Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen? Een onderzoek naar het draagvlak voor het behoud van de historische binnenstad
Masterthesis Sociale Geografie Radboud Universiteit Nijmegen Begeleider: dhr. A.L. van Naerssen Maartje Rijkers S0029068 Nijmegen, april 2006
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Voorwoord Altijd was het al een droom van mij om voor langere tijd naar het buitenland te gaan. Het leek me spannend om een andere cultuur te leren kennen en ik was benieuwd of ik me alleen zou kunnen redden in een vreemd land. Toen ik bij de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) in Paramaribo stage mocht lopen, was ik erg blij. Nu kon ik mijn droom waarmaken! Maar tegelijkertijd kwamen ook de twijfels. Kan ik dat wel? Is het wel zo leuk als ik me altijd had voorgehouden? Zouden de mensen mij wel accepteren? Kan ik er goed en betrouwbaar onderzoek doen? Eenmaal in Suriname ging het allemaal vrij gemakkelijk. De vijf maanden in ‘Switi Sranan’ zijn omgevlogen. Paramaribo is een bijzondere stad en de Surinamers heb ik ervaren als ontzettend gastvrije, open en gezellige mensen. Er zijn enkele mensen die hebben geholpen om het onderzoek en de stage in goede banen te leiden. Ik wil dhr. Stephen Fokké van de SGES in het bijzonder bedanken, omdat hij toestemde een stageplek beschikbaar te stellen. Daarnaast wil ik hem bedanken voor de uiteenlopende informatie die ik heb mogen ontvangen, zowel informatie voor mijn scriptie als informatie over de gang van zaken in Paramaribo. Ook de andere medewerkers van de SGES, Arthy, Ine, Ingrid, Mercelien en Jesserun, wil ik bedanken voor de gezellige tijd, de mooie tori’s en de heerlijke versnaperingen. Verder wil ik alle studenten en scholieren bedanken voor het invullen van de enquête en wil ik alle ouderen bedanken dat zij mij wilden ontvangen en dat ze openhartig met mij wilden spreken over de binnenstad, maar ook over hun leven in Suriname. Ik wil mijn begeleider dhr. Ton van Naerssen bedanken voor zijn adviezen. Verder wil ik Kittie en Cindy, van Roestvrij Taal, bedanken voor de eindredactie. Het grote avontuur was echter niet doorgegaan als mijn ouders me niet gesteund hadden. Niet alleen in financiële zin, maar ook hun aanmoedigingen om toch voor de uitdaging te gaan, hebben een steuntje in de rug gegeven om naar Suriname af te reizen. De vakantie met z’n allen in Suriname was heerlijk! Luuk, bedankt dat je in mij bleef geloven en dankjewel voor alle steun, zowel voor, tijdens als na mijn verblijf in Paramaribo. Ook mijn vriendinnen wil ik bedanken voor hun luisterend oor en de goede raad.
Maartje Rijkers Nijmegen, april 2006
1
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Inhoudsopgave
VOORWOORD
1
SUMMARY
5
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
6
1.1 Aanleiding 1.2 Vraagstelling 1.3 Leeswijzer
6 8 10
HOOFDSTUK 2 CULTUREEL ERFGOED
11
2.1 Inleiding 2.2 Erfgoed 2.3 Belang van cultureel erfgoed 2.3.1 ESTHETISCHE WAARDE 2.3.2 IDENTITEIT 2.3.3 UTILITAIRE WAARDE 2.4 Verschillende actoren 2.5 Spanning
11 11 11 11 12 13 14 15
HOOFDSTUK 3 DRAAGVLAK VOOR BEHOUD VAN HISTORISCHE OBJECTEN
16
3.1 Inleiding 3.2 Draagvlak 3.3 Waarneming 3.4 Waardering 3.4.1 OBJECT 3.4.2 INDIVIDU 3.4.3 NORMENSYSTEEM 3.5 Intentie
16 16 17 17 19 21 23 24
HOOFDSTUK 4 BESCHRIJVING PARAMARIBO
26
4.1 Inleiding 4.2 Geschiedenis van Paramaribo 4.3 Huidige situatie 4.4 De historische binnenstad
26 26 27 27
2
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
HOOFDSTUK 5 CULTUREEL ERFGOED EN MONUMENTENZORG IN PARAMARIBO 5.1 Inleiding 5.2 Unesco’s Werelderfgoed lijst 5.3 Surinaamse Monumentenwet 5.4 Gemeenschappelijk erfgoed 5.5 Problemen HOOFDSTUK 6 OPZET SURVEYONDERZOEK 6.1 Onderzoekswijze 6.1.1 CASE-STUDY 6.1.2 GESTRUCTUREERDE VRAGENLIJST 6.1.3 DATACOLLECTIE 6.1.4 STEEKPROEF 6.2 Belemmeringen afname enquête 6.3 Belemmeringen betrouwbaarheid HOOFDSTUK 7 DRAAGVLAK VOOR BEHOUD VAN DE HISTORISCHE BINNENSTAD VAN PARAMARIBO 7.1 Inleiding 7.2 Waardering voor de historische binnenstad 7.2.1 ESTHETISCHE WAARDE 7.2.2 IDENTITEITSWAARDE 7.2.3 UTILITAIRE WAARDE 7.2.4 PRIORITEITENLIJST EN INTERESSE 7.3 Intentie voor behoud van de historische binnenstad 7.3.1 HOUDING TEN AANZIEN VAN HET GEDRAG 7.3.2 SOCIALE NORM 7.3.3 PERCEPTIE VAN GEDRAGSCONTROLE HOOFDSTUK 8 DRAAGVLAK VOOR BEHOUD VAN DE VERSCHILLENDE GEBOUWEN 8.1 Inleiding 8.2 Waardering voor de verschillende gebouwen 8.2.1 KEIZERSTRAAT 8.2.2 MINISTERIE VAN FINANCIËN 8.2.3 KATHEDRAAL 8.2.4 KERKPLEIN 8.2.5 LIM A PO STRAAT 8.2.6 FORT ZEELANDIA 8.3 Intentie om de verschillende gebouwen te behouden HOOFDSTUK 9 CONCLUSIE
30 30 30 31 32 34 36 36 36 37 39 41 44 45
46 46 46 46 47 49 50 53 53 57 58
60 60 60 61 63 64 66 67 68 70 74
3
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
9.1 Inleiding 9.2 Resultaten 9.3 Vervolg onderzoek
74 75 78
LITERATUUR
79
BIJLAGEN
84
Bijlage 2 Enquête 1 Bijlage 3 Verworpen stellingen Bijlage 4 Enquête 2 Bijlage 5 Interviewverslag bejaardentehuizen Bijlage 6 Persoonlijk leerproces Bijlage 7 Tabellen bij paragraaf 7.3: Intentie behoud binnenstad Bijlage 8 Tabellen bij paragraaf 8.3: Intentie behoud verschillende gebouwen
92 98 103 108 123 125 127
4
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Summary The historic innercity of Paramaribo can only continue to exist, if there is a basis to preserve it. There have to be both political and public support. There are a lot of political actors in Paramaribo who want to put effort into the conservation of the innercity. The Surinamese government, the UNESCO and the Dutch government are willing to preserve the innercity. The Surinamese government has set up organisations that are charged with checking the monument law and creating an attitude for preserving the innercity. An example of such an organisation is the Stichting Gebouwd Efgoed Suriname (SGES). The UNESCO has approved the historical innercity of Paramaribo on the World Heritage list in 2002. The Dutch government wants to keep the common heritage in Surinam in score and is involved at several modernisation projects. There seems to be a sufficient political basis. This research is focused on the public support for preservation of the historical innercity. Every person looks differently at innercities, historical buildings and monuments. How one sees and appreciates space, depends on the object, on characteristics of the individual, and the values of the society in which the individual is living. In this research two different groups have been approached. Young people (16-30) and elderly (60+) are interviewed in order to find out wether the experience of the colonial time has influence on the attitude towards the preservation of the innercity. The young people have not experienced the colonial period. The elderly, however, did experience the time that Surinam was under the Dutch flag. The results of this research have shown that there exists a small difference in the appreciation and intention for preservating the innercity between the young people and the elderly. The students are more enthousiastic for preserving the innercity and they also have a higher intention for preserving the historic innercity. However, this difference can not been explained by the fact that this group did not experience the colonial time. Probably, these differences have more to do with differences in interests and abilities.
5
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding In 2002 werd de historische binnenstad van Paramaribo op de Werelderfgoedlijst, een door de Unesco samengestelde lijst met cultureel en natuurlijk erfgoed, geplaatst. Vanaf dat moment diende de binnenstad behouden te blijven voor de wereldbevolking. De verantwoordelijkheid voor het behoud van de binnenstad ligt bij de Surinaamse overheid. Behoud van erfgoed is echter alleen te realiseren, wanneer daar draagvlak voor is. Van Dulm benadrukt het belang van draagvlak voor het behoud van cultureel erfgoed: ‘Een absolute voorwaarde voor het slagen van een monumentenzorgbeleid is draagvlak van de zijde van het bestuur, ‘political commitment’, en van de samenleving, ‘public awareness’ (Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 2002). Draagvlak is dus nodig om effectief monumentenbeleid te kunnen voeren. De Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) is onder andere belast met het creëren en versterken van draagvlak onder de bevolking voor behoud en onderhoud van de historische panden in de binnenstad van Paramaribo. Dit is een lastige taak, omdat veel mensen pas het nut van historische gebouwen inzien, wanneer de gebouwen direct bedreigd worden (Ennen, 2004:14). In 2002 is er in Paramaribo een seminar ‘Bewustwording van en liefde voor ons cultureel erfgoed bij overheid en gemeenschap’ gehouden, dat georganiseerd werd door de Unie van Architecten. Tijdens dit seminar bleek dat de regering zich bewust is van het cultureel erfgoed in Suriname en dat zij zich zal inspannen om de historische kern te beschermen (De Ware Tijd, 2002a). De eigenaren van de historische panden zijn echter niet allemaal even enthousiast over het behoud van het erfgoed. Derrick Ferrier, directeur van het Centrum voor Economisch en Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek in Suriname (CESWO), wees op de opzettelijke verwaarlozing van historische gebouwen door de eigenaren, omdat zij geen zin hebben om het pand te restaureren in de oude stijl (De Ware Tijd, 2002a). Ook architect Tjin A Djie is bang dat een aantal eigenaren alleen geïnteresseerd is in de grond waarop het monument staat. Zij laten de panden bewust verwaarlozen (Buma, 2002). In 2003 is door Van de Kerkhof een onderzoek gedaan voor de SGES naar de beleving van de historische panden onder eigenaren en bewoners van deze panden. Uit dit onderzoek bleek dat het grootste deel van de eigenaren en bewoners wel enthousiast is over het behoud van de monumentale panden. Ruim 76% van de respondenten was positief over de historische binnenstad en had waardering voor het gebouwd erfgoed (Van de Kerkhof, 2005). Dit is niet zo vreemd, omdat de eigenaren en bewoners van deze panden bepaalde belangen hebben bij het behoud van de gebouwen in de historische binnenstad. Van de Kerkhof heeft ook onderzocht of de eigenaren en bewoners bereid zijn investeringen te doen om het historisch erfgoed te behouden. Uit de resultaten blijkt dat de meerderheid van de eigenaren alleen wil investeren in het pand als het noodzakelijk is. Een kleine groep eigenaren doet wel investeringen om het pand in goede staat te houden. Het lijkt erop dat de bewoners en eigenaren de 6
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
gebouwen waarin zij wonen en werken graag willen behouden, maar dan het liefst zonder er al te veel geld in te investeren. Hoe belangrijk de eigenaren het onderhoud van de binnenstad werkelijk vinden, blijft de vraag. Om monumentenbeleid te laten slagen is een breed maatschappelijk draagvlak nodig, ook onder de ‘gewone burger’ op straat. Zonder draagvlak onder de bevolking is het moeilijk om de binnenstad te onderhouden en te beschermen. Dhr. S. Fokké, directeur van de SGES, heeft in een krantenartikel van De Ware Tijd (2002) aangegeven dat het nog niet zo best gesteld is met het draagvlak onder de bevolking. Historische gebouwen worden verminkt, of verdwijnen zelfs door sloop. Het historische stadsgezicht is aan het verdwijnen door bijvoorbeeld niet-bijpassende nieuwbouw naast een historisch pand, het ondoordacht plaatsen van reclameborden langs de weg en het verdwijnen van de straatbeplanting. Om meer begrip en waardering te kweken voor monumenten, organiseert de Stichting Monumentenzorg Suriname elk jaar een Monumentendag. Op deze dag zijn monumenten te bezichtigen, en vraagt de stichting aandacht voor het behoud van Surinaamse monumenten (De West, 2003). Het is niet helemaal duidelijk of de bevolking van Paramaribo achter het behoud van de binnenstad staat. In dit onderzoek wil ik dan ook stilgestaan bij de vraag of er een maatschappelijk draagvlak is om de binnenstad te behouden. Ik wil kijken of het cultureel erfgoed ‘goed’ is voor alle inwoners van Paramaribo. Draagvlak is een breed begrip. Het wordt in verschillende contexten gebruikt. Vaak wordt van draagvlak gesproken als er een positieve of neutrale opvatting is ten aanzien van de beleidsinhoud bij (in)direct betrokken personen. In de wetenschap is weinig aandacht voor draagvlak voor behoud van historische binnensteden. Om draagvlak te kunnen meten, heb ik twee indicatoren opgesteld. Het uitgangspunt van dit onderzoek is dat de mate waarin draagvlak aanwezig is voor behoud van de historische gebouwen en de historische binnenstad, onder andere afhankelijk is van de waardering die men heeft voor historische gebouwen en de binnenstad. Als men iets positief waardeert, zal men het willen behouden. Een positieve waardering voor historische gebouwen leidt dan tot aanwezigheid van draagvlak voor het behoud van deze gebouwen. Bij een negatieve waardering zal men niet wakker liggen als de gebouwen in de binnenstad gesloopt worden. Er is dan geen draagvlak voor het behoud van de historische binnenstad. Draagvlak heeft ook te maken met de intentie die mensen hebben om de binnenstad te beschermen. Men kan wel zeggen dat het belangrijk is om de binnenstad te behouden, maar wil de bevolking er ook zelf bij betrokken worden en er geld of tijd voor vrijmaken? Waardering alleen is niet genoeg, ook moet er de intentie zijn om de binnenstad te behouden. Verschillende auteurs hebben nagedacht over hoe waardering van ruimte, met name de historische omgeving en monumenten, tot stand komt. Coeterier (1995) heeft bijvoorbeeld geschreven over de waardering van cultuurhistorische objecten en Pennartz (1979, 1990) heeft onderzoek gedaan naar de beleving van de binnenstad. De beleving van monumenten is onderzocht door Ganzeboom (1982). Ook Ennen (1999), Antrop en Van Damme (1995) en Graaff, Reinhard en Vreke (2002) houden zich bezig met waardering en beleving van ruimte. Een
7
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
belangrijke auteur die heeft geschreven over intentie is Ajzen (1991). Hij geeft met zijn Theory of Planned Behaviour inzicht in de intentie tot gedrag. Door de verschillende theorieën omtrent waardering en intentie te combineren, kan uiteindelijk bekeken worden hoe het draagvlak onderzocht kan worden. In dit onderzoek zijn waardering en intentie de twee belangrijkste indicatoren van het draagvlak. 1.2 Vraagstelling Dit onderzoek wil achterhalen of er onder de bevolking draagvlak is om de historische gebouwen te beschermen. Echter, ‘de’ bevolking bestaat niet. Net zoals in andere steden, is de bevolking van Paramaribo erg divers. Er wonen verschillende groepen in Paramaribo. Wellicht waarderen de verschillende groepen de binnenstad anders, en hebben zij andere intenties. Sinds 1975 is Suriname onafhankelijk. Een deel van de huidige bevolking heeft de koloniale periode van Paramaribo nog meegemaakt. De verwachting is dat dit deel van de bevolking anders aankijkt tegen de historische gebouwen in de binnenstad, dan de mensen die de Nederlandse overheersing niet direct meegemaakt hebben. De binnenstad is voor een groot deel gebouwd ten tijde van de kolonisatie. Sommige gebouwen vertonen Nederlandse elementen, zoals het gebruik van baksteen. Tijdens de kolonisatie heersten de Nederlanders over de Surinaamse bevolking. Er was sprake van een machtsverhouding. Waarschijnlijk kijken de mensen die de Nederlandse kolonisatie meegemaakt hebben, niet alleen met positieve gedachten terug aan de koloniale tijd. Dit geldt misschien ook voor de jongeren, maar waarschijnlijk houden zij er minder uitgesproken gevoelens op na, omdat zij het niet direct meegemaakt hebben. De waardering ten opzichte van de historische binnenstad wordt onder andere beïnvloed door de symbolische functie die het toegeschreven krijgt. Mensen kunnen de binnenstad als iets Nederlands zien, en als er negatieve gevoelens ten opzichte van de Nederlanders mee gepaard gaan, kan dat betekenen dat de waardering voor de historische binnenstad negatief beïnvloed wordt. De verwachting is dat dit negatieve gevoel eerder te vinden is bij mensen die de koloniale tijd meegemaakt hebben. De analyse van de enquêtegegevens laat zien of deze verwachtingen uitgekomen zijn. Daarnaast is het interessant om te weten of de mensen in Paramaribo alle gebouwen in de binnenstad hetzelfde waarderen, en of zij alle gebouwen even belangrijk vinden om te behouden. Bepaalde gebouwen kunnen voor bepaalde groepen een andere waarde hebben, waardoor ook de intentie om het pand te behouden kan verschillen. Gebouwen die het beladen verleden symboliseren, worden door de ouderen misschien anders gewaardeerd dan door de jongeren. De centrale vraag van dit onderzoek is: Heeft leeftijd invloed op de mate waarin draagvlak voor het behoud van de historische binnenstad aanwezig is? De bevolking van Paramaribo is in te delen in twee groepen: zij die de koloniale tijd hebben meegemaakt, en degene die opgegroeid zijn in een onafhankelijk 8
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Suriname. Tot de eerste groep horen de mensen van 30 jaar en ouder, de rest valt automatisch onder de laatste groep. Draagvlak is aanwezig wanneer een deel van de samenleving een ideologie of mening ondersteunt. In dit geval wordt gekeken of de bevolking van Paramaribo het beschermen en behouden van de historische binnenstad ondersteunt. Draagvlak valt hier uiteen in twee delen. Ten eerste moet er waardering zijn voor het erfgoed, ten tweede moet de bevolking de intentie hebben om het erfgoed te beschermen. Onder de historische binnenstad wordt dat deel van Paramaribo bedoeld dat als site op de Werelderfgoedlijst staat (zie kaart pagina 32). De historische binnenstad bestaat uiteraard uit verschillende gebouwen. De gebouwen verschillen onder andere in mate van onderhoud, functie en toegankelijkheid. Daarnaast zijn er in de binnenstad zowel monumentale als nietmonumentale gebouwen te vinden. Het is interessant om te kijken of de binnenstad in zijn geheel op draagvlak kan rekenen, of dat er misschien afzonderlijke gebouwen te vinden zijn die niet zo populair zijn onder de bevolking. Om de centrale vraag te kunnen beantwoorden, zijn de volgende deelvragen opgesteld: 1. Is leeftijd van invloed op de waardering van de historische binnenstad? 2. Is leeftijd van invloed op de intentie om de binnenstad te behouden? 3. Is leeftijd van invloed op de waardering van de verschillende gebouwen in de binnenstad? 4. Is leeftijd van invloed op de intentie om de verschillende gebouwen in de binnenstad te behouden? In dit onderzoek worden bepaalde relaties tussen de verschillende factoren aangenomen. Het schema van deze relaties is in het conceptueel model hieronder gevisualiseerd.
waardering en intentie
2a
2b 1
mate van draagvlak voor behoud van de verschillende gebouwen
Kenmerken respondent -leeftijd
mate van draagvlak voor behoud van de historische binnenstad
9
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
1. Persoonskenmerken spelen vaak een rol bij de waardering van ruimte. Verschillende wetenschappers staan stil bij de diverse persoonsfactoren die invloed hebben op de waardering van ruimte. In dit onderzoek staat de factor leeftijd centraal, omdat het interessant is om te kijken of het meemaken van de koloniale tijd invloed heeft op de waardering historische binnenstad. 2a. De verzameling van gebouwen die de site vormt, wordt misschien door de bevolking niet als een geheel gezien. De historische binnenstad bestaat uit verschillende gebouwen en deze gebouwen an sich zijn allemaal uniek. Het kan zijn dat er voor bepaalde gebouwen wel draagvlak is om ze te behouden, en voor andere gebouwen niet. 2b. De aanwezigheid van draagvlak voor behoud van de binnenstad is afhankelijk van de waardering die men aan de binnenstad geeft en de intentie die men heeft om de binnenstad te behouden. 1.3 Leeswijzer Deze scriptie valt uiteen in twee onderzoeken. Ten eerste is er een beschrijvend onderzoek, de hoofdstukken 2 tot en met 5 . Het beschrijvende deel begint met aandacht voor het begrip erfgoed en de oorzaken en gevolgen van het behoud van erfgoed. Daarna wordt er stilgestaan bij het begrip draagvlak. Hier komen de begrippen waardering en intentie ter sprake. Er zullen verschillende auteurs aangehaald worden die over deze begrippen geschreven hebben. Vervolgens zal uitgebreid ingegaan worden op Paramaribo en de historische binnenstad. Tenslotte wordt beschreven welke actoren in Paramaribo betrokken zijn bij de bescherming van de historische binnenstad. Het tweede deel van deze scriptie bestaat uit het empirisch onderzoek, het betreft de hoofdstukken 6 tot en met 8. Dit deel begint met een beschrijving van de onderzoeksopzet. Daarna worden de resultaten van de enquêtes gepresenteerd. Eerst wordt gekeken naar de historische binnenstad in zijn geheel, daarna komen de verschillende gebouwen aan bod. De scriptie eindigt met een conclusie in hoofdstuk 9, waar een antwoord gegeven wordt op de centrale vraag.
10
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 2 Cultureel erfgoed
2.1 Inleiding De historische binnenstad van Paramaribo valt onder het cultureel erfgoed van Suriname. De term erfgoed komt vaker voor in deze scriptie. Daarom wordt er in dit hoofdstuk uitgelegd wat erfgoed precies is. Ook wordt er stilgestaan bij de verschillende redenen om erfgoed en historische gebouwen te behouden en de problemen die daarbij kunnen ontstaan. 2.2 Erfgoed Er worden in de literatuur verschillende definities van erfgoed gebruikt. Lichfield (Ennen, 1999:24) omschrijft erfgoed, of ‘heritage’, als alles wat is nagelaten door voorouders. Andere wetenschappers komen met meer specifieke omschrijvingen. Zo verstaat Ashworth onder erfgoed alles wat behouden wordt door organisaties die zich inzetten voor de bescherming van deze objecten (Ennen, 1999:24). Ashworth geeft hiermee aan dat er een soort selectieproces afspeelt, terwijl Lichfield het tot stand komen van erfgoed meer als een natuurlijk proces ziet. Metz (Ennen, 2004:15) omschrijft erfgoed als ‘datgene dat we van de geschiedenis maken om ons van anderen te onderscheiden’. Door bepaalde elementen aan te wijzen als erfgoed, kan een individu of een samenleving zich onderscheiden van anderen. Het is nu duidelijk dat het gaat om elementen uit het verleden. Het begrip verleden is hierbij erg ruim, alles wat gisteren gebeurde, kan vandaag erfgoedwaarde claimen (Bogaert, e.a., z.j.). Maar welke aspecten vallen dan onder erfgoed? Erfgoed bestaat uit materiële en immateriële aspecten uit het verleden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan gebouwen, landschappen, kunstvoorwerpen, maar ook verhalen en liederen uit het verleden (Renes, 2004:8). Over het algemeen duidt de term erfgoed op fysieke en non-fysieke elementen uit het verleden die bewust bewaard worden, omdat ze een bijzondere betekenis hebben. Maar elementen worden pas gezien als erfgoed, als zij voor het individu of de samenleving een betekenis hebben. Er moet sprake zijn van een bepaald belang of doel, voordat ‘dingen’ behouden zullen blijven. 2.3 Belang van cultureel erfgoed Het behoud van cultureel erfgoed kan veel opleveren, zowel in materiële als immateriële zin. Hieronder wordt beschreven welke motieven er zijn om erfgoed te behouden. 2.3.1 Esthetische waarde Smaken verschillen, waardoor niets objectief als mooi of lelijk benoemd kan worden. Er zijn geen objectieve definities van de term ‘mooi’. Cultureel erfgoed
11
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
kan dus ook niet objectief als mooi bestempeld worden. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat erfgoed positief gewaardeerd wordt en dat het bijdraagt tot het welzijn van mensen. Verschillende onderzoeken wijzen echter uit dat historiciteit wel vaak positief gewaardeerd wordt en dat het ook vaak positief bijdraagt aan het welzijn van mensen. Ook komt uit die onderzoeken naar voren dat zowel inwoners als overheden positief staan tegenover erfgoed en behoud van monumenten (Ennen, 1999: 72). De bevinding van Pearce (2002) is dat mensen een positieve waarde geven aan het behouden of restaureren van culturele artefacten. Dit impliceert dat schade aan culturele goederen niet gewenst is en dat het publiek best bereid is om te betalen om schade aan artefacten te voorkomen. Daarbij plaatst hij wel de noot dat in sommige gevallen het vooral de gebruikers van de culturele goederen, vaak de rijkere en hoger opgeleide burgers, zijn die het cultureel erfgoed positief waarderen. Een groot deel van de mensen geeft niets om culturele activiteiten; behoud van cultureel erfgoed staat laag op het prioriteitenlijstje wat publieke goederen betreft. Het onderzoek van Ganzeboom (Ennen, 1999: 74) laat zien dat monumenten over het algemeen hoger gewaardeerd worden dan gebouwen die niet op de Monumentenlijst staan. Misschien dat smaken dan toch niet zo van elkaar verschillen. Waardering is grotendeels een individueel proces. Een gebouw kan voor een enkele individu een betekenis hebben, omdat het betreffende gebouw een nostalgische waarde heeft voor die persoon. Wat iemand mooi of lelijk vindt, wordt bepaald door persoonlijke ervaringen en de sociale context. Vaak zijn er bepaalde modes of hypes, die een grote invloed hebben op wat mensen op dat moment ‘mooi’ vinden. Na een tijd kan dat wat eerst als mooi bestempeld werd, lelijk gevonden worden. De esthetische waarde van een object is heel erg moeilijk vast te stellen, doordat er verschillende invloeden zijn die bewust en onbewust plaatsvinden en die het al dan niet mooi vinden van iets beïnvloeden. Toch lijkt het erop dat monumenten door veel mensen als iets ‘moois’ beschouwd worden. 2.3.2 Identiteit Erfgoed is alles uit het verleden dat als waardevol gezien wordt en datgene wat de samenleving wil behouden. Het is in zekere mate een afspiegeling van hoe de bevolking zichzelf ziet, als een soort uiting van de eigen identiteit. Landen bepalen zelf welke objecten behouden blijven. Deze selectie geeft weer hoe landen hun verleden zien (Renes, 2004:8). Erfgoed kan ook gezien worden als datgene wat we van de geschiedenis maken om ons van anderen te onderscheiden. Door bepaalde karakteristieke eigenschappen te interpreteren als erfgoed, en die vervolgens te benadrukken, kan dit onderscheid gemaakt worden. Erfgoed kan als een soort consumptiegoed gezien worden: het wordt geconsumeerd om de eigen identiteit voor zichzelf en de buitenwereld te profileren (Ennen, 2004:15). Erfgoed staat dan symbool voor gebeurtenissen uit het verleden. De (geselecteerde) elementen uit het verleden verbeelden hoe het leven er vroeger uitzag. Mensen willen zich herkennen in het verleden. De gebouwen van vroeger laten zien waar de ‘roots’ liggen van de huidige gemeenschap. Ze geven informatie over hoe men vroeger leefde. 12
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Erfgoed kan daarnaast ingezet worden om de nationale identiteit uit te dragen. De nationale identiteit heeft betrekking op een gedeeld verleden voor mensen die elkaar nog nooit gezien hebben. Het gevoel dat men verbonden is met elkaar is grotendeels gebaseerd op het gedeelde verleden. Het verleden dient dan als basis waarop gebouwd wordt voor een gezamenlijke toekomst. Cultureel erfgoed zorgt ervoor dat mensen zich betrokken voelen bij de natie. Het brengt mensen tot elkaar, het zorgt voor een binding tussen mensen die elkaar nog nooit ontmoet hebben. Cultureel erfgoed heeft daarom een sterke sociale symbolische waarde. Niet alleen de identiteit van een gemeenschap is verbonden met cultureel erfgoed. Ook de stedelijke identiteit is voor een groot deel gebaseerd op het (stedelijk) erfgoed. Door de globalisering is de concurrentie tussen steden toegenomen. Daarbij geldt dat hoe unieker een stad is, hoe meer kans van slagen die stad heeft (Yuen: 2005). Het wordt dus steeds belangrijker om een sterke, positieve stedelijke identiteit te creëren, die veel mensen aanspreekt. Mensen moeten zich met die plaats kunnen identificeren. Ondanks de vele elementen die onderdeel zijn van de identiteit van een stad, zijn er in een stad vaak elementen aanwezig die beeldbepalend zijn, waardoor een eigen identiteit ontstaat. Beeldbepalend voor de stad is onder andere het cultureel erfgoed. Het erfgoed kan bijdragen aan het unieke karakter van de stad (Yuen, 2005). De historische gebouwen hebben een lokaal karakter, wat zorgt voor het onderscheidende karakter van de stad (Ennen, 1999: 76). Iedere stad heeft een ander verleden, het cultureel erfgoed is een afspiegeling van het verleden. Door de aanwezigheid van het cultureel erfgoed werkt het verleden door in het heden (Jacobs, 1996:35). De gebouwen geven de inwoners informatie over het verleden. Het stedelijk erfgoed bepaalt voor een groot deel de stedelijke identiteit. Historische gebouwen bepalen het lokale karakter, oftewel zij zorgen voor een onderscheidend en uniek karakter. Door de aanwezigheid van historische gebouwen kunnen mensen een identiteit toekennen aan de stad. Daarnaast zorgt de aanwezigheid van historie in de stad ervoor dat mensen zich ‘thuis’ voelen. De aanwezigheid van historische gebouwen geeft de mensen een vertrouwd gevoel (Ennen, 1999:76). 2.3.3 Utilitaire waarde Cultureel erfgoed heeft een utilitaire waarde. De utilitaire waarde zegt iets over het vermogen om ruimtelijke en economische voordelen te behalen. Cultureel erfgoed kan gebruikt worden om de bestaande leefomgeving te verbeteren. Gebouwd erfgoed kan een positieve bijdrage geven aan stadsbeheer en stedelijke ontwikkelingen (Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 2002). Het kan een stad een bepaald gezicht geven, of in bepaalde gevallen kan het de stad een ‘face lift’ geven, wanneer door het opknappen van de monumenten het complete stadsaanzicht verbeterd wordt. Bij de ruimtelijke ordening en herinrichting van gebieden kunnen historische gebouwen ingezet worden om de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen. Historisch erfgoed kan ingezet worden bij de ontwikkeling en revitalisering van de historische binnenstad. Er moet dan niet alleen aandacht zijn voor de gebouwen, maar voor de hele omgeving waarin de monumentale gebouwen staan, bijvoorbeeld door middel van stadsverfraaiing, 13
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
straatbeplanting en renovatie van openbare ruimten (Fokké, 2001). Cultureel erfgoed kan bijdragen aan de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van een stad, omdat erfgoed zorgt voor een historische sfeer en voor diversiteit. Mensen vinden een omgeving waarin erfgoed aanwezig is vaak een prettige omgeving om in te verblijven. De historische gebouwen kunnen dus ingezet worden om de kwaliteit van de stad te verhogen. Het behoud van erfgoed levert ook economische voordelen op. Een historische sfeer zorgt ervoor dat winkelen en recreëren aangenamer wordt (Lievois, 2004:26). Ook verhoogt cultureel erfgoed de toeristische aantrekkelijkheid van een stad of regio (Bogaert e.a., z.j.). Historische gebouwen worden door de toeristen beschouwd als bezienswaardigheid. Erfgoed trekt zowel binnenlandse als buitenlandse gasten aan. Onderzoek toont aan dat er steeds meer mensen geïnteresseerd zijn in cultuurtoerisme (Toerisme en Recreatie AVN, 2002). 2.4 Verschillende actoren Actoren kunnen meerdere redenen hebben om erfgoed te behouden, omdat erfgoed voor iedereen een andere betekenis heeft. Iedereen heeft zo zijn eigen voorkeur over wat bewaard moet blijven, omdat erfgoed een persoonlijke interpretatie van elementen uit het verleden is (Ennen, 2004:14). Tunbridge en Ashworth noemen cultureel erfgoed dat door verschillende partijen verschillend gewaardeerd wordt, dissonant erfgoed. In de meeste gevallen is hier sprake van, omdat er waarschijnlijk in de hele wereld niet één gebouw of object is dat voor iedereen dezelfde betekenis en waarde heeft. Cultureel erfgoed is het resultaat van een selectieproces. Niet alle elementen uit het verleden worden immers erfgoed genoemd. Welke elementen uiteindelijk wel en welke elementen niet tot het erfgoed worden gerekend, is een ‘struggle’ om macht. Niet iedereen kan meebeslissen over wat officieel cultureel erfgoed genoemd mag worden. De beslissing wordt vaak genomen door een kleine, machtige elitegroep, die binnen organisaties en instanties de dienst uitmaakt. Zij bepalen uiteindelijk welke aspecten uit het verleden behouden en beschermd worden (Ennen, 1999:77). Het selectieproces van cultureel erfgoed is dus allesbehalve democratisch. Bepaalde culturele machtsactoren en lobbygroepen kunnen het denken over cultureel erfgoed naar hun hand zetten (Bogaert e.a, z.j.). Zij kunnen heel eenvoudig de samenleving manipuleren en bepalen zo welke elementen uit het verleden bewaard worden. Tunbridge en Ashworth verwoorden dat erg duidelijk: ‘the relationship between the conservation of the past and politics is strong, permanent, intimate and quite unavoidable, if less crude and simplistic than is sometimes expressed’. Doordat verschillende groepen op verschillende tijden de macht hebben om erfgoed aan te wijzen (Jacobs, 1996:35), is erfgoed erg dynamisch. Hierdoor kunnen nieuwe aspecten worden toegevoegd en kunnen oude elementen verdwijnen. Het behoud van historische gebouwen en cultureel erfgoed is een politiek proces (Jacobs, 1996:35). De machtsverhoudingen kunnen op verschillende manieren ontstaan. De ‘politieke legitimatie’ ontstaat als overheden of individuen de behoefte hebben om hun macht te rechtvaardigen, door bepaalde aspecten te 14
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
behouden die deze macht legitimeren. Ook kan het zijn dat de heersende dominante groep haar waarden oplegt aan de ondergeschikte groep. Dit wordt de ‘dominant ideology thesis’ genoemd. Daarnaast is er nog de ‘cultural captital thesis’. Deze stroming stelt dat er niet alleen aandacht moet zijn voor hoe de gebouwde omgeving tot stand komt, maar dat ook de manier waarop die geselecteerd en gewaardeerd wordt, belangrijk is (Gospodini, 2002). 2.5 Spanning Er is een spanning tussen de visie van historici en beleidsmakers en de visie van bewoners of toeristen. De experts bekijken het erfgoed met een objectieve blik. Zij kijken of het overblijfsel nog is wat het was en of het waardevol genoeg is om te behouden. De ‘amateurs’ benaderen erfgoed met emoties. Het maakt niet uit hoe ‘echt’ iets is, maar of er een gevoel bij komt kijken dat het ‘van hen’ is (Duineveld, 2004). Er moet wel bijgezegd worden, dat experts hun gevoel niet helemaal uit kunnen schakelen. Ondanks hun expertise, worden zij ook door subjectieve betekenissen beïnvloed. Niemand kan zijn gevoel uitschakelen. In de ruimtelijke ordening wordt waarde gehecht aan maatschappelijk draagvlak, omdat bij ontbreken van draagvlak het beleid gemakkelijk verhinderd kan worden door burgers (Duineveld, 2004:7-8). Wie de intentie heeft het draagvlak te vergroten, doet er goed aan rekening te houden met de alledaagse betekenis van het erfgoed. Het heeft meer nut aan te sluiten bij het ‘lekendiscours’ dan anderen proberen op te leggen wat er uit het verleden behouden moet worden (Duineveld, 2004: 57). Experts zijn echter niet altijd onder de indruk van emotionele en subjectieve betekenissen. Het kan zijn dat zij te weinig rekening houden met de gevoelens van de ‘gewone burger’. Hierdoor kan een gebrek aan maatschappelijk draagvlak ontstaan. Recht doen aan erfgoed van wie dan ook, impliceert dat belangen van een bepaalde groep afgewogen moeten worden tegen de belangen van andere groepen. Uiteindelijk bepaalt degene met de meeste macht hoe de ruimte wordt vormgegeven (Duineveld, 2004:61).
15
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 3 Draagvlak voor behoud van historische objecten
3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk is beschreven hoe erfgoed tot stand komt en welke waarden erfgoed kan hebben. De esthetische waarde, de identiteitswaarde en de utilitaire waarde zijn aan bod gekomen. Het is echter niet zo dat de drie verschillende waarden altijd op elk moment en voor iedereen tegelijkertijd aanwezig zijn. In dit hoofdstuk wordt gekeken welke factoren invloed hebben op de waardering. Ook wordt stilgestaan bij het begrip intentie. Intentie en waardering zijn beide onderdeel van het begrip draagvlak. In de volgende paragraaf wordt uitgelegd hoe deze begrippen met elkaar samenhangen. 3.2 Draagvlak Een eenduidige definitie van het begrip draagvlak ontbreekt. Het is een veelzijdig begrip, dat door verschillende wetenschappers en beleidsmakers verschillend wordt gebruikt en geïnterpreteerd. Hoogerwerf geeft de volgende definitie van draagvlak: ‘draagvlak is een positieve of neutrale opvatting, houding en/of gedraging van een (in)direct betrokken persoon of groepering ten aanzien van de beleidsinhoud’ (Develtere e.a., 2002). Een andere definitie, gegeven door Helmich is: ’de omschrijving voor de mate van acceptatie (redelijk/actief) van, of de steun van burgers aan beleid, ontwikkeld en uitgevoerd door de overheid’ (Context Masterclass, z.j.). Beide definities spreken (indirect) van steun en acceptatie onder de bevolking. Het gaat hier dan ook om maatschappelijk draagvlak. Er zijn echter ook andere soorten draagvlak, zoals middenvelddraagvlak, ambtelijk draagvlak en politiek draagvlak (Develtere e.a., 2002) . Deze soorten draagvlak worden hier niet besproken, omdat in dit onderzoek de nadruk ligt op hoe de burger denkt over het behoud van de binnenstad. Draagvlak wordt beïnvloed door de kennis en de houding van mensen ten aanzien van het beleid. De houding valt daarbij uiteen in verschillende onderdelen, zoals de orde van prioriteit (hoe belangrijk vindt men het?), de algemene attitude (staat men er positief of negatief tegenover?) en de bereidheid (is men bereid tot giften of vrijwillige inzet) (De Bruyn e.a., 2002). Dit onderzoek gaat specifiek over draagvlak voor behoud van de historische binnenstad. De nadruk ligt op de houding van mensen ten aanzien van het beleid. Er is aandacht voor de algemene attitude, oftewel de waardering die de binnenstad krijgt, de orde van prioriteit en de bereidheid, oftewel intentie, om de binnenstad te behouden. Om de waardering en de intentie te kunnen meten, moet eerst duidelijk zijn hoe deze tot stand komen. In de volgende paragrafen zal hier aandacht aan besteed worden.
16
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
3.3 Waarneming Voordat iemand een waarde toekent aan een gebouw, moet die persoon het betreffende gebouw zien. De waarneming is de basis van het verdere proces van betekenisgeving, waarderen en beleven. Waarnemen is ‘het verkrijgen van indrukken van de leefsituatie of –omgeving, waarbij die indrukken op één of andere manier worden herkend en in onze ervaring worden opgenomen’. Waarnemen kan bewust en onbewust plaatsvinden. Zo zijn er spontane waarnemingen en doelgerichte waarnemingen (Antrop e.a., 1995). Een spontante waarneming vindt bijvoorbeeld plaats wanneer je door een stad loopt, en je ineens een heel mooi huis ziet. Een doelgerichte waarneming is bijvoorbeeld wanneer je een beschrijving van een route hebt gekregen, en bij een bepaald huis moet afslaan. Je bent dan bewust bezig met zoeken naar dat bepaalde huis. Deze twee verschillende soorten waarnemingen zijn niet strikt te scheiden. Je kunt bijvoorbeeld én op zoek zijn naar een bepaald huis in een straat én in die straat een ander mooi huis zien. De waarnemer ontvangt teveel prikkels uit de omgeving om ze allemaal te kunnen verwerken. Daarom screent de waarnemer alles wat hij ziet. Wat men van de ruimte waarneemt, is voor iedereen grotendeels anders. Alleen datgene wat de waarnemer nuttig acht, wordt geselecteerd. De waarnemer ziet alleen de dingen die hij herkent van vroeger en de dingen die voor hem gebruikswaarde of gevoelswaarde hebben. Wat men niet kent, wordt nauwelijks geregistreerd. Ook heeft de vorige waarneming invloed op de manier waarop de volgende waarneming tot stand komt. Het gevolg van deze selectie is dat er een vertekend beeld ontstaat dat gebaseerd is op de voorkennis die iemand heeft (Antrop e.a., 1995). Iedereen neemt de ruimte anders waar, want iedereen heeft andere ervaringen en andere voorkennis. Daardoor ziet de ene persoon andere details in de ruimte dan iemand anders. Doordat mensen de ruimte op verschillende manieren waarnemen, ontstaan er meerdere afbeeldingen van de werkelijkheid. Als men de ruimte verschillend waarneemt, kan er al geen eenduidige betekenis of waardering tot stand komen van het betreffende gebouw of de betreffende omgeving. Het verschil in waarneming is grotendeels de basis van de aanwezigheid van verschillende waarderingen van ruimte. 3.4 Waardering Er wordt door verschillende wetenschappers verondersteld dat historische gebouwen en landschappen het leven van elke bewoner veraangenamen. Ganzeboom (1982) stelt dat de hoge waardering voor monumenten een algemeen geldend principe is. Er zijn geen sociale groeperingen en weinig individuen voor wie dit niet geldt. Tegelijkertijd waarschuwt hij dat er geen lijst is met objecten die door iedereen mooi of lelijk gevonden worden. Harvey (De Pater, 1996) heeft een andere kijk op de waardering van de gebouwde omgeving. Hij laat zien dat dezelfde gebouwde omgeving voor verschillende groepen verschillende betekenissen heeft. Het lijkt erop dat er enerzijds vele verschillende smaken zijn, maar dat er anderzijds toch een overkoepelende smaak is. Dit is moeilijk te combineren.
17
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Coeterier stelt dat waardering het resultaat is van een rationeel proces. Of de waardering uiteindelijk positief of negatief uitvalt, is afhankelijk van de manier waarop de uiterlijke informatie aan de innerlijke voldoet. De waardering is namelijk een afweging tussen uiterlijke en innerlijke informatie. Uiterlijke informatie is het waargenomen beeld met de dominante beeldkenmerken. Innerlijke informatie bestaat uit de behoeften, wensen, ideeën, waarden en normen van de waarnemer. Graaff, Reinhard en Vreke (2002) spreken niet van innerlijke en uiterlijke informatie, maar van affectieve en cognitieve beleving. De affectieve beleving is de primaire beleving van landschap, de cognitieve beleving is de rationele evaluatie van de primaire beleving. De affectieve beleving bestaat uit globale gevoelens op basis van voorkeuren. De kwaliteit en de intensiteit van de affectieve beleving wordt beïnvloed door zaken als eerdere ervaringen en de stemming vlak voor de waarneming. De cognitieve beleving is gebaseerd op rationele overwegingen op basis van ervaring en kennis en wordt beïnvloed door de stemming en de activiteit die uitgevoerd wordt. De affectieve beleving gaat daarbij vooraf aan de cognitieve beleving (Graaf e.a., 2002). Het waarderen van een gebouw gebeurt niet voor het gebouw in zijn geheel. De waardering is uiteindelijk het resultaat van een proces van combineren en afwegen van een groot aantal aspecten die mensen op dat moment en voor dat object relevant vinden. Een gebouw wordt meestal niet in zijn geheel beoordeeld, maar de mening wordt gevormd aan de hand van verschillende onderdelen van het gebouw. Men kan bijvoorbeeld het dak van een gebouw heel mooi vinden, maar de gevel van het gebouw lelijk vinden. De verschillende aspecten kunnen op verschillende criteria beoordeeld worden. Zo kan men de aspecten bijvoorbeeld op een esthetische manier beoordelen. Men kijkt dan of ze mooi of lelijk zijn. Ook kan gekeken worden op utilitair niveau, waarbij de vraag of een aspect nuttig of bruikbaar is, gesteld kan worden. Daarnaast kan men kijken of een aspect cognitieve waarde heeft, dus of het een vertrouwd of bekend gevoel geeft. Een vierde niveau is het affectieve element. Men beoordeelt het aspect dan op de mate waarin het gezellig of beklemmend overkomt. Als laatste kan er nog beoordeeld worden op symbolische wijze, wanneer het betreffende object verwijst naar een abstract begrip, dat een speciale betekenis heeft voor die persoon (Belvedère, 1999). De uiteindelijke afweging tussen de verschillende aspecten zorgt voor een positieve of negatieve waardering. Natuurlijk kan er ook een neutrale waardering tot stand komen. Zelfs al kent men alle aspecten van de waarneming, dan is daaruit nog niet direct af te leiden hoe de waardering zal zijn, doordat het afwegingsproces een belangrijke rol speelt bij de uiteindelijke waardering. Het is moeilijk om inzicht te krijgen in dit afwegingsproces. Het afwegingsproces is bij iedereen verschillend en zorgt ervoor dat er geen vaste relatie bestaat tussen waarneming en waardering. Het afwegingsproces is een innerlijk proces, waardoor het moeilijk is om er inzicht in te krijgen. Doordat het proces zich in een ‘blackbox’ afspeelt, is het moeilijk om algemeen geldende uitspraken te doen over de beleving en waardering van gebouwen. Het afwegingsproces is moeilijk bloot te leggen, omdat iedereen andere voorkeuren heeft, zich richt op andere activiteiten en andere ervaringen en kennis heeft. Het is ingewikkeld om te
18
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
achterhalen welke voorkeuren of ervaringen iemand heeft. Het is voor een persoon lastig om dit te uiten en het te beschrijven, omdat het veelal een onbewust proces is. In de literatuur is er aandacht voor deze ‘blackbox’. Men wil zo goed mogelijk de beleving en waardering van historische objecten beschrijven. Verschillende auteurs hebben zich met dit onderwerp beziggehouden. De combinatie van die onderzoeken levert verschillende aspecten op die van invloed zijn op de (onbewuste) beleving van historische objecten. Er zijn in de literatuur drie aspecten te vinden die de basis vormen voor de waardering en de beleving. In de volgende subparagrafen wordt aandacht besteed aan deze aspecten. 3.4.1 Object Objecten worden door mensen ingedeeld in klassen. Van elke klasse bestaat een ideaalbeeld, een soort stereotype. In de waardering werken deze stereotypen normstellend; ze geven aan hoe het object eruit hoort te zien (Coeterier, 1995). Coeterier geeft aan dat de waardering van cultureel historische objecten te maken heeft met het object an sich. Volgens hem berust waardering grotendeels op vormaspecten. Een belangrijk onderdeel daarvan is het element schoonheid. Hoe mooier het gebouw is om te zien, hoe hoger men het waardeert. Daarnaast speelt het niveau van vakmanschap een rol. Je moet bijvoorbeeld kunnen zien dat het object met zorg en aandacht gebouwd is en dat er goede materialen zijn gebruikt. Daarnaast is het belangrijk in welke mate het gebouw uniek en uitzonderlijk is. Ook is het belangrijk dat het gebouw en de omgeving een soort eenheid uitstralen. Hoe meer eenheid er is, des te hoger de waardering zal zijn. Naast vormaspecten speelt volgens Coeterier de huidige functie van een gebouw een rol bij de waardering van oude gebouwen. De gebouwen moeten een functie hebben in het hedendaagse leven. Verlies van een goede functie of slecht functioneren van het gebouw zorgt ervoor dat men het gebouw niet erg waardeert. Het hebben van een functie is ook belangrijk om ervoor te zorgen dat het gebouw onderhouden blijft. Men waardeert het erg als het gebouw zijn oorspronkelijke functie behoudt. Maar het allerbelangrijkste is dat het gebouw nog in gebruik is. Men houdt niet van leegstaande panden. Een ander punt van aandacht is de informatie over de ontstaansgeschiedenis van een historisch gebouw. Door informatie krijgt het gebouw meer betekenis voor een persoon. Informatie verrijkt de beleving van een historisch gebouw. Veel mensen stellen informatie over bepaalde gebouwen op prijs. De informatie die iemand krijgt over een object moet dan wel passen in iemands referentiekader. Het moet informatie zijn die men interessant vindt (Coeterier, 1995). Van Asseldonk gaat uitgebreider in op eigenschappen van gebouwen die belangrijk zijn voor de waardering. Hij noemt deze eigenschappen de dominante waarnemingskenmerken. Mensen kijken vrijwel steeds met een waarderend oog en letten daarbij slechts op enkele dingen. Men let vooral op de vorm van gebouwen. Hieronder worden de dominante waarnemingskenmerken van Van Asseldonk beschreven (Coeterier, 1995: 32):
19
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
1. Eenheid Verschillende delen kunnen samen toch als een geheel beleefd worden. Wanneer de uitzonderlijke delen meer op elkaar lijken, is de beleving van eenheid sterker. Wanneer een eenheid gevormd is, gaat deze in de beleving een eigen leven leiden en krijgt deze eenheid eigenschappen die de delen niet hebben. Het geheel is dan meer dan de som van de delen en krijgt daardoor een meerwaarde. Men ziet liever twee gescheiden gehelen dan twee mengvormen. Oude gebouwen horen thuis bij andere oude gebouwen. Moderne gebouwen staan beter in hun eigen moderne omgeving. 2. Gebruik Van Asseldonk verwijst hier naar de actuele functie van het object. Verlies van functie doet de waardering voor het object geen goed. Daarbij moet de functie goed bij de omgeving passen. 3. Ruimtelijkheid Een gebouw wordt meer gewaardeerd als het ruimte om zich heen heeft, dus als het vrij staat. Ieder element in een landschap krijgt betekenis door de omliggende elementen. De waardering is gekoppeld aan een vergelijking met andere objecten. 4. Natuurlijkheid Dit heeft te maken met het materiaalgebruik. Baksteen en hout komen warm en uitnodigend over, metaal, glas en beton daarentegen doen koud aan. Ook de aanwezigheid van flora en fauna in de directe omgeving beïnvloedt de waardering. 5. Historisch karakter In de ruimte is zichtbaar hoe verschillende tijden samenkomen. Daarbij geldt niet dat alles wat oud is, vanzelfsprekend mooi of waardevol is. Oud is daarbij een ruim begrip. Ook objecten van 50 jaar kunnen een historische waarde hebben. Historische objecten worden gewaardeerd als ze grotendeels nog intact zijn en passen bij de omgeving. Ook moet er een verhaal achter het object zitten, om gewaardeerd te worden. 6. Uiterlijke verschijningsvorm Dit is de visuele impressie die bij historische gebouwen hoort. Het betreft dan onder andere het materiaal en de kleur van het gebouw. Kleur drukt een bepaald gevoel uit. Daarnaast kan kleur een middel zijn om een object te identificeren. 7. Verzorgdheid Mensen waarderen het sterk als gebouwen onderhouden worden en er netjes uitzien. Verwaarlozing wordt zeer negatief gewaardeerd. Onderhoud is goed en mag ook te zien zijn, maar het mag niet te netjes worden. Per object ligt de grens anders. Het ene type vergt meer onderhoud en verzorging dan het andere. Wanneer er niet aan de norm wordt voldaan die voor dat type object geldt, dan wordt dat gezien als verval of verwaarlozing.
20
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Van Asseldonk laat het alleen bij vormaspecten, in tegenstelling tot Coeterier, die ook aandacht heeft voor de informatie die men heeft over het gebouw. Er is wel overlap tussen de twee wetenschappers. Beide auteurs hebben aandacht voor de actuele functie van het gebouw en de vormaspecten van een gebouw. Een andere auteur die zich heeft gebogen over de vraag welke aspecten de waardering van een historisch gebouw beïnvloeden, is Ganzeboom. Hij is het niet eens met Van Asseldonk wanneer hij zegt dat de leeftijd van het gebouw niet echt belangrijk is bij de waardering. Volgens Ganzeboom is het zo dat de leeftijd van het gebouw een belangrijke rol speelt. Gebouwen die nieuwer zijn, worden minder positief gewaardeerd dan oudere gebouwen (Ganzeboom, 1983). Gebouwen van voor 1860 worden echter over het algemeen hetzelfde gewaardeerd. Een andere auteur die ook over waardering van historische gebouwen heeft geschreven, is Ennen (1999). Zij gaat niet in op de vorm van het gebouw, maar zij stelt dat geregistreerde monumenten positiever worden gewaardeerd dan gebouwen die niet op de Monumentenlijst staan. 3.4.2 Individu Elke ruimtegebruiker ziet de ruimte op zijn eigen manier. Mensen zijn allemaal verschillend; mensen hebben verschillende mogelijkheden, verschillende wensen en een verschillende levensloop. Hierdoor verschillen waarnemingen, voorkeuren en waarderingen van persoon tot persoon, en van groep tot groep (Steffen, 1972:121). Welke waardering men voor iets heeft, is mede afhankelijk van de betekenis die de betreffende persoon eraan geeft of van de betekenis die het object heeft. In eerste instantie heeft ruimte geen betekenis. Mensen geven gebouwen een betekenis (Rapaport, 1982:19). De betekenis die door een persoon aan een gebouw gegeven wordt, is afhankelijk van de doeleinden van die persoon (Rapaport, 1982:23) en is gebaseerd op de gebruikswaarde en de gevoelswaarde die de gebouwde omgeving voor hem of haar heeft. De betekenis wordt daarbij indirect beïnvloed door de culturele achtergrond van een persoon (Rapaport, 1982:21). Pennartz (1990:9) is het hier niet mee eens. Hij zegt dat objecten uit zichzelf een betekenis hebben en vaak meerdere betekenissen tegelijkertijd kunnen hebben. Deze betekenissen kunnen worden waargenomen. De vloer ‘nodigt uit’ tot lopen, de pen ‘nodigt uit’ tot schrijven. De waarnemer kiest uit de verschillende eigenschappen op basis van persoonlijke interesse. Deze interesse wordt gedeeltelijk beïnvloed door de groep waartoe de persoon behoort. Betekenissen kunnen in de loop van de tijd veranderen. Een persoon kan tegelijkertijd meerdere doelstellingen hebben. De ruimte of het object is dan in verschillende opzichten zinvol voor die persoon. Wanneer de prioriteiten van de persoon veranderen, verandert ook de dominante betekenis van het object (Pennartz, 1979:23). Mensen zijn zich niet altijd bewust van de betekenis van een object (Pennartz, 1979:23). Veel objecten zijn er gewoon, en hebben niet echt een speciale betekenis voor de mensen. Men is zich er niet van bewust dat het object toch een bepaald nut of doel heeft. 21
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Ennen (1999) stelt dat de culturele waarde van een historisch object grotendeels subjectief van aard is. Iedereen kijkt anders aan tegen historische gebouwen. Grofweg kunnen mensen ingedeeld worden in drie groepen, namelijk de connoisseurs, de rejecters en de take-it-or-leavers. De connoisseurs houden van de historische omgeving, en willen zoveel mogelijk van de historische omgeving genieten. Geld speelt hierbij nauwelijks een rol, ze willen graag betalen om te kunnen genieten van historische objecten. Connoisseurs zijn veel vaker dan gemiddeld lid van een historische vereniging en maken vaak gebruik van culturele faciliteiten. Ze voelen een sterke verbondenheid met hun stad en zij kennen positieve betekenissen toe aan het erfgoed in hun leefomgeving (Ennen, 2004:13). De rejecters hebben weinig binding met het stedelijke leven, de cultuur en het erfgoed. Hun welzijn is niet afhankelijk van de aanwezigheid van historische artefacten. Hun interesse voor culturele activiteiten is laag. Ook is er weinig tot geen interesse voor erfgoed. De take-it-or-leaver is niet bijzonder geïnteresseerd in historisch erfgoed, maar als bepaalde historische objecten in gevaar komen, kan dat de interesse versterken. Men is zich in eerste instantie niet bewust van de symbolische waarde van historisch erfgoed, maar later kan dat veranderen, waarbij ook de bereidheid om te betalen stijgt (Ennen, 1999:73). Er zijn persoonskenmerken die samenhangen met deze groepsindeling en daarmee met de waardering van historische gebouwen. Bepaalde achtergrondvariabelen hebben invloed op de waardering van historische objecten. Volgens Bourdieu (Ennen, 1999:74) is smaak afhankelijk van de sociale positie en de levensstijl. Mensen met een hogere sociale positie genieten meer van een historische omgeving. Een hoge sociale positie wordt verworven wanneer men veel aanzien heeft. Mensen met een hoog inkomen hebben doorgaans een hogere sociale positie dan iemand met een laag inkomen. Daarnaast speelt kennis een grote rol. Volgens Brunsman heeft de mate waarin kennis en bewustzijn aanwezig zijn een positief effect op de manier waarop erfgoed beleefd wordt (Ennen, 1997:74). Hoe meer kennis iemand van een gebouw heeft, des te meer waardering er is voor het gebouw. Dit is wat Coeterier eerder ook al zei. Een verschil in waardering is te zien tussen inwoners van het stedelijk centrum en de mensen die niet in het centrum wonen. Mensen die in het centrum wonen, hebben doorgaans een meer positieve waardering voor het historisch centrum. Deze mensen zijn meer betrokken bij het historisch erfgoed (Ennen, 1999:40). Dit verschil is waarschijnlijk ook te zien tussen mensen die in de stad wonen, en mensen die buiten de stad wonen. De mensen in de stad zijn meer betrokken bij de stad dan de mensen die er niet wonen. Zij komen niet vaak in contact met het historisch erfgoed dat in de stad aanwezig is. Mensen die in een stad zijn geboren en getogen, kennen vaak andere waarden toe aan een plaats dan mensen die nog maar kort in de stad wonen. Mensen die er al lang wonen kennen door hun persoonlijke binding, maatschappelijke betrokkenheid en sociaal netwerk een andere identiteit aan een stad toe dan mensen die er nog maar kort of helemaal niet wonen (Simon, 2004). Ook leeftijd heeft invloed op de waardering van de historische omgeving (Ennen, 1999: 61) (Simon, 2004). Helaas vermelden de auteurs er niet bij of er een negatief of positief verband is tussen leeftijd en de waardering van de
22
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
historische omgeving. Ouderen die al veel in de stad hebben meegemaakt, zullen in het algemeen sterkere gevoelens met de stad hebben dan jongeren die deze ervaringen niet delen. Dus ook de tijd die men in de stad heeft gewoond, beïnvloedt de waardering voor de stad. Daarnaast leiden verschillen in geslacht en etniciteit volgens Rose (1995:116) tot verschillen in waardering van ruimte. Ook Paasi stelt dat de relatie tussen een persoon en de ruimte afhankelijk is van onder andere geslacht en etniciteit (Simon, 2004). Hoe deze relatie er precies uitziet, wordt door beide auteurs niet uitgelegd. Van de Kerkhof (2005) heeft bij zijn onderzoek naar de waardering van de binnenstad van Paramaribo onder de eigenaren en bewoners van de panden, onderscheid gemaakt in persoonlijke variabelen. Zijn ervaring is dat hoe ouder de respondenten zijn, hoe positiever zij de binnenstad ervaren. Ook opleidingsniveau houdt volgens het onderzoek van Van de Kerkhof een positief verband met de waardering van de binnenstad. Etniciteit speelt volgens hem geen rol bij de verschillen in waardering van de historische binnenstad. Er zijn dus veel auteurs die stellen dat bepaalde persoonlijke kenmerken invloed hebben op de waardering van de ruimte. Van Asseldonk is wat dat betreft een vreemde eend in de bijt. Hij stelt dat persoonskenmerken geen of weinig invloed hebben op de beleving van cultuurhistorische objecten. 3.4.3 Normensysteem Hierboven is beschreven welke kenmerken van individuen de waardering van ruimte beïnvloeden. Door de invloed van deze variabelen is het zeer waarschijnlijk dat iedereen anders naar een ruimtelijk object kijkt. Waardering moet echter ook bezien worden vanuit het normensysteem. Het normensysteem heeft invloed op hoe men iets waardeert. Individuen zijn naast individu, ook lid van een bepaalde groep. De mensen die tot dezelfde groep behoren, hebben bepaalde normen en waarden die overeenkomen. Doordat iemand dan dezelfde sociale en culturele achtergrond heeft als een ander, kunnen beide personen de ruimte op dezelfde manier waarderen, ondanks verschillen in bijvoorbeeld leeftijd of geslacht. Veel auteurs denken hier hetzelfde over. Antrop en Van Damme (1995: 17) bijvoorbeeld, stellen dat waardering subjectief is en afhankelijk is van de sociale en culturele achtergrond van de waarnemer. Het referentiekader werkt zogezegd normstellend ten aanzien van de waardering. Ook Neisser (Pennartz, 1990:10) denkt dat perceptie geen individuele aangelegenheid is, maar cultureel verankerd is. Gans en Cohen (Pennartz, 1979:21) tenslotte, spreken van culturele voorkeuren die van generatie op generatie overgedragen worden en die zogezegd cultureel gemeengoed zijn. Studies hebben aangetoond dat er veel overeenstemming bestaat tussen individuen over de esthetische voorkeur van omgevingen. Er zijn zelfs mensen die denken dat voorkeuren universeel bepaald zijn. Volgens hen komt de respons voort uit het zenuwstelsel, dat universeel is voor de mens (Graaff e.a., 2002). Antrop en Van Damme (1995:14) wijzen erop dat mensen enerzijds op zoek zijn naar nieuwe informatie en ervaringen, maar anderzijds gehecht zijn aan het vertrouwde. Men moet zich in de ruimte en tijd kunnen blijven oriënteren. 23
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Het landschap moet daarom samenhang vertonen, begrijpelijk zijn (maar ook weer niet te eenvoudig zijn) en uitdagen tot nieuwe ervaringen. Deze aspecten zijn universeel. Naast de cultuurverschillen die er volgens Antrop en Van Damme zijn, zien zij ook een universele waardering voor ruimte. Volgens Boselie worden cultuurhistorische objecten (CHO) door veel mensen op dezelfde wijze gezien. Veelal is er een positieve waardering voor historische objecten. Er zijn verschillende redenen waarom mensen CHO over het algemeen de CHO. Coeterier heeft geprobeerd deze redenen om te zetten in meetbare stellingen. Deze stellingen geven ook meteen duidelijker aan wat Boselie wil zeggen. Hieronder worden deze stellingen beschreven: 1. CHO geven intrinsiek aanleiding tot meer compatibele contrasten dan moderne objecten. Coeterier heeft dit vertaald in de uitspraak dat CHO mooi zijn vanwege hun vorm, stijl, materiaal, formaat, zorg voor details en decoraties. 2. CHO bezitten een grotere visuele waarde door verouderingsprocessen. Vrij vertaald kan dan gesteld worden dat CHO mooi zijn door de verouderingsprocessen, zoals verwering, begroeiing en bemossing. 3. Ze kunnen meer visuele waarde bezitten doordat ze nu relatief zeldzame exemplaren van klasse zijn. Coeterier stelt dat CHO boeiend zijn, omdat ze zeldzaam en uniek zijn. 4. Ze kunnen boeiend zijn doordat ze temporeel compatibel contrast mogelijk maken. Coeterier heeft de stelling geponeerd dat CHO boeiend zijn omdat ze laten zien hoe het vroeger was, dat ze gebeurtenissen veronderstellen die in het verleden gebeurd zijn, en dat ze een bepaalde duurzaamheid hebben. 5. Verouderingsprocessen kunnen de waarnemingskwaliteit vergankelijkheid oproepen. Coeterier heeft hiervan gemaakt dat CHO boeiend zijn door hun slijtage en verval. 6. Ze kunnen compatibele contrasten oproepen doordat ze contrasten met nieuwe voorwerpen mogelijk maken. Oftewel: CHO zijn boeiend omdat ze zo anders zijn dan nieuwe, moderne dingen. 7. Ze laten een positief cognitief contrast met betrekking tot ons zelfbeeld toe. Coeterier stelt dat CHO een illusie geven in een andere tijd te zijn, zodat men zich beter in een andere tijd kan verplaatsen. 8. CHO kunnen boeiender zijn omdat ze doen denken aan gebeurtenissen uit het verleden. Coeterier legt hier de nadruk op de persoonlijke binding die mensen met een bepaald object hebben. 3.5 Intentie Draagvlak is voor een groot deel afhankelijk van een positieve waardering. Maar als mensen zeggen dat ze de binnenstad waarderen, hoeft er nog geen sprake te zijn van een actief draagvlak. Mensen moeten in hun handelen en in hun gedrag gericht zijn op het behoud van de binnenstad. Of een bepaald gedrag uitgevoerd wordt, is afhankelijk van de intentie tot dat gedrag. De intentie geeft de indicatie weer die een persoon heeft om een bepaald gedrag uit te voeren. De intentie bestaat uit motivatiefactoren die het gedrag beïnvloeden en geeft weer hoe sterk mensen bereid zijn een inspanning te doen om een bepaald gedrag uit te voeren. 24
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Ajzen (1991) heeft de Theorie of Planned Behavior (TPB) ontwikkeld. Dit model verklaart gedrag aan de hand van iemands intentie tot gedrag. Volgens Ajzen is intentie gebaseerd op drie factoren, namelijk de houding ten aanzien van het gedrag, de sociale norm en de perceptie van gedragscontrole (Takke, 2003). Met ‘de houding ten aanzien van het gedrag’ bedoelt Ajzen de mate waarin een persoon het bepaalde gedrag positief of negatief beoordeelt. Deze beoordeling is gebaseerd op veronderstellingen die het individu heeft ten aanzien van de consequenties van het gedrag voor zichzelf, de relevantie daarvan en de waarschijnlijkheid dat deze consequenties zich ook voor zullen doen (Takke, 2003 ). Als iemand moeite wil doen om bijvoorbeeld de staat van de binnenstad te verbeteren (door het persoonlijk meehelpen opknappen van de binnenstad, of het doen van donaties), zal hij of zij zich eerst afvragen wat de gevolgen voor zichzelf zijn. Zo kost het meehelpen tijd, die ook anders besteed kan worden. En geld kan maar één keer uitgegeven worden, dus als er een donatie gegeven wordt, kan er niet iets anders mee gekocht worden. Ook zal men zich afvragen of met zijn inspanning een daadwerkelijk verschil zal ontstaan. Als de persoon verwacht dat de handeling relatief weinig oplevert, is de kans groot dat het bepaalde gedrag toch niet uitgevoerd wordt. De sociale norm refereert aan de waargenomen sociale druk om het gedrag wel of niet te vertonen. Mensen willen handelen zoals anderen denken dat je zou moeten handelen (Takke, 2003). Wanneer veel mensen zich inzetten voor behoud van de binnenstad, zullen andere mensen eerder geneigd zijn hetzelfde te doen, dan wanneer er maar weinig mensen zijn die zich openlijk zorgen maken om de binnenstad. Met ‘de perceptie van gedragscontrole’ wordt bedoeld dat mensen zich eerst afvragen of zij daadwerkelijk iets kunnen doen. Personen die denken dat de benodigde middelen of kansen om een bepaald gedrag te vertonen bij hen ontbreken, zullen naar verwachting minder de intentie hebben om het beoogde gedrag te vertonen (Takke, 2003). Dus mensen die denken dat zij geen mogelijkheden hebben om zich in te zetten voor de bescherming van de binnenstad, zullen niet de bedoeling hebben om de binnenstad te beschermen. Uiteindelijk geldt dat hoe sterker de intentie is, hoe waarschijnlijker het is dat het bewuste gedrag getoond wordt. Dus hoe sterker mensen de intentie hebben om de binnenstad te behouden, hoe waarschijnlijker het is dat zij met hun gedrag gericht zijn op het behoud van de historische binnenstad. Actief draagvlak voor behoud van de binnenstad is dus alleen aanwezig wanneer mensen ook met hun gedrag gericht zijn op het behoud van de historische binnenstad.
25
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 4 Beschrijving Paramaribo
4.1 Inleiding Om inzicht te krijgen in de binnenstad van Paramaribo moet de binnenstad in zijn historische context bekeken worden. Naast een beschrijving van de historische context, wordt in dit hoofdstuk ook de huidige situatie geschetst, zodat de lezer zich een beeld kan vormen van de binnenstad. 4.2 Geschiedenis van Paramaribo Het huidige Paramaribo is ontstaan uit een kleine handelsnederzetting aan de Surinamerivier. In 1631 stichtten twee Hollandse kooplieden (Nicolaes Baliestel en Dirck Claesz van Sanen) een factorij vlakbij het Indianendorp Parmarbo of Parmurbo. In 1644 vestigden in de omgeving van Paramaribo ook enkele Fransen. De Engelsen kwamen in 1651 naar Suriname, en vestigden onder leiding van Lord Willoughby een kolonie in Suriname. De inmiddels verlaten Nederlandse handelsnederzetting werd ingenomen en omgedoopt tot Fort Willoughby. Tijdens het Engelse bestuur breidde de nederzetting zich uit. Het verder stroomopwaarts gelegen Thorarica, dat toen nog de hoofdstad was van Suriname, bleef echter belangrijker. In 1667 werd de Vrede van Breda getekend door de Engelsen en de Zeeuwen. De Zeeuwen ruilden Nieuw Amsterdam (het huidige New York) tegen het Surinaams grondgebied. De naam Fort Willoughby werd veranderd in Fort Zeelandia. De Zeeuwen wilden ook de naam Paramaribo veranderen in Nieuw Middelburg, maar vanwege de lange traditie die de naam Paramaribo al had, werd hier vanaf gezien. Na de komst van de Zeeuw Crijnssen en zijn aanhangers groeide Paramaribo snel, en kreeg de stad een steeds grotere rol. Thorarica bleef echter nog steeds de belangrijkste stad. Dit veranderde na de komst van gouverneur Van Sommelsdijck in 1683. Het bestuur van de Nederlandse kolonisatie werd toen gevestigd in Paramaribo. Ook economisch werd Paramaribo steeds sterker. Het vervoer van de goederen naar Nederland ging altijd via Paramaribo. Hierdoor concentreerden de bestuurlijke én economische activiteiten zich in Paramaribo. Hoewel Paramaribo een belangrijke stad was voor de Hollanders, hadden zij niet de intentie om zich hier blijvend te vestigen. Men wilde alleen zoveel mogelijk winst behalen (Waszink, 1996). De groei van de stad werd gestimuleerd door de verschillende groepen die naar de stad kwamen. Veel plantage-eigenaren verlieten in de 18e eeuw hun plantage om in de stad te komen wonen. Dit vanwege de luxe die de stad hen kon bieden. De Joden kwamen naar de stad om handel te drijven. Ook veel vrijgelaten slaven kwamen naar de stad omdat zij een perceel gekregen hadden in ruil voor het opsporen van weggelopen slaven. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 kwamen veel contractarbeiders uit Brits- en Nederlands-Indië naar Suriname. Deze immigranten zijn grotendeels gebleven (Waszink, 1996). In de twintigste eeuw zijn nog enkele 26
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
andere bevolkingsgroepen naar Suriname gekomen. Hierdoor is een verzameling van bevolkingsgroepen terug te vinden in Suriname en in Paramaribo. 4.3 Huidige situatie Sinds de ondertekening van de onafhankelijkheidsverklaring in 1975 is Suriname een autonome staat. De bevolking van Suriname telt ongeveer 490.000 mensen. Ongeveer de helft van de totale bevolking woont in Paramaribo (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2005). Naast de concentratie van personen zijn in Paramaribo de belangrijkste bestuurlijke en economische functies te vinden. Veel moderne bedrijven hebben zich in Paramaribo gevestigd, bijvoorbeeld banken, verzekeringen en projectontwikkelingsmaatschappijen. Veel overheidsinstellingen zijn in de hoofdstad gevestigd. Ook de juridische functies zijn grotendeels in de stad te vinden. Er kan gezegd worden dat Suriname aangestuurd wordt door Paramaribo (De Bruijne, 1976). Paramaribo is daardoor dé stad van Suriname. Paramaribo heeft een geringe bevolkingsdichtheid en een ruim opgezette ruimtelijke inrichting. De stad is zeer uitgestrekt. Er is voornamelijk laagbouw en de percelen zijn over het algemeen ruim. In het centrum van de stad zijn de meeste centrale functies geconcentreerd. De woonfunctie van het centrum is beperkt. Veel woonhuizen zijn veranderd in bedrijfspanden. Rondom het centrum is een overgangsgebied met gemengd grondgebruik. Naar het noorden, westen en zuiden toe zijn woongebieden ontwikkeld. De rijkere woonwijken zijn aan de noord- en westkant te vinden. In het zuiden bevinden zich de armere wijken. Belangrijke problemen waar de stad mee te kampen heeft, zijn het slechte afwateringssysteem, de verkeersdrukte, tekort aan woningen, de vele zwervers, afval en criminaliteit (MOP 2001-2005). 4.4 De historische binnenstad De historische binnenstad wordt begrensd door de Waterkant, de Sommelsdijckse Kreek, de Tourtonnelaan, de Klipstenenstraat en de Heiligenweg tot aan de Waterkant (zie kaart pagina 32). In de historische binnenstad overheersen de historische panden. In het gebied zijn ongeveer 250 historische gebouwen te vinden. Deze zijn in te delen in historische gebouwen met een beschermde status bij wet en historische gebouwen die geen formeel beschermde status bezitten. De meeste gebouwen in de binnenstad staan op de Monumentenlijst van Paramaribo. Deze gebouwen behoren formeel tot het gebouwde erfgoed van Suriname. De historische gebouwen die niet op de Monumentenlijst staan, hebben een beeldondersteunende functie en leveren een bijdrage aan het historisch aangezicht. In buurten met een langere historie kunnen diverse ontwerpperioden naast elkaar voorkomen. Er is vaak een mengeling van stijlen en bijna altijd zijn er verouderingsverschijnselen, zoals verweerde stenen en uitgegroeide bomen, zichtbaar. Daarnaast zijn er ook vaak tekenen van geleidelijke vernieuwing of grootschalige renovatie waar te nemen. Soms botsen de stijlen met elkaar, in 27
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
andere gevallen levert het een harmonieus beeld op (Jonkhof, 2000). In de binnenstad van Paramaribo zijn ook verschillende stijlen te ontdekken. Tussen de historische panden zijn ook niet-historische panden te vinden. Deze hebben een modern uiterlijk en doen afbreuk aan het historische karakter van de binnenstad (Van de Kerkhof, 2005: 44). De historische Surinaamse architectuur wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door het bouwen in hout. De architectuur is beïnvloed door de verschillende groepen die het land hebben aangedaan. De verschillende Europese invloeden werden door de Creolen gecombineerd en aangepast aan de lokale omstandigheden (Temminck Groll, 1973). Waar Creolen eerst als uitvoerders werkten, werden zij later steeds meer vormgever (Attema e.a., 1997). De stijlen van de Engelsen, Nederlanders, Fransen en Duitsers zijn allemaal terug te vinden in de Surinaamse gebouwen. Zo zijn de meeste gebouwen symmetrisch gebouwd, hebben twee dakkapellen en een halfrond raampje in de top. Ook zuilenportieken komen terug in de Surinaamse bouwstijl. De meeste gebouwen zijn wit geschilderd, hebben twee of drie verdiepingen, steile daken en meerdere ramen voorzien van houten luiken. De Engelsen hebben technieken geïntroduceerd waarop is voortgeborduurd. Dit geldt met name voor het toepassen van baksteen als profilering. In veel huizen zijn Franse accenten te vinden. Het dakhuis is iets typisch Duits. De zuilenportieken zijn typisch voor de zuidelijke staten van Amerika, (Attema e.a., 1997). Hoewel er elementen uit Europa en Amerika aanwezig zijn, zijn de gebouwen typisch Surinaams. De gebouwen zijn grotendeels door Surinaamse arbeidslieden gebouwd, waardoor de kolonisten maar een geringe invloed hadden op de bouwstijl. Een nadeel van het houtmateriaal is het brandgevaar. Branden hebben grote delen van de binnenstad al eens in de as gelegd. De eerste grote brand was in 1821 en verwoestte 400 huizen. De tweede brand in 1832 zorgde ervoor dat 46 huizen verdwenen. Ook nu nog komt het regelmatig voor dat gebouwen afbranden. Veel mensen bouwen hun huizen nu liever in steen. Dit vanwege de duurzaamheid van het materiaal en de verminderde kans op brand. In het historische stadscentrum overheerst echter nog de houtbouw.
28
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Kaart 4.1 Plattegrond van de historische binnenstad van Paramaribo (Bron: http://ilps.science.uva.nl/~erikt/suriname/paramaribo.html)
29
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 5 Cultureel erfgoed en monumentenzorg in Paramaribo
5.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft inzicht in de verschillende actoren in Suriname die zich bezighouden met de bescherming en het behoud van de historische binnenstad. Een belangrijke actor is de Surinaamse overheid. Die bepaalt welke gebouwen op de Monumentenlijst van Paramaribo geplaatst worden. Een andere actor is de Unesco (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation), die een Werelderfgoedlijst heeft opgesteld. Daarnaast speelt Nederland nog een rol bij de instandhouding van het erfgoed in Paramaribo. Door de aanwezigheid van verschillende actoren, die zich bekommeren om de historische binnenstad, lijkt er een sterk politiek draagvlak te zijn om de binnenstad te behouden. In dit hoofdstuk worden de actoren beschreven en wordt er gekeken welke actoren zich bezighouden met het versterken van draagvlak onder de bevolking. 5.2 Unesco’s Werelderfgoed lijst De Werelderfgoed Conventie, ofwel de ‘Conventie inzake de bescherming van het Wereld cultureel en natuurlijk erfgoed’, is na de Tweede Wereldoorlog ontstaan naar aanleiding van de toenemende bedreiging van cultureel en natuurlijk erfgoed. De Werelderfgoedlijst, opgesteld door de Unesco, is een lijst waarop erfgoed dat van uitzonderlijke universele waarde voor de mensheid geplaatst is. De lijst geeft een overzicht van de rijkdom en diversiteit aan cultureel en natuurlijk erfgoed op aarde. Objecten worden voorgedragen door de landen zelf. Op de World Heritage List worden geen landen opgenomen, maar erfgoed sites van landen die de Werelderfgoed Conventie hebben ondertekend (SGES, z.j.b.). De voordracht wordt beoordeeld door deskundigen. De Icomos (International Council on Monuments and Sites) beoordeelt cultuurmonumenten. Op de jaarvergadering van het World Heritage Committee van Unesco wordt over de plaatsing beslist (Renes, 2004). Suriname heeft op 23 oktober 1997 de Werelderfgoed Conventie geratificeerd. Daarmee heeft Suriname zich verplicht het cultureel en natuurlijk erfgoed te beschermen voor toekomstige generaties. In 1998 heeft de Regering van Suriname de historische binnenstad voorgedragen om geplaatst te worden op de Werelderfgoedlijst van de Unesco (SGES, z.j.a.). In 2002 is de historische binnenstad van Paramaribo als culturele site op de lijst geplaatst. De Unesco ziet de historische gebouwen in Paramaribo als belangrijk onderdeel van de stad en de gebouwen worden gezien als een unieke combinatie van voornamelijk Nederlandse en traditionele lokale invloeden. Het gaat bij de site niet om individuele historische gebouwen, maar om het historisch stadsgezicht in het algemeen (ICOMOS, 2002). Door middel van eigen hulpbronnen en eventuele internationale hulp en samenwerking moet het erfgoed behouden worden.
30
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
De plaatsing op de Werelderfgoedlijst brengt bepaalde verantwoordelijkheden met zich mee. Door de plaatsing is de historische binnenstad niet alleen Surinaams erfgoed, maar is het onderdeel geworden van het werelderfgoed. Het behoud is dus niet langer alleen in het belang van Suriname, maar in het belang van de internationale gemeenschap. Deze situatie schept een instandhoudingsplicht. De Surinaamse overheid is hoofdverantwoordelijk en moet stappen ondernemen om de Werelderfgoed site te behouden. Praktisch betekent dat, dat er regelmatig gerapporteerd dient te worden over de conditie van de binnenstad en dat er maatregelen getroffen moeten worden om de binnenstad te beschermen en te behouden. Ook moeten er bewustwordingsactiviteiten voor de bevolking georganiseerd worden (SGES, z.j.c). De plaatsing op de Werelderfgoedlijst zorgt niet voor grote geldstromen, maar via het Werelderfgoed Fonds (WHF) is het mogelijk financiële steun en technische bijstand te krijgen voor het behoud van de site. Er kan aanspraak gemaakt worden op financiële middelen voor bijvoorbeeld onderzoek en het organiseren van trainingen. Ook als er sprake zou zijn van een natuurramp kan men de Unesco aanspreken voor financiële steun. De Unesco stelt echter geen geld beschikbaar voor renovatieprojecten. Wanneer de historische binnenstad niet goed onderhouden wordt en men zich niet houdt aan de afspraken die gemaakt zijn met de Unesco, riskeert de historische binnenstad een plaats op de World Heritage List of Danger. Op deze lijst staan sites die bedreigd worden en daardoor hun unieke waarden wel eens zouden kunnen verliezen. De lijst is bedoeld om de internationale gemeenschap te informeren over deze niet-wenselijke situatie, zodat acties, om de site weer netjes op orde te krijgen, gestimuleerd kunnen worden. Soms geven overheden zelf aan dat ze op de List of Danger geplaatst willen worden. Zij willen hiermee de aandacht vestigen op de slechte situatie van hun site en hopen daarmee geldstromen te activeren. Veel overheden zien de plaatsing op de List of Danger echter als een uiting van onkunde (Unesco, 2005). 5.3 Surinaamse Monumentenwet Volgens de Surinaamse Monumentenwet van 2002 is er sprake van een monument, wanneer onroerende goederen of delen daarvan uit het oogpunt van geschiedenis, oudheidkunde, kunst of architectuur van bijzondere betekenis zijn. Paramaribo kent een officiële monumentenlijst van erkende, wettelijk beschermde monumenten. De meeste historische gebouwen in de binnenstad zijn benoemd als officieel monument volgens de Monumentenwet. Enkele gebouwen staan echter niet op de monumentenlijst. Er zijn diverse organisaties in Suriname die zich inzetten voor de monumentenzorg. De vier belangrijkste monumentenorganisaties in Suriname zijn de Stichting Monumentenzorg Suriname (SMS), de Commissie Monumentenzorg, ICOMOS-Suriname en de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES). Hieronder wordt kort geschetst wat de doelen van de verschillende organisaties zijn. De Stichting Monumentenzorg Suriname is opgericht in april 1967 als een particuliere stichting met als hoofddoel begrip en waardering voor de 31
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
monumenten en historische stadsgedeelten te kweken bij het publiek om uiteindelijk het behoud daarvan te bevorderen. De Commissie Monumentenzorg is het wettelijk adviesorgaan van de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling. Deze commissie heeft als taak om de minister advies te geven omtrent de toepassing van de Wet Historische Monumenten. ICOMOS-Suriname is opgericht in maart 1999. Het is een nationale vertegenwoordiging van de internationale organisatie ‘International Council on Monuments and Sites’. In 1964 heeft ICOMOS het Venice Charter opgesteld, een plan dat aangeeft hoe historische monumenten het beste behouden kunnen worden. De ICOMOS richt zich voornamelijk op individuele monumenten (Van de Kerkhof, 2005). De Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname is opgericht op 1 augustus 1997 door de Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling en valt onder het Directoraat Cultuur. De SGES is verantwoordelijk geweest voor het nominatieproces voor de plaatsing van de historische binnenstad van Paramaribo op de Unesco’s Werelderfgoedlijst. De stichting heeft het nominatiedossier en het Binnenstadsplan Paramaribo voorbereid. Daarnaast is de directeur van de SGES, dhr. S. Fokké, benoemd tot site manager voor de historische binnenstad. Zijn taak is het bewaken van de cultuurhistorische kwaliteit van Paramaribo. De SGES heeft nu als belangrijkste taak het voorbereiden van een N.V. Monumentenbeheerinstituut. Dit instituut zal de verantwoordelijkheid voor het beheer van historische monumenten in Suriname moeten dragen (SGES, 1999). Daarnaast zet de SGES zich in om draagvlak te creëren onder de bevolking voor het behoud van de historische binnenstad. De Surinaamse bevolking moet bewust gemaakt worden van het cultureel erfgoed en de Werelderfgoedstatus van Paramaribo (SGES, 2003). Andere taken van de SGES zijn: - Het leggen van contacten met instituten voor de financiering van het monumentenplan. - Het adviseren van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling met betrekking tot taken en bevoegdheden van de op te richten rechtspersoon voor monumentenbeheer. - Het ondersteunen van de Commissie Monumentenzorg bij de planbeoordeling en advisering, coördinatie en ondersteuning van bestaande initiatieven voor verandering of restauratie van monumenten (SGES, z.j.c.). 5.4 Gemeenschappelijk erfgoed In verschillende landen zijn er nog tastbare overblijfselen van de betrekkingen in het verleden tussen Nederland en andere landen te vinden (Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 2002). Sinds 1995 voert de Nederlandse Rijksdienst voor de Monumentenzorg beleid om gemeenschappelijk cultureel erfgoed over de hele wereld te beschermen. Onder gemeenschappelijk erfgoed worden alle door Nederland beïnvloede bouwwerken, begraafplaatsen en nederzettingen verstaan. Een onderdeel van het gemeenschappelijk erfgoed is het overzeese erfgoed. Het Nederlands cultureel erfgoed overzee bevindt zich in landen waar de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) of de West-Indische Compagnie (WOC) Nederlandse handelsnederzettingen gesticht hebben (Attema e.a., 1997:344). Het 32
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
erfgoed uit de koloniale tijd herinnert aan een beladen verleden. Waarom zou men dan aspecten behouden die doen denken aan de slavernij onder de Nederlanders? In het Jaarboek Monumentenzorg van 1997 stelt men dat ‘monumentenzorg ook een rol kan spelen in het aanvaarden van de geschiedenis en als basis kan dienen voor onderling begrip en samenwerking voor de toekomst’. Ook is gemeenschappelijk cultureel erfgoed van belang omdat het bilaterale betrekkingen kan verbeteren. Het kan de economische en politieke uitwisseling bevorderen. Achter behoud schuilt dus niet alleen een culturele reden. Het behoud van gemeenschappelijk erfgoed houdt in dat zowel Nederland als het partnerland verantwoordelijk is voor het beschermen van het erfgoed (Gimbrère e.a., 2002:87). Het is belangrijk dat beide landen zich betrokken voelen bij het gemeenschappelijk erfgoed en er moet een wederzijds ‘commitment’ zijn. Er moet bovendien sprake zijn van gelijkwaardigheid en beide partners moeten energie steken in het behoud van het erfgoed (Rijksdienst voor de Monumentenzorg, 2002: 42). Het cultureel erfgoed in Paramaribo wordt door zowel Nederland als Suriname gezien als gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Dit is officieel vastgelegd in een tweetal documenten. Op 11 september 2001 hebben de toenmalige staatssecretaris van Cultuur, Rick van der Ploeg en de Surinaamse minister van Onderwijs en Ontwikkeling Walter Sandriman de documenten ondertekend. Het eerste document, de ‘Joint Declaration regarding the Intensification of Cultural cooperation between the Republic of Surinam and the Kingdom of the Netherlands’ verklaart dat het gemeenschappelijk cultureel erfgoed de hoogste prioriteit heeft in de culturele samenwerking tussen de twee landen. Het tweede document, de ‘Policy Framework for the Netherlands’ Mutual Cultural Heritage with Surinam’ gaat dieper in op de manier waarop de samenwerking eruit moet zien. Nederland en Suriname hebben afspraken gemaakt over de samenwerking, die moet leiden tot duurzaam behoud en ontwikkeling van gemeenschappelijk erfgoed. Om dit te bewerkstelligen, zijn de volgende doelen opgesteld: - Het versterken van het publieke bewustzijn omtrent gemeenschappelijk cultureel erfgoed. - Het uitwisselen van kennis over gemeenschappelijk cultureel erfgoed. - Het behouden en restaureren van gemeenschappelijk cultureel erfgoed. - Het documenteren van en toegang verschaffen tot gemeenschappelijk cultureel erfgoed. De doelen zijn dus niet alleen gericht op fysiek behoud en management van het erfgoed, maar er is ook aandacht voor het creëren van draagvlak onder de bevolking en het stimuleren van toerismemogelijkheden (Quarles van Ufford, 2002:32-33). In 2004 heeft een evaluatie plaatsgevonden van het gemeenschappelijk beleid. Het Beleidskader Gemeenschappelijk Cultureel Erfgoed Suriname is een succesvol kader gebleken voor samenwerking op het gebied van gemeenschappelijk erfgoed. Het is daarom wenselijk om de samenwerking tussen Nederland en Suriname op het gebied van gemeenschappelijk cultureel erfgoed voort te zetten. In de toekomst hebben politieke bewustwording en kennisuitwisseling, institutionele versterking en beleidsmatige samenwerking op instellings- en overheidsniveau de prioriteit. In 33
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
de sector Gebouwd Erfgoed zal de nadruk worden gelegd op het behoud en beheer van de binnenstad van Paramaribo (Hoekema, 2004). Volgens Hornis (2003) staat de Surinaamse overheid echter niet positief tegenover de rol van Nederland bij het Surinaamse monumentenbeleid. Zij is van mening dat Suriname gereserveerd tegenover inmenging van Nederland staat, omdat de binnenstad een binnenlandse aangelegenheid is en omdat het gaat om de instandhouding van erfgoed met een beladen verleden. Bemoeienis van Nederland als ex-kolonisator ligt extra gevoelig. 5.5 Problemen Ondanks de aandacht van de vele organisaties en instellingen die zich bezig houden met de bescherming van de historische gebouwen is het slecht gesteld met de staat waarin de gebouwen in de binnenstad verkeren. Er is een gebrek aan financiële middelen om het erfgoed daadkrachtig te kunnen beschermen. Dit geldt met name voor de overheid. Daarnaast ontbreekt het geld voor subsidies waarmee eigenaren het pand kunnen restaureren. (Ditzhuijzen, 2003). Minister Sandriman van Onderwijs en Volksontwikkeling heeft echter beloofd dat er een fonds zou komen waar subsidies of leningen tegen zachte voorwaarden kunnen worden aangevraagd door eigenaren die financieel niet in staat zijn de kosten voor onderhoud aan hun pand te bekostigen (De Ware Tijd, 2002b). Tot op heden is deze mogelijkheid er echter nog niet. Ten tweede is er weinig politieke aandacht voor de historische binnenstad. Het land heeft andere prioriteiten, waardoor het behoud en de ontwikkeling van de historische binnenstad op een laag pitje staan. Er zijn wel degelijk wetten waarbij mensen die monumenten beschadigen, vernielen of slopen zonder toestemming van de overheid strafbaar gesteld worden, maar in Suriname ontbreekt een orgaan om de naleving van de Monumentenwet te controleren en sancties op te leggen wanneer niet aan de wet voldaan wordt (De Ware Tijd, 2002b). Archeoloog en kunsthistoricus B. Mitrasingh stelt dat in de Surinaamse politiek de stadshistorie amper leeft, omdat politici met monumenten nu eenmaal niet kunnen scoren. Daarnaast zijn volgens Dithuizen (2003) de meeste ministers cultuurbarbaren en zijn er in Suriname weinig experts aanwezig. Monumentenzorg is niet alleen de taak van de overheid. Iedereen moet zorg dragen voor het behoud van de historische binnenstad (Sabajo, 2003). Eerder is al ter sprake gekomen dat zonder draagvlak monumentenbeleid geen kans van slagen heeft. Verschillende actoren, zoals de Surinaamse overheid, de Unesco en de Nederlandse overheid, laten zien dat ze zich bewust zijn van het belang van het erfgoed. Maar het is belangrijk dat ook de bevolking het nut inziet van behoud van de binnenstad. Van Dithuijzen stelt in een artikel in De Ware Tijd (2003) dat het grootste deel van de Surinaamse bevolking zich niet bekommert om de historische panden. De Javanen en de Hindustanen arriveerden rond het einde van de negentiende eeuw in Suriname, het koloniale centrum zegt hen dus niet zoveel. De Creolen daarentegen willen liever niet herinnerd worden aan de huizen waar hun voorouders als slaven werden misbruikt. Daarnaast zien de meeste mensen het erfgoed als iets Nederlands (Dithuijzen, 2003). Het is voor Paramaribo van belang dat de bevolking zich 34
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
bewust wordt van het belang van erfgoed. Wellicht komen er dan meer financiële middelen vrij, krijgen de historische gebouwen meer politieke aandacht en worden er experts aangetrokken om het erfgoed te beschermen.
35
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 6 Opzet Surveyonderzoek
6.1 Onderzoekswijze In deze scriptie wordt onderzocht of er draagvlak is voor het behoud van de historische binnenstad van Paramaribo. De nadruk ligt op de invloed van de factor leeftijd. Enerzijds wordt bekeken of leeftijd invloed heeft op de waardering van de historische binnenstad en de intentie om de binnenstad te behouden. Anderzijds wordt gekeken of leeftijd invloed heeft op de mate waarin de verschillende gebouwen gewaardeerd worden en de intentie om die gebouwen te behouden. 6.1.1 Case-study In dit onderzoek is een case-study uitgevoerd. Een case-study is gericht op de diagnose van een specifieke situatie. De vraagstelling van het onderzoek richt zich op een concreet probleem. Het onderzoek wordt gestuurd door uitgewerkte theoretische inzichten. De waarnemingen worden verricht bij groepen die in verband staan met de case. Dit gebeurt aan de hand van vraaggesprekken, documentenanalyse en observaties (Wester, 1995:40). Het doel van dit onderzoek is te achterhalen hoe mensen denken over de historische binnenstad. Het is echter moeilijk om precies te achterhalen hoe men over de binnenstad denkt. Belangrijke problemen bij onderzoek naar de mening van respondenten zijn de vele aspecten die indirect de mening beïnvloeden en de moeilijkheid om die te achterhalen. Zo spelen vroegere ervaringen een rol, net als sociale, economische en culturele beperkingen en de prioriteitenvolgorde van een persoon (Steffen, 1972:20). Het gebruik van enquêtes en interviews brengt nog een ander probleem met zich mee. Soms geeft een respondent liever sociaal gewenste antwoorden in plaats van zijn werkelijke mening. Toch heb ik ervoor gekozen om door middel van enquêtes de meningen van de respondenten te achterhalen, waardoor een kwantitatief onderzoek tot stand is gekomen. Het afnemen van enquêtes is de beste manier om in korte tijd veel informatie te verkrijgen. Daarnaast is deze onderzoeksmanier gemakkelijk toepasbaar, je hebt er weinig materiaal of financiële middelen voor nodig. Kwantitatief onderzoek is voor dit onderzoek geschikter dan kwalitatief onderzoek, omdat bij kwantitatief onderzoek in een korte tijd meer respondenten benaderd kunnen worden dan bij een kwalitatief onderzoek. Daarnaast is het vaak zo dat men bij kwalitatief onderzoek slechts enkele sleutelfiguren interviewt. Ik ben echter niet geïnteresseerd in de mening van sleutelfiguren, maar in de mening van de gewone man en vrouw op straat. Om een indicatie te krijgen van de mening van de burger, moeten veel mensen betrokken worden bij het onderzoek. Er bestaan veel verschillende mensen, die wellicht allemaal een andere mening hebben. Het afnemen van enquêtes en interviews is dan ook het best bruikbaar. De onderzoeksresultaten zijn met behulp van het statistische computerprogramma SPSS geanalyseerd. De ingevoerde gegevens worden in tabel- en grafiekvorm gepresenteerd aan de lezer. 36
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
6.1.2 Gestructureerde vragenlijst Aan de hand van proefenquêtes onder 10 havostudenten is de eerste enquête opgesteld (zie bijlage 1). De proefenquête is een open enquête en is mondeling afgenomen. Het is opmerkelijk dat bijna alle studenten dezelfde antwoorden gaven. Om nuanceringen in antwoorden te krijgen, heb ik ervoor gekozen om stellingen te maken, waarbij mensen kunnen aangeven in hoeverre ze het er wel of niet mee eens zijn. De uiteindelijke enquête (zie bijlage 2) besteedt aandacht aan de waardering voor de binnenstad en voor de waardering van enkele gebouwen in de binnenstad in het bijzonder. Om de waardering van de binnenstad te meten, is gekeken of de mensen het belang van behoud inzien. Dit kunnen meerdere belangen zijn. Er valt te denken aan een identiteitsverlenende functie, een esthetische functie en een utilitaire functie. De stellingen die in dit onderzoek gebruikt zijn, komen grotendeels overeen met de stellingen uit het onderzoek dat Van de Kerkhof in 2005 afgerond heeft. Hierdoor kan de SGES de onderzoeken en de resultaten, makkelijk met elkaar vergelijken. Om te kijken hoe men denkt over de esthetische waarde van de binnenstad, zijn twee stellingen opgenomen in de vragenlijst. *De historische binnenstad is vervallen *De historische binnenstad is mooier dan andere delen van Paramaribo Box 1: Stellingen die de esthetische waarde meten
Om de identiteitswaarde te meten, zijn drie items opgenomen in de vragenlijst. *De inwoners van Paramaribo moeten trots zijn op de binnenstad *De historische binnenstad is uniek in de wereld *Historische gebouwen horen thuis in de binnenstad Box 2: Stellingen die de identiteitswaarde meten
De utilitaire waarde tenslotte, wordt gemeten aan de hand van de volgende twee stellingen. *De historische binnenstad is interessant voor toeristen *Je kunt je goed vermaken in de binnenstad Box 3: Stellingen die de utilitaire waarde meten
De enquête bestond niet alleen uit deze stellingen. In eerste instantie waren er in totaal 15 stellingen in de enquête opgenomen. Achteraf is echter besloten om bepaalde stellingen niet meer te gebruiken voor dit onderzoek, omdat zij niet geschikt waren om de verschillende waardes van de binnenstad te meten. In bijlage 3 zijn de verworpen stellingen terug te vinden. De stellingen zijn geanalyseerd en de uitkomsten hiervan zijn ook terug te vinden in bijlage 3. De analyse van de verworpen stellingen zegt niets over de esthetische waarde, de identiteitswaarde of de utilitaire waarde van de binnenstad, maar geeft wel een 37
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
algemeen beeld over hoe men de binnenstad ziet. Deze stellingen zullen echter niet in dit onderzoek besproken worden. Om de waardering van de gebouwen te meten, is gebruik gemaakt van de uitspraken van Coeterier. De uitspraken van Coeterier vormen de basis voor deze 9 stellingen. *Dit gebouw is mooi vanwege de vorm, de stijl en het materiaal *Dit gebouw is zeldzaam en uniek *Het is niet erg dat dit gebouw er vervallen uitziet of er in de toekomst vervallen uit zou gaan zien *Dit gebouw laat zien hoe het vroeger was *Ik vind dit gebouw boeiend omdat het zo anders is dan moderne gebouwen *Door dit gebouw kan ik me beter in een andere tijd verplaatsen *Dit gebouw heeft geen belangrijke functie gehad in het verleden *Dit gebouw past niet goed in de binnenstad omdat het een andere uitstraling heeft *Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven Box 4: Stellingen die de waardering van de gebouwen meten
Voor het onderzoek zijn uiteindelijk twee enquêtes gehouden. De tweede enquête onderzocht de bereidheid van mensen om zelf financieel bij te dragen aan het behoud van de binnenstad en hun bereidheid om zelf tijd en moeite te steken in het behoud van de binnenstad. Er zijn twee verschillende enquêtes uitgevoerd, omdat uit de eerste enquête bleek dat veel mensen dezelfde antwoorden gaven, namelijk dat iedereen het belangrijk vindt om de binnenstad te behouden. Het was echter niet duidelijk hoe belangrijk men het vond. Vragen die nog onduidelijk waren, zoals: ‘wil men meebetalen aan het behoud van de binnenstad?’, of: ‘wil men tijd vrijmaken om te helpen met het behoud van de binnenstad?’, kwamen in de tweede enquête aan bod. De tweede enquête meet de intentie die mensen hebben om de binnenstad te behouden (zie bijlage 4). Er zijn vragen opgenomen die meten in hoeverre mensen financieel willen bijdragen aan het behoud van de binnenstad. Ook zijn er vragen opgenomen die meten of men zelf tijd en moeite wil steken in het behoud van de historische gebouwen. De gedachte hierachter is dat mensen gemakkelijk kunnen zeggen dat ze de historische binnenstad waarderen, maar als er verder geen consequenties aan vast zitten, is dat gemakkelijk gezegd. Het is interessant om te meten hoe ver mensen willen gaan om de binnenstad te behouden. Deze enquête bestaat uit gesloten vragen. Niet in de vorm van stellingen, maar in de vorm van vragen waarbij men een bepaald antwoord kan aankruisen. Ook werden de respondenten gevraagd een prioriteitenlijst in te vullen. De vragen van de tweede enquête zijn zelf opgesteld. Achteraf zijn deze vragen ingedeeld in de aspecten van het TPB-model van Ajzen. In beide enquêtes is er aandacht voor verschillende gebouwen in de binnenstad. Welke gebouwen in aanmerking zijn gekomen voor het onderzoek, is in overleg met de directeur van de SGES, de heer S. Fokké, en beleidsmedewerker de heer A. Lamur besloten. De geselecteerde gebouwen bevinden zich allemaal in het gebied dat op de Werelderfgoedlijst staat. De zes gebouwen verschillen in 38
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
diverse opzichten. Zo zijn er monumentale/niet-monumentale gebouwen, goed onderhouden/slecht onderhouden gebouwen, en openbare/privé gebouwen meegenomen. Daarnaast is geprobeerd om enkele gebouwen met een speciale betekenis mee te nemen. Hieronder worden de gebouwen kort beschreven. 1. Kathedraal: Christelijke kerk, grootste houten kathedraal in LatijnsAmerika, monumentaal pand, toegankelijk voor iedereen, in vervallen staat. 2. Restaurant/café aan het Kerkplein: deels onderhouden, geen bijzondere functie in het verleden, staat niet op monumentenlijst, toegankelijk voor iedereen. 3. Gebouw van Ministerie van Financiën: monumentaal pand, overheidsinstelling, gebouwd in steen, niet toegankelijk voor iedereen; 4. Winkel aan de Keizerstraat: niet-monumentaal pand, niet goed onderhouden, geen speciale betekenis in verleden, voor iedereen toegankelijk. 5. Voormalig officiersgebouw op Fort Zeelandia: gebouw met ‘koloniale’ betekenis, goed onderhouden, monumentaal, niet toegankelijk voor iedereen. 6. Winkelpand aan de Lim A Po straat: monumentaal, bedrijfspand, goed onderhouden gebouw, niet toegankelijk voor iedereen. De zes gebouwen zijn allemaal historische gebouwen. In de binnenstad staan echter ook veel moderne gebouwen. Deze gebouwen vormen een wezenlijk onderdeel van de (historische) binnenstad. Het zou interessant zijn om de mening te horen over deze gebouwen. Toch heb ik geen moderne gebouwen meegenomen in het onderzoek, omdat de theorie die in deze scriptie aan bod komt vooral ingaat op de waardering van historische gebouwen. Bij de eerste enquête werd elke respondent gevraagd om twee gebouwen te beoordelen. Eén versie bestond uit de combinatie Kerkplein/Kathedraal. Een andere betrof de gebouwen op de Lim A Po straat en op het Fort Zeelandiacomplex. Bij de derde versie kwamen de Keizerstraat en het Ministerie van Financiën aan bod. Bij de tweede enquête kwamen alle gebouwen aan bod. De respondenten moesten op een prioriteitenlijst aangeven welke gebouwen men het belangrijkst vinden. 6.1.3 Datacollectie Het is onmogelijk om te onderzoeken hoe alle 240.000 inwoners van Paramaribo over de binnenstad denken. Het zou te veel tijd en moeite kosten om ze via een representatieve steekproef allemaal bij het onderzoek te betrekken. Daarom zijn er bepaalde mensen geselecteerd om geënquêteerd te worden. De keus is gevallen op de groep jongeren, tussen de 16 en 30 jaar oud, en de groep ouderen, mensen die ouder zijn dan 60 jaar. Er zijn twee redenen voor deze beslissing. Ten eerste is het erg interessant om te kijken of mensen die de koloniale tijd hebben meegemaakt anders tegen het erfgoed aankijken dan jongeren die de koloniale tijd niet persoonlijk meegemaakt hebben. Ik verwachtte een duidelijk verschil in 39
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
mening tussen de twee leeftijdsgroepen, die daardoor interessant zijn om te onderzoeken. De tweede reden is van praktische aard. Jongeren zijn eenvoudig te vinden op scholen, en zijn relatief gemakkelijk aan te spreken. Ouderen zijn eenvoudig te benaderen in bejaardenhuizen. Er is voor gekozen om geen ouderen en jongeren op straat aan te spreken, omdat het moeilijk in te schatten is welke personen tijd en zin hebben om een enquête in te vullen. Daarnaast is het moeilijk in te schatten hoe de geestestoestand is van de mensen op straat. Op scholen en bejaardentehuizen weet de directie precies welke personen geschikt zijn om bij het onderzoek te betrekken. Iedereen was dan ook bereid de enquête in te vullen, waardoor er geen sprake is van ‘non respons’. Om de representativiteit te vergroten, moet de diversiteit van de Surinaamse bevolking bij de respondenten terugkomen. De respondenten moeten een goede afspiegeling vormen van de bevolking. Om de diversiteit ook in de steekproef terug te laten komen, is op verschillende plaatsen geënquêteerd. Door de selectie van scholen en bejaardenhuizen is de steekproef niet geheel willekeurig te noemen. Ik heb voor het afnemen van de eerste enquête de volgende scholen bezocht: 1. J.C. mr de Miranda Lyceum (Havo/Vwo) 2. Natuur Technisch Instituut (Mbo) 3. Lagere Nijverheidsschool (Vmbo) 4. Anton de Kom Universiteit 5. Mulo (Mavo) En ik heb een bezoek gebracht aan de volgende bejaardentehuizen: 1. Emma Huize 2. Ashiana Huize 3. Prinses Magriet Bejaardentehuis 4. Prinses Beatrix Bejaardentehuis 5. Fatima Oord 6. Majella Bejaardencentrum 7. Huize Albertine Deze scholen zijn gekozen omdat de leerlingen verschillen in opleidingniveau. Ook is bij de keus gelet op de plaats van de scholen. De ene wijk trekt andere mensen aan dan de andere wijk. De keus voor deze bejaardenhuizen was eenvoudig. Ze stonden in het telefoonboek, en na benadering wilden ze graag meedoen met het onderzoek. In totaal zijn er voor de eerste vragenlijst 136 respondenten bereid gevonden, waarvan 92 jongeren en 44 ouderen. Voor de tweede enquête ben ik weer naar de Anton de Kom Universiteit en het Natuur Technisch Instituut afgereisd, om jongeren te enquêteren. De ouderen heb ik op straat aangesproken, omdat alle bejaardenhuizen die in het telefoonboek stonden al benaderd waren voor de eerste enquête. Drie respondenten die ik eerder al in het Prinses Beatrix Bejaardenhuis had gesproken, waren bereid om ook nog deel te nemen aan de vervolgenquête. De tweede enquête is onder een gering aantal studenten en ouderen uitgevoerd, omdat het lastig was om nog veel respons onder ouderen te krijgen. Het was moeilijk om op straat geschikte kandidaten te vinden, en de bejaardenhuizen die al benaderd waren voor de eerste enquête leken niet echt geïnteresseerd in nog
40
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
een enquête. Tijdens de eerste enquête wilden de leidinggevenden van de bejaardenhuizen allemaal goed meewerken, maar soms duurde het erg lang voordat duidelijk was wie geschikte kandidaten waren, of kreeg ik mensen te spreken die niet vaak in de binnenstad kwamen. Het leek me dan ook niet zinvol om deze bejaardentehuizen nog eens te benaderen. Wanneer veel studenten geënquêteerd zouden worden, zou de verhouding jongeren/ouderen erg scheef komen te liggen en zou er geen goede vergelijking gemaakt kunnen worden. Daarom is gekozen om bij beide groepen een klein aantal mensen te ondervragen. In totaal zijn er voor de vervolgenquête 38 personen benaderd. Hiervan zijn er acht ouder dan 60 jaar. Beide steekproeven zijn niet heel erg groot. Er is geen sprake van een representatieve steekproef. Maar met dit aantal mensen is toch geprobeerd om een indicatie te geven van de meningen die onder de bevolking leven. Later zal naar voren komen dat veel mensen dezelfde mening hebben. Ik verwacht dan ook niet dat er nog extreem afwijkende visies naar voren zouden zijn gekomen als ik meer mensen ondervraagd had. 6.1.4 Steekproef De bevolking van Paramaribo is zoals in veel steden erg divers. Er is geprobeerd om zoveel mogelijk verschillende mensen bij het onderzoek te betrekken, om zo een representatieve afspiegeling te krijgen van jongeren en ouderen in Paramaribo. Het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) beschikt over enkele gegevens over de demografische kenmerken van de bevolking van Suriname. Deze organisatie heeft echter geen gegevens die alleen op Paramaribo van toepassing zijn. Doordat de steekproef wel gebaseerd is op mensen uit Paramaribo is het moeilijk om de steekproef te vergelijken met de populatie. Als er toch uitgegaan wordt van de gegevens van Suriname, is er nog een ander probleem, namelijk dat het ABS geen gegevens heeft over opleidingsniveau en woonwijk. Hierdoor is het moeilijk te zeggen of de steekproefgegevens voor de gehele populatie gelden. Je weet immers niet of de verdeling naar respondenten gelijk is aan de verdeling van de populatie. Om toch een beeld te krijgen van de steekproef en de Surinaamse bevolking zijn hieronder tabellen opgenomen die iets zeggen over de diversiteit van de samenleving en de steekproef. De tabellen hieronder geven informatie over de steekproef van de eerste enquête. Steekproef
Inwoners Suriname Man 37,5% 50,2% Vrouw 62,5% 49,8% Tabel 6.1 Geslacht enquête 1
Steekproef 0-59 jaar
67,7%
Inwoners Suriname 90,5% 41
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
60+ 32,3% onbekend Tabel 6.2 Leeftijd enquête 1
8,6% 1%
Steekproef Inwoners Suriname Creool 27,2% 17,7% Hindoestaan 19,9% 27,4% Marron 14,7% 14,6% Gemengd 25,7% 12,5% Anders* 12,5% 21,0% Tabel 6.3 Etniciteit enquête 1 *Anders: onder andere Chinees, Boeroe, Inheems, Javaan
42
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Geen opleiding 0,7% Lager onderwijs 13,2% Lbgo 8,1% Lto 2,2% Lno 5,9% Mulo 22,1% Imeao 0,7% Natin 14,0% Vwo 15,4% Hbo 0,7% Universiteit 15,4% Anders 0,7% Tabel 6.4 Opleiding steekproef enquête 1 Centrum 19,9% Niet in centrum** 67,7% Niet in Paramaribo 12,5% Tabel 6.5 Wijk steekproef enquête 1 **dit zijn de wijken Weg naar Zee, Livorne, Rainville, Blauwgrond, Welgelegen, Tammenga, Latour, Pontbuiten, Flora, Munder en Beekhuizen De respondenten van de tweede enquête zijn in te delen in de volgende groepen: Steekproef
Inwoners Suriname Man 68,4% 50,2% Vrouw 31,6% 49,8% Tabel 6.6 Geslacht enquête 2 Steekproef
Inwoners Suriname 0-59 jaar 78,9% 90,5% 60+ 21,1% 8,6% onbekend 1% Tabel 6.7 Leeftijd enquête 2
Steekproef Creool
28,9%
Inwoners Suriname 17,7%
43
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hindoestaan 28,9% 27,4% Marron 2,6% 14,6% Gemengd 21,1% 12,5% Anders* 18,4% 21,0% Tabel 6.8 Etniciteit enquête 2 *Anders: onder andere Chinees, Boeroe, Inheems, Javaan Natin 36,8% Universiteit 42,1% Anders 21,1% Tabel 6.9Opleiding steekproef enquête 2 Centrum 34,2% Niet in centrum** 42,1% Niet in Paramaribo 15,8% Onbekend 7,9% Tabel 6.10 Wijk steekproef enquête 2 **dit zijn de wijken Weg naar Zee, Livorne, Rainville, Blauwgrond, Welgelegen, Tammenga, Latour, Pontbuiten, Flora, Munder en Beekhuizen 6.2 Belemmeringen afname enquête De ouderen waren niet in staat de enquête schriftelijk in te vullen. Ze snapten niet precies hoe het werkte met de stellingen of ze konden moeilijk lezen. Daarom heb ik bij de bejaarden de stellingen voorgelezen en gevraagd of ze het ermee eens zijn. Ik heb getracht de stellingen zo neutraal mogelijk voor te lezen, maar toch kan een intonatie in mijn stem de antwoorden ongewild gestuurd hebben. Tijdens het afnemen van de mondelinge enquête bleek het soms beter om de stellingen in vraagvorm af te nemen. Vaak kwam hierdoor een open interview tot stand. De uitwerkingen van de interviews zijn te vinden in bijlage 5. Bij enkele gesprekken verliep het interview wat rommelig, waardoor bepaalde stellingen niet aan bod zijn gekomen. Sommigen vonden de vragen vermoeiend, bij hen heb ik niet meer gevraagd naar wat ze van de foto’s vonden. Enkele bejaarden hadden zichtproblemen. Uiteraard heb ik hen de vragen over de gebouwen op de foto’s dan ook niet gesteld. De interviews met de oudere mensen zijn later omgezet in de standaardantwoorden van de gesloten enquête, zodat de antwoorden van de ouderen vergeleken kunnen worden met die van de jongeren. Bij het omzetten is geprobeerd zo goed mogelijk de mening van de respondent te behouden. Maar omdat de antwoorden van de bejaarden soms niet letterlijk overeenkwamen met de bestaande antwoordopties, heb ik geprobeerd om het antwoord zo goed mogelijk om te zetten in de juiste antwoordmogelijkheid. Indien de respondent niet over een bepaald onderwerp heeft gesproken, is de optie ‘geen mening/ weet niet’ gebruikt. Bij het mondeling afnemen van de enquêtes bij de ouderen zijn wat
44
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
problemen opgetreden. Regelmatig bleek dat de respondenten neigden tot het geven van sociaalwenselijke antwoorden of dat ze hun eigen mening liever niet bekend wilden maken. Dit bleek bijvoorbeeld door uitspraken als: ‘Heb ik het goede antwoord gegeven?’ ‘Ik weet niet zo goed hoe anderen daar over denken, dus daar kan ik niks van zeggen.’ ‘Ja, dat is lastig hè?’ ‘Tja, dat vind ik moeilijk, wat hebben de anderen gezegd?’ ‘Wat vindt u ervan?’ Via doorvragen heb ik geprobeerd om alsnog een eerlijk antwoord te krijgen, maar dat was soms erg moeilijk en in sommige gevallen wilden de mensen er niet meer over praten, en begonnen ze over heel andere zaken te vertellen. Er zijn dan ook veel ouderen die over bepaalde onderwerpen geen mening hebben gegeven. Een andere belemmering van de enquête is dat bij de vragen die de intentie meten denkbeeldige situaties zijn geschetst. Het is niet duidelijk of de respondent in de praktijk inderdaad zou doen wat hij/zij zegt. Bij beide groepen zijn namelijk antwoorden genoemd die zeer onwaarschijnlijk lijken. Zo zegt een student dat hij 25.000 Surinaamse Dollar (SRD) (zo’n 8.000 euro) wil doneren aan de SGES. Ook bedragen van 1.000, 500 en 400 SRD worden genoemd. Ook deze bedragen lijken mij vrij hoog, omdat het inkomen van zowel studenten als bejaarden laag is. 6.3 Belemmeringen betrouwbaarheid Tijdens de analyse van de enquêtegegevens ben ik op enkele feiten gestuit die de betrouwbaarheid van het onderzoek aantasten. Ten eerste zijn er te weinig respondenten meegenomen bij het onderzoek om te spreken van een representatief onderzoek. Bij het analytisch onderdeel moet in het achterhoofd gehouden worden dat de resultaten als indicatie van de mening van de bevolking gezien moet worden. Ten tweede zijn bij de eerste enquête 136 mensen benaderd, en zijn bij de tweede enquête 38 andere mensen (slechts 3 personen zijn bij beide enquêtes betrokken) ondervraagd. Hierdoor is het moeilijk om een representatieve vergelijking te maken. Het zou kunnen zijn dat de 38 mensen van de tweede enquête bijvoorbeeld een hogere waardering hebben, waardoor de intentie ook hoger is, dan de intentie van de andere 136 respondenten. Ten derde is het moeilijk gebleken om met enquêtes het draagvlak, dus de waardering en de intentie, te meten, omdat er veel aspecten van de waardering en de intentie onbesproken blijven en omdat er bij twijfel geen mogelijkheid is om door te vragen. In bijlage 6 ga ik uitgebreider in op de fouten die in dit onderzoek zijn gemaakt, en hoe ik het in de toekomst anders zou aanpakken.
45
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 7 Draagvlak voor behoud van de historische binnenstad van Paramaribo
7.1 Inleiding In dit hoofdstuk ligt de nadruk op de praktijk. De uitkomsten van de enquêtes en de interviews worden in dit en volgend hoofdstuk gepresenteerd. In dit hoofdstuk wordt eerst gekeken naar de waardering voor de historische binnenstad, daarna komt de intentie om de binnenstad te behouden aan bod. Er is bij zowel de waardering als de intentie aandacht voor de invloed van de factor leeftijd. 7.2 Waardering voor de historische binnenstad De analyse van de enquêtegegevens laat zien hoe de bevolking denkt over de historische binnenstad. Tijdens de analyse wordt onderscheid gemaakt in de esthetische waarde, de identiteitswaarde en de utilitaire waarde van de binnenstad. Als eerste wordt de esthetische waarde van de binnenstad beschreven. Daarna komen de identiteitswaarde en de utilitaire waarde aan bod. 7.2.1 Esthetische waarde De esthetische waarde heeft te maken met schoonheid. Vinden de mensen de binnenstad en de gebouwen in de binnenstad mooi? Hoe mooier men de stad vindt, hoe meer draagvlak er is om het te behouden. De ondervraagden vinden dat Paramaribo niet de schoonheidsprijs wint door de aanwezigheid van veel vervallen huizen. Ruim 60% van de respondenten is het eens dan wel gedeeltelijk eens met de stelling dat de historische binnenstad vervallen is (zie tabel 7.1). Dit komt waarschijnlijk door de vele panden in de binnenstad die niet of nauwelijks onderhouden worden. Ook veel straten en trottoirs zijn kapot, waardoor de stad een vervallen indruk geeft. Dat men de stad vervallen vindt, is een indicatie dat men de stad niet echt mooi vindt. Allen Jongeren Ouderen Helemaal oneens 13% 19% Gedeeltelijk oneens 11% 11% 11% Geen mening / weet niet 16% 8% 34% Gedeeltelijk mee eens 37% 35% 41% Helemaal mee eens 24% 28% 14% Tabel 7.1 Stelling 5: De historische binnenstad is vervallen In vergelijking met andere delen van Paramaribo springt de binnenstad er niet uit met zijn esthetische waarde. De meningen van de respondenten over deze stelling verschillen nogal. 38% van de geënquêteerden is het oneens met de stelling dat de binnenstad mooier is dan andere delen van Paramaribo. Een andere 37% is het echter eens met de stelling (zie tabel 7.2). Andere wijken
46
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
hebben andere voordelen. In bepaalde wijken is bijvoorbeeld meer groen te vinden dan in de binnenstad, of staan er mooie villahuizen die op veel waardering kunnen rekenen.
Allen Jongeren Ouderen Helemaal oneens 23% 24% 21% Gedeeltelijk oneens 15% 15% 14% Geen mening / weet niet 15% 11% 25% Gedeeltelijk mee eens 27% 37% 7% Helemaal mee eens 20% 13% 34% Tabel 7.2 Stelling 13: De historische binnenstad is mooier dan andere delen van Paramaribo De jongeren en ouderen reageren ongeveer hetzelfde op de stellingen die de esthetische waarde meten. Met de stelling ‘De historische binnenstad is vervallen’ is 63% van de jongeren en 55% van de ouderen het (gedeeltelijk) eens. De jongeren hebben echter iets negatiever geantwoord. 29% is het (gedeeltelijk) oneens met de stelling, terwijl dit bij de ouderen maar 11% is. De jongeren vinden de stad dus minder vervallen dan de ouderen. Een reden hiervoor kan zijn dat de jongeren iets niet zo snel vervallen vinden. Zij storen zich misschien niet aan een gebouw dat slecht in de verf zit. Misschien merken ze niet eens dat veel gebouwen in een matige staat van onderhoud verkeren. De ouderen hebben gezien hoe de gebouwen in het verleden onderhouden werden. Zij merken goed wanneer de gebouwen in verval raken. Op de vraag of de historische binnenstad mooier is dan de rest van Paramaribo, reageren de twee groepen ongeveer hetzelfde. 7.2.2 Identiteitswaarde Naast schoonheid kunnen mensen de stad waarderen op zijn identiteitswaarde. De stad kan mensen hun identiteit verlenen, of kan juist de identiteit van de burgers uitdragen. Herkennen mensen zich in de binnenstad, en hebben zij het idee dat de binnenstad van ‘hen’ is? Als dat het geval is, kan de binnenstad op meer draagvlak rekenen om behouden te worden, dan wanneer de inwoners de binnenstad geen identiteitswaarde toeschrijven. Op de vraag of mensen trots zijn op de binnenstad, antwoordt maar een hele kleine groep negatief. Slechts 7 % is niet of heel weinig trots op de binnenstad. Iets meer dan de helft van de mensen, namelijk 53 %, is erg trots op de binnenstad, en 22% is enigszins trots op de binnenstad (zie tabel 7.3). Het gros vindt de binnenstad dus toch wel speciaal. Dit blijkt ook uit een andere vraag in de enquête. 42% vindt de binnenstad uniek in de wereld, en nog eens een kleine 15% vindt de binnenstad enigszins uniek. De respondenten vinden de historische binnenstad iets typisch Surinaams. Maar 9 % van de respondenten ziet de unieke waarde van de binnenstad niet (zie tabel 7.4). Echter, veel mensen vinden het moeilijk om iets te zeggen over deze stelling. Ongeveer 35% heeft geen antwoord gegeven, wellicht omdat het moeilijk is om je stad te vergelijken met andere
47
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
steden in de wereld als je nooit in andere steden bent geweest, of als je weinig informatie hebt over andere steden. Allen Jongeren Ouderen Helemaal oneens 3% 1% 7% Gedeeltelijk oneens 4% 3% 7% Geen mening / weet niet 17% 9% 34% Gedeeltelijk mee eens 22% 27% 11% Helemaal mee eens 54% 60% 41% Tabel 7.3 Stelling 14: De inwoners van Paramaribo moeten trots zijn op de binnenstad Allen Jongeren Ouderen Helemaal oneens 5% 7% 2% Gedeeltelijk oneens 4% 2% 7% Geen mening / weet niet 35% 16% 72% Gedeeltelijk mee eens 15% 17% 9% Helemaal mee eens 42% 58% 9% Tabel 7.4 Stelling 4: De historische binnenstad is uniek in de wereld Dat de inwoners van Paramaribo zich verbonden voelen met de historische gebouwen, laat ook het resultaat van de volgende stelling zien. Op de vraag of mensen vinden dat de historische gebouwen thuis horen in de binnenstad antwoordt 49% positief. 29% is het gedeeltelijk eens met de stelling. Beide groepen kunnen zich de binnenstad moeilijk voorstellen zonder de historische gebouwen. 10% van de respondenten vindt dat de historische gebouwen helemaal niet thuishoren in de binnenstad, een andere 6 % ziet ook niet helemaal in wat de waarde van de historische gebouwen is voor de binnenstad (zie tabel 7.5).
Allen Jongeren Ouderen Helemaal oneens 10% 14% 2% Gedeeltelijk oneens 6% 8% 2% Geen mening / weet niet 6% 4% 9% Gedeeltelijk mee eens 29% 23% 41% Helemaal mee eens 49% 51% 46% Tabel 7.5 Stelling 2: Historische gebouwen horen thuis in de binnenstad Concluderend kan gezegd worden dat de identiteitswaarde van de binnenstad redelijk hoog is. De meeste respondenten zijn erg trots op de binnenstad en zien de historische gebouwen als een belangrijk onderdeel van de binnenstad.
48
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Zijn er nog verschillen tussen de twee groepen te zien? De jongeren zijn trotser op de binnenstad dan de ouderen. Bij de jongeren is 77% het (gedeeltelijk) eens met de stelling en maar 4% is het (gedeeltelijk) oneens. Bij de ouderen is dit respectievelijk 51% en 14%. De ouderen hebben eerder aangegeven dat zij de binnenstad erg vervallen vinden. De slechte staat van de binnenstad kan er voor zorgen dat de mensen minder trots op de binnenstad zijn. Op de vraag of de binnenstad uniek is, moet 73% van de ouderen het antwoord schuldig blijven. Door dit hoge percentage heeft vergelijking tussen jong en oud weinig zin. De laatste stelling die de identiteitswaarde meet, laat daarentegen grote verschillen zien tussen de jongeren en de ouderen. De ouderen zijn het sterk met elkaar eens dat de historische gebouwen in de binnenstad horen. Maar liefst 86% is het namelijk (gedeeltelijk) eens met de stelling, tegenover 5% oneens. Bij de jongeren is het aandeel van mensen die het eens zijn met de stelling ook hoog, zo’n 74%. Echter, er zijn aanmerkelijk meer mensen die ‘oneens’ hebben ingevuld. 22% van de scholieren en studenten is het (gedeeltelijk) oneens met de stelling. Deze uitslag is eigenlijk tegenstrijdig met de resultaten van de eerste stelling. Bij de eerste stelling waren de jongeren positiever dan de ouderen. Bij de laatste stelling is dat net andersom. Misschien is het zo dat de ouderen de historische gebouwen in de binnenstad sterk waarderen om hun betekenis en hun verleden. Ze zien de historische gebouwen als een wezenlijk onderdeel van de binnenstad. Ze kunnen er echter niet echt trots op zijn, omdat de gebouwen in een slechte staat verkeren. 7.2.3 Utilitaire waarde Naast de esthetische en identiteitswaarde van de binnenstad, kan een binnenstad nog een utilitaire waarde hebben. Dit heeft betrekking op het nut en de functionaliteit van de binnenstad. De eerste stelling heeft betrekking op toerisme in de binnenstad. Door veel toeristen naar de stad te lokken, kunnen bedrijven meer omzet draaien. Dit geldt zowel voor de winkels als voor de toeristische sector. Meer dan driekwart van de geënquêteerden denkt dat de binnenstad eventueel toeristen aan kan trekken. Een verwaarloosbaar deel van de respondenten is het daar echter niet mee eens (zie tabel 7.6). Zij zien geen mogelijkheden voor toerisme in de binnenstad. Allen Jongeren Ouderen Helemaal oneens 2% 1% 2% Gedeeltelijk oneens 1% 2% Geen mening / weet niet 19% 5% 48% Gedeeltelijk mee eens 19% 17% 23% Helemaal mee eens 60% 76% 25% Tabel 7.6 Stelling 12: De historische binnenstad is interessant voor toeristen Ook over de recreatieve functie van de stad is men over het algemeen positief. Slechts 16% kan zich niet, of niet zo goed, vermaken in de binnenstad (zie tabel 49
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
7.7) Hiertegenover staat een grote groep mensen die zich prima kan vermaken in de binnenstad. Allen Jongeren Ouderen Helemaal oneens 7% 11% Gedeeltelijk oneens 9% 7% 14% Geen mening / weet niet 24% 16% 41% Gedeeltelijk mee eens 23% 27% 14% Helemaal mee eens 37% 39% 32% Tabel 7.7 Stelling 7: Je kunt je goed vermaken in de binnenstad De jongeren zijn positiever over de utilitaire waarde van de binnenstad dan de ouderen. Van de jongeren is 77% het (gedeeltelijk) eens met de eerste stelling, tegenover 48% van de ouderen. De jongeren zien dus meer toerismemogelijkheden in de binnenstad dan de ouderen. De jongeren zien misschien meer recreatieve mogelijkheden in de binnenstad dan de ouderen. Zwemmen, op het terras zitten en winkelen zijn immers niet echt dagelijkse activiteiten van ouderen. Daarnaast zien de jongeren die vaak in de stad komen de vele toeristen in de stad genieten van de omgeving. Ook zijn de jongeren enthousiaster over de mogelijkheden van de binnenstad voor zichzelf. 66% kan zich (redelijk) goed vermaken in de binnenstad. Bij de ouderen is dit maar 45%. Dat de ouderen minder positief zijn dan de jongeren, komt misschien door de vele obstakels in de stad die de mobiliteit van de ouderen verlagen. Door de vele losliggende stoeptegels en de kapotte trottoirs is de weg voor ouderen met een loopstok of scootmobiel moeilijk toegankelijk. De jongeren ondervinden hier geen hinder van. Samenvatting: waardering voor de historische binnenstad Over het algemeen zijn de mensen positief over de identiteitswaarde en de utilitaire waarde van de binnenstad. De identiteitswaarde wordt door beide groepen positief genoemd. De utilitaire waarde wordt door de jongeren positiever gewaardeerd dan door de ouderen. De ouderen komen zelf niet meer zovaak in de binnenstad. De binnenstad heeft hen niet erg veel te bieden. De esthetische waarde wordt iets minder gewaardeerd. De jongeren vinden de binnenstad minder vervallen dan de ouderen. Dit verschil is echter niet zo heel groot. 7.2.4 Prioriteitenlijst en interesse Het is interessant om te kijken hoe men de binnenstad waardeert in vergelijking met andere beleidsonderwerpen. Aan de respondenten is in de vervolgenquête gevraagd een prioriteitenlijst in te vullen. Zij moesten aangeven welke van de verschillende beleidsonderwerpen zij het belangrijkste vinden. De uitkomst laat zien dat de respondenten de historische binnenstad wel belangrijk vinden, maar niet het allerbelangrijkste waar de overheid zich voor moet inzetten (zie tabel 7.8). De top 3 beleidsonderwerpen zijn aspecten waar mensen vaak direct mee te maken hebben. Zo is de kwaliteit van de ziekenhuizen 50
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
erg slecht, en de kosten voor verblijf in het ziekenhuis en medicijnen zijn vaak erg hoog. Ook zijn mensen niet tevreden over het onderwijsniveau. Vaak worden kinderen naar Nederland gestuurd om daar een goede opleiding te volgen. In de regentijd (ongeveer 6 maanden per jaar) komt er in korte tijd veel water op het straatoppervlak. De afwatering kan deze hoeveelheid water niet aan, waardoor veel straten onder water komen te staan. De geasfalteerde wegen zijn dan moeilijk begaanbaar (vooral als men slippers draagt). Het is dan ook niet verwonderlijk dat de bevolking deze problemen als eerste wil oplossen. Aantal SRD Percentage gemiddeld verbeteren kwaliteit ziekenhuis 1.983.783 32 verbeteren onderwijsmateriaal 1.429.729 23 verbeteren wegen en afwatering 915.765 14 opknappen binnenstad 834.684 13 aanpak criminaliteit 789.189 12 stimuleren culturele activiteiten 392.792 6 Tabel 7.8 Vraag 1 : Als ik mag beslissen hoe de overheid 6.000.000 SRD moet verdelen dan zou ik het als volgt verdelen Beleidsonderwerp
De prioriteitenlijst van de ouderen en de jongeren lijkt sterk op elkaar (zie tabellen 7.9 en 7.10). Het opknappen van de binnenstad staat echter bij de ouderen hoger op het lijstje dan bij de jongeren. Bij de ouderen staat de binnenstad op de 3e positie, bij de jongeren op de 5e plaats. Ook percentueel gezien scoort de binnenstad hoger bij de ouderen dan bij de jongeren, 18% tegenover 12%. Uit deze gegevens komt naar voren dat de ouderen het opknappen van de binnenstad belangrijker vinden dan de jongeren. Dit is tegenstrijdig met de resultaten die uit de vorige paragrafen naar voren kwamen. Daaruit bleek namelijk dat jongeren ietwat positiever zijn dan de ouderen. Dit verschil kan verklaard worden. In de eerste enquête zijn andere mensen benaderd dan in de tweede enquête. Het invullen van de prioriteitenlijst was een onderdeel van de tweede enquête, terwijl de stellingen over de esthetische, identiteits- en utilitaire waarde in de eerste enquête beoordeeld werden. Ook kan het zijn dat het invullen van de prioriteitslijst betrouwbaardere resultaten geeft dan het antwoorden op stellingen. Ik denk dat bij het opstellen van een prioriteitenlijst minder sociaal wenselijke antwoorden worden gegeven. Verdeling jongeren verbeteren kwaliteit ziekenhuis verbeteren onderwijsmateriaal verbeteren wegen en afwatering aanpak criminaliteit opknappen binnenstad
Aantal SRD Percentage gemiddeld 1.880.000 29,2 1.396.667 21,7 979.444 15,2 923.333 14,4 779.444 12,1
Rank 1 2 3 4 5
51
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
stimuleren culturele activiteiten Tabel 7.9 prioriteitenlijst jongeren Verdeling ouderen verbeteren kwaliteit ziekenhuis verbeteren onderwijsmateriaal opknappen binnenstad verbeteren wegen en afwatering aanpak criminaliteit stimuleren culturele activiteiten Tabel 7.10 prioriteitenlijst ouderen
467.778
7,3
6
Aantal SRD Percentage gemiddeld 2.250.000 37,5 1.500.000 25,0 1.062.500 17,8 687.500 11,5 312.500 5,2 187.500 3,1
Rank 1 2 3 4 5 6
Een andere vraag die test of mensen geïnteresseerd zijn in de historische binnenstad, is vraag 5 uit de tweede enquête: ‘Als de SGES een tijdschrift uit zou geven met informatie over de historische binnenstad en de monumentale panden, zou u dit dan willen lezen? En zou u ook voor het tijdschrift willen betalen?’. De resultaten laten zien dat iedereen geïnteresseerd is in het tijdschrift, waaruit blijkt dat mensen graag geïnformeerd willen worden over de gebouwen in de stad en dat ze achtergrondinformatie willen over de historische binnenstad. Een kleine 60% wil er zelfs voor betalen, mits het bedrag niet te hoog is uiteraard. Wederom komt naar voren dat de historische binnenstad de mensen niet koud laat. Allen Jongeren Ouderen Nee Ja, als het gratis is 39% 40% 38% Ja, ik wil ervoor betalen 61% 60% 62% Tabel 7.11 Tijdschrift SGES De verschillen tussen de jongeren en ouderen zijn bij deze vraag minimaal. Bij beide groepen is iedereen geïnteresseerd in het tijdschrift en wil de meerderheid betalen om het tijdschrift te kunnen lezen (zie grafiek 7.1)
52
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
70,0%
Le eftijd 11-30
Pe rc ent
60,0%
51-80+
50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% betaling
gratis
tijdsc hrift
Grafiek 7.1 Tijdschrift SGES jong en oud 7.3 Intentie voor behoud van de historische binnenstad Het is nu duidelijk hoe inwoners van Paramaribo de historische binnenstad waarderen. Maar zoals uit het theoretische deel gezien is af te leiden, is het ook belangrijk dat de mensen de intentie hebben om de binnenstad te beschermen en te behouden. In de tweede enquête zijn vragen gesteld om de intentie van de respondenten te meten. Ajzen gaf aan dat ‘de houding ten aanzien van het gedrag’ (in dit geval het gedrag dat leidt tot behoud van de binnenstad), de ‘sociale norm’ en de ‘perceptie van gedragscontrole’ bepalen in hoeverre intentie tot stand komt. De houding ten aanzien van het gedrag wordt gemeten door aan de respondenten te vragen of zij zelf actief mee willen werken aan behoud van de binnenstad. De ‘sociale norm’ en de ‘perceptie van gedragscontrole’ van Ajzen worden gemeten aan de hand van verschillende vragen over financiële donaties. De volgende resultaten tonen aan hoe ver de respondenten willen gaan om de historische binnenstad te behouden. De tabellen die bij de grafieken in deze paragraaf horen, zijn te vinden in bijlage 7. 7.3.1 Houding ten aanzien van het gedrag Om te meten of de respondenten het behoud van de binnenstad positief of negatief beoordelen, is hen gevraagd of ze zelf tijd en moeite willen steken in het behouden van de binnenstad. De verwachting is dat wanneer mensen bereid zijn tijd vrij te maken om de binnenstad te behouden, zij positief staan tegenover behoud van de binnenstad. Het zou logisch zijn dat als men actief mee wil werken, men positief is over het behoud van de binnenstad. Je gaat immers niet je vrije tijd verdoen aan iets waar je niet achter staat. Deze vragen meten dus de houding ten aanzien van het gedrag van Ajzen. Op de vraag of de respondenten zouden deelnemen aan een georganiseerde dag van de SGES om de binnenstad beter te leren kennen (bijvoorbeeld het bezoeken van (monumentale) gebouwen), antwoordt 65% dat ze graag mee willen doen aan deze activiteiten. 10% weet zeker dat ze niet mee doen aan de open dag; zij gaan liever iets anders doen in hun vrije tijd (zie tabel 7.12). Maar het gros wil de binnenstad dus beter leren kennen. 53
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Allen Jongeren Ouderen Ja 66% 57% 100% Misschien 24% 30% Nee 10% 13% Tabel 7.12 Deelname open dag Er zijn echter verschillen in antwoorden op deze vraag tussen de twee leeftijdsgroepen. De jongeren zijn bijvoorbeeld veel minder enthousiast over het meedoen aan activiteiten dan de ouderen, zie de grafiek hieronder. 120
100
80
60
40
Percent
Leeftijd 20 11-30 51-80+
0 ja
misschien
nee
meedoen aan activiteit
Grafiek 7.2 Deelname opendag per leeftijdscategorie Een andere vraag in de enquête is of de respondenten zich als vrijwilliger bij de SGES aan willen melden, om andere mensen bewust te maken van de historische binnenstad. Uit de resultaten (zie tabel 7.13) blijkt dat er best wel animo is om als vrijwilliger bij de SGES aan de slag te gaan. 40% van de mensen is daartoe bereid. 32% is ook bereid om als vrijwilliger aan de slag te gaan, maar zij willen hier wel een kleine vergoeding voor ontvangen. Iets meer dan een kwart van de respondenten ziet zo’n vrijwilligersbaan bij de SGES helemaal niet zitten. Het is natuurlijk de vraag of zij zich voor andere organisaties wel als vrijwilliger willen inzetten. Allen Jongeren Ouderen Ja 40% 37% 50% Tegen vergoeding 31% 40% Nee 29% 23% 50% Tabel 7.13 Vrijwilliger
54
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Ook bij deze stelling wordt gekeken of er verschillen te ontdekken zijn tussen de jongeren en de ouderen. De onderstaande grafiek laat zien dat de ouderen sterk verdeeld zijn. 50% wil zich graag inzetten als vrijwilliger, tegenover 50% die dat niet wil. Bij de jongeren is er niet zo’n strikte scheiding. Er zijn, vergeleken met de ouderen, maar weinig jongeren die niet mee willen helpen (circa 25%). Van de jongeren die zich wel willen inzetten voor de SGES, wil ongeveer de helft dat vrijwillig doen, en de andere helft mits er een vergoeding tegenover staat.
60
50
40
30
20
Percent
Leeftijd 10 11-30 0
51-80+ ja
vergoeding
nee
vrijwilliger
Grafiek 7.3 Vrijwilliger per leeftijdscategorie De laatste vraag die de houding ten aanzien van het gedrag meet, is vraag 8: ‘Zou u zelf willen meehelpen aan het schoonmaken van de stad, bijvoorbeeld door het verven en wassen van de gebouwen en het opruimen van de rommel op straat?’. Slechts 27% irriteert zich zo erg aan de rommel op straat, dat zij zelf wel mee willen helpen om de stad op te ruimen. De helft van de respondenten weet nog niet zeker of zij zin hebben in een dagje opruimen en verven. Zij zijn wellicht nog over te halen. Iets meer dan een kwart ziet zo’n actieve dag echt niet zitten, en gaat in zijn vrije tijd liever iets anders doen (zie tabel 7.14). Allen Jongeren Ouderen Ja 27% 23% 38% Misschien 47% 57% 12% Nee 26% 20% 50% Tabel 7.14 Verven, wassen en opruimen In vergelijking met de jongeren, wil een groot deel van de ouderen niet meehelpen met de opknapdag. Veel ouderen hebben aangegeven dat ze fysiek niet in staat zijn om zware inspanningen te verrichten. Maar tegelijkertijd zijn er meer ouderen die zeker wel mee willen helpen, in vergelijking met de studenten.
55
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
60
50
40
30
20
Percent
Leeftijd 10 11-30 0
51-80+ ja
misschien
nee
verven en wassen
Grafiek 7.4 Verven, wassen en opruimen per leeftijdscategorie
56
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
7.3.2 Sociale norm De sociale normen en de (on)mogelijkheden zijn getest aan de hand van vragen over donaties. Aan de respondent werd voor het invullen van de enquête duidelijk gemaakt dat het onderzoek in opdracht van de SGES gedaan wordt. Dit kan ervaren worden als een sociale druk. Ten eerste werd er gevraagd of men geld aan de SGES zou geven, als men 1.000 SRD (ongeveer 300 Euro) zou krijgen, die men alleen aan goede doelen mag schenken. Door deze vraag wordt de factor inkomen uitgesloten. Gemiddeld zou men 417 SRD aan de SGES geven (zie tabel 7.15). Dat betekent dan men iets minder dan de helft van het bedrag aan de SGES zou willen uitgeven. Wanneer men kijkt hoeveel verschillende goede doelen er zijn (zoals kindertehuizen, sportverenigingen enz.), scoort de SGES erg hoog. Deze uitkomst geeft echter een enigszins vertekend beeld. Tijdens het afnemen van de enquête heb ik duidelijk gemaakt dat ik onderzoek doe voor de SGES en wat de doelen van de SGES zijn. Waarschijnlijk zijn de mensen hierdoor beïnvloed en zijn ze eerder geneigd een hoger bedrag op te geven dan ze in werkelijkheid zouden doneren. Maar desalniettemin lijkt het erop dat men de SGES wel steunt met haar beleid om de binnenstad te beschermen. Wanneer de resultaten van deze vraag bekeken worden per leeftijdscategorie, valt op dat de jongeren meer geld doneren aan de SGES dan de ouderen.
ouderen
Goede doelen
jongeren
0
100
200
300
400
500
Aantal SRD gemiddeld
Grafiek 7.5 Sociale norm – goede doelen, per leeftijdscategorie De volgende vraag lijkt veel op de eerste. Maar nu is het doel: bekijken of mensen uit zichzelf een donatie zouden doen, als ze veel geld zouden hebben. Met de vraag: ‘Hoeveel SRD zou u aan de SGES doneren als u met de lotto 400.000 SRD zou winnen?’ wordt dit getest. Gemiddeld zouden de respondenten 1.370 SRD aan de SGES schenken (zie tabel 7.15). Dit bedrag is erg hoog. Het beeld is enigszins vertekend doordat één respondent het hele bedrag (400.000 SRD) aan de SGES zou schenken. Als we deze donatie buiten beschouwing zouden laten, zou er gemiddeld 40.560 SRD geschonken worden. Als we ook de uitschieter van 57
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
300.000 SRD buiten beschouwing laten, komt het gemiddelde op 33.353 SRD. Dit is nog steeds erg veel. Er zijn echter veel mensen (26%) die geen donatie zouden doen van het gewonnen geld. Ook bij deze vraag is gekeken naar verschillen tussen ouderen en jongeren. En ook hier blijkt dat de jongeren vrijgeviger zijn dan de ouderen (zie grafiek 7.6).
ouderen
Lotto
jongeren
0
2000
4000
6000
8000
Aantal SRD gemiddeld
Grafiek 7.6 Sociale norm - lotto, per leeftijdscategorie 7.3.3 Perceptie van gedragscontrole Inkomen kan als een onmogelijkheid gezien worden. Als je arm bent, is het behouden van de binnenstad niet de eerste prioriteit. Het is belangrijker dat er geld is om eten en kleren te kopen. Over het algemeen zijn de ondervraagden redelijk arm. Studenten krijgen geen studiefinanciering, zoals in Nederland, en de bejaarden moeten rondkomen van een schamel pensioentje. Maar als mensen het behoud van de historische gebouwen echt belangrijk vinden, als er dus een sterke intentie is, doen zij een donatie, ongeacht hun inkomen. Gemiddeld zouden de ondervraagden 975 SRD per persoon schenken. Dit is een behoorlijk bedrag. Eén respondent kiest ervoor om 25.000 SRD te schenken. Als we deze extreem hoge donatie buiten beschouwing laten, zou er gemiddeld 114 SRD gedoneerd worden. Over het algemeen willen de ondervraagden wel graag iets geven, zoveel als ze kunnen missen. Maar er zijn ook mensen die niets willen geven (37%). Daarnaast zijn er nog mensen die maandelijks een bedrag willen doneren. Dit verschilt van 1 SRD per maand tot 1000 SRD per maand. Het gemiddelde bedrag dat mensen maandelijks willen storten, is 188 SRD. De onderstaande tabel geeft een samenvatting van de donaties die men wil geven, onder de verschillende omstandigheden. In deze tabel wordt zowel de sociale norm als de perceptie van gedragscontrole weergegeven. Minimum Maximum Gemiddeld aantal SRD Goede doelen 0 1.000 409 Lotto 0 400.000 50.018 Huidige situatie 0 25.000 943 Maandelijks 1 1.000 188 Tabel 7.15 Donaties onder verschillende omstandigheden 58
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Tussen de twee groepen zijn verschillen in bereidheid tot donatie te vinden, zie de bijbehorende grafiek hieronder. Wederom doneren de jongeren meer dan de ouderen.
Huidige situatie ouderen jongeren Maandelijks
0
500
1000
1500
Aantal SRD gemiddeld
Grafiek 7.8 Perceptie van gedragscontrole, per leeftijdscategorie De intentie om de binnenstad te behouden, lijkt aanwezig. Het merendeel van de ondervraagden is best bereid om geld te doneren, en om actief mee te helpen aan het behoud van de binnenstad. Dit geldt natuurlijk niet voor iedereen, maar wel voor het grootste deel van de mensen. Uit de grafieken komt zeer duidelijk naar voren dat de jongeren meer geld willen schenken aan de SGES dan de ouderen. Dit resultaat wordt overigens wel beïnvloedt door enkele hoge uitschieter onder de jongeren. Maar het kan ook duiden op een grotere betrokkenheid bij de historische binnenstad onder jongeren. De hogere intentie onder de jongeren kan samenhangen met de (iets) hogere waardering in vergelijking met de ouderen. Andere verklaringen voor de hogere intentie onder de jongeren kunnen zijn dat jongeren meer sociale druk voelen om zelf tijd en geld in de binnenstad te stoppen of dat zij meer mogelijkheden hebben om de binnenstad op te knappen.
59
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 8 Draagvlak voor behoud van de verschillende gebouwen
8.1 Inleiding In de historische binnenstad van Paramaribo is een scala aan gebouwen te vinden. De verschillende bouwstijlen van de gebouwen in de binnenstad zorgen voor een divers stadsbeeld. Bepaalde gebouwen in de stad hebben een belangrijke functie, bijvoorbeeld op politiek of cultureel gebied. Sommige gebouwen in de binnenstad zijn prima onderhouden en zien er goed uit. Bij anderen wordt er niet veel aan onderhoud gedaan, waardoor ze er vervallen uitzien. Daarnaast zijn er gebouwen die als monument aangewezen zijn en gebouwen die niet op de Monumentenlijst staan. In dit hoofdstuk wordt bekeken welke gebouwen op draagvlak kunnen rekenen om behouden te worden. De volgende gebouwen komen daarbij aan de orde: het cafégebouw aan het Kerkplein, de kathedraal, het winkelpand aan de Lim A Po straat, de officierswoning op het Fort Zeelandiacomplex, het winkelpand aan de Keizerstraat en het gebouw van het Ministerie van Financiën. Paragraaf 8.2 gaat in op de waardering die de mensen hebben voor deze gebouwen. In de laatste paragraaf wordt ingegaan op de intentie die de mensen hebben om deze gebouwen te behouden. 8.2 Waardering voor de verschillende gebouwen Om te kijken of de gehele binnenstad van Paramaribo op draagvlak kan rekenen, zijn er vragen over verschillende gebouwen gesteld. Uit de analyse zal blijken of mensen de hele binnenstad willen behouden, of dat men alleen bepaalde (belangrijke) gebouwen wil beschermen. De resultaten worden in deze paragraaf per gebouw besproken. Natuurlijk wordt er in dit deel ook stilgestaan bij de meningen van de jongeren en de ouderen. Er wordt gekeken of er verschillen tussen de leeftijdsgroepen te constateren zijn. De getallen die in dit onderdeel genoemd worden, zijn in tabelvorm verkrijgbaar bij de auteur.
60
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
8.2.1 Keizerstraat Ondanks het feit dat de ondervraagden dit gebouw niet bijster mooi of uniek vinden (68% vindt het gebouw (gedeeltelijk) mooi, en 54% vindt het gebouw uniek), blijkt uit de enquête dat mensen het wel belangrijk vinden om dit gebouw te behouden. 85% vindt het belangrijk of redelijk belangrijk dat het gebouw beschermd wordt. Mensen zouden het erg vinden als het gebouw er vervallen uit zou zien (85%). Het gros van de ondervraagden, namelijk 80%, vindt dat het gebouw laat zien hoe de stad er vroeger uitzag. Echter, 40% kan zich door het bekijken van dit gebouw in een andere tijd verplaatsen en maar 25% denkt dat het gebouw een belangrijke functie in het verleden heeft gehad. De historische waarde van het gebouw is volgens de ondervraagden dan ook laag. Het gebouw past wel goed in de binnenstad. 74% vindt dat het gedeeltelijk dan wel helemaal in de binnenstad past. Er zijn enkele verschillen te ontdekken tussen de meningen van de jongeren en die van de ouderen. Als eerste valt op dat veel ouderen geen mening hebben over dit gebouw. Zij vinden het moeilijk om aan te geven wat ze wel en wat ze niet waarderen aan het gebouw. Door de hoge mate ‘weet niet’ is het lastig om de resultaten van de jongeren en ouderen met elkaar te vergelijken. De jongeren hebben een vele duidelijkere mening dan de ouderen. Er zijn maar weinig scholieren en studenten die niet weten wat ze op de stelling moeten antwoorden. Ondanks de moeilijk te vergelijken resultaten, worden hieronder de opmerkelijkste resultaten genoemd. 1. Dit gebouw is mooi vanwege de vorm, de stijl en het materiaal De jongeren reageren negatiever op deze stelling dan de ouderen. Bij de ouderen is 14% het gedeeltelijk oneens met deze stelling. Bij de jongeren is 21% het helemaal oneens met de stelling, en nog eens 14% gedeeltelijk oneens. Van de ouderen is 85% het gedeeltelijk eens met de stelling dat het gebouw mooi is. Bij de jongeren is dat 64%. Dat de ouderen positiever zijn dan de jongeren, komt misschien doordat de stijl en het materiaal van het gebouw herkenbaarder is voor de oudere mensen. Zij hebben zeer waarschijnlijk vroeger ook in een houten huis met zuilenportiek gewoond. 2. Dit gebouw is zeldzaam en uniek Er zijn veel ouderen die geen mening hebben (43%). De ouderen die wel een mening hebben, zijn verdeeld over ‘gedeeltelijk mee eens’ en ‘helemaal mee eens’. Bij de jongeren ligt het iets anders. 25% van de jongeren is het (gedeeltelijk) oneens en 58% van de jongeren is het (gedeeltelijk) eens met de stelling. Terwijl de ouderen allemaal enthousiast zijn, is dat niet bij alle jongeren uit de groep het geval. Voor de jongeren is dit gebouw misschien niet veel anders dan de andere historische gebouwen in de binnenstad. Het gebouw is van hout en heeft een
61
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
zuilenportiek, zoals veel andere gebouwen in de stad. De ouderen letten misschien meer op de details, waardoor het gebouw anders is dan andere gebouwen in de stad. 3. Het is niet erg dat dit gebouw er vervallen uitziet of er in de toekomst vervallen uit zou gaan zien Van de jongeren is een groter deel het helemaal niet eens met deze stelling dan bij de ouderen. Bij de jongeren is 82% het helemaal oneens, terwijl dit bij de ouderen 43% is. Hier moet wel bij vermeld worden dat bij de ouderen 43% geen mening had. Bij de jongeren was een verwaarloosbaar percentage het eens met deze stelling. Niemand van de ouderen is het eens met de stelling. Beide groepen zijn dus van mening dat het gebouw goed onderhouden moet worden. Dat iedereen de staat van het gebouw belangrijk vindt, heeft misschien met het normensysteem te maken. Mensen houden niet van vervallen huizen 5. Ik vind dit gebouw boeiend omdat het zo anders is dan moderne gebouwen Bij de jongeren is een kwart het oneens met deze stelling. Van de ouderen is niemand het oneens. 71% van de jongeren is het (gedeeltelijk) eens, terwijl bij de ouderen dit maar 43% is. Van de jongeren vindt dus een groter gedeelte het gebouw boeiend omdat het anders is dan de moderne gebouwen. Het kan zijn dat de jongeren de historische gebouwen specialer vinden dan de ouderen. Veel ouderen hebben in een houten huis gewoond. Zij zijn gewend aan deze gebouwen. Jongeren wonen meestal in een modern huis. Voor hen is dit gebouw misschien boeiender, omdat het anders is dan hun eigen woonomgeving. 6. Door dit gebouw kan ik me beter in een andere tijd verplaatsen Een zeer groot deel van de ouderen kan geen antwoord geven op deze vraag. Misschien is het voor hen moeilijk zich in een andere tijd te verplaatsen, omdat zij die tijd zelf meegemaakt hebben. Zij hebben het gebouw in haar vroegere staat gezien. Zij hebben dus geen verbeeldingskracht nodig. Zij hoeven alleen maar terug te gaan in hun herinneringen om te zien hoe het vroeger was. De jongeren zijn zeer verdeeld. 15% is het (gedeeltelijk) oneens met de stelling, tegenover 45% die het (gedeeltelijk) eens is. Het gebouw doet de jongeren niet echt aan vroeger denken, terwijl het wel een koloniale stijl heeft. 7. Dit gebouw heeft geen belangrijke functie gehad in het verleden Bij beide groepen heeft een groot deel geen mening. Van de mensen die wel een antwoord geven, is de meerderheid van de jongeren het oneens, terwijl bij de ouderen de meeste het wel eens zijn met de stelling. In vergelijking met de ouderen, denken dus meer jongeren dat het gebouw vroeger een belangrijke functie had. De winkel was vroeger ook ‘gewoon’ een winkel. Eigenlijk had dit gebouw dus geen belangrijke functie. De ouderen die de vroegere functie van het gebouw zelf gezien hebben, weten dat het geen belangrijke functie had. Sommige jongeren denken echter dat het gebouw wel een speciale functie had. Misschien kennen die jongeren alle historische gebouwen in de binnenstad een speciale functie toe. Of gaan zij er vanuit dat alleen belangrijke gebouwen bewaard blijven.
62
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
8.2.2 Ministerie van Financiën Dit gebouw is bijzonder in meerdere opzichten. Ten eerste was dit gebouw oorspronkelijk het stadshuis van Paramaribo. Ten tweede is het gebouw opgetrokken uit baksteen. De bakstenen werden met zeilschepen vanuit Nederland naar Paramaribo gebracht. Ten derde is de hoge houten torenklok gemaakt naar voorbeeld van het stadhuis van Groningen in Nederland. Ook is in 1913 aan de voorgevel een plaquette aangebracht ter gelegenheid van 50 jaar afschaffing van de slavernij. Wellicht hebben deze symbolische aspecten invloed op de waardering. Het Ministerie van Financiën wordt door de meeste respondenten mooi dan wel gedeeltelijk mooi gevonden. Iedereen die gevraagd werd zijn of haar mening te geven over dit gebouw, was het (gedeeltelijk) eens met de stelling dat dit een mooi gebouw is. Niet alleen vindt iedereen het gebouw mooi, 89% vindt het zelfs (redelijk) uniek in zijn soort. 92% van de ondervraagden vindt dan ook dat het belangrijk is om dit gebouw te beschermen. 61% zou het erg vinden als dit gebouw er in de toekomst vervallen uit zou gaan zien. Dit is (mede) te verklaren door de historische waarde van het pand. Ook de inwoners van Paramaribo beseffen dat het gebouw in het verleden belangrijk is geweest. 70% geeft aan dat het gebouw vroeger belangrijk was, terwijl slechts 8% het hier niet mee eens is. Volgens een groot deel van de mensen laat het gebouw zien hoe de stad er vroeger uitzag, waardoor 50% van de mensen zich in een andere tijd kan verplaatsen. Mensen vinden het gebouw boeiend doordat het er anders uitziet dan de moderne gebouwen. Nu is het interessant om te kijken of er verschillen te ontdekken zijn tussen de twee leeftijdsgroepen. Een opvallend punt is dat ouderen vaak geen mening hebben. Daardoor is het lastig om de resultaten van de twee leeftijdsgroepen met elkaar te vergelijken. Wanneer een groot percentage ouderen geen mening heeft, zijn de scores op de andere antwoordcategorieën automatisch laag. Ondanks deze omstandigheid, wordt hieronder toch geprobeerd om de groepen met elkaar te vergelijken en de eventuele verschillen aan te geven. Over het algemeen zijn de verschillen tussen de jongeren en ouderen klein. Ook bij dit gebouw worden alleen de opvallendste verschillen weergegeven. 5. Ik vind dit gebouw boeiend omdat het zo anders is dan moderne gebouwen Bijna alle ouderen weten niet wat ze op deze stelling moeten antwoorden. Van de mensen die wel antwoorden, is iedereen het gedeeltelijk eens met de stelling. Het is moeilijk om nu een uitspraak te doen. Aan de ene kant kan geconcludeerd worden dat de ouderen positief zijn, omdat iedereen die wel iets ingevuld heeft, het gedeeltelijk eens is. Aan de andere kant kan gesteld worden dat de ouderen deze vraag niet echt belangrijk vinden. Ze vinden het misschien erg 63
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
vanzelfsprekend dat het gebouw er is. Ze kunnen het misschien niet met moderne gebouwen vergelijken, omdat dit gebouw ook van steen en goed onderhouden is. Het gebouw heeft daardoor een beetje een moderne uitstraling. Dat de jongeren zo positief zijn, is verrassend. Ze geven met deze antwoorden aan dat ze elementen van vroeger interessant vinden. Gebouwen die anders zijn dan de moderne gebouwen, kunnen dus ook onder de jongeren op steun rekenen. 7. Dit gebouw heeft geen belangrijke functie gehad in het verleden Bij de ouderen vindt bijna iedereen dat dit gebouw een belangrijke functie heeft gehad. Bij de jongeren is dit iets meer dan de helft. Dit komt waarschijnlijk, doordat veel jongeren niet weten welke functie dit gebouw vroeger had. 8.2.3 Kathedraal Ook hier wordt kort iets over de achtergrond van het gebouw geschreven. De St. Petrus en Paulus Kathedraal is gebouwd in 1885 en is de hoogste en grootste houten kerk van Zuid-Amerika. Nadat het gebouw bijna instortte als gevolg van een verkeerde ingreep bij de renovatie, werd de kathedraal om veiligheidsredenen in 1979 voor het publiek gesloten. In het midden van de jaren negentig stelde het Vaticaan geld ter beschikking om het gebouw te redden. In de kathedraal bevindt zich een monument voor de zalig verklaarde Petrus ‘Peerke’ Donders, die zich inzette voor zieken aan de Coppenamarivier in Oost-Suriname. Over de kathedraal zijn de ondervraagden nog enthousiaster dan over het gebouw van het Ministerie van Financiën. 91% wil het gebouw behouden, 85% vindt het erg dat het gebouw er vervallen uitziet en 91% vindt de kathedraal een uniek gebouw. Ook scoort de kathedraal goed qua esthetische waarde: maar liefst 94% van de ondervraagden vindt de kerk (gedeeltelijk) mooi. 86% vindt dat het gebouw goed bij de binnenstad past, ook al staat het naast een modern gebouw van de Surinaamse Bank. Omdat het gebouw zo anders is dan de moderne gebouwen vindt men het gebouw interessant. Het is niet verwonderlijk dat de historische waarde van het gebouw hoog is. Veel mensen hebben hun communie in deze kerk gedaan, of zijn er getrouwd. 86% vindt dat het gebouw laat zien hoe het vroeger was. Dit komt waarschijnlijk doordat het gebouw geheel in hout gebouwd is, wat vroeger gebruikelijk was. 69% vindt dat het gebouw vroeger een belangrijke functie had, en een even groot percentage kan zich in een andere tijd verplaatsen door dit gebouw. Er komt duidelijk naar voren dat er draagvlak is om dit historische pand te behouden en te beschermen. De jongeren en ouderen denken ongeveer hetzelfde over de kathedraal. De uitkomsten van enkele stellingen worden hieronder weergegeven. 6. Door dit gebouw kan ik me beter in een andere tijd verplaatsen 64
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
De ouderen zijn het zeer met elkaar eens. 71% is het helemaal eens met deze stelling. De rest van de ouderen heeft geen mening. De jongeren zijn iets meer verdeeld. 68% is het (gedeeltelijk) eens met deze stelling en 18% is het (gedeeltelijk) oneens. Het is opvallend dat bij de ouderen niemand het oneens is met deze stelling. Voor de ouderen heeft de kathedraal meer historische waarde. Dit heeft misschien te maken met het feit dat veel ouderen belangrijke gebeurtenissen in de kathedraal hebben beleefd, zoals de communie en het huwelijk. Als zij dit gebouw zien, keren zij terug in hun herinneringen, die ze bij de kathedraal hebben, waardoor ze zich in het verleden verplaatsen. Hierbij moet wel een kanttekening geplaatst worden. In Suriname wonen verschillende bevolkingsgroepen met verschillende religies. Hindoestanen en moslims hebben zelf niet of nauwelijks iets te maken met een kathedraal. Voor een hindoestaan heeft de kathedraal waarschijnlijk minder historische waarde dan voor een christen. Van de ouderen die dit gebouw beoordeeld hebben, is driekwart creools. Creolen zijn over het algemeen christelijk. Bij de jongeren is 15% het (gedeeltelijk) oneens met deze stelling. Het kan zijn dat die jongeren nog niet zoveel meegemaakt hebben in de kathedraal, en zich daardoor niet echt in het verleden kunnen verplaatsen. De meerderheid van de jongeren ziet echter wel de historische waarde. 7. Dit gebouw heeft geen belangrijke functie gehad in het verleden Volgens alle ouderen heeft het gebouw een belangrijke functie gehad in het verleden. 86% is het zelfs helemaal oneens met deze stelling, en 14% is het gedeeltelijk oneens. Dit heeft misschien weer te maken met het feit dat de ouderen veel belangrijke herinneringen hebben aan de kathedraal. Enkele jongere respondenten vinden dat de kathedraal helemaal geen belangrijke functie heeft gehad. Er is gekeken of etniciteit hier nog invloed op heeft. Het is opvallend dat van alle bevolkingsgroepen, behalve de marrons, tussen de 20 en 30% vindt dat het gebouw geen belangrijke functie in het verleden heeft gehad. Etniciteit heeft hier dus geen duidelijke invloed. 8. Dit gebouw past niet goed in de binnenstad omdat het een andere uitstraling heeft De kathedraal staat naast een hypermodern gebouw van de Surinaamse Bank. De rest van de omgeving van de kathedraal is wel historisch. De ouderen vinden dan ook allemaal dat de kathedraal prima bij de rest van de binnenstad past. De jongeren denken hier iets anders over. Zij zijn niet zo onverdeeld positief. De meerderheid vindt wel dat de kathedraal (gedeeltelijk) bij de binnenstad past, maar 18% is het hier niet mee eens. Zij vinden dat de kathedraal niet echt in de binnenstad past. Dit kan te maken hebben met de vervallen uitstraling van het pand. Het gebouw heeft dringend een likje verf nodig. Misschien vinden de jongeren die negatief hebben geantwoord dat de kathedraal in zijn vervallen staat niet bij de rest van de binnenstad past, of dat het niet naast het gebouw van de Surinaamse Bank past.
65
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
8.2.4 Kerkplein De ondervraagden zijn niet zeer uitgesproken over dit gebouw en de meningen zijn ook nog eens sterk verdeeld. Het is moeilijk om een algemeen beeld te geven van de meningen van de respondenten omtrent dit gebouw. Iets meer dan de helft vindt het gebouw mooi, tegenover 40% die het gebouw niet echt mooi vindt. Iets meer dan de helft vindt het gebouw (redelijk) uniek, tegenover 34% die dat niet vindt. 40% vindt het gebouw niet echt boeiend, tegenover 34 % die dat wel vindt. Ook over de historische waarde verschillen de meningen sterk. 23% vindt dat het gebouw geen belangrijke functie had in het verleden, tegenover 31% die zegt dat het pand wel belangrijk was. 50% kan zich door het gebouw goed verplaatsen in het verleden, maar 23% zegt hier moeite mee te hebben. Toch vindt driekwart van de ondervraagden dat het gebouw laat zien hoe het vroeger was, tegenover maar 14% die dat niet vindt. Ondanks de verschillende meningen, is men het er redelijk met elkaar over eens dat het gebouw er netjes uit dient te zien: 83% vindt het erg als dit gebouw er vervallen uitziet, of er vervallen uit zou gaan zien in de toekomst. Echter, slechts 68% vindt dat dit gebouw behouden moet worden, en zelfs 23% zegt dat het niet erg is als dit gebouw niet behouden blijft. De meningen van beide groepen verschillen onderling sterk, waardoor er geen harde conclusies getrokken kunnen worden. Hieronder worden de opvallendste resultaten beschreven. 3. Het is niet erg dat dit gebouw er vervallen uitziet of er in de toekomst vervallen uit zou gaan zien Beide groepen vinden het belangrijk dat dit gebouw netjes onderhouden blijft. De ouderen hebben gezien hoe het gebouw er uitzag toen het nog helemaal netjes was. Misschien verlangen ze weer naar de tijd waarin de gebouwen beter onderhouden werden. Sommige jongeren hechten geen waarde aan de staat van het gebouw. Zij vinden het gebouw waarschijnlijk niet speciaal genoeg om op te knappen. Het kan ook zijn dat deze jongeren verval niet erg vinden. Sommige mensen vinden vervallen gebouwen juist mooi. 4. Dit gebouw laat zien hoe het vroeger was De jongeren zien dit gebouw als iets van vroeger. Door het hout en de stijl van het gebouw doet dit gebouw denken aan vroeger. De meeste ouderen die het gebouw ‘vroeger’ gezien hebben, vinden echter niet dat dit gebouw laat zien hoe het was. Het gebouw is veranderd, vroeger was het een winkel. 5. Ik vind dit gebouw boeiend omdat het zo anders is dan moderne gebouwen Bij de ouderen zijn er weer veel respondenten die niet weten wat ze op deze stelling moeten antwoorden. Van de respondenten wel een mening hebben, is de 66
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
meerderheid het eens met deze stelling. Maar 10% van de ouderen is het helemaal oneens met de stelling. Zij vinden dit gebouw niet boeiend, of ze vinden dat het gebouw niet echt anders is dan de moderne gebouwen. Dat laatste is erg onwaarschijnlijk. De moderne gebouwen zijn vooral gebouwd van steen en glas. Dus is het aannemelijker dat zij het gebouw niet boeiend vinden. Het gebouw heeft ook niet echt een speciale functie of uitstraling. De jongeren zijn sterk verdeeld. Er zijn ongeveer evenveel jongeren die het eens zijn met de stelling dan jongeren die het oneens zijn. Aan de ene kant is het begrijpelijk dat de jongeren het gebouw boeiend vinden. Zelf wonen ze waarschijnlijk in een modern huis, en dan is zo’n gebouw wel wat anders dan ze gewend zijn. Anderzijds geldt, net als voor de ouderen, dat het gebouw niet echt een speciale betekenis heeft. Ook springt het gebouw er niet echt qua stijl. 8. Dit gebouw past niet goed in de binnenstad omdat het een andere uitstraling heeft De jongeren zijn hier erg verdeeld over. Ongeveer de helft is het (gedeeltelijk) oneens met deze stelling, de andere helft is het er (gedeeltelijk) mee eens. De oorzaak van de uiteenlopende antwoorden kan te maken hebben met de verschillende aspecten waaruit het gebouw bestaat. Bij het beoordelen van objecten letten mensen op deelaspecten. Zo is het dak van het gebouw bijvoorbeeld historisch, maar ook vervallen. De rest van het gebouw ziet er vrij modern uit en is goed onderhouden. De ouderen zijn iets negatiever over dit gebouw dan de jongeren. De meerderheid vindt dat het gebouw niet goed in de binnenstad past. Dat komt misschien door de slecht onderhouden bovenkant van het gebouw. Het vervallen gedeelte doet afbreuk aan het aangezicht van de stad. Bij de jongeren is een kleiner deel ontevreden over het gebouw. Zij vinden het vervallen dak misschien niet zo storend als de ouderen. 8.2.5 Lim A Po straat Ook dit gebouw aan de Lim A Po straat is men redelijk positief. Het gebouw wordt door 89% van de mensen (gedeeltelijk) mooi gevonden. Met de stelling ‘Dit gebouw is uniek in de wereld’ is 44% het helemaal eens en is 21% het gedeeltelijk eens. 18% van de respondenten vindt het gebouw niet echt bijzonder. Het gebouw wordt dus niet echt boeiend gevonden. Slechts 37% vindt het gebouw boeiend, omdat het anders is dan de moderne gebouwen. Circa 16% is het hier gedeeltelijk mee eens. Men is niet echt enthousiast over het gebouw; 22% van de ondervraagden zou het zelfs niet zo erg vinden als het gebouw in de toekomst zijn goed onderhouden staat zou verliezen. De historische waarde wordt uiteenlopend ervaren. Enerzijds vindt 74% dat het gebouw laat zien hoe het vroeger was, en kan 64% zich door het gebouw in andere tijden verplaatsen. Anderzijds zegt maar 67
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
30% dat het gebouw een belangrijke functie heeft gehad. Toch vindt men dat het gebouw wel in de binnenstad hoort. Maar liefst 87% reageert positief. Daarnaast vindt ongeveer driekwart van de respondenten dat het gebouw behouden moet blijven in de toekomst. Ook bij dit gebouw worden de stellingen met opmerkelijke uitkomsten genoemd. 4. Dit gebouw laat zien hoe het vroeger was De jongeren en ouderen zijn zich goed bewust van de historische waarde. Bij de jongeren is dat wel iets minder dan bij de ouderen. 18% van de jeugd is het (gedeeltelijk) oneens met de stelling. Waarschijnlijk vinden beide groepen dat het gebouw laat zien hoe het vroeger was door de goed onderhouden staat van het gebouw. 6.Door dit gebouw kan ik me beter in een andere tijd verplaatsen Deze stelling lijkt een beetje op de vorige stelling. Ook met deze stelling is niemand van de ouderen het oneens, terwijl bij de jongeren een klein deel het met de stelling oneens is. Dit kan weer te maken hebben met de goede staat van dit gebouw. Het gebouw is echt een typisch gebouw van vroeger. Het is daarom wel vreemd dat sommige jongeren antwoorden dat ze zich door dit gebouw niet goed in een andere tijd kunnen verplaatsen. 8.2.6 Fort Zeelandia Deze voormalige officierswoning is waarschijnlijk rond 1839 gebouwd. Tegenwoordig is het gebouw alleen toegankelijk als er kunstexposities gehouden worden. Dit gebouw staat op het Fort Zeelandiacomplex. Het Zeelandiacomplex speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van Suriname. Het is de plaats waar de eerste kolonisten voet aan wal zetten en van waaruit de verdere ontwikkeling van het land heeft plaatsgevonden. Ook in het recente verleden is het Fort Zeelandiacomplex, en met name het Fort, belangrijk geweest. Denk bijvoorbeeld aan de Decembermoorden in 1982. Net als het gebouw aan de Lim A Po straat heeft dit gebouw een hoge esthetische waarde. 89% van de mensen vindt de oude officierswoning (gedeeltelijk) mooi. Ondanks de belangrijke rol van dit gebouw in het verleden, zegt maar 45% dat dit gebouw een belangrijke functie heeft gehad. 27% zegt zelfs dat de officierswoning geen belangrijke functie in het verleden heeft gehad. Veel respondenten vinden dit gebouw kenmerkend voor het verleden. 77% stelt namelijk dat het gebouw laat zien hoe het vroeger was en 74% kan zich door het gebouw beter in het verleden verplaatsen. De ondervraagden waarderen ook het uiterlijk van het gebouw: veel mensen vinden het een mooi gebouw. Daarnaast is het een speciaal gebouw voor bijna driekwart van de respondenten. Ongeveer 68
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
75% vindt ook dat het gebouw zijn goede staat moet behouden. Zelfs 87% vindt dat het gebouw behouden moet blijven. De respondenten vinden dat de voormalige woning goed bij de rest van de binnenstad past en dat het leuk is om het pand te behouden, omdat het zo afwijkt van de moderne gebouwen in de binnenstad. Juist bij dit gebouw werden grote verschillen verwacht tussen de jongeren en ouderen. Maar ook hier blijken de verschillen niet zo heel groot te zijn. Alleen bij stelling 8 is sprake van een opmerkelijk verschil. 8. Dit gebouw past niet goed in de binnenstad omdat het een andere uitstraling heeft Bijna alle jongeren vinden dat dit gebouw in de binnenstad past. Waarschijnlijk vinden zij dat dit komt door de historische uitstraling van dit gebouw. Onder de ouderen denken er minder mensen zo over. 60% is het gedeeltelijk oneens met de stelling. 20% van de ouderen vindt dat dit gebouw niet zo goed bij de binnenstad past. Misschien vinden zij de uitstraling van dit gebouw anders door de dakpannen op het gebouw. De daken van de meeste gebouwen in de binnenstad zijn van hout. Samenvatting: waardering voor de verschillende gebouwen Alle gebouwen die in dit onderzoek betrokken zijn, krijgen veel waardering. Uit de resultaten komt echter naar voren dat bepaalde gebouwen hoger gewaardeerd worden dan andere gebouwen. De kathedraal scoort bijvoorbeeld het hoogste op de esthetische waarde; heel veel mensen vinden het gebouw mooi en bijzonder. Daarnaast heeft de kathedraal de hoogste historische waarde. Als logisch gevolg daarvan wordt dit gebouw het liefste behouden. Het gebouw wat na de kathedraal op de meeste waardering kan rekenen, is het Ministerie van Financiën. Dit gebouw scoort vooral hoog op de esthetische waarde. De historische waarde daarentegen is wat lager. Het gebouw aan de Lim A Po straat kan op redelijk veel waardering rekenen. Het gebouw springt er niet echt boven uit, maar zit een beetje in de middenmoot. Het gebouw dat op het minste waardering kan rekenen, is het gebouw aan het Kerkplein. Zowel op de esthetische als historische waarde scoort het gebouw redelijk laag. Verrassend is dat ook de voormalige officierswoning volgens de respondenten een lage historische waarde heeft. Het is moeilijk om te zeggen of de functie of de staat van het gebouw invloed heeft op de waardering dat het krijgt. De nummers 1 en 2, de kathedraal en het gebouw van het Ministerie van Financiën, hebben beide een belangrijke functie in het verleden gehad. Ook in het heden zijn dit belangrijke gebouwen. De voormalige officierswoning heeft ook in het verleden een belangrijke functie gehad, maar kan toch op minder waardering rekenen. Misschien dat de functie in het heden belangrijker is. Het officiersgebouw heeft nu geen belangrijke functie, het wordt maar af en toe gebruikt als expositieruimte. Het is ook lastig om te zeggen of de staat van het gebouw invloed heeft op de waardering. De kathedraal verkeert in slechte staat, maar krijgt wel de hoogste waardering en het officiersgebouw is goed onderhouden, maar kan op minder waardering rekenen.
69
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Het lijkt er dus op dat de staat en de functie van het gebouw in het verleden geen duidelijke rol speelt bij de waardering. De functie van het gebouw in het heden kan mogelijk wel de waardering beïnvloeden. Of leeftijd invloed heeft op de waardering van de gebouwen is moeilijk te zeggen. Veel ouderen hebben geen uitgesproken mening over de gebouwen. Daardoor is het lastig de twee groepen met elkaar te vergelijken. In het vorige hoofdstuk kwam naar voren dat de meningen van de ouderen en jongeren niet zo heel veel van elkaar verschillen. De jongeren vinden verval iets minder erg dan de ouderen. Wellicht speelt dat ook een rol bij de waardering van de verschillende gebouwen. 8.3 Intentie om de verschillende gebouwen te behouden In de eerste enquête is de stelling ‘Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven’ opgenomen. Deze stelling wordt onder andere gebruikt om te meten hoe het met de intentie van de respondenten gesteld is om dit gebouw te beschermen. De resultaten van deze stelling zijn in tabelvorm in bijlage 8 opgenomen. Bij het gebouw van het Ministerie van Financiën, het gebouw aan de Keizerstraat en het gebouw aan de Lim A Postraat hebben veel ouderen geen mening of weten niet wat ze op deze stelling moeten antwoorden. De percentages ‘geen mening’ liggen tussen de 40 en de 60. Dat is erg hoog. Wanneer je de ouderen die ‘geen mening’ hebben ingevuld, weg zou laten bij de analyse, is de meerderheid van de ouderen voor behoud van de gebouwen. Vergeleken met de jongeren is dit echter bijna altijd een lager percentage. Doordat een groot aantal van de ouderen aangeeft geen mening te hebben, kunnen de ouderen geen hoge score halen bij de andere antwoordcategorieën. Procentueel gezien staan jongeren meer achter behoud van de gebouwen en hebben zij een sterkere intentie om deze drie gebouwen te behouden. De resultaten laten duidelijk zien dat de jongeren sterker streven naar behoud van de verschillende gebouwen dan de ouderen. Toch is deze conclusie niet helemaal hard te maken. Ten eerste is het zo dat van de ouderen die wel een mening hebben, bijna iedereen voor behoud van de gebouwen is. Onder de jongeren zijn er enkelen die niet voor behoud zijn. Je zou dan kunnen stellen dat er relatief meer ouderen dan jongeren voor behoud zijn. Dit spreekt de eerdere conclusie, die gebaseerd was op de procentuele cijfers, tegen. Ten tweede is het lastig iets te zeggen over de mening van de ouderen, omdat veel ouderen ‘geen mening’ hebben ingevuld. Daardoor is het moeilijk om de resultaten van beide groepen met elkaar te vergelijken. Ook is het interessant om na te denken over het hoge percentage ‘geen mening’ onder de ouderen. Wat betekent het dat veel ouderen niet weten wat ze moeten antwoorden? Hebben zij bijvoorbeeld ‘geen mening’ ingevuld omdat ze nog nooit hebben nagedacht over het behoud van de historische gebouwen? Durven ze niet voor hun mening uit te komen? Of hebben zij ‘geen mening’ ingevuld omdat ze de vraag niet goed begrepen? Bij de andere drie gebouwen is het aantal ouderen dat antwoordde met ‘geen mening’ relatief laag. Bij de officierswoning, de kathedraal en het gebouw aan het Kerkplein blijft de score op ‘geen mening’ onder de 10%. Dit is een relatief laag percentage; ik vind dan ook dat bij deze gebouwen de scores van de 70
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
jongeren en ouderen wel met elkaar vergeleken kunnen worden. Het is merkwaardig dat ouderen bij deze drie gebouwen wel een duidelijke mening hebben. De officierswoning, de kathedraal en het gebouw aan het Kerkplein verschillen nogal van elkaar. Er zijn geen kenmerken die bij alle drie de gebouwen terugkomen. Ik kan daarom niet verklaren waarom ouderen wel een mening kunnen vormen over deze gebouwen, maar niet over de andere gebouwen. Fort Zeelandia De jongeren zijn het bijna allemaal oneens met de stelling. Dat betekent dat het gros van de jongeren voor behoud van dit gebouw is. Slechts zo’n 5 % bekommert zich niet echt om dit gebouw en zou het niet erg vinden als dit gebouw zou verdwijnen. De ouderen zijn sterk verdeeld. Zij zijn niet zo uitgesproken voor behoud als de jongeren. 60% is het (gedeeltelijk) oneens met de stelling, en 30% is het (gedeeltelijk) eens. Bij de paragraaf over de waardering van dit gebouw kwam al naar voren dat de jongeren het gebouw positiever waardeerden dan de ouderen. Het is dan ook logisch dat er meer jongeren de intentie hebben dit gebouw te behouden. Naast de waardering kan ook het beladen verleden van dit gebouw een rol spelen bij de lage(re) intentie onder de ouderen. Vroeger, ten tijde van de kolonisatie, woonden in dit huis de Nederlandse officieren. Zij hadden de macht in Suriname. Het gebouw staat misschien symbool voor de Nederlandse overheersing. Deze overheersing hebben de ouderen zelf meegemaakt. Misschien worden de ouderen niet graag herinnerd aan de tijd waarin de Nederlanders het voor het zeggen hadden. Kathedraal Opvallend is dat alle ouderen zeggen dat ze het helemaal oneens zijn met de stelling. De ouderen zijn dus allemaal voor het behoud van de kathedraal. Ten eerste is het verwonderlijk dat iedereen het met elkaar eens is. Daarnaast is het verrassend dat de ouderen hierover een uitgesproken mening hebben. Doorgaans zijn er altijd wel ouderen die geen mening hebben. Bij deze stelling heeft niemand ‘geen mening’ ingevuld. Het lijkt erop dat dit gebouw heel erg speciaal is voor de ouderen. Ook heel veel jongeren geven aan dat ze de kathedraal willen behouden. Zo’n 90% is het oneens met de stelling. Bijna 10% is het (gedeeltelijk) eens met de stelling. Deze groep zou het niet erg vinden als de kathedraal niet behouden werd. De verschillen tussen de ouderen en jongeren zijn minimaal. Het zou erg drastisch zijn om te zeggen dat de ouderen meer intentie hebben om de kathedraal te beschermen dan de jongeren. De verschillen zijn zo klein, dat er geen harde uitspraken gedaan kunnen worden. Kerkplein Bij dit gebouw kan er wel gesproken worden van grote verschillen tussen ouderen en jongeren. 60% van de jongeren is het helemaal oneens met deze stelling, en nog eens 10% is het gedeeltelijk oneens. Het merendeel van de jongeren is dus voor behoud van het gebouw aan het Kerkplein. Bij de ouderen is maar 42% voor behoud van dit gebouw.
71
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Ook aan de andere kant zien we grote verschillen. Van de jongeren is maar 10% het eens, terwijl bij de ouderen maar liefst 60% het eens is met de stelling. 60% van de ouderen zegt dus dat dit gebouw niet behouden hoeft te blijven. De analyse van de waardering van dit gebouw gaf al aan dat de ouderen het gebouw iets minder waarderen dan de jongeren. Maar het is opmerkelijk dat bij de intentie de verschillen zo groot zijn. Het is moeilijk een verklaring te geven voor de lage intentie onder de ouderen. Misschien heeft het te maken met de huidige functie van het gebouw? Er is nu een café/restaurant in het pand gevestigd. De ouderen die ik ondervraagd heb, komen weinig buiten het bejaardenhuis. Het gebouw heeft niet echt nut voor hen. Dit geldt ook voor de andere gebouwen in dit onderzoek, terwijl de intentie daar zo laag is. Een andere oorzaak kan de omgeving zijn. Naast dit pand staat aan de ene kant het moderne gebouw van het Postkantoor. Aan de andere kant staat het moderne gebouw van de RBTT Bank. Het kerkplein heeft niet echt een historische uitstraling. De hoge intentie van de jongeren om dit gebouw te behouden, sluit aan bij de intentie om de andere gebouwen te behouden. Het lijkt erop dat jongeren het belangrijk vinden dat historische gebouwen behouden blijven, ongeacht de staat of de functie van het gebouw. In de tweede enquête is ook stilgestaan bij de intentie om de verschillende gebouwen te behouden. Er is aan de respondenten gevraagd hoe zij 600.000 Surinaamse Dollar (SRD) zouden verdelen voor de restauratie van de 6 gebouwen. Uit de antwoorden op deze vraag komt duidelijk naar voren welk gebouw de ondervraagden het belangrijkste vinden. In onderstaande tabel worden de resultaten weergegeven. Gebouw Kathedraal Ministerie van Financiën Officierswoning Fort Zeelandia Keizerstraat Kerkplein Lim A Po
aantal SRD 195.405 90.925 86.018 82.777 73.703 66.851
Percentage van totaal aantal SRD 34% 15% 14% 14% 12% 11%
Tabel 8.1 Draagvlak gebouwen Uit de tabel blijkt dat mensen de kathedraal het belangrijkste gebouw vinden. De gebouwen in de top 3 zijn allemaal monumentale panden. Er kan dus geconcludeerd worden dat de monumentale panden meer gewaardeerd worden dan de niet-monumentale panden. Of de staat van het gebouw invloed heeft op de waardering, is moeilijk te zeggen. De kathedraal is immers sterk in verval, maar staat wel op de 1e plaats. De twee andere gebouwen die redelijk vervallen zijn, het restaurant aan het Kerkplein en de winkel aan de Keizerstraat, staan redelijk laag in de rij. Mensen vinden deze gebouwen niet echt mooi of speciaal. Opvallend is dat het kantoorpand aan de Lim A Po straat het laagst scoort.
72
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Wellicht komt dit doordat het gebouw in goede staat verkeert; het lijkt er niet op dat er extra geld nodig is voor het onderhoud ervan. Een andere reden voor deze lage positie kan zijn dat het gebouw geen speciale functie had in het verleden, en ook nu geen bijzondere functie heeft. Bij beide leeftijdsgroepen kan de kathedraal op de meeste steun rekenen. Vergeleken met de jongeren, zijn de ouderen bereid om meer geld aan de kathedraal te besteden. Dat wil zeggen dat de ouderen een iets hogere prioriteit geven aan de kathedraal. Wanneer de top-3 van de jongeren onder de loep wordt genomen, is het opvallend dat hier de drie monumentale panden in de top 3 staan. De top 3 van de ouderen bestaat uit de gebouwen met een vervallen staat (zie tabel 8.2). Hieruit kan geconcludeerd worden, dat de jongeren meer waarde hechten aan historische waarde, en dat ouderen meer waarde hechten aan een goed onderhouden gebouw. Leeftijd
Gebouw
Gemiddeld
Rankorde Minimum
maximum
11-30
Kathedraal Financiën Fort Zeelandia Keizerstraat Lim A Po Kerkplein
183.666 100.689 94.597 79.655 72.282 62.183
1 2 3 4 5 6
10.000 0 0 0 0 0
500.000 250.000 200.000 300.000 200.000 100.000
0 0 0 0 0 0
600.000 500.000 300.000 200.000 200.000 100.000
60+
Kathedraal 290.000 1 Kerkplein 106.250 2 Keizerstraat 83.750 3 Financiën 44.166 4 Fort Zeelandia 44.166 4 Lim A Po 31.666 6 Tabel 8.2 Draagvlak gebouwen per leeftijdscategorie
73
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hoofdstuk 9 Conclusie
9.1 Inleiding Behoud van erfgoed kan veel opleveren. Het kan een stad verfraaien, het kan mensen en de stad een identiteit verlenen, en erfgoed kan ingezet worden om economische voordelen te behalen. Behoud van erfgoed lijkt dus voor iedereen van belang te zijn. Maar we moeten ons er wel van bewust zijn dat het waarderen van erfgoed een individuele aangelegenheid is. Iedereen kijkt anders aan tegen historische gebouwen. Dat heeft vooral te maken met individuele kenmerken en daarmee samenhangende voorkeuren. Ook de sociale en culturele omgeving van een persoon heeft invloed op het al dan niet waarderen van cultureel erfgoed. Hierdoor is het moeilijk om te zeggen of erfgoed goed is voor iedereen. De een kan een historisch gebouw heel erg mooi vinden, terwijl een ander hetzelfde gebouw misschien ouderwets en lelijk vindt. De kans is groot dat bepaalde groepen niet gebaat zijn bij het behoud van een specifiek object. Een belangrijke vraag die bij de bescherming van erfgoed om de hoek komt kijken, is dan ook: voor wie wordt het object behouden? Vaak is cultureel erfgoed goed voor een bepaalde groep mensen; helaas is het zelden goed voor iedereen. Wil erfgoed succesvol behouden blijven, dan moet er in ieder geval politiek en maatschappelijk draagvlak voor zijn. De binnenstad van Paramaribo kan dus alleen blijven bestaan als er draagvlak is om het te behouden. We hebben gezien dat het aan politiek draagvlak niet ontbreekt. Er zijn verschillende politieke actoren die zich inzetten voor het behoud van de binnenstad. Helaas ontbreekt het de politieke actoren aan daadkracht om de historische binnenstad in een goede staat te behouden. De wil is er wel, zeker bij de SGES, maar er zijn te weinig middelen om voldoende invloed uit te kunnen oefenen. Dit onderzoek legt de nadruk op het maatschappelijk draagvlak. In dit onderzoek zijn twee verschillende groepen benaderd om te kijken of het meemaken van de koloniale tijd invloed heeft op het draagvlak om de historische binnenstad te behouden. Er zijn jongeren benaderd die de koloniale periode niet meegemaakt hebben en ouderen (60+) die wel hebben meegemaakt dat Suriname onder het Nederlandse bewind viel. De centrale vraag van dit onderzoek is dan ook: ‘Heeft leeftijd invloed op de mate waarin draagvlak voor het behoud van de historische binnenstad aanwezig is?’. Draagvlak is op te splitsen in twee onderdelen: de waardering en de intentie. De waardering is in te delen in drie aspecten: de esthetische waarde, de identiteitswaarde en de utilitaire waarde. De intentie wordt beïnvloed door de houding van een persoon, door de sociale norm die op dat moment heerst en door de (on)mogelijkheden die een persoon heeft. Er is aandacht voor het draagvlak voor het behoud van de binnenstad en voor het draagvlak voor behoud van verschillende historische gebouwen die in de binnenstad staan. In de theorie kwam naar voren dat de vorm en functie van een gebouw mede bepalen hoe het gebouw gewaardeerd wordt. Daarom wordt in deze scriptie niet alleen stilgestaan bij de historische binnenstad in zijn geheel, maar is 74
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
er ook aandacht voor zes gebouwen in het bijzonder. Het gaat om een café/restaurant aan het Kerkplein, een winkelpand aan de Keizerstraat, een computerwinkel aan de Lim A Po straat, het gebouw van het Ministerie van Financiën, de houten kathedraal en een voormalige officierswoning op het Fort Zeelandia complex. Deze gebouwen verschillen in bouwstijl, functie en onderhoudsniveau. 9.2 Resultaten Tijdens de analyse van de gegevens bleek dat er in het onderzoek wat fouten gemaakt zijn. Hierdoor zijn de resultaten niet representatief te noemen. Wel kan op basis van de gegevens een indicatie gegeven worden van de waardering voor de binnenstad en de intentie om de binnenstad te behouden. Uit de resultaten blijkt dat er kleine meningsverschillen zijn tussen de twee groepen over de historische binnenstad. De ouderen waarderen de binnenstad en de historische gebouwen anders dan de jongeren. Ook zijn er bij de intentie om de binnenstad te behouden verschillen gevonden tussen de groepen. Hieronder worden de verschillen genoemd. Ook wordt gezocht naar een mogelijke verklaring voor deze verschillen Waardering historische binnenstad Over het algemeen zijn de mensen positief over de identiteitswaarde en de utilitaire waarde van de binnenstad. De identiteitswaarde wordt door zowel de jongeren als de ouderen goed genoemd. Beide groepen vinden de binnenstad uniek en zijn van mening, dat de historische gebouwen thuis horen in de binnenstad. Ze zijn ook trots op de binnenstad. De binnenstad bestaat grotendeels uit houten gebouwen die dateren uit de koloniale tijd. De vele houten gebouwen maken de binnenstad uniek in de wereld. Het is wel verrassend dat zowel de ouderen als de jongeren zich bewust zijn van de identiteitswaarde. Doorgaans zijn jongeren niet zo heel erg enthousiast over ‘oude’ gebouwen en elementen uit het verleden. Jongeren leven toch meer in het heden. Dat zij toch trots zijn op de binnenstad is een aangename verrassing. Jongeren waarderen de utilitaire waarde positiever dan door de ouderen. De ouderen komen zelf niet meer zo vaak in de binnenstad. De binnenstad heeft hen niet erg veel te bieden. Zij kunnen zich moeilijk voort bewegen over de trottoirs met de vele losliggende tegels. De jongeren hebben hier minder last van. Over de esthetische waarde zijn beide groepen minder enthousiast. Daarbij vinden de jongeren de binnenstad overigens minder vervallen dan de ouderen. Dit verschil is echter niet zo heel groot, maar het is wel te verklaren. De ouderen hebben gezien hoe de stad er vroeger uitzag. De binnenstad werd redelijk goed onderhouden. Nu zien ze dat de gebouwen vervallen zijn, maar ze weten dat het anders en beter kan. De jongeren daarentegen zijn ‘gewend’ aan de situatie. Intentie behoud historische binnenstad De jongeren waarderen de binnenstad iets hoger dan de ouderen. Maar nu is het de vraag of de jongeren dan ook meer bereid zijn zich in te zetten voor het 75
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
behoud van de binnenstad. Het zou logisch zijn dat wanneer je iets sterker waardeert, je er ook meer voor over hebt. Er zijn inderdaad meer jongeren bereid om zich in te zetten voor de binnenstad dan de ouderen. Jongeren zijn enthousiaster over een vrijwilligersbaan bij de SGES en zijn meer bereid mee te helpen met het verven en wassen van de historische gebouwen. Het is dan ook een beetje vreemd dat er bij de jongeren minder animo is om mee te doen met activiteiten die door de SGES georganiseerd worden, zoals een dag waarop de monumentale panden bezocht kunnen worden. Je zou verwachten dat ook hier de jongeren enthousiaster zouden zijn. Misschien moet de redenatie omgedraaid worden om dit te verklaren. Ouderen zijn minder in staat zich fysiek in te zetten dan jongeren. Ouderen kunnen niet meehelpen met het wassen en verven van de gebouwen. Dat zou hen teveel kracht kosten. Een vrijwilligersbaan zou misschien nog wel kunnen, maar kan geestelijk weer zwaar zijn. Het is dan ook niet raar dat minder ouderen zich actief in willen zetten dan jongeren. Natuurlijk hadden de jongeren ook kunnen aangeven dat ze er geen zin in hadden. Dat hebben ze niet gedaan, dus kan gesteld worden dat de jongeren toch wel enthousiast zijn. Om toch hun betrokkenheid te tonen, willen de ouderen graag aan activiteiten meedoen die niet zoveel inspanning kosten. Zoals bijvoorbeeld het bezoeken van een open dag. Het geven van donaties is ook een graadmeter om te kijken hoe belangrijk de twee groepen de binnenstad vinden. Beide groepen hebben een relatief laag inkomen. Wellicht zijn er enkele respondenten in de groep die een hoger inkomen hebben dan het gemiddelde, maar dat kan in beide groepen voorkomen. Uit de analyse blijkt dat jongeren meer geld willen doneren aan de SGES dan de ouderen, zowel in de huidige situatie als wanneer ze veel geld zouden winnen met de lotto (inkomen is dan geen onmogelijkheid meer). Wanneer je dit optelt bij de bereidheid van de jongeren, kan geconcludeerd worden dat de jongeren toch wel iets meer betrokken zijn bij de binnenstad. Waarom jongeren een hogere intentie hebben om de binnenstad te behouden dan de ouderen is niet helemaal duidelijk. Het kan te maken hebben met de hogere waardering van de jongeren voor de binnenstad. Of het ook iets te maken heeft met het niet direct meemaken van de koloniale tijd is moeilijk te zeggen. Waardering historische gebouwen Alle gebouwen die in dit onderzoek betrokken zijn, krijgen veel waardering. Uit de resultaten komt echter naar voren dat bepaalde gebouwen hoger gewaardeerd worden dan andere gebouwen. De kathedraal scoort bijvoorbeeld het hoogste op de esthetische waarde; heel veel mensen vinden het gebouw mooi en bijzonder. Daarnaast heeft de kathedraal de hoogste historische waarde. Als logisch gevolg daarvan wordt dit gebouw het liefste behouden. Het gebouw wat na de kathedraal op de meeste waardering kan rekenen, is het Ministerie van Financiën. Dit gebouw scoort vooral hoog op de esthetische waarde. De historische waarde daarentegen is wat lager. Het gebouw aan de Lim A Po straat kan op redelijk veel waardering rekenen. Het gebouw springt er niet echt boven uit, maar zit een beetje in de middenmoot. Het gebouw dat op het minste waardering kan rekenen, is het gebouw aan het Kerkplein. Zowel op de esthetische als historische waarde
76
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
scoort het gebouw redelijk laag. Verrassend is dat ook de voormalige officierswoning volgens de respondenten een lage historische waarde heeft. Het is moeilijk om te zeggen of de functie of de staat van het gebouw invloed heeft op de waardering dat het krijgt. De nummers 1 en 2, de kathedraal en het gebouw van het Ministerie van Financiën, hebben beide een belangrijke functie in het verleden gehad. Ook in het heden zijn dit belangrijke gebouwen. De voormalige officierswoning heeft ook in het verleden een belangrijke functie gehad, maar kan toch op minder waardering rekenen. Misschien dat de functie in het heden belangrijker is. Het officiersgebouw heeft nu geen belangrijke functie, het wordt maar af en toe gebruikt als expositieruimte. Het is ook lastig om te zeggen of de staat van het gebouw invloed heeft op de waardering. De kathedraal verkeert in slechte staat, maar krijgt wel de hoogste waardering en het officiersgebouw is goed onderhouden, maar kan op minder waardering rekenen. Het lijkt er dus op dat de staat en de functie van het gebouw in het verleden geen duidelijke rol speelt bij de waardering. De functie van het gebouw in het heden kan mogelijk wel de waardering beïnvloeden. Of leeftijd invloed heeft op de waardering van de gebouwen is moeilijk te zeggen. Veel ouderen hebben geen uitgesproken mening over de gebouwen. Daardoor is het lastig de twee groepen met elkaar te vergelijken. Eerder kwam naar voren dat de waardering voor de binnenstad ongeveer gelijk is tussen de twee groepen. De jongeren vonden verval iets minder erg dan de ouderen. Wellicht speelt dat ook een rol bij de waardering van de verschillende gebouwen. Intentie behoud historische gebouwen Bij de stelling die de intentie meet (Dit gebouw moet niet behouden blijven), is door veel ouderen de optie ‘geen mening/weet niet’ aangekruist. . Vooral bij de enquête over de Lim a Po straat, de Keizerstraat en het gebouw van het Ministerie van Financiën is dit het geval. Daardoor is het lastig de resultaten van de jongeren met die van de ouderen te vergelijken. De antwoorden op de stellingen over de kathedraal, de officierswoning en het restaurant zijn zodanig dat hier wel vergelijkingen tussen de groepen gemaakt kunnen worden. Het valt op dat bij de kathedraal beide groepen enthousiast zijn over het behoud van dit gebouw. Bij beide groepen wil bijna iedereen het gebouw behouden. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de bijzondere functie van het gebouw en de indrukwekkende bouwstijl. Over de voormalige officierswoning op het Fort Zeelandia complex zijn beide groepen het niet met elkaar eens. De jongeren hebben een veel sterkere intentie om dit gebouw te behouden. Eerder zagen we dat de jongeren een hogere waardering hebben voor dit gebouw. Het is dan ook logisch dat meer jongeren de intentie hebben dit gebouw te behouden. Naast de waardering kan ook het beladen verleden van dit gebouw een rol spelen bij de lage(re) intentie onder de ouderen. Vroeger, ten tijde van de kolonisatie, woonden in dit huis de Nederlandse officieren. Zij hadden de macht in Suriname. Het gebouw staat misschien symbool voor de Nederlandse overheersing. Deze overheersing hebben de ouderen zelf meegemaakt. Misschien worden de ouderen niet graag herinnerd aan de tijd waarin de Nederlanders het voor het zeggen hadden.
77
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Ook bij het gebouw aan het kerkplein zijn grote verschillen waarneembaar. De jongeren geven vaker aan dat ze dit gebouw willen behouden dan de ouderen. De ouderen ondervraagd zijn, komen weinig buiten het bejaardenhuis. Het gebouw heeft niet echt nut voor hen. Misschien is de functie van het gebouw een reden voor de ouderen om het gebouw niet belangrijk genoeg voor behoud te vinden. Daarnaast is aan de respondenten gevraagd een prioriteitenlijst in te vullen. Daarin kunnen de respondenten kenbaar maken welk gebouw ze het liefst willen behouden. Bij beide leeftijdsgroepen kan de kathedraal op de meeste steun rekenen. Bij de ouderen wordt, vergeleken met de jongeren, wel meer geld aan de kathedraal besteed. Dat wil zeggen dat de ouderen een iets grotere prioriteit geven aan de kathedraal. Wanneer de top 3 van de jongeren onder de loep wordt genomen, valt op dat bij de jongeren de drie monumentale panden in de top 3 staan. De top 3 van de ouderen bestaat uit de gebouwen die in een vervallen staat verkeren. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de jongeren meer waarde hechten aan de historische waarde, en dat ouderen meer waarde hechten aan een goed onderhouden gebouw. Het lijkt er verder op dat jongeren het belangrijk vinden alle historische gebouwen te behouden, ongeacht de staat of de functie van het gebouw. De ouderen kijken toch eerst naar de staat van het gebouw. Wanneer het niet zo goed onderhouden is, heeft het voor hen niet zoveel waarde. De kleine verschillen tussen de ouderen en de jongeren zijn moeilijk te verklaren aan de hand van het wel of niet meemaken van de koloniale tijd. Er zijn in de enquêtes geen vragen opgenomen die dit verband direct meten. De verschillen zijn vooral te verklaren door verschillen in interesses en mogelijkheden om zelf mee te helpen de stad op te knappen. 9.3 Vervolg onderzoek De resultaten laten zien dat het gros van de mensen voor behoud van de historische binnenstad is. Ze vinden het belangrijk om de binnenstad te behouden. Dit is vooral te danken aan de identiteitswaarde van de stad. De mensen zijn trots op de binnenstad, en vinden dit deel van de stad bijzonder. Ook de utilitaire waarde wordt erkend. De mensen zijn het minst enthousiast over de esthetische waarde. De uitkomsten van dit onderzoek zijn echter niet representatief. De operationalisatie die bij dit onderzoek uitgevoerd is, had sterker gekund. Bij dit onderzoek zijn maar 7 stellingen meegenomen om de waardering te meten. Het theoretische deel van deze scriptie biedt aanknopingspunten om bij een vervolgonderzoek het draagvlak beter te operationaliseren. Wellicht kan een vervolgonderzoek dan meer duidelijkheid geven over de waardering voor de binnenstad. In dit onderzoek was aandacht voor twee verschillende leeftijdsgroepen. Het is echter ook interessant om te kijken of bijvoorbeeld etniciteit invloed heeft op de waardering en intentie om de binnenstad te behouden. Zoals in hoofdstuk 5 naar voren kwam, zijn volgens Van Dithuijzen bepaalde bevolkingsgroepen minder enthousiast over de binnenstad. De Javanen en de Hindoestanen 78
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
arriveerden rond het einde van de negentiende eeuw in Suriname, waardoor het koloniale centrum voor hen niet zoveel betekenis heeft. Ook de Chinezen zijn relatief laat naar Suriname gekomen. Ook voor hen zal de historische binnenstad minder waarde hebben. De creolen worden liever niet herinnerd aan de huizen waar hun voorouders als slaven werden misbruikt. Uit de theorie komt naar voren dat naast etniciteit ook opleidingsniveau en geslacht invloed kunnen hebben op de waardering. Voor de SGES is het interessant om precies te weten welke groepen meer of minder geïnteresseerd zijn in de binnenstad. Mensen die zich niet zo bekommeren om de historische binnenstad moeten op een andere manier benaderd worden dan mensen die hierover juist wel enthousiast zijn. Als alle mensen op de juiste manier enthousiast gemaakt kunnen worden, zal er voldoende maatschappelijk draagvlak ontstaan. Wanneer er vanuit de bevolking voldoende interesse is om de binnenstad te behouden, zal de politiek daarin mee moeten gaan, en zal er meer geld vrijgemaakt worden voor behoud en onderhoud van de historische binnenstad.
Literatuur Boeken Algemeen Bureau voor de Statistiek (2005), Suriname census 2004, Volume 1, Demografische en Sociale Karakteristieken, Paramaribo. Attema, Y. en J. Keesom (1997), Tropische verrassingen met Hollandse ingrediënten, De zorg voor het gemeenschappelijk erfgoed overzee, In: Rijksdienst voor de Monumentenzorg (ed.), In dienst van het erfgoed, Jaarboek Monumentenzorg, Waanders Uitgevers, Zeist. Bruijne, G.A. de (1976), Geografische Verkenningen 5 Paramaribo, Stadsgeografische studies van een ontwikkelingsland, Unieboek B.V., Bussum. Coeterier, J.F. (1995), De beleving van cultuurhistorische objecten: Een verkennend onderzoek in de Meijerij van Den Bosch, DLO-Staring Centrum, Wageningen. Duineveld, M., M. Koedoot en J. Lengkeek (2004), Constructies van beton & Iemand die tegen zijn hond zegt: ‘vlieg’, Leerstoelgroep Sociaal Ruimtelijke Analyse, Wageningen Universiteit, GSC Van Gils B.V. Wageningen, Wageningen. Ennen, E. (1999), Heritage in Fragments: The Meaning of Past for City Centre Residents, Proefschrift Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen, Groningen.
79
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Ganzeboom, H. (1982), Beleving van Monumenten I, Een onderzoek naar herkenning, waardering en bezichtiging van monumenten uitgevoerd in de binnenstad van Utrecht, Rijksuniversiteit Utrecht, Utrecht. Jacobs, J.M. (1996), Edge of Empire, Postcolonialism and the city, Routledge, London. Jonkhof, J.F., H.J.J. Kroon en W. Timmermans (2000), Verkenning Cultuurhistorie en de Stad, Alterra-rapport 199, Alterra, Research Instituut voor de groene Ruimte, Wageningen. Kerkhof, S. van der (2005), De historische binnenstad van Paramaribo, ongepubliceerd, Universiteit Utrecht, Sociale Geografie, Utrecht. Pater, B. de en H. van der Wusten (1996), Het geografische huis, De opbouw van een wetenschap, Coutinho B.V., Bussum. Pearce, D. e.a. (2002) Review of existing studies, their policy use and future research needs, In: S. Navrud (ed.), Valuing Cultural Heritage, Applying Environmental Valuation Techniques to Historic Buildings, Monuments and Artefacts, Edward Elgar Publishing Ltd., Cheltenham. Pennartz, P.P.J. (1979), Mensen en ruimte, Een studie naar de sociale betekenis van de gebouwde ruimte, Landbouwhogeschool, Vakgroep Wonen, Centrale Offsetdrukkerij Pudoc, Wageningen. Pennartz, P.P.J. (1990), Belevingswaarde van binnenstedelijk gebied, Landbouw Universiteit Wageningen, Vakgroep Huishoudstudies, Wageningen. Rapoport, A. (1982), The meaning of the Built Environment, A Nonverbal Communication Approach, Sage Publications, London. Rijksdienst voor de Monumentenzorg (2002), Een trapgevel in Potsdam, Monumentenzorg over grenzen, Jaarboek Monumentenzorg 2002, Waanders Uitgevers Zwolle, Zwolle. Rose, G. (1995), Place and identity: a sense of place, In: D. Massey (ed.), A Place in the World? Places, Cultures and Globalization, Oxford University Press Inc., New York. Simon, C. (2004), Ruimte voor identiteit, De productie en reproductie van streekidentiteiten in Nederland, Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen, Groningen. Steffen, C. (1972), Perceptieonderzoek en stedenbouw, Technische Hogeschool, Delft.
80
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Temminck Groll, C.L. (1973), De architectuur van Suriname 1667-1930, De Walburgpers Zutphen, Zutphen. Toerisme en Recreatie AVN (2000), Steden herleven, De geschiedenis ontwaakt, In: J.F. Jonkhof (ed.), Verkenning Cultuurhistorie en de Stad, Alterra-rapport 199, Wageningen UR, Wageningen. Waszink, T. (1996), Paramaribo in Suriname, De ontwikkeling van een koloniale stad (1667-1920), ongepubliceerd. Wester, F. (1995), Strategieen voor kwalitatief onderzoek, derde druk, Dick Coutinho,Bussum.
Artikelen Buma, W. (2002, 14 november), Seminar bewustwording cultureel erfgoed, Mooie intenties, maar zijn ze wel haalbaar?, De Ware Tijd. Conclusie seminar cultureel erfgoed, Veel gezamenlijke spanning nodig voor behoud historische binnenstad, De Ware Tijd, 11 november 2002a. Dithuijzen, J. van (2003, 6 mei), Huizen waarin je voorouders slaven waren, De Ware Tijd. Ennen, E. (2004), Gecreëerd erfgoed in Brandevoort, Agora jaargang 20, nummer 2, p. 13-17. Hornis, W. (2003), Nederlands erfgoed in den vreemde, Geografie, jaargang 12, nummer 9, p. 14-16. In verband met aanstaande Monumentendag: Monumentenzorg hoopt op meer begrip en waardering monumenten, De West, 15 september 2003. Gimbrère, S. en J. Kennis (2002), Mutual Cultural Policy Framework, Mutual Cultural Heritage Conference Badung, 27 Februari – 2 March 2002, p. 87-89. Lievois, E. (2004) Erfgoed als trekker voor stadsbezoek, Betekenis in activiteitenpatroon en beleving, Agora, Erfgoed en Planning, jaargang 20, nummer 2, p. 26-28. Overtreders nieuwe Monumentenwet riskeren zware straffen, De Ware Tijd, 20 augustus 2002b. Quarles van Ufford, R.J. (2002), The Mutual Cultural Heritage Strategie in Surinam: an example for other countries?, Mutual Cultural Heritage Conference Badung, 27 Februari – 2 March 2002, p. 31-34. 81
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Renes, H. (2004) Van Beemster tot Borobudur, Geografische kanttekeningen bij de Werelderfgoedlijst, Agora, Erfgoed en Planning, jaargang 20, nummer 2, p. 8-12. Sabajo, M. (2003, 23 mei), Staatsolie geeft 13.000 euro voor onderhoud Gebouw Erfgoed, De Ware Tijd. Yuen, B. (2005) Searching for place identity in Singapore, Habitat International, volume 29, nr. 2, p. 197-214. SGES (z.j.a), Achtergrondinformatie Monumentenzorg t.b.v. programma ‘Infobreak’ ATV, ongepubliceerd. SGES (z.j.b), Betekenis van de plaatsing van de historische binnenstad van Paramaribo op Unesco’s Werelderfgoed lijst,ongepubliceerd. SGES (z.j.c.), Monumentenorganisaties in Suriname, ongepubliceerd. SGES (1999), Concept ontwerpplan voor de oprichting en in bedrijfstelling van de Surinaamse Beheersmaatschappij – SMBM – (Suriname Heritage Management Corporation), CESWO, Paramaribo. SGES (2003), Jaarprogramma 2003, Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (S.G.E.S.), ongepubliceerd.
Websites Antrop, M. en S. Van Damme (1995), Landschapszorg in Vlaanderen: Onderzoek naar criteria en wenselijkheden voor een ruimtelijk beleid met betrekking tot cultuurhistorische en esthetische waarden van de landschappen in Vlaanderen, Universiteit Gent, Vakgroep Geografie, Geciteerd op 30 september 2005, van
. Belvedère (1999), Nota Belvedère, Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting, VNG Uitgeverij, Den Haag, geciteerd op 29 juni 2005, van . Bogaert, N., en W. Dusar, (z.j.), Digitalisering van het ‘cultureel erfgoed’, Instituut voor culturele studies, Dititalisering Cultureel Erfgoed, Geciteerd op 30 september 2005 van . Bruyn, T. de en K. Bachus (2002), Een draagvlak voor duurzame ontwikkeling in België?, Paper voor colloquium Draagvlak voor duurzame ontwikkeling en internationale samenwerking’ te Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, Leuven, Geciteerd op 5 februari 2005 van . 82
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Contect Materclass, Draagvlakversterking (z.j.), 2e Context MasterClass Lecture Draagvlak en de Nederlandse Ontwikkelingsgemeenschap, Geciteerd op 5 februari 2005 van . Develtere, P. en I. Pollet (2002), Onbekend maakt onbemind, Het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking, Paper voor colloquium Draagvlak voor duurzame ontwikkeling en internationale samenwerking’ te Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, Leuven, Geciteerd op 5 februari 2005 van . Fokké, S.A. (2001), Ingezonden: Monumentenzorg heft er niets mee te maken!, Rijksdienst Monumentenzorg, Nieuwsbrief 2001 nr. 2., Geciteerd op 30 september 2005 van . Graaff, R.P.M. de, A.J. Reinhard en J. Vreke (2002), Introductie tot beleving van landschappen, LEI, Rapport 7.02.03, Den Haag, Geciteerd op 30 september 2005 van . Gospodini A. (2002), European cities and place-identity, Discussion Paper Series, 8: 19-36, University of Thessaly Pedion Areos, Geciteerd op 30 september 2005 van <www.prd.uth.gr/research/DP/2002/uth-prd-dp-2002-02_en.pdf>. ICOMOS (2002, april), Paramaribo (Suriname), No 940rev.,Geciteerd op 29 juni 2005 van . Meerjaren Ontwikkelings Programma 2001-2005 (z.j.), Geciteerd op 19 augustus 2005 van <www.surinaminfo.com/download/MOP094.pdf>. Takke, D. (2003), Verantwoord kiezen voor een verantwoord label, Afstudeerscriptie Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, Geciteerd op 30 september 2005 van . Unesco, World Heritage, Cultural Heritage, Geciteerd op 29 juni 2005 van . Unesco, World Heritage in Danger, Geciteerd op 11 november 2005 van .
83
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlagen Bijlage 1 Proefenquête Bijlage 2 Enquête 1 Bijlage 3 Verworpen stellingen Bijlage 4 Enquête 2 Bijlage 5 Interviewverslag bejaardentehuizen Bijlage 6 Persoonlijk leerproces Bijlage 7 Tabellen bij paragraaf 7.3: Intentie behoud binnenstad Bijlage 8 Tabellen bij paragraaf 8.3: Intentie behoud verschillende gebouwen
84
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlage 1 Proefenquête Goedemorgen/middag/avond, mag ik u iets vragen? Ik ben bezig met een onderzoek naar de historische gebouwen (oude huizen, owru oso) in Paramaribo. Dit onderzoek voer ik uit voor de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname. Bent u bekend met deze stichting? (Zo niet, korte uitleg over de doelen en werkzaamheden van de stichting) Ik zou het erg fijn vinden als ik u wat vragen mag stellen. De vragen gaan over hoe u denkt over de historische gebouwen in Paramaribo in het algemeen en over twee gebouwen in het bijzonder (foto’s). Daarnaast wil ik enkele persoonsgegevens noteren. Het beantwoorden van de vragen zal ongeveer vijftien minuten duren. De antwoorden worden vertrouwelijk behandeld.
Persoonsgegevens Geslacht o Man o Vrouw Leeftijd o 11-20 o 21-30 o 31-40 o 41-50 o 51-60 o 61-70 o 71-80 Etniciteit o Chinees o Creool o Hindustaan o Javaan o Indiaan (Inheems) o Marron (Boslandcreool) o Boeroe (afstammeling Hollandse kolonisten) o Libanees o Gemengd o Anders, namelijk ... Wijk o ……….. (naam wijk invullen) Aantal jaren woonachtig in Paramaribo o Vanaf geboorte 85
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
o …. jaar Opleidingsniveau (hoogst genoten) o Geen opleiding o Lager onderwijs o VOJ (Voortgezet onderwijs voor junioren) o Mulo o Lager beroepsgericht onderwijs (LBGO) o Lager technisch onderwijs (LTO) o Lager nijverheidsonderwijs (LNO) o Eenvoudig technisch onderwijs (ETS) o Eenvoudig beroepsonderwijs (EBO) o VOS (Voortgezet onderwijs voor senioren) o HAVO o VWO o Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs o (IMEAO) o Natuurtechnisch Instituut (NATIN) o Pedagogische academie o HBO o Universiteit o Anders, namelijk... Beroepscategorie (wat voor werk doet u?) o (Bruto) Inkomen per maand o Geen inkomen o < SRD 500 o SRD 500-1000 o SRD 1000-3000 o SRD 3000-5000 o > SRD 5000 o Niet bekend
A. Algemene vragen historische gebouwen Erfgoed en stedelijke identiteit 1. Vindt u dat de historische gebouwen de stad mooi maken? o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet
86
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
o Nee o Geen mening Waarom? 2. Vindt u dat de historische gebouwen Paramaribo bijzonder maakt (in vergelijking met andere steden of dorpen)? o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening Waarom? 3. Vindt u dat de historische gebouwen behouden moeten blijven? (vindt u dat de oude gebouwen moeten blijven staan en opgeknapt moeten worden?) o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening Waarom? Erfgoed en sense of place 1. Vindt u het belangrijk dingen van vroeger te bewaren? o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening Waarom? 2. Vindt u een mooie buitenkant van dingen en gebouwen belangrijk? o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening
87
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Waarom? 3. Vindt u oude gebouwen mooi? o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening Waarom? Algemeen 1. Hoe belangrijk zijn de historische gebouwen voor Paramaribo, volgens u? Geef een cijfer tussen de 1 en 10, waarbij 10 de hoogste score is. o1
o2
o3
o4
o5
o6
o7
o8
o9
o 10
Waarom?
2. Hoe belangrijk zijn de historische gebouwen voor uzelf? Geef een cijfer tussen de 1 en 10, waarbij 10 de hoogste score is. o1
o2
o3
o4
o5
o6
o7
o8
o9
o 10
Waarom?
88
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
B. Specifieke vragen historische gebouwen Vragen gebouw A Gebouw en identiteit Paramaribo 1. Vindt u dit gebouw typerend voor Paramaribo? o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening Waarom? 2. Vindt u dat dit gebouw behouden moet blijven? (vindt u dat dit gebouw moet blijven staan en opgeknapt moet worden?) o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening Waarom? Gebouw en sense of place 1. Weet u wat de functie van dit gebouw is? o Ja o Nee 2. Weet u wat de functie van dit gebouw vroeger was? o Ja o Nee 3. Hoe vaak bent u in de buurt van dit gebouw? o Elke dag
o 1x per week o 2x per maand
o 1x per maand
oAnders, namelijk...
89
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Algemeen 1. Hoe belangrijk is dit gebouw voor Paramaribo, volgens u? Geef een cijfer tussen de 1 en 10, waarbij 10 de hoogste score is. o1
o2
o3
o4
o5
o6
o7
o8
o9
o 10
Waarom? 2. Hoe belangrijk is dit gebouw voor uzelf? Geef een cijfer tussen de 1 en 10, waarbij 10 de hoogste score is. o1
o2
o3
o4
o5
o6
o7
o8
o9
o 10
Waarom? Vragen gebouw B Gebouw en identiteit Paramaribo 1. Vindt u dit gebouw typerend voor Paramaribo? o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening Waarom? 2. Vindt u dat dit gebouw behouden moet blijven? (vindt u dat dit gebouw moet blijven staan en opgeknapt moet worden?) o Ja o Gedeeltelijk wel en gedeeltelijk niet o Nee o Geen mening Waarom? Gebouw en sense of place 1. Weet u wat de functie van dit gebouw is? o Ja o Nee
90
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
2. Weet u wat de functie van dit gebouw vroeger was? o Ja o Nee 3. Hoe vaak bent u in de buurt van dit gebouw? o Elke dag
o 1x per week o 2x per maand
o 1x per maand
oAnders, namelijk...
Algemeen 1. Hoe belangrijk is dit gebouw voor Paramaribo, volgens u? Geef een cijfer tussen de 1 en 10, waarbij 10 de hoogste score is. o1
o2
o3
o4
o5
o6
o7
o8
o9
o 10
Waarom? 2. Hoe belangrijk is dit gebouw voor uzelf? Geef een cijfer tussen de 1 en 10, waarbij 10 de hoogste score is. o1
o2
o3
o4
o5
o6
o7
o8
o9
o 10
Waarom?
Dit waren mij vragen. Heeft u nog op- of aanmerkingen? Of wilt u nog iets weten? Ik wil u hartelijk bedanken voor uw tijd en openhartigheid.
91
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlage 2 Enquête 1 Goedemorgen/middag/avond, mag ik u iets vragen? Ik ben bezig met een onderzoek naar de historische gebouwen (oude huizen, owru oso) in Paramaribo. Dit onderzoek voer ik uit voor de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname. Deze stichting zet zich in voor het behoud van de oude, historische gebouwen. Ik zou het erg fijn vinden als ik u wat vragen mag stellen. De vragen gaan over hoe u denkt over de historische gebouwen in Paramaribo in het algemeen en over twee gebouwen in het bijzonder (zie foto’s). Daarnaast wil ik enkele persoonsgegevens noteren. Het onderzoek wordt gedaan om te kijken hoe de bevolking van Paramaribo denkt over de historische gebouwen en de historische binnenstad. Het beantwoorden van de vragen zal ongeveer vijftien minuten duren. De antwoorden worden vertrouwelijk behandeld.
Persoonsgegevens 1. Geslacht o Man o Vrouw 2. Leeftijd o 11-20 o 21-30 o 31-40 o 41-50 o 51-60 o 61-70 o 71-80 3. Etniciteit o Chinees o Creool o Hindustaan o Javaan o Indiaan (Inheems) o Marron (Boslandcreool) o Boeroe (afstammeling Hollandse kolonisten) o Libanees o Gemengd o Anders 4. Woonplaats? (woonplaats noteren) o
92
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Ga door met vraag 7 als u niet in Paramaribo woont 5. Woonachtig in Ressort (in Paramaribo) o Weg naar zee o Welgelegen o Tammenga o Latour o Pontbuiten o Flora o Munder o Centrum o Beekhuizen o Livorne o Rainville o Blauwgrond
6. Vanaf geboorte woonachtig in Paramaribo? o ja o nee, ik woon nu ……. jaar in Paramaribo (aantal jaren invullen) 7. Opleidingsniveau (hoogst genoten opleiding aankruisen indien u niet meer studeert, als u nog studeert dan opleiding aankruisen waar u nu mee bezig bent) o Geen opleiding o Lager onderwijs o Mulo o Lager beroepsgericht onderwijs (LBGO) o Lager technisch onderwijs (LTO) o Lager nijverheidsonderwijs (LNO) o Eenvoudig technisch onderwijs (ETS) o Eenvoudig beroepsonderwijs (EBO) o HAVO o VWO o Instituut voor Middelbaar Economisch en Administratief Onderwijs (IMEAO) o Natuurtechnisch Instituut (NATIN) o Pedagogische academie o HBO o Universiteit o Anders 8. Beroepscategorie (Wat voor werk doet u / studeert u? U kunt meerdere opties aankruisen) o Landbouw o Visserij o Mijnbouw o Industrie 93
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
o o o o o o o o o o o o o
Gas, elektriciteit, water Bouw Verkoop en reparatie Horeca en toerisme Transport, opslag en communicatie Financiele dienstverlening (incl. verzekering, pensioenen) Zakelijke dienstverlening (incl. onroerend goed, ICT, onderzoek en ontwikkeling) Onderwijs Gezondheidszorg en sociale dienstverlening Overheid / Lanti Student Anders Werkloos
9. (Bruto) Inkomen per maand (zakgeld, inkomen van ouders/familie telt niet als inkomen) o Geen inkomen o < SRD 500 o SRD 500-1000 o SRD 1000-3000 o SRD 3000-5000 o > SRD 5000 o Niet bekend
94
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Hieronder staan een aantal stellingen. Wilt u aangeven in hoeverre u het eens/oneens bent met deze stellingen? Dit kunt u doen door één cijfer achter de stelling te omcirkelen. De cijfers hebben de volgende betekenis: 1 = helemaal mee oneens 2 = gedeeltelijk mee oneens 3 = geen mening / weet niet 4 = gedeeltelijk mee eens 5 = helemaal mee eens Dit deel van de enquete heeft betrekking op de historische binnenstad. Het gaat om het gebied tussen de Tourtonnelaan, Klipstenenstraat, Heiligenweg, Waterkant en de Sommeldijksekreek. 1. De historische panden verhogen de sfeer in de binnenstad
1 2 3 4 5
2. Historische gebouwen horen thuis in de binnenstad
1 2 3 4 5
3. Moderne gebouwen zijn beter voor het imago van de binnenstad dan de oude panden
1 2 3 4 5
4. De historische binnenstad is uniek in de wereld
1 2 3 4 5
5. De historische binnenstad is vervallen
1 2 3 4 5
6. De historische binnenstad is ouderwets
1 2 3 4 5
7. Je kunt je goed vermaken in de historische binnenstad
1 2 3 4 5
8. Er is op elk moment van de dag wat te doen in de binnenstad
1 2 3 4 5
9. De historische binnenstad heeft veel problemen, zoals criminaliteit, zwerfafval en verkeersdrukte
1 2 3 4 5
10. De historische binnenstad laat zien hoe de stad er vroeger uitzag
1 2 3 4 5
11. De slecht onderhouden gebouwen in de binnenstad maken de stad lelijk
1 2 3 4 5
12. De historische binnenstad is interessant voor toeristen
1 2 3 4 5
13. De historische binnenstad is mooier dan andere delen van Paramaribo
1 2 3 4 5
14. De inwoners van Paramaribo moeten trots zijn op de
1 2 3 4 5
95
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
binnenstad 15. De binnenstad heeft goede winkelmogelijkheden
1 2 3 4 5
De volgende stellingen hebben betrekking op gebouw A (zie foto) 1. Dit gebouw is mooi vanwege de vorm, de stijl en het materiaal
1 2 3 4 5
2. Dit gebouw is zeldzaam en uniek
1 2 3 4 5
3. Het is niet erg dat dit gebouw er vervallen uitziet of er in de toekomst vervallen uit zou gaan zien
1 2 3 4 5
4. Dit gebouw laat zien hoe het vroeger was
1 2 3 4 5
5. Ik vind dit gebouw boeiend omdat het zo anders is dan moderne gebouwen
1 2 3 4 5
6. Door dit gebouw kan ik me beter in een andere tijd verplaatsen
1 2 3 4 5
7. Dit gebouw heeft geen belangrijke functie gehad in het verleden 1 2 3 4 5 8. Dit gebouw past niet goed in de binnenstad omdat het een 1 2 3 4 5 andere uitstraling heeft 9. Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven
1 2 3 4 5
De volgende stellingen hebben betrekking op gebouw B (zie foto) 1. Dit gebouw is mooi vanwege de vorm, de stijl en het materiaal
1 2 3 4 5
2. Dit gebouw is zeldzaam en uniek
1 2 3 4 5
3. Ik vind het niet erg dat dit gebouw er vervallen uitziet of er 1 2 3 4 5 in de toekomst vervallen uit zou gaan zien 4. Dit gebouw laat zien hoe het vroeger was
1 2 3 4 5
5. Ik vind dit gebouw boeiend omdat het zo anders is dan moderne gebouwen
1 2 3 4 5
6. Door dit gebouw kan ik me beter in een andere tijd verplaatsen
1 2 3 4 5
96
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
7. Dit gebouw heeft geen belangrijke functie gehad in het verleden 1 2 3 4 5 8. Dit gebouw past niet goed in de binnenstad omdat het een 1 2 3 4 5 andere uitstraling heeft 9. Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven
1 2 3 4 5
Dit waren mijn vragen. Heeft u nog op- of aanmerkingen? Of wilt u nog iets weten? Ik wil u hartelijk bedanken voor uw tijd en openhartigheid.
97
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlage 3 Verworpen stellingen Uit de scriptie is al naar voren gekomen, dat zich problemen voorgedaan hebben bij de analyse van de stellingen in de eerste enquête. Sommige stellingen bleken niet te meten wat ermee bedoeld was. De stellingen uit de eerste enquête voldoen niet aan de gewenste Cronbach’s Alfa van 0,7. Stellingen waarbij de Likertschaalmethode van toepassing is, moeten betrouwbaar zijn. Alle items moeten gedeeltelijk hetzelfde meten, in dit geval de waardering ten aanzien van de historische binnenstad. Aan de hand van de Cronbach’s Alpha kan de betrouwbaarheid van de stellingen bepaald worden. Deze Cronbach’s Alpha kan variëren tussen de 0 en de 1. De test is betrouwbaar als die tussen de 0,6 en 0,8 ligt. Bij dit onderzoek is de Alpha veel te laag. Ook na het herhaaldelijk verwijderen van stellingen, werd niet aan de ondergrens voldaan. Daarom is na een kritische blik op de enquête gebleken, dat bepaalde stellingen niets te maken hadden met het meten van draagvlak, waardering of intentie, zoals ik bedoeld had. De stelling ‘De historische panden verhogen de sfeer in de binnenstad’ bijvoorbeeld, wordt geacht iets te zeggen over de esthetische waarde van de binnenstad. Maar deze stelling zegt meer over de gebouwen in de binnenstad dan over de binnenstad in zijn geheel. Ook de stelling ‘Moderne gebouwen zijn beter voor het imago van de binnenstad dan de oude panden’, is niet helemaal geschikt om de esthetische waarde te meten. Wat mensen van het imago van de stad vinden, kan niet gekoppeld worden aan de mening over de schoonheid van de stad. De stelling ‘De historische binnenstad is ouderwets’, geeft niet echt een oordeel over de esthetische waarde. Als iemand de stad ouderwets vindt, wil dat niet perse zeggen dat diegene de stad niet mooi vindt. Voor mij heeft ouderwets een negatieve bijklank, veel dingen die ik ouderwets vind, waardeer ik laag. Maar dat hoeft niet bij iedereen het geval te zijn. Er zijn ook mensen die van ouderwetse dingen houden. Daarnaast is de term ‘ouderwets’ subjectief. De een zal er alles uit het verleden mee bedoelen, een ander kan er iets wat uit de mode is, mee bedoelen. De laatste stelling die ik heb verwijderd omdat die naar mijn idee toch niet de esthetische waarde van de binnenstad meet, is ‘De slecht onderhouden panden maken de stad lelijk’. Deze vraag gaat niet over de binnenstad, maar om de slecht onderhouden gebouwen in de binnenstad. Een betere stelling was geweest:’ de binnenstad is slecht onderhouden’. De hierboven genoemde stellingen zijn dan ook niet meegenomen bij de analyse. Ook bij de stellingen die de identiteitswaarde van de binnenstad meten, zijn twee stellingen afgekeurd. ‘De historische gebouwen laten zien hoe de stad er vroeger uitzag’, meet niet wat ik ermee bedoeld had. Ik wilde meten wat de mensen vinden van de historiciteit van de binnenstad en of ze het belangrijk vinden om de stad van vroeger te bewaren. Dat is echter niet wat deze stelling meet. Daarnaast is de stelling ‘De historische binnenstad heeft goede winkelmogelijkheden’ niet bij de analyse meegenomen. Van de stellingen die de utilitaire waarde van de binnenstad meten, zijn er uiteindelijk twee verworpen. De stellingen ‘Er is op elk moment van de dag wat te doen in de binnenstad’ en ‘De historische binnenstad heeft veel problemen, zoals criminaliteit, zwerfafval en verkeersdrukte’ meten niet wat het nut van de 98
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
binnenstad is. De eerste stelling meet niet of mensen in hun behoeften kunnen voorzien in de binnenstad. De tweede stelling was in eerste instantie opgenomen om te kijken of er aspecten zijn die de utilitaire functie van de stad aantasten. Hierdoor is die stelling echter moeilijk te vergelijken met de andere stellingen. Al deze stellingen zijn uit het onderzoek verwijderd. Toch wil ik de lezer laten zien wat de uitkomsten zijn geweest van deze verworpen stellingen. Ze zeggen misschien niets over de esthetische waarde, de identiteitswaarde of de utilitaire waarde, ze geven wel een algemeen beeld van hoe de respondenten over de binnenstad en de historische gebouwen denken.
Verworpen stellingen bij Esthetische waarde In de stad zijn veel vervallen gebouwen te vinden. Deze gebouwen worden niet of nauwelijks onderhouden. Deze gebouwen zijn wel een wezenlijk onderdeel van de binnenstad. Meer dan driekwart van de respondenten vindt dat door de aanwezigheid van de slecht onderhouden gebouwen de stad zijn charme verliest (zie tabel 7.8). Hoe meer vervallen gebouwen er zijn, hoe lelijker de stad ervaren wordt. Helemaal mee oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening / weet niet Gedeeltelijk mee eens Helemaal mee eens
5% 4% 12% 22% 57%
Tabel 7.8 Stelling 11: De slecht onderhouden gebouwen in de binnenstad maken de stad lelijk De vorige tabellen laten zien dat men de stad en de gebouwen in de stad niet echt mooi vindt. Maar vindt de bevolking de stad misschien wel smaakvol? Welke uitstraling heeft de stad volgens zijn inwoners? 83% van de ondervraagden vindt dat de historische gebouwen de sfeer in de binnenstad (gedeeltelijk) verhoogt (zie tabel 7.9). Ondanks de oude gebouwen gebruikt men het begrip ouderwets, wat een enigszins negatieve bijklank heeft, niet graag. Meer dan de helft van de respondenten vindt de stad niet ouderwets (zie tabel 7.10). Helemaal mee oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening / weet niet Gedeeltelijk mee eens Helemaal mee eens
5% 4% 7% 33% 51%
Tabel 7.9 Stelling 1: De historische panden verhogen de sfeer in de binnenstad
99
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Helemaal mee oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening / weet niet Gedeeltelijk mee eens Helemaal mee eens
40% 13% 19% 13% 15%
Tabel 7.10 Stelling 6: De historische binnenstad is ouderwets Ook is er aan de mensen gevraagd of ze de binnenstad liever anders zien qua uiterlijk. Hier zijn de meningen over verdeeld. 18,4% vindt dat moderne gebouwen niet beter zouden zijn voor het imago van de binnenstad, 15,4 % is het gedeeltelijk oneens met de stelling. Van de mensen die het wel eens is met de stelling, is 18,4 % het helemaal eens en 25,7% gedeeltelijk eens (zie tabel 7.11). Deze groep ziet dus liever moderne gebouwen in de binnenstad, dan de oude historische gebouwen. Helemaal mee oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening / weet niet Gedeeltelijk mee eens Helemaal mee eens
18% 15% 22% 26% 18%
Tabel 7.11 Stelling 3: Moderne gebouwen zijn beter voor het imago van de binnenstad dan de oude panden *Verschil ouderen vs. jongeren De meningen van de ouderen en de jongeren verschillen niet heel veel van elkaar wat de esthetische waarde betreft. Wat wel opvalt is dat jongeren positiever denken over de moderne gebouwen in de binnenstad dan de ouderen. Als alle stellingen worden bekeken die over de esthetische waarde van de binnenstad gaan, zijn er geen grote verschillen te ontdekken bij de twee leeftijdsgroepen. Wel blijkt dat ouderen met hun mening dichter bij elkaar liggen. Bij de jongeren zijn de antwoorden nogal verdeeld. Het is dus onmogelijk om harde conclusies te trekken over wat jongeren van de esthetische waarde vinden. Verworpen stellingen bij Identiteitswaarde Zo’n 40% vindt dat de historische gebouwen ook daadwerkelijk een historische waarde hebben. Zij vinden dat de historische gebouwen een afspiegeling zijn van hoe de stad er in het verleden uitzag. 24% is het hier gedeeltelijk mee eens. Zij vinden misschien dat alleen bepaalde gebouwen in de stad het beeld van vroeger laten zien. Toch is er door de jaren heen volgens 27% van de respondenten veel 100
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
veranderd in de binnenstad (zie tabel 7.15). Dit komt waarschijnlijk door de vele moderne gebouwen in de stad. Ook de branden die veel houten gebouwen in de as hebben gelegd hebben het aanzicht van de stad veranderd. Daarnaast was de stad vroeger minder vervuild dan nu, en werden de straten en trottoirs beter onderhouden. Helemaal mee oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening / weet niet Gedeeltelijk mee eens Helemaal mee eens
16% 11% 9% 24% 40%
Tabel 7.15 Stelling 10: De historische binnenstad laat zien hoe de stad er vroeger uitzag *Verschil ouderen vs. jongeren Over het algemeen scoort historische waarde van de binnenstad lager bij de ouderen. De ouderen vinden dat de stad minder goed laat zien hoe het er vroeger uitzag, dan de jongeren. Verworpen stellingen bij Utilitaire waarde Een belangrijke functie van de binnenstad is dat mensen er inkopen kunnen doen, die verschillend van aard kunnen zijn. De ondervraagden vinden over het algemeen dat je goed kunt winkelen in de binnenstad, 70 % van de respondenten is (enigszins) tevreden met de winkelmogelijkheden. Slechts 12% kan niet helemaal in zijn behoeften voorzien in de binnenstad (zie tabel 7.17).
Helemaal mee oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening / weet niet Gedeeltelijk mee eens Helemaal mee eens
6% 6% 20% 26% 45%
Tabel 7.17 Stelling 15: De binnenstad heeft goede winkelmogelijkheden 20% vindt dat er op bepaalde tijden in de stad niet zo veel te doen is (tabel 7.20). De rest vindt dat er wel op elk moment van de dag iets te beleven valt in de binnenstad.
101
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Helemaal mee oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening / weet niet Gedeeltelijk mee eens Helemaal mee eens
13% 7% 22% 22% 35%
Tabel 7.20 Stelling 8: Er is op elke moment van de dag wat te doen in de binnenstad Men heeft echter niet alleen lof over de utilitaire waarde van de stad. De behoeftevervulling wordt geremd door de problemen in de binnenstad. Meer dan 80% van de respondenten vindt dat de stad (te) veel problemen heeft (zie tabel 7.21). Deze problemen belemmeren de uiteindelijke utilitaire waarde van de binnenstad. Door de problemen wordt de binnenstad minder leefbaar, waardoor mensen minder graag in de binnenstad komen. Helemaal mee oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening / weet niet Gedeeltelijk mee eens Helemaal mee eens
4% 4% 8% 20% 64%
Tabel 7.21 Stelling 9: De historische binnenstad heeft veel problemen, zoals criminaliteit, zwerfafval en verkeersdrukte *Verschil ouderen vs. jongeren De jongeren kunnen beter in hun behoeften voorzien dan de ouderen. Tijdens de vraaggesprekken met de bejaarden bleek dat zij veel hinder ondervinden van de vervallen staat van de straten. De losliggende tegels, de kapotte stoepen en de vele auto’s op de weg en geparkeerd op de stoepen zorgen ervoor dat de ouderen moeite hebben om zich door de binnenstad te bewegen. Zij ondervinden veel hinder als zij in de binnenstad boodschappen gaan doen, omdat zij minder mobiel zijn dan jongeren. Het blijkt erg lastig te zijn om je met een rollator of elektronische rolstoel door de binnenstad te bewegen. De ouderen doen hun dingen liever dichter bij huis, zodat ze de ongemakken van de binnenstad kunnen vermijden. In de binnenstad zijn veel cd-winkels, klerenwinkels, schoenenwinkel en souvenirwinkels. Deze winkels voldoen meer aan de behoeften van jongeren (en toeristen). De ouderen hebben vraag naar andere artikelen, die niet zo gauw in deze winkels te vinden zijn. Dat de ouderen liever niet in de binnenstad komen, kan invloed hebben op de esthetische waarde en de identiteitswaarde. Als zij zich niet zo prettig voelen in de binnenstad, zullen zij zich er ook minder verbonden mee voelen, en de schoonheid van de stad minder snel inzien.
102
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlage 4 Enquête 2
Persoonskenmerken (kruis het rondje aan dat op u van toepassing is, maximaal 1 kruisje per vraag) 1. Geslacht 0 Man 0 Vrouw 2. Leeftijd 0 11-30 0 31-50 0 51-80+ 3. Etniciteit 0 Chinees 0 Creool 0 Hindustaan 0 Javaan 0 Indiaan (Inheems) 0 Marron (Boslandcreool) 0 Boeroe 0 Libanees 0 Gemengd 0 Anders 4. Opleidingsniveau 0 Geen opleiding 0 Lager onderwijs 0 Mulo 0 Lager beroepsgericht onderwijs (LBGO) 0 Lager technisch onderwijs (LNO) 0 Lager nijverheidsonderwijs (LNO) 0 Eenvoudig beroepsonderwijs (EBO) 0 Havo 0 Vwo 0 Imeao 0 Natin 0 Hbo 0 Universiteit 5. Woonplaats 103
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
0 Paramaribo, in de wijk/ressort (kruis aan in welke wijk u woont): ° Weg naar zee ° Welgelegen ° Tammenga ° Latour ° Pontbuiten ° Flora ° Munder ° Centrum ° Beekhuizen ° Livorne ° Rainville ° Blauwgrond ° ik weet het niet, maar ik woon in de straat:...................... (straatnaam invullen op stippellijn) 0 Niet in Paramaribo, maar in ............................. (plaatsnaam invullen op stippellijn) -> ga verder met vraag 7 6. Hoe lang woont u al in Paramaribo? 0 mijn hele leven, vanaf mijn geboorte 0 niet mijn hele leven, maar ongeveer ....... jaar (aantal jaren invullen op stippellijn)
104
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Enquête-vragen 7. Als ik mag beslissen hoe de overheid 6 miljoen SRD moet verdelen dan zou ik het als volgt verdelen (per onderwerp het aantal SRD invullen op de stippellijn):
................ SRD verbeteren van kwaliteit ziekenhuizen ................ SRD verbeteren van onderwijsmateriaal ................ SRD aanpak criminaliteit ................ SRD opknappen binnenstad ................ SRD verbeteren wegen en afwatering ................ SRD stimuleren van culturele activiteiten ---------------6.000.000 SRD Totaal De Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname, afgekort de SGES, is een stichting die zich inzet voor het beschermen van de historische binnenstad. Zij wil de oude historische gebouwen in de binnenstad beschermen. De stichting vindt het belangrijk dat de binnenstad er mooi uitziet, dat de gebouwen er netjes en schoon uitzien en dat de gebouwen die er nu staan niet gesloopt worden. 8. Als ik 1.000 SRD zou krijgen die ik alleen mag gebruiken om goede doelen te steunen, dan zou ik: 0 niets van het bedrag doneren aan de SGES, maar aan andere doelen geven die ik belangrijker vind 0 een gedeelte van het bedrag doneren aan de SGES, namelijk ...................... SRD (bedrag invullen op stippellijn), en het andere gedeelte aan andere belangrijke doelen doneren 0 het hele bedrag doneren aan de SGES 9. Als ik 400.000 SRD zou winnen met de lotto, dan zou ik: 0 niets van het bedrag doneren aan de SGES 0 een gedeelte van het bedrag doneren aan de SGES, namelijk .................... SRD (bedrag invullen op stippellijn) 0 het hele bedrag doneren aan de SGES 10. Ik wil in mijn huidige financiële situatie: 0 geen geld doneren aan de SGES 105
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
0 één keer een bedrag doneren aan de SGES, namelijk ....................... SRD (bedrag invullen op stippellijn) 0 elke maand ..................... SRD doneren aan de SGES (bedrag invullen op stippellijn) 11. Als de SGES een maandelijks tijdschrift uit zou geven over de historische binnenstad en het cultureel erfgoed, dan zou ik: 0 tegen betaling een abonnement op dit tijdschrift willen 0 geen abonnement willen, maar dit tijdschrift wel gratis willen lezen bijvoorbeeld bij de kapper of bij familie 0 niet geïnteresseerd zijn in de inhoud van het tijdschrift en het niet willen lezen 12. Als de SGES een dag zou organiseren met verschillende activiteiten om de aandacht te vragen voor de binnenstad, zoals een open dag, een lezing of een stadswandeling, dan zou ik: 0 graag meedoen aan de activiteiten, zodat ik de binnenstad beter leer kennen 0 alleen meedoen aan de activiteiten als ik die dag echt niks anders te doen heb 0 niet meedoen met de activiteiten, omdat ik het me niet zo leuk lijkt of omdat ik er geen tijd voor heb 13. De SGES kan vrijwilligers gebruiken om activiteiten te organiseren om de mensen in Paramaribo bewust te maken van de historische binnenstad. Ik wil me in mijn vrije tijd: 0 graag een keer inzetten voor de stichting, bijvoorbeeld met het mee helpen organiseren van een open dag, het mee helpen organiseren van een stadswandeling door de historische binnenstad of het organiseren van andere leuke activiteiten 0 tegen een kleine vergoeding inzetten voor de SGES, bijvoorbeeld met het meehelpen organiseren van een open dag, het meehelpen organiseren van een stadswandeling door de historische binnenstad of het organiseren van andere leuke activiteiten 0 niet inzetten voor de SGES, ik heb andere, belangrijkere dingen te doen in mijn vrije tijd
106
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
14. Als er een dag georganiseerd zou worden om de binnenstad schoon te maken, en de historische gebouwen te wassen en te verven dan zou ik: 0 graag meehelpen met het schoonmaken en verven 0 misschien meehelpen met het schoonmaken en verven 0 niet meehelpen met het schoonmaken en verven, want dat moeten de eigenaren van de gebouwen zelf doen 15. Als ik 600.000 SRD zou mogen verdelen om de volgende gebouwen op te knappen (zie foto’s) dan zou ik het als volgt verdelen (per gebouw het aantal SRD invullen op de stippellijn):
................ SRD Restaurant Kerkplein ................ SRD Kathedraal ................ SRD Winkelpand Keizerstraat ................ SRD Ministerie van Financiën ................ SRD Officiersgebouw Fort Zeelandia ................ SRD Kantoorgebouw Lim A Po ---------------600.000 SRD Totaal einde van de enquête
Hartelijk bedankt voor het invullen van de enquête! Heeft u nog vragen of opmerkingen over deze enquête? Laat het me dan alstublieft weten.
107
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlage 5 Interviewverslag bejaardentehuizen Interviewverslag Huize Emma 1. Deze meneer vindt het belangrijk dat de oude gebouwen gerenoveerd worden. Het is belangrijk dat de gebouwen en ook de stad er netjes uitzien. Een groot probleem in de stad zijn de slecht onderhouden straten en de vervallen huizen. Hij vindt de oude historische gebouwen bijzonder, vanwege hun stijl. Maar hij vindt ze wel een beetje ouderwets. Moderne gebouwen vindt hij mooier. Als er in de stad een leeg erf is, kan daar het beste een modern gebouw, van steen, neergezet worden. Hij vindt de afwisseling van modern en oud mooi. Dit vind je vooral in de binnenstad terug, dus hij vindt de binnenstad het mooiste gedeelte van Paramaribo. De oude gebouwen moeten wel blijven, en gerestaureerd worden. Het liefst met duurzame materialen, zoals steen. Hij vindt stenen gebouwen mooier, en steen is beter materiaal. De oude gebouwen laten zien hoe het vroeger was, ze zijn een weerspiegeling van de geschiedenis. 2. Deze mevrouw is helemaal weg van de stenen, moderne gebouwen. Maar volgens haar zijn de huizen van nu niet zo stevig, de oude gebouwen zijn van betere kwaliteit. Het is belangrijk om de gebouwen te behouden, vanwege de hun geschiedenis. Het is belangrijk dat jongeren wat van de historie afweten, dat ze weten welke functies de gebouwen hebben gehad. De binnenstad is niet echt uniek of bijzonder, maar het is wel belangrijk om het te behouden vanwege de historische waarde. De stad is niet ouderwets te noemen, maar historisch. Vroeger was het erg gezellig in de binnenstad, nu is er veel overlast. Te veel auto’s en de straten worden niet goed onderhouden. Het is belangrijk goed onderhoud uit te voeren, zowel aan de huizen als aan de straten. Toeristen komen naar de stad, en dan is het belangrijk dat alles er netjes uitziet. 3. Er zijn nu allemaal nieuwe gebouwen in de stad, die er vroeger nog niet waren. De binnenstad van Paramaribo is mooi, de gebouwen zijn een symbool van het verleden. De oude gebouwen moeten daarom opgeknapt worden. De oude gebouwen zijn mooier dan de moderne gebouwen. In de stad kun je goed winkelen, en kun je gezellig zitten. Wel vervelend dat de straten niet goed onderhouden zijn. Mevrouw is best trots op de binnenstad, ze zou er ook best wel willen wonen. De renovatie van de panden, en het onderhoud moet betaald worden door de eigenaren van de gebouwen. 4.
108
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Er is veel veranderd in de stad, in vergelijking met vroeger. Veel huizen zijn getroffen door de brand en zijn verdwenen. De stad heeft een goede sfeer, het meest positieve punt van de stad zijn de mooie, oude gebouwen. De monumenten moeten goed beschermd worden, maar ook de niet-monumentale panden zijn belangrijk. Ze zijn even belangrijk. In de stad kun je je goed vermaken, het is gezellig en er is veel te doen. Een nadeel is het vuil op straat en het parkeerprobleem. De binnenstad is niet het mooiste deel van Paramaribo. Moderne huizen zijn mooier, en de nieuwe bouwprojecten zijn mooier dan de binnenstad. In de binnenstad mogen best meer moderne gebouwen gebouwd worden. Ook als de rest van de straat nog in de oude stijl gebouwd is. De oude gebouwen moeten gerenoveerd worden. Toeristen willen een mooie schone stad zien. Ook voor de bewoners van Paramaribo moet de stad netjes zijn. 5. Het is lang geleden dat mevrouw in de binnenstad is geweest. Na het zien van de foto’s kan ze zich weer wat meer herinneren. Ze vindt de gebouwen op de foto’s erg mooi. Vooral de balkonnetjes, en de dakpannen bij het officiershuis op Fort Zeelandia. De houten huizen horen bij de vroegere tijd. Nu worden er meer stenen gebouwen gebouwd. Stenen huizen zijn mooier dan houten huizen. De houten huizen ziet ze wel als iets typisch Surinaams. Dat heeft niks met de Nederlanders te maken. Er moet niet alleen aandacht zijn voor de monumentale panden, maar alle gebouwen moeten opgeknapt worden, zodat de stad er netjes uit ziet. De kathedraal en het Ministerie van Financiën zijn belangrijke gebouwen, belangrijker dan de gebouwen op de andere foto’s. Er is geen twijfel over dat deze belangrijke gebouwen behouden moeten worden. 6. De sfeer in de stad is leuk, soms is het er wel fijn. Maar er zijn ook vaak aanrijdingen en ruzies, dat is niet plezierig. De stad ziet er niet zo netjes uit. De vervallen gebouwen moeten opgeknapt worden. Het maakt niet uit met welk materiaal, steen of hout, als het er maar weer netjes uitziet. De oude gebouwen zijn gebouwd in de Surinaamse stijl. Soms zie je ook wel een beetje Nederlandse dingen terug. Welke kan mevrouw niet aangeven. Sommige oude monumentale panden doen wel een beetje denken aan de koloniale tijd. De binnenstad is niet perse mooier dan andere delen van Paramaribo. De binnenstad is te druk. En niet alle gebouwen zijn mooi. Als de gebouwen opgeknapt worden, wordt de sfeer al meteen veel beter. Stenen gebouwen in de binnenstad zijn goed. Deze zijn beter van kwaliteit en het materiaal is duurzamer. Mevrouw heeft vroeger in een houten huis gewoond, dus kent de ongemakken van houtluis, verf dat afbladdert etc. 7. Mevrouw vindt het leuk in de binnenstad. Nu komt ze er niet meer, maar vroeger ging ze vaak winkelen en wandelen door de stad. De houten huizen zijn typisch iets van Suriname. Maar ze vindt de stenen huizen mooier.
109
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
In de stad vindt ze het centrum het mooiste. Alleen wel problemen, zoals de vervallen huizen, de zwervers en de brandstichting. Voor toeristen is de stad veel te lelijk, door de slecht onderhouden gebouwen. Ze is niet echt trots op de binnenstad, ook weer door de vervallen huizen. De stad ziet er nog wel grotendeels uit als vroeger, er is wel wat veranderd. Sommige gebouwen zijn afgebrand. De overheid moet betalen om de gebouwen te renoveren. De mensen kunnen zelf het geld niet missen. 8. De mooiste dingen van Paramaribo zijn de vele kerken. De houten huizen zijn ook mooi. Maar de kapotte gebouwen zijn niet leuk en niet mooi. Ze vindt het belangrijk om dingen van de geschiedenis te weten en te bewaren. Het is belangrijk dat iedereen weet wat de gebouwen voor functies hadden in het verleden. Ook jongeren moeten goed beseffen wat er in de geschiedenis gebeurd is. Er is niet zoveel veranderd. De straten zijn hetzelfde, alleen de markt en de politie zijn nu ergens anders. De binnenstad is het mooiste deel van de stad, ze heeft zelf aan de gravenstraat gewoond, wat ook in de binnenstad is. Ze is wel trots op de oude gebouwen, dat die nog bewaard zijn. De verhalen van vroeger zijn mooi, en de gebouwen helpen een beetje om het verhaal te vertellen. De stijl van de gebouwen lijkt wel een beetje op de Nederlandse stijl. Zo is de kerk in Zeist bijna hetzelfde als de grote kerk in Paramaribo. Voor toeristen is de binnenstad leuk om te zien, met de mooie gebouwen. De houten gebouwen hebben hun tijd gehad, tegenwoordig wordt er niet meer zo gebouwd. Maar de oude gebouwen zijn een deel van de geschiedenis en moeten onderhouden worden. Moderne gebouwen zijn ook mooi. Oude en nieuwe gebouwen mogen best naast elkaar staan, maar het liefst alles in dezelfde stijl. 9. Stenen en houten huizen kunnen gewoon samen in de stad staan, naast elkaar. De oude huizen moeten wel blijven bestaan, om de jeugd te laten zien hoe het vroeger was. De oude houten gebouwen zijn typisch Surinaams, ze zijn deel van de Surinaamse cultuur. Moderne gebouwen zijn belangrijk voor de stad. In de stad zijn veel voorzieningen. De binnenstad is mooi. Hij is er trots op, de gebouwen doen denken aan vroeger. De hedendaagse moderne stijl vindt hij niet zo mooi. Jongeren weten niet zo goed hoe het vroeger was. Daarom moeten de gebouwen opgeknapt worden. Goede renovatie en onderhoud is het belangrijkste voor de binnenstad.
Interviewverslag Ashiana
110
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
10. Paramaribo is een oude stad. De binnenstad is mooi door de oude gebouwen. Het is goed om te zien hoe het vroeger was, de gebouwen zijn onderdeel van de geschiedenis. Sommige huizen zijn wel vervallen, maar tegenwoordig wordt steeds meer opgeknapt. Om brandgevaar te voorkomen, moet hout vervangen worden door steen. Het bedrijfsleven en de overheid moeten samen betalen voor het onderhoud van de oude panden. 11. De oude gebouwen moeten in de oorspronkelijke staat gebracht worden. In de binnenstad staan mooie houten gebouwen. De Waterkant is een fijne plaats om te zitten. Het is wel erg druk in de stad, te druk eigenlijk. De winkels zouden uit de binnenstad moeten verdwijnen, dan wordt het rustiger. De drukte in de binnenstad zorgt voor problemen. De slecht onderhouden gebouwen zijn lelijk, en maken de stad lelijker. De stad zou een nieuw gezicht moeten krijgen, dus alle gebouwen moeten opgeknapt en goed onderhouden worden. De binnenstad is niet mooier dan andere delen. In sommige andere wijken staan mooie, grote gebouwen. Meneer is wel een beetje trots op de binnenstad. De stad is toch best wel bijzonder, het laat zien hoe het vroeger was. Onderhoud is heel erg belangrijk. Het bedrijfsleven en de overheid moeten zorg dragen voor het onderhoud, ook financieel. Als de stad er mooi uitziet, dank omen er meer toeristen en dan kan er geld verdiend worden aan de binnenstad. Ook moet de geschiedenis van de stad opgeschreven worden in een boek, waarin staat wat de functie is geweest van de verschillende gebouwen. Die boeken kun je dan ook weer aan de toeristen verkopen. Het Waaggebouw doet nog denken aan de koloniale tijd, daar warden de goederen gewogen. De rest van de stad heeft niet echt iets met de koloniale tijd te maken. 12. Het is belangrijk dingen van vroeger te bewaren, ook voor de jeugd. De historische gebouwen zijn mooier dan de moderne gebouwen. De moderne gebouwen en de winkels zijn wel nodig, maar het is toch anders dan vroeger. Volgens meneer voelen veel mensen zich niet thuis bij de moderne gebouwen. De stad kun je niet ouderwets noemen, een betere term is historisch. Een groot probleem in de stad is het drukke verkeer. De stad is interessant voor toeristen, omdat de stad er anders uitziet dan de steden in Nederland. 13. De stad is heel erg vervallen. Het is ook niet meer zoals het vroeger was, er is veel veranderd. De stad is wel een beetje ouderwets met al die oude panden. De binnenstad is plezierig, er is altijd wel iets te doen. Maar de vervallen panden maken de stad lelijk, renovatie is erg belangrijk. Nederland is mede verantwoordelijk voor het behoud. Zij moeten mee betalen aan renovatie en onderhoud. Het is toch deels Nederland. En Nederland heeft
111
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
tijdens de koloniale jaren niets goeds gedaan, ze zijn vertrokken en hebben alles chaotisch achtergelaten. Daarom moeten ze meebetalen aan de historische panden in Paramaribo.
Interviewverslag Prinses Magriet 14. #97 Moderne gebouwen en de historische gebouwen kunnen gewoon naast elkaar staan. Liefst moeten de moderne gebouwen wel in dezelfde stijl gemaakt worden als de historische gebouwen. Belangrijke problemen zijn het vuil op straat en de wateroverlast/ slecht afwateringssysteem. De overheid moet mensen aansporen en leren om mensen hun rommel op te laten ruimen In de gebouwen is niks van een Hollandse stijl terug te zien. Dat is op de Nederlandse Antillen wel anders. 15. #98 Veel gebouwen in de binnenstad zijn gemoderniseerd. Ze laten dus niet echt zien hoe het vroeger was. Maar ze hebben wel historische waarde. 16. #99 Problemen: de kapotte wegen in de stad zijn erg hinderlijk. Ook het parkeerprobleem is groot. Een ander probleem is het grote aantal zwervers. Deze problemen maken de stad niet aantrekkelijk voor toeristen. Als de huizen in zoverre vervallen zijn dat ze niet meer te renoveren zijn, moeten ze gewoon weg. Maar men moet de gebouwen goed bijhouden en netjes maken. 17. #100 De historische gebouwen horen bij de stad, mits ze opgeknapt en netjes zijn. De stad is niet mooi, omdat de huizen niet onderhouden worden. Er zijn ook veel zwervers in de stad, waardoor het vervelend is in de stad. De stad is voor toeristen redelijk aantrekkelijk, maar het binnenland heeft ze meer te bieden dan de binnenstad. N.B. Veel mensen wonen nu in Paramaribo, maar zijn een tijdje in het buitenland geweest. Ook wonen ze nu in een bepaald gedeelte van de stad, waar ze vroeger niet woonden. Veel mensen zeggen dat ze in het centrum hebben gewoond. Zij weten dus goed hoe het vroeger was, en merken op dat er toch wel veel veranderd is.
Interviewverslag Fatima Oord 18. #1 Oude gebouwen zijn mooi, deze vrouwen houden van historie. De oude gebouwen moeten gerenoveerd worden in dezelfde stijl als het gebouw. Moderne gebouwen zijn ook mooi. Oud en nieuw kan prima naast elkaar staan. 112
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
De binnenstad van Paramaribo is niet het mooiste gedeelte van de stad, de buitenwijken zijn mooier met al het groen en het water. De binnenstad is niet ouderwets. Er is veel veranderd in de stad. In de stad is veel te doen, je kunt er goed winkelen. Maar het is eigenlijk te druk, er zijn meer auto’s dan mensen lijkt het wel. Inwoners moeten zeker trots zijn op de binnenstad. Voor Surinamers is de stad leuk. Toeristen komen graag in de binnenstad. Keizerstraat: mooi gebouw, door de oude stijl. Moet behouden blijven, ook in hout gerenoveerd worden. Dit is mooier dan de moderne stijl gebouwen. Het past goed bij de binnenstad, omdat dit gebouw net als de binnenstad oud is. Vroeger zag dit gebouw er ook wel zo uit, er is een beetje aan veranderd. Financiën: De klok is kapot, je mist wel het slaan van de klok. Het is wel een mooi gebouw, en het past goed bij de binnenstad, want het heeft er altijd al gestaan. Het is een bijzonder gebouw, het laat ook zien hoe het vroeger was, het is een antiek gebouw. Het heeft een belangrijke functie. 19. #2 Paramaribo heeft een mooie binnenstad, als het gerenoveerd wordt tenminste. De gebouwen moeten onderhouden worden. Opknappen is goedkoper dan een nieuw gebouw er neer zetten. Moderne gebouwen zijn ook mooi. Het is mooi als oud en nieuw door elkaar staan. Alle wijken van Paramaribo zijn even mooi, je kunt ze eigenlijk ook niet met elkaar vergelijken. En iedereen vindt iets anders mooi, iedereen heeft een eigen smaak. Als jongeren geïnteresseerd zijn in de binnenstad, zal de stad later ook wel behouden blijven. De binnenstad heeft geen problemen. Of mevrouw trots is op de binnenstad, dat weet ze niet, daar kan ze geen antwoord op geven. Iedereen heeft een andere smaak. Keizerstraat: Dit is een vervallen gebouw, moet gerepareerd worden. Het past goed bij de binnenstad, het is ook wel een mooi gebouw. Het is bijzonder, omdat ze nu niet meer zo gebouwd worden. Financiën: Dit is een mooi gebouw, Het is bijzonder omdat het van steen is. Het is heel anders dan de andere gebouwen in de stad, door de klok en de gavel. Het past goed bij de binnenstad, omdat het er al lang staat. Het heeft een belangrijke functie en daarnaast wordt het zo niet meer gebouwd, dus moet het behouden blijven. 20. #3 Er zijn mooie gebouwen in de binnenstad. Er is veel veranderd vergeleken met vroeger. De oude gebouwen moeten bewaard blijven, want ze worden zo niet meer gemaakt, ze zijn heel erg oud. Ouderwetse gebouwen moeten wel bewaard blijven, die moderne gebouwen niet perse. Problemen in de stad zijn vooral het verkeer, het is te druk op straat. Elke wijk heeft een andere functie, en heeft eigen kenmerken, dat kun je niet met elkaar vergelijken. De oude gebouwen zijn belangrijk. Ze is trots op de binnenstad door de aanwezigheid van de oude gebouwen.
113
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Keizerstraat: Dit gebouw is niet meer te repareren, het moet gesloopt worden. Er kan dan een modern gebouw gebouwd worden op die plaats. Oude en nieuwe gebouwen naast elkaar maakt niet uit. 21. #4 Monumenten moeten behouden blijven. Niet-monumenten mogen alleen weg als ze niet opgeknapt kunnen worden. Verval ontsiert, men kan het vervallen gebouw dan beter slopen. De sfeer in de stad is goed, de mix tussen oud en nieuw is mooi. Steen is langduriger dan hout, steen ziet er netjes en keurig uit. Moderne gebouwen zijn beter voor het imago, steen is mooier. De binnenstad is wel mooier dan andere wijken. De stad heeft wel problemen, zoals criminelen en zwervers. Keizerstraat: Dit is een mooi gebouw. Het is een uniek gebouw, er zijn niet zoveel van zo’n huizen. Het is gebouwd in de oude stijl. Het past goed bij de binnenstad, het is hetzelfde als de andere ouderwetse huizen. Deze stijl zie je niet meer. Als de gebouwen vervallen raken, dan ontsiert het de stad, dan moeten de gebouwen gesloopt worden. Financiën: Dit gebouw moet blijven! Het is bijzonder. Als kind is mevrouw er veel geweest. Het is een mooi gebouw en het past goed bij de omgeving, bij het onafhankelijkheidsplein. Het heeft een belangrijke functie. 22. #5 De stad is mooi als het onderhouden wordt. De oude huizen moeten verbouwd worden. De eigenaren moeten dan geld kunnen lenen bij de regering. Moderne gebouwen zijn niet mooi, de houten huizen zijn veel mooier. Ze zijn ook fijner, je kunt gewoon op blote voeten lopen. Ook de buitenkant van de houten gebouwen zijn mooier. De binnenstad is het mooiste gedeelte van de stad. Er is wel veel veranderd in vergelijking met vroeger. Ook is er veel criminaliteit in de stad. Keizerstraat: geen bijzonder gebouw, niet bekend met het gebouw. Niet echt een mening.
Interviewverslag Prinses Beatrix 23. Ik heb aan tafel met 4 vrouwen gesproken. Voornamelijk met drie bewoners, maar ook het hoofd van het bejaardenhuis is erbij komen zitten. Het is jammer dat ze niks aan de vervallen huizen doen. Een goed voorbeeld hiervan is het stenen huis (ston oso). Het is verschrikkelijk zoals het er nu uit ziet. Als kind zag je hoe het was, nu zie je dat alles in elkaar stort. Er is veel veranderd. De oude gebouwen zijn belangrijk voor de dames. Als kind hebben ze die veel gezien, het is een soort symbool voor hun jeugd jaren. Restaureren is beter dan slopen. Je kunt de oude gebouwen niet wegdenken. Ze moeten blijven staan in de binnenstad. Ze moeten niet met steen bouwen in de binnenstad, dan gaat het mooie eraf. Het is nu niet meer fijn om in de stad te wandelen. In de avonduren is het gevaarlijk met de criminelen en de zwervers. Overdag is het ook gevaarlijk, maar 114
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
dan vooral door de kapotte trottoirs en al het vuil dat op straat ligt. De binnenstad is wel het mooiste deel van de stad, ondanks de vele rommel. De middagmarkt zorgt voor veel drukte in de stad. Mannen plassen gewoon zomaar overal, er zijn veel plaatsen in de stad waar het gewoon heel erg stinkt naar urine. De stad is niet ouderwets, het is historisch. Alle gebouwen moeten beschermd worden, ondanks hun functie of dat ze monumentaal zijn of niet. Het is belangrijk voor het aangezicht van de stad. De hele omgeving moet aangepakt worden. Het is niet goed als er naast een heel mooi opgeknapt gebouw een vervallen gebouw staat. Misschien dat kunstenaars het wel mooi vinden. Maar alle gebouwen moeten gewoon gerenoveerd worden. De eigenaren moeten betalen voor het onderhoud. Het is hun huis. Maar vaak zitten de eigenaren van de vervallen gebouwen in het buitenland. Zij geven er niks om dat hun gebouw bijna in elkaar stort. Ministerie van Financiën: prachtig gebouw, jammer dat de klok het niet meer doet. Het is een bijzonder gebouw, omdat het van steen is. Het past goed bij de omgeving van het onafhankelijkheidsplein. Ook omdat het zo goed onderhouden is. Keizerstraat: Dit is een mooi gebouw. Het is alleen niet goed onderhouden, als het gerenoveerd zou worden, zou het echt een prachtig gebouw zijn. De stad kan wel heel mooi worden als al die gebouwen opgeknapt zouden worden. Fort Zeelandia: Dit is een mooi gebouw, met mooie dakpannen en de notenboom die er naast staat. Het is een echt Surinaams gebouw. Het past goed bij de binnenstad, als het maar zo mooi onderhouden blijft. De gebouwen aan de Waterkant zijn prachtig. Ze mogen wel weer een keertje gewassen worden, ze zijn helemaal zwart van de viezigheid. Onderhoud is heel erg belangrijk. Het is niet zo’n leuk werk, en het is ook veel werk. Lim A Po: Past goed bij de stad, het is een mooi gebouw. Het past ook goed bij de straat. Verder niet zoveel bijzonderheden bij dit gebouw. Kathedraal: dit is een bijzonder gebouw. Het is een antiek gebouw. Het past goed bij de omgeving. Het is mooi om het oude en het nieuwe bij elkaar te zien. De kathedraal staat naast het moderne gebouw van de Surinaamse bank, maar dat is juist mooi. Jongeren moeten weten welke gebouwen vroeger belangrijk waren. Kerkplein: dit is ook een bijzonder gebouw. Het past goed bij de rest van de straat. Het is een leuke ontmoetingsplaats. Je kunt na het wandelen en het winkelen lekker iets drinken. Een ontmoetingsplaats is belangrijk, dat moet behouden blijven. De bovenkant van het gebouw is heel mooi, met die dakgevels.
Interviewverslag Majella 24. #1 Deze mevrouw komt niet meer in de binnenstad. Het gesprek loopt een beetje stroef, ze vertelt niks uit zichzelf, ze is niet zo’n prater. Ze vindt dat Paramaribo een mooie binnenstad heeft. Veel winkels zijn verdwenen vergeleken met vroeger. Veel houten gebouwen zijn weg, het zijn er nu niet meer zoveel als vroeger. De oude houten gebouwen zijn erg mooi. Ook de moderne stenen gebouwen zijn mooi. Oud en nieuw zijn even mooi. Beide hebben zo z’n voordeel, de houten huizen zijn stevig, de stenen huizen zijn luxer. 115
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Monumentale gebouwen moeten bewaard blijven, omdat ze monumentaal zijn. De eigenaar van de panden moet betalen voor het onderhoud. ‘s Avonds is de sfeer in de stad heel goed, met al die lichtjes. Het lijkt dan net op Parijs. Kathedraal: dit is een monumentaal gebouw, het moet opgeknapt worden, want het is niet meer in goede staat. Het past goed bij de stad omdat hier Gods woord gepredikt wordt. Financiën: Dit is een belangrijk gebouw. Het past goed bij de stad. Het is belangrijk dat het onderhouden wordt. Zeelandia: Mooi Surinaams gebouw. Alle gebouwen moeten behouden en onderhouden worden. Als het opgeknapt is, dan is het mooi voor toeristen. Problemen in de stad zijn de kapotte wegen en de vervallen gebouwen. Hier moet iets aan gedaan worden. Buiten de stad is het rustiger, dat is wel fijn. Andere wijken zijn ook mooi, er is niet echt 1 wijk die de mooiste is (dus ook niet de binnenstad). 25. #2 De oude gebouwen moeten opgeknapt worden. De oudheid van de stad moet bewaard en behouden worden. Net als bij fort Zeelandia moeten de oude gebouwen gerestaureerd worden. De oude gebouwen laten zien hoe het vroeger was, dat moet nu nog getoond worden. Alle oude gebouwen zijn even belangrijk. Misschien kan de stad wel ouderwets genoemd worden, maar ze zijn toch wel belangrijk.De oudheid moet terug te zien zijn in de stad. Stenen moderne gebouwen zijn minder mooi. Problemen in de stad moeten aangepakt worden. Vooral ‘s avonds is het een beetje gevaarlijk in de stad. Alles moet met de tijd meegaan. Eigenaren kunnen het onderhoud niet betalen, daarom moet de overheid meehelpen bij de financiering. Voor toeristen is de stad wel aantrekkelijk, mits de zwervers weggehaald worden uit de stad. Meneer is wel trots op de binnenstad, doordat er zoveel oude gebouwen in de stad staan. 26. #3 De oude gebouwen in de stad moeten beschermd worden. Men ziet dan hoe het vroeger was. Het is zonde dat men niks aan de kathedraal doet. Alle gebouwen moeten bewaard blijven. (Mevrouw besteed echter meer aandacht aan de bekende, belangrijke gebouwen) Oud moet met nieuw samengaan. We leven in een moderne tijd, dat moet dus kunnen. Zonder oud is er geen nieuw. De binnenstad is heel belangrijk, daar ben je mee opgegroeid. Je kent alles in de binnenstad. Het zegt dus meer dan andere wijken. Het is zo mooi omdat het nog van vroeger is.
116
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Ze is wel trots op de binnenstad, omdat er zoveel oude gebouwen van vroeger staan. Er is vergeleken met vroeger toch wel het een en ander veranderd. Er zijn verschillende gebouwen bijgebouwd. De gebouwen worden toch wel goed onderhouden. De vervallen gebouwen moeten opgeknapt worden. Vervallen huizen zijn niet charmant voor de stad. Belangrijk probleem in de stad is het parkeren. Een oplossing is een parkeergarage (net als bij Kersten). Voor toeristen is de stad interessant door de aanwezigheid van die oude gebouwen, van de oudheid. Als bejaarde die slecht ter been is, is het lastig om in de stad te wandelen. Er is niet zoveel vermaak, en wandelen is moeilijk. De stad is niet ouderwets. Ze is erg trots op de stad. Het is ‘onze’ stad, die hoort bij ‘ons’.
Interviewverslag Fatima Oord 2 27. #1 Houten huizen zijn prettig om in te wonen, niet zo heet als stenen huizen. De stad is nu maar lelijk met al die zwervers. De nieuwe gebouwen in de stad zijn wel aantrekkelijk. De oude huizen zijn eigenlijk wel mooi, maar omdat ze zo vervallen zijn, zijn ze dat niet meer. ‘Mijn hart bloed als ik als die vervallen gebouwen zie’. Als alles opgeknapt zou worden, zou de binnenstad het sieraad zijn van Suriname. Het is vervelend om in de stad te wandelen. De vele zwervers, de rommel en de kapotte straten zorgen ervoor dat de stad niet netjes is. Nederland moet nog schuldbetalingen doen. Dat geld kan gebruikt worden om de stad op te knappen. ‘Ston oso’, dat gebouw is zo vervallen, dat is zonde. In Suriname wordt over het algemeen niet veel aan onderhoud gedaan. Maar onderhoud is heel belangrijk. Financiën: Dit is echt een heel mooi gebouw. Mevrouw kwam hier vroeger vaak (om haar loon op te halen). Het is een monument, het is een heel oud gebouw. Daarom past het zo goed bij de stad, omdat het oud is. Het ziet er nog net zo uit als vroeger, alleen de klok doet het niet meer. Het is een Nederlands gebouw, het is tenslotte gebouwd in de koloniale tijd. Ze hebben toen hele mooie dingen gebouwd. Keizerstraat: Dit huis lijkt wel een beetje op het ouderlijk huis van mevrouw. Het is een mooi gebouw, het is oud. Het is een Surinaams gebouw, wel oud, maar toch wel Surinaams. Het gebouw is niet zo goed onderhouden. De eigenaar moet het opknappen, moet goed zorgen voor het gebouw. Het past goed in de binnenstad. Je kunt dit gebouw en het oude gedeelte van de stad niet wegdenken uit de stad.
117
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
28. #2 Sommige plaatsen in de stad zijn beter geworden, de Domineestraat en het centrum zijn een beetje opgeknapt. De oude vervallen huizen mogen ‘wel een beetje weg’. Zij zorgen voor brandgevaar. De binnenstad is niet ouderwets. Het is wel oud. De nieuwe stenen gebouwen zijn wel mooi, ze zien er nieuw en netjes uit. In de stad is veel te doen, er zijn vergeleken met vroeger veel meer winkels bijgekomen. Als je de binnenstad vergelijkt met andere districten, zijn de districten ook wel mooi, zijn rustiger. Toerisme is minder geworden. Er zijn wel vaak toeristen in de stad te zien, zij zullen de stad dan toch wel mooi vinden. De eigenaren van de panden moeten de panden onderhouden, zij moeten er voor betalen. De meeste gebouwen in de stad zijn van particulieren, die moeten zelf hun pand onderhouden. Financiën: dit gebouw is vaak gerestaureerd, ziet er goed onderhouden uit. Het is een soort monument met die toren. Het is gebouwd in de Nederlandse stijl, uit de slaventijd. Het gebouw past goed in de binnenstad, het is ook een oud gebouw en het wordt vaak opgeknapt (net als de andere gebouwen in de binnenstad). 29. #3 Er zijn veel nieuwe gebouwen bijgekomen in de stad. Er zijn nog wel veel oude gebouwen. Als het kan moeten deze gerepareerd worden, als dat niet kan moeten ze gesloopt worden. De eigenaren moeten dan het pand verkopen als ze het niet kunnen onderhouden. De stad is niet ouderwets, er is veel veranderd. Er zijn wel meer problemen in de stad, bijvoorbeeld de dieven. Sommige gebouwen in de stad zijn wel heel erg vervallen. Toch vindt ze de binnenstad wel mooier dan andere wijken. Er zijn veel winkels in de stad. Er zijn teveel auto’s en de straten zijn kapot. Alle gebouwen in de stad moeten opgeknapt worden, dus niet alleen de belangrijke gebouwen. Kerkplein: dit gebouw is niet zo mooi. De bovenkant van het gebouw is niet goed onderhouden. Het is een oud gebouw. Het past niet zo goed in de binnenstad. Het moet opgeknapt worden. Kathedraal: hier is ze gedoopt, heeft ze de communie gedaan en is ze getrouwd. Het is een belangrijk gebouw voor haar. Het is een echt Surinaams gebouw, het staat er al jaren. De stenen gebouwen die nu gebouwd worden zijn te hoog. De houten gebouwen zijn mooier. Steen is wel duurzamer. In de stad zijn veel kapotte straten, die moeten gemaakt worden. Er zijn ook teveel auto’s in de stad. 30. #4 Het is een rommel in de stad. Het is heel druk door het vele verkeer. Er is een parkeerprobleem, er staan allemaal auto’s op straat.
118
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
De oude huizen, daar moeten ze iets aan doen, maar er is geen geld voor. Sommige huizen moeten opgeknapt worden, anderen mogen wel gesloopt worden. De monumenten moeten goed beschermd worden, maar je merkt niks van de monumentenzorg. In de stad kun je je wel vermaken, je kunt goed winkelen en je kunt ook wel gezellig zitten in de stad. Het is belangrijk dat de stad schoner wordt. Er mogen best boetes uitgedeeld worden aan mensen die vuil op straat gooien. Buiten de stad is het mooi en rustig, de binnenstad is veel te druk. Die stenen huizen zijn veel te hoog, het lijken wel flats. In Suriname moeten niet van die grote torens gebouwd worden. Sommige van die huizen zijn niet eens mooi. Houten gebouwen hebben zo z’n charme, vooral als ze opgeknapt zijn. Lim A Po: Dit is een oud gebouw, heeft de charme van vroeger, uit de slaventijd. Deze gebouwen hebben allemaal een speciale betekenis, omdat ze zo oud zijn. Het past goed bij de binnenstad. Fort Zeelandia: Dit is uit de slaventijd, uit de koloniale periode. Het is een Nederlands huis, het is in een andere stijl gebouwd dan de Surinaamse huizen. 31 #5 De straten in de stad hebben vervelende tegels. Die liggen vaak los en dan stoot je je voet eraan, of je valt op straat. De auto’s die op het trottoir staan zijn lastig, dan moet je over de straat lopen. Ze moeten de oude gebouwen in de stad mooier maken, want het zijn eigenlijk wel mooie gebouwen. Als ze niet opgeknapt kunnen worden, of ze kunnen het niet betalen, dan moeten ze gesloopt worden en dan kan er een nieuw gebouw geplaatst worden. De stad is druk met mensen en de huizen zijn nu lelijk, omdat ze zo vervallen zijn. Sommige wijken zijn wel mooier dan de binnenstad, bijvoorbeeld Combe, die heeft van die mooie palmbomen. Mevrouw is niet zo trots op de binnenstad. Er zijn teveel vervelende kapotte straten en vervallen huizen. Andere problemen zijn de zwervers en de verslaafden. Als oudere vrouw kun je niet meer zo goed door de stad wandelen. Maar ze gaat soms wel naar het postkantoor of naar de drogisterij. Als er iets leuks te doen is in de stad dan gaat ze er heen. Lim A Po: houten gebouw, is mooi, is goed geschilderd. Het staat in de stad dus het past er goed bij, het ziet er fraai uit. Het is een echt Surinaams huis, door bijvoorbeeld het balkon. Fort Zeelandia: Dit gebouw herkent ze meteen. Het staat er, dus het hoort bij de stad. Of het moet blijven is moeilijk te zeggen, dat is voor iedereen anders.
Interviewverslag Huize Albertine 32. De stad is erg veranderd, het is er niet mooier op geworden. Het is wel moderner geworden, maar niet mooier. Zijn oude gebouwen mooier? Echt wel! Door de technische details, het vakwerk en het vakmanschap. Die moeten allemaal 119
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
bewaard blijven. De gebouwen van Justitie, Sociale zaken en Financiën zijn prachtige gebouwen. Veel gebouwen in de stad zijn echter vervallen en ook de straten zijn vervallen. De gebouwen moeten gerenoveerd worden, de eigenaren moeten daar verantwoordelijkheid voor nemen. Overheidsgebouwen moeten dus door de overheid onderhouden worden, particulieren gebouwen door de eigenaren. Als het gebouw niet meer te renoveren is, dan moet het gesloopt worden. Het liefst moet er dan op dezelfde plaats weer een gebouw in de oude stijl gebouwd worden. Modern en oud gaan overigens wel goed samen in de stad. De oude gebouwen in de stad schitteren nog, er zijn veel mooie technieken in terug te vinden. Het is echt Surinaams vakmanschap. De techniek is erg knap, het wordt tegenwoordig niet meer zo gedaan. Het is een wonder dat met vroeger al zo kon bouwen. Het Waaggebouw is werkelijk een gouden gebouw. Ston Oso daarentegen is verschrikkelijk om te zien. Het is een belangrijk gebouw, want het komt uit de slaventijd. De jeugd ziet het belang van de oude gebouwen niet zo in.Ze zien de oude gebouwen over het hoofd. Alle gebouwen in de binnenstad zijn belangrijk, ongeacht functie van nu of in het verleden. Dus alle gebouwen moeten behouden blijven. De renovatie moet uitgevoerd worden door mensen die daar verstand van hebben, het moet goed en degelijk gebeuren. Meneer is ontzettend trots op de oude gebouwen. Ze zijn eenvoudig, maar toch bijzonder. Lim A Po straat: Dit is een mooi gebouw, het mag zeker niet afgebroken worden. Het laat zien hoe het vroeger was en het past goed bij de binnenstad Fort Zeelandia: meneer kent dit gebouw niet onmiddellijk. Hij vindt het wel een mooi huis, het doet een beetje Europees aan. De dakpannen komen uit Europa. Keizerstraat: Dit moet wel bewaard blijven. Het wijkt wel een beetje af van de oude stijl, het neigt al een beetje naar het moderne. Het krijgt geen prijs voor de oude bouwconstructie, het is ook wel vervallen. De balken zijn niet van hardhout. Financiën: Dit gebouw past bij de binnenstad. Het is een echte souvenir. In de kelder zijn graven van slaven. Kathedraal: Dit is echt een mooi gebouw, het is een gebouw om bang van te zijn. Het is een absoluut Surinaams gebouw. Past goed bij de binnenstad. Kerkplein: dit gebouw komt hem niet meteen bekend voor. Het is wel een mooi gebouw. Past goed bij de binnenstad omdat het van hout is. Het is een echt Surinaams gebouw. 33. De houten huizen zijn verschrikkelijk mooi. Alle gebouwen zijn mooi vanwege de oude stijl, hoe ze gebouwd zijn. Die moderne gebouwen zijn helemaal niet mooi. In de binnenstad moeten eigenlijk alleen houten gebouwen staan. De eigenaren van de panden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en renovatie. De binnenstad is erg mooi, omdat het zo oud is. Hij is best trots op de binnenstad. De stad heeft helemaal geen problemen.
120
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
De straten zijn wel ouderwets, maar de huizen niet. Hopelijk komen toeristen naar de stad om naar de mooie gebouwen te kijken. Er is door de jaren heen toch wel het een en ander veranderd in de stad. Het ziet er niet meer uit zoals vroeger. 34. De oude gebouwen mogen in de stad blijven, daar heeft meneer geen bezwaar tegen, mits ze onderhouden worden. Als ze er slecht onderhouden uitzien, ontsieren ze de stad. Wat niet gerenoveerd kan worden, of als de eigenaar het niet kan betalen om het pand op te knappen, moet het gesloopt worden. Anders komen er allemaal insecten en zwervers op af. Als het gesloopt wordt, kan er op dezelfde plaats een modern gebouw van steen gebouwd worden. Oud en nieuw kunnen goed naast elkaar staan. Het ligt aan de eigenaar, wat die er mee wil doen. Moderne gebouwen zijn mooier. Eigenlijk mag de stad best afgebroken worden en dat er dan nieuwe moderne gebouwen geplaatst worden. De stad is niet echt ouderwets, het blijft veranderen, er komen steeds nieuwe gebouwen en winkels bij. Er is veel veranderd in de stad. De straten zijn geasfalteerd en er zijn veel nieuwe gebouwen bijgekomen. Het lijkt niet echt meer op vroeger. De binnenstad is niet echt mooier dan andere wijken. Andere wijken hebben mooie grote gebouwen, die villawijken. Die grote mooie huizen heb je niet in de binnenstad. Er is veel te doen in de stad, je kunt er goed winkelen en wandelen. Maar het vuil op straat is wel heel erg vervelend, net als de zwervers. De binnenstad is niet zo bijzonder, is niet echt uniek. 35. Stenen gebouwen zijn mooier, maar houten gebouwen zijn fijner om in te wonen. De oude gebouwen moeten bewaard blijven, omdat het zo oud is, dat is mooi. De binnenstad is mooier dan andere wijken door de aanwezigheid van die oude houten gebouwen. Het geeft een mooie indruk, de binnenstad. Er is veel veranderd in de stad, de huizen en de winkels zijn veranderd. Hij is geboren en opgegroeid in de stad. Hij is ook erg trots op de stad, het is helemaal niet ouderwets. Er is veel te doen in de stad. ‘s Avonds zijn er wel veel rovers, dan moet je goed oppassen. Van de binnenstad zijn de huizen het mooiste. Nu zijn veel gebouwen in steen veranderd. In de stad is de criminaliteit wel hoog, je moet niet met sieraden over straat lopen.
121
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
122
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlage 6 Persoonlijk leerproces Kwantitatief onderzoek doen bleek moeilijker dan gedacht. Ik ben er achtergekomen dat er verschillende valkuilen zijn bij dit soort onderzoek. Helaas kwam ik daar te laat achter. Achteraf zie ik de kuilen redelijk scherp, en voortaan zal ik op mijn hoede zijn. Fouten maken is niet erg, je leert er immers van. Wel is het belangrijk dat je deze fouten inziet, erkent en er een oplossing voor probeert te bedenken. In deze bijlage wil ik laten zien wat ik geleerd heb van het scriptieproces, en wat ik in de toekomst anders zou doen. 1. Operationalisatie Voor je aan de uitvoering van een onderzoek begint, moet kristalhelder zijn wat je wil bereiken met je enquêtes: WAT WIL JE METEN? Aan de hand van de literatuur moet je dimensies opstellen, daarna moeten deze dimensies geoperationaliseerd worden. Bij mijn onderzoek is dit niet voldoende gebeurd. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat mijn vraagstelling tussendoor veranderd is. In eerste instantie wilde ik meten of de historische binnenstad een onderdeel is van de identiteit van Paramaribo. Dit bleek vrij lastig te onderzoeken. Toen heb ik de nadruk gelegd op het meten van draagvlak. De literatuur die ik had verzameld, was echter gericht op het oude onderwerp, waardoor het moeilijk was een sterke operationalisatie van het begrip draagvlak te maken. Toen ik uiteindelijk een testenquête had uitgevoerd onder 10 Havo-studenten, was ik niet tevreden over de resultaten. Er waren weinig verschillen tussen de 10 respondenten. Mijn gedachte was toen dat de enquête niet voldeed. Ik was immers op zoek naar verschillen. Ik vond dat ik een nieuwe enquête moest maken. Ik wist op dat moment niet zo goed welke stellingen ik dan wel moest gebruiken. Ik was bang weer een enquête te maken die niet goed was. Daarom leek het me handig om de stellingen van een vorig onderzoek naar de historische binnenstad te gebruiken. Zo kon de SGES immers ook makkelijker de onderzoeken (van Stijn van der Kerkhof en die van mij) met elkaar vergelijken. Achteraf, tijdens de analyse, zag ik pas in dat die stellingen niet zo goed bij mijn scriptie pasten. Ze meten niet wat ik ermee bedoeld had. Om toch een enigszins verantwoorde analyse te kunnen maken, heb ik de stellingen opnieuw bekeken, en de slechte stellingen verwijderd. Zolang je kunt verantwoorden waarom je bepaalde stellingen toch niet meegenomen heb bij de analyse, is het verantwoord om de stellingen te verwerpen. Voorkomen is echter beter dan genezen. De volgende keer zal ik meer tijd vrij maken om tot een sterke operationalisatie te komen. 2. Respondenten Voor een representatief onderzoek zijn veel respondenten nodig. Hoeveel respondenten je nodig hebt voor een representatief onderzoek staat echter niet vast. Het is belangrijk dat je te weten komt hoe groot je populatie is. Wanneer je het vermoeden hebt dat deze populatie te groot is, moet je een subgroep uit die populatie selecteren, mits je die keus kunt beargumenteren. In eerste instantie was mijn populatie de gehele bevolking van Paramaribo. Dit was een te grote groep, dus heb ik me gericht op jongeren en ouderen. De jongeren waren 123
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
makkelijk aan te spreken, bij de ouderen bleek dat moeilijker dan verwacht. Zoek van tevoren dus goed uit of je steekproef-respondenten goed bereikbaar zijn. Enquêteren en interviewen kost veel tijd en energie. Je bent afhankelijk van anderen, waardoor iets soms langer duurt dan dat je zelf had ingepland. Ben je daar van bewust. Als je naar het buitenland gaat, moet je ook rekening houden met de cultuur van de bevolking. In Suriname zijn mensen vaak geneigd het met je eens te zijn, en met je mee te praten. Dat is voor een onderzoek niet prettig. Daarom is doorvragen heel erg belangrijk, en dat gaat het beste met een interview. Wellicht kun je in bepaalde landen beter diepte-interviews afnemen dan enquêtes om betrouwbare resultaten te krijgen. 3. SPSS Wanneer je een kwantitatief onderzoek uitvoert, zul je de data-analyse in veel gevallen met SPSS uit moeten voeren. Het is dan ook verstandig om vooraf te bekijken welke functies van SPSS je wilt gebruiken. Anders is de kans groot dat je later allerlei tabellen en grafieken gaat maken, die eigenlijk helemaal niet bruikbaar zijn. Dit is tijd- en energieverspilling. Dus houdt altijd je doel voor ogen. Weet je niet meer wat het doel precies was, zorg dan dat dat weer helder wordt. Ook moet je er rekening mee houden dat de stellingen van de enquête iets moeten zeggen over wat je wilt meten. Wanneer dat niet het geval is, en bijvoorbeeld de Cronbach’s Alpha te laag is en het model niet significant is, is het de vraag of verdere berekeningen nuttig zijn. Je kunt in ieder geval geen harde conclusies trekken. Wel kun je de resultaten gebruiken om een algemeen beeld te schetsen, om een indicatie te geven van wat er speelt. Ik heb ervoor gekozen om de stellingen die naar mijn mening niet geschikt waren voor het onderzoek, te verwijderen. Daardoor zijn er uiteindelijk maar 7 van de 15 stellingen overgebleven. Die 7 stellingen meten wel de verschillende waarderingen, maar ik kan nu niet zeggen dat de waarderingen optimaal geoperationaliseerd zijn. Er zijn nog onderdelen van de esthetische waarde, de identiteitswaarde en de utilitaire waarde, die geen aandacht hebben gekregen. 4. Fouten herkennen en er iets mee doen Ik had ergens wel een gevoel dat de enquête niet helemaal goed was. Maar tegelijkertijd wist ik niet hoe ik het kon verbeteren. Daarom ben ik toch met de enquête aan de slag gegaan. Op dat moment dacht ik: ik maak er straks bij de analyse wel een mooi verhaal van. Toen had ik in moeten grijpen en me nog eens moeten bezinnen over de stellingen in de enquête. Een enquête is immers de basis van je empirisch onderzoek. Wanneer het fundament niet sterk genoeg is, kun je niet verder bouwen. Maar het is makkelijker om het stemmetje in je achterhoofd te negeren, dan toe te geven dat je een fout hebt gemaakt. Achteraf kom je dan met de problemen te zitten. Wanneer je er echter direct iets mee zou doen, kan de schade beperkt blijven.
124
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlage 7 Tabellen bij paragraaf 7.3: Intentie behoud binnenstad Jongeren Ja Misschien Nee Ouderen Ja Misschien Nee
56,7 % 30,0 % 13,3 % 100 % 0% 0%
Tabel I Meedoen aan activiteit per leeftijdscategorie 125
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Jongeren Ja Vergoeding Nee Ouderen Ja Vergoeding Nee
36,7 % 40,0 % 23,3 % 50,0 % 0% 50,0 %
Tabel II Vrijwilliger per leeftijdscategorie
Jongeren Ja Misschien Nee Ouderen Ja Misschien Nee
23,3 % 56,7 % 20,0 % 37,5 % 12,5 % 50,0 % Tabel III Verven en wassen per
leeftijdscategorie
126
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Bijlage 8 Tabellen bij paragraaf 8.3: Intentie behoud verschillende gebouwen Kerkplein
Jongeren Helemaal oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening Gedeeltelijk eens Helemaal eens
% 64 11 11 7 7
Ouderen Helemaal oneens 43 Gedeeltelijk oneens Geen mening Gedeeltelijk eens Helemaal eens 57 Tabel I Kerkplein: Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven Kathedraal
Jongeren Helemaal oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening Gedeeltelijk eens Helemaal eens
% 89 7 11
Ouderen Helemaal oneens 100 Gedeeltelijk oneens Geen mening Gedeeltelijk eens Helemaal eens Tabel II Kathedraal: Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven
127
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Lim A Po straat
Jongeren Helemaal oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening Gedeeltelijk eens Helemaal eens
% 82 4 4 4 7
Ouderen Helemaal oneens 40 Gedeeltelijk oneens 10 Geen mening 40 Gedeeltelijk eens Helemaal eens 10 Tabel III Lim A Po straat: Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven Fort Zeelandia
Jongeren Helemaal oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening Gedeeltelijk eens Helemaal eens
% 96 4
Ouderen Helemaal oneens 50 Gedeeltelijk oneens 10 Geen mening 10 Gedeeltelijk eens 10 Helemaal eens 20 Tabel IV Fort Zeelandia: Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven
128
Cultureel erfgoed in Paramaribo: GOED voor iedereen?
Keizerstraat
Jongeren Helemaal oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening Gedeeltelijk eens Helemaal eens
% 89 7 4
Ouderen Helemaal oneens 43 Gedeeltelijk oneens Geen mening 57 Gedeeltelijk eens Helemaal eens Tabel V Keizerstraat: Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven Ministerie van Financiën
Jongeren Helemaal oneens Gedeeltelijk oneens Geen mening Gedeeltelijk eens Helemaal eens
% 96 4 -
Ouderen Helemaal oneens 62 Gedeeltelijk oneens Geen mening 38 Gedeeltelijk eens Helemaal eens Tabel VI Ministerie van Financiën: Dit gebouw hoeft niet behouden te blijven
129