CONCEPT
SAMEN WERKEN AAN EEN VEILIG PAPENDRECHT
Integraal veiligheidsplan 2012 – 2015 gemeente Papendrecht
versie 8 februari 2012
VOORWOORD Inwoners en ondernemers voelen zich veilig en beschut in Papendrecht. Ik haalde deze onderzoeksuitkomsten eind november 2011 aan bij de ondertekening van het convenant buurtbemiddeling. Objectieve cijfers en ervaringen van onze inwoners en bedrijven laten zien dat Papendrecht een (relatief) veilige gemeente is. En dat willen we graag zo houden. Het scala aan onderwerpen op het gebied van veiligheid is breed. Het loopt van overlast, inbraak, vernieling, verkeer en vervoer tot hoog water en risico’s die te maken hebben met bedrijven en bedrijvigheid. Opvallend genoeg zijn het niet zozeer crises en rampen die Papendrechters vrezen; bovenaan het lijstje van veiligheidsproblemen staat in onze gemeente overlast van hangjongeren. Zonder dit te onderschatten, zijn problemen van die aard te overzien. En: we kunnen er iets aan doen. Daarvoor moeten we wel in beweging komen. Door ervaringen, klachten en problemen serieus te nemen, houden we zicht en grip op de problematiek en kunnen we werken aan gerichte oplossingen. Met die gedachte is het Integraal Veiligheidsplan tot 2015 opgesteld. Velen van onze maatschappelijke partners hebben hieraan bijgedragen. Dank daarvoor! In de huidige tijd is de tendens om naar anderen te kijken, als het op verantwoordelijkheid en ingrijpen aankomt. Maar de tijd dat veiligheid een zaak was van overheid, brandweer en politie alleen is voorbij. Willen we echt werk maken van veiligheid, dan moeten alle betrokkenen samenwerken om problemen zo vroeg mogelijk te signaleren en waar mogelijk te voorkomen. We kunnen ons niet aan problemen ònttrekken, we moeten ze ons juist áantrekken. Het convenant buurtbemiddeling is een concreet voorbeeld van inwoners die dat doen. Zij tonen verantwoordelijkheid, spannen zich in om problemen tussen buren op te lossen en laten zien dat mensen met onderlinge contacten het verschil kunnen maken. Ook Burgernet toont dat samenwerking – in dit geval tussen inwoners, gemeente en politie – effectief is om veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Dat verantwoordelijkheidsbesef zien we graag in zoveel mogelijk geledingen binnen onze samenleving, van individuele inwoners tot wijkplatforms en van ondernemersverenigingen en onderwijs tot maatschappelijke organisaties. Ik hoop dat we in de toekomst nieuwe inzichten opdoen, ervaringen en ideeën delen die aan dat streven tegemoet komen. Maar zoals we allemaal weten: met alleen nota’s vangen we geen boeven. De echte winst zit ‘m in de combinatie van bewustzijn, verantwoordelijkheidsgevoel en samenwerking. Wanneer professionals en inwoners niet alleen óver maar vooral mèt elkaar praten, weten we de theorie van het Veiligheidsplan te vertalen naar veiligheid in de praktijk en kunnen we daadwerkelijk samen werken aan een Papendrecht waar we ons ook in de toekomst veilig en beschut voelen. Anders gezegd: “blijft u deel van het probleem of wordt u deel van de oplossing?” De burgemeester van Papendrecht C.J.M. de Bruin
1
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
p. 4
2. 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3
Huidige situatie Kaders waarbinnen is gewerkt Veiligheidsanalyse Veilige woon- en leefomgeving Bedrijvigheid en veiligheid Jeugd en veiligheid Fysieke veiligheid Integriteit en veiligheid Coördinatie en regievoering over het veiligheidsbeleid
p. 5 p. 5 p. 5 p. 7 p. 8 p. 8 p. 9 p. 10 p. 10
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Strategisch kader Inbedding van het veiligheidsbeleid Strategische uitgangspunten Hoofdkoers Strategische partners Flankerend beleid
p. 11 p. 11 p. 11 p. 13 p. 14 p. 14
4. 4.1 4.2 4.3 4.4
Prioriteiten vermindering jongerenoverlast vermindering geweld en “alcohol”overlast vermindering veelvoorkomende criminaliteit Vergroten operationele slagkracht en regierol gemeente
p. 15 p. 15 p. 17 p. 19 p. 20
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9
Overige strategische thema’s Verbetering en behoud huidig veiligheidsniveau Vermindering verloedering Veilige winkelgebieden en bedrijventerreinen Veiligheid in en om de school verkeersveiligheid brandveilige samenleving externe veiligheid bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit veilige publieke taak voor politiek-bestuurlijke ambtsdragers
p. 22 p. 22 p. 23 p. 23 p. 24 p. 25 p. 26 p. 27 p. 28 p. 29
6.
Overzicht dwarsverbanden
p. 30
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Organisatie en coördinatie Coördinatie integraal veiligheidsbeleid Ambtelijke afstemming Portefeuillehouder Bestuurlijke afstemming Plancyclus
p. 31 p. 31 p. 31 p. 31 p. 31 p. 31
8.
Begroting
p. 32
2
Samenvatting Papendrecht is een relatief veilige gemeente en dat wil het gemeentebestuur ook zo houden. Het integrale veiligheidsbeleid anno 2012 behoeft een meer integrale benadering. Om die reden lanceert het gemeentebestuur van Papendrecht samen met maatschappelijke partners dit nieuwe meerjarige Integrale Veiligheidsplan 2012-2015 (IVP). Diverse ontwikkelingen op het terrein van veiligheid, zoals de vorming van de nationale politie alsook de verdere ontwikkeling van de Veiligheidsregio, nopen de gemeente tot bezinning op de invulling van het integraal veiligheidsbeleid. Tegelijkertijd bestaat er een duidelijke consensus over het feit dat veiligheidsproblemen veel beter preventief kunnen worden aangepakt dan repressief, waarbij vaak sprake is van escalatie en verslechterde verhoudingen. Iedereen moet zijn steentje bijdragen. Veiligheid is een zaak die iedereen aangaat. Willen we echt werk maken van veiligheid, dan moeten alle betrokkenen samenwerken om problemen zo vroeg mogelijk te signaleren en waar mogelijk te voorkomen. We kunnen ons niet aan problemen ònttrekken, we moeten ze ons juist áantrekken. De centrale doelstelling voor het Papendrechts veiligheidsbeleid is: Papendrecht is een veilige gemeente om te wonen, te werken en te recreëren. De ambitie van de doelstellingen in dit IVP past bij de Papendrechtse situatie, die in algemene zin veilig te noemen is en er vooral op gericht is om die situatie vast te houden de komende jaren. In dit IVP zal meer relatie worden gelegd met andere beleidsterreinen, zoals jeugd, onderwijs, zorg, ruimtelijke ontwikkeling, economische zaken etc., zodat de nadruk meer op proactie en preventie komt te liggen. Inmiddels is ambtelijk de integrale samenwerking georganiseerd en worden plannen en activiteiten beter op elkaar afgestemd. In het IVP zijn vier prioriteiten geformuleerd, waarop de gemeente de inspanningen van de betrokken maatschappelijke partners vooral op wenst te richten: - vermindering jongerenoverlast; - vermindering geweld en “alcohol”overlast; - vermindering veelvoorkomende criminaliteit; - vergroten operationele slagkracht in de samenwerking en invulling regierol gemeente. De belangrijkste veranderopgaven voor de komende jaren zullen liggen in: 1. de veiligheidsaanpak meer actiegericht te maken: de soms aanwezige handelingsverlegenheid ombouwen tot een wil om samen te werken en problemen gezamenlijk op te lossen, vanuit ieders eigen organisatie en daarbij behorende capaciteiten en middelen; 2. de integrale samenwerking intern en extern beter organiseren vanuit de regiefunctie van de gemeente; van incidentgericht naar projectmatige en programmamatige samenwerking op basis van structurele samenwerking en afstemming. In het integraal veiligheidsbeleid werkte de gemeente al samen met de politie en het openbaar ministerie. Ook met de woningbouwcorporatie Woonkracht10 werd al samengewerkt in het aanbieden van buurtbemiddeling. Woonkracht10 speelt een belangrijke rol in het versterken van de veilige woonen leefomgeving (vergroting leefbaarheid).
3
1. Inleiding De huidige Kadernota integrale veiligheid Papendrecht stamt uit 2003. Een aantal landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen vraagt om een heroriëntatie op het Papendrechtse veiligheidsbeleid. Het veiligheidsbeleid anno 2012 vraagt een bredere integrale benadering, zodat de gemeente, (veiligheids)professionals en burgers er beter in slagen aan de voorkant van veiligheidsproblemen te komen in plaats van steeds incidenten te bestrijden. Het gemeentebestuur hanteert als uitgangspunt dat het ambitieniveau moet passen bij de Papendrechtse situatie. Bij de ontwikkeling van het geactualiseerde IVP zijn drie stappen onderscheiden: o de startnotitie: daarin is de opdracht voor een geactualiseerd IVP beschreven en deze notitie is op 12 mei 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. o de nota van uitgangspunten: daarin zijn de doelstellingen en uitgangspunten van het IVP neergelegd en is benoemd wat er moet veranderen in de aanpak om de doelstellingen te verwezenlijken; deze nota is op 12 december 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. o het IVP Papendrecht 2012-2015: daarin zijn de doelstellingen, uitgangspunten en maatregelen beschreven. De gemeenteraad zal het IVP naar verwachting in maart 2012 vaststellen. Het nieuwe IVP is afgestemd met de lokale en regionale partners. Eerst in interactieve bijeenkomsten op verschillende thema’s in september 2011. En vervolgens heeft in januari 2012 een IVP-brede bijeenkomst met maatschappelijke partners plaatsgevonden over het concept-integraal veiligheidsplan Papendrecht. Genodigden waren bestuurders, leidinggevenden en medewerkers van onder meer politie Zuid-Holland-Zuid, openbaar ministerie, Woonkracht10, Veiligheidshuis, GGD, onderwijsinstellingen, wijkplatforms, ondernemersverenigingen, brandweer, Veiligheidsregio en Omgevingsdienst. De onderwijspartners zijn in eerste instantie betrokken via het interactieve proces rond de kadernota Onderwijs 2012-2016, waarin veiligheid in en om de school één van de thema’s is. Ambtelijk zijn de beide beleidsprocessen op elkaar afgestemd en is gezorgd voor zo veel mogelijk aansluiting bij bestaand georganiseerd overleg. Individuele burgers en ondernemers zijn in de praktijk ook zeker partners in het versterken van de lokale veiligheid. Voor het beleidsproces is er voor gekozen de afstemming te zoeken met de georganiseerde burgers en ondernemers in wijkplatforms respectievelijk ondernemersverenigingen. Voor het IVP 2012-2015 kiest het gemeentebestuur nadrukkelijk een bredere integrale benadering, waarbij de collegeleden voor hun deelterrein mede verantwoordelijkheid nemen voor de integrale aanpak van veiligheid in de gemeente Papendrecht, om bijvoorbeeld via leefbaarheid, onderwijs, jeugd, wijkgericht werken, gezond ondernemersklimaat meer aan de voorkant van het probleem te kunnen komen. Dit zal soms scherpe bestuurlijke keuzes vergen. Het gemeentebestuur is van mening, dat veiligheid gerelateerde zaken zo concreet mogelijk in beeld gebracht en benoemd dienen te worden en in het verlengde daarvan praktisch aangepakt en opgelost moeten worden. Het gaat, waar nodig, om adequaat handelen en krachtdadig optreden. Voorkomen moet worden dat het wiel opnieuw uitgevonden wordt en bestuurlijke en/of ambtelijke drukte bevorderd wordt. Leeswijzer In Hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie in Papendrecht beschreven. De concrete veiligheidsituatie is aan de hand van cijfers terug te vinden in de Staat van de Veiligheid Papendrecht 2010 en in de Gebiedscan Papendrecht 2010 van de politie Zuid-Holland-Zuid; beide documenten zijn gevoegd als bijlage bij dit IVP. In het IVP worden 5 veiligheidsthema’s onderscheiden: 1. veilige woon- en leefomgeving 2. bedrijvigheid en veiligheid 3. jeugd en veiligheid 4. fysieke veiligheid 5. integriteit en veiligheid Op alle thema’s zal ook afzonderlijk worden ingegaan. In hoofdstuk 3 worden de contouren van het nieuwe IVP geschetst. In hoofdstuk 4 worden de prioriteiten van het IVP tot 2015 beschreven.
4
In hoofdstuk 5 worden enkele thema’s uitgewerkt die ook benoemd zijn in de nota van uitgangspunten, waarop Papendrecht de komeden jaren wil investeren. In hoofdstuk 6 worden de dwarsverbanden tussen de verschillende prioriteiten en thema’s inzichtelijk gemaakt. In hoofdstuk 7 wordt kort ingegaan op de organisatie en de coördinatie van het IVP.
5
2.
Huidige situatie
Papendrecht is een relatief veilige gemeente, waar het rustig wonen, werken en recreëren is.
2.1
Kaders waarbinnen is gewerkt
Het kader IVB 2003 en de jaarlijkse uitvoeringskaders zijn leidend geweest voor het gevoerde veiligheidsbeleid in de gemeente Papendrecht van de afgelopen jaren. Vaste partner is steeds de politie die ook al jaren met een bestendige set aan lokale speerpunten voor Papendrecht (team Alblasserwaard) werkt: • Geweld: geweld in het algemeen en huiselijk geweld in het bijzonder; • Jeugd: samenwerking binnen het Veiligheidshuis en bestrijden van alcoholgebruik voortzetten; • Volumecriminaliteit: veelvoorkomende lichte criminaliteit verder terugdringen. De gemeente Papendrecht hanteert daarnaast nog een aantal speerpunten in het kader van de integrale veiligheid, zoals de beperking van overlast van horeca en evenementen, de aanpak van overlast door hangjeugd, buurtbemiddeling, keurmerk veilig ondernemen en schoolveiligheid.
2.2
Veiligheidsanalyse
Er is een analyse gemaakt van de staat van de veiligheid in Papendrecht (zie bijlage 1). De gebiedsscan van de politie over Papendrecht van 2010 maakt daarvan integraal onderdeel uit. Op basis van gegevens uit monitors, evaluaties, jaarverslagen en onderzoeken is een schets gemaakt van de veiligheid op de thema’s: veilige woon en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Deze analyse laat tevens de ontwikkeling (in cijfers) zien van de veiligheid vanaf 2003. Deze analyse is in de interactieve bijeenkomsten in september 2011 met professionals, ondernemers en burgers besproken. In algemene zin is in Papendrecht een algehele daling van de criminaliteit te zien met 16,7 % in 2010 ten opzichte van 2003. Opvallende dalers door de jaren heen zijn: auto-inbraken en bedreiging/mishandeling al valt bij auto-inbraken op dat die in 2011 weer gestegen zijn. In de woninginbraken schommelt het meer; daar zijn we helaas nog steeds niet in de buurt van het niveau van 2003. De pieken bij auto- en woninginbraken worden deels verklaard door het toevallige bezoek van mobiele criminelen aan de gemeente Papendrecht (door de ligging aan de A15 of A16/N3) . Opvallende stijgers zijn over de jaren heen: meldingen jongerenoverlast en vernielingen, al laten de laatste jaren een behoorlijke daling zien. Verkeersoverlast blijft op dezelfde hoogte; in zijn algemeenheid past de conclusie dat overlast in welke vorm dan ook (verkeer, geluid, jongeren, buren, horeca) een groot deel van het werkaanbod op veiligheid behelst. Wat betreft het veiligheidsgevoel is er ook een lichte verbetering te zien, hoewel een directe relatie met een daling in de objectieve cijfers van criminaliteit niet gelegd kan worden. Het rapportcijfer voor veiligheidsbeleving in de eigen buurt ligt ruim voldoende op 7,3 en behoorlijk hoger dan het landelijke gemiddelde dat op 6,9 zit. In tabel 1 treft u een overzicht van de criminaliteit in relatie tot de wijken waar het voorkomt. Daarbij past de nuancering dat niet elke wijk een winkelcentrum heeft en de wijken verschillen in aantallen bewoners en qua bebouwing (nieuwbouw/oud/ overwegend koop of huur). Toch wordt uit het overzicht duidelijk dat de aandachtspunten op veiligheid in de wijk Westpolder-Het Eiland zitten, die over bijna de hele linie slechter dan gemiddeld scoort. De wijk Oostpolder-De Kooy scoort bijna geheel positief. Ook hier zal toch de nodige aandacht op veiligheid, en met name preventie, stevig moeten worden ingezet, om te voorkomen dat deze wijk in de toekomst afglijdt naar slechter dan gemiddeld niveau.
Soort criminaliteit/onveiligheid 1. Veilige Woon- en leefomgeving Auto-inbraken Woninginbraken Vernielingen Burengerucht
KraaihoekMiddenpolder
MolenvlietWilgendonk
Oostpolder- De Kooy
WestpolderHet Eiland
24 18 105 52
36 26 127 34
24 11 57 16
30 25 131 39
6
(relatieproblemen) Bedreiging/mishandeling 2. Bedrijvigheid en Veiligheid Diefstal/inbraak bedrijven en instellingen Winkeldiefstal 3. Jeugd en veiligheid Jongerenoverlast 4. Fysieke veiligheid Brand/ontploffing Verkeersoverlast
34
28
10
33
9
3
20
15
13
2
1
5
121
189
56
169
15 104
12 56
6 36
13 67
Tabel 1 Veiligheidsproblemen in relatie tot de wijken van Papendrecht. De cijfers zijn afkomstig uit de Gebiedscan 2010 van de politie standaard = gemiddeld (totaal aantal delicten in Papendrecht gedeeld door vier) vet = slechter dan gemiddeld (meer delicten dan het gemiddelde) cursief = beter dan gemiddeld (minder delicten dan het gemiddeld)
2.2.1 Veilige woon- en leefomgeving De gemeente Papendrecht neemt qua indicatoren op het terrein van de “veilige woon- en leefomgeving” een gemiddelde positie in, zoals ook de hele politieregio Zuid-Holland-Zuid.1 Er zijn enkele negatieve uitschieters in de leefbaarheid/veiligheid: fysieke verloedering en verkeersoverlast is in de regio Zuid-Holland-Zuid groter dan het landelijke gemiddelde. Bij de fysieke verloedering gaat het dan met name om hondenpoep, rommel op straat en vernieling van straatmeubilair die hoger dan gemiddeld scoren. Bij verkeersoverlast gaat het met name om “te hard rijden” en parkeeroverlast. Centraal in de aanpak van de veiligheid en leefbaarheid in de wijk staat het Meldpunt Veiligheid, Leefbaarheid en Onderhoud van de gemeente. Meldingen over overlast, beheer en onderhoud moeten worden gemeld bij dit meldpunt. Naast de herkenbare loketfunctie voor de burger biedt het de gemeente een goed overzicht van de meldingen die er spelen in de gemeente (aard en frequentie). Binnen het meldpunt Veiligheid, Leefbaarheid en Onderhoud van de gemeente Papendrecht zijn in 2010 in totaal 2636 meldingen binnengekomen; een afname van 279 meldingen ten opzichte van 2009. Het betreft hier meldingen die het gevoel van veiligheid en leefbaarheid beïnvloeden. De huidige aanpak op dit veiligheidsveld kenmerkt zich door een ad hoc aanpak, incidentengericht. Gemeentelijke wijkcoördinatoren werken vanuit de burger: ze gaan als professional naast de burger staan en zien wat de burger ziet. Om overlast van jongeren tegen te gaan zet de gemeente ambulant jongerenwerk in. Toezicht en handhaving in de wijken vindt plaats door de politie en door gemeentelijke boa’s. In de Stellingmolen is daarnaast een buurtpreventieteam van buurtbewoners actief. In het samenwerkingsoverleg Jongerenoverleg Papendrecht (JOOP), onder voorzitterschap van de gemeente, wordt maandelijks de aanpak van overlast door jongerengroepen besproken door vertegenwoordigers van de gemeente, politie, jongerenwerk en Woonkracht10. In de fysieke preventie geeft de gemeente en ook Woonkracht10 informatie over het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) bij beveiliging van de woning door burgers zelf. De gemeente doet dat bijvoorbeeld bij verbouwingsaanvragen/nieuwbouw. PKVW heeft zich al jaren bewezen als een effectieve preventie tegen woninginbraken. Ook wordt er op wijkniveau al dan niet via het wijkplatform voorlichting gegeven door de wijkagent of de gemeente over PKVW en preventie in het algemeen. Zo spreken zij burgers aan op eigen verantwoordelijkheid om geen kostbare spullen in de auto achter te laten. Inzake vernieling hanteert de gemeente voor wat betreft de gemeentelijke eigendommen een protocol, waarbij aangifte bij de politie wordt gedaan en schade op daders moet worden verhaald.
1
Indicatoren en cijfers zijn vergeleken met de landelijke integrale veiligheidsmonitor, zie www.veiligheidsmonitor.nl.
7
De behoefte is groot om meer van een ad hoc/incidenten aanpak naar meer gestructureerde planmatige aanpak te komen. De samenwerking en afstemming tussen professionals van werkzaamheden binnen de gemeentelijke organisatie moet worden vergroot.
2.2.2 Bedrijvigheid en veiligheid Winkeldiefstal is in de politiecijfers lager dan volgens het algemeen gevoelen bij ondernemers plaatsvindt. Ondernemers geven zelf aan dat winkeldiefstal vaak niet wordt gemeld bij de politie. Papendrecht kent een veilig ondernemingsklimaat, zoals ook wordt geconcludeerd in het onderzoek van de OCD “Ondernemersklimaat Drechtsteden 2010”. Wel opvallend is het frequent voorkomend meervoudig slachtofferschap bij ondernemers dat in Papendrecht vaker voorkomt in vergelijking met andere Drechtsteden. De oorzaak is niet uit de cijfers te destilleren en is ook niet naar boven gekomen uit de interactieve werksessie met ondernemers en politie. Veilig Uitgaan is, afgezet tegen andere gemeenten in en buiten deze regio, geen zorgpunt voor Papendrecht. Wel bestaat er risico op overlast bij horeca in woonwijken voor omwonenden. Sommige horeca-gelegenheden zijn in een woonwijk gevestigd. Ook kunnen bewoners overlast ondervinden van horeca-bezoekers die een reis te voet afleggen richting elders geparkeerde auto. In 2010 is er een piek geweest, maar in 2011 zijn de overlastmeldingen van horeca-gelegenheden op een gebruikelijk niveau. De huidige aanpak bestaat uit samenwerking met diverse partijen. Een goed voorbeeld hiervan vormt het Keurmerk Veilig Ondernemen winkelgebieden dat op winkelgebied De Meent van toepassing is. In 2011 heeft dit KVO de tweede ster binnengehaald. In de andere winkelgebieden Wilgendonk en Westpolder is wel gesproken over het keurmerk maar ondernemers hebben nog geen initiatief genomen om zich als zodanig te verenigen. De gemeente wil wel meehelpen in faciliteiten, maar gaat de kar niet trekken. Dat moet echt vanuit ondernemers zelf gebeuren. Op bedrijventerrein Oosteind is ook gesproken over werken met het Keurmerk Veilig Ondernemen voor Bedrijventerreinen. Echter, de noodzaak wordt niet gevoeld om er echt mee aan de slag te gaan. De ondernemers geven aan preventief al actief te zijn met beveiliging e.d. en het criminaliteitsniveau vormt geen indicatie voor andere aanpak. Er vindt tussen gemeente, met de wethouder Economische zaken, en de ondernemersverenigingen elk kwartaal structureel overleg plaats. Verbetering is goed denkbaar in de vergroting van de aangiftebereidheid van de ondernemers. Verder blijft het zaak voor gemeente, politie en ondernemersverenigingen om meer bewustzijn te creëren bij ondernemers dat zij preventief meer moeten/kunnen doen (bijv. huisregels). Ook zouden buurtbewoners bij de aanpak kunnen worden betrokken.
2.2.3 Jeugd en veiligheid Uit de rapportage Zuid-Holland-Zuid, integrale veiligheidsmonitor 2010, blijkt dat in deze regio de overlast door groepen jongeren meer dan het landelijk gemiddelde wordt ervaren. In Papendrecht zijn drie hinderlijke en zes overlastgevende jongerengroepen actief. Er zijn geen criminele groepen. Uit de rapportage van het Jeugdpreventieteam 2010 blijkt dat er een daling is van het aantal jongeren dat is doorverwezen naar het JPT 31 in 2010 (44 in 2009). Dit aantal schommelt jaarlijks, zodat er niet direct een positieve conclusie aan een daling kan worden verbonden. De cijfers van het Veiligheidshuis geven aan dat er in 2010 61 criminele jongeren (tot en met 24 jaar) zijn besproken in het justitieel casusoverleg. In de gemeente zijn 7 minderjarige veelplegers; dat is in vergelijking met omliggende gemeenten in deze regio hoog. De huidige aanpak kenmerkt zich door samenwerking met diverse veiligheids/leefbaarheids/ zorgpartners. Preventief wordt er ingezet op een positief jeugdbeleid en jongerenwerk. De groepsaanpak wordt vormgegeven in het JOOP waarbij gebruik wordt gemaakt van de Bekemethode om overlast door groepen jongeren onder te verdelen in hinderlijk, overlastgevend en crimineel. In 2010 zijn twaalf groepen hangjongeren in beeld gebracht aan de hand van de locaties waar zij zich ophouden. Deze groepen bestaan deels uit dezelfde jongeren. Een deel van de groepen wordt gekenschetst als hinderlijk, een deel als overlastgevend en een deel geen van beide. Er zijn geen criminele jeugdgroepen in Papendrecht. In 2011 is ingezet op een integrale en gezamenlijke aanpak van overlastgevende jeugd, door gemeente, politie en Woonkracht10.
8
De burgemeester heeft op 28 november 2011 beleidsregels vastgesteld ter uitvoering van de nieuwe Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, waardoor het inzetten van een gebiedsverbod of straatverbod in ernstig overlastgevende situaties mogelijk wordt. Dergelijke ernstige overlastsituaties hebben zich in 2011 overigens niet voorgedaan. Het jeugdbeleid richt zich op kinderen/jongeren in de leeftijd 0-23 jaar. Regionaal is er ook veel ontwikkeld, met name op het terrein van onderwijs en toeleiding naar werk (LOC en Route27). Verbeteringen zijn gewenst in een duidelijker verantwoordelijkheidsverdeling gemeente, provincie, politie, jongerenwerk, Woonkracht10, ook tegen de achtergrond van de komende decentralisatie van taken op de jeugdzorg van de provincie naar de gemeenten. Er wordt op lokaal niveau wel overlegd, maar de operationele slagkracht laat te wensen over. Vaak is de aanpak te laat, te reactief en wordt er verwezen naar gebrek aan capaciteit, middelen etc; zowel bij gemeente als bij politie, jongerenwerk, veiligheidshuis etc. Daarnaast lijkt er ook sprake te zijn van handelingsverlegenheid: partijen durven iets niet op te pakken of samen te werken. Aansluiting van het JOOP op zorgstructuren en de werking van Zorg voor jeugd behoeven verbetering. En tot slot moet de beleidsmatige en bestuurlijke aansturing van de uitvoering van het jeugdbeleid worden versterkt.
2.2.4 Fysieke veiligheid Wat betreft de verkeersveiligheid is Papendrecht in verhouding met de provincie Zuid-Holland en de Drechtsteden een verkeersveilige gemeente. De politiecijfers geven enigszins een vertekend beeld aangezien de politie niet meer elk ongeval afhandelt; dat geldt vooral voor de cijfers van de ongevallen met alleen materiële schade. Verder zij opgemerkt dat bijna de helft van de ongevallen in deze cijfers plaatsvinden op de A15 en de N3 voor zover binnen Papendrechtse gemeentegrenzen. Dit geldt ook voor een van de ongevallen met dodelijke afloop. De gemeente is voor deze wegen geen wegbeheerder. Op het punt van de brandveiligheid zij opgemerkt dat de brandpreventie erg gericht is geweest op bedrijven en instellingen, nog weinig op woningen. Relevante zaken met betrekking tot externe veiligheid in het gebied van Papendrecht zijn de aanwezigheid van allerlei aardgastransportleidingen, hoogspanningsverbindingen, de Betuwelijn, route gevaarlijke stoffen (A15, N3 en spoor- en vaarwegen). Externe veiligheid is een vast onderdeel in bestemmingsplannen. Per 1 juli 2013 zal 100% van de plannen actueel zijn. Op het terrein van de rampenbestrijding en crisisbeheersing heeft de gemeente zijn zaken op orde. De huidige aanpak kenmerkt zich door: o Verkeersveiligheid: knelpunten-aanpak; nadruk op veilige inrichting school-thuisroutes en schoolomgevingen; gedragsbeïnvloeding en educatie. o Brandveiligheid: ontwikkeling naar meer integraliteit door invoering van de WABO. Opgemerkt is door betrokken professionals dat het brandweeradvies vaak laat in de procedure aan de orde komt waardoor vertraging in planvorming ontstaat. o Externe veiligheid: een regionaal beleid externe veiligheid (Drechtsteden) met een veiligheidsprotocol inzake de advisering door de veiligheidsregio en de omgevingsdienst over bouw- en bestemmingsplannen. o Rampenbestrijding: gemeentelijke voorbereiding op basis van procesdeelplannen is aanwezig en betrokkenen worden opgeleid en oefenen regelmatig. Verbeteringen in de huidige aanpak zijn gewenst: o Verkeersveiligheid: meer structurele aandacht voor verkeersveiligheid in inrichtingsplannen. o Brandveiligheid: voor een geloofwaardig toezicht is degelijke opvolging door handhaving nodig; het is gewenst de veiligheidsregio/regionale brandweer eerder in het proces betrekken voor advisering; er moeten sluitende afspraken (bv dwangsomregeling) met bedrijven en instellingen (particulieren) worden gemaakt over het terugdringen van nodeloze alarmering; er moet meer integraliteit komen in de samenwerking tussen veiligheidsregio/brandweer/omgevingsdienst en de gemeente. o Externe veiligheid: er moet een betere communicatie en afstemming komen over de advisering; dubbel adviseren voorkomen tussen verschillende adviseurs; advisering veiligheidsregio wellicht vroegtijdiger in het proces laten plaatsvinden.
9
2.2.5 Integriteit en veiligheid Dit veiligheidsveld is relatief nieuw en wordt steeds belangrijker in de aanpak van criminaliteit, vanwege het ondermijnende karakter dat deze vorm van criminaliteit heeft op de bovenwereld en meer specifiek op het ambtelijk en politiek-bestuurlijk functioneren van overheidsorganen. Pas vanaf 2009 worden over deze vorm van criminaliteit structureel gegevens bijgehouden door de politie. In 2010 is 1 melding geweest van terreurdreiging: dat heeft geen aangifte of zaak opgeleverd. In het verleden heeft Papendrecht wel openbare orde-problemen gekend rondom bijeenkomsten/betogingen van rechts-radicalen. Voor het onderdeel georganiseerde criminaliteit moet worden opgemerkt dat de categorie “overig” in de staat van de veiligheid, erg groot is. Dit is een verzamelcategorie van allerlei soorten criminaliteit. Voor Papendrecht gaat het hier vooral om oplichting, fraude en vuurwapenbezit2. Binnen de categorie “drugshandel” valt ook de hennepteelt. De huidige aanpak kenmerkt zich vooral door reactieve aanpak van incidenten. Papendrecht is sinds 2010 aangesloten op het RIEC Zuid-Holland-Zuid, dat voor de regio een coördinerende en operationele kennisfunctie op dit terrein vervult. Verbetering in de aanpak vraagt meer zicht op wat er daadwerkelijk speelt via bijvoorbeeld doorlichting gemeentelijke/overheidsinformatiebronnen.
2.3
Coördinatie en regievoering over het veiligheidsbeleid
De gemeente heeft de regie op het veiligheidsbeleid. Sturing loopt via de overleggen tussen de burgemeester en de teamchef van politie en de periodieke driehoeken van het district Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. De ambtelijke coördinatie was tot begin 2010 niet expliciet belegd. Nu is de senior beleidsadviseur OOV belast met de coördinatie van het IVP en is er een werkgroep IVP actief met vertegenwoordigers van alle gemeentelijke afdelingen. Uit de analyse van de staat van de veiligheid en de werksessie met professionals op alle terreinen is door alle onderwerpen heen herkenbaar dat de samenwerking verbeterd moet worden en dat de operationele slagkracht moet worden vergroot: van plannen en afspraken maken naar “doen”! En monitoren of de afspraken zijn nagekomen en wat het maatschappelijk effect is. Onderkend is dat iedereen, dus ook burgers en ondernemers, zijn steentje heeft bij te dragen aan de vergroting van veiligheid: meer preventie en proactie!
2
Wat betreft vuurwapenbezit geeft de politie aan dat het hier grotendeels gaat om controle van legaal vuurwapenbezit, waarvoor vergunning is verleend. Sinds gewerkt wordt met het BVH-systeem worden deze controles ten onrechte onder deze noemer geschreven.
10
3. Strategisch kader 3.1
Inbedding van het veiligheidsbeleid
In het collegeakkoord 2010 “Een nieuw perspectief met Papendrecht centraal” heeft het college van B&W aangegeven te streven naar een (bovengemiddeld) comfortabel woon-, leef- en werkklimaat, waarin samenhang, binding, geborgenheid en voorzieningen dichtbij van belang zijn. Voor de inwoners van Papendrecht wil het gemeentebestuur een comfortabele leefomgeving blijven bieden waarin een groen karakter en veiligheid voorop staan. Daarbij is sprake van een verandering van groeigemeente naar dynamische beheergemeente. De gemeente wil, naast het algemeen belang, de inwoners centraal stellen en daarom als gemeente duidelijk, betrouwbaar, transparant en responsief zijn. Op het terrein van veiligheid en handhaving heeft het gemeentebestuur aangegeven dat inwoners zich veilig moeten voelen, waarbij sprake moet zijn van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en inwoners om aandacht te hebben voor bestrijding van overlast, verloedering en verrommeling. De overheid zorgt voor handhaving en toezicht. Om overlast in de openbare ruimte te beperken is handhaving belangrijk. Op basis van de nieuwe APV, met gebruikmaking van de bestuurlijke strafbeschikking, treden buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) op tegen vormen van overlast. De kwalitatieve inrichting van de openbare ruimte vereist adequate handhaving. Jaarlijks wordt in de begroting van de gemeente ingegaan op veiligheid en wordt door het college een uitvoeringskader integrale veiligheid vastgesteld, waarin de doelen van het veiligheidsbeleid zijn opgenomen met daarbij de activiteiten en maatregelen van de gemeente, het openbaar ministerie en de politie. Het gemeentebestuur wenst voor de middenlange termijn een geactualiseerd integraal veiligheidsplan om de integrale aanpak van de veiligheid in Papendrecht verder te verbeteren.
3.2
Strategische ontwikkelingen
Op het terrein van integrale veiligheid zijn diverse nationale, regionale en lokale ontwikkelingen die van grote invloed zijn of kunnen zijn voor de aanpak van integrale veiligheid in Papendrecht. Landelijk beleid Veiligheid is één van de speerpunten van dit kabinet. Om de politiezorg te verbeteren wordt de nationale politie ingevoerd, waarbij het beheer op rijksniveau wordt neergelegd. Tegelijkertijd wordt het aantal regiokorpsen teruggebracht van 25 naar 10. Op 6 december 2011 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot invoering van de nationale politie. Het korps Zuid-Holland-Zuid gaat in dit voorstel met het korps Rotterdam-Rijnmond op in de nieuwe regionale eenheid Rotterdam. De huidige regio Zuid-Holland-Zuid wordt in de nieuwe constellatie een district. Verder wordt de basispolitiezorg ingedeeld in basisteams. De gemeente Papendrecht heeft zich ingezet om het huidige wijkteam Alblasserwaard/Vijfheerenlanden onveranderd omgezet te krijgen in een basisteam, zodat de operationele en bestuurlijke samenwerking rond politie en de basispolitiezorg onveranderd goed blijven. De meerderheid van het regionale college Zuid-HollandZuid heeft zich echter achter het voorstel van de kwartiermaker Paauw (huidig korpschef RotterdamRijnmond) geschaard, waarbij Papendrecht samen met Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht een basisteam gaat vormen. Er verandert niets in de gezagsverhouding: de burgemeester houdt het gezag over de politie in het kader van handhaving van openbare orde en hulpverlening en de officier van justitie houdt het gezag bij de strafrechtelijke handhaving. Wel worden, om lokale invloed te borgen, lokale adviesbevoegdheden inzake het rijksbeheer voorgesteld, zoals een adviesbevoegdheid inzake de benoeming van de lokale politiechef. Ook wordt in de wet vastgelegd dat de burgemeester verantwoording aflegt over zijn gezag over de politie aan de gemeenteraad. De minister van Veiligheid en Justitie heeft het voornemen de nieuwe wet in het voorjaar van 2012 in werking te laten treden. Tevens ligt een wetswijziging van de Gemeentewet in de Tweede Kamer, waarbij de gemeente 3 verplicht wordt eens per vier jaar een meerjarig integraal veiligheidsplan vast te stellen. Dit integraal
3
1. De Gemeentewet wordt gewijzigd met twee nieuwe artikelen, na artikel 147b resp. na 171: Artikel 148a 1. De raad stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een integraal veiligheidsplan vast.
11
veiligheidsplan vormt tevens de basis voor het driehoeksoverleg waar de burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de politiechef afspraken maken over de inzet van politie in het kader van de openbare orde handhaving en de hulpverlening (artikel 13, tweede lid, van het voorstel voor de nieuwe Politiewet). 4 Regionaal beleid Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. In deze wet zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden geregeld inzake de brandweerzorg, de (gemeentelijke) rampenbestrijding en crisisbeheersing en de geneeskundige zorg bij rampenbestrijding. Deze wet regelt geen bevoegdheden ten aanzien van de politie. Op basis van de wet zijn in de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid de volgende kaders vastgesteld: het regionaal beleidsplan, het regionaal crisisplan en het regionaal risicoprofiel. Op 1 oktober 2011 is het regionaal crisisplan in werking getreden. De brand in Moerdijk op 5 januari 2011 heeft laten zien hoe essentieel de samenwerking in de regio en ook tussen regio’s is op het terrein van rampenbestrijding. De brandweer wordt uiterlijk 2013 geregionaliseerd; hoe de teamindeling eruit zal zien is nog niet duidelijk. Er wordt onder andere gewerkt aan een brandrisicoprofiel, waarbij wordt gekeken naar het gebruik van gebouwen en de opkomsttijden van de brandweer. In 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo) in werking getreden, waarbij in met name bouw- en milieuzaken gecombineerde vergunningen worden afgegeven. In het geval van meervoudige en samengestelde aanvragen is integrale toezicht en handhaving vereist. In 2010 is Papendrecht toegetreden tot het Veiligheidshuis, een regionale samenwerking voor de persoonsgerichte en groepsgerichte aanpak van risicojongeren, veelplegers en plegers van huiselijk geweld. Gemeenten, openbaar ministerie en politie werken samen met instellingen zoals Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, GGD, Halt, Reclassering. In het voorjaar van 2010 heeft Papendrecht het convenant ondertekend om deelgenoot te worden van het Regionale informatie- en expertisecentrum (RIEC) Zuid-Holland Zuid. De komende jaren zal het RIEC zich ontwikkelen als een deskundige partner van de gemeente inzake de aanpak van georganiseerde criminaliteit en mogelijke schendingen van integriteit (bijvoorbeeld door verwevenheid boven- en onderwereld). Lokaal beleid De gemeente Papendrecht en diverse professionele maatschappelijke en commerciële partners staan de komende jaren voor de volgende opgaven: o invoering van meer wijkgericht werken; o bezuinigingen op verschillende onderdelen van de gemeentebegroting; 2. Het integraal veiligheidsplan bevat in ieder geval de doelen die de gemeente op het terrein van de veiligheid nastreeft, de resultaten die daartoe binnen de looptijd van het plan worden beoogd, de inspanningen die de gemeente zal leveren voor het behalen van die resultaten en de inspanningen die daarbij van anderen worden verwacht. 3. Het integraal veiligheidsplan wordt vastgesteld op basis van een analyse van de lokale veiligheidssituatie en de verwachte ontwikkelingen in de eerstvolgende vier jaar, waarbij in ieder geval ook gebruik wordt gemaakt van gegevens en ervaringen van de politie, het openbaar ministerie. 4. Het integraal veiligheidsplan kan tussentijds worden gewijzigd. Artikel 171a De burgemeester ziet toe op het lokaal veiligheidsbeleid. 4
Artikel 13 1. De burgemeester en de officier van justitie overleggen regelmatig tezamen met het hoofd van het territoriale onderdeel van de regionale eenheid binnen welker grondgebied de gemeente geheel of ten dele valt, en zo nodig met de politiechef, over de taakuitvoering van de politie en over het beleid ten aanzien van de taakuitvoering (driehoeksoverleg). 2. In het driehoeksoverleg worden door de burgemeester en de officier van justitie, op basis van het integraal veiligheidsplan, bedoeld in artikel 148a van de Gemeentewet, en op basis van de doelstellingen ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de taken ten dienste van de justitie afspraken gemaakt over de inzet van de politie ten behoeve van de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening, onderscheidenlijk ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de taken ten dienste van de justitie.
12
o o o o o
versterking burgerparticipatie in leefbaarheid van de wijken (met name ook inzet van woningbouwcorporatie Woonkracht10); versterking betrokkenheid burgers bij gemeentelijke besluitvorming; implementatie decentralisatieopgaven op het terrein van jeugd (Bestuursakkoord); ontwikkeling van Land van Matena; verdere ontwikkeling, met name particuliere initiatieven, van bedrijventerrein Oosteind.
In meer algemene zin is de tendens in de samenleving dat mensen meer eigen verantwoordelijkheid hebben voor hun eigen leven en leefomgeving en in mindere mate voor allerlei zaken een beroep kunnen doen op de overheid. Dat betekent automatisch dat burgers en instellingen alerter moeten zijn op zaken die zij willen veranderen. Het is zaak dat zij in een vroeg stadium zelf richting geven aan die verandering in plaats van wachten tot het moment van escalatie, dus in andere woorden zelfredzaam worden. Dit vergt een andere manier van werken, ook vanuit de overheid. Wijkgericht werken kan hierin helpen. Het kabinet heeft er voor gekozen om de jeugdzorg te decentraliseren naar de gemeenten. De verschillende vormen van zorg worden in één financieringssysteem en bij één bestuurslaag belegd. Deze stelselwijziging betekent dat gemeenten opnieuw moeten kijken naar de zorgstructuur die zij voor de jeugd hebben ingericht. De feitelijke decentralisatie start vanaf 2015. Tot die tijd hebben gemeenten de tijd om zich voor te bereiden. Papendrecht bereidt zich in samenwerking met de andere gemeenten in de Drechtsteden voor op deze taak.
3.3
Hoofdkoers
Centrale doelstelling luidt: Papendrecht is een veilige gemeente om te wonen, te werken en te recreëren. Papendrecht is een relatief veilige gemeente. En dat willen we ook zo houden. Dat lijkt weinig ambitieus, maar de toekomst zal leren dat dit nog een behoorlijke opgave zal zijn, juist door de grotere nadruk op preventie en proactie, zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen en de beperkte capaciteit aan overheidszijde voor toezicht en handhaving. Veiligheid is een kerntaak van de overheid. De gemeente voert de regie over de veiligheid, de integrale veiligheid. Zij heeft overzicht op de lokale veiligheidssituatie en kan vanuit die informatie het beste professionele partijen, maar ook burgers, ondernemers en instellingen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor veiligheid in Papendrecht. Die regierol betekent niet automatisch dat ook alle uitvoering bij de gemeente ligt. Burgers, ondernemers en professionals: iedereen is nodig om tot een integrale aanpak te komen. Veiligheid is een zaak die iedereen aangaat. De gemeente moet alert zijn dat de gewekte verwachtingen ten aanzien van de overheid (dat geldt bijvoorbeeld ook ten aanzien van de politie) gelet op beschikbare middelen en capaciteit realistisch zijn. Dat vraagt een cultuuromslag bij sommige burgers; waar men in de hoogtijdagen van de verzorgingsstaat iemand kon bellen om een probleem op te lossen, geldt nu veel meer dat ieder zelf verantwoordelijk is voor zijn lijf, huis en omgeving vanuit maatschappelijk burgerschap: meer zelfredzaamheid van burgers. Voor burgers zelf maar ook in het verkeer tussen burgers onderling. Willen we echt werk maken van veiligheid, dan moeten alle betrokkenen samenwerken om problemen zo vroeg mogelijk te signaleren en waar mogelijk te voorkomen. We kunnen ons niet aan problemen ònttrekken, we moeten ze ons juist áantrekken. Ook dat vergt een omslag, want door de individualisering zijn sommige burgers gewend geraakt de andere kant op te kijken als er iets gebeurt, zich afzijdig te houden. Zo’n omslag is niet van de ene op de andere dag gemaakt, dat gaat in fases. Overheidscampagnes, zoals “Meld geweld” en “Pak de overvaller. Pak je mobiel.” moeten bijdragen aan een groeiende mate van burgerzin. De angst voor represailles wordt vaak genoemd als reden waarom burgers geen actie ondernemen tegen onrecht dat zij zien gebeuren. Willen we die angst voorbij komen, dan moet men erop kunnen vertrouwen dat de overheid, de politie, bij springt als het echt nodig is. Binnen de gemeente is zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau integraliteit in de aanpak onontbeerlijk. Alleen door meer inzet op preventie en proactie kan de veiligheid worden vergroot en kan mogelijk repressie worden voorkomen, volgens het aloude principe “voorkomen is beter dan
13
genezen”. Preventie en proactie kunnen alleen effectief zijn als repressie, het sluitstuk, goed geregeld is. Burgers, ondernemers en instellingen moeten erop kunnen vertrouwen dat, waar zij met preventie en proactie onveiligheid en criminaliteit niet kunnen voorkomen of beëindigen, de overheid en dus ook politie beschikbaar is. Het gemeentebestuur hanteert als uitgangspunt de feitelijke veiligheidssituatie in Papendrecht; het is niet de bedoeling om zaken op te blazen en iets te beschrijven wat in Papendrecht niet aan de orde is. Het ambitieniveau moet passen bij Papendrecht.
3.4
Strategische partners
In het integraal veiligheidsbeleid werkte de gemeente al samen met de politie en het openbaar ministerie. Ook met de woningbouwcorporatie Woonkracht10 werd al samengewerkt in het aanbieden van buurtbemiddeling. In 2011 zijn de contacten met Woonkracht10 geïntensiveerd om tot betere samenwerking te komen. Zij spelen een belangrijke rol in het versterken van de veilige woon- en leefomgeving (vergroting leefbaarheid). Met de vergroting van de nadruk op preventie en proactie zijn ook burgers en ondernemers meer als partner in beeld. Hoewel iedere burger en ondernemer van belang is, richt de gemeente zich voor de strategische beleidsvorming op de georganiseerde burgers en ondernemers in wijkplatforms en in ondernemers- en winkeliersverenigingen. Binnen de gemeente zijn diverse onderdelen bij het IVP betrokken, zoals de brandweer, de afdeling beheer en uitvoering met wijkcoördinatoren, beheer groen, jongerenwerk etc, de afdeling publiekszaken met buurtbemiddeling en de contactfunctionaris bedrijven, de afdeling maatschappelijke ontwikkeling die het JOOP voorzit en jeugdbeleid ontwikkelt. Op verschillende onderwerpen wordt samengewerkt met regionaal georganiseerde instanties, zoals de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, het Veiligheidshuis, het RIEC. Op het terrein van jeugd en zorg werkt de gemeente samen met Rivas, Zorg voor Jeugd, Bureau Jeugdzorg en onderwijsinstellingen.
3.5
Flankerend beleid
Voor het integrale veiligheidsplan zijn diverse beleidsterreinen relevant: besluitvorming op die beleidsterreinen, ontwikkelingen in beleid en uitvoering, bezuinigingen, zijn op de een of andere manier van invloed op de integrale veiligheid of specifiek op een van de beleidsvelden veilige woonen leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Volstaan wordt met het noemen –niet uitputtend- van een aantal zaken: o Ruimtelijk beleid, zoals Structuurvisie 2020; o Jeugdbeleid, zoals beleid rond jongerenwerk, speel/leefruimte voor kinderen en jongeren; o Wijkgericht werken, leefbaarheid, wijkcoördinatie, maar ook beheer en onderhoud; o Welzijn, ondersteuning van maatschappelijk zwakkeren, beleidsvorming betreffende de taakvelden van de wet WMO; o Onderwijs, zoals beleid over de zorg voor, het signaleren van, risico-jongeren; voorlichting en preventie, maatschappelijke stages op het terrein van veiligheid/leefbaarheid; o Sociale zekerheid, participatie, werken naar vermogen met participatietrajecten; voor jongeren tot 27 jaar toeleiding naar opleiding of werk; o Huisvesting, zoals voorkomen overlastgebieden door fysieke bouw, inrichting openbare ruimte, toedeling huurwoningen.
14
4.
Prioriteiten
In dit hoofdstuk worden de vier prioriteiten beschreven waar de meeste aandacht en dus uitvoeringscapaciteit van de gemeente Papendrecht en van de partners die dit IVP onderschrijven naar toe gaat de komende jaren. De eerste drie prioriteiten betreffen vormen van criminaliteit en onveiligheid, die een hoge impact hebben op de veiligheid en met name het veiligheidsgevoel van de mensen die wonen, werken en recreëren in Papendrecht. De vierde prioriteit betreft meer de organisatorische kant van het geheel. Veelal is de organisatie het sluitstuk van een nota, maar het is in dit geval naar voren gehaald omdat het DE succesfactor voor het welslagen van een IVPprogramma is. Uit alle gesprekken, zowel individueel als in de werksessies, en op alle niveaus van ambtelijk tot bestuurlijk, is gebleken dat Papendrecht sterk de behoefte heeft aan een verandering om tot meer operationele slagkracht te komen.
4.1
Vermindering jongerenoverlast
Beschrijving thema In contacten met burgers en ondernemers in de gemeente Papendrecht wordt jongerenoverlast veelvuldig benoemd als punt waarvan men last heeft of waardoor men zich onveilig voelt. Jongerenoverlast bestaat uit rondhangende groepen die zich intimiderend gedragen, geluidsoverlast veroorzaken, rotzooi en graffiti achterlaten, eventueel vernielingen plegen en soms ergere criminaliteit. In het geval jongeren op een locatie onaanvaardbaar veel overlast veroorzaken, worden zij op deze plaatsen niet getolereerd. Zowel politie als jongerenwerker verwijzen jongeren dan naar de zogenaamde ‘verwijsplekken’. In Papendrecht zijn de JOP’s en de Chill-in in De Spil hierbij van groot belang. Jeugdige daders hebben een aanzienlijk aandeel in delicten als vernielingen en overlast. De aanpak van de jeugdcriminaliteit vergt een inzet waar alle ketenpartners hun bijdrage aan moeten leveren. Door het grote volume van deze delicten is er veel te winnen bij een integrale aanpak. Grotendeels vindt die aanpak binnen Papendrecht zelf met de lokale partners plaats en deels via het Veiligheidshuis (met name als regionale partners een rol moeten spelen). Door een gezamenlijke aanpak moet het mogelijk zijn om meer te bereiken dan waar ketenpartners afzonderlijk toe in staat zijn en de recidive bij jongeren te verminderen. De nadruk ligt op het voorkomen van overlast en criminaliteit. Dat geschiedt door de proactieve inzet van gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) en de politie op het terrein van de openbare orde. De gemeentelijke ambulant jongerenwerker heeft veel contact met groepen jongeren binnen Papendrecht. Het opbouwen en onderhouden van deze contacten is van groot belang, juist ook op het moment dat jongeren geen overlast veroorzaken. Ook buurtpreventie speelt logischerwijs een nadrukkelijke rol bij het voorkomen van jongerenoverlast. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 o Versterking ketenregie jongerenoverlast Over jongerenoverlast wordt veel gesproken, maar adequate snelle actie is moeilijk. Pogingen om de jongerenoverlast binnen de bestaande gemeentelijke organisatie beter te organiseren, zijn nog onvoldoende gelukt. De komende jaren moet worden geïnvesteerd in verbetering van de ketenregie, de samenwerking tussen jongerenwerk en politie. Tevens zal onderzocht worden of een aparte ketenregisseur jongerenoverlast, zoals in andere gemeenten zoals Liesveld is ingevoerd, gewenst en haalbaar is, eventueel in samenwerking met onze buurgemeenten. Een ketenregisseur kent de jongeren en kan sturing geven aan betrokken lokale en regionale partners voor de aanpak van groepen en individuele jongeren en kan afspraken maken met o.a. CJG en Veiligheidshuis. o Planmatige aanpak ernstige overlastsituaties. Vanaf 2012 wordt gewerkt met het aanwijzen van specifieke hotspots. In het IVP uitvoeringskader wordt jaarlijks een top drie hotspots/ hotgroups opgenomen die zijn aangewezen door het JOOP. Criteria voor aanwijzing zijn: het aantal meldingen overlast bij de gemeente en bij de politie en de ernst van de overlast. Deze aanpak is nodig voor die plekken die al langere tijd bekend staan als aantrekkelijk voor overlastgevers. Daarnaast is er vaak sprake van kortstondige, soms wel ernstige overlast, op een bepaalde plek. Voor de aanpak van die plekken of groepen is een snelle reactie nodig met de trits: de jongeren uit de anonimiteit halen (jongerenwerk/politie benaderen de jongeren) en hen aanspreken dan wel verwijzen; volgende stap is de ouders informeren en suggesties doen voor aanpak (brief van de politie/gemeente); voor zover het jongeren uit eigen buurt betreft, is overleg of bemiddeling met de buurt nodig om verhoudingen te herstellen.
15
o
o
Meer inzet op preventie Dit betreft de inzet van ouders, onderwijsinstellingen, jeugdzorg ed. Aandacht voor jongeren ten behoeve van hun positieve ontwikkeling en risicogedrag signaleren als het gedrag van jongeren de grenzen van “eens experimenteren” duidelijk overstijgt. Signaleren is niet voldoende; aanpak in eigen kring van de jongere (ouders, vrienden, buurt, sportclub, school) eventueel via professionele instanties is noodzakelijk om tot ander gedrag te komen. Ook willen we meer inzetten op zelfredzaamheid van burgers, ondernemers en instellingen, degenen die zich melden als slachtoffer van de overlast. Via de wijkplatforms en de ondernemersverenigingen, meer specifiek in KVO-verband, kunnen adviezen worden gegeven in de omgang met overlast. Zonodig kan een bemiddelingstraject worden ingezet, bv door groepsbemiddeling of jongerenbemiddeling. JOOP beter laten aansluiten op andere structuren De eerste stappen zijn in 2011 al gezet om tot een steviger aanpak van de overlast te komen. Na het in beeld brengen van de groepen, is ook beter zicht ontstaan op de individuen in die groepen. Om het overlastgevend gedrag te veranderen is een betere organisatie van drang bij risicojongeren nodig, we willen de persoonsgerichte aanpak goed gaan ontwikkelen. Daartoe organiseren we een betere aansluiting op preventie, via werkafspraken met het eind november 2011 geopende Centrum voor Jeugd en gezin (CJG) en op repressie via werkafspraken met het Veiligheidshuis.
Partners in de aanpak o Gemeente, met jongerenwerk, voorzitterschap JOOP (afdeling MO), wijkcoördinatie, adviseur OOV, Centrum voor Jeugd en Gezin o Politie Zuid-Holland-Zuid o Woonkracht10 o Veiligheidshuis o Jeugdpreventieteam Zuid-Holland-Zuid o wijkplatforms Doelstelling (kwalitatief): In 2015 moet er zichtbaar sprake zijn van vermindering van overlast door jongeren. In eerste instantie op de aangewezen hotspots. Het zal niet zo zijn dat alle overlast voorkomen kan worden; jongeren hebben ruimte nodig om elkaar te ontmoeten en wat voor de ene burger eruit ziet als een gezellig samenzijn kan door een andere burger als overlast worden ervaren. De gemeente, zowel wijkcoördinatoren als jongerenwerk, en de politie hebben een taak om burgers in dit onderscheid mee te nemen. Daar waar meldingen en eigen waarneming door professionals overlast aantonen, is optreden door de partners van het JOOP, ook bij incidenten en dus niet alleen op aangewezen hotspots, nodig. Dit alles zal bijdragen aan een veilige woon- en leefomgeving. In 2015 moeten er minder overlastgevende groepen zijn en minder criminele/individuele probleemjongeren. Niet uit te sluiten is dat er jaarlijks sprake zal zijn van enkele nieuwe gevallen, maar we willen voorkomen dat de lijst alleen maar groeit. Dat betekent dat ook recidive moet worden voorkomen, zodat de jongeren die nu bekend zijn in 2015 er niet meer op voorkomen. Doelstelling (SMART): indicator
bron
nulmeting (jaar)
streefwaarde 2015
Overlastmeldingen op door de gemeente aangewezen hotspots
Politie en gemeente
Aantal meldingen overlast jeugd
Politie en gemeente
aantal overlastmeldingen op aangewezen hotspots in 2012 462 meldingen jeugdoverlast bij de politie in 2010
25 % minder overlastmeldingen op aangewezen hotspots Minder dan 462 meldingen jeugdoverlast bij de politie in 2015
49 meldingen jeugdoverlast bij de gemeente in 2010
Minder dan 49 meldingen jeugdoverlast bij de gemeente in 2015
16
Aantal criminele of probleemjongeren (tot en met 24 jaar) die bij de gemeente in beeld zijn (bv door aanmelding bij het Veiligheidshuis)
Aantal groepen jongeren die overlast geven
4.2
Gemeente en Veiligheidshuis
Gemeente en politie
(aantal) jongeren als probleem/criminele jongere bij gemeente in beeld in 2012
Minder dan …. jongeren als probleem/criminele jongere bij gemeente in beeld in 2015
61 jongeren in Justitieel casusoverleg bij het Veiligheidshuis
Minder dan 60 jongeren besproken in JCO bij het Veiligheidshuis
6 overlastgevende groepen jongeren in 2010
Minder dan 6 overlastgevende groepen jongeren in 2015
Vermindering geweld en “alcohol”overlast
Beschrijving thema Geweld is al enkele jaren een prioriteit. Het is een delict met veel impact op mensen waardoor gerichte aandacht gewenst blijft. Het delict geweld komt in diverse gedaanten voor: bedreiging, mishandeling en openlijke geweldpleging en huiselijk geweld. Het delen van informatie tussen partners over en de integrale aanpak van geweld in de openbare ruimte blijven belangrijke speerpunten. Binnen het district Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden worden veel geweldsdelicten op straat gepleegd door jongeren tijdens het uitgaan. Overmatig drinken van alcohol, al dan niet in combinatie met drugs, speelt een rol bij uitgaansagressie. Binnen het regionale programma ‘Verzuip jij je toekomst?!’ wordt ingezet op de bestrijding van het overmatig gebruik van alcohol bij jongeren. De alcoholconsumptie onder jongeren is hoog. Het programma richt zich op voorlichtingsactiviteiten, strengere regelgeving en handhaving. In 2011 is verdergegaan met het opzetten van het beleid inzake beperking van schenktijden in de paracommercie, zoals sportverenigingen. Het voorlichtingsprogramma “Help, mijn kind wordt een puber!” is bij de basisscholen in de regio uitgezet. De gemeenteraad heeft de Algemene plaatselijke verordening (APV) eind 2008 zodanig aangepast, dat het college gebieden kan aanwijzen waar het verboden is op de weg alcohol-houdende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. Er zijn zes alcoholvrije gebieden in de gemeente aangewezen. Verder stelt de gemeente bij horeca, feesten en evenementen vergunningsvoorwaarden op grond van de APV en controleert en handhaaft deze. De inzet van de politie rondom horecagelegenheden, feesten en evenementen bestaat uit het proactief aanwezig zijn en - zo nodig in samenwerking met de gemeente - repressief optreden bij overtredingen. Ongeveer een kwart van alle geweldsmisdrijven betreft huiselijk geweld. In 2009 heeft de burgemeester bij wet de bevoegdheid gekregen een zogenaamd huisverbod op te leggen (Wet tijdelijk huisverbod). In Papendrecht is in 2011 zeven maal een tijdelijk huisverbod opgelegd (was in 2010 twee maal). De uitvoering van de wet vergt goede en intensieve samenwerking tussen politie, gemeente en hulpverlening. Eind 2011 is de gemeente toegetreden tot het geautomatiseerde systeem, huisverbod online. De ervaring met dit instrument is positief. De hulpverlening wordt snel opgestart, zodoende wordt de nodige rust gecreëerd voor de slachtoffers. Toch is het ook de wens van de verschillende partners om eerder zicht te krijgen op problemen en de mogelijke oplossingen. Dat is voor Woonkracht10 bijvoorbeeld ook de reden om meer achter de voordeur van zijn huurders te komen: zien wat er speelt en eventueel bijstaan en verwijzen naar hulp om escalatie van problemen te voorkomen, waardoor bijvoorbeeld de huur langere tijd niet zou kunnen worden betaald. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 o Vermindering alcoholgebruik bij jongeren Ook in 2012 doet Papendrecht actief mee aan het regionale project “Verzuip jij je toekomst?!” om tot een gematigder alcoholgebruik te komen onder jongeren. In het voorjaar wordt regionaal een beslissing genomen over het vervolg van het project. Onderdelen uit het project zijn: beperking
17
o
o
o
van schenktijden en het schenken aan jongeren in de paracommercie; het vermijden van het schenken van alcohol bij jeugdsportactiviteiten of sportactiviteiten voor volwassenen waarbij veel jeugd verwacht wordt; nieuwe toezichthoudende en handhavende taken op basis van de wijziging van de Drank- en horecawet op gemeentelijk niveau organiseren. Nadruk eigen verantwoordelijkheid (horeca-)ondernemers voor omgeving Ondernemers, bijvoorbeeld horeca-ondernemers en supermarkten, meer aanspreken op eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid in eigen omgeving, waarbij zij bv zelf voor cameratoezicht in hun eigen domein zorgen. De verantwoordelijkheid houdt niet op bij de deur, ook niet wat betreft het gebruik van alcoholhoudende dranken door jeugd. Meer naar vroegsignalering sociale problematiek Bij huiselijk geweld is er vaak sprake van een al langer lopend proces waarbij mensen elkaar bedreigen, mishandelen; er kan relatie liggen met alcohol-problematiek, sociaal-economische en financiële problemen, etc. Sommige situaties kunnen jaren voortduren, als interventie van buitenaf uitblijft. De gemeente, politie, maar ook Woonkracht10 gaan zich meer inzetten om zicht te krijgen op dat soort situaties, ook als dat achter de voordeur speelt. Om zo vroegtijdiger signalen op te kunnen vangen en er iets aan te doen. Uitbreiding toepassing huisverbod De invoering van de Wet huisverbod is met de aansluiting op het systeem huisverbod-on-line goed in de organisatie ingebed. Op voorstel van de regionale stuurgroep Huiselijk Geweld wordt een pilot gestart voor preventieve huisverboden in de regio Zuid-Holland-Zuid. Tot nu toe wordt elders in de regio het huisverbod vooral opgelegd in combinatie met strafrechtelijk optreden. Het huisverbod kan juist worden opgelegd als bestuurlijke maatregel, los van het feit of er strafrechtelijk actie wordt ondernomen. Doel is een situatie van kindermishandeling of geweld direct te kunnen beëindigen ter voorkoming van verdere escalatie. Dit noemen we het preventieve huisverbod. In Papendrecht is deze werkwijze al gebruikelijk.
Partners in de aanpak Gemeente Politie Openbaar Ministerie Veiligheidshuis Hulpverlening, GGD, GGZ Woonkracht10 Horeca-ondernemers Doelstelling (kwalitatief): We willen in de komende jaren bereiken dat de stijging in het aantal geweldsdelicten wordt gestopt en dat we kunnen werken aan een vermindering van het aantal geweldsdelicten en meer specifiek aan vermindering van huiselijk geweld. Op het terrein van alcoholmatiging hopen we te bereiken dat jongeren pas op latere leeftijd beginnen met alcoholconsumptie en dat zij op een gematigder manier consumeren. De gemeente wordt gefaciliteerd met aanbevelingen en instrumenten vanuit het regionale project Verzuip jij je toekomst?!. Afhankelijk van de bestuurlijke keuze van het gemeentebestuur, zoals bijvoorbeeld het al dan niet mogelijk maken van alcoholgebruik in het nieuw te bouwen sportcomplex van Papendrecht, kan hier veel worden bereikt. Verder willen we bereiken dat we veilige horecagebieden hebben waar het leuk is om uit te gaan, en waar ook buurtbewoners met de beperkte overlast die horeca altijd wel geeft, weet te leven. Doelstelling (SMART): indicator Aantal geweldsdelicten (openlijk geweld, mishandeling en bedreiging) Aantal meldingen huiselijk geweld
% jongeren dat in de leeftijd van 13 tot 14 jaar 2-4 keer per maand en eens per maand of
bron politie Politie en Veiligheidshuis
GGD
18
nulmeting (jaar) 85 in 2010
streefwaarde 2015 Minder dan 80
36 aangiften bij
politie in 2010 133 meldingen bij het Veiligheidshuis 10,9 respectievelijk 29,7 in schooljaar 2007-2008
Minder dan 30 aangiften en minder dan 125 meldingen
10 respectievelijk 25
minder alcohol gebruikt
Aantal overlastmeldingen over horeca
4.3
gemeente
46 overlastmeldingen horeca bij de gemeente in 2010
Minder dan 40 overlastmeldingen horeca bij de gemeente
Vermindering veelvoorkomende criminaliteit
Beschrijving thema Net als in andere gemeenten hebben burgers in Papendrecht last van veel voorkomende criminaliteit. De politie constateert op districtsniveau dat een verschuiving plaatsvindt: het aantal vernielingen blijft binnen de gemeenten constant of neemt toe, terwijl het aantal vermogensdelicten afneemt. Op preventie gerichte samenwerking tussen alle betrokken partners lijkt de beste methode om de schade aan de samenleving te beperken. Schadeverhaal is hierbij een goed instrument. Ter voorkoming van diefstal vinden, in samenwerking tussen het wijkteam van politie en de gemeentelijke BOA’s, jaarlijks het ‘Donkere dagen offensief’ en het ‘Voorjaarsoffensief’ in Papendrecht plaats. Deze campagnes waarbij aandacht wordt gevraagd voor eigen acties ter voorkoming van diefstal uit woningen en auto’s leveren naar mening van de politie en gemeente een positieve bijdrage. De partners trachten het aantal diefstallen en woninginbraken verder te laten dalen. Activiteiten zijn preventie en voorlichting (onder andere met behulp van het Politiekeurmerk Veilig Wonen) en het vergroten van de meldingsbereidheid van burgers. Bij vernielingen van gemeentelijke eigendom waarbij de daders bekend zijn, heeft de gemeente als beleid dat de schade op de daders wordt verhaald. In de praktijk komt daar nog niet veel van, doordat betrokken partijen onvoldoende samenwerken om tot verhaal te komen. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 o Versterking fysieke preventie De gemeente zorgt bij nieuwbouw dat woningen en complexen conform het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) worden gebouwd; Verder worden burgers die een bestaande woning verbouwen en daarvoor een vergunning vragen geïnformeerd over het PKVW. Woonkracht10 zorgt ervoor dat 80% van zijn woningenbestand in 2015 PKVW-gecertificeerd is; bij alle mutaties en renovaties worden de woningen PKVW-proof gemaakt. Van ad hoc/incidenten aanpak naar een meer gestructureerde planmatige aanpak per buurt of complex, waar bepaalde criminaliteitsvormen of werkwijzen worden toegepast (?). o Gerichtere voorlichting Meer op buurt- of complexniveau voorlichting geven. In samenwerking met politie en Woonkracht10 bewoners informeren over bepaalde werkwijzen van criminelen. Kan ook specifiek gericht worden op bepaald winkelgebied of gelegenheid, waar veel mensen komen (bv door aanwezigheid grote parkeerplaats). o Versterken sociale preventie of sociaal toezicht Stimuleren burgerinitiatieven, zoals het opzetten van Verenigingen van eigenaren en bewonerscommissies in wooncomplexen en buurten. Georganiseerd geeft bewoners in het complex en de buurt meer kracht om de overlast en criminaliteit in de omgeving te weerstaan. Actief inzetten op eigen maatregelen door bewoners, zoals buren die bij elkaar opletten bij vakanties, beveiliging van de eigen woning, geen kostbare spullen in de auto laten liggen. In voorkomende gevallen, als een bepaalde wijk of buurt tijdelijk meermalig wordt geteisterd door veelvoorkomende criminaliteit of overlast, inzet van buurtpreventie, waarbij burgers onder begeleiding van politie zelf toezicht houden in een wijk/buurt door bijvoorbeeld surveillance op straat. o Herstel en verhaal Het is zaak voor de eigenaar, wie dat dan ook is - gemeente, instelling, burger, ondernemer- om de schade zo snel mogelijk te herstellen. Het is belangrijk om daders van vernielingen te kunnen achterhalen, want dan wordt het verhalen van de schade op hen mogelijk. Wegens gebrek aan bewijs, geen signalement of andere aanwijzing, komen zaken vaak niet verder. Het is dus van het grootste belang dat burgers alert zijn en eventuele aanwijzingen doorgeven aan de gemeente en de politie.
19
Partners in de aanpak Gemeente, waaronder wijkcoördinatoren, BOA’s, communicatie Politie Woonkracht10 wijkplatforms Doelstelling (kwalitatief): Doel is ervoor te zorgen dat in Papendrecht minder veelvoorkomende criminaliteit wordt gepleegd, waardoor het veiligheidsgevoel van de mensen over hun eigen omgeving goed blijft. We kijken daarbij vooral naar de high-impact criminaliteit zoals woninginbraken en auto-inbraken. Ook naar woningovervallen als dat aan de orde is. Vermindering van vernielingen is daarnaast een doel. Het heeft doorgaans weliswaar minder hoge impact omdat het vaak zaken in de openbare ruimte betreffen, die de individuele burger niet direct raken. Maar het tekent wel het straatbeeld in de buurt. We willen mooie leefbare buurten hebben in Papendrecht. Doelstelling (SMART): indicator Aantal woninginbraken
bron politie
nulmeting (jaar) 80 in 2010
Aantal auto-inbraken
politie
114 in 2010
Aantal vernielingen
politie
421 in 2010
streefwaarde 2015 vermindering van 10% vermindering van 10% vermindering van 10%
De streefwaarde is behoorlijk ambitieus; in de praktijk zal blijken dat de invloed van de gemeente en burgers om dit cijfer te beïnvloeden beperkt is. De politie zal haar inzet vanzelfsprekend blijven leveren op deze delicten.
4.4 Vergroten operationele slagkracht in de samenwerking en invulling regierol gemeente Beschrijving thema In Papendrecht hebben de verschillende partners elkaar al wel gevonden en beseft ook iedereen dat niet 1 instantie alleen verantwoordelijk kan zijn voor de veiligheid van de burgers in Papendrecht. Er is behoefte aan regie om de samenwerking beter te richten. De aanpak is veelal incidentgericht, waar meer structuur en integrale aanpak gewenst is. Door de nadruk op preventie en proactie zijn verschillende instanties op zoek naar de grens van hun verantwoordelijkheid en waar zij met succes een beroep kunnen doen op gemeente en bijvoorbeeld de politie. Soms is duidelijk dat een situatie van bijvoorbeeld overlast niet kan voortbestaan, maar lijkt geen van de betrokken partijen (gemeente/jongerenwerk, politie, Woonkracht10 e.a.) in staat actie te ondernemen om een einde te maken aan die situatie. We noemen dat wel handelingsverlegenheid. Vaak wordt gezegd dat er te weinig capaciteit is om iets aan te pakken, of dat er geen bevoegdheid of plicht bestaat om er iets aan te doen. Dat roept om meer operationele slagkracht: de mogelijkheid om echt op te kunnen treden moet echt groter om sneller en effectiever problemen te kunnen aanpakken. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 • Verduidelijken verantwoordelijkheidsverdeling tussen de verschillende partijen Tussen de gemeente, provincie, politie, jongerenwerk, woningbouwcorporatie, onderwijsinstellingen, Veiligheidshuis en andere instellingen moet de verantwoordelijkheidsverdeling worden vastgelegd. Op hoofdlijnen, want het moet geen exercitie tot op de decimaal achter de komma worden. Doel blijft om actiever en effectiever met elkaar samen te werken; niet om met meer legitimiteit zaken door te schuiven naar anderen. Voorstel is om per prioriteit en thema in de eerste helft van 2012 daarover afspraken te maken. • Gestructureerde planmatige aanpak De wens onder met name professionals, maar ook onder ondernemers, is te komen tot een meer gestructureerde aanpak en minder incidentgericht te werken. Daarmee wordt de voorspelbaarheid van handelen verhoogd. Aanpak per buurt of complex kan aan de orde zijn. Of zoals in dit plan ook aangegeven per thema. Overigens wil dit niet zeggen dat de gemeente ook
20
•
•
•
altijd trekker van een dergelijke gestructureerde aanpak dient te zijn. Andere organisaties, georganiseerde ondernemers of buurtbewoners kunnen ook trekker zijn. Verbetering van de samenwerking De samenwerking en afstemming tussen professionals van werkzaamheden binnen de gemeentelijke organisatie kan aanzienlijk worden verbeterd. Een belangrijke reden voor professionals om niet optimaal samen te werken wordt vaak gevonden in het feit dat het tijd kost. Wat dat is natuurlijk het geval: overleg in welk vorm dan ook kost tijd. Echter de tevredenheid bij burgers en samenwerkingspartners en kwaliteits- en effectiviteitsverhoging moet zwaarder wegen. Op deze manier moet de gesignaleerde hiaat in de werkzaamheden tussen gemeente, jongerenwerk, politie, Woonkracht10 en burgers kunnen verminderen. Versterken en borgen van operationele slagkracht Hiervoor is het al aangestipt: in Papendrecht hebben we last van handelingsverlegenheid. Daar willen we vanaf. Professionals moeten in staat zijn in de samenwerking hun rol echt goed te kunnen pakken en niet steeds terug te moeten gaan naar hun hoge bazen om toestemming voor actie. Iedere professional moet met voldoende mandaat aan tafel zitten. Zo is het bijvoorbeeld noodzakelijk dat een samenwerkingsverband als het Joop goed is aangesloten op zorgstructuren en komt daarmee ook de behoefte om het systeem Zorg voor Jeugd beter te laten functioneren. Versterken beleidsmatige en bestuurlijke aansturing van de uitvoering Om de regierol op integrale veiligheid goed inhoud te geven, dient de gemeente de beleidsmatige en bestuurlijke aansturing van de uitvoering van het veiligheidsplan beter te organiseren. Daarbij past het vooraf gezamenlijke kaders afspreken; jaarlijkse afstemming via IVP-uitvoeringsplan van dat jaar. Bijzondere aandacht vraagt de verhouding met de politie, die door de invoering van de wet op de nationale politie –naar verwachting in het voorjaar van 2012 - , gaat veranderen. Meetbare doelstellingen afspreken en maatregelen adresseren aan organisaties/ mensen. Meer partners verbinden aan het IVP, zoals Woonkracht10, onderwijsinstellingen, Veiligheidshuis, Veiligheidsregio e.a. Periodiek operationeel en bestuurlijk overleg over de uitvoering van plannen. Zo nodig bijsturen in de uitvoering op basis van gezamenlijke afspraken. OCD voert de leefbaarheids- en veiligheidsmonitor elke twee jaar uit. Onderzoeken of aansluiten bij de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor gewenst en mogelijk is. Actuele continuïteitsplanning hebben.
Partners in de aanpak Gemeente Politie Openbaar Ministerie Woonkracht10 Wijkplatforms Ondernemersverenigingen Veiligheidshuis CJG/Jeugdzorg Onderwijsinstellingen Veiligheidsregio Omgevingsdienst RIEC Doelstelling (kwalitatief): We willen met dit punt een echte integrale aanpak op het terrein van veiligheid bereiken, met een duidelijke regie op het veiligheidsbeleid door de gemeente. We willen kunnen werken volgens het systeem plan-do-check-act; de resultaten van gevoerd beleid moeten dan ook periodiek worden gemonitord. Voor de uitvoering en aansturing is vanzelfsprekend ook continuïteit van de organisatie een noodzakelijke voorwaarde. Doelstelling (SMART): indicator Bij elke prio/thema zit een set afspraken met verantwoordelijkheidsverdeling Medewerkers zitten met mandaat aan tafel
bron gemeente
21
nulmeting (jaar)
streefwaarde 2015
5. 5.1
Overige veiligheidsthema’s Verbetering en behoud huidig veiligheidsniveau
Beschrijving thema Papendrecht is een relatief veilige gemeente. De criminaliteit daalt en de veiligheidsbeleving heeft een mooi hoog rapportcijfer. En dat willen we ook zo houden. Dat is een behoorlijke uitdaging, aangezien er twee belangrijke veranderingen aan de gang zijn: 1. er wordt meer eigen initiatief van burgers verwacht in de zorg voor hun eigen lijf en goed. Zij zullen zich meer bewust moeten zijn van welke onveilige situatie of criminaliteit zij het hoofd mogelijk dienen te bieden en daar preventieve maatregelen op te treffen. Op dit terrein is heel veel informatie voorhanden op allerhande websites. 2. verschillende overheidsorganisaties zijn in beweging, door bezuinigingen of door een fundamentele reorganisatie zoals de politie. Al deze organisaties buigen zich ook over het vraagstuk wat tot hun kerntaak behoort en wat niet. Dat betekent dat sommige taken niet meer door de overheid zullen worden opgepakt; dat betreft in algemene zin taken die ook goed door burgers en ondernemers zelf of via de markt uitgevoerd kunnen worden. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 o Monitoring veiligheidssituatie Maandelijks het gehele criminaliteits- en veiligheidsbeeld aan de hand van de overzichten van politie beter monitoren. Daarbij ook de gemeentelijke meldingen meenemen. In bilaterale overleg burgemeester en politie tendensen benoemen en eventueel lopende plannen en aanpakken bijsturen. o Tussentijdse evaluatie Bespreken van de veiligheidssituatie in meer beschouwende zin, twee keer per jaar, waarbij ook andere partners, zoals Woonkracht10 aan tafel kunnen worden uitgenodigd om de veiligheidssituatie te bespreken. Jaarlijks, bij de vaststelling van het uitvoeringskader IVP van dat jaar de gemeenteraad informeren over de stand van de veiligheid in Papendrecht. o Monitoring veiligheidsgevoel Het veiligheidsgevoel wordt gemeten in de Leefbaarheids- en veiligheidsmonitor van het Onderzoekscentrum Drechtsteden (OCD). Deze zal vaker moeten uitkomen dan de huidige vier jaar, anders is het een nutteloos instrument om mee te kunnen sturen. Deels kan het worden ondervangen door de jaarlijkse omnibus-onderzoeken van het OCD. Partners in de aanpak gemeente politie openbaar ministerie brandweer Woonkracht10 Doelstelling (kwalitatief): Doel is te zorgen dat het algemene veiligheidsniveau gelijk blijft of omhoog gaat. En dat de criminaliteit over het geheel genomen blijft dalen, zoals dat al is ingezet. Daarnaast willen we bereiken dat de burgers van Papendrecht zich minimaal zo veilig blijven voelen als nu het geval is, in hun eigen buurt. Vandaar het vasthouden aan het rapportcijfer 7.3. Doelstelling (SMART): indicator
bron
Totaal aantal delicten (aangiften) Rapportcijfer op de veiligheidsbeleving in de eigen buurt
politie L&V Monitor
22
nulmeting (jaar) 1095 in 2010 7,3 in 2009
streefwaarde 2015 Minder dan 1000 7,3
5.2
Vermindering verloedering in de woon- en leefomgeving
Beschrijving thema Het motto voor een goede wijk is “schoon, heel en veilig”. Er bestaat een verband tussen deze drie kwalificaties die tot uiting komt in de waardering van het veiligheidsgevoel. Op de indicator verloedering wordt in de regio Zuid-Holland-Zuid slechter gescoord dan het landelijke gemiddelde. Verloedering kan ontstaan door een veelheid aan zwerfvuil, vernielde stukken straatmeubilair, kapotte lantaarns, slecht onderhouden groen. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 • Verbetering beheer en onderhoud Slimmer/sneller kapotte dingen vervangen of verwijderen voor zover dat past binnen de budgettaire kaders. Meer verantwoordelijkheid bij de burgers, ondernemers en instellingen neerleggen voor de openbare ruimte. “Schoon, heel en veilig” als aandachtspunt meenemen in het te ontwikkelen groenbeheerbeleid. Meldingsbereidheid stimuleren en terugkoppeling op meldingen verbeteren (voor zowel gemeente, Omgevingsdienst, politie e.a.). • Uitbreiding van het “snoeproute-overleg” Het “snoeproute-overleg” is een overleg tussen gemeente, politie en scholen van voortgezet onderwijs over het terugdringen van zwerfvuil op de aanloop/-rijroutes van en naar school. Dit overleg willen we uitbreiden naar basisscholen. Partners in de aanpak Gemeente Woonkracht10 Onderwijsinstellingen Wijkplatforms Ondernemersverenigingen Doelstelling (kwalitatief): Papendrecht moet een prettige gemeente zijn om in te wonen: schoon, heel en veilig. Om die reden willen we werken aan een verbetering van de indicator verloedering, zodat we niet meer negatief afwijken van het landelijk gemiddelde. Ten overvloede wellicht: een hoger indicatorcijfer is in dit verband slechter. Doelstelling (SMART): indicator Indicatorcijfer verloedering
5.3
bron L&V monitor
nulmeting (jaar) 5 in 2009
streefwaarde 2015 3,5
Veilige winkelgebieden en bedrijventerreinen
Beschrijving thema Papendrecht heeft diverse winkelgebieden. Winkelcentrum De Meent is goed georganiseerd in een Keurmerk Veilig Ondernemen-verband en heeft in 2011 de tweede ster binnengehaald voor het winkelcentrum. De andere winkelgebieden, Wilgendonk en Westpolder, zijn wel aangespoord om zich beter te organiseren en op de wijze van het Keurmerk Veilig ondernemen te werken, maar ze hebben er nog geen gehoor aan gegeven. Voor de gemeente is deze manier van werken en het initiatief van ondernemers bepalend voor inzet op toezicht en handhaving. Ondernemers moeten ook zelf preventief en proactief bezig zijn, anders wordt de inzet van gemeente en politie dweilen met de kraan open. Op het bedrijventerrein Oosteind is wel gesproken over keurmerk veilig ondernemen, maar men ervaart daar geen veiligheidsproblematiek. Ondernemers zijn tevreden met wat zij zelf op het terrein van preventie en proactie doen. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 • Toepassing Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)
23
KVO De Meent wordt voortgezet door de ondernemers; de gemeente gaat zijn faciliterende rol afbouwen, zodat de gemeente die weer elders in Papendrecht voor een winkelgebied kan inzetten. Toepassing KVO zal worden gestimuleerd in winkelcentra Wilgendonk en Westpolder en zonodig op bedrijventerrein Oosteind. Ondernemers worden meer aangesproken op eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid in eigen omgeving, waarbij zij bijvoorbeeld zelf voor cameratoezicht in hun eigen domein zorgen. Onderdeel van een KVO-aanpak vormt het periodiek schouwen van het gebied met ondernemers en instellingen. Met KVO kan de slagkracht van ondernemers en instellingen bij problemen worden vergroot. Vergroting van de aangiftebereidheid van ondernemers, voorlichten over aangiftemogelijkheden bij politie en terugmelding door politie op aangifte beter regelen: het zijn allemaal zaken die binnen een KVO-verband beter geregeld kunnen worden. • Aanpak overvallen In 2011 was er weer een toename van overvallen. Het is een delict met een hoge impact. In samenwerking met politie en bedrijven moet worden bekeken hoe ondernemers zich nog beter kunnen wapenen tegen overvallers. Uiteindelijk met als doel een vermindering van de aangiften op overvallen in 2015 ten opzichte van 2010 door versterking bovenlokale aanpak door politie. • Structureel overleg en informatieverstrekking Veiligheid wordt een vast agendapunt op de structurele overleggen met ondernemers(verenigingen); wat kan overheid doen en vooral wat kan een ondernemer zelf allemaal doen, al dan niet in verenigd verband. Informatieverstrekking via digitale nieuwsbrief. Partners in de aanpak Gemeente Politie Ondernemersverenigingen Kamer van Koophandel HBD Doelstelling (kwalitatief): De burgers in Papendrecht willen veilig kunnen winkelen, vandaar de doelstelling voor veilige winkelgebieden. Een veilig ondernemingsklimaat trekt bedrijvigheid aan, waarmee ook het (economische) belang voor veilige bedrijventerreinen is gegeven. Doelstelling (SMART): indicator
bron
nulmeting (jaar)
streefwaarde 2015
Aantal inbraken bij bedrijven
politie
47 inbraken bij bedrijven in 2010
Minder dan 47 Inbraken bij bedrijven
Aantal KVO-gebieden
gemeente
Aantal overvallen
politie
5.4
1 KVO gebied (De Meent) in 2010
Ondernemers in andere winkelgebieden actief met KVO
6 in 2010
Minder dan 4
Veiligheid in en om de school
Beschrijving thema Papendrecht heeft circa dertien locaties voor basisonderwijs en twee schoolgemeenschappen voor voortgezet onderwijs (op drie locaties). Begin 2012 zal de Kadernota Onderwijs 2012-2016 naar verwachting door de gemeenteraad worden vastgesteld. Op het terrein van veiligheid is de afstemming nadrukkelijk gezocht. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 • Meer preventie i.p.v. incidentgericht Het eerder genoemde “snoeproute-overleg” kan weer in dit verband worden genoemd: dat zal worden uitbreid naar basisscholen. Met scholen worden afspraken gemaakt over preventie en
24
proactie inzake de school en haar omgeving bij afwezigheid van schoolleiding en leerlingen (weekends, vakanties) om vernielingen ed te voorkomen dan wel te beheersen. In overleg met het primair onderwijs wordt een convenant met gemeente en politie opgesteld naar model van het bestaande convenant met het voortgezet onderwijs. • Registratie en monitoring Vanaf schooljaar 2012-2013 ontstaat voor alle scholen de verplichting om een incidentenregistratie bij te houden: hiermee is de veiligheidssituatie op scholen beter te monitoren. • Protocol voor schooloverstijgende calamiteiten Incidenteel vindt er iets plaats op/rond/in verband met een school, een calamiteit, waarvan de impact veel verder draagt dan de school alleen. De basisschool de Viermaster heeft hiermee te maken gekregen bij het dodelijk verkeersongeval van een van haar leerlingen. Men heeft toen een protocol ontwikkeld. Het zou goed kunnen zijn om dit protocol breder te delen en mogelijk als protocol voor alle scholen vast te stellen. • Vast agendapunt in bestuurlijk overleg LEA. Veiligheid wordt een vast agendapunt in het bestuurlijke overleg tussen de wethouder en de scholen. Daar kan ook de voortgang van dit deelonderwerp worden aangestuurd. Partners in de aanpak Gemeente Politie Onderwijsinstellingen, kinderopvang en peuterspeelzalen Ouders en scholieren Doelstelling (kwalitatief): Kinderen en jongeren moeten in Papendrecht veilig naar school kunnen gaan. Veiligheid in en rond de school zijn dan een voorwaarde. Doelstelling (SMART): indicator
bron
Aantal incidenten (aangiften inbraak) op en rond school Aantal pest- en andere gedragsincidenten op school
politie
5.5
school
nulmeting (jaar)
streefwaarde 2015
8 aangiften in 2010 Start pas met wettelijke registratie in schooljaar 2012-2013
Minder dan 8 aangiften
Verkeersveiligheid
Beschrijving thema Hoewel Papendrecht relatief verkeersveilig is, blijft het noodzakelijk om de ontwikkelingen rond de verkeersveiligheid in Papendrecht continu te monitoren. Ongevallen vinden in Papendrecht zo incidenteel en gespreid plaats dat amper sprake is van verkeersongevallenconcentraties, waarop met concrete doelstellingen gewerkt zou kunnen worden. Wel blijven er bepaalde aandachtspunten, zoals de Burgemeester Keijzerweg en specifieke punten bij of op de route naar scholen in Papendrecht. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 • Van incidentele naar structurele aanpak Inzet is om te komen tot meer structurele aanpak in plaats van het slechts oplossen van verkeersveiligheidsknelpunten. In samenwerking met de provincie wordt ingestoken op een beleid dat gericht is op het vergroten van het veiligheidsgevoel (subjectieve veiligheid) en een verkeersveilige inrichting van infrastructuur. Naast aandacht voor gedragsbeïnvloeding en educatie dienen ook op een planmatige wijze fysieke maatregelen te worden genomen. Hiervoor zal als uitwerking van het Gemeentelijke Verkeers- en VervoerPlan (GVVP) in 2013 een Verkeersveiligheidsplan worden uitgewerkt.
25
Partners in de aanpak gemeente politie provincie Doelstelling (kwalitatief): Een verkeersveilige inrichting en gebruik van infrastructuur. Doelstelling (SMART): indicator Aantal verkeersongevallen met dodelijke afloop Aantal verkeersongevallen letsel Aantal verkeersongevallen materiële schade Aantal verkeersongevallen totaal Perceptie overlast te hard rijdende auto’s (%)
5.6
bron politie politie politie politie L&V monitor
nulmeting (jaar) 2 in 2010 8 in 2010 85 in 2010 95 in 2010 34 in 2009
streefwaarde 2015 0 Minder dan 8 Minder dan 85 Minder dan 95 Minder dan 34
Brandveilige samenleving
Beschrijving thema Papendrecht wil zijn eigen burgers bewuster maken van de noodzaak om meer bewust te zijn van de risico’s op brand van juist veel zaken die in en rond ons huis spelen. De brandweer heeft de afgelopen jaren veel ingezet op brandpreventie en controle bij ondernemers. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 • Toezicht EN handhaving Betere opvolging van toezicht door handhaving, zodat er het geloofwaardig toezicht is. Meer integraliteit in samenwerking met gemeentelijke en andere partners. Sluitende afspraken met bedrijven en instellingen over terugdringen nodeloze alarmering. • Effectieve advisering in planvorming Veel gehoorde klacht is dat de brandweer erg laat in het planvormingsproces kan adviseren, waardoor wijzigingen van plannen moeizaam en vaak erg kostbaar worden. Inzet is om de Veiligheidsregio/regionale brandweer en lokale brandweer eerder in het proces te betrekken voor advisering in planvorming en vergunningverlening. • Terugdringen nodeloze brandmeldingen Met betrekking tot het terugdringen van nodeloze brandmeldingen wordt gestreefd naar een reductie van 50% in 2015. Aankomende jaren wordt sterk ingezet in voorlichting, kwaliteit van de installaties en het registeren van de meldingen. Vervolgens wordt in samenwerking met de abonnees, brandweer en gemeente gekeken naar oplossingen en waar nodig naar handhaving. • Vergroting brandpreventie Meer voorlichting burgers, ondernemer en instellingen over brandveiligheid (bv over brandmelders) Partners in de aanpak Gemeente Brandweer Veiligheidsregio Wijkplatforms Ondernemersverenigingen Doelstelling (kwalitatief): Een (brandveilige) samenleving. Subdoel: voorbereid zijn op voorzienbare incidenten
26
Doelstelling (SMART): indicator Totaal aantal brandmeldingen Totaal aantal hulpverleningen % verstrekte gebruiksvergunningen % controles conform Prevap Totaal aantal nodeloze brandmeldingen
bron brandweer brandweer brandweer brandweer brandweer
nulmeting (jaar) 172 in 2010 38 in 2010 4 in 2010 70 in 2010 127 in 2010
streefwaarde 2015 nvt nvt 100 100 63
Het is niet zinvol om een kwantitatieve doelstelling voor het totaal brandmeldingen en hulpverleningen in te voeren, aangezien de inzet van de brandweer niet wordt gerelateerd aan dit aantal, maar aan het risico. De brandweer stuurt erop dat op elk moment van de dag zou moeten kunnen worden uitgerukt voor brand of hulpverlening. Daarnaast wordt erop gestuurd, dat er voldaan wordt aan de opkomsttijden zoals genoemd in het regionale dekkingsplan. Hierin zijn de percentages en tijden per objectsoort vastgelegd.
5.7
Externe veiligheid in duurzame woon- en leefomgeving
Beschrijving thema De gemeente Papendrecht hecht aan een duurzame woon- en leefomgeving. Externe veiligheid is daarbij een belangrijk item. Risicovolle bedrijven zijn in kaart gebracht, vergunningen zijn up to date. Jaarlijks wordt een themacontrole externe veiligheid uitgevoerd. Externe veiligheid is al jaren een vast aandachtspunt in (plan)ontwikkelingen. De kwaliteit van door partijen geleverde adviezen is in orde, de afstemming dient echter beter te worden geregeld. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 • Evaluatie EV-protocol Evalueren en waar nodig aanpassen van het EV-protocol (Externe veiligheid bij ruimtelijke ontwikkelingen in de regio Zuid-Holland Zuid deel 1, d.d. september 2009). Aandachtspunten zijn hierbij in ieder geval: - In welk stadium van het proces dient advies aan Omgevingsdienst en/of Veiligheidsregio te worden gevraagd? - Aan welke partij(en) kan in een bepaalde situatie het beste advies worden gevraagd: Omgevingsdienst en/of Veiligheidsregio? - Borgen dat partijen op de hoogte zijn dat advies aan één of aan beide partijen is gevraagd. - Indien van toepassing: hoe worden adviezen van partijen afgestemd, zonder afbreuk te doen aan het kennisgebied van partijen? Welke kennis en menskracht is hiervoor nodig? Zijn kennis en menskracht “in huis”? • Gemeentelijke beleidsvisie externe veiligheid Regionaal is er een beleidsvisie externe veiligheid. Binnen Papendrecht is daarop nog geen lokale beleidsinvulling gemaakt, terwijl dat wel gewenst is. De Omgevingsdienst ZHZ is bezig met een handreiking voor gemeenten om te helpen bij de ontwikkeling van een dergelijk beleid. Op verzoek van de gemeente levert de Omgevingsdienst/Veiligheidsregio een bijdrage aan een gemeentelijke beleidsvisie externe veiligheid op maat. • Cursus basiskennis externe veiligheid Waar nodig en gewenst, organiseren de Omgevingsdienst / Veiligheidsregio / gemeente een cursus gericht op het opdoen en/of opfrissen van de basiskennis van externe veiligheid, waaronder de toepassingsmogelijkheden van de provinciale risicokaart (doorgaande activiteit). Partners in de aanpak Gemeente Provincie Veiligheidsregio Omgevingsdienst Regionale en lokale brandweer
27
Doelstelling (kwalitatief): Een duurzame woon- en leefomgeving. Subdoel: aandacht voor het milieuaspect externe veiligheid in (plan)ontwikkelingen. Doelstelling (SMART): indicator
bron
% EV objecten waarvan risico’s geanalyseerd zijn % Actuele vergunningen BEVI en BRZO
gemeente omgevingsdienst
% actuele bestemmingsplannen % bewoners dat bekend is met risico’s gevaarlijke stoffen % onveiligheidsgevoel door aanwezige industrie
nulmeting (jaar) 100 in 2010 100 in 2010
streefwaarde 2015 100 100
gemeente veiligheidsregio
75% in 2010 75% in 2010
100
veiligheidsregio
60
Lager dan 60
100
Voor wat betreft het percentage actuele bestemmingsplannen is per 1 juli 2013 de 100% al een wettelijke verplichting.
5.8
Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit
Beschrijving thema Alle gemeenten in Nederland hebben te maken met criminele praktijken. Denk aan hennepteelt in woningen, een massageshop als dekmantel voor illegale prostitutie of investeringen in vastgoed om zwart geld wit te wassen. Gemeentelijke besluiten kunnen onbedoeld faciliterend werken voor criminelen, bijvoorbeeld wanneer een horecavergunning gebruikt wordt voor het witwassen van criminele winst. Of de begunstigde van de aanbesteding van een bouwproject is betrokken bij criminele activiteiten. Op deze momenten, waarbij de onderwereld in contact treedt met de bovenwereld, kunnen gemeenten en hun veiligheidspartners hun slag slaan. Hét instrument om daar bij in te zetten, is de bestuurlijke aanpak. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 • Vergaren overzicht zwakke plekken Meer zicht krijgen op hetgeen daadwerkelijk speelt via doorlichting van gemeentelijke/ overheidsbronnen. Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit waarbij actief gebruik gemaakt wordt van de beschikbare bestuurlijke instrumenten, in samenwerking met het RIEC, inclusief gebruik van het RIEC-informatiesysteem. Op het gebied van bestuurlijke aanpak komen tot betere taakverdeling binnen de gemeentelijke organisatie. • Bibob De taakverdeling binnen de gemeente op het terrein van Bibob wordt verder ingericht en aangepast op de uitbreiding van de werkingssfeer van de Wet Bibob (w.o. bij vastgoedtransacties, waarbij de overheid partij is). • Prostitutiewetgeving Uitvoering geven aan nieuwe prostitutiewetgeving. Partners in de aanpak Gemeente Politie OM RIEC Bureau BIBOB Doelstelling (kwalitatief): Doel is inzicht te krijgen in de omvang van georganiseerde criminaliteit in Papendrecht. Dan wordt duidelijk hoe gemeente en partners in preventieve zin beter tegen deze vorm van criminaliteit kunnen handelen. In bepaalde gevallen zal duidelijk worden dat de gemeente tegen bepaalde criminaliteit bestuurlijk handhavend kan optreden. Tevens is inzicht in verbeterpunten van de inrichting van de
28
eigen organisatie gewenst. Dat speelt ook bij de uitvoering van de Wet Bibob, temeer door de uitbreiding van Bibob naar nieuwe terreinen. Doelstelling (SMART): indicator PM moet nog nader worden bepaald; nu te weinig informatie beschikbaar
5.9
bron
nulmeting (jaar)
streefwaarde 2015
Veilige publieke taak voor politiek-bestuurlijke ambtsdragers
Beschrijving thema Uit het onderzoek 'Bedreigd Bestuur', dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2010 liet uitvoeren, blijkt dat bestuurders bij gemeenten, provincies en waterschappen steeds vaker worden geconfronteerd met agressie en geweld. De helft van alle burgemeesters en wethouders is wel eens slachtoffer geweest van een vorm van agressie. Van de raadsleden is één derde in aanraking gekomen met agressie en geweld. In Papendrecht heeft in het verleden wel eens iets gespeeld; maar er is geen actuele concrete aanleiding. Papendrecht wil proactief te werk gaan, aangezien burgers moeten kunnen vertrouwen op het democratisch functioneren van de samenleving. Hoofdlijnen van de aanpak 2012 – 2015 Toepassing van het stappenplan voor een veilige publieke taak voor politieke ambtsdragers, zoals ontwikkeld door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Partners in de aanpak Gemeente Politie Riec Openbaar ministerie Doelstelling (kwalitatief): Veilige publieke taak voor politiek-bestuurlijke ambtsdragers. Doelstelling (SMART): indicator PM moet nog nader worden bepaald; nu te weinig informatie beschikbaar
bron
29
nulmeting (jaar)
streefwaarde 2015
6.
Overzicht dwarsverbanden
Dit onderdeel bevat een overzicht van de dwarsverbanden tussen thema’s. Aangegeven kan worden of het om een inhoudelijk dan wel een inhoudelijk én uitvoeringstechnisch verband gaat. In het eerste geval krijgt het betreffende vakje een X, in het tweede geval XX.
Veilige school Verkeersveiligheid
xx
xx
xx
xx
xx
xx
xx
x
x
xx
xx
xx
x
xx
x
x
x
x
x
x
xx
x
xx
x
xx
xx xx
xx
xx
xx
XX xx
x
xx
xx
x
xx
xx
xx
xx
xx
xx
xx
x
x
xx
xx
xx
x
xx
xx
xx
xx
x
x
x
xx
x
xx
xx
xx
x
x
xx
xx
x
Brandveiligheid
x
Externe Veiligheid Bestuurlijke aanpak GC Veilige publ.taak
xx xx
xx
x
xx
xx
xx
x
x
x
x
…
30
x
x x xx
x
xx
x
x
xx
x
xx
x
xx
x xx
xx xx
xx xx
xx
xx
…
xx
Veilige publ. taak
xx
Bestuurlijke aanpak GC
xx
brandveiligheid
xx
verkeersveiligheid
xx
slagkracht
Veilige school…
Veilig winkelgebied/ bedr.terrein
Veilig winkelgebied/bedr.terrein
overige strategische thema’s
verloedering
verleodering…
veiligheidsniveau
veiligheidsniveau
Operationele slagkracht en regie
Operationele regie…
Veelvoorkom ende criminaliteit
Veelvoorkoemdne criminaliteit…
Geweld en alcoholoverlast
Geweld en alcoholoverlast
Jongeren overalst
prioriteiten
jongerenoverlast
Externe veiligheid
overige strategische thema’s en
prioriteiten
7.
Organisatie en coördinatie
Het is de bedoeling dat het sturingsmodel IVP praktisch uitvoerbaar blijft. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling zoveel mogelijk papieren rapportages te produceren. Sturing is nodig om de uitvoering en samenwerking te faciliteren waar knelpunten dreigen (capaciteit en middelen) en sturing is nodig als inhoudelijk belangrijke keuzes voorliggen.
7.1
Coördinatie integraal veiligheidsbeleid
De coördinatie van de uitvoering van het Integraal Veiligheidsplan ligt bij de senior adviseur OOV. Maandelijks vindt afstemming (en coordinatie) plaats in het werkgroep-overleg IVP, waarin medewerkers van de verschillende gemeentelijke afdelingen, en desgewenst politie en Woonkracht10 zitting hebben.
7.2
Ambtelijke afstemming
Op ambtelijk niveau wordt binnen de gemeente elk half jaar de voortgang in het MT besproken, waarbij zonodig wordt bijgestuurd op de inzet van capaciteit en middelen.
7.3
Portefeuillehouder
Met de portefeuillehouder wordt elk half jaar de uitvoering van het IVP doorgesproken.
7.4
Bestuurlijke afstemming
Er is een stuurgroep Integrale Veiligheid, onder voorzitterschap van de burgemeester. In de stuurgroep hebben verder zitting het OM, de politie en Woonkracht10. De stuurgroep komt minimaal een keer per jaar bijeen om de voortgang van de maatregelen te bespreken en zonodig op strategisch niveau bij te sturen.
7.5
Plancyclus
Elk jaar wordt een uitvoeringskader IVP opgesteld die in januari/februari door het college van B&W wordt vastgesteld en vervolgens behandel in de speciale politie –ABZ commissie van de gemeenteraad. Elke twee jaar verschijnt er een leefbaarheids- en veiligheidsmonitor (OCD).
31
8.
Begroting
In beginsel zullen de kosten van het integraal werken conform het IVP gedekt worden uit de reguliere budgetten van de gemeente en de betrokken partners. Verwacht wordt dat daarnaast een bedrag van 50.000 euro per jaar nodig is specifiek voor integrale veiligheid om bijvoorbeeld actuele knelpunten op te kunnen pakken, die anders wegens gebrek aan capaciteit en middelen niet snel genoeg kunnen worden opgepakt. Voorstellen hiertoe komen via de reguliere besluitvormingsprocedure in de P&C cyclus aan de orde.
32
Afkortingen en begrippenlijst
BEVI
Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen. Deze heeft tot doel de risico’s te beperken die gerelateerd zijn aan externe veiligheid. Het BEVI legt grenswaarden vast die moeten worden toegepast bij het verlenen van vergunningen in relatie tot ruimtelijke ordening.
Bibob
Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om te voorkomen dat de overheid ongewild criminaliteit in de hand werkt, is de Wet Bibob ingevoerd. Deze wet geeft gemeenten de mogelijkheid om bedrijven en personen te screenen, alvorens een bepaalde vergunning te verlenen.
BRZO
Besluit risico's zware ongevallen 1999 is de Nederlandse implementatie van de Europese Seveso II-richtlijn. Doelstelling is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Het BRZO stelt hiertoe eisen aan de meest risicovolle bedrijven in Nederland.
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin, een centrale plek waar jeugdigen, ouders en medeopvoeders terecht kunnen met vragen over gezondheid, opgroeien en opvoeden. De jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs en gemeenten werken in het CJG samen.
EV
Externe veiligheid gaat over de risico's voor mens en milieu bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Gemeenten zijn verplicht risico’s te inventariseren. Op www.risicokaart.nl is voor iedereen te zien of er in een bepaalde omgeving een verhoogd risico is, bijvoorbeeld welke risicovolle bedrijven, transportroutes of buisleidingen in die omgeving liggen.
IVP
Integraal veiligheidsplan, het meerjarige plan dat het beleidskader integrale veiligheid, de hoofdlijnen, bevat. Dit plan wordt eens in de vier jaar vastgesteld door de gemeenteraad.
JOOP
In het samenwerkingsoverleg Jongerenoverleg Papendrecht (JOOP), onder voorzitterschap van de gemeente, wordt maandelijks de aanpak van overlast door jongerengroepen besproken door vertegenwoordigers van de gemeente, politie, jongerenwerk en Woonkracht10.
OCD
Onderzoekcentrum Drechtsteden
PKVW
Politiekeurmerk Veilig Wonen, is een veiligheidsinstrument dat bijdraagt aan de sociale veiligheid in en rond woningen, wooncomplexen en buurten en wijken. Woningen met het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) hebben tot 90% minder kans op een geslaagde inbraak.
RIEC
Regionale informatie- en expertisecentrum Zuid-Holland Zuid, samenwerkingsverband waarin kennis en expertise is verzameld inzake de aanpak van georganiseerde criminaliteit en mogelijke schendingen van integriteit
Veiligheidshuis In een Veiligheidshuis werken diverse instanties samen om criminaliteit en (jeugd) overlast effectief en efficiënt aan te pakken. De betrokken partners overleggen met elkaar over een persoonsgerichte en gezamenlijke aanpak. Dit betekent dat het gaat om een aanpak op maat. Wijkplatform
Papendrecht kent vier wijkplatforms. De platforms bestaan uit wijkbewoners. Een wijkplatform werkt samen met de gemeente aan verbetering van leefbaarheid en veiligheid in alle woonwijken.
33
Gebruikte bronnen Coalitieakkoord gemeente Papendrecht 2010, “Een nieuw perspectief met Papendrecht centraal” Integrale Veiligheidsmonitor 2010, landelijke rapportage Integrale Veiligheidsmonitor 2010, rapportage regio Zuid-Holland-Zuid Kaderbrief politie 2011, district Alblasserwaard/Vijfherenlanden Kaderbrief OM 2011, Inzet OM parket Dordrecht Leefbaarheids- en veiligheidsmonitor 2009 Drechtsteden Politiecijfers tot en met 2010 Overzicht gemeentelijke meldingen meldpunt 2010 Jaarverslag 2010 Jeugdpreventieteam Jaarverslag 2010 Veiligheidshuis Zuid-Holland-Zuid Rapportage meldingen gemeente Papendrecht 2010 Visie/fusie document Woonkracht 10 Het integrale veiligheidsbeleidskader 2003 De politie-gegevens over 2010 en voorgaande jaren.
34