De Nederlandse Huiszwaluwtillen in 2011 Voortgangsverslag i.s.m. Vogelbescherming Nederland Aan het begin van het broedseizoen 2011 stonden er 65 huiszwaluwtillen in Nederland. Daarvan zijn er dit jaar uiteindelijk drie bewoond geweest. Aan de til in Havelte, in februari 2011 geplaatst, hebben meteen dit eerste jaar al twaalf paar huiszwaluwen gebroed. Ook de til in Leende werd een paar maanden na oplevering al in gebruik genomen door vijf paar. Na twee jaar wachten werden nu voor het eerst vier nesten bezet van de til in Keldonk (Veghel). Jammer genoeg was de oudste til van Nederland, in juni 2008 geplaatst in Biddinghuizen, dit jaar niet bezet, terwijl daar in 2009 meteen al acht paar en in 2010 twaalf paar hun jongen groot brachten. In dit verslag worden de laatste ontwikkelingen rond de Nederlandse tillen besproken. Zwaluwtillenparade De tabel op blz. 4 laat zien waar er in Nederland inmiddels zwaluwtillen staan. Een mooie selectie van deze tillen wordt getoond in de apart meegestuurde presentatie. Zoals te zien zijn allerlei creatieve ontwerpen door de initiatiefnemers gebruikt en zullen zeker de aandacht trekken van voorbijgangers. Met groot enthousiasme zijn sponsors gezocht en acties ondernomen om de tillen geplaatst te krijgen. Bijna de helft van alle tillen is in eigen beheer gemaakt. Vaak in samenwerking met VMBO-opleidingen, sociale werkplaatsen en plaatselijke bedrijven. Dit zijn belangrijke neveneffecten van de plaatsing van de zwaluwtillen: daadwerkelijke betrokkenheid van de gemeenschap bij het wel en wee van de huiszwaluwen. Verreweg de meeste tillen zijn geplaatst op initiatief van lokale IVN-, vogel- en natuur-werkgroepen, meestal aangezwengeld door één of enkele zwaluwliefhebbers en vaak geholpen door vogelvriendelijk beleid van gemeenten (zoals Groningen, Bedum, Midwolda, Joure, Surhuisterveen, Leeuwarden, Assen, Sneek, Lopik, Terneuzen) of provincie (Drenthe). Zeker tien tillen zijn door enkele van deze gemeenten zelf geplaatst in het kader van stadsvogelplannen en groenbeleid. Zo’n zeven tillen zijn door particulieren geplaatst en een viertal door bedrijven en instellingen. Als reden om de tillen te plaatsen wordt uiteraard vooral gemeld het verschaffen van extra nestgelegenheid en compensatie voor verloren gegane nestplaatsen. Maar ook natuur-educatie wordt acht keer genoemd als belangrijkste reden. Natuurverrijking en -bescherming wordt zes keer vermeld en in vijf gevallen is het wegnemen van overlast het belangrijkste argument. Drie tillen (een in Zoetermeer en twee in Meppel) zijn geplaatst na toekenning van de Stadsvogelprijs van Vogelbescherming Nederland. Voor twee tillen wordt aankleding van de openbare ruimte genoemd en één til is mede geplaatst voor de muggenbestrijding. In veel gemeenten is de plaatsing van de tillen gepaard gegaan met allerlei educatieve en publicitaire activiteiten en festiviteiten. En heel wat wethouders hebben de tillen feestelijk ‘geopend’. Dit draagt allemaal bij aan de broodnodige ‘goodwill’ voor de zwaluwen. In die zin is het plaatsen van huiszwaluwtillen een succesvolle activiteit. Omgeving van de bezette tillen Maar het zou natuurlijk mooi zijn als de tillen wat vaker en sneller bezet werden. De meest belangrijke factor daarbij blijkt de nabijheid van een bestaande huiszwaluwkolonie te zijn. De tot nu toe bezette tillen in Biddinghuizen, Havelte en Keldonk zijn alle drie geplaatst binnen of direct bij bestaande kleine kolonies van huiszwaluwen in nieuwbouwbuurten. De bewoonde til in Leende staat 1
op een bloemen- en insectenrijk landgoed, zo’n 500 meter van de bebouwde kom waar aan de rand huiszwaluwen nestelen. Bovendien staat deze til vlak bij een manege (nog meer insecten!) waar dit jaar één paartje huiszwaluwen en vele boerenzwaluwen broedden. In hoeverre ook het lokgeluid dat bij de til in Leende is toegepast heeft bijgedragen aan het broedsucces wordt hieronder besproken. In Havelte werden maar liefst 11 van de 12 kunstnesten (hele en halve) bezet en metselden de zwaluwen er zelfs nog een nest bij. Aan de til in Keldonk werden vier van de 30 kunstnesten bezet. In Leende werden alleen de vijf beschikbare kunstnesten gebruikt en geen nesten bijgebouwd, ondanks de aantrekkelijke leempoel die speciaal is aangelegd bij deze til. Waarom de til in Biddinghuizen, met 40 kunstnesten, dit seizoen niet bezet is geweest is onduidelijk. Eén paartje heeft even belangstelling getoond maar niet doorgezet. Wel zaten er dit jaar opvallend meer kauwen in de bomen rond de til, maar dat leidde niet tot een vermindering van het aantal huiszwaluwen dat aan de woningen rond de til nestelde. Van de 65 tillen zijn er 25 (waaronder dus Biddinghuizen, Keldonk en Havelte) waarbij volgens opgave van de contactpersonen binnen een afstand van maximaal zo’n 250 meter huiszwaluwen nestelen. Deze tillen hebben dus de meeste kans om bezet te raken. Bij de overige 40 tillen zitten de zwaluwen (veel) verder weg of is het niet bekend waar de dichtstbijzijnde zwaluwen zitten. Maar ook in drie gevallen waar pal naast een woning met veel zwaluwen een zwaluwtil geplaatst is wegens de overlast ‘weigeren’ ze tot nu toe te verhuizen. Bij het gemaal Zeldert, in de Eempolder op de grens van Amersfoort en Baarn, waar de zwaluwen in 2010 niet konden nestelen vanwege een restauratie, maakten ze geen gebruik van de til die hun dat jaar ter beschikbaar was gesteld (zie blz. 15 van de presentatie). En dit jaar bouwden ze hun nesten weer aan het gemaal en lieten de til nog steeds links liggen. Dit laat goed zien hoe de huiszwaluwen hardnekkig vasthouden aan de nestplaatsen die ze gewend zijn en moeilijk te verlokken zijn een nieuwe woonplaats te betrekken. Lokgeluid De zwaluwtillen zijn natuurlijk allemaal voorzien van mooie kunstnesten en overstekken, maar toch wijken ze nogal af van de gebruikelijke nestplaatsen aan woningen, boerderijen en andere bouwsels. Het blijkt dan ook dat de zwaluwen deze onbekende nestplaatsen niet gemakkelijk vinden en in gebruik nemen. Het zou dus mooi zijn als je ze met geluid naar de tillen zou kunnen lokken. Het idee is vooral geïnspireerd op de lokgeluiden die met kennelijk succes gebruikt worden om gierzwaluwen naar kunstmatige nestplaatsen te lokken. Gierzwaluwen op hun nest reageren met luid gegier op langsvliegende en eveneens gierende soortgenoten. Dus kunstmatig gegier vanuit een kunstnest kan voor zoekende gierzwaluwen een aanwijzing zijn dat daar goede nestplaatsen moeten zitten. Bij huiszwaluwen bestaat zo’n directe interactie tussen nestelende en rondvliegende vogels niet. Maar natuurlijk is er rond een huiszwaluwkolonie wel het nodige gekwetter dat passerende zwaluwen zullen herkennen en kan aantrekken. Het feit dat veel vogels worden aangetrokken door het afgespeelde geroep van soortgenoten wordt ook door vogelringers dankbaar gebruikt om meer vogels in hun netten te krijgen. Dus ligt het voor de hand om lokgeluid in te zetten om onze tillen onder de aandacht van de zwaluwen te brengen. De til in Leende waarbij lokgeluid werd gebruikt werd meteen door de huiszwaluwen gevonden en in gebruik genomen. Maar ook bij zeven andere tillen, alle met nestelende huiszwaluwen in de buurt, werd dit jaar lokgeluid toegepast, echter nog zonder succes. Bij de til in Molenschot was lokgeluid al vorig jaar, in 2010, als eerste toegepast. In de meeste gevallen werd wel gezien dat de huiszwaluwen reageerden op het geluid en rond de til vlogen. Een uitvoerig onderzoek naar het nestplaatsaanbod voor huiszwaluwen in Belgisch Limburg besteedt ook aandacht aan het gebruik van lokgeluid bij kunstnesten (in Vlaanderen staan nauwelijks tillen, 2
maar wordt het aanbrengen van kunstnesten wél gestimuleerd) (1). Behalve praktische aanwijzingen voor de toepassing van lokgeluid worden er ook suggesties gedaan wanneer dit het beste kan worden ingezet. Lokgeluiden bij kunstnesten die verder van bestaande kolonies afliggen zouden de meeste kans maken in de zomer (juli tot half september) wanneer groepen jonge vogels rondzwerven en daarbij verder weg gelegen nieuwe nestplaatsen kunnen ontdekken om volgend jaar te broeden. Zwaluwen die in april en begin mei aankomen weten kennelijk al precies waar ze heen willen om te broeden en de nestplaatskeuze is dan moeilijk meer te beïnvloeden. Maar zoals de til in Leende laat zien, kan lokgeluid mogelijk toch ook aan het begin van het seizoen de zwaluwen nog naar een nieuwe nestplaats lokken. Vooruitzichten We mogen verwachten dat het aantal bezette huiszwaluwtillen in Nederland geleidelijk zal toenemen. Maar vooral de tillen die verder weg liggen van bestaande kolonies zullen tijd en geluk nodig hebben om ontdekt te worden door de zwaluwen. Het is niet bekend hoe lang het duurt voordat huiszwaluwen een nieuwe nestplaats koloniseren. Misschien dat hier en daar nog wat verbeterd kan worden aan de bestaande tillen (zie de ‘voorwaarden’ op blz. 5). Het inzetten van lokgeluid kan helpen om de zwaluwen aan te trekken, waarbij de invloed op de nestplaatskeuze wel eens efficiënter zou kunnen zijn in de nazomer dan in het voorjaar. Hoewel geluid wel de aandacht van huiszwaluwen lijkt te trekken spelen andere factoren blijkbaar toch een doorslaggevende rol bij de keuze om zich te vestigen. Als huiszwaluwen op den duur de til in hun ‘zoekbeeld’ naar geschikte nestplaatsen zouden krijgen dan kan het plaatsen van tillen mogelijk ook verder weg van bestaande kolonies gaan werken. Maar zelfs dan zal het percentage bezette tillen waarschijnlijk toch beperkt blijven. In Duitsland, het moederland van het Schwalbenhaus, staan er inmiddels meer dan 300 (2). Hoeveel er daarvan gebruikt worden is niet duidelijk. In een lijst van 81 tussen 2002 en 2009 geplaatste tillen worden er 16 als bezet aangeduid (3). Laten we om te beginnen hopen dat we deze 20% bezetting binnen niet al te lange tijd ook voor de Nederlandse tillen gaan halen. Door jaarlijks de broedresultaten van alle Nederlandse tillen te blijven verzamelen zullen we dit te weten komen en tegelijk meer inzicht krijgen in de factoren die het succes van de tillen beïnvloeden. Verwijzingen (1) Herremans M. 2006. Duurzame verbetering van de kwaliteit van het nestplaatsaanbod voor de huiszwaluw in Limburg. Eindverslag Bijzonder Leefmilieuproject Provincie Limburg 20042006. Rapport Natuurpunt Studie 2006/2, Mechelen (te downloaden van http://www.natuurpunt.be) (2) http://de.wikipedia.org/wiki/Schwalbenhaus (3) http://www.schwalbenschutz.de/Schwalbenhauser/Standorte_AGROFOR/standorte_agrofor .html Verantwoording en dankwoord Dit verslag is een voortzetting van de inventarisatie van de Nederlandse zwaluwtillen zoals die sinds begin 2011 wordt uitgevoerd door Wilfried de Jong en Will van Berkel in samenwerking met Saskia Cordes (Vogelbescherming Nederland). De gegevens over het broedseizoen 2011 zijn verkregen dank zij de medewerking van de door ons benaderde contactpersonen van de Nederlandse zwaluwtillen. De bij dit verslag gevoegde zwaluwtillenpresentatie is samengesteld door Will van Berkel (
[email protected]) en de ‘voorwaarden’ (blz. 5) zijn opgesteld door Jip Louwe Kooijmans (Vogelbescherming Nederland). Vragen en opmerkingen over dit verslag kunnen gericht worden aan Wilfried de Jong (
[email protected]). 3
Overzicht Huiszwaluwtillen in Nederland Broedseizoen 2009 2010 2011
Broedseizoen 2009 2010 2011
Groningen
Utrecht
Groningen Midwolda Bedum Uithuizen
1
4 1 1 1
Soest Baarn Harmelen Benschop
Friesland Hindeloopen Balk Joure Hallum Sondel Sneek Leeuwarden Surhuisterveen Harkema Opeinde
1 1 1 1
1
1 1
1 1
1 1 1
1
1
1
1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
12
35
65
Noord-Holland 3 1 1
4 2 1 1 1
5 2 1 1 1 2 1 1 1
Huizen Heerhugowaard Zuid-Holland Rotterdam Zoetermeer Molenaarsgraaf Zeeland Terneuzen Noord-Brabant
Drenthe Assen Meppel Hoogeveen Uffelte Havelte Diever
3 3 1
Oudenbosch Aarle-Rixtel Keldonk Drunen Elsendorp Molenschot Drimmelen Lierop Zijtaart Eindhoven Leende
4* 3 1 2 1 1
Overijssel Hardenberg Wijhe IJsselmuiden
1 1 1
Flevoland Biddinghuizen Dronten Swifterbant Ketelhaven Almere
1 1
Totaal 1, 1
1, 1 2 1
2 2 1 1 1
* inclusief faunaflat Assen 1 bewoonde til
Voor het broedseizoen 2012 zijn voor zover ons bekend inmiddels tillen geplaatst of gepland in: Belfeld (eerste in Limburg), Sneek (derde in Sneek), Soest (tweede in Soest), Otterlo (eerste in Gelderland), IJhorst-Staphorst, Huizen (tweede en derde in Huizen), Krimpenerwaard (vijf tillen), Moergestel (huis/gierzwaluwtoren), Venlo (Floriade, tijdelijk), Son en Breugel, Helmond. (november 2011) 4
Voorwaarden voor plaatsing van een huiszwaluwtil
Een huiszwaluwtil biedt nestgelegenheid voor huiszwaluwen, zoals een nestkast. In het Duits en in het Nederlands is verschillende informatie beschikbaar over huiszwaluwtillen. De bronnen spreken elkaar soms tegen. Hieronder zijn 9 punten waar een huiszwaluwtil aan moet voldoen op een rijtje gezet. Bestaande tillen kunnen op deze punten worden gecheckt om te kijken of constructie en locatie goed zijn.
De locatie van de huiszwaluwtil: 1. De til moet op een logische plek worden geplaatst. De til moet bv. niet worden geplaatst in een volgebouwde wijk waar geen voedsel en nestmateriaal te vinden is. 2. Modder voor nestmateriaal moet bij voorkeur binnen 200 (max. 500) meter afstand aanwezig zijn, de modder moet nat zijn of nat worden gehouden aan het begin van het broedseizoen als de zwaluwen de nesten bouwen. 3. De huiszwaluw zoekt voedsel tot 450 meter rond de kolonie, vaak boven water of in de windluwte van grote gebouwen of een bomenrij. 4. De huiszwaluwtil moet goed vrijstaan om zo voldoende aanvliegmogelijkheden rondom te til te hebben. Dus niet te dicht op bomen of gebouwen. Geen obstakels, zoals bomen, vlaggenmasten en gebouwen in een straal van 6 meter rond de huiszwaluwtil. 5. Huiszwaluwen vestigen zich doorgaans binnen 350 meter (max. 11 km) van de geboortekolonie. Plaats de huiszwaluwtil bij voorkeur in de directe omgeving van een bestaande kolonie of van beschadigde nesten. De constructie van de huiszwaluwtil 1. De huiszwaluw houdt van hoogte. Zorg dat de til op minimaal 4,2 meter, maar bij voorkeur op 5 à 6 meter hoogte komt te staan. 2. De kap van de til moet voldoende groot zijn, minimaal 2,2 x 2,2 meter. 3. De overstek is bij voorkeur wit gekleurd, geïsoleerd tegen zomerse oververhitting. 4. Kunstnesten (hele en halve) trekken huiszwaluwen aan. Soms worden ze gebruikt om in te broeden, vaak maakt de huiszwaluw er zelf nesten naast. Zorg dat de til niet volledig is bezet met kunstnesten.
Jip Louwe Kooijmans Vogelbescherming Nederland
5