De maatschappelijke impact van VitaValley in 2014
1. Inleiding
1.1 Impact VitaValley is een netwerkorganisatie in de zorg die zich richt op het verhogen van de kwaliteit van leven van burgers door het implementeren van zorginnovaties. VitaValley wil haar missie realiseren door zich vanuit een onafhankelijke positie te focussen op innovaties met een grote maatschappelijke impact. Voor het bereiken van optimale impact is het essentieel de missie te vertalen in een strategisch concept dat sturend is voor het selecteren en organiseren van alle acitviteiten van de organisatie, c.q. het netwerk. Het strategisch concept dat de aanpak van VitaValley kenmerkt 1, bestaat uit het: 1. ontwikkelen van een strategische innovatieagenda 2. ontwikkelen van een nationaal netwerk 3. opzetten van activiteiten, projecten en coalities Deze 3 elementen in het strategisch concept zijn bepalend voor de effectiviteit van VitaValley. In deze rapportage baseren we onze analyse van de maatschappelijke impact van onze activiteiten daarom op deze elementen. 1.2 Eerdere rapportages Om de maatschappelijke impact te bepalen, heeft VitaValley in de periode 2010-2011 een eerste Social Return On Investment (SROI)-analyse gemaakt. Uit deze analyse bleek dat het totaal van projecten en activiteiten zo divers is dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om een betrouwbare SROI van het geheel te maken. De conclusie was dat voor enkele projecten / activiteiten een kwantitatieve SROI en voor andere projecten / activiteiten alleen een kwalitatieve analyse mogelijk is. In 2012 hebben we een kwantitatieve SROI analyse gemaakt van het project Mantelzorg en een kwalitatieve analyse van het programma Frailty. Tevens zijn enkele betrokkenen van buiten geïnterviewd om de specifieke rol van VitaValley nader te duiden. In 2013 kozen we ervoor om voor twee projecten een kwantitatieve analyse te geven: het Preventieconsult en Quli. Tevens hebben we enkele betrokkenen van buiten geïnterviewd. Daarnaast zetten we de kwalitatieve analyse van het programma Frailty voort en presenteerden we een kwalitatieve analyse van het project ‘E-health in richtlijnen’
1
Zie publicatie Owls project: www.vitavalley.nl/publicaties: Breakthrough. From innovation to impact Pagina 2 van 18
In deze rapportage over 2014 maken we een kwalitatieve SROI-analyse voor de VitaValleyinnovatieagenda en voor het VitaValleynetwerk. In deze rapportage geven we een korte actualisatie voor het Preventieconsult. De kwantitatieve analyses hebben dit keer betrekking op de Coöperatie Lééf, de Coöperatie Zelfzorg Ondersteund en het Sprint-project. Ten slotte rapporteren we over een gebruikersonderzoek dat we instelden voor de coalitie Vitaal Thuis. Met deze aanpak, gebaseerd op de elementen ons strategisch concept, kunnen we toch een meer integraal beeld schetsen van de maatschappelijke impact van VitaValley.
Pagina 3 van 18
2. De VitaValley Innovatieagenda Eind 2014 bestond VitaValley 10 jaar. In de eerste jaren van haar bestaan ondernam de VitaValley-organisatie activiteiten met haar partners hoofdzakelijk in bilateraal verband. Die activiteiten waren veelal gericht op het ontwikkelen en implementeren van een specifieke zorginnovatie in het primaire proces van de desbetreffende organisatie. Hoe waardevol die inzet ook was, bij een dergelijke aanpak werd niet of slechts indirect gebruik gemaakt van de meerwaarde van het netwerk. Die meerwaarde is er in potentie in gelegen dat de eigenschappen, kennis en kunde van de overige partners worden benut om een geslaagde en duurzame implementatie van zorginnovaties te verkrijgen. Waardetoevoeging kan bestaan uit diverse elementen, zoals het gezamenlijk ontwikkelen van een visie, het leren van elkaars ervaringen, het vergroten van de opschalingsmogelijkheden, het versterken van het financiële draagvlak, het delen en daarmee per participerende organisatie verkleinen van investeringsbudgetten, het genereren van onderhandelings- of inkoopmacht en het vergroten van draagvlak en legitimatie. VitaValley kwam medio 2013 tot de slotsom dat er behoefte was aan meer focus in de werkzaamheden. Randvoorwaardelijk voor het bundelen van krachten was het gezamenlijk met onze partners opstellen van een proactieve innovatieagenda. Deze agenda bestaat uit de kernthema’s waar het VitaValley-netwerk zich op wil richten.
Pagina 4 van 18
Per thema bezien we in overleg met de partners welke innovatieve werkzaamheden we willen ondernemen en welke organisatievorm we daarvoor kunnen ontwikkelen: het programmatisch werken in een coalitie van partijen, het gezamenlijk opzetten van een project of het (nog steeds) verrichten van specifieke activiteiten.
Strategische innovatieagenda
Vitaliteit
Zelfstandigheid
Proces & Beleving
Ethiek & Randvoorwaarden
VitaValley innovatieagenda
1
De agenda is inhoudelijk en semantisch afgestemd met de Mayo Clinic en de Noaber Foundation en gedrieën hanteren we voor de thema’s dezelfde terminologie. Dit stelt genoemde organisaties in staat vanuit eenzelfde begrippenkader te communiceren. Per thema kan zo inzichtelijk worden gemaakt welke werkzaamheden onze gemeenschappelijke agenda constitueren en waarmee we komen tot een gelijk gerichte inzet van partners in het netwerk.
Pagina 5 van 18
Hieronder als voorbeeld een grafische weergave van het thema ‘Zelfstandigheid’, waarbij de grootte van de bollen de relatieve omvang representeert, de nabijheid bij de kern van de werkzaamheden van het netwerk wordt geïllustreerd en tevens is aangegeven in welke fase van de innovatiecyclus de werkzaamheden zich bevinden.
Zelfstandigheid Project Leef!
Coalitie Doorbraak PGD
Coalitie Transitie Dienstverlening Noord NL
VitaValley Project Zelfmanagement chronische nierziekten
Project Dementie portaal
Initiëren Ontwikkelen Implementeren Opschalen
Coalitie Vitaal Thuis
Project Online ondersteuning nierpatiënten
Project WeHelpen
Coalitie Digitale infrastructuur zorg & welzijn A’dam N.
Project Zelfzorg ondersteund
Project Opschaling PAZIO
Project Quli
10
Impact In het jaar 2014 hebben we met de agenda als basis diverse coalities en projecten gestart. Evenzogoed heeft de agenda ertoe bijgedragen dat we op zich interessante onderwerpen en mogelijkheden aan ons voorbij hebben laten gaan, omdat we ze geen logische plek konden geven en ze daarmee buiten onze scope vallen. Zodoende is er duidelijk meer focus in ons werk ontstaan. Een focus die ook dienstbaar is aan onze communicatie-uitingen, zoals onze website, het jaarverslag en het meerjaren-beleidsplan. Bij het ontwikkelen van de innovatieagenda hebben we als VitaValley-bureau een conceptversie ontworpen die we als basis voor de discussie met de partners hebben ingebracht. Deze voorzet is door de partners met enthousiasme ontvangen, zowel als strategisch fenomeen (proactief en meer gemeenschappelijke focus) als inhoudelijk. We constateerden daarbij tegelijkertijd dat vanuit het netwerk weinig nieuwe onderwerpen aan de agenda werden toegevoegd.
Pagina 6 van 18
In de loop van 2014 is besloten de agenda ook bepalend te laten zijn voor de opzet van de partnerbijeenkomsten, zodat ook hier meer focus en voorspelbaarheid ontstaat. Bovendien is het voornemen geuit per thema één of meer partners de rol van regievoerder en initiator te doen vervullen. Daarmee wordt de agenda nog meer het gemeenschappelijk eigendom van de deelnemers in het netwerk. Het delen van de innovatieagenda met het ministerie van VWS heeft er aan bijgedragen dat VitaValley is uitgenodigd mee te denken over het beleid van het departement ten aanzien van ICT in de langdurige zorg, zoals dat in de zomer van 2014 aan de Tweede Kamer is gecommuniceerd. VitaValley-partners hebben actief bijgedragen aan de inhoudelijke input die daarbij is geleverd.
Pagina 7 van 18
3. Het VitaValley-netwerk
3.1. Welke organisaties Eind 2014 maakten 51 organisaties deel uit van het partnernetwerk van VitaValley. In onderstaande figuur zijn de partners (exclusief de samenwerkingspartijen 2) gerubriceerd.
Het netwerk bestaat voor ongeveer de helft uit zorgaanbieders, over het hele spectrum van de gezondheidszorg (care, cure, GGZ, revalidatie). De andere leden zijn kennisinstituten, branche- of patiëntenorganisaties, ICT-bedrijven, farmaceuten en een organisatie voor maatschappelijk werk. Tot en met 2014 maakten we een onderscheid in strategische, netwerk-, maatschappelijke, start upen maatschappelijke partners. Afhankelijk van het type partnerschap varieerde de financiële bijdrage van respectievelijk maximaal 30K en 15K tot nihil. Vanaf begin 2014 hebben we daarbij de hoogte van de bijdrage mede afhankelijk gemaakt van de grootte (in termen van omzet) van de organisatie. 60% van de bijdrage is bestemd voor het ontwikkelen en onderhouden van het VitaValley-netwerk, 40% wordt ingezet op coalities, projecten en activiteiten.
2
Samenwerkingspartners zijn: Amsterdam Economic Board, ECP, Hart in actie, Oude Gracht Groep, Slimmer Leven 2020, VOKA-health community (BE), ZIB-Vilans. Pagina 8 van 18
In 2014 verwelkomden we 10 nieuwe partners en namen we van 9 partners afscheid. Weliswaar groeide daarmee per saldo het netwerk, maar was er sprake van een relatieve sterkere krimp dan we in eerdere jaren hebben gezien. 3.2 Samenwerking VitaValley wil een levende en dynamische netwerkorganisatie zijn. We werken samen met (o.a.) de partnerorganisaties in wisselende samenstelling in concrete coalities en projecten (zie hieronder). Iedere partner heeft vanuit zowel het VitaValley-bureau als Vital Innovators een accounthouder, die op regelmatige basis bilateraal contact onderhouden en tussentijds de voortgang van werkzaamheden monitoren. In 2014 hebben we 6 bijeenkomsten georganiseerd waarvoor alle partners zijn uitgenodigd. Tabel. Partnerbijeenkomsten 2014 Datum 18 mrt 31 mrt – 1 apr 16 jun 30 sep 15 dec
Aantal partners 27 13 21 18 19
Aantal deelnemers 47 51 35 32 45
Eén van die events bestond uit een studiereis naar Twente, waar we te gast waren bij onze partner de Carintreggeland en bij de gemeente Twente. Tijdens dit partner event was de staatssecretaris van VWS, Martin van Rijn onze gast en bediscussieerden we met hem het innovatiebeleid in de zorg. Daarbij is ook de innovatieagenda van VitaValley besproken. Deze discussie was voor VWS mede aanleiding ons uit te nodigen mee te denken bij het concipiëren van de e-health brief van de minister en staatssecretaris aan de Tweede Kamer. Eind 2014 vierden we gezamenlijk ons 10-jarig bestaan in het Boerhave Museum te Leiden. 3.3 Impact Om voldoende meerwaarde uit het partnernetwerk te halen, is een gebalanceerde samenstelling van belang. We zijn daarin redelijk geslaagd: ongeveer de helft van de partners is zorgaanbieder, waarbij het hele spectrum van de gezondheidszorg in Nederland is vertegenwoordigd (1e en 2e lijn cure, GGZ, revalidatie en langdurige zorg). De andere helft van het netwerk bestaat uit een mengeling van kennis- en opleidingsinstituten, patiëntenorganisaties, brancheverenigingen, ITbedrijven en farmaceutische bedrijven. Bijzonder is de relatie met de Mayo Clinic (VS), waarmee we samen met de Noaber Foundation, Universiteit Groningen en het UMCG een strategische alliantie hebben op het gebied van gezond ouder worden. VitaValley is het enige zorginnovatie netwerk in Nederland met een nationale oriëntatie. Vanuit het besef dat de implementatie van innovatie altijd lokaal of regionaal ontstaat, werken we waar mogelijk samen met regionale netwerken (zie voetnoot 2). Pagina 9 van 18
Ondanks de groei van het netwerk besloten we, gelet op de relatieve toename van vertrekkende partners, voortaan in elk geval een exit interview af te nemen, om daarmee inzicht te verkrijgen in de motieven voor vertrek. In 2014 varieerden de argumenten van: wisselingen in de top en de bijbehorende betrokkenheid, bezuinigingsmotieven tot onvoldoende ervaren meerwaarde in de samenwerking. Vooral het laatste argument heeft onze aandacht, waarbij we overigens constateren dat niet iedere partner ook vanuit de eigen organisatie actieve inbreng in het samenspel levert. Voor wat betreft de samenstelling van het netwerk is een uitbreiding naar het sociale domein gewenst. Vanwege de transitie van delen van de langdurige zorg naar gemeenten en toenemende aandacht voor integrale wijkgerichte dienstverlening (vitaliteit, welzijn, werken, wonen) zijn we gestart met het verwerven van relevante partners. Kwadraad, als organisatie voor maatschappelijk werk in de regio Zuid-Holland, is de eerste toetreder vanuit dat domein. Het acquireren van gemeenten is ondanks de nodige inspanningen nog niet gelukt. De Noaber Foundation is oprichter van de Stichting VitaValley en was in 2014 de enige organisatie die een meer substantiële sponsorbijdrage leverde aan ons netwerk. Hoewel het aantal betalende partners gestaag toeneemt, is het voor de slagkracht van VitaValley van belang nieuwe sponsoren te betrekken. In 2014 hebben we ons daartoe ingespannen. We hebben een lijst van potentiële sponsoren opgesteld en gemonitord, nagedacht over de personen (bestuurders en leden van de Raad van Toezicht) en strategie waarmee we ze hebben benaderd. Helaas zonder het gewenste resultaat.
Pagina 10 van 18
4. Activiteiten, projecten en coalities De SROI die we in 2013 voor het Preventieconsult maakten heeft ook in 2014 impact gehad. In 2014 maakten we voor 3 projecten op onze agenda een SROI en voerden we binnen de coalitie Vitaal Thuis een gebruikersonderzoek uit.
4.1 Gezondheidscheck Het Preventieconsult is door de betrokken partijen doorontwikkeld en in 2014 in het kader van een pledge aangeboden aan het ministerie van VWS. Daarbij is de benaming veranderd in De Persoonlijke Gezondheidscheck. Bij de publieke lancering van het nieuwe initiatief 3, ontstond veel belangstelling bij gemeenten, zorgverzekeraars en bedrijven. Verandering in insteek is dat de betrokken partijen nu volledig inzetten op de 0-de lijn, oftewel het rechtstreeks benaderen van de burger. Ook het initiatief met de Gezondbon (die werkgevers, zorgverzekeraars en gemeenten kunnen aanschaffen) is hierbij een innovatieve manier om deze partijen toch aan het initiatief te verbinden. Er zijn al verschillende werkgevers, zoals ING, die hiermee nu aan de slag gaan. Het NIPED zorgt voor marketing & sales en hiermee is het eigenaarschap ook helderder geworden. Uiteindelijk past dit heel goed bij het advies dat VitaValley destijds naar aanleiding van de SROIanalyse heeft gegeven. 4.2 De Coöperatie Zelfzorg Ondersteund! VitaValley was mede-oprichter van de in 2012 ontstane Coöperatie WeHelpen. De coöperatie is opgericht voor het beheer en de doorontwikkeling van WeHelpen.nl. Dat is een digitaal platform voor de organisatie en ondersteuning van vrijwilligershulp en mantelzorg. Significant is de toetreding van de 4 grote zorgverzekeraars tot deze coöperatie. Naast een groeiend aantal andere leden (RaboBank, PGGM, gemeenten, zorgaanbieders, andere maatschappelijke dienstverleners) maken de verzekeraars in non-concurrentieel verband deel uit van de coöperatie. Daarmee maken zij het mede mogelijk dat deze infrastructuur voor informele dienstverlening in Nederland kan worden geïmplementeerd en opgeschaald. VitaValley heeft daaropvolgend het initiatief genomen om te bezien of en in hoeverre de zorgverzekeraars ook op andere terreinen op deze non-concurrentiële wijze initiatieven zouden willen ondersteunen. Eén van die terreinen betreft de infrastructuur voor het bevorderen van zelfmanagement bij burgers. De discussie die (mede) hierdoor is ontstaan, heeft erin geresulteerd dat de 4 grote zorgverzekeraars over zijn gegaan tot de oprichting van de Coöperatie Zelfzorg Ondersteund! De coöperatie bestaat uit zorgverzekeraars, zorgaanbieders en patiënten. Zij bundelen hun krachten om zelfzorg op grote schaal mogelijk te maken voor mensen met een chronische aandoening. Dit moet leiden tot een betere kwaliteit van leven voor mensen met een chronische aandoening, een vermindering van de ziektelast en daarmee een grotere doelmatigheid in de zorg. De inspanningen
3
Zie: http://nos.nl/artikel/2021034-antwoord-huisartsen-op-wildgroei-gezondheidschecks.html Pagina 11 van 18
van ZO! richten zich in eerste instantie op de implementatie van zelfzorg bij patiënten met diabetes type 2. ZO! bevordert zelfzorg door o.a. zelfzorg als onderdeel van de reguliere inkoop op te nemen, de juiste partijen rond de tafel te brengen en opgedane kennis te ontsluiten. De ambitie van ZO! is dat binnen 3 jaar tenminste 25% van de patiënten met diabetes type 2 zelfzorg toepast als onderdeel van zijn/haar zorgproces en dat dit binnen 5 jaar verder is verbreed naar 25% van alle chronisch zieken. In opdracht van de coöperatie heeft Vital Innovators, met inbreng van VitaValley de maatschappelijke businesscase voor de inzet van ZO! voor diabetespatiënten bepaald. Daarbij zijn de concepten en aannames in nauwe samenwerking en sterk interactief met de leden van de coöperatie bepaald. Voor de SROI is uitgegaan van een conceptuele inrichting van een vorm van zelfzorgarrangement binnen een gemiddelde huisartsenpraktijk. De uitkomsten van de SROIanalyse zijn in de onderstaande figuur samengevat. Hierbij zijn de maatschappelijke inbreng en opbrengsten in gemiddelde waarde per stakeholder weergegeven (per patiënt uit de doelgroep, per jaar, gemiddeld over 5 jaar).
De gemiddelde SROI-ratio is positief en bedraagt 2,3 over de gehele periode van 5 jaar. De maatschappelijke businesscase voor ondersteunde zelfzorg voor alleen diabetes is daarmee relatief kwetsbaar: de maatschappelijke investeringen zijn relatief hoog in vergelijking met de maatschappelijke opbrengsten. In het eerste jaar is de maatschappelijke impact bovendien negatief.
Pagina 12 van 18
Vooral in de huisartsenpraktijk zijn investeringen nodig, die nog niet direct (maatschappelijk) renderen. Dit komt vooral door de geleidelijke toename van het aantal patiënten dat aan ondersteunde zelfzorg doet. Vanaf jaar 2 wordt de maatschappelijke businesscase positief. Indien de schaal van implementatie wordt vergroot en dus de indicatiegebieden worden uitgebreid, is een hoger maatschappelijk rendement mogelijk en wordt de maatschappelijke business case steviger. Zeer relevant is, dat met deze analyse bij partijen, waaronder de zorgverzekeraars, het inzicht ontstaan is dat er een investeringsimpuls nodig is om deze vorm van zelfzorgarrangementen succesvol geïmplementeerd te krijgen. Uit de analyse komt naar voren dat waar zorgverzekeraars baat hebben bij de inzet van zelfzorgarrangement, de huisarts juist verlies leidt. Hij moet namelijk investeren, zonder dat daar revenuen tegenover staan. Dit heeft geleid tot het inzicht dat zelfzorg niet van de grond komt als hierin geen verander wordt aangebracht. De zorgverzekeraars hebben inmiddels besloten daarvoor aanvullende middelen beschikbaar te stellen. 4.3 De Coöperatie Lééf VitaValley is in 2013 toegetreden tot de coöperatie Lééf. Lééf is een initiatief met een nieuwe benadering in de langdurige zorg, gebaseerd op de overtuiging dat de kwaliteit van leven mede wordt bepaald door de mate waarin mensen de regie over hun eigen leven blijven voeren, of iets betekenen voor een ander en de bijdrage die ze leveren aan de maatschappij. Lééf heeft als ambitie om: • • •
Mensen ook als ze kwetsbaar worden in hun waarde te laten door ze (te allen tijde) deel te laten uitmaken van de maatschappij / samenleving. De nadruk te leggen op de talenten en mogelijkheden van mensen in plaats van op hun beperkingen en (zorg) behoeften. Mensen de regie te laten behouden over hun eigen leven, ook als ze kwetsbaar worden en meer behoefte hebben aan ondersteuning.
De coöperatie wil dit realiseren door het faciliteren en stimuleren van hulpmiddelen die het sociale netwerk in de wijk versterken en daarmee de informele dienstverlening ondersteunen. Deze hulpmiddelen zijn zowel digitaal (bijvoorbeeld WeHelpen, Zorgvoorelkaar) als fysiek (in, en vanuit het Lééfhuis). Daarnaast door het organiseren van een vangnet van professionele dienst- en zorgverleners om vragen op te vangen die niet via informele dienstverlening kunnen worden ingevuld. Als sluitstuk gaat het om het inrichten van een Lééfhuis waar wijkbewoners in hun eigen omgeving en ondersteund door hun eigen netwerk tijdelijk of permanent kunnen wonen als dat thuis niet meer gaat. Het Lééfhuis wordt gerund door een lokale ondernemer, de Leefregisseur, die geworteld is in de gemeenschap. Te verwachten maatschappelijke effecten zijn: minder eenzaamheid, meer zingeving, langer thuis kunnen blijven wonen, minder belasting voor mantelzorgers. Dit moet ook resulteren in besparing op de WMO/PGB en AWBZ en in een rendabele sociale onderneming voor de lokale ondernemer in de rol van Leefregisseur. Pagina 13 van 18
Het gedachtegoed van dit initiatief sluit naadloos aan bij de visie van VitaValley op de gezondheidszorg voor mensen met een beperking. In het eerste lidmaatschapjaar heft VitaValley als in kind bijdrage aan de coöperatie een SROI-analyse bekostigd, die is uitgevoerd door Vital Innovators, met inhoudelijke betrokkenheid van VitaValley. Uit de analyse blijkt dat de formule in het eerste jaar van implementatie een negatief rendement laat zien. Na 5 jaar is de SROI-ratio 2,3. Tevens blijkt uit de analyse dat de gemeente in verhouding veel moet investeren en minder rendement verkrijgt dan de zorgverzekeraar. Dit betekent dat partijen op lokaal niveau met elkaar de investeringen en opbrengsten zouden moeten afstemmen. De analyse heeft de coöperatie een goed instrument in handen gegeven om bij haar inspanningen om op lokaal niveau het Lééf-concept op te starten, met de relevante partners het gesprek te voeren over de maatschappelijke businesscase.
4.4 SPRINT Sprint staat voor Smart Prevention, Rehabilitation and Intervention Technologies at home for improved mobility. Het is een onderzoekscentrum dat zich in samenwerking met de Universiteiten Groningen en Twente richt op het bevorderen van mobiliteit van ouderen. Eén van de projecten van SRINT betreft Exergaming voor ouderen gericht op balanstraining. Het project ontwikkelt een trainingsapparaat inclusief elementen van serious gaming en een systeem voor telemonitoring. Pagina 14 van 18
Veel valincidenten bij ouderen hangen samen met een verminderde balans. Het ontwikkelen van een instrument om de balans te trainen is daarom voor ouderen van groot belang. Door sensortechniek te koppelen aan spelcomputers, is er een nieuwe ontwikkeling ontstaan die het mogelijk maakt te oefenen in een virtuele omgeving met gaming (exergaming). Op deze manier wordt lichamelijke activiteit gecombineerd met het spelen op een spelcomputer. Eerder heeft VitaValley hierover onderzoek gedaan binnen de coalitie ´Applied Gaming´. Belangrijkste constateringen hiervan zijn dat er een groot potentieel ligt om ouderen met behulp van games aan het bewegen te krijgen, maar dat er op dit moment helaas onvoldoende geschikte games beschikbaar zijn. SPRINT heeft een beweeggame ontwikkeld dat kan worden ingezet voor 2 doelgroepen: •
•
Kwetsbare ouderen, hier wordt de bewegingsgame ingezet in de thuissituatie ten behoeve van valpreventie. Door het trainen van de spierkracht en balans met de game zal de mobiliteit verbeteren en het aantal valincidenten met een heupfractuur als gevolg teruglopen. Revaliderende ouderen, hierbij gebruikt een oudere de game bij de revalidatie na een orthopedische ingreep binnen een revalidatie instelling. Dit trainen van fysieke functies is een actieve stimulans aan de revalidatie en zal de duur in de revalidatie instelling verkorten.
Aan VitaValley en Vital Innovators is gevraagd voor verschillende doelgroepen de SROI te berekenen. Dit levert de volgende ratio op:
Pagina 15 van 18
De analyse laat een SROI-ratio van 2,8 zien na een periode van 5 jaar. Cruciale inputfactor in deze casus is de licentieprijs en hieraan gerelateerd het aantal gebruikers. De maandelijkse kosten voor de bewegingsgame zijn de grootste inputfactor. De SROI heeft zichtbaar gemaakt dat de grootste baten tot uiting komen in een reductie van zorgkosten en maatschappelijke lasten. Deze zijn te vinden bij respectievelijk de zorgverzekeraar en de gemeente. Dit verschil in de verdeling tussen de opbrengsten en investeringen maakt dat de opschaling van de bewegingsgame niet uit zichzelf zal plaatsvinden. De SROI-ratio voor de situatie van de revalideren oudere was met 3,7 hoger dan de SROI-ratio voor kwetsbare ouderen. Oorzaken hiervoor liggen in zowel input (binnen één zorginstelling kunnen meerdere ouderen met dezelfde bewegingsgame spelen), als output (een snellere revalidatie leidt tot een verkorte duur in de zorginstelling). Ook hier geldt desondanks de positieve uitkomst van de SROI, en dus toegevoegde waarde van de bewegingsgame, dat de opbrengsten vooral vallen bij de zorgverzekeraar. Dit terwijl de revalidatie instellingen de grootste input leveren. 4.5 Gebruikersonderzoek Vitaal Thuis VitaValley heeft met subsidie van de Stichting Else een gebruikersonderzoek ingesteld voor het project Vitaal Thuis. Doel van het onderzoek is het betrekken van gebruikers bij de ontwikkeling van de Vitaal Thuis proposities en het daadwerkelijk laten beïnvloeden van het ontwerp door gebruikers, teneinde een maximale impact te bewerkstelligen. VitaValley onderzocht in samenwerking met experts van Waag Society en de cliënten en medewerkers van onze partner Evean, de behoeften en wensen van ouderen die langer thuis wonen. Concreet is gezocht naar de rol die technologie kan spelen om de communicatie tussen thuiswonende ouderen, mantelzorgers en thuiszorgmedewerkers te verrijken. Dit leverde inzicht op in de motivaties en wensen van alle betrokkenen bij de inzet van thuiszorgtechnologie. Belangrijke conclusie is dat de behoeften van alle eindgebruikers in grote mate van elkaar kunnen verschillen. De sessies lieten zien dat thuiswonenden, mantelzorgers en professionele zorgverleners elk een ander doel beoogden met onderlinge communicatie, variërend van: gezelligheid (thuiswonenden), geruststelling (mantelzorgers), efficiënte communicatie (thuiszorgmedewerkers). In het algemeen wordt bij de inzet van thuiszorgtechnologie vaak gekeken naar de behoeften van één eindgebruiker, veelal de patiënt, cliënt of dit geval de thuiswonende. Echter, dit blijkt niet voldoende te zijn. Alleen kijken naar de belangen van één eindgebruiker kan een verklaring zijn waarom grootschalige toepassing van thuiszorgtechnologie niet van de grond komt. Door bijvoorbeeld tijdens het keukentafelgesprek, als eerste stap bij het invullen van maatschappelijke ondersteuning, de belangen van alle eindgebruikers te wegen en op basis hiervan een gezamenlijke keuze te maken wordt het afbreukrisico bij de inzet van thuiszorgtechnologie beperkt. Dit onderzoek onderstreept het belang van het betrekken van alle eindgebruikers. Bewustzijn van het maken van gezamenlijke keuzes evenals het faciliteren van deze gezamenlijke keuzes is noodzakelijk.
Pagina 16 van 18
Daarnaast heeft het gebruikersonderzoek geresulteerd in een herbruikbare, nieuwe methodologie. De methodiek ‘users as designers’ (Van Dijk et al. 2011) is toegepast op de setting: ouderen die langer, zelfstandig thuis willen blijven wonen. De uitkomsten van het gebruikersonderzoek gaan o.a. gebruikt worden in de Vitaal Thuis inkoopspecificaties en de keuzegids voor eindgebruikers. Vitaal Thuis streeft naar een keuzegids waarmee een afgewogen, gezamenlijke keuze gemaakt kan worden. Doel hierbij is om te komen tot de juiste keuzes voor de inzet van thuiszorgtechnologie, waarmee mensen langer zelfstandig thuis kunnen wonen, en waarmee een warme, respectvolle relatie tussen cliënt, mantelzorger en zorgverlener wordt ondersteund. De Thuisleefgids is consortiumpartner van Vitaal Thuis en zal worden geadviseerd om in de referenties een onderscheid te maken naar verschillende typen eindgebruikers. Op dit moment is dit niet het geval. 4.6 Overige activiteiten De impact van het VitaValley-netwerk in 2014 komt nog in 2 andere aspecten tot uiting. In de eerste plaats noemen we onze inzet rond het onderwerp ‘zorg rond het levenseinde’. Het desbetreffende project heeft geleid tot de publicatie ‘Over behandelen’, op grond waarvan in verschillende zorgorganisaties de discussie kon worden gevoerd over de ethiek van medisch handelen bij (zeer) kwetsbare ouderen. VitaValley heeft in het verlengde hiervan ook input geleverd voor een motie die in de Tweede Kamer is aangenomen, waarin wordt voorgesteld om bij het beschikbaar stellen van een budget voor verbetering van de palliatieve zorg dat niet alleen te allokeren voor onderzoek, maar ook voor implementatie van innovatieve toepassingen. In de tweede plaats heeft de groeiende bekendheid van het VitaValley-netwerk en de samenwerking met het ECP ertoe geleid dat bestuurder Dik Hermans door de minister van EZ en de staatssecretaris van VWS is benoemd tot aanjager van het doorbraakprogramma Zorg Ontzorgd met ICT. Daarmee heeft VitaValley een prominent podium verworven op het vlak van ICT en zorginnovatie, gericht op het langer zelfstandig functioneren van kwetsbare ouderen. Samen met het ECP is een platform opgericht waarin overheid (VWS, EZ), zorgaanbieders en ICT-leveranciers zich inzetten om de toepassing van ICT in het primaire proces van de zorg een krachtige impuls te geven. De eHealth-brief van de minister van VWS is daarbij richting gevend.
Pagina 17 van 18
5 Conclusie VitaValley heeft in 2014 nadrukkelijk aandacht besteed aan de duiding en doorontwikkeling van haar visie op zorginnovatie en de pijlers waarop het strategisch concept van de organisatie bestaat. Vanuit onze onafhankelijke positie – geen ander belang dan het bereiken van maatschappelijke impact – hebben we gewerkt aan het verder uitbouwen en uitbalanceren van het partnernetwerk. Immers: samenwerking is een must om te komen tot duurzame innovatie in de zorg. Met de partners hebben we een gezamenlijke innovatieagenda bepaald. Netwerk en agenda zijn vervolgens leidend voor het benoemen van activiteiten, projecten en coalities, waarbij het bereiken van impact altijd voorop staat. Hiermee hebben we een duidelijke impuls gegeven aan de randvoorwaarden voor effectief functioneren. De effectiviteit van ons handelen blijkt vervolgens uit een selectie van activiteiten, projecten en coalities van ons netwerk. Op basis van diverse (SROI-)analyses, een gebruikersonderzoek en enkele waarnemingen, mogen we stellen dat onze inzet in 2014 daadwerkelijk maatschappelijke meerwaarde heeft gegenereerd. In 2015 we zetten we een volgende stap: per element van ons strategisch concept formuleren we een missie en ambitie, om zo de randvoorwaarden voor impact van het VitaValley-netwerk van ijkpunten te voorzien en te kunnen sturen op de verdere verankering voor het realiseren van maatschappelijke impact.
Pagina 18 van 18