De nieuwe lijn; een goed begin, niet?
door Simon © 2002, 2005 r e t m e t r o . n l Op weg… Metro’s in Nederland zijn zeldzaam te noemen, slechts twee steden in Nederland mogen zich rijk rekenen met deze vorm van openbaar vervoer. De twee gelukkige steden zijn, in volgorde van opkomst, Rotterdam en Amsterdam. De Rotterdamse metro die z’n eerste lijntje opende in 1968 bedient niet alleen de havenstad zelf, maar ook Rotterdam-Albrandswaard (stations Rhoon en Poortugaal), Capelle aan den IJssel, Schiedam, Pernis en Spijkenisse. Het negen jaar jongere systeem van Amsterdam doet ook Amstelveen aan. Stapsgewijs groeien beide lijnenstelsels gestaag. Dit overigens geheel op waarheid gebaseerde reisverslag beperkt zich echter tot de nieuwste groeispurt van de Rotterdamse ondergrondse: de Beneluxlijn, of beter gezegd, de verlengde Calandlijn. Het is maandagmorgen vier november 2002, kwart voor acht ' s morgens als ik mijn in de voorverkoop gekochte dagkaartje in de stempelautomaat steek van station Graskruid. Het scheve, slechte stempel meldt echter acht uur, een stempel uit de toekomst. Naast mij grijpt een vrouw een Metrokrantje uit de karakteristieke groene bak terwijl ze een blik werpt op de grote rode poster in het billboard. "Maandag 4 november is het zover..." prijkt de tekst. Daarvoor ben ik hier. Mijn fiets, die inmiddels een lekke band blijkt te hebben laat ik met een gerust hart achter, omdat hij en naast een mooiere staat en omdat hij toch een lekke band heeft... Dat belooft wat. Het bord waar de bestemming van de volgende trein op moet staan is al enige tijd blanco als dan toch een trein voorrijdt. Twee stuks, ochtendspits-goedgevuld. Twee "ouwe T’tjes" zoals ze genoemd worden, de sterk remmende 5200-serie, mijn favoriete treintjes. Ouder dan ik, gebouwd in Duitsland tussen 1980 en 1984. Terwijl de deuren sluiten, wordt er iets omgeroepen, maar ik weet al wat er aan de hand is: onregelmatige dienstregeling op beide lijnen vanwege de nieuwe metrolijn. Een herhaling bij een later station bevestigt mijn vermoeden. Het metrostel waarin ik zit gaat stuk. Bij station Schenkel gaan de deuren aan stuurboord flippen en worden mijn twee favoriete treintjes bij het volgende station Capelsebrug op een dusdanig spoor gemanoeuvreerd dat de defecte deuren ontzien kunnen worden. Hier stap ik echter uit en wacht op de volgende trein.
Naar mijn weten is de nieuwe dienstregeling voor de verlengde Calandlijn als volgt: treinen uit Ommoord en Zevenkamp hebben als eindbestemming station Schiedam Centrum, treinen uit Capelle aan den IJssel hebben als eindbestemming Spijkenisse. Aangezien mijn trein uit Ommoord is gekomen, laat ik de volgende die uit Zevenkamp kwam voorbij gaan, op de bestemmings film staat niets. Had ik beter niet kunnen doen, want deze bleek uiteindelijk toch naar Spijkenisse te gaan, Dit is weer zo' n moment waarop de RET, de exploitant van het metronet, het tramnet en het merendeel van het stadsbusnet, op mij overkomt als een mini-NS... wat willen ze nou? Ook met naamgeving zijn ze inconsequent te noemen. De nieuwe lijn maakt deel uit van de Calandlijn en heet dus Calandlijn, maar heette tijdens de bouw nog Beneluxlijn. Die naam Beneluxlijn is dus eigenlijk een fopnaam. Waarschijnlijk is deze naam gekozen omdat de nieuwe lijn door de Tweede Beneluxtunnel gaat. Na de gemiste trein stap ik dan eindelijk in een bomvolle richting Spijkenisse, hoop ik. Als haringen in een tonnetje staan we tegen elkaar, maar bij station Beurs, waar kan worden overgestapt op de blauwe Erasmuslijn stroomt de trein vrijwel leeg en verover ik een zitplaats... nu maar wachten... ik lees in een door een andere reiziger achtergelaten Metro een advertentie van de nieuwe lijn. Maandag 4 november is het zover… Vlak voor Marconiplein, het voormalige eindpunt, remt de trein af alsof hij van spoor wil veranderen. Oh nee, denk ik, je rijdt door. "Station Marconiplein..." zegt Roos de omroepster, maar ze zegt er niet bij dat het het eindpunt is. Ik kijk nog eens goed rond en ik deel het rijtuig met maar liefst drie andere reizigers als de trein weer optrekt. De dynamische reizigersinformatie vermeldt de tekst "Spijkenisse", ik zit in de goede trein, hoop ik. Voor de eerste keer het Marconiplein voorbij. Het station dat meer dan zestien jaar het eindpunt is geweest, van 25 april 1986 tot 4 november 2002. Een nieuwe grens is geslecht. Vijf jaar lang is er aan gewerkt, het heeft 785 miljoen euro gekost (in oude guldens 1,7 miljard, inclusief bouwfraude). 11,8 kilometer nieuw dubbelspoor, zes nieuwe stations. Over het hele net dat nu ruim 115 kilometer exploitabel spoor telt rijden nu 152 metrostellen, waarvan er 89 naar Ommoord en Zevenkamp kunnen rijden aangezien daar door bezuinigingen in het verleden is gekozen voor een sneltramvariant met bovenleiding, maar dat is een verhaal op zich. Voorbij het Marconiplein, de nieuwe lijn op… Wat de meest verguisde, verveelde reiziger niet opvalt, valt mij natuurlijk weer wel op. De schaarse hoeveelheid graffiti, de permanente tunnelverlichting, de lichtgevende leuning van het vluchtpad op perronhoogte... metrotunnel nieuwe stijl.
Lang duurt de tunnel niet, met een flink vaartje, 5228, het metrostel waarin ik zit, spint tevreden even later over een kersvers viaduct. Rotterdam ligt achter me, ik bevind me op Schiedamse bodem en zie spoedig de spoorlijn parallel rijden. Aan de horizon doemt het eerste nieuwe station op; station Schiedam Centrum, voor sommige treinen het eindpunt, het heeft derhalve drie sporen. Het is gedaan met de snelheid als ik in de bocht een tweetal treinen op één beschikbaar spoor zie staan. De bestuurster, een pratende nog wel want sommige bestuurders staan vrolijk een kwartier stil in het weiland zonder toelichting, grapt over filevorming. Ik kijk door het raam en zie in de kromming van het zojuist gepasseerde viaduct twee nieuwe treinstellen achter ons aan sukkelen. Filevorming op een spoorlijn, het is dus mogelijk. Voor botsingen is er overigens geen gegronde reden; de ATB, de automatische treinbeïnvloeding, houdt de treinen op een veilige onderlinge afstand en houdt de snelheid laag. Op station Schiedam Centrum is het rustig. Er stappen meer mensen uit dan in. De nieuwe dynamische reizigersinformatie zegt niet veel bijzonders, maar komt vriendelijk over: "Welkom op de Beneluxlijn station Schiedam Centrum" scrolt er over de middelste regel. De bovenste regel geeft aan "Niet instappen" en dat klopt al niet. Ik deel het rijtuig nu alleen nog maar met een oude man die zich zichtbaar zit te ergeren aan de vertraging. Hij kijkt omhoog naar het nieuwe lijnennet boven de deur. Als dit tot De Akkers zo doorgaat... Een bordeauxrode Thalystrein spurt voorbij over NS-spoor... als ik daar eens een ritje mee mocht maken... Als de hindernis Schiedam Centrum genomen is, duikt de trein weer een tunnel in. Mooi verlicht, zonder graffiti. Hier durven die graffitispuiters nog niet te komen, nog te nieuw voor ze, of komt het door de op infrarood gebaseerde warmtedetectoren die de RET zou gaan toepassen? De snelheid neemt weer toe, het spoor voor ons is vrij. De oude man lijkt te slapen. Station Parkweg, het enige ondergrondse nieuwe station met z' n vier ellipsvormige lichtkoepels die als natuurlijke schijnwerpers zonlicht over het eilandperron strooien. Het rijtuig waarin ik met de oude man ziet opent niet eens z' n deuren, het rijtuig voor ons, daar stappen wat mensen in en uit. De nieuwe metrostem heb ik gemist of is overgestemd geraakt door het tunnelgeruis. Terwijl ik dit schrijf op m' n oude laptopje moet ik heel even spieken op de website van www.metropla.net (de dynamische met Flash-uitgeruste RET-site is te zwaar voor het computertje uit 1995) om te kijken welk station er ook alweer volgt op Parkweg. Het is Troelstralaan, deels onder de straat, voor het
merendeel echter in een soort gleuf, waar de metro als een boot aanmeert, maar dan wat sneller. Wie naar rechts kijkt ziet water en eendjes die de metro vrolijk toekwaken. Dat is wel een hele grote eend! De vloer van het perron doet enigszins kinderboerderijachtig aan, het stro en de scharrelende kippen ontbreken echter. Roos mompelt iets van "Station Trlstrln". P.J. Troelstra, vooraanstaand PvdA-politicus van de jaren ' 20 van de vorige eeuw. Mooie naam dan voor een nieuw station, maar niet leuk om om te roepen omdat er al gauw klinkers uit lijken te vallen. Wederom worden de deuren van 5228 met rust gelaten. De trein duikt weer een stuk tunnel in. Nog steeds zonder ook maar één spatje graffiti. Wie nog eens een stuk metrotunnel zonder graffiti wil zien moet snel een rit maken met de nieuwe lijn (inmiddels heb ik moeten constateren dat die kans voorbij is; verse graffiti siert de tunnelwanden). Door de lange zichtlijnen kan de oplettende reiziger van een afstandje het volgende station Vijfsluizen al zien aankomen, met z’n dertien metalen M-vormige vlaggen die als echte vlaggen met de wind meegaan. Station Vijfsluizen, van architectenbureau Zwarts&Jansma, verantwoordelijk voor het architectonische station Wilhelminaplein op de Kop van Zuid, heeft dit station de vorm gegeven van een artistiek vissengeraamte. Wie naar beneden kijkt ziet fonkelnieuwe bushaltes in aanbouw en voornamelijk zwaar vrachtverkeer. Uit de andere richting passeert een trein richting Ommoord, op de voet gevolgd door een richting Capelle aan den IJssel; dit verschijnsel wordt ook wel kontjeruiken genoemd, heb ik me eens laten wijsmaken door een bestuurder. Onder de Nieuwe Maas De Tweede Beneluxtunnel is het volgende knappe bouwwerk op de route. Deze riviertunnel heeft een tussenwand tussen de twee sporen en doet een beetje Kanaaltunnelachtig aan. Veiligheid voor alles. De ruimte tussen de twee sporen die wordt gescha pen voordat de eigenlijke tunnel begint doet het vermoeden dat er een servicetunnel tussen zit. Fel verlicht, symbolische rennende pictografische mannetjes met van die losse hoofdjes die aangeven welke kant je op moet voor de volgende nooduitgang en hoeveel meter het nog is. Eigenlijk zou moeten worden omgeroepen: “let op, uw oren kunnen dichtslaan” want al gauw voelde ik iets onaangenaams. Even luchthappen als een vis doet wonderen. Nog steeds opgewonden scheurt 5228 onder de Nieuwe Maas door. De tweede metrotunnel onder de Nieuwe Maas voelt anders dan de eerste tunnel tussen de Leuvehaven en de Kop van Zuid. De gereden snelheid is constanter en de tunnel lijkt sneller te zijn
genomen terwijl hij toch een flink aantal meters langer is dan z' n oude broer die al meer dan veertig jaar op de bodem ligt. Op Zuid Ooit afgelegen voor velen, nu voorzien van een heus metrostation. Het dorp Pernis tussen de vele schoorstenen van Shell Pernis en andere CO2-veroorzakers die onze welvaart mogelijk maken. Eén keer eerder ben ik in Pernis geweest, ik ben er gekomen vanaf het Zuidplein met bus 69 die ik terugzie bij z' n verlegde eindhalte bij het station. Op de één of andere manier zijn er reclamefoldertjes terechtgekomen op de abri van de bushalte. Hier moet 5228 z’n deuren laten sissen, er stappen twee kinderen in die een luid gesprek beginnen over hun "meest kutte" vakken en leraren op school. De reis gaat verder en het viaduct slingert tussen de fly-overs door van de snelweg en passeert de havenspoorlijn en de omstreden Betuwelijn. Om Aaron Betsky te citeren (uit een korte documentaire over de Beneluxlijn), directeur van het Nederlands Architectuurinstituut: Doordat een groot gedeelte van de nieuwe lijn bovengronds gaat zal het bewustzijn van de regio ontzettend veranderen. Vanuit de metro kun je zien wat voor een enorme vervoerslandschappen er rond en in de regio Rotterdam liggen. Daardoor is er voor de reiziger veel te zien. "Het is een beetje druk bij station Tussenwater" grapt de bestuurster. De oude man ziet het nu ook; er zijn twee wachtenden voor ons bij station Tussenwater. Langzaam rijden in een bocht is niet prettig vindt 5228, z' n wielen protesteren door een geluid te maken alsof hij over door kwajongens neergelegde steentjes rijdt. Daar komen afgeplatte wielbanden van; bij de NS komt dit door blaadjes op de rails. Toch is er een pluspuntje, het huis van bewaring, oftewel de bak van Hoogvliet, waar laatst iemand is ontsnapt met de klassieke lakensmethode, geeft een blik op de luchtplaats voor eventuele inkijkende metropassagiers die voor een druk bezet station Tussenwater moeten wachten. Over die inkijk later meer als we onder de Oude Maas door zijn (er zijn twee Mazen, of moet ik zeggen Maazen, of Maasen?) en door Spijkenisse "racen". Bij station Tussenwater komen de oude blauwe Erasmuslijn en de nieuwe rode Calandlijn samen, daarom telt het station vier sporen. Eén spoor ligt kruist de twee bestaande sporen van de Erasmuslijn, dat spoor ligt daarom hoog; het is het hoogste punt van de nieuwe lijn. Toen het station in aanbouw was kwam het meerdere malen voor dat één van de twee sporen vanwege de aanleg van het station buiten gebruik was en er dus enkelsporig gereden moest worden.
De oude man trekt een gezicht alsof hij moet plassen en maakt gebruik van de lange stopgelegenheid bij Tussenwater om uit te stappen. Ook de leerlingen zijn uitgestapt. Ik heb 5228 voor me alleen als deze zuchtend weer optrekt en aantakt op de bestaande “oude” Erasmuslijn richting Spijkenisse. De trein waarin ik zit bestaat uit twee treinstellen, het verbaast me niets als er niemand in het andere treinstel zit. Nu lijkt alles weer goed te gaan. De file lijkt voorlopig opgelost en met de normale snelheid wordt Hoogvliet gepasseerd, langs de seniorenflats. De andere Maas, heel origineel de Oude Maas genoemd, wordt ook moeiteloos achter ons gelaten. Op .Tot en met station Spijkenisse Centrum (het Ruwaard van Puttenziekenhuis en het busstation worden gek genoeg niet meer genoemd door Roos) lijkt het weer zoals vanouds toen enkel de Erasmuslijn er nog was. Dan gaat het grandioos mis. Het wordt weer filerijden tussen dit station en eindpunt De Akkers. Ik denk terug aan de documenten die ik op internet heb gelezen over de bewoners van Rotterdam Zuid, en dan voornamelijk de bewoners van de Mijnsherenlaan en later ook die van Spijkenisse die voor inkijk vreesden. Daar hoefden ze zich geen zorgen over te maken, want de metro zou zo snel mogelijk hun huisjes voorbij rijden. Nu is niets minder waar, tussen Heemraadlaan en De Akkers is het weer filerijden en duidelijk kan ik de Harry Potter-posters onderscheiden in één van de Spijkenisser woningen. Ik wend mijn blik af als ik een moment recht in de ogen kijk van een strijkende vrouw in een vermoedelijk zelf gebreide trui van Mickey Mouse. De vrouw draagt om haar linker pols een duur ogend gouden horloge. Bij de buren kan ik zo de bekers zien van de zoon die blijkbaar op karate zit gezien de witte kimono die ik aan de deurkruk zie hangen en mag ik getuigen zijn van z' n trapoefeningen. Hoezo geen inkijk? Eindpunt De Akkers… en weer terug Nu kan het wel eens voorkomen dat een metro even moet wachten voor een eindhalte omdat er een trein uit de andere richting uit wil. Die hebben namelijk voorrang. Na werkelijk iets van vijf minuten wachten (dat is veel voor metro’s) rijdt mijn trein eindstation De Akkers binnen. "Station De Akkers, eindpunt. U wordt verzocht uit te stappen" sneert Roos. Ik volg haar verzoek op, want RET' ers gooien je er tegenwoordig uit als je blijft zitten bij het eindpunt. De trein rijdt het inmiddels gereedgekomen staartspoor op, in de verte zie ik de walvissenstaarten. Eindpunt De Akkers, bereikt via de verlengde Calandlijn. De bestuurster steekt haar hoofd uit het raampje en rookt snel een sigaretje, haar collega schreeuwt "Schiet eens op!" omdat ze het moet keren op het uitloopspoor.
Honger heb ik niet, plassen hoef ik evenmin dus ik ga tussen de reizigers staan die de andere kant op willen. Er rijdt een trein voor richting Zevenkamp. De rit De Akkers-De Tochten is de langst mogelijke rit die mogelijk is op het Rotterdamse metronet. Naar mijn weten meer dan veertig kilometer spoor. Ik stap in en rijdt de lijn weer in de omgekeerde richting, waarbij we de file van treinen uit de andere richting passeren. Ik tel er zeven, met treinlengtes van twee en drie rijtuigen. De electronische panelen in de stations die de eindbestemming moeten aangeven hebben inmiddels de geest gegeven, de bestuurder, nu een man met een zonnebril, roept luidkeels en duidelijk om dat deze trein naar Zevenkamp gaat "via de Nnnnnieuwe Calandlijnnnn..." Met een houten kont van het zitten kom ik na een klein uur van niets dan gebrom en gezoem van een 5200-trein aan in Zevenkamp. Het leuke aan dit station is dat je iemand die er totaal niet bekend is en daarnaast ook nog eens over een matige topografische kennis beschikt kan wijsmaken dat hij zich in Nieuweschans bevindt en dat hij het dan waarschijnlijk nog zou geloven ook zo niet-Rotterdams is het uitzicht daar. Ondanks de vele vertragingen die uiteraard worden opgelost, al zal dat nog enige tijd duren, was het toch spannend. Want niets is zo spannend om voor de eerste keer bij het Marconiplein op je luie gat te kunnen blijven zitten en kijken waar je uitkomt. De rest van de dag heb ik nog wat rondgetuft door de stad en heb ik de nieuwe stations stuk voor stuk bekeken. Iets wat ik de mensen die zich interesseren in moderne architectuur ten zeerste aanraad. Eindpunt Week verder is er het een en ander gebeurd. Als de nieuwe lijn precies een week jong is, is er in het Rotterdams Dagblad al het één en ander geschreven en gefotografeerd over de nieuwe lijn. Eerst stond er een klein artikeltje in het Rotterdams Dagblad; "Rotterdamse reiziger toerist in eigen stad". Dinsdag stond er "Nieuwe dienstregeling een zooitje", donderdag waren de eerste ruiten alweer gesneuveld en gisteren was het "Noodkreet RETpersoneel; dienstregeling Beneluxlijn klopt niet". Ronald Clayden, de algemeen directeur van de RET heeft inmiddels een brief van de dienstdoende bestuurders gekregen die te krappe rijtijden hebben en nauwelijks een plaspauze kunnen nemen of een bakje koffie kunnen trekken uit de automaat bij de uitloopsporen. Een moment dreigde er zelfs een staking onder het personeel. Een goed begin, niet?