Aanbevelingen
Maatschappelijke Impact Van Alfa– en Gammawetenschappen Getuigen van Waarde Woensdag 2 december 2015 Academiegebouw, Universiteit Utrecht Lutherse Kerk
Thema’s Structurele samenwerking Alliantievorming Wederkerigheid
Georganiseerd door
In samenwerking met
Partners
Aanbevelingen Op 2 december vond in Utrecht het congres Maatschappelijke Impact van Alfa– en Gammawetenschappen plaats. Het was een bijeenkomst waar sprekers vanuit wetenschap en maatschappij hun visie op, en getuigenissen van maatschappelijke waarde van sociaal– en geesteswetenschappelijk onderzoek presenteerden. Een eenduidige centrale conclusie of aanbeveling zou het grote aantal perspectieven, de uiteenlopende thema’s en verscheidenheid aan benaderingen en succesverhalen van impact geen recht
doen. Wat volgt is dan ook een bescheiden poging de zeer diverse verschijningsvormingen van maatschappelijke impact van alfa- en gammawetenschappen die tijdens het congres zijn gepresenteerd, als voorbeeld en ter inspiratie voor te leggen. De complexiteit van maatschappelijke vraagstukken vergt een benadering waarbij de sociale en geesteswetenschappen een centrale rol spelen. Marjan Oudeman (voorzitter CvB Universiteit Utrecht) schetste in haar openingswoorden het schrikbeeld van Japan dat de Alfa– en Gammawetenschappen opoffert aan de technische wetenschappen. Het is juist de samenwerking met bètawetenschappen, niet alleen achteraf, maar juist al in vroege stadia van onderzoek, die perspectieven biedt, betoogde José van Dijck (directeur KNAW). Ook Alexander Rinnooy Kan (co-voorzitter Nationale Wetenschapsagenda) benadrukte tijdens zijn inleiding op het slotdebat dat de sociale– en geesteswetenschappen generiek meegenomen moeten worden in een algemene strategie voor de wetenschap. Opgemerkt werd daarbij dat meer dan de helft van de vragen uit de Nationale Wetenschapsagenda betrekking hadden op de alfa– en gammawetenschappen. Om impact te bereiken werd eveneens het belang van samenwerking tussen wetenschap en maatschappij veelvuldig voor het voetlicht gebracht. Daarbij was tijdens het plenaire ochtendprogramma Bernard ter Haar (DG Sociale Zekerheid & Integratie, ministerie van SZW) wellicht het meest expliciet: Om te weten welk beleid werkt is een actieve rol van wetenschap nodig die inspeelt op de eisen van de praktijk. Ook tijdens parallelle programmaonderdelen kwam de noodzaak van een proactieve wetenschap ten behoeve van het bereiken van maatschappelijke impact naar voren. Deze pro-activiteit kan leiden tot structurele, georganiseerde samenwerkingsverbanden tussen wetenschap en maatschappelijke actoren. In het bijzonder kan op het gebied van ondernemerschap ook juist binnen deze disciplines nog een groot verschil gemaakt worden, stelt Frank Zwetsloot van ScienceWorks. Een proactieve houding kan ook bijdragen aan impact door het stellen van vragen die (nog) niet in de maatschappij zelf tot wasdom zijn gekomen.
Aan de andere kant blijkt het zichtbaar maken van de alfa- en gammawetenschappen een discussiepunt. Zowel José van Dijck als Karl Dittrich (voorzitter VSNU) onderstreepten dit in de Aula van het Academiegebouw. Dittrich gaf aan dat in de huidige tijd laten zien van waarde met overtuigende voorbeelden van belang is, en verwees daarbij naar de status quo: dit gebeurt aan de hand van indicatoren, SEP, UFO en prestatieafspraken. In 2016 vindt de rapportage van indicatoren en evaluatie van de prestatieafspraken plaats. Mogelijkheden om de zichtbaarheid van de wetenschap te verbeteren werden ook voorgesteld tijdens het plenaire slotdebat. Yvonne van Rooij (voorzitter NVZ) noemde de mogelijkheid voor topambtenaren om in de vorm van dubbelfuncties betrekkingen te krijgen binnen universiteiten. De zichtbaarheid van de wetenschap in de culturele sector kan eveneens groter worden, aldus Sjarel Ex (Directeur Boijmans Van Beuningen) en Mai Spijkers (eigenaar uitgeverij Prometheus/Bert Bakker. Wim Deetman (voormalig minister van Onderwijs & Wetenschappen) schetste de perspectieven om meer structurele samenwerking met ministeries te realiseren. We hopen dat het congres een bijdrage heeft geleverd aan de beeldvorming van de impact van alfa- en gammawetenschappen. Bovendien hopen we dat op het congres voldoende instrumenten werden aangereikt om in de dagelijkse onderzoekspraktijk de impact van alfa- en gammawetenschappen te vergroten. Hiervoor zijn verhalen nodig vanuit wetenschap en maatschappij. Hieronder treft u een (zeer korte) schets hiervan uit de sessies.
Thematische Programmaonderdelen Financiële Instellingen Duurzame oplossingen voor maatschappelijke problemen vragen om interdisciplinair onderzoek, en dus de bereidheid van wetenschappers interdisciplinair samen te werken. Prof. Bas van Bavel (programmadirecteur Institutions- UU) gaf aan dat commitment tussen wetenschap en maatschappij vereist is voor het bereiken van impact. Nils Kok (CEO GRESB, UHD Finance MU) zette uiteen hoe onderzoek bijdraagt aan benchmarken van duurzaamheidsprestaties van vastgoed, en de rol daarvan voor het beschermen en vergroten van aandeelhouderswaarde. Carel van Eykelenburg (voorzitter RvB Bank Nederlandse Gemeenten) benadrukte dat wetenschappers in het maatschappelijke debat zich niet altijd voldoende in de praktijk verdiept hebben. Erfgoed Erfgoedonderzoek, gevoed door maatschappelijke vraagstukken en in nauwe relatie met de erfgoedpraktijk en beleidswereld, gebeurt vooral vanuit ontwikkelingspercepties, gericht op de toekomst. Esther Jansma (paleo– ecologe, RCE) presenteerde de impact van archeologisch onderzoek op de RCE, waarbij onderzoek een rol speelt voor bijvoorbeeld het instrumentarium van de Rijksdienst en de implementatie van het Verdrag van Malta. Wim Hupperetz (directeur Allard Pierson Museum) presenteerde samen met Tonnie van de Rijdt (voorzitter AWN) de impact door netwerken en structurele samenwerking. ArcheoHotspots zijn een voorbeeld, ontstaan door samenwerking tussen het Allard Pierson Museum, AWN en de Provincie Brabant.
Veiligheid Creëer een “continuity of practice’’ waarin wetenschap en overheid elkaar ontmoeten., was het advies uit deze sessie. Daarnaast was er een pleidooi om de onderzoeksagenda van de overheid transparant te maken en voor evidence-based beleid, met publicaties van het bijbehorende onderzoek. Erwin Bromlewe (Hogeschool Windesheim) en Guido Pronk (jurist Nationale Politie) presenteerden over het onderzoek naar optreden van basispolitiezorg in gevarensituaties en de wijze waarop dit onderzoek bijdraagt aan vergroting van legitimiteit, gezag en geloofwaardigheid van politie. Joke Harte (UHD Criminologie & Strafrecht - VU en onderzoeker NSCR) zette uiteen hoe verspreiding (o.a. via gedrukte media en workshops) van onderzoeksresultaten met betrekking tot geweld in de psychiatrie tot impact leidde. Resultaat hiervan was onder meer attitudeverandering bij professionals, kamervragen, beleidsverandering en lokale samenwerkingsverbanden.
Beleidsondersteuning Er moet een continue organisatie zijn van samenwerking en ontmoeting, zowel formeel als informeel, tussen wetenschap en beleidsmakers en politiek. De kloof die tussen beleid en wetenschap bestaat moet door beleidsmaatregelen omtrent valorisatie worden gedicht. Beleid komt juist tot stand in de samenwerking met partners, en de wetenschap kan daaraan bijdragen als ze voldoende aanwezig is in een oplossingsgericht maatschappelijk debat. Jeugd Aangezien maatschappelijke problemen complex zijn vereisen zij een multidisciplinaire aanpak. Dit vraagt om meer samenwerking (bijvoorbeeld publiek-private samenwerking), waarna toepassing en implementatie plaats kan vinden. Praktijkvoorbeelden kwamen naar voren door bijdragen van Chantal Kemner, programmadirecteur Dynamics of Youth aan de UU, over het KinderKennisCentrum en Rutger Engels (voorzitter Trimbos). De campagnes van Trimbos zijn schoolvoorbeelden van impact van wetenschap!
Duurzame Geesteswetenschappen De Commissie Kwaliteitsindicatoren Geesteswetenschappen streeft ernaar een antwoord te vinden op de vraag hoe SEP en kwaliteitsindicatoren bij kunnen dragen aan een pluriforme wetenschapscultuur van de geesteswetenschappen. De uitkomsten van het project geeft een instrument om de Geesteswetenschappen sterker op de kaart te zetten. Ethiek Geesteswetenschappen moeten ook prospectief te werk gaan, toekomstgericht zijn. Daarbij moet samengewerkt worden met doelgroepen. Er was een betoog voor een niet instrumentele visie op valorisatie, de ethiek moet open staan voor vragen die nog niet zijn gesteld, die nog niet leven in de samenleving.
Smart Cities Lessen voor ‘science-policy interactions’: deze zijn complex, veelzijdig, non-lineair en niet eenmalig. Veranderingen moeten plaatsvinden bij alle partijen (wetenschap, overheden, bedrijven, NGOs). Prof. Peter Driessen (hoogleraar Environmental Governance - UU) en Friedel Filius (senior adviseur kennis, ministerie van IenM) gaven praktische kernpunten voor het genereren van impact en de positieve gevolgen daarvan voor maatschappij én wetenschap. Prof. Liesbet van Zoonen (hoogleraar sociologie - EUR) sprak over hoe de EUR middels de kenniswerkplaats Urban Big Data in samenwerking met andere kennisinstellingen, gemeente en andere private en publieke instellingen big-data aanwendt voor het oplossen van grootstedelijke problematiek.
Cultuur Er moet meer samenwerking zijn, zo moet er meer gedaan worden met scholen en hogescholen. De mensen moeten geëngageerd worden bij onderzoek. Centraal staat de waarde van waarde en de meerwaarde van kunst en cultuur als bron van verbinding, empathie, troost en schoonheid.
Zorg & Gezondheid Ook in deze sessie een pleidooi voor nauw samenwerken met praktijk en interdisciplinariteit. In beoordelingssystemen van de wetenschap moet ook impact belangrijk zijn. Rita Slob (senior medisch-milieukundig adviseur, GGD Rotterdam Rijnmond) en prof. Lex Burdorf (hoogleraar determinanten van Volksgezondheid - EUR) gaven praktische voorbeelden vanuit hun ervaring binnen CEPHIR, kenniswerkplaats van regio Rotterdam– Rijnmond waarbij kennisinstellingen, GGD en gemeente samenwerken om wetenschappelijke kennis in te zetten voor targeted en tailored interventies. Prof. Ien van de Goor (hoogleraar Effectiviteit van Individuele Preventie - TiU) zette uiteen hoe academische werkplaats Tranzo bijdraagt aan de verbinding van wetenschap en praktijk met betrekking tot zorg en welzijn. Het belang van sociale innovatie en co-creatie - innoverend werken aan maatschappelijke problemen middels interactie- werd hierbij onderstreept.
Duurzaamheid & Sociale Geografie Prof. Daan van Soest (hoogleraar Duurzaamheid en directeur Tilburg Sustainability Center - TiU) presenteerde de samenwerking tussen het Sustainability Center en de gemeente, waarbij een interventie in de gemeentelijke communicatie met betrekking tot duurzaamheidsvraagstukken wetenschappelijke relevant is én beleid beïnvloedt. Maarten Loonen (Docent arctische ecologie, RUG) zette uiteen hoe klimaatverandering en menswetenschappen met elkaar zijn verbonden, het Arctisch Centrum van de RUG als kennisloket in Nederland fungeert en de Nederlandse overheid vertegenwoordigt in internationale werkgroepen.
Interne verankering van maatschappelijke impact De uitgangspunten van het raamwerk valorisatieindicatoren heeft oog voor de uniciteit van verschillende universiteiten: het vormt juist géén one-size-fits-all model. In 2016 vindt de evaluatie en het vaststellen van een ‘gedragen set’ plaats. Door Katrien Maes (chief policy officer, LERU) werd onderstreept dat niet alleen naar product maar ook naar proces gekeken moet worden met betrekking tot valorisatie. Ook geeft Maes aan dat er een pro-actieve rol voor de universiteiten is weggelegd in het ontwikkelende debat op EU-niveau. Storytelling & Narratives Van wetenschap– naar impactcommunicatie. Luisteren is daarbij de sleutel, en gebruik de ruimte in het SEP voor het opstellen van kwalitatieve stories en rapporten. Leonie van Drooge (Senior onderzoeker, Rathenau Instituut) presenteerde het ‘waarom’ en Ton Baetens en Jens van der Weele (EMMA) het ‘hoe’ van Storytelling & Narratives. Centraal hierbij was het bewustzijn van het bestaan van een veelvoud van verhalen, en het belang van je verplaatsen in de positie van de ontvanger van deze verhalen.