Vooruitlopend hierop is sinds 1998 het gebruik van deze stoffen met 70% afgenomen. In toenemende mate gebruikt de Nederlandse diervoederindustrie veilige alternatieven zoals organische zuren, met een vergelijkbaar gezondheidsbeschermend effect. Op deze manier wordt voorkomen dat het gebruik van antibiotica als diergeneesmiddel toeneemt. Medicijnen worden alleen aan voer toegevoegd op attest van een dierenarts. Uitsluitend mengvoederbedrijven met een speciale vergunning van het productschap mogen dit gemedicineerde voer produceren. IKB kent extra eisen voor het gebruik van diergeneesmiddelen. Voor gemedicineerd varkensvoer betekent dit dat uitsluitend antibiotica mogen worden gebruikt die voorkomen op de Positieve Lijst Diergeneesmiddelen voor IKB-varkensbedrijven.
Monitoring stoffen
De GMP+-borgingssystematiek voorkomt dat ongewenste stoffen en producten, zoals zware metalen, pesticiden en residuen in diervoeders terechtkomen. Om verontreinigingen met residuen en microbiologische besmettingen tegen te gaan, richt de systematiek zich ook op de hygiënische productie van diervoeder. Alle GMP+-bedrijven hebben toegang tot een centrale databank met gegevens over ongewenste stoffen en producten. De databank bevat onder meer monitoringsgegevens van de deelnemende bedrijven en de resultaten van jaarlijks onderzoek dat het Productschap Diervoeder op specifieke parameters in relevante grondstoffen uitvoert. Het monitoringsprogramma van het pro-
GMO Gebruikte grondstoffen kunnen voor een gedeelte afkomstig zijn van geïmporteerde genetisch gemodificeerde gewassen (GMO’s) die voor menselijke consumptie zijn geteeld. De aanwezigheid van deze grondstoffen wordt conform de Europese wetgeving op het diervoederetiket vermeld. Op deze wijze is er keuzevrijheid voor de veehouder en is het mogelijk bij voldoende marktvraag een productieketen te vormen van producten van dieren die uitsluitend zijn
De beste kwaliteitsborging voor vlees én diervoeder komt uit Nederland
gevoerd met diervoeder zonder GMO.
Inkopers van vlees die specifieke wensen hebben ten aanzien van voer, kunnen daarover aanvullende afspraken maken met de Nederlandse producenten en exporteurs. Dit uiteraard voor zover de eisen technisch en financieel realiseerbaar zijn.
Voor meer achtergrondinformatie over het kwaliteitsbeleid van de Nederlandse diervoederbranche: zie de site van het Productschap Diervoeder: www.pdv.nl De informatie is ook in het Duits en het Engels beschikbaar.
ductschap is mede opgezet als onafhankelijke verificatie van analysegegevens die de diervoederbedrijven beschikbaar stellen. Kwaliteitsborging van diervoeder is in Nederland een gemeenschappelijk, nationaal belang. Transparantie en openheid van zaken ondersteunen dit belang.
Deze brochure is een gemeenschappelijke uitgave van het Voorlichtingsbureau Vlees en het Productschap Diervoeder.
Correspondentieadres: Louis Braillelaan 80
Stadhoudersplantsoen 12
Postbus 878, 2700 AW Zoetermeer
Postbus 29739, 2502 LS Den Haag
Tel. +31 (0)79 3634949, Fax +31 (0)79 3634951
Tel. +31(0)70 3708503, Fax +31(0)70 3708290
Internet www.hollandmeat.nl
Internet www.pdv.nl
E-mail
[email protected]
E-mail
[email protected]
Het in Nederland gehanteerde en internationaal erkende systeem voor borging van de diervoederkwaliteit staat bekend onder de naam GMP+ (Good Manufacturing/Managing Practice). Het omvat de hele diervoederketen, van producenten en leveranciers van grondstoffen, voormengsels en voeders in binnen- en buitenland tot en met op- en overslagbedrijven, transporteurs en veehouders. De eisen van dit borgingssysteem gaan verder dan wat op grond van nationale wetgeving en EU-regelgeving verplicht is. GMP+ beoogt de volledige uitsluiting van mogelijke risico’s voor mens, dier en milieu. Het motto van GMP+ is ‘Safe Feed Safe Food’.
Voer met GMP+-label verplicht
De Nederlandse vee- en vleessector heeft wereldwijd een naam hoog te houden als betrouwbare leverancier van kwaliteitsproducten. Alle schakels in de keten passen daarom strenge kwaliteitsprincipes toe. De systeemcontrole die deze kwaliteit waarborgt heet Integrale Keten Beheersing (IKB). Deze wordt internationaal erkend als het meest overtuigende kwaliteitsborgingssysteem in Europa voor de productie van varkensvlees. Dat geldt ook op het gebied van traceerbaarheid en het dierenwelzijn. In het kader van deze kwaliteitsborging worden ook aan de voeders voor de dieren in de IKB-keten zeer strenge eisen gesteld.
Veehouders die onder IKB produceren, zijn verplicht diervoeder te gebruiken van een leverancier met een GMP+-certificaat. Die verplichting geldt voor varkenshouders (IKB Varken), rundveehouders (IKB Rund), vleeskalverhouders (IKB Kalf), vleeskuikenhouders (IKB Kip) en legpluimveehouders (IKB Ei). Melkveehouders zijn verplicht GMP+-voeder te gebruiken als zij deelnemen aan het project Keten Kwaliteit Melk (KKM). IKB-inspecteurs controleren of het diervoeder daadwerkelijk van GMP+- gecertificeerde bedrijven wordt betrokken. Een bedrijf met een GMP+-certificaat moet op elk moment aan elke afnemer en controlerende instantie kunnen aantonen dat het de beschreven kwaliteitsbewaking daadwerkelijk toepast.
Voercontrole op basis HACCP-systematiek
De Nederlandse diervoedersector past met GMP+ hetzelfde internationaal erkende, proactieve borgingssysteem toe als de levensmiddelenindustrie. GMP+ is een op de systematiek van ISO-9001
Kwaliteitsbewaking Bedrijfslaboratoria In de bedrijven mag diervoederonderzoek uitsluitend worden uitgevoerd door laboratoria die voldoen aan de Laboratoriumcode bedrijfsinterne controle diervoedersector van het Productschap Diervoeder. Deze Labcode bevat voorschriften voor de analysemethoden en de kwaliteitsbewaking van de bedrijfslaboratoria. Het doel van deze Labcode is zeker te stellen dat de metingen goed en betrouwbaar worden uitgevoerd.
voornamelijk uit graan, graanvervangers en droge of gedroogde bijproducten uit de voedingsmiddelenindustrie. Vrijwel al het in Nederland geproduceerde mengvoer wordt gemaakt door GMP+gecertificeerde diervoederbedrijven. De meeste varkens krijgen hun voer in de vorm van droge, geperste korrels. Het aandeel varkens dat met brijvoer wordt gevoerd stijgt. In brijvoer worden vochtige bijproducten uit de humane voedingsmiddelenindustrie verwerkt. De kwaliteitsregeling GMP+-diervoeder geldt ook voor producenten die rechtstreeks vochtige bijproducten uit de levensmiddelenindustrie als varkensvoer aanbieden. Het mengvoer voor varkens is voorzien van een etiket dat de belangrijkste gegevens over het gebruik en de samenstelling vermeldt. Voor enkelvoudige (bij)producten is de vermelding op het etiket geregeld. Hiervoor gelden specifieke etiketteringeisen.
gebaseerd kwaliteitszorgsysteem voor de levering en productie van diervoeder. De systematiek van HACCP (Hazard Analysis & Critical Control Points) is in GMP+ geïntegreerd. Alle leveranciers van enkelvoudige voedermiddelen en mengvoeders zijn verplicht hun GMP+-systeem volgens de principes van HACCP in te richten. Zij maken een gevarenanalyse van hun productieproces en bepalen de kritische punten. Hierop stemmen zij de kwaliteitsbewaking af. Elke ondernemer moet kunnen aantonen, dat de veiligheid van het voer via een kwaliteitsbeheersingssysteem en een gecontroleerd productieproces is geborgd. Alle grondstoffen worden aan een risicoanalyse onderworpen. GMP+-diervoederbedrijven gebruiken alleen voedermiddelen waarvan de kwaliteit voldoende kan worden gewaarborgd. Deze voedermiddelen zijn op een lijst met toegelaten grondstoffen geplaatst. De GMP+-bedrijven mogen geen andere voedermiddelen verwerken of verhandelen.
Extra zekerheid De HACCP-systematiek is een toevoeging aan de al langer bestaande kwaliteitsborgingsregeling GMP (Good Manufacturing/
���� ���� ��� ���� ��
���� ���� ��� ���� ��
���� ��� ���
Het varkensvoer van de Nederlandse diervoederindustrie bestaat
���� ���� ����� ���� ��� ��
���� ���� ����� ���� ��� ��
���� ���� ���� �
Nederlands varkensvoer
���� ��� ��
���� ���� ��� ��� ��� � ���� ��� ���
���� ��� ��
�������� ��
���� ���� ��� ���
���� ���� ��� �
Mananging Practice). De combinatie van de kwaliteitssystemen GMP+-diervoeder met HACCP en IKB biedt extra zekerheid van kwaliteitsbeheersing in de hele productieketen en maximale veiligheid voor mens, dier en milieu. De Nederlandse diervoederindustrie is de eerste in Europa die de HACCP-systematiek heeft ingevoerd. Het GMP+-certificatieschema is opgesteld door het Productschap Diervoeder, een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, waarin alle geledingen van de diervoedersector samenwerken. De kwaliteitsborgingsregels zijn opgesteld in nauw overleg met de verwerkende sectoren (vlees, zuivel, pluimveevlees, eieren). Het eerste GMP+certificatieschema is in 1992 vastgesteld. Sindsdien is het certificatieschema steeds verder aangescherpt en aangepast aan zich voortdurend wijzigende inzichten en aan recente ontwikkelingen. Afzonderlijke bedrijven in de diervoedersector voeren daarnaast in veel gevallen ook een eigen, aanvullend kwaliteitsbeleid.
Uitsluitend toegelaten grondstoffen In de EU is een aantal producten niet toegelaten als diervoedergrondstof, bijvoorbeeld huishoudelijk afval en bepaalde dierlijke eiwitten. De Europese lijst met niet-toegelaten diervoedergrondstoffen is in Nederland met enkele producten aangevuld. Deze negatieve lijst geldt voor alle Nederlandse diervoederbedrijven. GMP+-bedrijven gaan echter verder. Voor deze bedrijven is een positieve lijst met ruim vijfhonderd diervoedergrondstoffen van kracht. Voedermiddelen worden alleen op deze lijst geplaatst als ze een risicoanalyse hebben ondergaan. Als deze analyse aantoont dat de kwaliteit niet voldoende kan worden gewaarborgd, wordt het voedermiddel niet op de lijst geplaatst. Risicobeoordelingen met een positief resultaat worden opgenomen in de Databank Risicobeoordelingen van het Productschap Diervoeder.
Early Warning & Respons System Het kwaliteitsprogramma van het Productschap Diervoeder voorziet daarnaast in een Early Warning & Respons System (EWS) voor het tijdig signaleren en afdoende oplossen van potentiële risico’s voor mens en/of dier, die zich ondanks de preventieve kwaliteitsborging toch zouden kunnen voordoen. De diervoedersector is bovendien in staat door een goed systeem van Tracking and Tracing van partijen grondstoffen en diervoeders – in geval van besmetting met een ongewenste stof – snel (soms binnen enkele uren) een recall te organiseren en de bron te identificeren.
Wereldwijde navolging GMP+ GMP+ krijgt wereldwijd inmiddels steeds meer navolging van leveranciers van diervoedergrondstoffen. Inmiddels passen wereldwijd enkele duizenden diervoederbedrijven GMP+ of een hieraan gelijkwaardig kwaliteitsborgingssysteem toe. Binnen de EU gaat het vooral om producenten van (meng)voeders en voormengsels. Elders in de wereld betreft het veelal leveranciers van diervoedergrondstoffen aan GMP+-gecertificeerde handelaren en producenten in Nederland, België en Duitsland.
Onafhankelijke certificatie Of diervoeder aan alle wettelijke eisen voldoet, wordt gecontroleerd door verschillende instanties. Op de naleving van het GMP+-certificatieschema wordt toegezien door onafhankelijke, geaccrediteerde certificatie-instellingen die zijn geaccepteerd door het Productschap Diervoeder. Doordat ze voldoen aan de Europese norm EN 45011 kunnen deze instellingen hun onafhankelijkheid en kwaliteit van werken waarborgen. De certificatie-instellingen kunnen op basis van geconstateerde overtredingen sancties opleggen aan bedrijven die de GMP+-regels overtreden. De sancties kunnen variëren van een extra controle tot schorsing of intrekking van het GMP+-certificaat.
Toevoegingsmiddelen en diergeneesmiddelen
De GMP+-certificatieregeling is in het bijzonder ook gericht op de borging van de kwaliteit en de verwerking van toevoegingsmiddelen en diergeneesmiddelen. Toevoegingsmiddelen zijn bijvoorbeeld vitaminen, sporenelementen en kleurstoffen. Voormengsels bestaan uit een mix van toevoegingsmiddelen. Conform de EU-wetgeving hebben alle bedrijven die (meng)voer produceren en daaraan een voormengsel of een toevoegingsmiddel toevoegen, een vergunning nodig. Het gebruik van antibiotische toevoegingsmiddelen in Nederland wordt conform de Europese wetgeving in 2006 verboden.
Het in Nederland gehanteerde en internationaal erkende systeem voor borging van de diervoederkwaliteit staat bekend onder de naam GMP+ (Good Manufacturing/Managing Practice). Het omvat de hele diervoederketen, van producenten en leveranciers van grondstoffen, voormengsels en voeders in binnen- en buitenland tot en met op- en overslagbedrijven, transporteurs en veehouders. De eisen van dit borgingssysteem gaan verder dan wat op grond van nationale wetgeving en EU-regelgeving verplicht is. GMP+ beoogt de volledige uitsluiting van mogelijke risico’s voor mens, dier en milieu. Het motto van GMP+ is ‘Safe Feed Safe Food’.
Voer met GMP+-label verplicht
De Nederlandse vee- en vleessector heeft wereldwijd een naam hoog te houden als betrouwbare leverancier van kwaliteitsproducten. Alle schakels in de keten passen daarom strenge kwaliteitsprincipes toe. De systeemcontrole die deze kwaliteit waarborgt heet Integrale Keten Beheersing (IKB). Deze wordt internationaal erkend als het meest overtuigende kwaliteitsborgingssysteem in Europa voor de productie van varkensvlees. Dat geldt ook op het gebied van traceerbaarheid en het dierenwelzijn. In het kader van deze kwaliteitsborging worden ook aan de voeders voor de dieren in de IKB-keten zeer strenge eisen gesteld.
Veehouders die onder IKB produceren, zijn verplicht diervoeder te gebruiken van een leverancier met een GMP+-certificaat. Die verplichting geldt voor varkenshouders (IKB Varken), rundveehouders (IKB Rund), vleeskalverhouders (IKB Kalf), vleeskuikenhouders (IKB Kip) en legpluimveehouders (IKB Ei). Melkveehouders zijn verplicht GMP+-voeder te gebruiken als zij deelnemen aan het project Keten Kwaliteit Melk (KKM). IKB-inspecteurs controleren of het diervoeder daadwerkelijk van GMP+- gecertificeerde bedrijven wordt betrokken. Een bedrijf met een GMP+-certificaat moet op elk moment aan elke afnemer en controlerende instantie kunnen aantonen dat het de beschreven kwaliteitsbewaking daadwerkelijk toepast.
Voercontrole op basis HACCP-systematiek
De Nederlandse diervoedersector past met GMP+ hetzelfde internationaal erkende, proactieve borgingssysteem toe als de levensmiddelenindustrie. GMP+ is een op de systematiek van ISO-9001
Kwaliteitsbewaking Bedrijfslaboratoria In de bedrijven mag diervoederonderzoek uitsluitend worden uitgevoerd door laboratoria die voldoen aan de Laboratoriumcode bedrijfsinterne controle diervoedersector van het Productschap Diervoeder. Deze Labcode bevat voorschriften voor de analysemethoden en de kwaliteitsbewaking van de bedrijfslaboratoria. Het doel van deze Labcode is zeker te stellen dat de metingen goed en betrouwbaar worden uitgevoerd.
voornamelijk uit graan, graanvervangers en droge of gedroogde bijproducten uit de voedingsmiddelenindustrie. Vrijwel al het in Nederland geproduceerde mengvoer wordt gemaakt door GMP+gecertificeerde diervoederbedrijven. De meeste varkens krijgen hun voer in de vorm van droge, geperste korrels. Het aandeel varkens dat met brijvoer wordt gevoerd stijgt. In brijvoer worden vochtige bijproducten uit de humane voedingsmiddelenindustrie verwerkt. De kwaliteitsregeling GMP+-diervoeder geldt ook voor producenten die rechtstreeks vochtige bijproducten uit de levensmiddelenindustrie als varkensvoer aanbieden. Het mengvoer voor varkens is voorzien van een etiket dat de belangrijkste gegevens over het gebruik en de samenstelling vermeldt. Voor enkelvoudige (bij)producten is de vermelding op het etiket geregeld. Hiervoor gelden specifieke etiketteringeisen.
gebaseerd kwaliteitszorgsysteem voor de levering en productie van diervoeder. De systematiek van HACCP (Hazard Analysis & Critical Control Points) is in GMP+ geïntegreerd. Alle leveranciers van enkelvoudige voedermiddelen en mengvoeders zijn verplicht hun GMP+-systeem volgens de principes van HACCP in te richten. Zij maken een gevarenanalyse van hun productieproces en bepalen de kritische punten. Hierop stemmen zij de kwaliteitsbewaking af. Elke ondernemer moet kunnen aantonen, dat de veiligheid van het voer via een kwaliteitsbeheersingssysteem en een gecontroleerd productieproces is geborgd. Alle grondstoffen worden aan een risicoanalyse onderworpen. GMP+-diervoederbedrijven gebruiken alleen voedermiddelen waarvan de kwaliteit voldoende kan worden gewaarborgd. Deze voedermiddelen zijn op een lijst met toegelaten grondstoffen geplaatst. De GMP+-bedrijven mogen geen andere voedermiddelen verwerken of verhandelen.
Extra zekerheid De HACCP-systematiek is een toevoeging aan de al langer bestaande kwaliteitsborgingsregeling GMP (Good Manufacturing/
���� ���� ��� ���� ��
���� ���� ��� ���� ��
���� ��� ���
Het varkensvoer van de Nederlandse diervoederindustrie bestaat
���� ���� ����� ���� ��� ��
���� ���� ����� ���� ��� ��
���� ���� ���� �
Nederlands varkensvoer
���� ��� ��
���� ���� ��� ��� ��� � ���� ��� ���
���� ��� ��
�������� ��
���� ���� ��� ���
���� ���� ��� �
Mananging Practice). De combinatie van de kwaliteitssystemen GMP+-diervoeder met HACCP en IKB biedt extra zekerheid van kwaliteitsbeheersing in de hele productieketen en maximale veiligheid voor mens, dier en milieu. De Nederlandse diervoederindustrie is de eerste in Europa die de HACCP-systematiek heeft ingevoerd. Het GMP+-certificatieschema is opgesteld door het Productschap Diervoeder, een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, waarin alle geledingen van de diervoedersector samenwerken. De kwaliteitsborgingsregels zijn opgesteld in nauw overleg met de verwerkende sectoren (vlees, zuivel, pluimveevlees, eieren). Het eerste GMP+certificatieschema is in 1992 vastgesteld. Sindsdien is het certificatieschema steeds verder aangescherpt en aangepast aan zich voortdurend wijzigende inzichten en aan recente ontwikkelingen. Afzonderlijke bedrijven in de diervoedersector voeren daarnaast in veel gevallen ook een eigen, aanvullend kwaliteitsbeleid.
Uitsluitend toegelaten grondstoffen In de EU is een aantal producten niet toegelaten als diervoedergrondstof, bijvoorbeeld huishoudelijk afval en bepaalde dierlijke eiwitten. De Europese lijst met niet-toegelaten diervoedergrondstoffen is in Nederland met enkele producten aangevuld. Deze negatieve lijst geldt voor alle Nederlandse diervoederbedrijven. GMP+-bedrijven gaan echter verder. Voor deze bedrijven is een positieve lijst met ruim vijfhonderd diervoedergrondstoffen van kracht. Voedermiddelen worden alleen op deze lijst geplaatst als ze een risicoanalyse hebben ondergaan. Als deze analyse aantoont dat de kwaliteit niet voldoende kan worden gewaarborgd, wordt het voedermiddel niet op de lijst geplaatst. Risicobeoordelingen met een positief resultaat worden opgenomen in de Databank Risicobeoordelingen van het Productschap Diervoeder.
Early Warning & Respons System Het kwaliteitsprogramma van het Productschap Diervoeder voorziet daarnaast in een Early Warning & Respons System (EWS) voor het tijdig signaleren en afdoende oplossen van potentiële risico’s voor mens en/of dier, die zich ondanks de preventieve kwaliteitsborging toch zouden kunnen voordoen. De diervoedersector is bovendien in staat door een goed systeem van Tracking and Tracing van partijen grondstoffen en diervoeders – in geval van besmetting met een ongewenste stof – snel (soms binnen enkele uren) een recall te organiseren en de bron te identificeren.
Wereldwijde navolging GMP+ GMP+ krijgt wereldwijd inmiddels steeds meer navolging van leveranciers van diervoedergrondstoffen. Inmiddels passen wereldwijd enkele duizenden diervoederbedrijven GMP+ of een hieraan gelijkwaardig kwaliteitsborgingssysteem toe. Binnen de EU gaat het vooral om producenten van (meng)voeders en voormengsels. Elders in de wereld betreft het veelal leveranciers van diervoedergrondstoffen aan GMP+-gecertificeerde handelaren en producenten in Nederland, België en Duitsland.
Onafhankelijke certificatie Of diervoeder aan alle wettelijke eisen voldoet, wordt gecontroleerd door verschillende instanties. Op de naleving van het GMP+-certificatieschema wordt toegezien door onafhankelijke, geaccrediteerde certificatie-instellingen die zijn geaccepteerd door het Productschap Diervoeder. Doordat ze voldoen aan de Europese norm EN 45011 kunnen deze instellingen hun onafhankelijkheid en kwaliteit van werken waarborgen. De certificatie-instellingen kunnen op basis van geconstateerde overtredingen sancties opleggen aan bedrijven die de GMP+-regels overtreden. De sancties kunnen variëren van een extra controle tot schorsing of intrekking van het GMP+-certificaat.
Toevoegingsmiddelen en diergeneesmiddelen
De GMP+-certificatieregeling is in het bijzonder ook gericht op de borging van de kwaliteit en de verwerking van toevoegingsmiddelen en diergeneesmiddelen. Toevoegingsmiddelen zijn bijvoorbeeld vitaminen, sporenelementen en kleurstoffen. Voormengsels bestaan uit een mix van toevoegingsmiddelen. Conform de EU-wetgeving hebben alle bedrijven die (meng)voer produceren en daaraan een voormengsel of een toevoegingsmiddel toevoegen, een vergunning nodig. Het gebruik van antibiotische toevoegingsmiddelen in Nederland wordt conform de Europese wetgeving in 2006 verboden.
Het in Nederland gehanteerde en internationaal erkende systeem voor borging van de diervoederkwaliteit staat bekend onder de naam GMP+ (Good Manufacturing/Managing Practice). Het omvat de hele diervoederketen, van producenten en leveranciers van grondstoffen, voormengsels en voeders in binnen- en buitenland tot en met op- en overslagbedrijven, transporteurs en veehouders. De eisen van dit borgingssysteem gaan verder dan wat op grond van nationale wetgeving en EU-regelgeving verplicht is. GMP+ beoogt de volledige uitsluiting van mogelijke risico’s voor mens, dier en milieu. Het motto van GMP+ is ‘Safe Feed Safe Food’.
Voer met GMP+-label verplicht
De Nederlandse vee- en vleessector heeft wereldwijd een naam hoog te houden als betrouwbare leverancier van kwaliteitsproducten. Alle schakels in de keten passen daarom strenge kwaliteitsprincipes toe. De systeemcontrole die deze kwaliteit waarborgt heet Integrale Keten Beheersing (IKB). Deze wordt internationaal erkend als het meest overtuigende kwaliteitsborgingssysteem in Europa voor de productie van varkensvlees. Dat geldt ook op het gebied van traceerbaarheid en het dierenwelzijn. In het kader van deze kwaliteitsborging worden ook aan de voeders voor de dieren in de IKB-keten zeer strenge eisen gesteld.
Veehouders die onder IKB produceren, zijn verplicht diervoeder te gebruiken van een leverancier met een GMP+-certificaat. Die verplichting geldt voor varkenshouders (IKB Varken), rundveehouders (IKB Rund), vleeskalverhouders (IKB Kalf), vleeskuikenhouders (IKB Kip) en legpluimveehouders (IKB Ei). Melkveehouders zijn verplicht GMP+-voeder te gebruiken als zij deelnemen aan het project Keten Kwaliteit Melk (KKM). IKB-inspecteurs controleren of het diervoeder daadwerkelijk van GMP+- gecertificeerde bedrijven wordt betrokken. Een bedrijf met een GMP+-certificaat moet op elk moment aan elke afnemer en controlerende instantie kunnen aantonen dat het de beschreven kwaliteitsbewaking daadwerkelijk toepast.
Voercontrole op basis HACCP-systematiek
De Nederlandse diervoedersector past met GMP+ hetzelfde internationaal erkende, proactieve borgingssysteem toe als de levensmiddelenindustrie. GMP+ is een op de systematiek van ISO-9001
Kwaliteitsbewaking Bedrijfslaboratoria In de bedrijven mag diervoederonderzoek uitsluitend worden uitgevoerd door laboratoria die voldoen aan de Laboratoriumcode bedrijfsinterne controle diervoedersector van het Productschap Diervoeder. Deze Labcode bevat voorschriften voor de analysemethoden en de kwaliteitsbewaking van de bedrijfslaboratoria. Het doel van deze Labcode is zeker te stellen dat de metingen goed en betrouwbaar worden uitgevoerd.
voornamelijk uit graan, graanvervangers en droge of gedroogde bijproducten uit de voedingsmiddelenindustrie. Vrijwel al het in Nederland geproduceerde mengvoer wordt gemaakt door GMP+gecertificeerde diervoederbedrijven. De meeste varkens krijgen hun voer in de vorm van droge, geperste korrels. Het aandeel varkens dat met brijvoer wordt gevoerd stijgt. In brijvoer worden vochtige bijproducten uit de humane voedingsmiddelenindustrie verwerkt. De kwaliteitsregeling GMP+-diervoeder geldt ook voor producenten die rechtstreeks vochtige bijproducten uit de levensmiddelenindustrie als varkensvoer aanbieden. Het mengvoer voor varkens is voorzien van een etiket dat de belangrijkste gegevens over het gebruik en de samenstelling vermeldt. Voor enkelvoudige (bij)producten is de vermelding op het etiket geregeld. Hiervoor gelden specifieke etiketteringeisen.
gebaseerd kwaliteitszorgsysteem voor de levering en productie van diervoeder. De systematiek van HACCP (Hazard Analysis & Critical Control Points) is in GMP+ geïntegreerd. Alle leveranciers van enkelvoudige voedermiddelen en mengvoeders zijn verplicht hun GMP+-systeem volgens de principes van HACCP in te richten. Zij maken een gevarenanalyse van hun productieproces en bepalen de kritische punten. Hierop stemmen zij de kwaliteitsbewaking af. Elke ondernemer moet kunnen aantonen, dat de veiligheid van het voer via een kwaliteitsbeheersingssysteem en een gecontroleerd productieproces is geborgd. Alle grondstoffen worden aan een risicoanalyse onderworpen. GMP+-diervoederbedrijven gebruiken alleen voedermiddelen waarvan de kwaliteit voldoende kan worden gewaarborgd. Deze voedermiddelen zijn op een lijst met toegelaten grondstoffen geplaatst. De GMP+-bedrijven mogen geen andere voedermiddelen verwerken of verhandelen.
Extra zekerheid De HACCP-systematiek is een toevoeging aan de al langer bestaande kwaliteitsborgingsregeling GMP (Good Manufacturing/
���� ���� ��� ���� ��
���� ���� ��� ���� ��
���� ��� ���
Het varkensvoer van de Nederlandse diervoederindustrie bestaat
���� ���� ����� ���� ��� ��
���� ���� ����� ���� ��� ��
���� ���� ���� �
Nederlands varkensvoer
���� ��� ��
���� ���� ��� ��� ��� � ���� ��� ���
���� ��� ��
�������� ��
���� ���� ��� ���
���� ���� ��� �
Mananging Practice). De combinatie van de kwaliteitssystemen GMP+-diervoeder met HACCP en IKB biedt extra zekerheid van kwaliteitsbeheersing in de hele productieketen en maximale veiligheid voor mens, dier en milieu. De Nederlandse diervoederindustrie is de eerste in Europa die de HACCP-systematiek heeft ingevoerd. Het GMP+-certificatieschema is opgesteld door het Productschap Diervoeder, een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, waarin alle geledingen van de diervoedersector samenwerken. De kwaliteitsborgingsregels zijn opgesteld in nauw overleg met de verwerkende sectoren (vlees, zuivel, pluimveevlees, eieren). Het eerste GMP+certificatieschema is in 1992 vastgesteld. Sindsdien is het certificatieschema steeds verder aangescherpt en aangepast aan zich voortdurend wijzigende inzichten en aan recente ontwikkelingen. Afzonderlijke bedrijven in de diervoedersector voeren daarnaast in veel gevallen ook een eigen, aanvullend kwaliteitsbeleid.
Uitsluitend toegelaten grondstoffen In de EU is een aantal producten niet toegelaten als diervoedergrondstof, bijvoorbeeld huishoudelijk afval en bepaalde dierlijke eiwitten. De Europese lijst met niet-toegelaten diervoedergrondstoffen is in Nederland met enkele producten aangevuld. Deze negatieve lijst geldt voor alle Nederlandse diervoederbedrijven. GMP+-bedrijven gaan echter verder. Voor deze bedrijven is een positieve lijst met ruim vijfhonderd diervoedergrondstoffen van kracht. Voedermiddelen worden alleen op deze lijst geplaatst als ze een risicoanalyse hebben ondergaan. Als deze analyse aantoont dat de kwaliteit niet voldoende kan worden gewaarborgd, wordt het voedermiddel niet op de lijst geplaatst. Risicobeoordelingen met een positief resultaat worden opgenomen in de Databank Risicobeoordelingen van het Productschap Diervoeder.
Early Warning & Respons System Het kwaliteitsprogramma van het Productschap Diervoeder voorziet daarnaast in een Early Warning & Respons System (EWS) voor het tijdig signaleren en afdoende oplossen van potentiële risico’s voor mens en/of dier, die zich ondanks de preventieve kwaliteitsborging toch zouden kunnen voordoen. De diervoedersector is bovendien in staat door een goed systeem van Tracking and Tracing van partijen grondstoffen en diervoeders – in geval van besmetting met een ongewenste stof – snel (soms binnen enkele uren) een recall te organiseren en de bron te identificeren.
Wereldwijde navolging GMP+ GMP+ krijgt wereldwijd inmiddels steeds meer navolging van leveranciers van diervoedergrondstoffen. Inmiddels passen wereldwijd enkele duizenden diervoederbedrijven GMP+ of een hieraan gelijkwaardig kwaliteitsborgingssysteem toe. Binnen de EU gaat het vooral om producenten van (meng)voeders en voormengsels. Elders in de wereld betreft het veelal leveranciers van diervoedergrondstoffen aan GMP+-gecertificeerde handelaren en producenten in Nederland, België en Duitsland.
Onafhankelijke certificatie Of diervoeder aan alle wettelijke eisen voldoet, wordt gecontroleerd door verschillende instanties. Op de naleving van het GMP+-certificatieschema wordt toegezien door onafhankelijke, geaccrediteerde certificatie-instellingen die zijn geaccepteerd door het Productschap Diervoeder. Doordat ze voldoen aan de Europese norm EN 45011 kunnen deze instellingen hun onafhankelijkheid en kwaliteit van werken waarborgen. De certificatie-instellingen kunnen op basis van geconstateerde overtredingen sancties opleggen aan bedrijven die de GMP+-regels overtreden. De sancties kunnen variëren van een extra controle tot schorsing of intrekking van het GMP+-certificaat.
Toevoegingsmiddelen en diergeneesmiddelen
De GMP+-certificatieregeling is in het bijzonder ook gericht op de borging van de kwaliteit en de verwerking van toevoegingsmiddelen en diergeneesmiddelen. Toevoegingsmiddelen zijn bijvoorbeeld vitaminen, sporenelementen en kleurstoffen. Voormengsels bestaan uit een mix van toevoegingsmiddelen. Conform de EU-wetgeving hebben alle bedrijven die (meng)voer produceren en daaraan een voormengsel of een toevoegingsmiddel toevoegen, een vergunning nodig. Het gebruik van antibiotische toevoegingsmiddelen in Nederland wordt conform de Europese wetgeving in 2006 verboden.
Vooruitlopend hierop is sinds 1998 het gebruik van deze stoffen met 70% afgenomen. In toenemende mate gebruikt de Nederlandse diervoederindustrie veilige alternatieven zoals organische zuren, met een vergelijkbaar gezondheidsbeschermend effect. Op deze manier wordt voorkomen dat het gebruik van antibiotica als diergeneesmiddel toeneemt. Medicijnen worden alleen aan voer toegevoegd op attest van een dierenarts. Uitsluitend mengvoederbedrijven met een speciale vergunning van het productschap mogen dit gemedicineerde voer produceren. IKB kent extra eisen voor het gebruik van diergeneesmiddelen. Voor gemedicineerd varkensvoer betekent dit dat uitsluitend antibiotica mogen worden gebruikt die voorkomen op de Positieve Lijst Diergeneesmiddelen voor IKB-varkensbedrijven.
Monitoring stoffen
De GMP+-borgingssystematiek voorkomt dat ongewenste stoffen en producten, zoals zware metalen, pesticiden en residuen in diervoeders terechtkomen. Om verontreinigingen met residuen en microbiologische besmettingen tegen te gaan, richt de systematiek zich ook op de hygiënische productie van diervoeder. Alle GMP+-bedrijven hebben toegang tot een centrale databank met gegevens over ongewenste stoffen en producten. De databank bevat onder meer monitoringsgegevens van de deelnemende bedrijven en de resultaten van jaarlijks onderzoek dat het Productschap Diervoeder op specifieke parameters in relevante grondstoffen uitvoert. Het monitoringsprogramma van het pro-
GMO Gebruikte grondstoffen kunnen voor een gedeelte afkomstig zijn van geïmporteerde genetisch gemodificeerde gewassen (GMO’s) die voor menselijke consumptie zijn geteeld. De aanwezigheid van deze grondstoffen wordt conform de Europese wetgeving op het diervoederetiket vermeld. Op deze wijze is er keuzevrijheid voor de veehouder en is het mogelijk bij voldoende marktvraag een productieketen te vormen van producten van dieren die uitsluitend zijn
De beste kwaliteitsborging voor vlees én diervoeder komt uit Nederland
gevoerd met diervoeder zonder GMO.
Inkopers van vlees die specifieke wensen hebben ten aanzien van voer, kunnen daarover aanvullende afspraken maken met de Nederlandse producenten en exporteurs. Dit uiteraard voor zover de eisen technisch en financieel realiseerbaar zijn.
Voor meer achtergrondinformatie over het kwaliteitsbeleid van de Nederlandse diervoederbranche: zie de site van het Productschap Diervoeder: www.pdv.nl De informatie is ook in het Duits en het Engels beschikbaar.
ductschap is mede opgezet als onafhankelijke verificatie van analysegegevens die de diervoederbedrijven beschikbaar stellen. Kwaliteitsborging van diervoeder is in Nederland een gemeenschappelijk, nationaal belang. Transparantie en openheid van zaken ondersteunen dit belang.
Deze brochure is een gemeenschappelijke uitgave van het Voorlichtingsbureau Vlees en het Productschap Diervoeder.
Correspondentieadres: Louis Braillelaan 80
Stadhoudersplantsoen 12
Postbus 878, 2700 AW Zoetermeer
Postbus 29739, 2502 LS Den Haag
Tel. +31 (0)79 3634949, Fax +31 (0)79 3634951
Tel. +31(0)70 3708503, Fax +31(0)70 3708290
Internet www.hollandmeat.nl
Internet www.pdv.nl
E-mail
[email protected]
E-mail
[email protected]
Vooruitlopend hierop is sinds 1998 het gebruik van deze stoffen met 70% afgenomen. In toenemende mate gebruikt de Nederlandse diervoederindustrie veilige alternatieven zoals organische zuren, met een vergelijkbaar gezondheidsbeschermend effect. Op deze manier wordt voorkomen dat het gebruik van antibiotica als diergeneesmiddel toeneemt. Medicijnen worden alleen aan voer toegevoegd op attest van een dierenarts. Uitsluitend mengvoederbedrijven met een speciale vergunning van het productschap mogen dit gemedicineerde voer produceren. IKB kent extra eisen voor het gebruik van diergeneesmiddelen. Voor gemedicineerd varkensvoer betekent dit dat uitsluitend antibiotica mogen worden gebruikt die voorkomen op de Positieve Lijst Diergeneesmiddelen voor IKB-varkensbedrijven.
Monitoring stoffen
De GMP+-borgingssystematiek voorkomt dat ongewenste stoffen en producten, zoals zware metalen, pesticiden en residuen in diervoeders terechtkomen. Om verontreinigingen met residuen en microbiologische besmettingen tegen te gaan, richt de systematiek zich ook op de hygiënische productie van diervoeder. Alle GMP+-bedrijven hebben toegang tot een centrale databank met gegevens over ongewenste stoffen en producten. De databank bevat onder meer monitoringsgegevens van de deelnemende bedrijven en de resultaten van jaarlijks onderzoek dat het Productschap Diervoeder op specifieke parameters in relevante grondstoffen uitvoert. Het monitoringsprogramma van het pro-
GMO Gebruikte grondstoffen kunnen voor een gedeelte afkomstig zijn van geïmporteerde genetisch gemodificeerde gewassen (GMO’s) die voor menselijke consumptie zijn geteeld. De aanwezigheid van deze grondstoffen wordt conform de Europese wetgeving op het diervoederetiket vermeld. Op deze wijze is er keuzevrijheid voor de veehouder en is het mogelijk bij voldoende marktvraag een productieketen te vormen van producten van dieren die uitsluitend zijn
De beste kwaliteitsborging voor vlees én diervoeder komt uit Nederland
gevoerd met diervoeder zonder GMO.
Inkopers van vlees die specifieke wensen hebben ten aanzien van voer, kunnen daarover aanvullende afspraken maken met de Nederlandse producenten en exporteurs. Dit uiteraard voor zover de eisen technisch en financieel realiseerbaar zijn.
Voor meer achtergrondinformatie over het kwaliteitsbeleid van de Nederlandse diervoederbranche: zie de site van het Productschap Diervoeder: www.pdv.nl De informatie is ook in het Duits en het Engels beschikbaar.
ductschap is mede opgezet als onafhankelijke verificatie van analysegegevens die de diervoederbedrijven beschikbaar stellen. Kwaliteitsborging van diervoeder is in Nederland een gemeenschappelijk, nationaal belang. Transparantie en openheid van zaken ondersteunen dit belang.
Deze brochure is een gemeenschappelijke uitgave van het Voorlichtingsbureau Vlees en het Productschap Diervoeder.
Correspondentieadres: Louis Braillelaan 80
Stadhoudersplantsoen 12
Postbus 878, 2700 AW Zoetermeer
Postbus 29739, 2502 LS Den Haag
Tel. +31 (0)79 3634949, Fax +31 (0)79 3634951
Tel. +31(0)70 3708503, Fax +31(0)70 3708290
Internet www.hollandmeat.nl
Internet www.pdv.nl
E-mail
[email protected]
E-mail
[email protected]