Training
Koopman 's Visie
DE
BOKSER ALS MACHINE STRATEGISCHE AANPAK voor de toepassing van WEERSTANDSTRAINING bij THAI/KICKBOKSERS
Training
Koopman 's Visie
H
ET DOEL VAN DEZE TEKST IS NIET HET PRESENTEREN VAN EEN ALLES OMVATTENDE
THEORIE, MAAR VRAAGTEKENS EN KRITISCHE
INHOUD De bokser als machine! 3 Is krachttraining voor kickboksers nuttig? 3 1. Waar wil de trainer iets aan verbeteren? 4 Over spiervezels Type I en type II spiervezels 4 Langzame en snelle spieren 5 Ombouw van spiervezels 5 Elektrische stimulatie 5 Van langzame naar snelle spiervezels 6 Motorische eenheden 6 Verandering van spiervezeltypen 6 2. Waarom doet de trainer dit? 7 Wat wil de kickbokstrainer verbeteren? 7 Wat is kickboksen? 8 Spelanalyse Thai/kickboksen 8 3. Hoe en waarmee kan de trainer dit doen? 10 Welke soort krachttraining is belangrijk? 10 Transfer van trainingseffecten hypothese 11 Over snelkracht 12 1. Startkracht 12 2. Maximale kracht 13 3. Explosieve kracht 14 4. Een kickbokskrachttraining 15 Oefenstof 16 Tot slot … 16 Enig Praktisch Advies 17 Advies aan trainers 18 Sporters algemeen 18
KANTTEKENINGEN TE PLAATSEN BIJ DE HUIDIGE GANGBARE, ALGEMEEN AANVAARDE EN SOMS SLAAFS GEVOLGDE OPVATTINGEN OMTRENT
TRAINING, PRESTATIE, GEZONDHEID, ATLETIC
FITNESS, CONDITIE, VECHTSPORT EN BEGELEIDING.
IN DIT KADER DIENT HET ALS INFORMATIE EN DISCUSSIESTUK EN NIMMER ALS DICTAAT. HET IS GEEN RECEPTENBOEK, MET DE MEEST INVENTIEVE EN GECOMPLICEERDE SPECTACULAIRE TRUCS OM ONOVERWINNELIJK TE WORDEN.
OOK ZULLEN
MYSTIFICATIES EN VERHEERLIJKING VAN GROTE
MEESTERS HIERIN NIET AANGETROFFEN WORDEN.
CENTRALE GEDACHTE IS, OM DE LEZER BEKWAAM
DE
TE MAKEN OPDAT DEZE IN STAAT IS, ZELFSTANDIG ZIJN “KICKBOKS-PROBLEMEN” OP TE LOSSEN.
EN KRITISCH TE ZIJN IN HET BEOORDELEN VAN INFORMATIE. ZO OOK DIENT DEZE TEKST GELEZEN TE WORDEN. KRITISCH.
Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag niets, zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, c.q. de uitgever van deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszinds, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. De uitgever is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeling in art. 17 lid 2. Auteurswet 1912 en in het KB van 20 juni 1974 (Stb. 351) ex artikel 16b., te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.
Koopman’s Trainings Visie
T@lk 2 me InSite Info
2
20 20
Jaargang 1, Nummer 3
De bokser als machine! Kritische kanttekeningen bij krachttraining
H
door Peter Koopman
et zit in de mens om steeds harder, hoger, beter en sneller te willen en hierbij de risicoʼs te aanvaarden, te negeren of zelfs te omarmen. Want wat is winnen zonder het risico te kunnen verliezen.
Tegenwoordig kan men zijn/haar mannelijkheid voortreffelijk demonstreren in de kickboksring. Het is dit gevoel van risico, van onzekerheid en angst, van controle en macht wat vechtsport voor haar beoefenaars zo aantrekkelijk maakt. In een direkte confrontatie met de ander de vermoeidheid en pijn overwinnen en je kracht tonen. Sterk zijn. Is krachttraining voor kickboksers nuttig? Een trainer is - vanuit de analytische visie - eigenlijk niets anders dan een knutselaar die zijn motor wat harder wil laten lopen. De trainer wil de in potentie aanwezige kwaliteiten van zijn pupil beter benutten of soms zelfs ʻopvoerenʼ. Er is echter één essentieel verschil: de knutselaar weet met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wat het effect van zijn acties is, namelijk meer herrie, meer verbruik, meer snelheid. Van veel trainers kan dit helaas niet gezegd worden1. Door het gebrek aan kennis begint binnen de smalle kaders van het weten al snel het geloven2.
Mogelijk is deze gedachte ontstaan door ons misleidende taalgebruik zoals ʻsterk zijnʼ en ʻkracht tonenʼ. Misschien komt het door de associatie welke wij hebben bij het zien van ʻgrote spierenʼ en deze vervolgens verwarren met ʻkrachtig en sterkʼ zijn. Groot = sterk. Hierbij lijkt de trainer gemakkelijk voorbij te gaan aan de vraag: ʻof krachttraining wel een zinvol keuze is voor (zijn) Thai/kickbokserʼ. Het gaat om de afweging:
Voor hen is de uitkomst van hun handelen net zoʼn grote verrassing als voor ieder ander. Een gevolg van deze ʻbij-gebrek-aan-visieʼ gedachte is de stellige overtuiging dat het voor Thai/kickboksers goed is krachttraining te doen.
Koopman’s Trainings Visie
ʻWAT WIL JE MET KRACHTTRAINING BEREIKEN EN WAT MAG HET JE KOSTEN?ʼ.
3
Jaargang 1, Nummer 3
1. Waar wil de trainer iets aan ‘opvoeren’ of verbeteren? De pupil wil beter kickboksen. Om iets te kunnen verbeteren, dient de trainer eerst geconstateerd te hebben dat er iets is wat verbeterd kan worden. En liefst ook nog in welke mate. Het is immers prettig om wanneer je op reis gaat te weten welke richting je op moet en hoe groot de afstand is die je moet afleggen om je doel te bereiken. Het vertrekpunt van dit stukje is dat trainers (a priori) er voor kiezen om ʻmeer spierkrachtʼ als doel te nemen. Het is dan ook prettig iet te weten over spierkracht, spieren, vezels, kracht en training. Over spiervezels19 Bij de gedachte aan krachttraining kunnen we niet om een nadere omschrijving van spiervezels heen. De skeletspier is een van de meest plastische weefsels van het lichaam. Iedere structuur in de spier kan veranderen door de juiste training. De bouw, het vezeltype, de peeslengte, de vezeldiameter, de doorbloeding, de vezellengte enzovoorts. Al deze aanpassingen van de spier door training, kunnen een gunstig effect op de sportprestatie hebben. Goed presteren binnen Thai/kickboksen, is echter niet alleen
Koopman’s Trainings Visie
afhankelijk van training. Erfelijkheid speelt ook een belangrijke rol. Met andere woorden heb jij het in je genen? Wat is aangeboren en wat niet? In hoeverre kun je door (kracht) training snelle of langzame spiervezels krijgen ? Type I en type II spiervezels20, 21 Spieren bestaan uit verschillende typen spiervezels. Een spiervezel wordt gekenmerkt door twee eigenschappen, namelijk snelheid en uithoudingsvermogen. Globaal kunnen we twee typen spiervezels onderscheiden, snelle en langzame vezels (zie tabel I ). De snelle spiervezels, of type II vezels, kunnen snel kracht ontwikkelen, hebben een hoge anaerobe kapaciteit en zijn snel vermoeibaar. De langzame spiervezels of type I vezels hebben een hoge aërobe capaciteit en zijn daardoor niet snel vermoeibaar. Naast de type I en de type II vezels zijn er nog andere spiervezels zoals de typen IIa, IIb en IIc vezels. De type IIa vezels vertonen eigenschappen van zowel de type I als de type IIa vezels. Een soort tussenvorm dus. De type IIa vezel is eigenlijk de meest glycolytische vezel. Overige gevonden spiervezeltypen laat ik hier buiten beschouwing.
4
Jaargang 1, Nummer 3
Langzame en snelle spieren Of een spier ʻlangzameʼ of snelleʼ eigenschappen heeft, is voor een belangrijk deel afhankelijk van het percentage snelle en langzame vezels. En dit is grotendeels erfelijk bepaald. Spieren die een rol spelen bij de houding (posturale spieren) bevatten veel meer langzame vezels dan spieren die snel moeten bewegen. De spieren in de vingers zijn voorbeelden van snelle spieren terwijl de scholspier in de kuit (M. soleus) een typisch langzame spier is. Toch blijft ʻsnelʼ en ʻlangzaamʼ een relatief begrip. De langzaamste spier van b.v. de muis, is nog steeds sneller dan de snelste spier van de mens. En tussen mensen zijn er ook verschillen. Zo blijken de beenspieren van marathonlopers voor ongeveer 80% uit type I vezels te bestaan. De bovenbenen van sprinters vertonen een andere verdeling: gemiddeld 35% type I en 65% type II vezels. Zijn deze verschillen in vezeltype verdeling aangeboren of door training verworven? Ombouw van spiervezels Zowel training als rust beïnvloeden het spiervezeltype. Langzame type I vezels kunnen door een periode van rust de kenmerken gaan vertonen van snellere type II vezels. Dit is eigenlijk wel logisch, want het vermogen van de spier om aëroob te presteren (de oxidatieve capaciteit) gaat met rust verloren. De spier
wordt dan dus glycolytischer: hij kan snel kracht leveren, maar is eerder uitgeput. Afhankelijk van de belasting die je de spiervezels oplegt, krijg je een ombouw van spiervezels. In hoeverre de ombouw van spiervezels volledig plaatsvindt staat nog ter discussie. Elektrische stimulatie Veel onderzoek naar veranderingen van spiervezels wordt bij dieren gedaan. Men probeert dan een sportbelasting te evenaren door de spier een stroompje op te leggen. Spiertjes worden dan langere tijd elektrisch geprikkeld. We noemen dit chronische elektrische stimulatie. Dieronderzoek toonde aan dat het vezeltype voornamelijk wordt bepaald door de zenuwen die de spieren prikkelen. In een onderzoek wisselde men de zenuw van een ʻsnelleʼ spier met die van een ʻlangzameʼ spier. Dus de snelle spier werd nu geprikkeld door een ʻlangzame zenuwʼ en de langzame spier door een ʻsnelle zenuwʼ. Prikkeling van de zenuw gaf een wisseling van vezeltype: de snelle vezels werden langzaam en de langzame vezels werden snel. De zenuwen die de spieren prikkelen, beïnvloeden dus sterk het vezeltype. Ombouw van snelle naar langzame spiervezels Wanneer een snelle vezel 24 uur per dag een lichte prikkel krijgt (bijvoorbeeld 10 Hertz), vertoont de snelle vezel na 8 weken de eigenschappen van een langzame vezel.
Type I
Type IIa
Type llb
Langzaam
Gemiddeld
Snel
Aeroob = oxidatief
Aeroob/anaeroob =oxidatief glycolisch
Anaëroob =glycolytisch
Gemiddeld snel vermoeibaar
Snel vermoeibaar
Redelijke hoge kracht
Hoge kracht
Gemiddelde prikkelfrequentie worden gemiddeld snel aangesproken
Hoge prikkelfrequentie worden niet snel aangesproken
Goede doorbloeding
Minder goede doorbloeding
Niet snel vermoeibaar Niet zoveel kracht Lage prikkelfrequentie worden snel aangesproken Zeer goede doorbloeding
Tabel I: Verschillen tussen type I, IIa en llb spiervezels.
Koopman’s Trainings Visie
5
Jaargang 1, Nummer 3
Deze omzetting of transformatie van ʻsnelʼ naar ʻlangzaamʼ is bij elk soort en bij ieder spiertype aangetoond. Deze transformatie kan plaatsvinden omdat de erfelijke eigenschappen hiervoor aanwezig zijn. Bij mensen vertaalt zich dit minder duidelijk. langdurige belasting van spieren (training) van niet al te grote intensiteit, levert wel een omzetting van ʻsnelleʼ naar ʻlangzameʼ vezels op. Dit wil zeggen dat de spier oxidotiever geworden is (aerober). Maar in hoeverre de type II vezels echte type I vezels worden, is niet expIiciet voor alle activiteiten aangetoond. Men vermoedt dat marothonlopers op deze manier misschien wel meer type I vezels krijgen. Ombouw van langzame naar snelle spiervezels De ombouw van langzame naar snelle spiervezels is niet aangetoond. We weten dan ook niet echt of dit genetisch wel kan. Elektrische prikkeling van een hoge frequentie, (gedurende korte perioden) gaf wel een verschuiving van type IIb naar type IIa vezels. De verandering ging echter niet zover dat er meer type I vezels kwamen. Motorische eenheden Spieren zijn opgebouwd uit duizenden spiervezels die in groepen georganiseerd zijn. Een groep spiervezels die samenwerkt en aangestuurd wordt door één zenuw noemen we een motorische eenheid (figuur 3). De grootte van de motorische eenheid is dus afhankelijk
figuur 3: een motorische eenheid
Koopman’s Trainings Visie
van de hoeveelheid spiervezels. Er zijn kleine langzame motorische eenheden (met type I vezels) en grote snelle motorische eenheden (met type II vezels). De kracht die een spier kan leveren is afhankelijk van het aantal spiervezels in de motorische eenheid, de dikte van de vezels en de hoeveelheid elektrische signalen die de zenuw verstuurt (de vuurfrequentie). De kleine motorische eenheden wordt altijd als eerste aan het werk gezet. De grotere komen dan niet aan bod. Pas als de spier zoʼn grote kracht moet leveren dat de kleine motorische eenheden allemaal hard aan het werk zijn, zullen de grote motorische eenheden gaan meehelpen. De grote motorische eenheden kunnen veel kracht leveren, maar zijn snel vermoeibaar. Er is dus als het ware een soort volgorde waarin de spiervezels en hiermee de motorische eenheden ʻaan het werk gezetʼ (gerekruteerd) worden. Deze volgorde van aanzetting staat ook wel bekend als het ʻHennemanʼs size principleʼ: kleine langzame motorische eenheden worden eerder aangezet dan grote snelle motorische eenheden. Wil je de type II vezels dus echt aan het werk zetten dan moet de opgelegde belasting zwaar genoeg zijn. Niet alle vezels worden dus altijd gebruikt. Bij fietsen op een intensiteit van 30% van de maximale zuurstofopname (Vo2max), worden voornamelijk de type I vezels geactiveerd. Pas na ongeveer 3 uur gaan de type IIa vezels een beetje meewerken. Twee uur fietsen op hogere intensiteiten (75% Vo2max activeert alle drie de vezeltypen. Op een intensiteit van 85% van de Vo2max werken de 3 typen spiervezels zelfs al na 12 minuten. Verandering van spiervezeltypen door krachttraining Met een zwaar krachttrainingsprogramma, merk je na ongeveer 16 trainingen dat de omvang van de spieren dikker wordt. Dit verschijnsel heet hypertrofie. Zowel de type I als de type II vezels kunnen hypertrofie vertonen.
6
Jaargang 1, Nummer 3
2. Waarom doet de trainer dit?
Dit lijkt niet veel, tienden van seconden op de sprint, maar kan op topniveau net het verschil uit maken tussen winnen of verliezen. Voor beginners lijkt dit verschil nog minder relevant, maar is het niet. We kunnen het vergelijken met een onzorgvuldig getrokken lijn op een bouwtekening of het met een pijl mikken op een doel. Een afwijking van twee graden op een lijn van een cm is niet noemenswaardig, maar als het een kilometerslange snelweg betreft raak je behoorlijk uit koers. Het is de taak van de trainer voortdurend het uiteindelijke doel in het oog te houden.
Het betreft hier een kickbokser die beter wil kickboksen. Dit lijkt misschien van zelfsprekend, maar er staat NIET ʻeen kickbokser die sterker of groter wil wordenʼ. Dat hij door krachttraining groter en of sterker wordt is een derivaat, een bijproduct welke niet perse nuttig hoeft te zijn. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het overschrijden van het lichaamsgewicht in een bepaalde klasse. Het doel is of althans zou moeten zijn: ʻBETER KICKBOKSENʼ. Wat wil de Thai/kickbokstrainer verbeteren? De grote wens van elke trainer is dat zijn pupil onder zijn leiding kampioen wordt. De grote vraag is echter: Hoe maak je een kampioen?
De trainer heeft te maken met a. een pupil3;
Helaas is het onmogelijk om een kampioen te maken, daarvoor zijn er te veel factoren die een rol spelen, waarvan de minst onbelangrijke factoren de genetische factoren, de ontwikkeling en interesse van de pupil zelf zijn. Daarbij is ʻvruchtbare grondʼ (een goede leer- en ontwikkelings omgeving) van groot belang. Het zijn juist die factoren waar de trainer nauwelijk enige invloed op heeft, die bepalend zijn voor de verrichtingen van de pupil. De bijdrage van een top trainer - en daarmee bedoel ik een echt goede trainer - is hooguit 5-10%.
d. de omgevingsfactoren
Koopman’s Trainings Visie
b. de activiteit Thai/kickboksen; c. de prestatie
Daar het binnen het bestek van dit stuk te ver voert om uitgebreid in te gaan op bovenstaande punten, kan ik hierover zeggen dat de analytische bekwaamheid van de trainer de meest belangrijke en paradoxaal genoeg de meest onderschatte en verwaarloosde bekwaamheid is, welke hij hoort te bezitten. Men zoekt zijn heil helaas nog te veel in technieken en oefenstof. Wil je voorbeelden?
7
Jaargang 1, Nummer 3
Leg je oor eens te luister bij de trainers in de hoek wanneer ze hun pupil bijstaan in de wedstrijd. En luister naar de ʻadviezenʼ. Men lijkt in de regel niet verder te komen dan wat technieken gevolgd door enige krachttermen.
* en het scoren van de tegenspeler te verhinderen * binnen de daarvoor toegestane tijd (3x 2ʼ, 5x 3ʼ) en ruimte (5 x 5 meter), * waarbij door de scheidsrechter en jury de waargenomen, éénduidig herkenbare treffers in de vorm van punten gewaardeerd kunnen worden,
Niet erg productief. Men roept elkaar na en doet maar wat. In plaats van eerst vast te stellen wat er defect is of onvoldoende functioneert begint men maar van alles uit elkaar te halen en te vervangen en dit zonder een handleiding of kennis. Als je niet weet wat er aan mankeert, valt er niets te repareren of te verbeteren. Er is op dit gebied veel te winnen.
* of één van de deelnemers niet langer in staat is het spelʼgevechtʼ voort te zetten.
Spelanalyse Thai/kickboksen Wat is Thai/kickboksen? * Thai/kickboksen is een antagonistisch spel tussen twee personen, * die proberen door middel van overeengekomen (reglementair toegestane) trap-, stoot- en clinchhandelingen elkaar te overtreffen (scoren),
Koopman’s Trainings Visie
A
spelhandelings ruimte
aanval
aanval
verdediging
Thai/kickboks-spelhandelingsverloop
verdediging
Wat is kickboksen? Om een Thai/kickboksen te beoefenen is het niet noodzakelijk om de sport ook daadwerkelijk te kennen. De kennis van de sport is meestal beperkt tot de regels, wat mag wel en wat mag niet. Een astronaut hoeft zijn eigen raket ook niet in elkaar te knutselen, daar zijn specialisten voor. Een coureur moet zijn bolide op de weg houden en zo hard mogelijk zijn rondjes rijden, sleutelen is voor de techneut. De handelingen die wel mogen geven de kaders voor het handelingsrepertoire wat geleerd en geoefend moet worden. Om echter ʻgoedʼ training te kunnen geven, is het wel noodzakelijk om het Thai/kickboksen ʻechtʼ te kennen, de structuren te doorgronden, er als het ware er een blauwdruk van te bezitten. Daarvoor moet je het spel proberen te analyseren door het gedegen te observeren. Hier volgt mijn poging4.
* De interactie tussen de spelers, de snelle rolwisseling tussen aanvaller en verdediger en de hoge actiesnelheid maakt het noodzakelijk de eigen handelingsintenties zo lang mogelijk verborgen te houden, dan wel deze van de tegenspeler zo vroeg mogelijk te ontdekken. (figuur 4 en 5)
B
Copyright © 2002 Bodycare
Dit maakt het spelinzicht, beslissingsvaardigheid en geconditioneerde skills tot de centrale elementen van het spel. Naarmate deze afwezig zijn, zullen fysieke kwaliteiten deze moeten compenseren. De handelingen worden met grote intensiteit (grote kracht gekoppeld aan hoge snelheid) c.q. power verricht, waarbij het spel interval-achtige karakterstructuren laat zien van korte, explosieve momenten gevolgd door momenten van herstel. Het is waarschijnlijk dit explosieve karakter, waardoor trainers besluiten krachttraining in het programma te implementeren. Aan de hand van deze omschrijving van Thai/ kickboksen kan ik mij een beeld vormen van
8
Jaargang 1, Nummer 3
moet een dergelijke spelanalyse, een analyse van de betreffende pupil én een analyse van de tegenstander de basis van het komende trainingsplan vormen! Pas dan kan men weloverwogen sturing aan de training geven.
THAI/KICKBOKS SPELSITUATIES Aanval
sit. 1
Aanval
sit. 2
Aanval
sit. 3
Inleiding Aanval
Repost
Contra repost
Herkennen Verdedigen Aanval
Inleiding Aanval
sit. 5
Kans zien Inleiding Aanval
sit. 6
Kans zien Inleiding Aanval
Herkennen Verdedigen Aanval
sit. 7
Kans zien Misleiden Uitlokken
Kans zien Aanval
SCOREN
Herkennen Verdedigen Aanval
sit. 4
Uitlokken
Herkennen Verdedigen Aanval
Uitlokken sit. 8
Doorzien Inleiding Misleiden Aanval
Doorzien Verdedigen Aanval © Bodycare 2002
de soort acties, betrokken bewegingsketens en spieren, de aangesproken energiesystemen, etc.5 Enige interpretaties. a. Thai/kickboksen kenmerkt zich door korte, explosieve acties van maximale inspanning gevolgd door korte perioden van actief herstel. b. Het heeft een hoge anaerobe component. c. De explosiviteit wordt vooral benut in de strekketen. d. De bewegingen zijn complex van aard. De duur van de wedstrijd, de toenemende vermoeidheid en het onlustgevoel maken het handhaven van de explosieve handelingsbekwaamheid en hoge concentratie bijzonder moeilijk.
Wanneer er in dit plan ruimte en noodzaak is voor weerstandstraining, dient dit niet alleen op juiste wijze geïntegreerd te worden met de reguliere Thai/kickboks training en het moment waarop de weerstandtrainingen in het totale trainingsplan moeten worden gepositioneerd. Verder verdienen vooral de OEFENSTOF keuze en de keuze van TRAININGSMETHODE grote aandacht. Stel, dat men (trainer en pupil) om welke reden (lees: tekortkoming) dan ook denkt aan krachttraining, dan is de eerste vraag: “IS HET MOGELIJK OM DEZE ZWAKHEID MIDDELS KRACHTTRAINING EFFICIËNT EN EFFECTIEF OP TE LOSSEN?”
Deze vraag kan uitsluitend zinvol beantwoord worden op basis van een verdieping naar de effecten van de verschillende weerstandstrai ningsmethoden en toepassingen én het effect van dergelijke trainingen op de prestatie. Tot dusverre ben ik dit niet tegengekomen.
Goede coaches en trainers dienen altijd vanuit een gedegen onderbouwde trainingsvisie te werken. Met een op basis van analyses en kennis samengesteld en weldoordacht trainingsplan met concrete doelen. Elk onderdeel van de training is doelgericht waarbij alle onderdelen als een puzzel in elkaar passen. In een optimale, professionele trainingssituatie
Koopman’s Trainings Visie
9
Jaargang 1, Nummer 3
3. Hoe en waarmee kan de trainer dit doen? Een volgende vraag waar een trainer mee geconfronteerd wordt, is hoe hij het probleem kan aanpakken en welke middelen hem hierbij ter beschikking staan. Indien hij besluit voor krachttraining te kiezen, dan moet hij om weloverwogen tot een besluit te kunnen komen, kennis hebben van krachttraining, de methoden, de oefenstof, de effecten en de transferwaarden. Welke soort krachttraining is belangrijk? Het is in het Thai/kickboksen van groot belang dat de handelingen niet alleen zo snel6 mogelijk plaatsvinden, maar ook zo krachtig mogelijk worden verricht. Vanzelfsprekend zouden instructeurs tijdens de trainingen veel aandacht aan deze aspecten moeten besteden.
kan nauwelijks nog gesproken worden. Het uitvoeren van langdurige, langzame bewegingen is immers is fataal voor het ontwikkelen van maximaal kracht, explosieve kracht of startkracht! En hierbij denk ik niet alleen aan het verrichten van eindeloze duurlopen ter verbetering van het uithoudingsvermogen of om gewicht te verminderen. Maar ook aan het m.i. zinloos touwtje springen, het futloos sparren, het lusteloos schaduwboksen, het eindeloos op de zak trappen. Ook hier kan nog veel vooruitgang geboekt worden. Thai/kickboksbewegingen moeten “intentioneel” worden verricht, explosief zijn zoals in de wedstrijd! Trappen en stoten moeten een ʻbiteʼ hebben! Kortom het doelloos trainen stimuleert doelloze bewegingen en is schadelijk voor de prestatie! De vragen welke nu gesteld zouden kunnen worden zijn: 1. ʻIs het mogelijk om de bewegingssnelheid te verbeteren?ʼ
Helaas toont de praktijk vaak een totaal ander beeld. Vaak worden handelingen langdurig en onder grote vermoeidheid verricht en 2. ʻWat is daarvoor (op dit moment) de beste volgehouden. Van snelle, explosieve bewegingen aanpak?ʼ
Koopman’s Trainings Visie
10
Jaargang 1, Nummer 3
Dit zou er toe kunnen leiden dat de uiteindelijke uitkomst krachttraining is. Hiervoor is inderdaad een theoretische basis aanwezig7. Mits de krachttraining gekoppeld is aan coördinatietraining8. Transfer van trainingseffecten hypothese Voor snelheidstraining worden de volgende argumenten gehanteerd. Hoe groter de belasting (weerstand, gewicht) van een individuele spier, des te langzamer zal de spiercontractie plaatsvinden. Als gevolg hiervan zal de absolute contractiesnelheid afhankelijk zijn van de reserve kracht, oftewel het verschil tussen de maximale kracht en de daadwerkelijk geleverde kracht. De reserve kracht is van primair belang voor de contractiesnelheid en voor de zelfde geleverde kracht. Dit combineert twee spiercontractie principes t.w. 1. Hoe sneller een spier samentrekt, des te minder kracht deze kan leveren;
Voor deze laatste twee aannames is weinig wetenschappelijke ondersteuning. Hierbij dient men zich te realiseren dat een belangrijk deel van de nieuw verworden kracht het gevolg is van een neuromusculaire reorganisatie (skills)9 en dat neuromusculaire patronen zich niet laten overdragen op andere activiteiten. MEN DIENT ZICH TE REALISEREN DAT KRACHTTRAINING DE PRESTATIE GEEN GOED DOET WANNEER DIT OP HET VERKEERDE MOMENT IN HET TRAININGSPLAN TOEGEPAST WORDT.
Als je door middel van niet-specifieke training (bijvoorbeeld krachttraining) probeert de specifieke Thai/kickboksprestatie te verbeteren, doe je er goed aan zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke acties te blijven. Tevens dient men zich te realiseren dat het zeer goed mogelijk is dat krachttraining het handelingsverloop en handelingssnelheid – zeker in het begin negatief kan beïnvloeden. 2. Top snelkracht wordt verworven als de spier Krachttraining verbetert de kracht het meest samentrekt in de buurt van 40 procent van bij de specifieke snelheid van bewegen waarin de maximale kracht de training word verricht. Naarmate meer Doorbordurend op deze logica zal als de van deze snelheid afgeweken wordt, wordt absolute kracht toeneemt ook de 40 procent ook de krachtwinst progressief kleiner. Ook van de maximale kracht toenemen, waardoor is aangetoond dat acties welke met maximale de power (snelkracht) verbetert. Eveneens snelheid worden uitgevoerd neurologische zal als de kracht toeneemt ook de snelheid bij aanpassingen veroorzaken, met andere woorden elke contractiesnelheid toenemen omdat het met hoge snelheid uitgevoerde bewegingen nieuwe krachtniveau het percentage niveau ook worden ontwikkeld op basis van een leerreactie. verbetert. De uiteindelijke conclusie hierbij is Een dergelijke training is neuraal en veroorzaakt dat een toename van kracht de absolute belasting geen fysiologische veranderingen in de spier10. lichter maakt. En als de belasting lichter is, zal de bewegingssnelheid hoger zijn. Ook ten aanzien van (maximale) kracht training Hierbij zij echter twee basis veronderstellingen (1RM squat) blijkt het moeilijk de winst hiervan van belang. te benutten in sportspecifieke bewegingen (sprong, sprint)11. 1. De nieuw verworden krachttoename moet specifiek genoeg zijn om exact benut te Als na een dergelijke afweging toch mag blijken worden in de specifieke kickboks acties; dat krachttraining de juiste keuze is, is het 2. De krachtveranderingen moeten opgenomen van belang trainingsmethoden en oefeningen en verwerkt worden in de neuromusculaire te kiezen (en eventueel te ontwerpen) handelingspatronen waarbij de eigenlijke kickboksacties zo dicht
Koopman’s Trainings Visie
11
Jaargang 1, Nummer 3
mogelijk worden benaderd. Het zal blijken dat de traditionele bodybuilding trainingen en oefeningen hierbij zeker niet de eerste keuze zijn.
een verschillend niveau hebben. Een bokser kan bijv. over snelle arm-, maar langzame been bewegingen beschikken (Hollmann/Hettinger 1980). Het snelkrachtvermogen hangt af van drie factoren (Bührle /Schmidtbleicher 1981) , t.w.:
Over snelkracht Bij krachttraining voor Thai/kickbokers denken we in eerste instantie aan snelkracht. Wat is snelkracht? Snelkracht (speed-strength) is het vermogen van het zenuwspiersysteem om weerstanden met een zo hoog mogelijke contractiesnelheid te overwinnen12. Het is de bekwaamheid om kracht aan snelheid te koppelen. Deze vorm van kracht wordt in de Engelstalige literatuur meestal aangeduid als ʻpowerʼ. Snelkracht is opgebouwd uit vier componenten t.w. 1. Startkracht 2. Maximale kracht
1. Van het aantal gelijktijdig geactiveerde motorische eenheden aan het begin van de beweging (= intramusculaire coördinatie); 2. Van de contractiesnelheid van de geleverde spiervezels. Zoals biomechanisch onderzoek heeft aangetoond is de grootte van de krachtimpuls bij het begin van de beweging direct gerelateerd aan het procentuele aantal type II vezels. Dit in tegenstelling tot de ontwikkeling van het krachtsmaximum, waarbij zowel type II vezels alsook type I vezels (ST= slow twitch vezels) actief zijn (Bosco/Komi 1975). 3. Van de contractiekracht van de geactiveerde spiervezels, d.w.z. van de spierdwarsdoorsnede.
3. Dynamische realisatie 4. Explosieve kracht. Recrutering van motorische eenheden bij het begin van de kontractie
1. Startkracht Startkracht is het vermogen om een zo snel Maximale kracht mogelijke krachttoename aan het begin van de Spierdwarsdoorsnede Snelkracht spiercontractie te kunnen realiseren. Het is de Vermogen van de Biomechanische voorwaarden mogelijkheid om onmiddellijk zo veel mogelijk dynamische realisatie spiervezels direct “te starten” c.q. zo veel Antagonisstisch remvermogen mogelijk motorische eenheden bij het begin van Explosieve kracht de spiersamentrekking te kunnen recruteren om Kontraktiesnelheid van de fasische spiervezels daardoor een grote aanvangskracht te kunnen De beïnvloedende faktoren en componeneten van de snelkracht (Bührle/Schmidtbleiger 1981) opwekken. Startkracht is prestatiebepalend bij bewegingen, waarbij een hoge beginsnelheid Het belang van snelkracht mag niet worden noodzakelijk is zoals b.v. Thai/kickboksen. onderschat. Het is namelijk dit soort bewegingen Bij lage weerstanden domineert de startkracht, die noodzakelijk is om de snelle spiervezels bij toenemende last en daarmee verlengde (fast twitch-spiervezel c.q. FT-vezel) te krachtinzet de explosieve kracht en bij zeer stimuleren. Langzame bewegingen doen dit grote lasten de maximale kracht (Letzelter niet, deze maken je juist trager. Sterker nog, 1975). Het maken van een snelle knockout stoot bij één en dezelfde persoon kan de snelkracht vereist enorme startkracht. in verschillende extremiteiten (armen, benen) Vanuit energetisch oogpunt spelen de Startkracht
Vernogen van willekeurige activering
© Bodycare 1999
Koopman’s Trainings Visie
12
Jaargang 1, Nummer 3
energierijke fosfaten (ATP, CP) bij maximale kracht ontwikkeling een beslissende rol. De maximale belasting leidt binnen enkele seconden tot volledige uitputting en een intracellulaire verzuring en daardoor tot een prestatieverval in het submaximale gebied. Het is daarom van het grootste belang om de aanzet van de beweging te maken voor de ATP depletie (binnen twee seconden gedurende een maximale spiercontractie). 2. Maximale kracht De dynamische maximale kracht is de grootste kracht, die het zenuwspiersysteem bij willekeurige contracties binnen een bewegingsverloop kan ontwikkelen. De maximale kracht is afhankelijk van de volgende drie componenten: 1. De fysiologische dwarsdoorsnede van de spier;
type II vezels op (Karlsson et al 1975). Het werken met een dergelijke intensiteit (aan en boven de 65% van het absolute prestatievermogen) vereist een uitgesproken motivatie en gaat gepaard met een sterke vermoeidheid. Het is zelfs de vraag of het zinvol is om in dit soort sporten langer te trainen dan maximaal 45 minuten. Dit is namelijk het tijdsbestek waarin een man zijn maximale testosteron productie niveau kan behouden. (Takano, NSCA, 1991). Vanuit deze wetenschap is het verstandig in de periodisering gebruik te maken van “splitsessions” (meerdere trainingen per dag).
2. De intermusculaire coördinatie (coördinatie tussen verschillende spieren welke bij de beweging betrokken zijn); 3. De intramusculaire coördinatie (coördinatie binnen één spier). Voor sporten zoals Thai/kickboksen waarbij delen van het eigen lichaam (hand. voet) versneld moeten worden en waarbij sprake is van gewichtsklasse is door middel van een intramusculaire coördinatieverbetering duidelijke krachttoename mogelijk zonder wezenlijke spierdwardoorsnede- en massatoename. De mate van samenhang tussen maximale kracht en bewegingssnelheid neemt toe naarmate de last (het te verplaatsen gewicht) toeneemt. Vooral de type II vezels doorsnede wordt door krachttraining vergroot. Bij trainingen met een intensiteit boven de 90% van het zuurstofopname vermogen of boven de 30% van de maximale isometrische contractiekracht treedt er een selectieve activering en daarmee energievoorraad-lediging en hypertrofie van de
Koopman’s Trainings Visie
13
Jaargang 1, Nummer 3
3. Explosieve kracht Explosieve kracht is het kunnen realiseren van een zo snel mogelijke krachttoename (krachttoename per tijdseenheid). Zodra de spiervezels eenmaal aangeschakeld zijn, is het de kwaliteit van de bokser ze aan te houden. De explosieve kracht is afhankelijk van 1. de contractiesnelheid van de motorische eenheden van de type II vezels, 2. het aantal gecontraheerde motorische eenheden en
Voorbeelden van explosieve kracht zijn b.v. het trekken en duwen van de tegenstander tijdens het clinchen of het maken van een afhouwer met de intentie de ander te lanceren. Het doel in dit gedeelte is de beweging een maximale “versnelling” mee te geven. Het moet er voor zorgen, dat de beweging uitgevoerd is vóór dat er te veel spiercellen zo vermoeid zijn dat de beweging niet meer (zo als gewenst) kan worden voltooid.
3. de contractiekracht van de geactiveerde vezels.
Koopman’s Trainings Visie
14
Jaargang 1, Nummer 3
4. Hoe kan een kickboks krachttraining plaatsvinden? Power is de snelheid waarmee arbeid wordt verricht. Power wordt ook gedefinieerd als “kracht vermenigvuldigd met versnelling” Zo vereist het zeer snel verplaatsen van een zwaar gewicht meer power dan het langzaam verplaatsen ervan. De eigenschap kracht zie ik vooral als een mogelijkheid om blessures te beperken en in cliche situaties overwicht te verkrijgen. Power daarentegen is voor mij een eigenschap om het kickboks-gedrag functioneel te ondersteunen. Met deze kennis op zak kunnen we stellen dat de algemeen toegepaste krachtoefeningen met toestellen, waarbij geïsoleerd rond één gewricht geoefend wordt (bv. een triceps-extentie), leuk is voor een esthetische effect, maar nauwelijks nog thuis hoort in het trainingsprogramma van de Thai/kickboxer. De problemen bij geïsoleerde oefeningen is, dat 1. de coördinatie niet mee geoefend wordt, waardoor de bewegingsuitvoering verstoord kan worden, 2. het niet goed mogelijk is om de oefening met een noodzakelijke ʻimpulsʼ uit te voeren en 3. de eventuele krachtsvermeerdering nauwelijks positief kan worden benut in de beweging. Wil je de training zinvoller invullen, dan ligt de keuze voor ʻcomplexeʼ oefeningen voor de hand. Met complexe oefeningen bedoel ik oefeningen waarbij (bijvoorkeur) de gehele strek- of buigketen wordt getraind. Goede voorbeelden hiervan zijn de gewichtheffers oefeningen als ʻclean and jerkʼ en ʻsnatchʼ. Ook is het absoluut noodzakelijk om bij het selecteren om bij het selecteren van drills en oefeningen voor power training de snelheid van de oefening te observeren. Zo duurt het uitvoeren van een oefening als een deadlift met een gemiddeld tot zwaar gewicht ongeveer
Koopman’s Trainings Visie
2–4 seconden. Een volledige “clean” onder de zelfde belastingsvoorwaarden uitvoeren duurt daarentegen zoʼn 0,09 seconden. Deadlift en squat zijn geen langzame oefeningen, maar kosten meer tijd oom uit te voeren dan power cleans of snatches. Snelheid is een belangrijke powercomponent, daarom lijkt het mij wijs om dergelijke oefeningen te benutten. Van deze oefeningen en trainingen is bekend dat zij de explosieve kracht kunnen verbeteren. De belangrijkste reden dat de explosiviteit door dergelijke trainingen toeneemt, is het gevolg van de bekwaamheid van het centraal zenuw stelsel om de coordinatie van de geactiveerde spieren bij een specifieke bewegingsvaardigheid te verbeteren. Onze spieren zijn geneigd compromissen aan te gaan bij de inzet van snelle en langzame motor units. Bij power willen we de snelle vezels recruteren en trainen. De te verwachte trainingseffecten van een dergelijk programma kunnen zijn:13 - verhoogd metabolisme - wijziging lichaamscompositie - specifieke toename kracht-tijd karakteristiek - verhoogde explosieve kracht (power) levering Het laatste aspect is voor kickboksers het meest belangrijke. De door gewichtheffers gebruikte explosieve training kan een bijdrage tot verhoging van de explosieve kracht van het hele lichaam leveren. Dit is onder meer aangetoond in een onderzoek onder top gewichtheffers (WL), powerlifters (PL), sprinters en ongetrainde personen (C) 14. In dit onderzoek moesten de deelnemers met belasting (gerelateerd aan het lichaamsgewicht) sprongen uitvoeren. Het resultaat toonde aan dat de groep gewichtheffers de grootste ʻpowerʼ leverde. (zie figuur 6) Ook in ander onderzoek15 werd geconstateerd
15
Jaargang 1, Nummer 3
Tot slot … Ter volledigheid en tot slot rest mij het één en ander in overweging te geven. Een veel voorkomende misvatting is, dat fundamentele vaardigheden door middel van uiteenlopende drills en verschillende activiteiten getraind kunnen worden. Men denkt hierbij dat door een sterkere mogelijkheid de bokser groeit in zijn prestatie.17 Dergelijke pogingen om fundamentele vaardigheden te training klinken goed, maar meestal werken ze gewoonweg niet. Tijd en vaak ook geld zouden beter besteed zijn aan het beoefenen van daadwerkelijke doelvaardigheden.
dat gewichtheffers (WL) op elk percentage van de maximale 1 RM squat een hogere ʻpower outputʼ leverden dan powerlifters (PL), worstelaars (WREST) en ongetrainden (O) (figuur 7).
Op basis van o.a. deze onderzoeken mag verondersteld worden dat gewichthefferstraining nuttig kan zijn voor de ʻpower van het gehele lichaam. De keuze voor deze aanpak in een Thai/kickboks-weerstandsprogramma lijkt de meest voor de hand liggende. Oefenstof Ten aanzien van de keuze van oefeningen zal de trainer zijn deskundigheid en creativiteit moeten aanspreken. Traditionele oefeningen zoals de bench press zijn ongeschikt o.m. vanwege het geisoleerde karakter, het bewegingsverloop en de uitgangshouding. Voor ideeën en de trainingsaanpak verwijs ik naar het artikel ʻAfafAʼs weerstandstraining conceptʼ16.
Koopman’s Trainings Visie
16
Jaargang 1, Nummer 3
Wetenschappelijk onderzoek toont:
Het is niet mijn bedoeling je te vermoeien met stapels wetenschappelijke bevindingen, niet terzake doende gegevens of obscure data om mijn standpunt te onderschrijven. In plaats daarvan geef ik in het kort een aantal duidelijke bevindingen. 1. Er is een duidelijke relatie tussen de maximale snelkracht levering van een skeletspier en het percentage FT-vezels in deze spier (Bosco et.al., 1983; Hakkinen et. al., 1984). 2. Hypertrofie (omvangtoename) van de spiervezel treedt voornamelijk op in FT-vezels (in het bijzonder in Type IIb vezels als deze gestimuleerd worden door omliggende satelliet cellen) als een response op krachttraining, en van explosieve krachttraining in het bijzonder (Hakkinen et.al., 1985; Thorstensson et. al., 1976; Connelly, 1992).
7. Krachttraining in combinatie met duurtraining kan duurprestaties waarbij af en toe explosieve momenten nodig zijn verbeteren (Dudley & Fleck, 1987). 8. Duurtraining gecombineerd met gewichtentraining (b.v. om de dag) belemmert de optimale kracht, power en omvangontwikkeling in de spier (Hickson, 1980; Dudley & Djamil, 1985). 9. Duurtraining in samenwerking met krachttraining botst sterk met de bekwaamheid van een sporter om explosieve prestaties te leveren. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de adaptieve reacties in de spier (Hickson, 1980; Dudley & Djamil, 1985; Dudley & Fleck, 1987).
10. Geen van bovenstaande bevindingen uit onderzoek van voor 1987 is het resultaat van een staat van overtraining of slechte onderzoeksresultaten (Dudley & Fleck, 1987). We mogen dus aannemen dat 3. Het maximale vermogen voor explosieve deze bevindingen juist zijn en serieus in acties wordt bepaald door de FT-samenstelling overweging moeten worden genomen door van de spier (Hakkinen et. al 1985), en coaches en sporters. waarschijnlijk door de aard van de ATPase 11. Het mechanisme waarbij power, omvang secretie bij de respectievelijke vezel en maximaal kracht wordt beperkt als gevolg brugverbindingtjes (Connelly, 1992). van duurtraining is zeer waarschijnlijk: 4. Duurtraining vermindert de bekwaamheid van 1) mechanische destructie van bestaande het neuro-musculaire systeem voor maximale witte (fast-twitch) vezels, in het bijzonder snelkracht prestaties (Dudley & Fleck, 1987). door het excentrisch deel van de herhaalde beweging, 2) hun vervanging door rode 5. Verticale sprong bekwaamheid -- een FT-spier (slow-twitch) vezels, en 3) enzymatische en functie – neemt af met duurtraining (Bosco et. neuro-musculaire veranderingen welke meer al 1983; Ono et. al. 1976). geschikt zijn voor langzame, duur bewegingen 6. Krachttraining met gewichten leidt niet (Armstrong, 1987; Connelly, 1992). of nauwelijks tot toename van de aerobe power (max VO2 opname), maar verbetert duidelijk het anaerobe uithoudingsvermogen (kortdurend krachtuithoudingsvermogen zoals b.v. noodzakelijk is in sprinten, voetbal, boksen, etc.) (Hickson et. al., 1980).
Koopman’s Trainings Visie
17
Jaargang 1, Nummer 3
Enig Praktisch Advies Als je langzame bewegingen maakt is dat precies wat je traint: Langzame Bewegingen! Niet meer, niet minder. Je wordt dus niet sneller, maar trager! Dus als je tijdens het sparren, schaduwboksen, zak- of pads training moe of lui bent, is het verstandiger om dan niet door te gaan. Je traint dan immers de slow-twitch vezels, wat niet alleen onnodig, maar zelfs ONGEWENST is! Dus bij vermoeidheid: gewoon stoppen! Je training wordt contraproductief. Het is immers voor een sprinter toch ook super onzinnig om deze prestatie te willen verbeteren door marathons te lopen! Als je als wedstrijdvechter het maximale wilt bereiken, dan is het verstandig zelfs noodzakelijk om hierin een professionele houding aan te nemen. De tijd en energie, die je aan trainen besteedt zo goed mogelijk te benutten. TRAIN VERSTANDIG, TRAIN SPECIFIEK! En dagelijkse training. Op de trainingsdag zelf wordt reeds de grootste krachttoename (56% bij ongetrainden) geboekt. Om dit gunstige effect optimaal te benutten is het raadzaam om ten minste dagelijks te trainen. Vakantie en rust is fataal. Bij volledige rust kan de spier al in het verloop van één week tot ca. 30 % van zijn kracht verliezen! Een deskundige trainer (of zo mogelijk nog beter een begeleidingsteam) kan van grote betekenis zijn. Het credo hierbij is: KIES JE TRAINER ZORGVULDIG !
Advies aan trainers Beperk je tot dat wat in het sparren en in de wedstrijd nodig is en train dat op een geëigende wijze. Stop met het eindeloos rondjes rennen, maar laat de boksers intensief en explosief
Koopman’s Trainings Visie
bewegen18. Intensiteit is veel belangrijker dan omvang! Het is relatief gemakkelijk om iemand binnen twee minuten conditioneel te slopen, maar wat bewijs je daarmee? Het is van belang de juiste dingen te (laten) doen! Als trainingsmethoden komen in aanmerking: 1. de wedstrijdmethode; 2. de Intensieve Interval Methode 3. de Herhalingsmethode en zeker geen Duurmethode! Zie in bovenstaande schema (Meerson 1973; Hollmann 1976) het verschil in fysiologische reacties op duur en krachttraining. Ook in het geval van gewichtsreductie (vetvermindering) is duurtraining een héle, héle slechte keuze. Het gewicht dient het gehele jaar door onder controle te worden gehouden en het vetpercentage mag niet meer dan twee procent van het doelgewicht afwijken. Een voedingsanamnese en analyse is hierbij zeer aan te bevelen. Goede begeleiding betekent: INDIVIDUELE BEGELEIDING.
Sporters algemeen Zowel anaerobe als aerobe kracht kan tot ver boven de norm verbeterd worden door elementen uit beiden te combineren. Je kunt in feite je uithoudingsvermogen maximaal verbeteren terwijl je ook kracht traint. Zoals uit bovenstaande is gebleken, is het niet mogelijk het maximale uit je krachttraining te halen, waaneer je daarbij duurtraining doet. Voor sporten waarbij de maximale kracht en power minder belangrijk zijn, zoals voetbal, basketbal, midden-lange afstand lopen en zwemmen, maar waarbij een goed krachtuith oudingsvermogen van essentieel belang is, is een mix van anaerobe drempel training met gewichten een noodzaak. (anaerobe krachtuithou
18
Jaargang 1, Nummer 3
dingsvermogen).
Akademie-NSF) 5
Voor sporters zoals sprinters, kogelstoters en gewichtheffers is een normaal zuurstofopname vermogen (45 - 55 ml/02 per kg of lichaamsgewicht per minuut) voldoende. Aanvullend aerobe training is dan absoluut contra-productief voor het gestelde trainingsdoel.
aanpak kickboks-trainingsplanʼ. 6
motorische acties (cyclisch) c.q. een afzonderlijke motorische actie (acyclisch) in een onder de gegeven omstandigheden minimale tijd te volbrengen. 7
Year Book Medical Publishers.
Helaas zijn (vechtsport)trainers nochtans niet in staat om met enige 8
explosive isometrics on martial-art kicks and palm strikes. Medicine and
gebrek aan visie en kennis maar wat doet. Ik nodig een ieder uit om mij
Science in Sports and Exercise, 31(5). 9
Learning to get strong; Patten, C., Kamen, G., Rowland, D., & Du, C. C.
Niet voor niets heerst in de vechtsporten nogsteeds een slavenmoraal
(1995). Rapid adaptations of motor unit firing rate during the initial phase
waarbij – op basis van eigen onvermogen en kennisgebrek- ʻde-senseiʼ
of strength development. Medicine and Science in Sports and Exercise,
heilig verklaard is. Een soort van ʻbefehl-ist-befehlʼ ethiek waarbij de
27(5), Supplement abstract 34.
superieur altijd gelijk heeft.
4
Olsen, P. D., & Hopkins, W. G. (1999). The effect of weight training and
in de wedstrijdsituatie te voorspellen. Concreet betekent dit, dat men bij
hierbij van het tegendeel te overuigen.
3
Theoretical basis for doing strength work to improve speed; Stegeman, J. (translated by J. S. Skinner). (1981) Exercise physiology. Chicago, IL:
zekerheid het effect van hun trainingen op het gedrag van hun pupillen
2
Snelheid is het vermogen om op basis van het ongeremde verloop van processen en het vermogen van musculatuur om kracht te ontwikkelen,
Voetnoten 1
Voor meer informatie hierover verwijs ik u naar mijn ʻSchematische
10
Specificity of strength training; Behm, D. G., & Sale, D. G. (1993).
Hier is bewust gekozen voor enkelvoud omdat de unieke eigenschappen
Intended rather than actual movement velocity determines velocity-
van de ene niet hoeven te gelden voor de ander
specific training response. Journal of Applied Physiology, 74(1), 359-368.
Peter Koopman, Notitie Opleiding Kickboksen, 1988 (Nationale Sport
Koopman’s Trainings Visie
11
19
Strength training effects do not transfer; Hetzler, R. K., DeRenne, C.,
Jaargang 1, Nummer 3
Buxton, B. P., Nelson, K. R., Seichi, G. M., Chai, D. X., & Ho, K. W. (1994). Effect of 12 weeks of strength training on anaerobic power in pubescent male athletes. Medicine and Science in Sports and Exercise, 26(5), Supplement abstract 469. 12 13
Harre 1976; Frey 1977 Mike Stone & Michael Gatton; the Use Of Weightlifting Pulling
T@LK TO ME_______________ Voor vragen of opmerkingen betreffende dit artikel of zaken van trainings technische aard en begeleiding: Peter Koopman, email:
[email protected] © 2003, AfafA Publicatie, Zandvoort
Movemens in Sport; USOC Sport Science & Coaching, USA). 14
McBride et al. (1999)
15
Stone and Stone (2001)
16
Inventarisatie van weerstandsoefenstof en trainingsmethoden toegepast,
InSite Info
ontwikkeld en/of gemodificeerd door P. Koopman bij AfafA 17
Ken Mannie Head Strength & Conditioning Coach at Michigan State University
18
Nog steeds zijn er trainers die vasthouden aan trainingsopvattingen waarvan de houdbaarheidsdatum al lang verstreken is. Trainers met beschimmelde ideeën, die nog steeds denken dat je van krachttraining langzaam en stijf wordt, of juist dat het uitvoeren van krachttraining
Kijk voor meer informatie over Thai/ kickboksen b.v. op de volgende sites: www.k-1.nl/ www.nkbb.f2s.com/ www.MAN-magazine.nl/ www.ringsports.nl/ www.martial-arts.shoto.com/ www.peteraerts.com/ www.ernestohoost.com/
sloom moet gebeuren, of dat de afstand welke je kunt hardlopen iets te maken heeft met het uithoudingsvermogen van Thai/kickboxers. 19 20
Christy Niemeyer; Eens een sprinter altijd een sprinter Skeletal Muscle in health ans disease A textbook of muscle physiology, D.A. Jones and J. M. Round, I990
21
Exercise and Sport Science Reviews, ACSM Volume 24, I996
Koopman’s Trainings Visie
20
Jaargang 1, Nummer 3