteitsnormen 398-401 § 3. Integratie van de lozingsvergunning in de milieuvergunning 402-403 a. Toestand tot 30 augustus 1991 402 b. Toestand van 1 september 1991 tot 31 juli 1995 403 § 4. De lozingsvoorwaarden 404-411 a. Inleiding 404 b. Wijziging van het algemeen lozingsreglement 405-407 c. Herziening van de sectoriële lozingsvoorwaarden 408 d. De lozing van gevaarlijke stoffen 409-411 § 5. Productnormering 412 § 6. Het waterzuiveringsbeleid 413-427 a. Inleiding 413 b. De Vlaamse Waterzuiveringsmaatschappij 414 c. Vlaamse Maatschappij voor Waterzuivering 415 d. Vlaamse Milieumaatschappij, n.v. AQUAFIN en AMINAL 416-419 e. Bijdragen en heffingen 420-423 f. Resultaten 424-427 Afdeling 8. Evolutie van de wetgeving op de bestrijding van de luchtverontreiniging 428-434 § 1. Inleiding 428 § 2. Milieukwaliteitsnormen 429 § 3. Bestrijding van industriële luchtverontreiniging 430-434 a. Inleiding 430 b. Grote stookinstallaties 431 c. Asbestindustrie 432 d. Exploitatie- of milieuvergunningen 433 e. Milieueffectrapportage 434 § 4. De brandstoffen 435-436 a. Het zwavelgehalte van gasolie en stookolie 435 b. Het loodgehalte van benzine 436 § 5. De motorvoertuigen 437 § 6. Stoffen die de ozonlaag aantasten 438 § 7. Andere initiatieven 439 § 8. Resultaten 440 Afdeling 9. Evolutie van de wetgeving op de bestrijding van de geluidshinder 441-445 § 1. Inleiding 441
Ontwikkeling milieurecht
XXI
INHOUD
§ 2. Beperking van de geluidshinder afkomstig van bouwterreinmachines en bouwterreinmaterieel 442 § 3. Geluidshinder door verkeersmiddelen 443-444 a. Wegverkeer 443 b. Luchtverkeer 444 § 4. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaren 445 Titel 4. Vanaf de staatshervorming van 1993
446-694
Hoofdstuk 1. Het Europese kader Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. De uit het Verdrag zelf voor het nationale milieubeleid voortvloeiende beperkingen § 1. Inleiding § 2. De steunmaatregelen § 3. Gevolgen voor het nationale milieubeleid Afdeling 3. De beperkingen voor het nationale milieubeleid die voortvloeien uit het afgeleide recht § 1. Inleiding § 2. De doelstellingen van het Verdrag § 3. Het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel § 4. De Milieutitel van het Verdrag § 5. De Europese milieuwetgeving § 6. De gevolgen voor het nationale milieubeleid
446-459 446
Hoofdstuk 2. Het Belgische institutionele kader Afdeling 1. Inleiding § 1. De aanloop tot de grondwetsherziening van 5 mei 1993 en de Wetten van 16 juli 1993 § 2. De krachtlijnen van de vierde staatshervorming Afdeling 2. De bevoegdheidsverdeling tussen de Gewesten en de federale overheid vanaf de Bijzondere Wet van 16 juli 1993 § 1. De nieuwe staatsstructuur § 2. Ruimtelijke ordening, monumenten en landschapszorg . . . § 3. De bescherming van het leefmilieu en het waterbeleid . . . a. De bevoegdheden van de Gewesten b. Uitzonderingen op de bevoegdheden van de Gewesten . § 4. Landinrichting en natuurbehoud § 5. Landbouw en milieu § 6. Bevoegdheden op het vlak van het economisch beleid en het energiebeleid met een directe weerslag op het milieu . . . .
447-449 447 448 449 450-459 450 451 452-453 454-455 456-457 458-459 460-516 460-461 460 461
462-516 462 463 464-474 464-468 469-474 475 476 477
Kluwcr Rechtswetenschappen België
INHOUD
§ 7. De bevoegdheden van de Gewesten over de lokale besturen a. De financiering van de lokale besturen b. Het administratief toezicht op de lokale besturen § 8. Het wetenschappelijk onderzoek § 9. De betrokkenheid van de Gewesten bij het internationaal milieubeleid a. Inleiding b. De verdeling van de verdragsbevoegdheid tussen de federale staat en de gewesten en gemeenschappen c. De betrokkenheid bij het Europees en internationaal milieubeleid d. Substitutiebevoegdheid en rechtsgedingvoering voor internationale en supranationale rechtscolleges e. De Interministeriële Conferentie voor het buitenlands beleid § 10. De bijkomende bevoegdheden van de Gewesten a. Verruiming van de toepassingssfeer van de impliciete bevoegdheden b. Verruiming van de strafrechtelijke bevoegdheden § 11. Gewestelijke en federale milieuheffingen a. De aan de Gewesten voorbehouden heffingen op water en afval b. De milieutaksen als "gewestelijke belastingen" § 12. Gevolgen voor het milieubeleid
478 479 480 481 482-497 482 483-487 488-493 494-496 497 498 499-500 501-505 506 507 508-512 513-516
Hoofdstuk 3. De grondwettelijke erkenning van het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu 517-520 Afdeling 1. Inleiding 517-518 Afdeling 2. Artikel 23, derde lid, 4°, van de Grondwet 519-520 Hoofdstuk 4. De ontwikkeling van het milieurecht Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. De milieutaksen: federale "gewestelijke belastingen" § 1. Inleiding § 2. Algemene doelstellingen en criteria § 3. Onderworpen producten en tarieven a. Drankverpakkingen b. Wegwerpartikelen c. Batterijen d. Verpakkingen van nijverheidsproducten e. Bestrijdingsmiddelen f. Papier Ontwikkeling milieurecht
521 -694 521 522-532 522 523 524-530 524-525 526 527 528 529 530 AA.111
INHOUD
§ 4. Gemeenschappelijke bepalingen 531 § 5. De Opvolgingscommissie 532 Afdeling 3. Het Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk 533 Afdeling 4. Het Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid 534-577 § 1. Inleiding 534 § 2. Algemene bepalingen 535 a. Begrippen 536 b. Doelstellingen van het milieubeleid 537-539 § 3. Beginselen van het milieubeleid 540 § 4. Milieubeleidsplanning 541-547 § 5. Milieukwaliteitsnormen 548-564 a. Inleiding 548 b. Het begrip milieukwaliteitsnormen 549 c. De wijze van vaststelling van milieukwaliteitsnormen . . 550-552 d. Soorten milieukwaliteitsnormen en hun juridische draagwijdte 553-556 e. Het stand-still beginsel 557 f. Bewaking van de milieukwaliteit - Handhaving van de normen 558-561 g. De smog-regeling 562 h. De milieukwaliteitsnormen van het VLAREM II 563-564 § 6. Bedrijfsinterne milieuzorg 565-577 a. Inleiding 565 b. Doelstelling 566 c. De milieucoördinator 567-570 d. De EMAS-Verordening en de verplichte milieu-audit . . 571-572 e. Meet- en registratieverplichtingen 573 f. Milieujaarverslag 574 g. Bedrijfsbeleid ter voorkoming van zware ongevallen en ter beperking van de gevolgen ervan voor mens en milieu . 575 h. Meldings- en waarschuwingsplicht bij accidentele emissies en storingen 576 i. Toezicht en sancties 577 Afdeling 5. Het Decreet van 15 juni 1994 betreffende de milieubeleidsovereenkomsten 578-587 § 1. Inleiding 578 § 2. Toepassingsgebied en draagwijdte 579 § 3. Bijzondere geldigheidsvereisten 580-582 a. De contracterende partijen 580 b. De procedure 581-582 XXIV
Kluwer Rechtswetenschappen België
INHOUD
§ 4. Aard van de verbintenissen en de relatie met de regelgeving § 5. Looptijd, verlenging, wijziging en beëindiging § 6. Controle, sancties en verslaggeving Afdeling 6. Het Decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering . . . § 1. Inleiding § 2. Toepassingsgebied § 3. Inventarisatie en identificatie van verontreinigde gronden . a. Inleiding b. Oriënterend bodemonderzoek bij risico-inrichtingen of activiteiten c. Ambtshalve oriënterend onderzoek d. Register van verontreinigde gronden e. Het bodemattest § 4. Gebruiksbeperkingen en voorzorgsmaatregelen § 5. Nieuwe bodemverontreiniging en de sanering ervan a. De saneringsplicht b. Saneringsniveau c. Saneringsplichtige en prefinanciering d. Verloop van de bodemsanering e. Dwangmaatregelen f. Onteigening g. Aansprakelijkheid § 6. Historische bodemverontreiniging en de sanering ervan . . . § 7. Gemengde bodemverontreiniging § 8. Overdracht van gronden a. Regels toepasselijk op overeenkomsten betreffende de overdracht van alle gronden b. Regels toepasselijk op de overdracht van "risico-gronden" c. Sluiting en stopzetting van "risico-inrichtingen of activiteiten" § 9. Afstand van eigendomsrecht § 10. Ambtshalve tussenkomst van OVAM en bevoegdheid van Vlaamse Regering § 11. Strafsancties Afdeling 7. Evolutie van de wetgeving op de hinderlijke inrichtingen § 1. Inleiding § 2. Wijzigingen aan de vergunnings- en meldingsprocedure . . § 3. Het nieuwe VLAREM II a. Inleiding b. Algemene voorwaarden voor ingedeelde inrichtingen . . Ontwikkeling milieurecht
583-584 585-586 587 588-617 588 589 590-594 590 591 592 593 594 595 596-605 596-597 598 599-600 601-602 603 604 605 606-607 608 609 610 611-613 614 615 616 617 618-630 618 619 620-630 620-622 623-624 .A-A.V
INHOUD
c. Sectorale voorwaarden voor ingedeelde inrichtingen . . . d Inwerkingtreding van de algemene en sectorale voorwaarden e. Afwijkingen van algemene en sectorale voorwaarden . . f. Bijzondere voorwaarden Afdeling 8. Evolutie van de wetgeving op de bescherming van de oppervlaktewateren § 1. Inleiding § 2. Het VLAREM II en de wijziging van het VLAREM I a. Inleiding b. Bijkomende afwijkingen op het principieel lozingsverbod c. Vergunnings- en meldingsplichtige handelingen d. Lozingsvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen . . . . e. Lozingsvoorwaarden voor niet-ingedeelde inrichtingen . f. Milieukwaliteitsnormen § 3. Aanmoediging van de aanleg van gemeentelijke rioleringen en kleinschalige waterzuiveringsinfrastructuur § 4. Resultaten Afdeling 9. Evolutie van de wetgeving op de bescherming van het grondwater § 1. Inleiding § 2. Milieukwaliteitsnormen voor het grondwater en de bodem . § 3. Wijziging van de indelingslijst van het VLAREM I § 4. Algemene en sectorale voorwaarden voor ingedeelde inrichtingen § 5. Particuliere stookolietanks Afdeling 10. Evolutie van de afvalstoffenwetgeving Onderafdeling 1. De vernieuwing van het Afvalstoffendecreet . . § 1. Inleiding § 2. Toepassingsgebied a. Opschrift b. Onderworpen afvalstoffen c. Basisbegrippen d. Categorieën van afvalstoffen § 3. Doelstellingen en prioriteiten van het afvalstoffenbeleid . . a. Preventie, nuttige toepassing, verwijdering b. Aanvaardings- en terugnameplicht c. Aanwending van afvalstoffen als secundaire grondstoffen § 4. Beheer en verwijdering van afvalstoffen a. Algemene bepalingen b. Verwijdering en nuttige toepassing van afvalstoffen . . . c. Ophalen en vervoeren van afvalstoffen XXVI
625 626-628 629 630 631-648 631 632-646 632 633 634 635-642 643 644-646 647 648 649-653 649 650 651 652 653 654-682 654-680 654-655 656-660 656 657 658 659-660 661-663 661 662 663 664-672 664 665-666 667
Kluwcr Rechtswetenschappen België
INHOUD
d. Bijzondere regels voor huishoudelijke afvalstoffen . . . . e. Bijzondere regels voor bedrijfsafvalstoffen f. Bijzondere regels voor gevaarlijke afvalstoffen g. Bijzondere regels voor bijzondere afvalstoffen § 5. Invoer en uitvoer van afvalstoffen § 6. Sectorale uitvoeringsplannen § 7. Rol van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest § 8. Heffingen § 9. Toezicht, sancties en veiligheidsmaatregelen a. Veiligheidsmaatregelen b. Toezicht c. Sancties Onderafdeling 2. Wijziging van de Wet op het giftige afval . . . . Onderafdeling 3. Wijziging van de wetgeving op de in-, uit- en doorvoer van afvalstoffen Afdeling 11. Evolutie van de wetgeving op de bestrijding van luchtverontreiniging § 1. Inleiding § 2. Milieukwaliteitsnormen voor de omgevingslucht a. Grens- en richtwaarden b. Drempelwaarden voor de ozonconcentraties op leefhoogte § 3. Bestrijding van industriële luchtverontreiniging § 4. Gebouwenverwarming § 5. De motorvoertuigen § 6. De bescherming van de ozonlaag Afdeling 12. Evolutie van de wetgeving ter bestrijding van geluidshinder § 1. Inleiding § 2. Milieukwaliteitsnonnen voor geluid § 3. Beperking van de geluidshinder afkomstig van ingedeelde inrichtingen
668 669-670 671 672 673 674 675-676 677 678-680 678 679 680 681 682 683-690 683 684-685 684 685 686-687 688 689 690 691-694 691 692 693-694
Besluiten Geraadpleegde literatuur Trefwoordenregister
Ontwikkeling milieurecht
AA
Vil