CURRICULUM POSTGRADUAATOPLEIDING MUSCULOSKELETALE KINESITHERAPIE
2
INHOUDSTAFEL
Situering ……………………………………………………………………………………………………………………… 4
Toelatingsvoorwaarden ……………………………………………………………………………………………… 5
Organisatie …………………………………………………………………………………………………………………… 6
Opbouw en inhoud van de opleiding …………………………………………….…………………………
7
Beroepsrollen en –competenties ………………………………………………………………………………
9
Bijlage 1: Overzicht van de inhoud en competenties van de opleidingsonderdelen in de bachelor- en masteropleiding gerelateerd aan de opleiding MSK …………………………………………………………………………… 29
Bijlage 2: ECTS-fiches van de verschillende opleidingsonderdelen van de postgraduaatsopleiding MSK ………………………………………………………………………… 35
Bijlage 3: Overzicht van de bachelor- en mastercompetenties …………………………… 63
3
SITUERING
De Postgraduaatopleiding Musculoskeletale Kinesitherapie kent een lange voorgeschiedenis. In 1996 is de opleiding gestart aan de Universiteit Gent. De opleiding bestond initieel uit een 2-jarige postacademische vorming die aansloot op de 4-jarige licentiaatsopleiding licentie Moreki of 3-jarige graduaatsopleiding kinesitherapie. Bij de omvorming naar de 5 jarige licentiaatsopleiding werd de inhoud van de postgraduaatopleiding voor de licentiaten gereduceerd tot 1 jaar, maar bleef ze tevens toegankelijk (2-jarige opleiding) voor collega’s die een graduaatsopleiding of 4-jarige licentie hadden genoten. Het eerste jaar werd dan tijdelijk ingericht als een MANAMA in de musculoskeletale kinesitherapie. De
2
jarige
opleiding
kende
een
uitdovend
karakter,
en
sinds
2005-2006
bestaat
de
postgraduaatopleiding enkel uit een 1 jarige opleiding, eerst bestaande uit 50 studiepunten en sinds kort uit 40 studiepunten. Bij de laatste programmahervorming werd het programma gestroomlijnd met de inhoud van het nieuwe mastertraject. De opleiding zoals ze nu wordt ingericht sluit dan ook direct aan op het mastertraject Revaki, optie musculoskeletale revalidatie en is een vervolgprogramma hierop. De focus ligt op de vervolmaking als manueel therapeut zodat men voldoet aan de eisen voor erkenning als gespecialiseerde kinesitherapeut in de manuele therapie.
In dit rapport kan u de structuur van de opleiding, de opbouw en inhoud, alsook de beroepsrollen en – competenties terugvinden. Als bijlagen zijn het overzicht van de inhoud en competenties van de opleidingsonderdelen in de bachelor- en masteropleiding toegevoegd, de ECTS-fiches van opleidingsonderdelen van de postgraduaatsopleiding en een overzicht van de bachelor- en mastercompetenties.
4
TOELATINGSVOORWAARDEN De houders van het diploma van licentiaat in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, waarvan het diplomasupplement melding maakt van de optie ”orthopedische revalidatie of musculoskeletale revalidatie”. Afgestudeerden van een Master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie met afstudeerrichting: revalidatie en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen. Afgestudeerden van een master na master in de gespecialiseerde revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie - afstudeerrichting: musculoskeletale kinesitherapie. Afgestudeerde therapeuten die een andere bijkomende specialisatieopleiding gevolgd hebben kunnen mogelijks toegelaten worden tot de postgraduaatsopleiding (al dan niet met individuele vrijstellingen) mits toelating van de examencommissie.
5
ORGANISATIE Planning & locatie De lessen gaan door op donderdagmiddag van 14.00u-19.00u en op zaterdag van 8.30u – 17.00u Men kan inschrijven voor de volledige opleiding in één jaar of men kan via creditcontracten de opleiding volgen waardoor men de opleiding kan spreiden. De lessen gaan hoofdzakelijk door op de Campus Heymans, B3 - De Pintelaan 185, 9000 Gent. Coördinatie De opleidingscoördinator is Guy Van Dyck (Tel. +32 9 332 26 34 /
[email protected]). De stuurgroep bestaat uit Prof. dr. Lieven Danneels (voorzitter) Axel Beernaert dr. Barbara Cagnie Filip Descheemaeker Kristof De Corte Bart Vanthillo dr. Damien Van Tiggelen Lesgevers Hoofddocenten: Axel Beernaert Bart Vanthillo Filip Descheemaeker Kristof Decorte dr.Barbara Cagnie Katrien Bartholomeeusen Els Decorte Prof. Dr. Lieven Danneels dr. Anselme Derese Kathleen Vanden Borre Benedicte Maere dr. Damien Van Tiggelen Tom Van Hoof Prof. Dr. Ann Cools Prof. Dr. Ph. Roosen Assistenten: Vincent Dewitte Guy Van Dyck Buitenlandse gastdocenten (wisselt jaarlijks). Voor het academiejaar 2011-2012 is dit: dr.Barbara Hungerford dr.Anju Jaggi dr.Shaun O’Leary prof.dr.Paul Hodges
6
OPBOUW EN INHOUD VAN DE OPLEIDING Opbouw De postgraduaatsopleiding in de Musculoskeletale kinesitherapie is een vervolgopleiding na het behalen van het masterdiploma in de REVAKI. De opleiding REVAKI is een 3+2 structuur. De Bachelor opleiding (180 studiepunten) is een academische bachelor en bestaat uit 3 generieke bachelorjaren, die gelijk zijn voor alle studenten. Studenten krijgen op het einde van de Bachelor opleiding de graad van “Bachelor of Science in de REVAKI”, maar hebben nog geen toegang tot het beroep van kinesitherapeut. De Bacheloropleiding is een doorstroombachelor die de studenten voorbereidt op een 2-jarig Masterprogramma. Daarin kunnen de studenten de keuze maken uit verschillende afstudeerrichtingen, waaronder REVAKI bij musculoskeletale aandoeningen. Deze leidt tot een verbijzondering binnen de musculoskeletale kinesitherapie. Enkel studenten afgestudeerd in de REVAKI bij musculoskeletale aandoeningen kunnen rechtstreeks doorstromen naar de postgraduaatsopleiding. In bijlage 1 vindt u een overzicht van de inhoud en competenties doorheen de basis- en vervolgopleiding die rechtstreeks betrokken zijn bij de inhouden en competenties die worden verwacht van een MT.
Inhoud De inhoud van opleiding MSK is gebaseerd op de beroepsrollen en –competenties die vooropgesteld worden (zie ‘beroepsrollen en –competenties). De opleiding kan doorlopen worden in één academiejaar, maar kan ook gespreid worden over meerdere jaren. De opleiding bestaat uit 40 studiepunten ondergebracht binnen 6 modules. Inhoud
SM
Contacturen Th
Pr
SB
SP
90
3
Stage Scriptie
Module 1
Gevorderd klinisch redeneren in de Manuele Therapie
1
24
Module 2
Manuele
1
35
55
300
12
2
35
55
300
12
J
10
26
120
4
therapeutische
vaardigheden: bovenste kwadrant Module 3
Manuele
therapeutische
vaardigheden: onderste kwadrant Module 4
Aanvullende
concepten
in
de
musculoskeletale kinesitherapie Module 5
Casuïstiek m.i.v. stage
J
90
120
4
Module 6
Seminaries
2
30
150
5
120
1080
40
TOTAAL
104
7
136
Een gedegen wetenschappelijke onderbouw is de basis van deze opleiding. Een rationele onderzoeks- en behandelingsmethodiek op basis van een breed klinisch denkkader bij neuromusculoskeletale disfuncties vormt binnen deze opleiding de belangrijkste pijler. Er gaat veel aandacht naar het toepassingsgericht praktijkonderwijs zowel op het vlak van vaardigheidsonderwijs als voor het klinisch redeneren. Er is specifieke aandacht voor gevorderde en aanvullende behandeltechnieken inclusief de manipulaties. Er is een specifiek opleidingsonderdeel casuïstiek/stage om het klinisch redeneren in het bovenste en onderste kwadrant verder te integreren. In aanvullende concepten komen bijkomende aspecten aan bod zoals Mc-Kenzie, viscerosomatische en somatoviscerale relaties, vertigo. Er worden ook enkele internationale gastdocenten in dit deel ingeschakeld. In de seminaries wordt een seminariewerk uitgewerkt en voorgesteld aan de medestudenten. Na het slagen in het eindexamen krijgt de student een universitair getuigschrift in de Musculoskeletale Kinesitherapie. De uitwerking van de verschillende modules vindt u terug in bijlage 2 ‘ECTS-fiches’
8
BEROEPSROLLEN- en COMPETENTIES De MT is een specialist die zich bezig houdt met hoog complexe patiëntenzorg, die zijn handelen kan onderbouwen met de best mogelijke ‘evidence’ en tegelijkertijd in staat is deze expertise te ‘delen’ en te ‘verspreiden’ onder collega’s binnen de eigen organisatie en uiteindelijk bijdraagt aan de ontwikkeling van de beroepsgroep. Het doel van de postgraduaatopleiding is een gespecialiseerde kinesitherapeut in het domein van het neuromusculoskeletale stelsel op te leiden. De noodzakelijke kennis, inzichten en vaardigheden uit zowel de sportkinesitherapie als de manuele therapie komen op een geïntegreerde en praktijk gerelateerde manier aan bod. De werkzaamheden van de manueel therapeut zijn gekenmerkt door een grote complexiteit op verschillende vlakken: •
De manueel therapeutische diagnostiek is van een grote complexiteit. Enerzijds gezien het breed klinisch denkkader waarbinnen het klinische redeneerproces plaatsvindt. Vanuit een grondig
en
gedetailleerd
klinisch
onderzoek
van
de
patiënt
worden
de
gevonden
neuromusculoskeletale disfuncties geïnterpreteerd rekening houdend met de medische gegevens, kennis van weefselmechanismen, pijnmechanismen en psychosociale factoren. Anderzijds zijn er ook complexere vaardigheden vereist om het manueel therapeutisch onderzoek ten volle te kunnen uitvoeren waaronder de segmentale diagnostiek, toegevoegd neurologisch en neurodynamisch onderzoek, myofasciale testprocedures en motorische controle testen in het kader van disfunctiepatronen. •
De therapeutische vaardigheden zijn technisch van een hoog niveau en vragen bijkomende ervaring, kennis en inzicht om dit te kunnen transfereren naar diverse patiëntensituaties. Een flexibele keuze en aanpassing van technieken en uitvoeringsmodaliteiten in functie van de specifieke noden en beperkingen van de actuele toestand van de patiënt is van groot belang om een goed therapieresultaat te verkrijgen en dit vraagt bijkomende vaardigheden.
•
De manueel therapeut krijgt frequent te maken met complexe neuromusculoskeletale disfuncties die enkel via een aanpak vanuit een breed klinische denkkader optimaal te behandelen zijn. Bij een complexe problematiek is er ook regelmatig een goede samenwerking met
andere
gezondheidswerkers
nodig
(psycholoog,
huisarts,
geneesheer-specialist,
.pijnkliniek, podoloog,…). Om een goede samenwerking en een gerichte verwijzing mogelijk te maken is er ook voldoende kennis noodzakelijk van de mogelijkheden die er zijn vanuit ander gezondheidsberoepen. •
De manueel therapeut werkt evidence based vanuit best practice aangezien de bestaande evidentie nog onvolledig is. De manueel therapeut moet in staat zijn om nieuwe oplossingsstrategieën
te
ontwikkelen,
toe
te
passen
en
te
beoordelen
aangezien
standaardprocedures meestal niet van toepassing zijn. Gezien de manuele therapie nog in volle evolutie is draagt iedere manueel therapeut bij in de beroepsontwikkeling door efficiënte strategieën te helpen ontwikkelen.
9
Door de Nationale Raad Kinesitherapie zijn drie beroepsrollen beschreven die een kinesitherapeut moet vervullen: 1) als zorgverlener, 2) als manager 3) als beroepsontwikkelaar. Door IFOMPT zijn 7 klinische rollen beschreven waaraan een MT moet voldoen: 1) The OMT Physical Therapist as an expert / clinical decision-maker / clinician 2) The OMT Physical Therapist as a communicator 3) The OMT Physical Therapist as a collaborator 4) The OMT Physical Therapist as a manager 5) The OMT Physical Therapist as a health advocate 6) The OMT Physical Therapist as a scholar 7) The OMT Physical Therapist as a professional De beroepscompetenties die vooropgesteld worden door de
de postgraduaatopleiding MSK zijn
gebaseerd op beide bronnen. De competenties zijn er verbreding en verfijning van de bachelor- en mastercompetenties. mastercompetenties.
In
bijlage
3
wordt
een
overzicht
gegeven
van
de
bachelor-
Beroepsrol PGMSK Ugent
Beroepsrol IFOMPT
competenties
Hulpverlener
expert / clinical decision-maker / clinician
MT1.1, MT1.2, MT1.3, MT1.4, MT1.5, MT1.6
Communicator
communicator
MT2.1, MT2.2
collaborator Professioneel leider
manager
MT3.1
Beroepsontwikkelaar
health advocate
MT4.1, MT4.2
scholar professional
10
en
Rol 1: De MT als hulpverlener Beschrijving de MT is expert zowel op het gebied van de diagnostiek als de behandeling van patiënten met complexe musculoskeletale aandoeningen, die gericht is op het voorbereiden, uitvoeren en bijsturen van manueeltherapeutisch onderzoek en behandeling. Hierbij dient de MT op gespecialiseerde, zelfstandige en kritische wijze een relevant manueel therapeutisch onderzoek uit te voeren en bij te sturen, deze gegevens te interpreteren vanuit een brede context, manueel therapeutische doelstellingen formuleren en een daarop gebaseerd manueel therapeutisch behandelingsplan uitwerken, uitvoeren en bijsturen. In het kader van primaire of secundaire preventie bij patiënten met complexe musculoskeletale klachten, dient de Mt een preventief programma op te stellen.
Competenties MT 1.1 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op gespecialiseerde, zelfstandige en kritische wijze gerichte informatie verwerven en relevante gegevens kritisch interpreteren binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. Toelichting Het gaat hier om het verzamelen van gegevens uit de anamnese en het gericht manueel therapeutisch onderzoek. Op basis van de hulpvraag van de patiënt met een complexe en/of sportspecifieke aandoening brengt de manueel therapeut op een systematische wijze het gezondheidsprobleem gerelateerd aan het gezond functioneren in kaart vanuit een breed klinisch denkkader rekening houdend met de medische gegevens, kennis van weefselmechanismen, pijnmechanismen en psychosociale factoren. De specifieke kennis, inzichten en vaardigheden in het opstellen van de manueel therapeutische diagnose worden uitgewerkt en onderling met de patiënt besproken Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: • Inzicht in het klinisch redeneerproces – breed klinisch denkkader – hypothesevorming • Inzicht in processen van verbale en non-verbale communicatie • Inzicht in communicatietechnieken • Inzicht in indicaties en contra-indicaties voor manuele therapie • Herkennen van disfuncties waarvoor verdere investigatie en verwijzing nodig is • Inzicht in de complexiteit en de totaliteit van de patiënt De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: • Afnemen van een anamnese in een breed manueel therapeutisch denkkader • Accurate en efficiënte selectie van bevragingsstrategieën gericht op vroege herkenning en correcte interpretatie van de klinische data. • Actief luisteren 11
•
Kritische en evaluerende verzameling van de klinische data met het oog betrouwbaarheid en validiteit van deze data
De volgende houdingen worden vooral aangewend: • Methodisch en analytisch handelen • Patiëntgerichtheid • Empatisch vermogen • Brede oriëntatie • Zelfstandig handelen • Innovatieve en creatieve ingesteldheid • Zin voor reflectie en kritische zin • Gericht zijn op ethisch en psychologisch handelen Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: • Aan de hand van een casus een volledige en coherente anamnese kan afnemen waarin alle relevante elementen uit het klinisch denkkader bevraagd worden. • Inzicht heeft in de hulpvraag en het verwachtingspatroon van de patiënt • Uit de gegevens van de anamnese de weefselmechanismen en pijnmechanismen kan verklaren. • In het klinisch redeneerproces een screening van ‘red flags/yellow’flags’ kan maken • Een patiëntenprofiel, een prognostisch profiel en een indicatiestelling kan samenstellen.
MT 1.2. Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze een relevant manueel therapeutisch onderzoek uitvoeren en bijsturen gebruik makend van gevorderde en gespecialiseerde technieken en processen van klinisch redeneren, gericht op articulaire, neurogene, myofasciale en sensorimotorische controledisfuncties bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. Toelichting Verbreding en verdieping van het manueel therapeutisch onderzoek worden gekenmerkt door bijkomende kennis, inzicht en vaardigheden in de artculaire diagnostiek, het toegevoegd neurologisch en neurodynamisch onderzoek, myofasciale testprocedures en motorische controle tests bij disfunctiepatronen. Bijkomende kennis, inzicht en vaardigheden in structurele differentiaaldiagnose, spierfunctie en disbalans, fases van weefselherstel, kinesiologie en causale sportspecifieke en ADL factoren zijn eveneens een vereiste. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: • Inzicht in het structureren van een klinisch manueel therapeutisch onderzoek • Kennis van en inzicht in complexe manueel therapeutische onderzoekstechnieken • Kennis van de diverse betrouwbare en valide schalen en indexen binnen het manueel therapeutisch domein. • Inzicht in de kritische implementatie van de hypothesen in het kader van diagnosevorming , behandeling en prognose 12
• • • • • •
Inzicht in de complexe samenhang van het neuromusculoskeletale systeem Inzicht in de samenhang van musculoskeletale disfuncties met beïnvloedende factoren uit de pijnfysiologie en neuropsychologie Herkenning van klinische patronen en causale factoren Herkennen van disfuncties waarvoor verdere investigatie en verwijzing nodig is Inzicht in internationale protocollen, richtlijnen en standaarden relevant voor manuele therapie Inzicht in andere interventiemogelijkheden en onderzoeksmodaliteiten buiten de manuele therapie
De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: • Prioriteitsvorming bij het onderzoek en management van de patiënt met een NMS disfunctie • Methodisch en systematisch handelen in het klinisch onderzoek • Als onderdeel van de segmentale diagnostiek t.h.v. de wervelkolom het nauwkeurig en correct uitvoeren van artrokinematische bewegingen vanuit de actuele ruststand en vanuit de ‘close packed position’ • M.b.t. de perifere gewrichten het nauwkeurig en correct uitvoeren van artrokinematische bewegingen vanuit de actuele ruststand en vanuit de ‘close packed position’ • Uitvoeren van een specifiek en sensitief toegevoegd neurologisch en neurodynamisch onderzoek • Uitvoeren van specifieke en sensitieve musculaire en myofasciale testprocedures bij disfunctiepatronen • Technische vaardigheden bij diverse patiënten situaties, flexibele keuze en aanpassing van onderzoekstechnieken in functie van de specifieke noden en beperkingen van de actuele toestand van de patiënt • Integratie van ”evidence based practice” en “reflective practice” bij de klinische besluitvorming • Analyse van onderhoudende of causale biomechanische, ergonomische en pijnfysiologische en psychologische factoren bij een musculoskeletale problematiek De volgende houdingen worden vooral aangewend: • Methodisch en analytisch handelen • Patiëntgerichtheid • Brede oriëntatie • Zelfstandig handelen • Innovatieve en creatieve ingesteldheid • Zin voor reflectie en kritische zin • Zelfkritische zin en gerichtheid op re-evaluatie • Collaboratief met andere zorgverstrekkers Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: • Een volledig en gestructureerd klinisch manueel therapeutisch onderzoek kan uitvoeren waarbij alle relevante elementen aan bod komen. • De patiënt blijft zien in zijn totale samenhang. • De relatie tussen de gegevens uit de anamnese en de klinische bevindingen uit het gericht manueel therapeutisch onderzoek kan analyseren en interpreteren. Inzicht heeft in de ernst van de functiestoornissen, beperkingen in activiteit en participatie. 13
• • •
Inzicht heeft in de ernst van de functiestoornissen, beperkingen in activiteit en participatie. Complexe en aanvullende onderzoekstechnieken kan hanteren om causale factoren verder uit te klaren De gegevens uit het aanvullend onderzoek kan interpreteren in functie van de evaluatie, revalidatie en preventie van complexe musculoskeletale aandoeningen.
MT 1.3 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze de klinische onderzoeksresultaten vanuit een brede context interpreteren, rekening houdend met de medische informatie, medische beeldvorming, weefselmechanismen, pijnmechanismen, sportspecifieke, fysiologische, biomechanische en psychosociale factoren, en de daaruit voortvloeiende manueel therapeutische diagnose opstellen binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF voor complexe musculoskeletale aandoeningen. Toelichting De onderzoekresultaten worden op een gestructureerde wijze geanalyseerd en geïnterpreteerd vanuit een breed klinisch denkkader rekening houdend met de medische gegevens, kennis van weefselmechanismen, pijnmechanismen en psychosociale factoren. De specifieke kennis, inzichten en vaardigheden in het opstellen van de manueel therapeutisch manueel therapeutische diagnose worden uitgewerkt conform het ICF en onderling met de patiënt besproken. Als kinesitherapeut verbijzonderd in de manuele therapie is zijn taak te interveniëren binnen complexe gezondheidssituaties van somatische en psychosociale aard. De manueel therapeutisch kinesitherapeut moet zelfstandig risicofactoren opsporen en beslissen of doorverwijzing noodzakelijk is en/of het manueel therapeutisch handelen voortgezet kan worden. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: • Inzicht in het klinisch redeneerproces – breed klinisch denkkader – hypothesevorming • Inzicht in de kritische implementatie van van de hypothesen in het kader van diagnosevorming , behandeling en prognose • Herkenning van klinische patronen • Inzicht in de indicaties en contra-indicaties voor manuele therapie • Herkennen van disfuncties waarvoor verdere investigatie en verwijzing nodig is De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: • Gevorderd klinisch redeneren met integratie van de wetenschappelijke evidentie, klinische data, de persoonlijke patiëntvariabelen en de klinische context • Integratie van ”evidence based practice” en “reflective practice” bij de klinische besluitvorming • Analyseren en interpreteren van deze gegevens en eenmanueel therapeutische diagnose opstellen binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF voor complexe musculoskeletale aandoeningen. • Kritische evaluatie van het eigen klinische redeneren De volgende houdingen worden vooral aangewend: • Methodisch en analytisch handelen 14
• • • • •
Patiëntgerichtheid Brede oriëntatie Zin voor reflectie en kritische zin Collaboratief met andere zorgverstrekkers Zelfkritische zin en gerichtheid op re-evaluatie
Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: • De relatie tussen de gegevens uit de anamnese en de klinische bevindingen uit het gericht manueel therapeutisch onderzoek kan analyseren en interpreteren. Inzicht heeft in de ernst van de functiestoornissen, beperkingen in activiteit en participatie. • Een manueel therapeutische diagnose kan opstellen en klinische patronen kan herkennen. • In het klinisch redeneerproces een screening van ‘red flags/yellow’flags’ kan maken • Een patiënten profiel, een prognostisch profiel en een indicatiestelling kan samenstellen.
MT 1.4 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze relevante manueel therapeutische doelstellingen formuleren en een daarop gebaseerd manueel therapeutisch handelingsplan uitwerken voor complexe musculoskeletale aandoeningen rekening houdend met de globale holistische en functionele benadering van de patiënt met musculoskeletale aandoeningen. Toelichting De manueel therapeut is in staat om vanuit de musculoskeletale diagnose en het integrale functioneel bilan bij een complexe musculoskeletale aandoening een einddoel voor de behandeling op te maken in het kader van het ICF gericht op de aanwezige stoornissen in activiteit en participatie. De progressieve opbouw en fasering van een behandeling moet uitgewerkt kunnen worden via deeldoelstellingen met bijhorende behandelmodaliteiten. Op basis van de manueel therapeutische diagnose wordt een behandelplan opgesteld gericht op maximaal functieherstel en symptoomvermindering in ADL, werk-, hobby- en sportcontext. De manueel therapeutische behandeling is gericht op de onderzoekresultaten waarbij de MT gebruik maakt van de ‘best available evidence’ om zijn keuze van technieken en behandelmodaliteiten te verantwoorden. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: • Inzicht in het klinisch redeneerproces – breed klinisch denkkader – hypothesevorming • Inzicht in de kritische implementatie van de hypothesen in het kader van diagnosevorming , behandeling en prognose • Inzicht in evidence based practice • Herkenning van klinische patronen • Inzicht in gevorderde musculoskeletale/manueel therapeutische behandelingsmethodes en technieken • Inzicht in de opbouw en progressie van manueel therapeutische technieken en management. • Kennis van andere interventiemogelijkheden en behandelmodaliteiten buiten de manuele therapie
15
De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: • Prioriteitsvorming bij het onderzoek en management van de patiënt met een NMS disfunctie • Behandeldoelstellingen uitwerken en prioriteren voor de individuele patiënten context conform het ICF voor complexe musculoskeletale aandoeningen • Een behandelstrategie uitwerken en faseren in functie van de onderzoeksgegevens • Nieuwe oplossingsstrategieën ontwikkelen, toepassen en beoordelen De volgende houdingen worden vooral aangewend: • Methodisch en analytisch handelen • Patiëntgerichtheid • Brede oriëntatie • Zelfstandig handelen • Innovatieve en creatieve ingesteldheid • Zin voor reflectie en kritische zin • Gericht zijn op ethisch en psychologisch handelen • Collaboratief met andere zorgverstrekkers • Zelfkritische zin en gerichtheid op re-evaluatie Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: • Bij een casus met een complexe musculoskeletale problematiek inzicht toont in de ernst van de functiestoornissen, beperkingen in activiteit en participatie, de pijnmechanismen en relevante psychosociale factoren. • Behandeldoelstellingen kan formuleren in functie van de aanwezige prioriteiten bij een complexe musculoskeletale problematiek. • Een doelgericht behandelplan kan conceptualiseren en een tijdsframe kan uitwerken waarbij onder andere gebruik gemaakt wordt van complexe manueel therapeutische behandelingsstrategieën en technieken.
MT 1.5 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze een manueel therapeutische interventie planmatig uitvoeren, kritisch evalueren en indien nodig bijsturen bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen, gebruik makend van passieve, activopassieve en actieve technieken. Toelichting Als verbijzonderd kinesitherapeut kan de manueel therapeut vanwege zijn specifieke deskundigheid in diagnostiek en therapie van neuromusculoskeletale disfuncties een bijdrage leveren aan het gezondheidsprobleem gerelateerd tot het maximaal functioneren van de patiënt door het opstellen van een behandelplan en het uitvoeren van een behandeling door middel van gevorderde specifieke manueel therapeutische technieken. Op basis van de manueel therapeutische diagnose wordt een behandelplan opgesteld gericht op maximaal functieherstel en symptoomvermindering in ADL, werk-, hobby- en sportcontext. De manueel therapeutische behandeling is gericht op de onderzoekresultaten waarbij de manueel therapeut gebruik maakt van de ‘best available evidence’ om zijn keuze van technieken en modaliteiten te
16
verantwoorden. Hij maakt hierbij gebruik van specifiek gevorderde passieve articulaire, neurogene en musculaire technieken. Bij artrogene stoornissen zijn harmonische technieken, specifieke gelokaliseerde mobilisaties van Vanwege zijn specifieke kennis en vaardigheden in diagnostiek en therapie bij neuromusculoskeletale disfuncties van het bewegingsapparaat zal de manueel therapeut vooral participeren binnen dit domein. Binnen een multidisciplinaire setting kan de manueel therapeut de gezondheidshulpvragen analyseren, interpreteren en interveniëren. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: ▰ Inzicht in het klinisch redeneerproces bij musculoskeletale klachten ▰ Inzicht in de indicaties en contra-indicaties voor manuele therapie ▰ Inzicht in evidence based practice inzake manuele therapie ▰ Inzicht in de therapeutische middelen die ter beschikking staan. ▰ Inzicht in internationale protocollen, richtlijnen en standaarden relevant voor manuele therapie ▰ Inzicht in de complexiteit en de totaliteit van de patiënt De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: ▰ Methodisch en systematisch handelen ▰ Nauwkeurig en correct uitvoeren van de verschillende passieve manueel therapeutische technieken waaronder de wekedelen technieken, de mobiliserende technieken, de neurogene technieken, de myotensieve technieken, spierrekkingen, myofasciale technieken e.a. ▰ Manipulatietechnieken, korte hefboomtechnieken met vergrendelprincipes, en passieve mobilisatietechnieken ter hoogte van de wervelkolom vanuit de actuele ruststand en vanuit de ‘close packed position’ ▰ Passieve manipulatie- (korte hefboom technieken) en mobilisatietechnieken van de perifere gewrichten vanuit de actuele ruststand en vanuit de ‘close packed position’ ▰ Actieve oefentherapie ▰ Therapieopbouw en aangepaste technische vaardigheden bij diverse patiëntensituaties. ▰ Nieuwe oplossingsstrategieën ontwikkelen, toepassen en beoordelen ▰ Coördineren De volgende houdingen worden vooral aangewend: ▰ Methodisch en systematisch handelen ▰ Zin voor perfectie inzake therapeutische vaardigheden ▰ Brede oriëntatie ▰ Zelfstandig handelen ▰ Innovatieve en creatieve ingesteldheid ▰ Zin voor reflectie en kritische zin ▰ Gericht zijn op ethisch en psychologisch handelen Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: 17
▰ ▰ ▰ ▰ ▰ ▰ ▰ ▰ ▰ ▰ ▰
Aan de hand van een casus een manueel therapeutisch behandelplan kan opstellen Aan de hand van een casus een manueel therapeutische behandeling kan uitvoeren Kan aanduiden in welke mate hij/zij kan interveniëren bij de hulpvraag van het gezondheidsprobleem van de patiënt Kan behandelen volgens manueel therapeutische inzichten Kan behandelen volgens ‘best available evidence’ Kan behandelen gebruik makend van manueel therapeutische technieken Keuze kan maken uit het arsenaal aan manueel therapeutische technieken bij de indicatiestelling De frequentie van behandelen kan bepalen De behandelresultaten van de manueel therapeutische interventie kan evalueren De behandeling kan bijsturen De behandeling kan afronden
MT 1.6 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze, op basis van een zelf uitgevoerde screening in het kader van primaire of secundaire preventie bij patiënten met complexe musculoskeletale klachten, een preventief programma opstellen. Toelichting Als verbijzonderd kinesitherapeut kan de manueel therapeut vanwege zijn specifieke deskundigheid in diagnostiek en therapie van neuromusculoskeletale disfuncties een bijdrage leveren aan het gezondheidsprobleem gerelateerd tot het maximaal functioneren van de patiënt zowel curatief als preventief. Een manueel therapeut is in staat om op basis van zijn manueel therapeutische diagnose en zijn functioneel bilan via advies, educatie en oefentherapie een preventief programma uit te werken bij patiënten met complexe musculoskeletale klachten. Een multidisciplinaire samenwerking met diverse disciplines (podoloog, fysisch geneesheer, psycholoog,…) kan hierin van nut zijn. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: ▰ Klinisch redeneerproces ▰ Inzicht in de complexiteit en de totaliteit van de patiënt ▰ Inzicht in de causale factoren bij diverse musculoskeletale aandoeningen ▰ Inzicht in de samenhang van bewegingsdisfuncties, pijnmechanismen en psychosociale factoren ▰ Inzicht in de kinesiologie, biomechanica en fysiologie van de reële de sport- en werksituatie De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: ▰ Methodisch en systematisch handelen ▰ Motivatievaardigheid tijdens coaching ▰ Didactische en communicatieve vaardigheden ▰ Vakoverschrijdend denken (>< vakspecifiek) - Multidisciplinair samenwerken 18
▰ ▰ ▰
Een gedoseerd en progressief oefentherapeutisch programma uitwerken Nieuwe oplossingsstrategieën ontwikkelen, toepassen en beoordelen Coördineren
De volgende houdingen worden vooral aangewend: ▰ Oplossend, zoekend ▰ Breeddenkend - multidisciplinair ▰ Communicatief ▰ Zelfstandig handelen ▰ Innovatieve en creatieve ingesteldheid ▰ Zin voor reflectie en kritische zin ▰ Gericht zijn op ethisch en psychologisch handelen Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: ▰ Aan de hand van een casus een preventief programma kan opstellen bestaand uit advies en oefentherapie. ▰ Specifieke relevante ergonomische factoren kan distilleren en omzetten in doelgericht advies ▰ De resultaten van deze interventie kan evalueren en kan bijsturen.
19
Rol 2: De MT als communicator
Beschrijving De MT is in staat om efficiënt en duidelijk te communiceren met de patiënt tijdens het onderzoek en de behandeling i.v.m. diens neuromusculoskeletale klacht. Het geven van voorlichting en advies aan de patiënt gebeurt op een bevattelijke motiverende manier zodat dit resulteert in een betere preventieve of therapeutische output. De MT is, in het belang van een kwalitatieve zorgverlening, in staat om op een collegiale manier samen te werken en te communiceren met collega’s kinesitherapeuten met aandacht voor de eigen sterktes en zwaktes. Een goede communicatie en overleg van de MT met de verwijzende - behandelende arts(en) is essentieel in een efficiënte multidisciplinaire opvolging van de patiënt. Verwijzing naar en communicatie met andere disciplines is eveneens van belang om de patiënt optimale zorg te kunnen verlenen voornamelijk ten aanzien van: arts-specialisten, psychologen, podologen, ergotherapeuten, verpleegkundigen, osteopaten, chiropractors, acupuncturisten e.a.
Competenties MT 2.1 Correct en adequaat informeren, adviseren en begeleiden van een patiënt tijdens het onderzoek en de behandeling van complexe musculoskeletale aandoeningen m.i.v. chronische pijnproblematiek. Toelichting De manueel therapeut is in staat om efficiënt en duidelijk te communiceren met de patiënt tijdens het onderzoek en de behandeling i.v.m. diens neuromusculoskeletale klacht. Het geven van voorlichting en advies aan de patiënt gebeurt op een bevattelijke motiverende manier zodat dit resulteert in een betere preventieve of therapeutische output. De manueel therapeut communiceert met de patiënt over de bevindingen uit het klinisch onderzoek en biedt antwoorden op eventuele vragen. Hij kan daarbij gebruik maken van didactisch materiaal. Bij chronische klachten is communicatie over pijnfysiologie en psychosociale factoren van groot belang. Aansluitend worden de therapeutische mogelijkheden en de prognose besproken met aandacht voor de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt hierin. De manueel therapeut communiceert eveneens over thuisoefeningen. De manueel therapeut biedt tenslotte ook preventief advies aan onder de vorm van ergonomische en sportspecifieke raadgevingen, thuisoefeningen en dergelijke. Deze competentie is essentieel in het kader van het bevorderen van de zelfredzaamheid van de patiënt. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: ▰ Vakkennis inzake de mogelijkheden en beperkingen van de manuele therapie ▰ Inzicht in pijnfysiologie 20
▰ ▰ ▰ ▰ ▰
Kennis van de relevante psychosociale componenten bij musculoskeletale problemen Inzicht in ergonomie Inzicht in de kinesiologie van sportspecifieke handelingen Inzicht in de principes van efficiënte communicatie Inzicht in strategieën voor gedragsverandering
De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: ▰ Analysevermogen van relevant klachtenonderhoudend gedrag ▰ Motivatievaardigheid ▰ Didactische en communicatieve vaardigheden ▰ Empatisch vermogen De volgende houdingen worden vooral aangewend: ▰ Creatief – innovatief ▰ Oplossend, zoekend ▰ Breeddenkend ▰ Sociaal – communicatief ▰ Relativerend ▰ Inlevend ▰ Overleggend Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: ▰ Bevattelijke informatie kan geven bij een complexe musculoskeletale klacht over de verschillenden componenten uit het breed klinisch denkkader ▰ Feedback kan geven na analyse en synthese van de onderzoeksresultaten ▰ In staat is om een goede patiënten medewerking te verkrijgen. Dit blijkt uit het feit dat de patiënt: o Inzicht heeft in zijn musculoskeletale problematiek o Bepaalde adviezen en oefeningen kan herhalen o Gemotiveerd is om het gegeven advies op te volgen
Competentie 2.2 Als deskundige in het domein van de manuele therapie, samenwerken in een multidisciplinaire context van de patiënt met complexe musculoskeletale aandoeningen. Toelichting Communicatie voor multidisciplinaire samenwerking houdt in dat er overleg plaatsvindt tussen alle hulpverleners die rechtstreeks of onrechtstreeks in contact komen met de patiënt. Een goede communicatie en overleg van de met de verwijzende - behandelende arts(en) is essentieel in een efficiënte multidisciplinaire opvolging van de patiënt. Verwijzing naar en communicatie met andere disciplines is eveneens van belang om de patiënt optimale zorg te kunnen verlenen voornamelijk ten aanzien van: arts-specialisten, psychologen, podologen, ergotherapeuten, verpleegkundigen, e.a. Een goede samenwerking met collega’s kinesitherapeuten zowel binnen als buiten de praktijksetting is eveneens in het belang van de patiënt. Kennis van de eigen grenzen en mogelijkheden binnen de 21
manuele therapie maar ook van de andere bijzondere bekwaamheden in het beroep kan een efficiënte doorverwijzing of samenwerking bevorderen. Verwijzing naar kinesitherapeuten met een andere specialisatie of bijzondere bekwaamheid is van belang indien het probleem buiten ons domein valt. De therapeut moet eveneens bereid zijn om de dossiergegevens te communiceren aan een collega kinesitherapeut/manueel therapeut indien de patiënt zelf van therapeut verandert. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: ▰ Indicatieleer in de manuele therapie ▰ Een goede medische achtergrond en vakkennis ▰ Kennis van indicaties en behandelstrategieën van alle takken in de gezondheidszorg ▰ Kennis van het vakjargon van diverse disciplines vnl. van de traditionele medische en paramedische beroepen. ▰ Inzicht in de methodologie en klinisch redeneren in de manuele therapie ▰ Softwarekennis van de specifieke beroepssoftware ▰ Efficiënte dossieropmaak (al dan niet elektronisch) ▰ Kennis van indicaties en behandelstrategieën binnen alle takken van de kinesitherapie ▰ Inzicht in clinical guidelines, clinical prediction rules en best evidence in het kader van de indicaties voor manuele therapie en sportkinesitherapie ▰ Inzicht in een efficiënte schriftelijke en verbale communicatie. De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: ▰ Synthesevermogen ▰ Communicatieve vaardigheden ▰ Vakoverschrijdend denken (>< vakspecifiek) ▰ Verslaggeving in medisch vakjargon ▰ Didactische vaardigheden ▰ Observatievermogen ▰ Kunnen coachen De volgende houdingen worden vooral aangewend: ▰ Oplossend, zoekend ▰ Zelfreflectief - kritisch ▰ Breeddenkend - multidisciplinair ▰ Communicatief ▰ Ethisch en deontologisch handelen ▰ Overleggend ▰ Inzicht in eigen sterktes en zwaktes ▰ Hulpvaardig Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: ▰ Een dossier kan opmaken met daarin alle noodzakelijke patiëntengegevens. ▰ Volledig, interactief en bevattelijk verbaal kan communiceren en overleggen met collega’s en andere zorgverstrekkers over patiënten.
22
▰ ▰ ▰ ▰ ▰
Een verslag kan opmaken in medisch vakjargon met daarin alle noodzakelijke patiëntengegevens en conclusies met o.a. de visie en suggesties voor het verder beleid. Met collega’s en andere zorgverstrekkers therapeutische inzichten en visies kan delen en bediscussiëren met een open geest. Op een collegiale deontologische manier kan samenwerken met collega’s kinesitherapeuten en andere zorgvertrekkers binnen, maar ook buiten, een groepspraktijksetting De eigen beperkingen en mogelijkheden kent en open staat voor een inbreng van andere zorgverstrekkers als aanvulling of alternatief voor de eigen behandeling. Een zicht heeft op de mogelijkheden en beperkingen van andere zorgverstrekkers en bijgevolg zinvol kan verwijzen ten gunste van de patiënt.
23
Rol 3: De MT als professioneel leider
Beschrijving De MT profileert zich binnen de werksituatie als professioneel leider of ondersteuner waarbij, naast de essentiële managervaardigheden, ook een inzicht in markttendensen, de actuele beroepsevolutie en maatschappelijke noden van belang zijn om flexibel in te kunnen spelen op veranderingen op het vlak van vraag en aanbod en veranderingen in de gezondheidszorg.
Compententies MT 3.1 de MT kan een manueel therapeutische praktijkvoering binnen de gezondheidszorg opstarten en beheren, met inbegrip van financiële aspecten en regelgeving. Toelichting De MT kan een zelfstandige onderneming binnen de gezondheidszorg opstarten en beheren binnen het bestaand maatschappelijk stelsel. De MT komt de wettelijke administratieve en boekhoudkundige verplichtingen na en is op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op juridisch, economisch en deontologisch vlak die invloed kunnen hebben op het beheren van zijn kabinet, en voert dan ook een correct beleid op deze vlakken. De MT treedt desgewenst op als leider of lid van een team van collega’s en personeelsleden en is hierbij een goede initiatiefnemer, motivator, communicator,... met als doel een maximale kwaliteit van de zorgverlening. De MT beheert goed zijn patiëntengegevens en dossiergegevens; richt een ordelijk en hygiënisch kabinet in; stuurt zichzelf en/of collega’s tot een goed tijdsmanagement; voorziet degelijk onderzoek-, behandel- en didactisch materiaal en reflecteert over en innoveert vaak in zijn kabinet, in overleg met collega’s. De MT neemt initiatieven om de marktpositie van de instelling, het centrum, de dienst of de praktijk te bestendigen of te verbeteren. Er wordt hierbij rekening gehouden met een veranderende situatie van vraag en aanbod, met actuele tendensen in het beroep en met de maatschappelijke noden binnen de gezondheidszorg in brede zin. Initiatieven in het kader van de preventieve gezondheidszorg kunnen hier een onderdeel van uitmaken. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: ▰ Kennis en inzicht in actuele tendensen in de manuele therapie ▰ Beroepsorganisatie, wettelijke regelgeving binnen de kinesitherapie en manuele therapie ▰ Kennis van de organisatie en het beleid in de gezondheidszorg ▰ Kennis over management, boekhouding en economie ▰ Kennis van een SWOT- analyse De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: ▰ Organisatorische vaardigheden ▰ Communicatieve vaardigheden 24
▰
Vaardigheden in management (personeel, promotie, PR,…)
De volgende houdingen worden vooral aangewend: ▰ Flexibiliteit ▰ Communicatief ▰ Leidinggevend ▰ Overleggend ▰ Initiatiefnemend ▰ Creatief – innovatief ▰ Analyserend ▰ Verantwoordelijkheidszin ▰ Zin voor perfectie Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: ▰ Een praktijk of dienst kan leiden ▰ In staat is om een SWOT-analyse van de werksituatie te doen en ingeval dit nodig is te remediëren of bij te sturen. ▰ Initiatieven kan nemen om te voldoen aan de maatschappelijke noden en de evolutie inzake vraag en aanbod.
Niveau van verwerving Er wordt verwacht dat de musculoskeletale kinesitherapeut deze competentie op het hoogste niveau (niveau 3) zal bereiken op het vlak van complexiteit en zelfstandigheid na de masteropleiding ReVaKi met optie musculoskeletale kinesitherapie. Deze competentie wordt dan ook niet verder uitgediept in de postgraduaatopleiding MSK.
25
Rol 4: De MT als beroepsontwikkelaar
Beschrijving De rol van de MT als beroepsontwikkelaar manifesteert zich zowel op de wetenschappelijke als maatschappelijke ontwikkeling van het beroep. De manueel therapeut neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek met als doel (inter)nationaal klinisch of experimenteel wetenschappelijk onderzoek te ontwikkelen. Daarnaast draagt de manueeltherapeut bij aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke verankering in het beroep. Hierbij kan de MT zich engageren in verschillende werkgroepen, commissies, raden en beroepsorganisaties wegens zijn specifieke deskundigheid in het musculoskeletaal vakgebied. De MT heeft contact met (inter)nationale beroepsorganisaties en neemt actief deel aan de ontwikkelingen van externe en interne werkzaamheden binnen het specifieke interessegebied.
Competenties MT 4.1 De manueeltherapeut kan zijn medewerking verlenen aan wetenschappelijk onderzoek of zelf het initiatief nemen klinisch of experimenteel wetenschappelijk onderzoek op te starten. De MT moet kritisch kunnen omgaan met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, de resultaten kritisch wetenschappelijk kunnen analyseren en interpreteren en de relevantie ervan kunnen toetsen aan de praktijk. Toelichting Evidentie voor manuele therapie bij neuromusculoskeletale disfuncties is onvolledig en moet verder onderzocht worden. De effectiviteit van manueel therapeutische behandeltechnieken moet verder aangetoond worden voor de onderbouwing van de manueel therapeutische interventie bij neuromusculoskeletale stoornissen. Vanwege de grote complexiteit van de manuele therapie zijn wetenschappelijke studies noodzakelijk om de evidentie van het manueel therapeutisch handelen aan te tonen. De MT moet kritisch kunnen omgaan met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, de resultaten kritisch wetenschappelijk kunnen analyseren en interpreteren en de relevantie ervan kunnen toetsen aan de praktijk. De MT moet zijn medewerking verlenen aan wetenschappelijk onderzoek of zelf het initiatief nemen deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: ▰ Kennis van en inzicht in recente wetenschappelijke en klinische innovatie binnen het beroep ▰ Kennis van diverse databases voor wetenschappelijke literatuur ▰ Kennis van en inzicht in recente wetenschappelijke en klinische innovaties binnen het beroep ▰ Kennis en inzicht in verschillende onderzoeksmethodologieën ▰ Kennis en inzicht in de kwaliteitsindicatoren voor wetenschappelijke publicaties ▰ Kennis van en inzicht in de achtergrond van systematische reviews en meta-analyses. 26
De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: ▰ Zelfstandig onderzoek uitvoeren ▰ Correcte zoekstrategieën in databases hanteren ▰ Kritisch analyseren en interpreteren van wetenschappelijk onderzoek ▰ Relevantie van onderzoeksresultaten toetsen aan de praktijk ▰ Actieve participatie aan publicaties, lezingen, seminaries, … De volgende houdingen worden vooral aangewend: ▰ Reflectief en kritisch ▰ Academisch ▰ Levenslang leren ▰ zelfstandig Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: ▰ Wetenschappelijk vakliteratuur kritisch kan analyseren, interpreteren en evalueren ▰ Een onderzoeksvoorstel kan schrijven en ontwikkelen ▰ Onderzoeksresultaten kan publiceren ▰ Actief kan deelnemen aan (inter)nationale wetenschappelijke projecten ▰ Maatschappelijke en wetenschappelijke beroepsontwikkelingen kan integreren
MT 4.2 De MT levert een actieve bijdrage aan het proces van optimalisering van het professioneel handelen door kritische analyse van recente inzichten, concepten, wetgevingen en (internationale) ontwikkelingen in het beroep. Toelichting Het verbeteren en vernieuwen van de huidige zorgverlening in de praktijk is noodzakelijk en betekenen nieuwe uitdagingen en mogelijkheden voor de manueel therapeut. Nieuwe inzichten, wetgevingen en ontwikkelingen in het beroep vragen om een optimalisering van het professioneel handelen. De MT kan actief bijdragen aan nieuwe beroepsstrategieën, nieuwe wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Componenten De volgende kennis en inzichtelementen zijn essentiële bouwstenen: ▰ Kennis in het veld van de gezondheidszorg ▰ Kennis met betrekking tot (inter)nationale ontwikkelingen in de manuele therapie ▰ Kennis van en inzicht in beroepsorganisatie en beroepsverdediging ▰ Kennis van actuele criteria met betrekking tot beroepsinhoud De volgende vaardigheden worden hierbij vooral gebruikt: ▰ Organisatorische vaardigheden ▰ Communicatieve vaardigheden De volgende houdingen worden vooral aangewend: ▰ Reflectief en kritisch 27
▰ ▰ ▰
Breed georiënteerd Innovatief en creatief zelfstandig
Beheersingscriteria Er wordt verondersteld dat de manueel therapeut: ▰ Maatschappelijke en wetenschappelijke beroepsontwikkelingen kan integreren ▰ Inzichten kan integreren van theorieën en concepten uit aangrenzende vakgebieden ▰ Nieuwe ontwikkelingen binnen het beroep kan integreren ▰ Een actieve bijdrage kan leveren aan de wetenschappelijke uitbouw en fundering van het beroep ▰ Aansluiting kan zoeken bij de nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied ▰ Kan reflecteren rond maatschappelijke verantwoordelijkheden m.b.t. de toepassing van manuele therapie Niveau van verwerving Er wordt verwacht dat de musculoskeletale kinesitherapeut deze competentie op het hoogste niveau (niveau 3) zal bereiken op het vlak van complexiteit en zelfstandigheid na de masteropleiding ReVaKi met optie musculoskeletale kinesitherapie. Deze competentie komt dan ook slechts in beperkte mate verder aan bod in de postgraduaatopleiding MSK via het opgelegde eindwerk. Dit groepseindwerk omvat enkel een literatuurstudie met implicaties voor de dagelijkse manueel therapiepraktijk.
28
BIJLAGE 1: OVERZICHT VAN DE INHOUD EN COMPETENTIES VAN DE BACHELOR- EN MASTEROPLEIDING GERELATEERD AAN DE OPLEIDING MSK
29
30
Eerste bachelor OLOD Kinesitherapeutisch onderzoek: onderste lidmaat
Kinesitherapeutisch onderzoek: bovenste lidmaat
Functionele Anatomie: Extremiteiten en romp
Tweede bachelor OLOD REVAKI van het MSS: onderstel lidmaat
Kinesitherapeutisch handelen: bovenste en onderste lidmaat
Inhoud • Kinesiologie van het onderste lidmaat (arthrokinematica, functionele bewegingsanalyse, spierwerking). • Basis-onderzoek van het onderste lidmaat (anamnese, inspectie, basisfunctie-onderzoek, palpatie, functionele evaluatie). • Toegevoegd onderzoek van het onderste lidmaat (manuele muscle testing, spierlengtetesten, neurogene testen). • De relatie van het bewegingsonderzoek tot de ICF-classificatie. • Kinesiologie van het bovenste lidmaat (arthrokinematica, functionele bewegingsanalyse, spierwerking) • Basis-onderzoek van het bovenste lidmaat (anamnese, inspectie, basisfunctie-onderzoek, palpatie, functionele evaluatie). • Toegevoegd onderzoek van het bovenste lidmaat (Manuele Muscle Testing, spierlengtetesten, neurogene testen). • De relatie van het bewegingsonderzoek tot de ICF-classificatie. • Bouw van het locomotorisch systeem van het bovenste lidmaat, het onderste lidmaat en de wervelzuil en romp: anatomische terminologie, osteologie, arthrologie en myologie per functionele eenheid, verloop van de perifere zenuwen in functie van de bezenuwing van de spieren en de sensibele innervatie van de lichaamsoppervlakken en gewrichten (inclusief practica osteologie en demonstraties op menselijke preparaten • topografie.
competenties B 1.3, B 1.4, B 1.5, B 1.6, B3.1, B 3.2, B 3.3, B 3.4
Inhoud • Pathologie van het onderste lidmaat (OL). • Heelkunde in de orthopedie/traumatologie van het OL . • Biomechanica van het OL. • Topografische anatomie van het OL. • Medische beeldvorming van het OL. • Theorie en praktijk van de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie van het OL • Van onderzoeksresultaat naar behandeling: methodisch handelen (symptoomreductie, mobiliserende oefeningen, oefentherapie) • Praktijk: Mobilisatietechnieken, spierverlengende technieken, massage, basisoefentherapie, casuïstiek
competenties B 1.3, B 1.4, B 1.5, B 1.6, B1.7, B 1.8, B 2.7, B 3.1, B 3.2, B 3.3, B 3.4, B 3.5, B 4.2, B 5.4
31
B 1.3, B 1.4, B 1.5, B 1.6, B 3.1, B 3.2, B 3.3, B 3.4
B 1.1, B 3.1, B 3.3, B 3.4
B 1.3, B 1.4, B 1.5, B 1.6, B 1.7, B 1.8, B 2.7, B 3.2, B 3.3, B 3.4, B 3.5, B 4.2
Kinesitherapeutisch onderzoek en handelen: wervelzuil
• • • • •
•
Derde bachelor REVAKI van het MSS: bovenste lidmaat
REVAKI van het MSS: lumbale wervelzuil en bekken
• • • • • • • • • • • •
Eerste master Klinisch redeneren in REVAKI
•
Kinesiologie van de wervelzuil (arthrokinematica, functionele bewegingsanalyse, spierwerking). Basis-onderzoek van de wervelzuil (anamnese, inspectie, basis-functieonderzoek, palpatie, functionele evaluatie). Toegevoegd onderzoek van wervelzuil (manuele muscle testing, spierlengtetesten, evaluatie van spiercontrole). Interpretatie van het bewegingsonderzoek tot de ICF-classificatie. Het klinisch redeneren omtrent het kinesitherapeutisch handelen m.b.t. de wervelzuil (symptoomreducerende, mobiliserende, spierversterkende en stabiliserende technieken voor de wervelzuil) Praktijk: Vaardigheden in symptoomreducerende technieken (massage, lymfedrainage), mobiliserende technieken (passieve mobilisatie, tracties en translaties, stretching) op de wervelzuil en stabiliserend oefeningen
B 1.3, B 1.4, B 1.5, B 1.6, B 1.7, B 1.8, B 2.7, B 3.2, B 3.3, B 3.4, B3.5, B 4.2
Pathologie van het onderste lidmaat (BL). Heelkunde in de orthopedie/traumatologie van het BL . Biomechanica van het BL. Topografische anatomie van het BL. Medische beeldvorming van het BL. Theorie en praktijk van de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie van het BL Pathologie van het onderste lidmaat (lumbale wervelzuil en bekken). Heelkunde in de orthopedie/traumatologie van de lumbale wervelzuil en bekken. Biomechanica van de lumbale wervelzuil en bekken. Topografische anatomie van de lumbale wervelzuil en bekken. Medische beeldvorming van de lumbale wervelzuil en bekken. Theorie en praktijk van de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie van de lumbale wervelzuil en bekken
B 1.3, B 1.4, B 1.5, B 1.6, B 1.7, B 1.8, B 2.7, B 3.1, B 3.2, B 3.3, B 3.4, B 3.5, B 4.2, B 5.4
Het opleidingsonderdeel omvat het bespreken en uitdiepen van verschillende patiënten casussen binnen o.a. de volgende domeinen: musculoskeletale revalidatie bovenste lidmaat, onderste lidmaat, romp.
32
B 1.3, B 1.4, B 1.5, B 1.6, B 1.7, B 1.8, B 27., B 3.1, B 3.2, B 3.3, B 3.4, B 3.5, B 4.2, B 5.4
M 1.1, 1.6, M M 3.1, 4.1, M M 6.1,
M 1.2, M 1.3, M 1.4, 1.7, M 1.8, M 2.1, M M 3.2, M 3.3, M 3.4, 4.2, M 4.4, M 5.2, M M 6.2
M 1.5, M 2.3, M 2.5, M 3.5, M 5.3, M 5.4,
REVAKI van het MSS: thoracale en cervicale wervelzuil
• • • • • •
Methodologie in de REVAKI bij MSS aandoeningen
• • • • •
Pathologie van de thoracale en cervicale wervelzuil Heelkunde in de orthopedie/traumatologie van de thoracale en cervicale wervelzuil. Biomechanica van de thoracale en cervicale wervelzuil. Topografische anatomie van de thoracale en cervicale wervelzuil Medische beeldvorming van de thoracale en cervicale wervelzuil Theorie en praktijk van de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie van de thoracale en cervicale wervelzuil
B 1.3, B 1.4, B 1.5, B 1.6, B 1.7, B 1.8, B 27., B 3.1, B 3.2, B 3.3, B 3.4, B 3.5, B 4.2, B 5.4
Het klinisch redeneren met betrekking articulaire, myofasciale en neurogene disfuncties Situering van diverse stromingen binnen het onderzoeken en behandelen van musculoskeletale aandoeningen Specifieke onderzoeks- en behandelingstechnieken: McKenzie, Mulligan, Myofasciale therapie
M 1.3, MSS 1.4, MSS 1.5a, MSS 1.6, MSS 1.7, MSS 1.8a, M 2.1, M 2.3, M 3.1, M 3.2, M 3.4, M 3.5
Historiek, doelstellingen en definities van manuele therapie. Belangrijkste stromingen binnen de manuele therapie Methodologie in de manuele therapie. Algemene onderzoeks- en behandelingsprincipes. Klinisch denkkader met inbegrip van klinisch redeneren. Casuïstiek met aanvullende diagnostische en therapeutische technieken Evidence based handelen
M 1.1, M 1.2, M 1.3, MSS 1.4, MSS 1.5a, MSS 1.5b, MSS 1.6, MSS 1.7, MSS 1.8a, MSS 1.8b, M 2.1, M 2.3, M 3.1, M 3.2, M 3.3, M 3.4, M 3.5, M 4.1, MSS 4.2, MSS 4.4, MSS 5.4
Er wordt dieper ingegaan op de pijnfysiologische mechanismen die betrekking hebben op chronische pijn. Het puur somatische wordt geïntegreerd in een psychologische achtergrond waarbij het pijngedrag op de voorgrond komt. De kinesitherapeutische invalshoek, zowel naar theoretische gegevens als naar evaluatie, wordt via casusbespreking verder uitgewerkt.
M 1.1, M 1.2, MSS 1.4, MSS 1.5a, MSS 1.6 , MSS 1.7, M 2.1, M 2.3, M3.1, M 3.2, M 3.3, M 3.4, M 3.5, MSS 4.4, MSS 5.4
Twee stageperiodes van 105 uur (210u) in de sportkinesitherapie of de manuele therapie Opstellen van een verwijsbrief per stageperiode Portfolio Reflectie
M 1.1, M 1.2, M 1.3, MSS 1.4, MSS 1.5a, MSS1.5b, MSS 1.6, MSS 1.7, MSS 1.8a, MSS 1.8b, MSS 1.8c, M2.1, M 2.3, M3.1, M 3.2, M 3.3, M 3.4, M 3.5, M 4.1, MSS 4.2, M 4.3, MSS 4.4, M 4.5, M 5.1, M 5.2, M 5.3, MSS 5.4, M 5.5, M 5.6, M 6.1, M 6.2, M 6.3, M 6.4
• Tweede master Musculoskeletale revalidatie: wervelzuil
Pijn en participatie in de musculoskeletale revalidatie
Masterstage
• • • • • • • • •
• • • • •
33
Masterproef
A. De studie kan een experimenteel onderzoek zijn in een bepaald gebied. B. De studie kan ook een literatuuronderzoek zijn: een systematische review of een meta-analyse. Afhankelijk van de aard van de studie kan de omvang variëren van 40-50 pagina's.
34
M 1.1, M 2.1, M 2.2, M 2.3, M 2.4, M 2.5, M 2.6, M 2.7, M 3.1, M 3.2, M 3.3, M 3.4, M 3.5, M 4.1, M 4.2, M 4.3, M4.5, M 5.2, M 5.3, M 5.5, M 5.6, M 6.1, M 6.2, M 6.3
BIJLAGE 2: ECTS-FICHES VAN DE VERSCHILLENDE OPLEIDINGSONDERDELEN VAN HET POSTGRADUAAT MSK
35
36
Gevorderd klinisch redeneren in de Musculoskeletale Kinesitherapie
Verantwoordelijk Lesgever: Prof Lieven Danneels
Sleutelwoorden Klinisch redeneren, ICF, klinisch denkkader, zelfreflectie
Situering Manuele therapie is een verbijzondering binnen de kinesitherapie in het domein van de neuromusculoskeletale disfuncties. De manueel therapeut is als gezondheidsdeskundige een specialist op het terrein van functiestoornissen van de wervelkolom en extremiteiten vanwege zijn specifieke kennis en vaardigheden op het terrein van diagnostiek en therapie bij neuromusculoskeletale aandoeningen. De studenten hebben gezien hun vooropleiding reeds de nodige kennis, inzicht en vaardigheid verworven in een adequate therapeutische aanpak van een NMS-disfunctie. Hierbij is de nodige aandacht besteed aan het klinisch redeneren bij het onderzoek en de behandeling. Vanuit deze basiscompetenties gaat de student in dit opleidingsonderdeel zijn/haar klinisch redeneren meer fundamenteel integreren in het kinesitherapeutisch handelen. Dit door hierover intensief te reflecteren, communiceren en te rapporteren.
Inhoud De manueel therapeut brengt door middel van gerichte manueel therapeutische diagnostiek de patiëntencontext in kaart aan de hand van alle aspecten van het klinisch redeneermodel: contra-indicaties (red flags); stoornissen in structuur, stoornissen in functie (arthrogeen, myogeen, neurogeen, motorische controle), stoornissen in activiteit en participatie; weefsel- en pijnmechanismen en de psychosociale factoren. Hij analyseert en interpreteert deze bevindingen binnen een breed bio-psycho-sociaal klinisch denkkader en komt via klinisch redeneren tot een
37
gerichte, causale en zoveel mogelijk “evidence based” behandelingsaanpak gericht op een optimaal functieherstel op het niveau van activiteits- en participatiestoornissen. Dit OLOD omvat: - Het historisch overzicht van de diverse stromingen en inzichten die een essentiële bijdrage hebben geleverd tot de huidige manuele therapie. Hierbij worden de diverse stromingen binnen het onderzoeken en behandelen van musculoskeletale aandoeningen gesitueerd. - De oprichting en doelstellingen van de wereldorganisatie International Federation of Orthopaedic Manipulative Phyisical Therapists (IFOMPT) -
Inzicht verwerven in en het integreren van het manueel therapeutisch gevorderd klinisch redeneren. Hierbij wordt er specifieke aandacht gericht op het verder uitdiepen en integreren van de diverse aspecten relevant binnen het klinische denkkader (ICF-kader, articulairemyofasciale-neurogene en motorische controle disfuncties, pijnmechanismen en psychosociale factoren) Articulaire disfuncties: Screening in functie van het klinisch denkkader, rekening houdend met red flags, weefselmechanisme, pijnmechanismen en psychosociale factoren. Segmentale en articulaire diagnostiek analyseren en interpreteren van de bewegingsdiagram volgens Kaltenborn en Maitland concept voornamelijk m.b.t. het opbouwen van voorspanning in een gewricht, het begrip manipulatie (soorten, indicaties en contraindicaties, complicaties en nawerkingen, VBI), principes en doelstellingen van vergrendeltechnieken t.h.v. wervelkolom, sleutels i.v.m. articulair klinisch redeneren (pijn versus bewegingsbeperking), articulaire klinische presentaties en bewegingsdisfuncties Articulaire disfunctiepatronen zoals facettaire divergentie- en convergentiepatronen, artroneurogene openings- en sluitingspatronen, hoog actuele articulaire disfunctiepatronen, degeneratieve disfunctiepatronen. Correcte keuze van de manipulatietechnieken op basis van deze cervicale articulaire. Het analyseren en interpreteren van Instabiliteitstests van het hoog cervicaal segment Myofasciale disfuncties: Screening in functie van het klinisch denkkader, rekening houdend met red flags, weefselmechanisme, pijnmechanismen en psychosociale factoren. Overzicht myofasciaal pijn syndroom (MPS) Overzicht spieren die aanhechten aan de wervelkolom (Oorsprong, insertie, bezenuwing Triggerpunten) Neurogene disfuncties:
38
Screening in functie van het klinisch denkkader, rekening houdend met red flags, weefselmechanisme, pijnmechanismen en psychosociale factoren. Neurodynamica: de mechanical interface van de zenuwstructuur en anderzijds bewegingen van de neurogene structuren Motorische controle disfuncties: Screening in functie van het klinisch denkkader, rekening houdend met red flags, weefselmechanisme, pijnmechanismen en psychosociale factoren. state of the art van de klinische integratie van de verworven wetenschappelijke inzichten met betrekking tot het (dis)functioneren van het sensorimotorische systeem Klinische patroonidentificatie gebaseerd op spierrekrutering en kinesiologie Pijnmechanismen en psychosociale factoren: Overzicht van de verschillend mogelijke pijnmechanismen (nociceptief, inflammatoir, neuropatisch of centraal) Het herkennen van relevante psychosociale factoren wordt verder uitgediept en klinisch geïntegreerd. Hiervoor wordt het Mature Organism Model (input, processing, output) gehanteerd. Reflective practice De attitude van zelfreflectie en kritisch evalueren wordt gestimuleerd via een hiertoe ontwikkeld zelfreflectieformulier. Zowel de inhoud als het practisch hanteren van dit instrument wordt binnen dit OLOD onderwezen
Begincompetenties De student moet voldoen aan de mastercompetenties van de opleiding Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. De student dient met succes volgende opleiding gevolgd te hebben: • een licentiaatsopleiding in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, waarvan het diplomasupplement melding maakt van de optie ”orthopedische revalidatie of musculoskeletale revalidatie” • een Masteropleiding in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie met afstudeerrichting: revalidatie en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen. • een master na master in de gespecialiseerde revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie - afstudeerrichting: musculoskeletale kinesitherapie
Eindcompetenties
39
MT 1.1 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op gespecialiseerde, zelfstandige en kritische wijze gerichte informatie verwerven en relevante gegevens kritisch interpreteren binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.3 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze de klinische onderzoeksresultaten vanuit een brede context interpreteren, rekening houdend met de medische informatie, medische beeldvorming, weefselmechanismen, pijnmechanismen, sportspecifieke, fysiologische, biomechanische en psychosociale factoren, en de daaruit voortvloeiende manueel therapeutische diagnose opstellen binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF voor complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.4 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze relevante manueel therapeutische doelstellingen formuleren en een daarop gebaseerd manueel therapeutisch handelingsplan uitwerken voor complexe musculoskeletale aandoeningen rekening houdend met de globale holistische en functionele benadering van de patiënt met musculoskeletale aandoeningen. MT 4.2 De MT levert een actieve bijdrage aan het proces van optimalisering van het professioneel handelen door kritische analyse van recente inzichten, concepten, wetgevingen en (internationale) ontwikkelingen in het beroep. Leermateriaal - syllabus - presentaties aangeboden via Minerva
Referenties -
Clinical reasoning for manual therapists. Jones M & Rivett D. Butterworth Heinemann, London 2004. Grieve's Modern Manual therapy. The vertebral Column. Boyling J & Jull G. Elsevier, Edinburgh 2004. Principles of neuromusculoskeletal treatment and management. A guide for therapists. Petty N. Elsevier, Edinburgh 2004. The back pain revolution. Waddell G. Churchill Livingstone, Edinburgh 1998. Topical issues of pain 1 . Gifford L. CNS Press, 1998. Topical issues of pain 2 . Gifford L. CNS Press, 2000.
Vakinhoudelijke studiebegeleiding 40
o o o
individuele sturing en begeleiding tijdens de practica Interactieve ondersteuning via Minerva Persoonlijke begeleiding op elektronische afspraak
Didactische werkvorm hoorcollege, leergesprek, casuïstiek zelfreflectie aan de hand van standaardformulier
Evaluatievorm(en) Periodiek
Ondervragingsvorm(en) Schriftelijk
41
ECTS-fiche Manueel therapeutische vaardigheden: Bovenste Kwadrant
Verantwoordelijk Lesgever: dr. Barbara Cagnie
Sleutelwoorden Manuele Therapie, cervicale wervelzuil, scapulothoracale regio, bovenste lidmaat, articulair (mobilisaties – manipulaties), oefentherapie, neurogeen
Situering Manuele therapie is een verbijzondering binnen de kinesitherapie in het domein van de neuromusculoskeletale disfuncties. De manueel therapeut is als gezondheidsdeskundige een specialist op het terrein van functiestoornissen van de wervelkolom en extremiteiten vanwege zijn specifieke kennis en vaardigheden op het terrein van diagnostiek en therapie bij neuromusculoskeletale aandoeningen. De studenten hebben gezien hun vooropleiding reeds de nodige kennis, inzicht en vaardigheid verworven in een adequate therapeutische aanpak van een NMS-disfunctie van het bovenste lidmaat, de cervicale wervelkolom en de scapulothoracale regio. Tijdens de postgraduaatopleiding zal de student zich verder bekwamen en zijn kennis verder verdiepen in deze materie aan de hand van onder andere bijkomende onderzoeks- en behandelingstechnieken en wordt een dynamische en probleemgerichte integratie van de verschillende delen van het bovenste kwadrant beoogd.
Inhoud In dit OLOD zullen bijkomend kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes aan bod komen over onderzoek en behandeling van het bovenste kwadrant. 42
De specifieke diagnostische vaardigheden van de manueel therapeut bestaan uit het kunnen interpreteren in een brede context van de gegevens uit de anamnese, de inspectie, de palpatie, het manueel therapeutisch functieonderzoek gericht op articulaire, neurogene, myogene en neuromotorische disfuncties en evt. meetschalen en meetinstrumenten. De manueel therapeut houdt hierbij ook rekening met de biomedische, pijnfysiologische, persoonlijke en contextuele factoren. De therapeut maakt hiervoor gebruik van klinisch-empirische als wetenschappelijk onderbouwde vaardigheden en behandelstrategieën. Voor het articulaire deel bestaat dit uit: - Het verfijnen van de vaardigheden in joint play testing vanuit verschillende gewrichtposities, - Het verfijnen van vaardigheden in de segmentale diagnostiek midcervicaal, CT overgang, belast en onbelast, - Het analyseren en interpreteren van provocatie- en reductietests t.h.v. het cervicaal segment, - Analyseren, interpreteren en inoefenen van de opbouw van de voorspanning in een gewricht (begrippen slack zone en transitie zone), - Het toepassen van de sleutels i.v.m. articulair klinisch redeneren (pijn versus bewegingsbeperking), - Herkennen van indicaties en contraindicaties voor manipulaties - Het toepassen van de principes van vergrendeltechnieken - Herkennen van cervicale articulaire disfunctiepatronen zoals facettaire divergentie- en convergentiepatronen, artroneurogene openings- en sluitingspatronen, hoog actuele articulaire disfunctiepatronen, degeneratieve disfunctiepatronen, - Aan de hand van de biomechanica van het occipitaal atlantoaxiaal complex het verfijnen in vaardigheden van het segmentaal functieonderzoek - Het uitvoeren, analyseren en interpreteren van Instabiliteitstests van het hoog cervicaal segment - Het uitvoeren van articulaire behandelingstechnieken waaronder mobilisaties (tracties, oscillaties, translaties, compressies), harmonische technieken, actief geassisteerde technieken (waaronder mulligantechnieken en McKenzie technieken), wekedelen mobilisaties en myotensieve technieken (muscle energy technieken) - Aanleren van de opbouw van de voorspanning aan de hand van tractiemanipulatietechnieken vanuit de actuele reststand naar een 3D positie - Demonstreren en inoefenen van korte hefboom manipulatietechnieken en manipulatietechnieken met vergrendeltechnieken t.h.v. de cervicale wervelkolom - Aan de hand van cervicale articulaire disfunctiepatronen het invullen van de keuze van de manipulatietechnieken - Aan de hand van casussen het interpreteren en inoefenen van manipulatie technieken van de cervicale wervelkolom - Het interpreteren van de verschillende gewrichtposities t.h.v. de perifere gewrichten van het bovenste lidmaat - Demonstreren en Inoefenen op basis van indicatiestelling van manipulatietechnieken van de perifere gewrichten van het bovenste lidmaat 43
-
Het begrijpen en uitvoeren van onderzoek en behandeling van het temporomandibulair gewricht en het analyseren en interpreteren van de relaties tussen craniomandibulaire en hoog cervicale disfuncties
Voor het myofasciale gedeelte bestaat dit uit: - Onderzoek van de myofasciale disfuncties aan de hand van anamnese, inspectie en toegevoegd myofasciaal onderzoek: lengtetesten, spierkrachttests en palpatie van triggerpoints. - Behandeling van myofasciale disfuncties: myofasciale rekkingen, soft tissue technieken en myotensieve technieken, manual pressure release, harmonic Techniques - Aan de hand van een sleutelcasus, de relevante … Voor het neurogene gedeelte bestaat dit uit: - Klinisch Onderzoek: Herhalen en verfijnen van neurogene functietests (motoriek, sensibiliteit, reflexen) Herhalen, verfijnen en aanpassen aan de klinische presentatie van provocatietests: De mechanical interface (bovenste quadrant: spurling) en de neurogene structuren zelf: neurodynamische tests en palpaties van de verschillende perifere zenuwen - Behandeling schetsen van een manueel therapeutische aanpak in de volledige behandeling van een patiënt met cervicobrachialgie behandeling van de mechanical interface van de neurogene structuren behandeling van de neurogene structuren zelf: enerzijds aan de hand van sliders/tensioners via perifere zenuwen en anderzijds via progressieve belasting aan de hand van neurobiomechanische principes Voor het motorische controle gedeelte bestaat dit uit: - Onderzoek van sensorimotorischecontrole disfuncties aan de hand van anamnese, inspectie en toegevoegd onderzoek - Aanleren en verfijnen van specifieke tests: evaluatie van de neuromusculaire controle, kracht, uithouding en lengte van de relevante musculatuur - Verfijnen van behandelingstechnieken in functie van sensorimotorische controledisfuncties: aanleren, automatiseren en integreren van neuromusculaire controle, kracht- en uithoudingstraining - Integratie aan de hand van een sleutelcasus
Begincompetenties
44
De student moet voldoen aan de mastercompetenties van de opleiding Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. De student dient met succes volgende opleiding gevolgd te hebben: • een licentiaatsopleiding in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, waarvan het diplomasupplement melding maakt van de optie ”orthopedische revalidatie of musculoskeletale revalidatie” • een Masteropleiding in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie met afstudeerrichting: revalidatie en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen. • een master na master in de gespecialiseerde revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie - afstudeerrichting: musculoskeletale kinesitherapie
Eindcompetenties MT 1.1 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op gespecialiseerde, zelfstandige en kritische wijze gerichte informatie verwerven en relevante gegevens kritisch interpreteren binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.2. Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze een relevant manueel therapeutisch onderzoek uitvoeren en bijsturen gebruik makend van gevorderde en gespecialiseerde technieken en processen van klinisch redeneren, gericht op articulaire, neurogene, myofasciale en sensorimotorische controledisfuncties bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.3 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze de klinische onderzoeksresultaten vanuit een brede context interpreteren, rekening houdend met de medische informatie, medische beeldvorming, weefselmechanismen, pijnmechanismen, sportspecifieke, fysiologische, biomechanische en psychosociale factoren, en de daaruit voortvloeiende manueel therapeutische diagnose opstellen binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF voor complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.4 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze relevante manueel therapeutische doelstellingen formuleren en een daarop gebaseerd manueel therapeutisch handelingsplan uitwerken voor complexe musculoskeletale aandoeningen rekening houdend met de globale holistische en functionele benadering van de patiënt met musculoskeletale aandoeningen. MT 1.5 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze een manueel therapeutische interventie planmatig uitvoeren, kritisch evalueren en indien nodig bijsturen bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen, gebruik makend van passieve, activopassieve en actieve technieken.
45
MT 2.1 Correct en adequaat informeren, adviseren en begeleiden van een patiënt tijdens het onderzoek en de behandeling van complexe musculoskeletale aandoeningen m.i.v. chronische pijnproblematiek.
Leermateriaal - syllabus - presentaties aangeboden via Minerva
Referenties -
Beernaert A., Cagnie B., Vanthillo B., Mobilisaties en manipulaties van de wervelkolom, Standaarduitgeverij, 2006. Cagnie B, De Corte K, Descheemaeker F. Oefentherapie bij nekaandoeningen, Standaard Uitgeverij, 2008 van der El A., Lunacek P., Wagemaker A., Manuele therapie, wervelkolom, onderzoek en behandeling. Manuwel, Rotterdam, 1983. Kaltenborn F.M., Mobilisering van de extremiteitsgewrichten, onderzoek en basisbehandelingstechnieken. Olaf Norlis Bokhandel, Oslo, 1983. Kaltenborn F.M., Evjenth O., Vollovitz, E., The spine: Basic evaluation and mobilisation techniques. Olaf Norlis Bokhandel, Oslo, 1993. Lederman E., Harmonic technique Lewitt K., Manuele therapie 1 en 2. De Tijdstroom, Lochem, 1981. Maitland G.D., Vertebral manipulation: fifth edition. Butterworth - Heineman, 1986. Maitland G.D., Periferal manipulation: third edition. Butterworth - Heineman, 1991. Jones M & Rivett D. Clinical reasoning for manual therapists. Butterworth Heinemann, London 2004. Boyling J & Jull G Grieve's Modern Manual therapy. The vertebral Column.. Elsevier, Edinburgh 2004. Petty N. Principles of neuromusculoskeletal treatment and management. A guide for therapists.. Elsevier, Edinburgh 2004. Waddell G The back pain revolution.. Churchill Livingstone, Edinburgh 1998. Louis Gifford Topical issues in pain series., CNS Press, Falmouth, 2004. David Butler The sensitive nervous system., Noigroup Publications, Adelaide, 2000. Sahrmann,S. Diagnosis and treatment of movement impairment syndromes. Mosby St. Louis, Mo, 2002. Shacklock M. Clinical Neurodynamics, Elsevier, Edinburgh, 2005
Vakinhoudelijke studiebegeleiding 46
o o o
individuele sturing en begeleiding tijdens de practica Interactieve ondersteuning via Minerva Persoonlijke begeleiding op elektronische afspraak
Didactische werkvorm Theorie: hoorcollege, leergesprek, casuïstiek Praktijk: demonstraties met inoefenen
Evaluatievorm(en) Periodiek Ondervragingsvorm(en) Uitwerken en uitvoeren van onderzoek en behandeling van een casus met musculoskeletale klachten ter hoogte van het bovenste kwadrant voor articulaire, neurodynamische, myofasciale en motorische control disfuncties.
47
48
ECTS-fiche Manueel therapeutische vaardigheden: Onderste Kwadrant
Verantwoordelijk Lesgever: Prof dr. Lieven Danneels
Sleutelwoorden Manuele Therapie, lumbale wervelzuil, SI-gewricht, Thoracale wervelzuil, Onderste lidmaat, articulair (mobilisaties – manipulaties), oefentherapie, neurogeen
Situering Manuele therapie is een verbijzondering binnen de kinesitherapie in het domein van de neuromusculoskeletale disfuncties. De manueel therapeut is als gezondheidsdeskundige een specialist op het terrein van functiestoornissen van de wervelkolom en extremiteiten vanwege zijn specifieke kennis en vaardigheden op het terrein van diagnostiek en therapie bij neuromusculoskeletale aandoeningen. De studenten hebben gezien hun vooropleiding reeds de nodige kennis, inzicht en vaardigheid verworven in een adequate therapeutische aanpak van een NMS-disfunctie van het onderste lidmaat, het bekken en de lumbale wervelzuil. Tijdens de postgraduaatopleiding zal de student zich verder bekwamen en zijn kennis verder verdiepen in deze materie aan de hand van onder andere bijkomende onderzoeks- en behandelingstechnieken en wordt een dynamische en probleemgerichte integratie van de verschillende delen van het onderste kwadrant beoogd.
Inhoud In dit OLOD zullen bijkomend kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes aan bod komen over onderzoek en behandeling van het onderste kwadrant.
49
De specifieke diagnostische vaardigheden van de manueel therapeut bestaan uit het kunnen interpreteren in een brede context van de gegevens uit de anamnese, de inspectie, de palpatie, het manueel therapeutisch functieonderzoek gericht op articulaire, neurogene, myogene en neuromotorische disfuncties en evt. meetschalen en meetinstrumenten. De manueel therapeut houdt hierbij ook rekening met de biomedische, pijnfysiologische, persoonlijke en contextuele factoren. De therapeut maakt hiervoor gebruik van klinisch-empirische als wetenschappelijk onderbouwde vaardigheden en behandelstrategieën. Voor het articulaire deel bestaat dit uit: - Het verfijnen van vaardigheden in de segmentale diagnostiek t.h.v. de thoracale en lumbale wervelkolom en het sacroiliacaal gewricht - Het herkennen van lumbale articulaire disfunctiepatronen zoals facettaire divergentie- en convergentiepatronen, artroneurogene sluitings- en openingspatronen, hoog actuele disfunctiepatronen, degeneratieve patronen - het analyseren en interpreteren van verschillende vormen van manipulatietechnieken met korte hefboom: focus technieken en manipulatietechnieken met vergrendeltechnieken - Herkennen van indicaties en contraindicaties voor manipulaties - Het toepassen van de principes van vergrendeltechnieken - aan de hand van opdrachten de keuze van vergrendeltechnieken invullen - Het demonstreren en inoefenen van vergrendeltechnieken - Het demonstreren en inoefenen van de voorspanning t.h.v. een vertebraal segment in de thoracale en lumbale wervelkolom aan de hand van tractiemanipulatietechnieken vanuit de actuele ruststand naar een 3D positie - Aan de hand van articulaire disfunctiepatronen keuze kunnen maken van manipulatietechnieken - Het demonstreren en inoefenen van verschillende soorten manipulatietechnieken t.h.v. de thoracale en lumbale wervelkolom - Aan de hand van casussen de keuze van manipulatietechnieken invullen - demonstreren en inoefenen van manipulatietechnieken t.h.v. het sacroiliacaal gewricht - het analyseren en interpreteren van de verschillende gewrichtposities van de perifere gewrichten van het onderste lidmaat - demonstreren en inoefenen van manipulatietechnieken van de perifere gewrichten van het onderste lidmaat - Het kunnen uitvoeren onderzoek en behandeling ter hoogte van het sacrococcygeale gewricht Voor het myofasciale gedeelte bestaat dit uit: - Onderzoek van de myofasciale disfuncties aan de hand van anamnese, inspectie en toegevoegd myofasciaal onderzoek: lengtetesten, spierkrachttests en palpatie van triggerpoints. - Behandeling van myofasciale disfuncties: myofasciale rekkingen, soft tissue technieken en myotensieve technieken, manual pressure release, harmonic techniques 50
-
Aan de hand van een sleutelcasus, de relevante …
Voor het neurogene gedeelte bestaat dit uit: - Klinisch Onderzoek: Herhalen en verfijnen van neurogene functietests (motoriek, sensibiliteit, reflexen) Herhalen, verfijnen en aanpassen aan de klinische presentatie van provocatietests: De mechanical interface (onderste kwadrant: Kemptest) en de neurogene structuren zelf: neurodynamische tests en palpaties van de verschillende perifere zenuwen - Behandeling schetsen van een manueel therapeutische aanpak in de volledige behandeling van een patiënt met lumbo-ischialgie behandeling van de mechanical interface van de neurogene structuren behandeling van de neurogene structuren zelf: enerzijds aan de hand van sliders/tensioners via perifere zenuwen en anderzijds via progressieve belasting aan de hand van neurobiomechanische principes Voor het motorische controle gedeelte bestaat dit uit: - Onderzoek van sensorimotorische controledisfuncties aan de hand van anamnese, inspectie en toegevoegd onderzoek - Aanleren en verfijnen van specifieke tests: evaluatie van de neuromusculaire controle, kracht, uithouding en lengte van de relevante musculatuur - Verfijnen van behandelingstechnieken in functie van sensorimotorische controledisfuncties: aanleren, automatiseren en integreren van neuromusculaire controle, kracht- en uithoudingstraining - Integratie aan de hand van een sleutelcasus
Begincompetenties De student moet voldoen aan de mastercompetenties van de opleiding Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. De student dient met succes volgende opleiding gevolgd te hebben: • een licentiaatsopleiding in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, waarvan het diplomasupplement melding maakt van de optie ”orthopedische revalidatie of musculoskeletale revalidatie” • een Masteropleiding in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie met afstudeerrichting: revalidatie en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen. • een master na master in de gespecialiseerde revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie - afstudeerrichting: musculoskeletale kinesitherapie 51
Eindcompetenties
MT 1.1 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op gespecialiseerde, zelfstandige en kritische wijze gerichte informatie verwerven en relevante gegevens kritisch interpreteren binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.2. Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze een relevant manueel therapeutisch onderzoek uitvoeren en bijsturen gebruik makend van gevorderde en gespecialiseerde technieken en processen van klinisch redeneren, gericht op articulaire, neurogene, myofasciale en sensorimotorische controledisfuncties bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.3 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze de klinische onderzoeksresultaten vanuit een brede context interpreteren, rekening houdend met de medische informatie, medische beeldvorming, weefselmechanismen, pijnmechanismen, sportspecifieke, fysiologische, biomechanische en psychosociale factoren, en de daaruit voortvloeiende manueel therapeutische diagnose opstellen binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF voor complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.4 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze relevante manueel therapeutische doelstellingen formuleren en een daarop gebaseerd manueel therapeutisch handelingsplan uitwerken voor complexe musculoskeletale aandoeningen rekening houdend met de globale holistische en functionele benadering van de patiënt met musculoskeletale aandoeningen. MT 1.5 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze een manueel therapeutische interventie planmatig uitvoeren, kritisch evalueren en indien nodig bijsturen bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen, gebruik makend van passieve, activopassieve en actieve technieken. MT 2.1 Correct en adequaat informeren, adviseren en begeleiden van een patiënt tijdens het onderzoek en de behandeling van complexe musculoskeletale aandoeningen m.i.v. chronische pijnproblematiek.
Leermateriaal - syllabus 52
- presentaties aangeboden via Minerva
Referenties -
Beernaert A., Cagnie B., Vanthillo B., Mobilisaties en manipulaties van de wervelkolom, Standaarduitgeverij, 2006. Danneels L, Vanthillo B. Oefentherapie bij rugaandoeningen, Standaard Uitgeverij, 2005. van der El A., Lunacek P., Wagemaker A., Manuele therapie, wervelkolom, onderzoek en behandeling. Manuwel, Rotterdam, 1983. Kaltenborn F.M., Mobilisering van de extremiteitsgewrichten, onderzoek en basisbehandelingstechnieken. Olaf Norlis Bokhandel, Oslo, 1983. Kaltenborn F.M., Evjenth O., Vollovitz, E., The spine: Basic evaluation and mobilisation techniques. Olaf Norlis Bokhandel, Oslo, 1993. Lederman E., Harmonic technique Lewitt K., Manuele therapie 1 en 2. De Tijdstroom, Lochem, 1981. Maitland G.D., Vertebral manipulation: fifth edition. Butterworth - Heineman, 1986. Maitland G.D., Periferal manipulation: third edition. Butterworth - Heineman, 1991. Jones M & Rivett D. Clinical reasoning for manual therapists. Butterworth Heinemann, London 2004. Boyling J & Jull G Grieve's Modern Manual therapy. The vertebral Column.. Elsevier, Edinburgh 2004. Petty N. Principles of neuromusculoskeletal treatment and management. A guide for therapists.. Elsevier, Edinburgh 2004. Waddell G The back pain revolution.. Churchill Livingstone, Edinburgh 1998. Louis Gifford Topical issues in pain series., CNS Press, Falmouth, 2004. David Butler The sensitive nervous system., Noigroup Publications, Adelaide, 2000. Sahrmann,S. Diagnosis and treatment of movement impairment syndromes. Mosby St. Louis, Mo, 2002. Shacklock M. Clinical Neurodynamics, Elsevier, Edinburgh, 2005
Vakinhoudelijke studiebegeleiding o o o
individuele sturing en begeleiding tijdens de practica Interactieve ondersteuning via Minerva Persoonlijke begeleiding op elektronische afspraak
53
Didactische werkvorm Theorie: hoorcollege, leergesprek, casuïstiek Practijk: demonstraties met inoefenen
Evaluatievorm(en) Periodiek
Ondervragingsvorm(en) Uitwerken en uitvoeren van onderzoek en behandeling van een casus met musculoskeletale klachten ter hoogte van het onderste kwadrant.
54
55
ECTS-fiche Aanvullende Concepten in Musculoskeletale Kinesitherapie
Verantwoordelijk Lesgever: Prof.dr.Philip Roosen
Sleutelwoorden Visceraal - somatisch, Harmonics, Vertigo, McKenzie, Mulligan, Myofasciale Therapie
Situering Manuele therapie is een verbijzondering binnen de kinesitherapie in het domein van de neuromusculoskeletale disfuncties. De manueel therapeut is als gezondheidsdeskundige een specialist op het terrein van functiestoornissen van de wervelkolom en extremiteiten vanwege zijn specifieke kennis en vaardigheden op het terrein van diagnostiek en therapie bij neuromusculoskeletale aandoeningen. De studenten hebben reeds de nodige kennis, inzicht en vaardigheid verworven in een adequate therapeutische aanpak van een NMS-disfunctie. Vanuit deze basiscompetenties gaat de student in dit opleidingsonderdeel een nog bredere kijk krijgen op NMS disfuncties door bijkomende nieuwe inzichten en vaardigheden te verwerven in diverse concepten die aanleunen bij MSK zoals het Mulligan-concept, het Mc Kenzie concept, klinisch redeneren en concepten rond somatoviscerale en viscerosomatische relaties, concepten en inzichten i.v.m. Vertigo en het concept rond Harmonische technieken.
Inhoud Dit -
onderwerp behelst de theorie en de praktijk van functionele evaluatie en behandeling met betrekking tot de volgende onderwerpen: Viscerosomatische en somatoviscerale relaties McKenzie Vertigo 56
-
Alignment onderste kwadrant
Er worden daarnaast ook buitenlandse gastdocenten in geschakeld met wisselende topics in functie van de beschikbaarheid van de docent.
Begincompetenties De student moet voldoen aan de mastercompetenties van de opleiding Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. De student dient met succes volgende opleiding gevolgd te hebben: • een licentiaatsopleiding in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, waarvan het diplomasupplement melding maakt van de optie ”orthopedische revalidatie of musculoskeletale revalidatie” • een Masteropleiding in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie met afstudeerrichting: revalidatie en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen. • een master na master in de gespecialiseerde revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie - afstudeerrichting: musculoskeletale kinesitherapie
Eindcompetenties MT 1.1 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op gespecialiseerde, zelfstandige en kritische wijze gerichte informatie verwerven en relevante gegevens kritisch interpreteren binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.3 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze de klinische onderzoeksresultaten vanuit een brede context interpreteren, rekening houdend met de medische informatie, medische beeldvorming, weefselmechanismen, pijnmechanismen, sportspecifieke, fysiologische, biomechanische en psychosociale factoren, en de daaruit voortvloeiende manueel therapeutische diagnose opstellen binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF voor complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.4 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze relevante manueel therapeutische doelstellingen formuleren en een daarop gebaseerd manueel therapeutisch handelingsplan uitwerken voor complexe musculoskeletale aandoeningen rekening houdend met de globale holistische en functionele benadering van de patiënt met musculoskeletale aandoeningen. 57
MT 1.6 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze, op basis van een zelf uitgevoerde screening in het kader van primaire of secundaire preventie bij patiënten met complexe musculoskeletale klachten, een preventief programma opstellen. MT 2.1 Correct en adequaat informeren, adviseren en begeleiden van een patiënt tijdens het onderzoek en de behandeling van complexe musculoskeletale aandoeningen m.i.v. chronische pijnproblematiek. MT 2.2 Als deskundige in het domein van de manuele therapie, samenwerken in een multidisciplinaire context van de patiënt met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 4.2 De MT levert een actieve bijdrage aan het proces van optimalisering van het professioneel handelen door kritische analyse van recente inzichten, concepten, wetgevingen en (internationale) ontwikkelingen in het beroep.
Leermateriaal - syllabus - presentaties aangeboden via Minerva Referenties -
Eyal Lederman: Harmonic technique, ISBN 9780443064890 Brian R. Mulligan: Manual therapy, Nags, Snags, MWMS…, ISBN 0-476-01154-x Jean-Pierre Barral & Pierre Mercier: Visceral Manipulation, ISBN 0-939616-52-1
Vakinhoudelijke studiebegeleiding o o o
individuele sturing en begeleiding tijdens de practica Interactieve ondersteuning via Minerva Persoonlijke begeleiding op elektronische afspraak
Didactische werkvorm 58
Theorie : hoorcolleges, leergesprekken, opdrachten. Praktijk : demonstraties, inoefenen, casuïstiek. Evaluatievorm(en) Eindexamens Ondervragingsvorm(en) Schriftelijk examen per topic
59
60
ECTS-fiche Casuïstiek met inbegrip van stages
Verantwoordelijk Lesgever: Prof. Dr. Ann Cools
Sleutelwoorden Manuele therapie – klinische ervaring – stage – reflective practice - casuïstiek
Situering De student kan de opgedane kennis, inzichten en vaardigheden bij neuromusculoskeletale disfuncties toepassen en kan volwaardig handelen als een gespecialiseerd musculoskeletaal kinesitherapeut/manueel therapeut.
Inhoud • • • • • •
De kandidaat loopt 45u stage op 3 gespecialiseerde stageplaatsen. De kandidaat volgt 3 patiënten casussen uit de eigen praktijk aan de hand van een standaard reflectieformulier. Dit wordt gelijkgesteld met 30 u stage (10u per casus). Eén van deze casussen wordt voorgesteld en besproken tijdens de lessen. In de lessen reflective practice wordt het klinisch redeneren vanuit een breed musculoskeletaal klinisch denkkader verder verfijnd en verdiept uitgaande van reële patiënten casussen die de studenten zelf aanbrengen. Gedurende de stageperiode maakt de kandidaat kennis met diverse praktijkvoeringen in musculoskeletale kinesitherapie en manuele therapie. De stageperiode wordt afgesproken in overleg met de stagebegeleider.
61
Begincompetenties De student moet voldoen aan de mastercompetenties van de opleiding Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. De student dient met succes volgende opleiding gevolgd te hebben: • een licentiaatsopleiding in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, waarvan het diplomasupplement melding maakt van de optie ”orthopedische revalidatie of musculoskeletale revalidatie” • een Masteropleiding in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie met afstudeerrichting: revalidatie en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen. • een master na master in de gespecialiseerde revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie - afstudeerrichting: musculoskeletale kinesitherapie Eindcompetenties MT 1.1 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op gespecialiseerde, zelfstandige en kritische wijze gerichte informatie verwerven en relevante gegevens kritisch interpreteren binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.2. Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze een relevant manueel therapeutisch onderzoek uitvoeren en bijsturen gebruik makend van gevorderde en gespecialiseerde technieken en processen van klinisch redeneren, gericht op articulaire, neurogene, myofasciale en sensorimotorische controledisfuncties bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.3 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze de klinische onderzoeksresultaten vanuit een brede context interpreteren, rekening houdend met de medische informatie, medische beeldvorming, weefselmechanismen, pijnmechanismen, sportspecifieke, fysiologische, biomechanische en psychosociale factoren, en de daaruit voortvloeiende manueel therapeutische diagnose opstellen binnen het biopsychosociaal denkkader conform het ICF voor complexe musculoskeletale aandoeningen. MT 1.4 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie, op zelfstandige en kritische wijze relevante manueel therapeutische doelstellingen formuleren en een daarop gebaseerd manueel therapeutisch handelingsplan uitwerken voor complexe musculoskeletale aandoeningen rekening houdend met de globale holistische en functionele benadering van de patiënt met musculoskeletale aandoeningen. MT 1.5 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze een manueel therapeutische interventie planmatig uitvoeren, kritisch evalueren en indien nodig bijsturen bij personen met complexe musculoskeletale aandoeningen, gebruik makend van passieve, activopassieve en actieve technieken.
62
MT 1.6 Als deskundige binnen het domein van de manuele therapie op zelfstandige en kritische wijze, op basis van een zelf uitgevoerde screening in het kader van primaire of secundaire preventie bij patiënten met complexe musculoskeletale klachten, een preventief programma opstellen. MT 2.1 Correct en adequaat informeren, adviseren en begeleiden van een patiënt tijdens het onderzoek en de behandeling van complexe musculoskeletale aandoeningen m.i.v. chronische pijnproblematiek. MT 2.2 Als deskundige in het domein van de manuele therapie, samenwerken in een multidisciplinaire context van de patiënt met complexe musculoskeletale aandoeningen.
MT 3.1 de MT kan een manueel therapeutische praktijkvoering binnen de gezondheidszorg opstarten en beheren, met inbegrip van financiële aspecten en regelgeving.
Leermateriaal Handleiding ‘casuïstiek met inbegrip van stages’ postgraduaat MSK (Minerva).
Referenties
Vakinhoudelijke studiebegeleiding Vragen en problemen kunnen per e-mail worden besproken bij de stageverantwoordelijke. Zelfstudie met begeleiding op vraag van de studenten
Didactische werkvorm
63
Stages ter plaatse bij erkende manueel therapeuten. Patiënten voorstelling door de student op basis van een standaard reflectieformulier met nabespreking en discussie in kleine groepen.
Evaluatievorm(en) Casuspresentatie & 1 patiëntenexamen per semester met individuele feedback na het eerste patiëntenexamen. Het eindexamen na tweede semester kan maar worden afgelegd nadat de stage-uren volbracht zijn en de 3 casussen ingediend zijn.
Ondervragingsvorm(en) 1. Eén casuspresentatie en bespreking in de lessen 2. Na elk semester een patiëntenexamen op een eigen patiënt met schriftelijke voorbereiding (dossier en reflectieformulier).
64
65
ECTS-fiche Seminaries Verantwoordelijk Lesgever: dr. Barbara Cagnie
Sleutelwoorden Literatuur – review – meta-analyse – rapportering – artikel
Situering Het seminarie omvat een literatuurstudie rond een topic die relevant is voor de musculoskeletale kinesitherapie. Het is de weerslag van een kritisch en wetenschappelijk literatuuronderzoek waarbij de studenten zelfstandig hun kennis, inzicht en bekwaamheden in musculoskeletale kinesitherapie gebruiken.
Inhoud Het onderwerp van het eindwerk moet betrekking hebben op de musculoskeletale kinesitherapie. Het is een kritische beschouwing van de vakliteratuur rond een vooraf bepaalde topic. Onder de vorm van groepswerk, verzamelen de studenten relevante literatuur in voornamelijk internationale vakliteratuur en brengt een persoonlijke synthese. Het gaat hier dus om een oorspronkelijke en kritische analyse en synthese, waarin de verschillende bronnen met elkaar geconfronteerd worden om een afgewogen oordeel over de meest waarschijnlijke stand van zaken te geven. Het naast elkaar plaatsen van uit de literatuur overgenomen fragmenten beantwoordt geenszins aan de bedoeling. Er wordt verwacht dat er per student minimaal vijf relevante bronnen worden geraadpleegd.
66
Begincompetenties De student moet voldoen aan de mastercompetenties van de opleiding Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. De student dient met succes volgende opleiding gevolgd te hebben: • een licentiaatsopleiding in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, waarvan het diplomasupplement melding maakt van de optie ”orthopedische revalidatie of musculoskeletale revalidatie” • een Masteropleiding in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie met afstudeerrichting: revalidatie en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen. • een master na master in de gespecialiseerde revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie - afstudeerrichting: musculoskeletale kinesitherapie
Eindcompetenties MT 4.1 De manueeltherapeut kan zijn medewerking verlenen aan wetenschappelijk onderzoek of zelf het initiatief nemen klinisch of experimenteel wetenschappelijk onderzoek op te starten. De MT moet kritisch kunnen omgaan met de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, de resultaten kritisch wetenschappelijk kunnen analyseren en interpreteren en de relevantie ervan kunnen toetsen aan de praktijk. MT 4.2 De MT levert een actieve bijdrage aan het proces van optimalisering van het professioneel handelen door kritische analyse van recente inzichten, concepten, wetgevingen en (internationale) ontwikkelingen in het beroep.
Leermateriaal Handleiding ‘Seminaries postgraduaat MSK’ (Minerva). Referenties
Vakinhoudelijke studiebegeleiding Zelfstudie met persoonlijke begeleiding op vraag van de studenten (elektronisch of op afspraak)
67
Didactische werkvorm Begeleide zelfstudie - groepswerk
Evaluatievorm(en) Periode gebonden: beoordeling van de schriftelijke neerslag en de mondelinge voorstelling + verdediging door examencommissie Specifieke evaluatiecriteria zijn beschikbaar voor de studenten in de handleiding ‘seminaries postgraduaat MSK’
Ondervragingsvorm(en) Periode gebonden evaluatie (schriftelijk met mondelinge voorstelling en verdediging) Specifieke evaluatiecriteria zijn beschikbaar voor de studenten in de handleiding ‘seminaries postgraduaat MSK’
68