De langdurig zieke werknemer: rechten, plichten, tips en de rol van de bedrijfsarts Informatiebijeenkomst 5 juni 2012, georganiseerd door Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid en Whiplash Stichting Nederland in het kader van het project ‘Kennis en kracht’. Dit project wordt gesubsidieerd door het ministerie van VWS.
Wie (langdurig) ziek is, krijgt te maken met de Wet Verbetering Poortwachter (WVP). Deze wet verplicht de werkgever en werknemer er in de eerste twee ziektejaren alles aan te doen om de zieke werknemer te re-integreren. Tijdens de informatiemiddag in Bunnik, op dinsdag 5 juni 2012, werden drie presentaties over dit onderwerp gegeven. Aan bod kwamen de rechten en plichten van de zieke werknemer tijdens de eerste twee ziektejaren en tips en informatie over de omgang van de werknemer met de bedrijfsarts. De ongeveer dertig aanwezigen, van wie de meesten langdurig ziek zijn (vooral whiplash- en ME/CVS-patiënten), kregen na de presentaties de gelegenheid om vragen te stellen. Hier werd volop gebruik van gemaakt.
Procedure bij verzuim Danielle van Eden, directeur van Whiplash Stichting Nederland, opende deze informatiebijeenkomst van het project ‘Kennis en Kracht’ en stelde de drie sprekers van de middag voor. Ynske Jansen, beleidsmedewerker van Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid, beet het spits af. Zij vertelde over werk en inkomen en de procedure in de eerste twee jaren, waarin alles gericht is op de re-integratie van de zieke werknemer. Dit betekent werkhervatting in passend werk bij de eigen werkgever (1
e
e
spoor) maar, als dat niet mogelijk is, bij een andere werkgever (2 spoor). Het bereiken van de reintegratie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de werkgever én de werknemer, waarbij de bedrijfsarts een belangrijke rol speelt. Andere partijen waar de werknemer mee te maken heeft zijn de behandelaars, de casemanager (die zorgt voor de procedurele opvolging van de WVP en het contact tussen de werkgever, werknemer en bedrijfsarts) en andere deskundigen (zoals jobcoach, arbeidsdeskundige, Arbo-adviseur en psycholoog). De bedrijfsarts heeft een adviserende rol voor de werkgever en werknemer en begeleidt de werknemer bij (langdurig) ziekteverzuim en re-integratie.
Tijdstippen De procedure tijdens de eerste twee jaar bestaat uit diverse wettelijk vastgelegde tijdstippen, die Jansen stap voor stap doorliep. Belangrijke momenten zijn de ziekmelding op dag één, het gesprek van de werknemer met de bedrijfsarts uiterlijk zes weken daarna en vervolgens elke zes weken (periodieke evaluatie), de eerstejaarsevaluatie en de eventuele WIA-aanvraag in week 91. De Probleemanalyse, het Plan van Aanpak en de evaluatieverslagen zijn de belangrijkste documenten tijdens deze twee jaar. Deze geven richting aan het proces van werkhervatting en spelen een rol bij een eventuele WIA-beoordeling. De bedrijfsarts maakt de Probleemanalyse (week zes). Daarin staan de oorzaken van de ziekte (echter zonder medische informatie over de ziekte), de beperkingen van de werknemer, de prognose en de adviezen van de bedrijfsarts voor re-integratie. Deze analyse vormt
weer de basis voor het Plan van Aanpak, dat werkgever en werknemer samen moeten opstellen (week acht). In dit plan worden doelen, termijnen en maatregelen zoals bijvoorbeeld aangepaste werktijden vastgelegd. De Probleemanalyse en het Plan van Aanpak zijn overigens geen statische documenten. Zij kunnen op basis van periodieke evaluaties worden bijgesteld. Alle documenten en afspraken maken deel uit van het zogenaamde re-integratiedossier. De werkgever of de werknemer kunnen in bepaalde gevallen een deskundigenoordeel bij UWV aanvragen. Dit kan bij onduidelijkheden of meningsverschillen over de vraag of de werknemer wel of niet in staat is zijn eigen werk te doen, wat passend werk voor de werknemer is en of de werkgever of de werknemer de verplichtingen met betrekking tot re-integratie wel nakomt. Jansen ging verder in op de financiële gevolgen van ziekteverzuim en de rechten van de zieke werknemer in verband met ontslag en contractwijziging.
Vragen Na afloop van deze presentatie waren er al meteen vragen uit de zaal. Zo vroeg iemand hoe het zit e
e
met het 1 en 2 spoor. Er wordt binnen zijn bedrijf gezocht naar passend werk, maar de werkgever e
e
heeft het hierbij over het 2 spoor. Dit is toch het 1 spoor, merkt de vragensteller op. Jansen bevestigt dit. Er moet eerst serieus binnen het eigen bedrijf gekeken worden naar passend werk. Het kan dan e
nodig zijn dat een functie speciaal wordt aangepast of gecreëerd (het zogenaamde 1 spoor). Als dit e
niet lukt, dan komt pas het 2 spoor aan bod, buiten het eigen bedrijf.
Tips Na deze schets van de gang van zaken, gaf Gemma de Meijer, medewerker Advies- en Meldpunt bij de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid, praktische tips. Een belangrijke tip van De Meijer aan zieke werknemers is om zich op de hoogte te stellen van de geldende regels en procedures en zich daar goed aan te houden. Een handig hulpmiddel hierbij is het invulschema op www.uwv.nl voor de eerste twee ziektejaren. Verder doet diezelfde werknemer er verstandig aan zelf een reintegratiedossier bij te houden, met onder meer alle verslagen van gesprekken en afspraken met de bedrijfsarts en werkgever. Zij benadrukte dat de gesprekken met de bedrijfsarts, met wie de langdurig zieke medische gegevens bespreekt, belangrijke momenten zijn binnen het re-integratieproces. Bereid deze daarom goed voor en neem eventueel iemand mee. Zij raadt de toehoorders aan om niet alleen de beperkingen die het gevolg zijn van de ziekte te bespreken. Het is ook verstandig een overzicht bij te houden van de weekactiviteiten, inclusief rustmomenten en hersteltijd en deze mee te nemen naar het gesprek met de bedrijfsarts. Ook De Meijer ging in op de Probleemanalyse en het Plan van Aanpak. Zij raadt een actieve inbreng aan van de zieke werknemer, bij het opstellen van deze documenten. Kijk hierbij uit dat er niet te optimistische doelen worden gesteld en ga niet zomaar akkoord met voorgestelde afspraken. Doe dat alleen als u er ook echt achter staat. Gebruik evaluatiemomenten om de Probleemanalyse en het Plan van Aanpak te evalueren en waar nodig aan te passen. Dit kan als er bijvoorbeeld een (nieuwe)
diagnose is gesteld, of er iets veranderd is op het gebied van de beperkingen, of als de doelen in het Plan van Aanpak niet haalbaar blijken te zijn.
Plichten Verder ging De Meijer in op de plichten van werknemer en werkgever bij re-integratie. Voorop staat dat werkgever en werknemer zich moeten houden aan de wettelijke bepalingen rondom een reintegratieproces. Gebeurt dit niet, dan kunnen werkgever en/of werknemer hiervoor afgestraft worden door UWV: de werkgever door langer het loon door te moeten betalen; de werknemer door korting op, of weigering van een uitkering. Daarom is een goede medewerking van de zieke werknemer essentieel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het accepteren van passende arbeid. Weiger deze niet, want dit kan leiden tot ontslag of het stopzetten van de loondoorbetaling en tot verlies van WW-rechten. Bij twijfel over passende arbeid, of de re-integratieopbouw, kan de werknemer een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV, of advies vragen van de vakbond, patiëntenvereniging of rechtshulp. De Meijer adviseert om zo vroeg mogelijk hulp van derden in te roepen, liefst vóór er een conflict ontstaat. Inhakend hierop stelde een aanwezige in de zaal een vraag over zijn situatie waarbij zijn bedrijfsarts niets met zijn medische informatie doet. Hij krijgt het advies een klachtenprocedure bij de arbodienst te starten. Dit heeft de vrager al gedaan en hij geeft aan dat hij geen reactie heeft ontvangen. Ook is hij al drie keer door UWV in het gelijkgesteld bij een deskundigenoordeel. Jansen wijst hem op de mogelijkheid om een klacht tegen een niet goed functionerende bedrijfsarts in te dienen bij het regionaal medisch tuchtcollege. Als aanvullende tip krijgt hij het advies om bij het aanvragen van een deskundigenoordeel bij UWV de vraag zo helder mogelijk te formuleren, zodat UWV de vraag ook zo duidelijk mogelijk beantwoordt.
Rol van de bedrijfsarts Als laatste spreker van de middag kwam Odile de Ras aan het woord, geregistreerd bedrijfsarts bij de ArboUnie en ervaringsdeskundige. Met een aantal prikkelende stellingen zoals ‘De bedrijfsarts is een controlerende arts!?’, had zij meteen de aandacht van de toehoorders. De bedrijfsarts is volgens De Ras een onafhankelijke functionaris die bevoegd is om gevraagd en ongevraagd advies te verstrekken aan de werknemer en de werkgever. Volgens De Ras is de bedrijfsarts geen claimbeoordelaar. Grondslag voor het advies is het beeld dat de bedrijfsarts heeft van de ziektesituatie van de werknemer en het beeld van het bedrijf. Daarbij kijkt de bedrijfsarts of de ziekte werkgerelateerd is, of juist niet werkgerelateerd en hoe dit op te lossen. Het is de bedrijfsarts die re-integratieadviezen geeft aan de werkgever en de werknemer en die beoordeelt wat de werknemer nodig heeft om te kunnen re-integreren. Soms betekent dit dat de bedrijfsarts de werknemer juist moet afremmen. Volgens De Ras zijn re-integratiegesprekken waarbij werknemer en werkgever beiden aanwezig zijn een prima hulpmiddel voor een succesvolle re-integratie. Verder kan de bedrijfsarts ook verwijzen voor verdere interventies en behandelingen. De Ras benadrukt nogmaals dat de bedrijfsarts niet aan de kant van werkgever hoort te staan. Dit
wordt soms gedacht en is jammer genoeg in de praktijk nog wel eens het geval , zoals blijkt uit ervaringen uit de zaal. Tips van De Ras zijn onder meer: verstrek medische informatie alleen aan medici, dus niet aan de casemanager. Zorg dat een advies altijd schriftelijk wordt vastgelegd en vraag een deskundigenoordeel aan bij UWV als u het niet eens bent met het advies van de bedrijfsarts, of als u de re-integratieinspanning wilt laten toetsen. En wie ontevreden is over de begeleiding van de bedrijfsarts doet er verstandig aan een klacht in te dienen bij arbodienst, de maatschap of de werkgever. Een klacht bij het tuchtcollege kan ook. Ook benadrukt zij nogmaals het belang van het krijgen van bedrijfsgeneeskundige begeleiding. Dit is een recht van de werknemer. Als deze niet wordt aangeboden, vraag er dan om. Tot slot is volgens De Ras het herstellen van balans de enige weg naar genezing. Tegenwerking werkt de genezing eerder tegen. Wie niet volledig geneest, zal een nieuwe balans moeten zien te vinden. Dus niet op zoek naar de ‘oude’, maar naar de nieuwe ‘ik’.
Vragen uit de zaal Na afloop van de presentaties kregen de aanwezigen de gelegenheid ervaringen te delen en vragen te stellen. Zo heeft een vragensteller twijfels over de deskundigheid bij UWV als het gaat om het aanvragen van een deskundigenoordeel. Hij miste bij UWV voldoende deskundigheid over zijn ziekte. Een andere aanwezige had positievere ervaringen. Hij was na aanvraag van een deskundigenoordeel al een paar keer in het gelijk gesteld tegenover de bedrijfsarts, die onvoldoende rekening had gehouden met zijn ziekte. Volgens de sprekers van de middag is er geen garantie dat UWV voldoende rekening houdt met de gevolgen van de ziekte. Toch kan het nuttig zijn een dergelijke toetsing aan te vragen. Voor een rechtszaak over doorbetaling van loon of tegen onterecht ontslag is het zelfs nodig. De Meijer adviseerde om het contact met de UWV-arts voor een deskundigenoordeel, net zo grondig voor te bereiden als voor een WIA-keuring. Een andere aanwezige merkt op dat het nog niet mogelijk is na twee weken ziekte een goede diagnose te stellen. Volgens bedrijfsarts De Ras is het belangrijker te kijken naar de klachten, want dan is een goede begeleiding mogelijk. De bedrijfsarts moet de werknemer serieus nemen, goed luisteren en vertrouwen geven. Dan kunnen de bedrijfsarts en de werknemer samen kijken naar een oplossing, waarin men zich richt op het herstel van balans. Dat kan ook al als de diagnose nog niet duidelijk is. Ook was er een vraag over loondoorbetaling bij ziekte bij een 0-urencontract. De werkgever wil niets betalen en verwijst naar UWV voor een ziektewetuitkering. UWV geeft geen uitkering en verwijst naar de werkgever. Er werd gemiddeld dertig uur per week gewerkt. Een 0-urencontract werkt volgens bedrijfsarts Odile de Ras anders dan een arbeidsovereenkomst. De zieke werknemer heeft na zes maanden recht op uitbetaling van het gemiddeld aantal uren dat deze in de voorgaande drie maanden heeft gewerkt. Bovendien wordt na zes maanden aangenomen dat de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft met een omvang die eveneens gelijk is aan het aantal gemiddeld gewerkte uren in de voorafgaande drie maanden. Dus, ook al is er geen schriftelijk contract, zo’n
contract geldt wel als arbeidsovereenkomst. De werkgever is daarom wel degelijk verplicht om bij ziekte loon door te betalen. Wanneer hij dit blijft weigeren, kan met rechtshulp een loonvorderingsprocedure gestart worden. Ten slotte vroeg iemand anders zich af of de werknemer verplicht is medische informatie te verstrekken aan de bedrijfsarts. Volgens De Ras is de werknemer dit niet verplicht, maar dan is het moeilijker voor de bedrijfsarts een goed advies te geven. Wat eventueel nog zou kunnen is de bedrijfsarts het medische rapport te laten lezen, maar deze niet opnemen als onderdeel van het dossier.
Afsluiting informatiemiddag Nadat de drie sprekers van de middag de vragen uit de zaal hadden beantwoord, sloot Danielle van Eden de middag af. Er werd na afloop nog volop nagepraat door de aanwezigen en mensen maakten van de gelegenheid gebruik (nogmaals) hun specifieke vraag aan de sprekers van de middag voor te leggen.