De Heere is waarlijk opgestaan!
Leah, groep 3
Programma voor de paasviering van groep 1 tot en met 4 2 april 2015 Stadhouder Willem III-school
Alle kinderen zingen: Leer mij, o Heer’, Uw lijden recht betrachten, in deze zee verzinken mijn gedachten: O liefde die, om zondaars te bevrijden, zo zwaar moest lijden. Opening met gebed door meester Plaisier Samenzang Psalm 21: 5 Hoe groot en schitt’rend is zijn eer, door 't heil, aan hem bewezen! Hoe is zijn roem gerezen! O alvermogend, Opperheer, wat glans, wat majesteit hebt Gij dien Vorst bereid! Lezen uit de Bijbel door kinderen uit groep 4 Hidde, Gert-Jan, Marlinde Johannes 20: 1-18
1. En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, als het nog duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf weggenomen. 2. Zij liep dan, en kwam tot Simon Petrus en tot den anderen discipel, welken Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben den Heere weggenomen uit het graf, en wij weten niet, waar zij Hem gelegd hebben. 3. Petrus dan ging uit, en de andere discipel, en zij kwamen tot het graf. 4. En deze twee liepen tegelijk; en de andere discipel liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam eerst tot het graf. 5. En als hij nederbukte, zag hij de doeken liggen; nochtans ging hij er niet in. 6. Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging in het graf, en zag de doeken liggen.
7. En den zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen, maar in het bijzonder in een andere plaats samengerold. 8. Toen ging dan ook de andere discipel er in, die eerst tot het graf gekomen was, en zag het, en geloofde. 9. Want zij wisten nog de Schrift niet, dat Hij van de doden moest opstaan. 10. De discipelen dan gingen wederom naar huis. 11. En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf; 12. En zag twee engelen in witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. 13. En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben. 14. En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was. 15. Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het de hovenier was, zeide tot Hem: Heere, zo gij Hem weg gedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen. 16. Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende, zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd, Meester. 17. Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God. 18. Maria Magdalena ging en boodschapte den discipelen, dat zij den Heere gezien had, en dat Hij haar dit gezegd had.
Samenzang Psalm 105:5 God zal Zijn Waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht tot in het duizendste geslacht. ‘t Verbond met Abraham, Zijn vrind, bevestigt Hij van kind tot kind.
Groep 2 Lijden en sterven van de Heere Jezus Jonathan, Lars, Monique, Julian, Myrthe, Manuel, Vincent Spreekstem Marcus 11:7-9:
“En zij brachten het veulen tot Jezus, en wierpen hun klederen daarop; en Hij zat op hetzelve. En velen spreiden hun klederen op den weg, en anderen hieuwen takken van de bomen, en spreiden ze op de weg. En die voorgingen en volgden riepen, zeggende:” Zingen:
Hosanna, hosanna de Koning komt in de naam van de God van Israël. (2x) Wees welkom, wees welkom o, Vredevorst in de naam van de God van Israël. (2x) Doortje, Tatiana, Coen, Jorine, Davind, Christian, Jesse Spreekstem:
Uw intocht in de tempelstad voltrekt zich op het smalle pad; Uw weg is maar een mantel breed, het is de loper van het leed die voert naar overwinning.
Neline, groep 4
Zingen:
Gij geeft ons het leven en overvloed in de naam van de God van Israël. (2x) Gij zendt van de Vader de Heil’ge Geest in de naam van de God van Israël. (2x) Lean, Wilco, Tiemen de B, Tiemen de J,Rebecca, Benjamin, Hannah, Isabelle Spreekstem:
Op de aarde gekomen onschuldig en klein, zonder geld en enig goed. Ja, Hij moest onder de mensen zijn, het kostte Hem Zijn bloed. Zingen:
Elf discipelen gaan mee na de maaltijd 's avonds laat, als de Heiland bidden gaat in de tuin Gethsemané. Drie gaan nog wat verder mee. Hij beveelt, als ieder zit: 'Blijf hier wakker, als Ik bid in de tuin Gethsemané'. Janno, Wilbert, Anna, Julian, Christelle, Maria Spreekstem:
Jezus in Gethsemane neemt de lijdensbeker mee die Hij drinken zal ten dode.
Zingen:
Jezus zweet dan druppels bloed. Driemaal bidt Hij, heel bedroefd: 'Vader, zeg dat het niet hoeft, dat Ik zo zwaar lijden moet. Geef Mij zo weer nieuwe moed. Maar als U het anders wil, dan zwijg Ik eerbiedig stil, Vader, wat U doet is goed'. Rhodhé, Samuel, Tom, Gerlize Spreekstem:
Ik ben het, zegt de Heer', de Mens die jullie zoeken. Zingen:
Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis, hangt ten spot van snode smaders, Zoon des Vaders, waar is toch Uw almacht thans, waar Uw goddelijke glans? Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis, en Hij hangt er mijnentwege, mij ten zegen. Van de vloek maakt Hij mij vrij, en Zijn sterven zaligt mij.
Joas v S., groep 4
Iedereen Spreekstem:
Heer', hoe vaak heb ik Uw hart gewond elke keer als ik een reden vond dat Gij even niet voor mij bestond? Was dat dan geen verraad,een slag in uw gelaat? Samenzang Vaste rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, laat mij steunen op Uw trouw, laat mij rusten in Uw schaûw, waar het bloed door U gestort, mij de bron des levens wordt. Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk door mij volbracht, niet het offer, dat ik breng, niet de tranen, die ik pleng. Schoon ik ganse nachten ween, kunnen redden, Gij alleen.
Groep 1 De Heere is opgestaan! Zingen:
Maria kwam bij het graf en huilde om haar Heer’. De grote steen was weggerold en Jezus was er niet meer. Maar een engel zei plotseling; ‘Weet je niet meer wat hij gesproken heeft? Hij is opgestaan, Hij is opgestaan Hij leeft, Hij leeft!’
De discipelen waren zo moe, ze treurden om de Heer’. Waar moesten ze nu nog naar toe? Hun Meester was er niet meer. Maar Maria riep plotseling: ‘Hij heeft gedaan wat Hij gesproken heeft! Hij is opgestaan, Hij is opgestaan, Hij leeft, Hij leeft!’ Spreekstem Mattheus 28: 5 en 6:
“Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet; Want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft.” Zingen:
Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans Jeruzalem. Een heerlijk morgenlicht breekt aan, de Zoon van God is opgestaan. Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon die sterke Held! Hij steeg uit ’t graf door ’s Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht. Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan. Die in ’t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en helle niet.
Want nu de Heer’ is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan. Een leven, door Zijn dood bereid, een leven in Zijn heerlijkheid. Zingen Psalm 100: 1: Juich aarde, juicht alom den Heer’, dient God met blijdschap, geeft Hem eer! Komt, nadert voor Zijn aangezicht, zingt Hem een vrolijk lofgedicht. Samenzang Psalm 136:1, 26 Loof den HEER’, want Hij is goed, Looft Hem met een blij gemoed; Want Zijn gunst alom verspreid, Zal bestaan in eeuwigheid. Geef den God des hemels eer, Lof zij aller scheps’len HEER’; Want Zijn gunst alom verspreid, Zal bestaan in eeuwigheid. Vertelling: De Heere is waarlijk opgestaan! door juf De Leede
Lilyan, groep 3
Samenzang Psalm 9:1, 2 Ik zal met al mijn hart de HEER’, blijmoedig, geven lof en eer; mijn tong zal mijn gemoed verzellen, en al Uw wonderen vertellen. Ik zal in U, mijn God, van vreugd opspringen in de geest verheugd; Uw Naam zal door mijn psalmgezangen, o Allerhoogste, lof ontvangen.
Groep 3 De Heere verschijnt aan Maria Magdalena Zingen:
Maria is naar ’t graf gegaan, daar zag zij twee eng’len staan. Maar haar Meester zag ze niet, daarom heeft ze zo’n verdriet. Ruben Spreekstem Johannes 20:13:
“Vrouw, wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet waar zij Hem gelegd hebben.” Zingen:
Maria wil naar huis toegaan, maar dan ziet ze Iemand staan. Hij vraagt: “Vrouw, waarom huilt u? Zeg me toch, Wie zoekt u nu? Zij zoekt haar Meester en ze zegt: “Waar heeft U Hem toch gelegd?” Dan noemt Hij haar bij haar naam en zij ziet haar Meester aan. David, groep 4
Maria, nee, raak Mij niet aan, U moet naar de broeders gaan. Ik vaar naar de Hemel op, naar Mijn Vader, naar Uw God. Maria zegt haar broeders aan: “Onze Heer is opgestaan. Hij is sterker dan de dood!” Wat is nu de blijdschap groot.
Verschijning aan de vrouwen Michel, Carinde, Eloïse Spreekstem:
De vrouwen namen specerij, vroeg in de morgen kwamen zij. Zij naderden bezorgd het graf: ‘Wie wentelt straks de steen ons af?’ Zingen:
Vrouwen uit Jeruzalem kwamen vroeg en zochten Hem. De Heer’ is waarlijk opgestaan, Halleluja. En hoe groot was hun verdriet, want zij vonden Jezus niet. De Heer’ is waarlijk opgestaan, Halleluja. Matthijs, Gersom, Joas Spreekstem:
Maar, kijk, de steen was weggedaan, een engel sprak de vrouwen aan: “Weest niet bevreesd, verheugt u zeer, Hij, die gij zoekt, is hier niet meer.”
Zingen:
“Zoekt Hem bij de doden niet, maar zingt mee het hoogste lied.” De Heer’ is waarlijk opgestaan, Halleluja Allemaal Spreekstem Mattheüs 28: 8:
“En haastelijk uitgaande van het graf met vreze en grote blijdschap, liepen zij heen om hetzelve Zijn discipelen te boodschappen.” Zingen:
Het graf is leeg de Heer’ is opgestaan! Nu kan het leven eindelijk beginnen! De hemel zweeg nu kondigt God ons aan het licht dat onze nacht zal overwinnen: het rijk dat is en komen zal weldra, halleluja! De aarde beeft, de steen rolt aan de kant; komt, ziet de plaats waar Jezus heeft gelegen! De Vader geeft Zijn Zoon de rechterhand, en geen soldaat, geen leger houdt nog tegen: het rijk dat is en komen zal weldra, halleluja! Gezegend, Heer’ gezegend zij uw licht! Gij hebt de dood het laatste woord ontnomen en meer en meer zien wij uw aangezicht nu Gij het leven aan het licht doet komen: het rijk dat is en komen zal weldra, halleluja! Allemaal Spreekstem:
We hebben de boodschap weer gehoord dat de Heer’ is opgestaan. Kom, leg dit Woord niet naast je neer,
maar buig je knieën keer op keer. O stel niet uit, maar vlucht tot Hem en luister eerbiedig naar Zijn stem Zingen: Psalm 118:1
Laat ieder 's HEEREN goedheid loven; want goed is d' Oppermajesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid. Laat Isrel nu Gods goedheid loven, en zeggen: "Roemt Gods majesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!"
Samenzang Psalm 118:14 Gij zijt mijn God, U zal ik loven, verhogen Uwe majesteit. Mijn God, niets gaat Uw roem te boven; U prijz’ ik tot in eeuwigheid. Laat ieder ’s HEEREN goedheid loven; want goed is d’ Oppermajesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid.
Groep 4 Verschijning aan de Emmaüsgangers en aan Thomas Zingen:
Twee mannen zijn op weg gegaan naar Emmaüs, hier ver vandaan. Het leed is niet te dragen, hun hart is vol met vragen. Vervlogen is hun laatste hoop nu Jezus is gedood. Een vreemde komt hen tegemoet hun trage harten vatten moed, want hij doet uit de doeken de woorden uit de boeken: dat Jezus deze weg moest gaan, wordt nu door hen verstaan. Chiel-Jan, Wessel, Marieke, Jannisha Spreekstem:
Terwijl ze overleggen met elkaar loopt, ongemerkt, bij hen een Vreemdeling. Hij kwam zo onverwacht, zo plotseling en neemt nauwkeurig hun gezichten waar Roderick, Jesse, Juanita, Merel Spreekstem:
Hij ziet wel hoe het met die mannen gaat. Hij kent hen wel, maar houdt Zich onbekend. Maar door Zijn woord wordt hun gesprek gewend: Hij spreekt van ´t geen er in de Schriften staat.
Zingen:
Blijf bij ons, en wees onze gast? Blijf bij ons, zeggen zij verrast. De vreemde laat zich noden. Bij ’t breken van de broden is ’t of hun ogen opengaan: De Heer’ is opgestaan. Rosalie, Jeanne, Carlos, Phebe Spreekstem:
En tevens geeft Hij hun een horend oor, en ook ontvangen ze een brandend hart. Bij aanvang reeds vergeten ze hun smart, een lichtstraal breekt er in hun zielen door.
Roderick, groep 4
Zingen
Thomas, Thomas, geloof je ‘t niet? Kom eens wat dichterbij. Kijk maar, kijk maar, Ik ben het heus. Jij hoort toch ook bij Mij. Thomas, Thomas, geloof je ‘t niet? Kijk dan eens in Mijn hand. Zie je, zie je dat Ik het ben, zet je verdriet aan de kant. Thomas, Thomas, geloof je ‘t nu, heb je Mij aangeraakt? Kom maar, kom maar, Ik ben de Heer, die je gelovig maakt. Thomas, Thomas, geloof je ‘t ook, als je Mij niet meer ziet? Altijd, altijd zal Ik er zijn, Thomas, vergeet dat niet! Zingen:
Ik zeg het allen dat hij leeft, dat Hij verrezen is, dat Hij te midden van ons leeft en eeuwig bij ons is. Verzonken in de diepe zee is ’t vrezen voor de dood, en elk kan schouwen boven ’t wee der toekomst morgenrood. Hij leeft en zal nabij ons zijn, waar alles ons verlaat, en zo zal deze dag ons zijn een hemel dageraad.
Over de wederkomst Jean-Paul, Jorien, Relinda, Olivia, Jasper, David Spreekstem Openbaring 5: 12 en 13:
“Zeggende met een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging. En alle schepsel, dat in de hemel is, en op de aarde, en onder de aarde, en die in de zee zijn, en alles, wat in dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op de troon zit, en het Lam, zij de dankzegging en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid.” Zingen:
Wie zijn het die daar komen, in stralend wit gekleed? Hun rouw is weggenomen, de maaltijd is gereed. Zij komen groot en klein, uit angst en uit verdrukking. En zingen in verrukking; voorbij is alle pijn. Zij hebben hun gewaden gewassen in het bloed. Het Lam heeft in genade voor hen de schuld geboet. Hun lied klinkt hoog van toon want dag en nacht vereren zij God de Heer der Heren, lofzingend voor de troon. Gods tent zal bij hen wezen, Hij zelf: de Vredevorst. Daar zal geen hitte wezen, geen honger en geen dorst. Daar zal met stok en staf het Lam de schapen wijden. Naar waterbronnen leiden, hun tranen wist Hij af.
Samenzang: Psalm 150:1 Looft God looft Zijn naam alom, looft Hem in Zijn heiligdom, looft des HEEREN grote macht in de hemel Zijner kracht; looft Hem om Zijn mogendheden, looft Hem naar zo menig blijk van Zijn heerlijk koninkrijk voor Zijn troon en hier Sluiting door meester Plaisier Samenzang: U zij de glorie, opgestane Heer’! U zij de victorie, nu en immermeer! Vol van licht en luister daalt de engel af En verbreekt de kluister van ’ t verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer’! U zij de victorie, nu en immermeer! Zie Hem verschijnen, Jezus, onze Heer’, Redder van de zijnen; twijfel nu niet meer. Zie Zijn aanschijn blinken als de morgenzon, laat uw lied weerklinken ‘Christus overwon!’ U zij de glorie, opgestane Heer’! U zij de victorie, nu en immermeer! De kinderen mogen door een van de ouders in de hal van de kerk worden opgehaald.