De financiële positie van het Nivon – 2012, 2013 en 2014 en verder De inkomsten en uitgaven van onze vereniging staan onder druk. De economische recessie en de niet meer vanzelfsprekende plek van het Nivon in de maatschappij worden zichtbaar in onze financiën. Het dalend ledenaantal, het dalend aantal overnachtingen, het teruglopend aantal reizen en het wegvallen van wandelsubsidies betekenen een forse achteruitgang in inkomsten. Aangezien ons kostenpatroon ongeveer gelijk blijft, kan dit niet anders beteken dan een oplopend tekort. Dit wordt vanaf 2012 in onze cijfers zichtbaar (grafiek meerjarig saldo en grafiek omvang reserve).
Met deze tendensen staat Nivon (helaas) niet alleen. Veel ledenorganisaties kampen met een terugloop in leden; mensen bekijken kritisch al hun abonnementen en daarbij hoort overduidelijk ook het lidmaatschap van het Nivon. Vele organisaties in de recreatieve sector hebben het moeilijk – van accommodaties tot aan reisorganisaties, en dan is het logisch dat ook overnachtingen in onze Nivon-huizen teruglopen en dat het aantal Nivon-reizen afneemt. Veel subsidies op het gebied van natuur(ontwikkeling) die jarenlang een vanzelfsprekendheid waren, vallen weg; ook die voor het onderhouden van onze wandelpaden. Moeten we dan alleen maar somberen? Nee. Het is onze overtuiging dat het Nivon als ontmoetingsplek voor gelijkgezinden – mensen die verdraagzaam in het leven staan, graag samen iets ondernemen en kunnen genieten van rust en natuur in alle eenvoud – altijd een waardevolle plek zal kunnen innemen in ons land. Dat is ook de reden waarom het Centraal Bestuur, mede op aangeven van de Nivonraad, gestart is met de reorganisatie van ons landelijk bureau en met het Masterplan. Tegelijkertijd kunnen we er niet onderuit dat in de voorliggende financiële stukken de urgentie en noodzaak van deze acties zichtbaar wordt. Er is dus werk aan de winkel! In deze notitie treft u aan: A. de financiële toelichting op de Jaarrekening 2012 B. de Prognose 2013 voor het lopende jaar C. de Begroting 2014 met een doorkijkje naar de periode tot en met 2017 Hierbij hoort weer een aantal financieel getinte bijlagen: -
Jaarverslag 2012 Nivon-totaal Verklaring van de accountant 2012 Verklaring van de kascontrolecommissie 2012
1
A. Financiële toelichting op de Jaarrekening 2012 Voor u ligt een financiële toelichting op het realisatieoverzicht 2012, dat gebaseerd is op het door onze accountant opgestelde geconsolideerde Jaarverslag 2012 van het Nivon. In dit Jaarverslag is het verslag van de NVH verwerkt en vormt daarmee derhalve de volledige winst- en verliesrekening van onze vereniging. Goedkeurende verklaring De controle van de jaarrekeningen is dit jaar voor de tweede keer gedaan door onze nieuwe accountant. We hebben wederom een goedkeurende verklaring zonder beperking gekregen. De accountant heeft verder naast de controle en het opzetten van een controlesysteem ook tijd gestopt in de automatisering van het aanmaken van de jaarrekeningen. Resultaat 2012 Over het jaar 2012 heeft het Nivon een verlies geleden van maar liefst € 417.000,-. Dit verlies gaat ten laste van onze algemene reserve die daarmee daalt van € 3,98 miljoen naar € 3,56 miljoen. Het is van belang het resultaat over 2012 te analyseren naar: 1. het structurele, in de toekomst jaarlijks terugkerend tekort indien we niet bijsturen 2. het historisch perspectief waarin dit tekort geplaatst dient te worden 3. de opbouw van dit resultaat naar de sectoren Accommodaties, Wandelen, Reizen en Vereniging (de afdelingen) en naar de kernorganisatie 4. de achterliggende oorzaken van dit tekort en de vergelijking met de prognose over 2012 1. Onderscheid naar eenmalige en structurele verliezen Het tekort van € 417.000,- kan onderscheiden worden naar een zogenaamde eenmalige component (dit zijn verliezen die incidenteel zijn opgetreden en in komende jaren niet terug zullen keren) en naar een zogenaamde structurele component (dit zijn verliezen die naar verwachting ook de komende jaren zullen optreden indien we ons beleid niet bijstellen). Analyseren we het tekort over 2012 naar deze incidentele en structurele componenten dan blijkt het volgende: Eenmalige tekorten
€ 270.000,-
Structureel tekort
€ 147.000,-
Totaal verlies 2012
€ 417.000,-
2
De eenmalige tekorten bestaan uit allereerst uit twee afboekingen van respectievelijk het oude reserveringssysteem dat ondertussen vervangen is door Tommy en het systeem voor de ledenadministratie. Ook is een vordering op een leverancier verder afgeboekt omdat het niet de verwachting is dat het volledige bedrag inbaar is. De vierde component betreft een administratieve correctie op de opbrengsten van de accommodaties. Deze correctie hangt samen met het omschakelen van Nivonline naar Tommy. Bij Nivonline werden voorschotten geboekt in het jaar van betalen, en werden de definitieve betalingen die al zo’n 6 weken van te voren binnenkwamen aan het eind van het jaar ook in het binnenkomende jaar geboekt. Bij het nieuwe reserveringssysteem vinden die boeking plaats in het jaar van het bezoek. Dat geeft een eenmalige verschuiving van € 95.000,- tussen 2012 en 2013. Ten slotte betreft de vijfde component de afdelingen die ‘lokale spaargelden’ in hebben gezet. Een paar jaar geleden zijn de afdelingen aangemoedigd deze lokale spaargelden te gebruiken. In 2012 is dat gebeurd en is er ontpot voor netto € 23.000,-. Dat geeft een verlies voor de rekening. Het eenmalige tekort van € 270.000,- is als volgt opgebouwd: afboeking Nivonline
€ 122.000,-
afboeking NLA
€ 15.000,-
afboeking vordering Willems
€ 15.000,-
adm. correctie opbrengsten
€ 95.000,-
effect ‘ontpotten’ afdelingen
€ 23.000,-
Totale eenmalige tekort
€ 270.000,-
Hiermee is voor een belangrijk deel het tekort over 2012 verklaard. Alvorens het resterende (structurele) tekort nader te verklaren, plaatsen we allereerst het resultaat in historisch perspectief. 2. Financiële resultaten in de periode 2007-2012 Bezien we het resultaat 2012 over een langere periode dan lijkt sprake te zijn van een trendbreuk. Na een aantal jaren met een weliswaar aflopend positief resultaat, sluiten we dit jaar voor het eerst sinds 2007 af met een tekort. tekort 2007
-/- € 246.000,-
overschot 2008
€ 203.000,-
overschot 2009
€ 183.000,-
overschot 2010
€ 6.000,-
overschot 2011
€ 100.000,-
tekort 2012
-/- € 417.000,-
Hoewel het structurele tekort ‘slechts’ € 147.000,- bedraagt, kan gesteld worden dat 2012 het jaar is waarmee de trend van positieve rekeningresultaten voorbij lijkt te zijn. Dit was overigens al voorspeld, vorig jaar, met de prognose van € 200.000,- negatief, mede gebaseerd op de teruglopende huisovernachtingen en ledenaantallen. Het verlies is echter nog groter geworden dan 3
halverwege 2012 voorzien. Uit de Prognose 2013 en de Begroting 2014 blijkt dat de verwachting is dat het tekort zonder forse bijsturing blijft bestaan. 3. Het financiële resultaat 2012 per sector Wanneer het resultaat opgesplitst wordt naar de vier sectoren en de kernorganisatie dan ontstaat het volgende beeld. accommodaties
wandelen
reizen
verenigingen
kernorganisatie
directe kosten rente en afschrijvingen directe inkomsten
€ € €
-1.219.000 € -836.000 € 2.138.000 €
-75.000 € € 175.000 €
-320.000 € € 391.000 €
-628.000 € 617.000 €
-651.000
bruto resultaat
€
83.000 €
100.000 €
71.000 €
-11.000 €
122.000
overheadkosten
€
-469.000 €
-113.000 €
-114.000 €
-86.000 €
-
netto resultaat
€
-386.000 €
-13.000 €
-43.000 €
-97.000 €
122.000 €
totaal
773.000
-417.000
De accommodaties, het wandelen, en de reizen kennen alle een positief bruto resultaat; de afdelingen draaien vrijwel quitte. Echter, wanneer rekening wordt gehouden met de ondersteuning vanuit het landelijk bureau (de overheadkosten) dan slaan deze voordelige bruto resultaten om in een negatief resultaat. Geen enkele sector boekt dus “winst”1. Het deel van het landelijk bureau dat niet direct toegerekend kan worden aan een van de vier sectoren (de zogenaamde kernorganisatie) wordt ruimschoots gedekt door oa. de contributie-inkomsten en de rentebaten. Het ‘verrekenmodel’ dat achter de toerekening van de overheadkosten aan de sectoren zit, is (altijd) voor discussie vatbaar; de financiële resultaten per sector geven echter duidelijk aan dat geen enkel van onze activiteiten op dit moment kostendekkend is. Accommodaties Bij de NvH was de verwachting dat het aantal huisovernachtingen op het zeer lage niveau van 2011 zou stabiliseren en werd voor 2012 een herstel verwacht. Helaas zijn deze overnachtingen opnieuw gedaald, met 7% naar rond de 100.000 huizenovernachtingen (en deze daling lijkt in 2013 door te zetten met ongeveer 3%). Oorspronkelijk werd verwacht dat de daling door de economische recessie af zou nemen en dat de extra acties van de huizen een positief effect zou sorteren. Bovendien is er geen noemenswaardige tariefverhoging doorgevoerd. De kampeerterreinen deden het de laatste jaren bijzonder goed, maar zakken in 2012 ook, met 12% in aantal overnachtingen. Wandelen Al eerder gemeld is dat de subsidies uit wandelen in 2014 gaan stoppen, echter in 2012 heeft het Nivon uiteindelijk ook geen subsidies voor wandelen binnengehaald. Weliswaar staan daarmee ook minder uitgaven aan projecten tegenover, maar het resultaat draait om; in plaats dat wandelen één
1
In deze cijfers zijn ook de eenmalige tekorten opgenomen. Met name voor de accommodaties is dit een aanzienlijk bedrag (€ 217.000,-). Het structurele tekort op de accommodaties is derhalve € 152.000,-.
4
van de steunpilaren is (in 2011 leverde het nog een overschot € 88.000 op), resulteert nu een verlies van € 13.000. Reizen De reizen zijn al bezig met een ‘reorganisatie’ door de invoering van een zogenaamd dienstenmodel waarmee de bedoeling is de kosten te verlagen voor het organiseren. De omzet van de reizen daalde echter van € 426.000,- naar € 392.000,-. Vereniging De afdrachten aan de afdelingen zijn iets toegenomen en zoals gemeld hebben de afdelingen gebruik gemaakt van de decentrale spaargelden. Kernorganisatie Hoewel op de kernorganisatie ‘winst wordt geboekt’ en de omvang van de personeelskosten verder is gedaald, is het zorgwekkend dat het aantal leden cq. de contributie-inkomsten met circa 7% is gedaald. Ook dit is een trend die al langer bestaat en ook in 2013 lijkt door te zetten. 4.Trends: de achterliggende oorzaken Mede in het licht van het Masterplan is het zinvol te bezien of zich bepaalde (financiële) trends voordoen en of dit een bevestiging is van de prioriteiten van het Masterplan.
2
•
de contributie-inkomsten dalen vanaf 2009 gestaag en liggen in 2012 € 100.000,- lager dan in 2009 hetgeen deze trend opnieuw bevestigt. Tegelijkertijd lukt het ons ook jaarlijks nieuwe leden te werven. Niettemin neemt het aantal leden de laatste drie jaar met circa 2.000 leden per jaar af. Deze daling zet overigens ook in 2013 door
•
de inkomsten van de accommodaties dalen gestaag van gemiddeld € 2,5 miljoen in de periode 2007-2011 naar circa € 2,2 miljoen2 in 2012. De bezettingsgraad staat onder druk hetgeen zichtbaar is in de gehele recreatieve sector. De daling van het aantal overnachtingen zet ook in 2013 door en geldt eigenlijk voor alle accommodaties. Tegelijkertijd zien we dat de kosten van de accommodaties (exploitatie, onderhoudskosten, afschrijvingen en rentelasten) aanzienlijk zijn en dat deze (vanzelfsprekend) niet meebewegen met de dalende overnachtingaantallen
•
de basiskosten van de afdelingen (geledingen) zijn enkele jaren geleden (door de nieuwe afdrachtsystematiek) versoberd. Ook de inkomsten en subsidies van de afdelingen nemen aanzienlijk af, hetgeen een bevestiging lijkt te zijn van het beeld dat het aantal (actieve) afdelingen aan het afnemen is. Tegelijkertijd zien we dat een aantal afdelingen nog steeds heel actief is en extra bijdragen aanvraagt, hoewel het budget niet ten volle wordt benut
•
de omzet van de reizen, net als de direct hiermee verbonden kosten dalen fors in de periode 2007-2012 (beide met € 140.000,-), hetgeen enerzijds komt doordat het aantal reizen bewust
Hier is rekening gehouden met de administratieve correctie door de invoering van Tommy.
5
teruggebracht is en anderzijds is dit een bevestiging van de afname van de vraag naar reizen (vergelijkbaar met de trend in de commerciële sector). Rekening houdend met de ondersteuning van het landelijk bureau zijn de inkomsten en uitgaven uit evenwicht geraakt •
de omzet van de wandelboekjes fluctueert rond de € 140.000,- en lijkt daarmee stabiel. De subsidies voor de wandelpaden (soms bijna € 200.000,- per jaar) zijn in 2012 echter in zijn geheel weggevallen
•
de kosten van het landelijk bureau, en dan met name de personeelskosten, zijn de laatste jaren gedaald. Dit vindt grotendeels zijn oorsprong in het wegvallen van projecten (subsidies) en daarmee projectmedewerkers en in het “verdwijnen van Rotterdam”. Daarnaast is er door de leiding besloten in geval van natuurlijk verloop niet in alle gevallen (volledig) te vervangen
6
B. Prognose 2013 voor het lopende jaar Voor u ligt een financiële toelichting op de verwachte realisatie over 2013. Deze prognose is gebaseerd op de stand per 1 augustus 2013 (de eerste acht maanden van het lopende jaar) in de boekhouding, op een aantal kengetallen (zoals het aantal overnachtingen en leden) en op inschattingen van het CB, het bureau en onze accountant. Verwacht resultaat 2013 We verwachten 2013 met een tekort van circa € 548.000,- af te sluiten. Van belang is dat in dit tekort een bedrag van € 162.000,- aan reorganisatiekosten is opgenomen. Het daadwerkelijke structurele ‘exploitatietekort’ is derhalve circa € 386.000,-. Dit is ruim het dubbele van het structurele tekort over 2012. Het verwachte verlies gaat, net als het resultaat 2012, ten laste van onze algemene reserve die daarmee daalt van circa € 4 miljoen naar € 3,45 miljoen. In historisch perspectief ontstaat het volgende beeld. resultaat
prognose
2007
-/- € 246.000,-
n.v.t.
2008
€ 203.000,-
n.v.t.
2009
€ 183.000,-
n.v.t.
2010
€ 6.000,-
nihil
2011
€ 100.000,-
€ 35.000,-
-/- € 417.000,-
-/- € 200.000,-
2012
-/- € 548.000,-
2013
De financiële prognose 2013 per sector Wanneer het resultaat opgesplitst wordt naar de vier sectoren en de kernorganisatie dan ontstaat het volgende beeld. Prognose 2013 accommodaties
wandelen
reizen
vereniging
kernorganisatie
directe kosten rente en afschrijvingen directe inkomsten
€ € €
-1.190.000 € -678.000 € 2.082.000 €
-80.000 € € 153.000 €
-255.000 € € 306.000 €
-615.000 € € 609.000 €
-781.000 -2.000 682.000
bruto resultaat
€
214.000 €
73.000 €
51.000 €
-6.000 €
-101.000
overheadkosten
€
-506.000 €
-88.000 €
-170.000 €
-15.000 €
-
netto resultaat
€
-292.000 €
-15.000 €
-119.000 €
-21.000 €
-101.000 €
7
totaal
-548.000
Accommodaties De huisovernachtingen zijn in de eerste acht maanden van 2013, ten opzichte van dezelfde maanden in 2012, opnieuw gedaald, met 3%. Wij gaan er vanuit dat de omzet met eenzelfde percentage daalt. Na een daling van het aantal overnachtingen in 2012 met 7% lijkt daarmee de bodem bereikt te worden. De kampeerovernachtingen zijn in 2013 met 2,5% gestegen; de verhuur van de huisjes zijn met 15% gedaald. Beide hebben echter in financieel opzicht beperkte impact op de totale omzet. We gaan er van uit dat in 2013 ongeveer dezelfde opbrengst per overnachting wordt gerealiseerd. Wandelen Het is aannemelijk dat ook in 2013 geen subsidies beschikbaar komen voor wandelen. De opbrengsten van de wandelboekjes zijn naar verwachting vergelijkbaar met die in 2012 en gebaseerd op de verkoopopbrengsten over de eerste acht maanden; datzelfde geldt voor de kosten van de landelijke werkgroep en de publicaties. Reizen Aangezien het ‘reizenseizoen’ grotendeels is afgesloten, kan op basis van de realisatie over de eerste acht maanden met redelijke zekerheid gesteld worden dat zowel de opbrengsten als de kosten verder zijn gedaald. We verwachten een daling van de omzet bij reizen met € 85.000,-. Dit past bij een trend die we zien in de markt voor (groeps)reizen: in 2013 gingen reisorganisaties failliet als Terra Travel, Baobab, Summum Reizen en OAD. Niet alleen de crisis speelde een rol, maar ook internet en ander soort wensen bij groepsreizen. In invoering van het dienstenmodel voor de reizen – in de kern inhoudend dat de ondersteuning op maat ingekocht wordt – beoogt de overhead met € 75.000,- terug te brengen. Dit model is in de loop van 2013 ingevoerd en heeft financieel nog geen effect gesorteerd maar wordt wel meegenomen bij de reorganisatie van het bureau. Overige belangrijke aannames en uitgangspunten •
de contributie-inkomsten dalen vanaf 2009 gestaag en ook in 2013 zet de daling van het aantal leden door. In 2012 daalde het aantal leden met circa 7% (ongeveer 2.000 leden) en ook in het lopende jaar 2013 lijkt deze daling aan te houden. We verwachten aan het einde van 2013 ongeveer 21.500 leden te hebben (een daling van bijna 2.500 leden)
•
de personeelskosten van het landelijk bureau blijven nagenoeg gelijk. Niettemin neemt het aantal medewerkers eind 2013 door afscheid af. Hieraan zijn enige kosten verbonden zodat van een daling van de kosten nog geen sprake is. Tegelijkertijd namen de loonkosten toe vanwege CAO-afspraken
•
van de afdelingen zijn, zoals elk jaar, op het moment van opstellen van de prognose nog weinig gegevens voorhanden. Er is derhalve uitgegaan van de cijfers uit 2012. Er is op dit moment geen aanleiding om aan te nemen dat dit anders uit zal pakken
•
de rente die we ontvangen over onze reserve is het afgelopen jaar gedaald door een lagere stand van de reserve en vooral een gedaalde rente 8
C. Begroting 2014 en verder Voor u ligt een financiële toelichting op de Begroting 2014. Deze begroting is gebaseerd op de Jaarrekening 2012, de uitkomsten van de Prognose 2013 en een inschatting van een aantal belangrijke ontwikkelingen, zoals de reorganisatie (kosten en opbrengsten) en de trends waar we de afgelopen jaren mee te kampen hebben. Begroot resultaat 2014 We verwachten 2014 met een tekort van circa € 534.000,- af te sluiten. Van belang is dat in dit tekort een bedrag van € 258.000,- aan reorganisatiekosten is opgenomen. Het daadwerkelijke structurele ‘exploitatietekort’ is circa € 276.000,-. Het verwachte verlies gaat, net als het resultaat 2012 en 2013, ten laste van onze algemene reserve die daarmee daalt van circa € 3,45 miljoen naar € 2,9 miljoen. De begroting 2014 per sector Wanneer het resultaat opgesplitst wordt naar de vier sectoren en de kernorganisatie dan ontstaat het volgende beeld. Begroting 2014 accommodaties
wandelen
reizen
verenigingen
kernorganisatie
directe kosten rente en afschrijvingen directe inkomsten
€ € €
-1.190.000 € -682.000 € 2.030.000 €
-80.000 € € 153.000 €
-255.000 € € 306.000 €
-615.000 € € 609.000 €
-670.000 -2.000 632.000
bruto resultaat
€
158.000 €
73.000 €
51.000 €
-6.000 €
-40.000
overheadkosten
€
-504.000 €
-87.000 €
-169.000 €
-11.000 €
-
netto resultaat
€
-346.000 €
-14.000 €
-118.000 €
-17.000 €
-40.000 €
totaal
-535.000
Mede vanwege de reorganisatie van het landelijk bureau en de beoogde effecten van het Masterplan is het relevant om een meerjarenbegroting op te stellen. Uitgangspunten (meerjaren) Begroting 2014-2017 •
de contributie-inkomsten dalen ook in 2014 doordat we opnieuw denken netto 2.000 leden te verliezen. Hiermee dalen de contributie-inkomsten met circa 8%. We gaan er vanuit dat in 2015 het ons lukt, conform de uitgangspunten van het Masterplan, deze daling terug te brengen tot 4% en dat in 2016 het ledenaantal stabiliseert
•
de personeelskosten van het landelijk bureau dalen in 2014 met circa 50% van de beoogde taakstelling uit het Plan van Aanpak van de reorganisatie. In 2015 worden de kosten van het landelijk bureau met € 400.000,- teruggebracht. De kosten die verbonden zijn aan deze reorganisatie (€ 258.000,-) slaan neer in (2013 en) 2014. 9
•
de verdeling van de overheadkosten over de sectoren is vooralsnog gebaseerd op een geactualiseerde verdeling van tijdsbesteding van de medewerkers voor de verschillende sectoren zoals die nu geldt. Deze omvang van de inzet en ook de verdeling zal in 2014 onder invloed van de reorganisatie wijzigen en vanaf 2015 de inzet en ondersteuning betreffen zoals we die wensen per sector en voor de kernorganisatie
•
we gaan er vanuit dat de huisovernachtingen opnieuw dalen met 2,5% in 2014. In 2015 verwachten we dat het aantal overnachtingen gelijk blijft en in 2016 en 2017 voorspellen we een groei met 4% zodat we terugkeren naar ongeveer het niveau van 2012. Hiermee spreken we uit dat de ambitie van het Plan van Aanpak voor de accommodaties niet eerder dan in 2015 effect heeft op het aantal overnachtingen (en we dus een jaar de tijd nemen om het tij te keren)
•
het is aannemelijk dat ook in 2014 en verdere jaren geen subsidies beschikbaar komen voor wandelen. De opbrengsten van de wandelboekjes zijn naar verwachting vergelijkbaar met die in 2013
•
de afdelingen zullen naar verwachting actiever worden, mede geholpen voor de aanpak van het Masterplan. We gaan er vanuit dat het aantal activiteiten toeneemt, en dat evenredig de hieraan verbonden inkomsten en kosten stijgen
•
we gaan er vanuit dat het aantal reizen en daarmee verbonden kosten op het niveau van 2013 blijven. De kunst zal zijn om de ondersteuning van het bureau zodanig te organiseren met het dienstenmodel dat de totale kosten in evenwicht zijn met de inkomsten
10
Meerjarenbegroting
2011
loonkosten en overige personeelskosten kosten reorganisatie taakstelling reorganisatie Totale personeelskosten
2012
2013
2014
2015
2016
begroting 2017
begroting 2016
begroting 2015
begroting 2014
prognose 2013
realisatie 2012
MEERJAREN BEGROTING 2014 - 2017
realisatie 2011
Op basis van bovenstaande ontwikkelt onze financiële positie zich als volgt:
2017
1.011.554 54.619 1.066.173
867.354 867.354
875.000 162.000 1.037.000
865.000 258.000 -200.000 923.000
865.000 -400.000 465.000
865.000 -400.000 465.000
865.000 -400.000 465.000
65.752
117.197
117.000
118.000
118.000
118.000
118.000
Bureaukosten
161.870
165.392
159.000
156.000
156.000
156.000
156.000
Organisatiekosten
213.216
142.982
131.000
128.000
128.000
128.000
128.000
Publiciteitskosten
47.871
36.172
35.000
35.000
35.000
35.000
35.000
934.887 393.809 367.142 76.006 139.810 15.668 612.659 21.400 83.077 2.644.459
920.590 298.781 320.561 66.763 65.721 9.826 604.303 24.221 31.097 2.341.863
900.000 290.000 255.000 60.000 72.000 8.000 600.000 15.000 21.000 2.221.000
900.000 290.000 255.000 60.000 72.000 8.000 600.000 15.000 21.000 2.221.000
900.000 290.000 255.000 60.000 72.000 8.000 700.000 15.000 21.000 2.321.000
900.000 290.000 255.000 60.000 72.000 8.000 700.000 15.000 21.000 2.321.000
900.000 290.000 255.000 60.000 72.000 8.000 700.000 15.000 21.000 2.321.000
738.515
843.013
680.000
684.000
684.000
684.000
684.000
TOTALE KOSTEN
4.937.856
4.513.973
4.380.000
4.265.000
3.907.000
3.907.000
3.907.000
Omzet contributie
729.987
679.957
615.000
565.000
542.000
542.000
542.000
2.628.545
2.125.376
2.065.000
2.013.000
2.013.000
2.094.000
2.177.000
Omzet reizen
426.465
391.691
306.000
306.000
306.000
306.000
306.000
Omzet wandelboekjes
179.495
160.482
166.000
166.000
166.000
166.000
166.000
Inkomsten activiteiten afdelingen
704.715
600.392
600.000
600.000
700.000
700.000
700.000
Overige inkomsten
368.322
138.775
80.500
80.500
80.500
80.500
80.500
5.037.529
4.096.673
3.832.500
3.730.500
3.807.500
3.888.500
3.971.500
99.673
-417.300
-547.500
-534.500
-99.500
-18.500
64.500
Kosten huisvesting
exploitatie accommodaties onderhoud accommodaties kosten reizen Toorts kosten wandelen publicaties kosten wandelen werkgroep kosten afdelingen ledenadministratie vereniging kosten sociale groepsvakanties Totale activiteitenkosten Rente- en afschrijvingslasten
Omzet accomodaties
TOTALE INKOMSTEN
SALDO
Stand reserve einde jaar
3.980.000 3.560.000 2.920.000 2.390.000 2.290.000 2.270.000 2.330.000
11
D. Conclusies Het moge duidelijk zijn dat in 2012 de effecten van de economische recessie en de positie van het Nivon in onze samenleving ook zichtbaar zijn geworden in de cijfers. Het ledenaantal blijft afnemen met dalende contributie-inkomsten ten gevolg; de bezetting van de accommodaties blijft onder druk staan en bij gelijkblijvende kosten van de huizen en terreinen resulteert dit onoverkomelijk in tekorten; het aantal reizen is fors afgenomen en hoewel het nieuwe dienstenmodel de kosten moet drukken, kan niet verwacht worden dat deze sector een positieve bijdrage zal leveren aan het totale resultaat; en ten slotte het wandelen: door aflopende subsidieregelingen veranderen de wandelpaden in een financieel zorgenkindje. Tegelijkertijd is in ingezette reorganisatie van het landelijk bureau waarmee de overheadkosten moeten dalen en waarmee ook de ondersteuning van de vereniging effectiever moet worden georganiseerd een eerste antwoord op de huidige (financiële) situatie. En de Plannen van Aanpak op met name het gebied van de accommodaties, afdelingen, actieve recreatie, wandelen en het ledenaantal zijn een belangrijke tegenactie die uiteindelijk moet leiden tot op zijn minst een stabilisatie van de eerder genoemde trends. Hoopgevend is dat er nog voldoende afdelingen heel actief zijn met een groot samenstel van activiteiten die in een behoefte voorzien, dat nog steeds veel mensen onze huizen en terreinen weten te vinden die draaiend gehouden worden door een grote groep actieve vrijwilligers, dat onze wandelpaden elk jaar gebruikt worden door vele wandelaars en dat het nog steeds lukt reizen te organiseren. Zonder maatregelen is onze vereniging in de nabije toekomst in financiële zin echter niet meer in staat hier uitvoering aan te geven, ondanks de enthousiaste inzet van vrijwilligers, medewerkers en bestuursleden. De bij de Jaarrekening 2012 geconstateerde trends en ontwikkelingen bepalen ook in 2013 en verdere jaren de financiële toon. Zonder bijsturing resulteert dit in oplopende tekorten. Conclusies meerjarenbegroting Uit de meerjarenbegroting blijkt dat de reorganisatie en de inzet van het Masterplan broodnodig zijn en pas in 2017, volgens de eerste grove prognoses, leiden tot een financieel gezonde vereniging. Dit betekent ook dat we met de reorganisatie van het landelijke bureau alleen niet kunnen volstaan. Ook andere manieren van kostenreductie zullen de komende tijd onderzocht moeten worden.
12