Convenant tussen de Raad van Hoofdcommissarissen en het Verbond van Beveiligingsorganisaties aangaande de organisatie en de opvolging van elektronische alarmen
Definitieve versie 1.1, dd 26 oktober 2006
Vaststelling A. De bestrijding van criminaliteit is een zaak van private en publieke partijen. B. Deze bestrijding kan alleen effectief en efficiënt georganiseerd worden indien alle betrokken partijen de toebedeelde verantwoordelijkheid invullen en de hieruit voortvloeiende maatregelen naadloos op elkaar laten aansluiten. C. De organisatie rondom elektronische alarmen door private partijen heeft tot doel alleen terecht geachte meldingen door te geven aan de politie. De reactie van de politie op deze meldingen dient adequaat te zijn zodat de pakkans van criminelen wordt vergroot en vervolgschade zoveel mogelijk beperkt. D. In het Actieplan Veilig Ondernemen, dat op 19 januari 2004 is ondertekend door de voorzitters van VNO-NCW, MKB Nederland, Verbond van Verzekeraars, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Justitie en de staatssecretaris van Economische Zaken, is de actie opgenomen dat beveiligingsbranche en politie afspraken maken teneinde de organisatie van doormelding en opvolging elektronische alarmen verder te verbeteren. Overeenkomst De Raad van Hoofdcommissarissen en het Verbond van Beveiligingsorganisaties, hierna te noemen partijen, komen derhalve het volgende overeen: 1. Alleen elektronisch gegenereerde inbraakalarmen, die afkomstig zijn van een door het Ministerie van Justitie erkende Particuliere Alarm Centrale (PAC), worden met ingang 1 april 2007 pas aan de politiemeldkamer doorgegeven wanneer dit alarm is geverifieerd met behulp van de in bijlage 1 beschreven verificatiemethoden. Een verificatiemethode heeft tot doel nodeloze politie-inzet te voorkomen. 2. De politie reageert op de door de PAC doorgegeven geverifieerde alarmen met de hoogste prioriteit. In de regel betekent dit, calamiteitensituaties uitgezonderd, dat een surveillance-eenheid binnen 15 minuten ter plaatse is. De politiemeldkamers zullen de aanrijtijden van de surveillanceeenheden vastleggen. Minimaal 1 surveillance-eenheid, bestaande uit twee bevoegde en volledig geëquipeerde politiefunctionarissen, verzorgt de opvolging. 3. Niet geverifieerde alarmen kunnen tot 1 april 2008 door de PAC aan de politie worden doorgegeven. Voor deze alarmen geldt dat deze alleen worden doorgegeven, indien er een sleutelhouder aanrijdend is. Worden er door de surveillance-eenheid ter plaatse geen bijzonderheden waargenomen, dan vertrekt de eenheid indien er binnen 15 minuten, na binnenkomst van de melding, geen sleutelhouder ter plaatse is gekomen. Bij deze alarmen zal door de politiemeldkamer een prioriteit worden toegekend die afhankelijk is van de vraag aan politiehulp op dat moment. Over het algemeen zal een lagere prioriteit worden toegekend dan aan geverifieerde alarmen. Vanaf 1 april 2008 kunnen deze alarmen niet meer worden doorgegeven aan de politie. 4. VvBO zal voor 1 april 2007 een kwaliteitstraject ‘verificatie’ hebben afgerond. Dit kwaliteitstraject houdt de ontwikkeling en implementatie in van: a. Projecterings- en installatievoorschriften die gebruikt worden bij verificatie, alsmede eisen aan het technisch personeel dat deze apparatuur installeert. b. Een aparte module verificatie binnen de opleiding alarmcentrale operator. 5. Partijen spannen zich in om alle uit dit convenant voortkomende eisen en verplichtingen die van invloed zijn op regelingen, instrumenten en/of certificatieschema’s die vallen onder het beheer van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), te doen laten vaststellen in de daarvoor bedoelde gremia van het CCV.
Convenant tussen de Raad van Hoofdcommissarissen en het Verbond van Beveiligingsorganisaties aangaande de organisatie en de opvolging van elektronische alarmen. – Definitieve versie 1.1 –
1
6. Mede gelet op het gestelde onder 4. worden de volgende prestatieafspraken gemaakt: c. In de periode 1 april 2007 tot 1 april 2008 is van alle aan de politie doorgegeven meldingen per PAC minimaal 45% terecht. d. In de periode 1 april 2008 tot 1 januari 2009 is van alle aan de politie doorgegeven meldingen per PAC minimaal 80% terecht. e. In de periode 1 januari 2009 tot 1 januari 2010 is van alle aan de politie doorgegeven meldingen per PAC minimaal 90% terecht. Om het gestelde onder a. tot en met c. te realiseren maken de betrokken private partijen zonodig afspraken met installateurs van elektronische inbraakmeldsystemen en eindgebruikers van deze systemen. 7.
Ten aanzien van elektronisch gegeneerde overvalalarmen wordt vastgesteld dat: a. Met ingang van 1 april 2007 een overvalalarm door de PAC direct (zonder verificatie) doorgegeven wordt aan de politiemeldkamer. b. De politiemeldkamer zelf verifieert gelijktijdig met de daadwerkelijke politie-inzet. c. Politie-inzet plaatsvindt volgens door de RHC vastgestelde procedures. d. Een overvalmelding pas als zodanig door de PAC aan de politiemeldkamer mag worden doorgemeld als er toestemming, op basis van criteria zoals beschreven in bijlage 2, aan de gebruiker is verleend. Deze toestemming kan door de PAC worden gegeven indien geen twijfel bestaat over de gehanteerde criteria. Bij twijfel en bij aanvragen van particulieren wordt de aanvraag door de PAC verzonden naar de politieregio waarbinnen het object valt. e. Een verzoek om toestemming dient door de bestaande gebruiker voor 1 februari 2007 te zijn ingediend bij de PAC waarop het overvalarm is aangesloten.
8. Andere elektronisch gegenereerde alarmen, zoals paniekalarmen en agressiealarmen, worden pas door de PAC aan de politie doorgegeven indien het alarm door de PAC is geverifieerd en als duidelijk omschreven hulpaanvraag (gespecificeerd verzoek om politiehulp) kan worden doorgegeven. Hiertoe kan de PAC gebruikmaken van de directe telefoonlijn naar de betreffende politiemeldkamer. Dit type melding wordt door de politiemeldkamer conform de daartoe gestelde prioriteit behandeld. 9. Partijen richten een gezamenlijke werkgroep op die de voortgang van dit convenant bewaakt, overleg hierover voert en zonodig voorstellen formuleert cq. maatregelen treft, onder andere op basis van actuele ontwikkelingen, teneinde het gestelde in dit convenant te realiseren.
Aldus ondertekend op 7 december 2006 te Hoevelaken,
W.J. Velings MOI
Mr. W. van Hassel
Raad van Hoofdcommissarissen Portefeuillehouder Publiek-Private-Samenwerking
Verbond van Beveiligingsorganisaties (VvBO) Voorzitter
Convenant tussen de Raad van Hoofdcommissarissen en het Verbond van Beveiligingsorganisaties aangaande de organisatie en de opvolging van elektronische alarmen. – Definitieve versie 1.1 –
2
Bijlage 1: Verificatiemethoden Voor alarmverificatie bestaan twee hoofdmogelijkheden: A: persoonlijke verificatie en B: technische verificatie. A: Bij persoonlijke verificatie wordt ‘iemand’ ter plaatse gestuurd; een beveiligingssurveillant of een ander persoon bijvoorbeeld van het bedrijf zelf, die controleert wat de oorzaak van het alarm is. B: Bij technische verificatie bestaan er momenteel drie methoden voor verificatie. 1. Door middel van camera’s, 2. Door middel van ‘inluisteren’ door de PAC, 3. Door middel van het instellen van ‘dubbele zones’ binnen het elektronisch alarmsysteem.
Ad. 1. Verificatie is mogelijk door middel van camerabeelden. Een PAC-centralist kijkt na een ontvangen alarmmelding via een of meerdere camera’s live mee om te beoordelen of er crimineel handelen plaats vindt. Ook kunnen opgenomen beelden van een paar minuten vóór de alarmering worden teruggekeken en kunnen daar conclusies aan worden verbonden. Ad. 2. Een andere manier van verificatie betreft ‘inluisteren’. Een alarmmelding komt op de PAC binnen waarna de centralist een live-inluisterverbinding realiseert en op die manier op basis van audio beoordeelt of er iets aan de hand is. Eventueel kan hij opgenomen geluiden van net voor de alarmmelding beluisteren. Ad. 3. Bij een dubbele zonering ziet de PAC-centralist een eerste melding binnenkomen en kan hij onmiddellijk starten met bellen naar/verifiëren bij het opgegeven waarschuwadres, maar onderneemt nog geen actie richting politie. Pas als binnen een bepaalde tijd, vanuit een andere detectiezone, een tweede melding binnenkomt, geeft de centralist de melding aan de politie door omdat aangenomen kan worden dat het alarm terecht is. De alarmen moeten afkomstig zijn van minimaal twee detectoren conform de geldende projecterings- en installatievoorschriften. Van verificatie bij het opgegeven waarschuwadres mag afgeweken worden wanneer het patroon van de melding, in combinatie met de tijd van de melding, de aard van het object en/of historie van inbraken hiertoe aanleiding geven. De werkgroep zal: • De kwalitatieve ontwikkeling van de hierboven beschreven verificatiemethoden stimuleren en toezien op de implementatie hiervan. • Nieuwe adequate verificatiemethoden voor toepassing binnen de werkingssfeer van dit convenant kunnen vaststellen.
Convenant tussen de Raad van Hoofdcommissarissen en het Verbond van Beveiligingsorganisaties aangaande de organisatie en de opvolging van elektronische alarmen. – Definitieve versie 1.1 –
3
Bijlage 2: Overvalalarm
De criteria en procedure om in aanmerking te komen voor doormelding van een overvalalarm naar de politie veranderen met de ondertekening van dit convenant. Iedereen die na 1 april 2007 in aanmerking wil komen voor een overvalalarm, moet vóór 1 februari 2007 een aanvraag voor toestemming bij zijn PAC indienen. Dit geldt ook voor de gebruikers van bestaande overvalalarmen. Doel is dat alleen personen, bedrijven of branches die een reëel risico lopen op een overval in aanmerking komen voor doorgifte (zonder verificatie) van een overvalalarm door de PAC aan de politie De PAC zal aan de hand van de hieronder vermelde criteria – die onder meer de branches die in aanmerking komen voor een overvalalarm omvatten – vanuit een eigen verantwoordelijkheid toetsen of de aanvraag hieraan voldoet. Bij afwijkende aanvragen van bedrijven en bij aanvragen van particulieren is overeengekomen dat de aanvraag ter beoordeling wordt doorgestuurd naar de politie. Installatiecriterium De technische installatie die een overvalalarm kan genereren dient te zijn aangelegd door een bedrijf en door personeel die voldoen aan de eisen zoals gesteld in de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus. De PAC controleert of een aanvraag aan het installatiecriterium voldoet. De aanvrager dient bij de PAC aan te tonen dat aan het installatiecriterium is voldaan. Branchecriterium De volgende branches kunnen door de PAC toestemming verkrijgen: Panden c.q. winkels van juweliers, banken en geldinstellingen, tankstations, kansspel bedrijven, horecagelegenheden, supermarkten, videotheken, tabakswinkels, parfumerieën/drogisterijen. Indien de aanvraag zowel aan het installatiecriterium als aan het branchecriterium voldoet, kan de PAC de aanvraag voor doormelding van een overvalalarm door de PAC naar de politie accepteren. De politie kan overigens, wanneer omstandigheden en situatie daar dringend aanleiding toe geven, de PAC een advies van intrekking verstrekken. De PAC zal het advies van de politie opvolgen. Aanvragen van particulieren die voldoen aan het installatiecriterium en aanvragen van bedrijven die voldoen aan het installatiecriterium, maar niet aan het branchecriterium, worden door de PAC ter beoordeling doorgestuurd naar de desbetreffende politieregio.
Convenant tussen de Raad van Hoofdcommissarissen en het Verbond van Beveiligingsorganisaties aangaande de organisatie en de opvolging van elektronische alarmen. – Definitieve versie 1.1 –
4
Bijlage 3: Gegevens verstrekken door PAC aan politieregio’s en/ of Koninklijke Marechaussee De PAC stuurt een aan- of afmelding van een klant met de juiste gegevens naar de meldkamers van de politieregio’s en/of de Koninklijke Marechaussee, conform de op dat moment geldende wettelijke voorschriften en/ of regelingen.
Deze gegevens bevatten ten minste: • • • • •
De naam van het object Het branchetype van het object Het adres van het object (straatnaam, huisnummer met eventueel toevoeging, postcode en plaatsnaam) Het telefoonnummer van het object Het contra-belnummer van het object (ten behoeve van overvalalarmen)
Convenant tussen de Raad van Hoofdcommissarissen en het Verbond van Beveiligingsorganisaties aangaande de organisatie en de opvolging van elektronische alarmen. – Definitieve versie 1.1 –
5