Circus Afrisinia en de strijd voor een ander migratiebeleid Zestien acrobaten en musici van het Ethiopische Circus Afrisinia wachten op een uitspraak: mogen ze blijven, of moeten ze terug? Hier in Nederland zijn ze hard nodig in de strijd tegen vergrijzing en uniformiteit. Migratie draagt bij aan de oplossing van probleem nr. 1 voor de economie: een tekort aan mensen. Naar Afrika terug gaan komt neer op destructie van menselijk kapitaal. Pleidooi voor een uitnodigend migratiebeleid. Op de foto staat een kantoortje in Addis Abeba. De dunne muren zijn lichtblauw geschilderd. Er hangt een Ethiopische vlag. Geel, groen en rood, dezelfde kleuren als de vlag van Jamaica. ‘Daar haalden we onze reisdocumenten,’ zegt Berhanu. De directie zei: ‘Pak je spullen. Morgen gaan we.’ Allemaal betaalden ze een flinke borg voordat ze toestemming kregen om in het vliegtuig te stappen. Allemaal moesten ze beloven om terug te keren.
Tweeëntwintig jongeren van Circus Addis Ababa landen op 24 mei 2007 op Schiphol, in Amsterdam. Ze komen om op te treden tijdens het Wereldkinderfestival. De Nederlandse organisatie is er trots op dat ze de Ethiopieërs in hun programma hebben. Ze zijn goed. Daarnaast onderscheiden ze zich van andere Afrikaanse circussen, ondermeer vanwege de traditionele Ethiopische dans en de instrumenten: krar en masenqo. De laatste is een soort eensnarige viool die klinkt als een fluit. De jongens en meiden
eensnarige viool die klinkt als een fluit. De jongens en meiden spelen al jarenlang iedere dag samen. Ze zijn als broers en zussen. Hand in hand lopen ze over de rolbanen van het vliegveld. Ze buitelen door de poorten van douane beambten. Alles om hen heen blinkt. De geboende vloeren, de ruiten van etalages en spelen al jarenlang iedereParfums, dag samen. Ze zijn als dure broers en met uitgestalde goederen. fototoestellen, wisky zussen. Hand in hand lopen over de rolbanen van het vliegveld. goudomrande etiketten enze tijdschriften met beroemdheden op de Ze buitelen door de poorten van douane beambten. Alles om hen cover. Europa is een spannende, glanzende, zilverkleurige bol die heen De geboende vloeren, Een de ruiten enhier zij blinkt. direct samen gaan betreden. paar van van etalages hen waren uitgestalde goederen. Parfums, fototoestellen, durewaarmee wisky metje een eerder. Ze hebben de luxe gezien en het gemak goudomrande etiketten en tijdschriften met beroemdheden op de paar euro verdient. cover. Europa is een spannende, glanzende, zilverkleurige bol die zij direct samen gaan betreden. Een paar van hen waren hier eerder. Ze hebben de luxe gezien en het gemak waarmee je een paar euro verdient.
VanVan de 22 mensen diedie uit uit hethet vliegtuig stappen, verdwijnen er er acht de 22 mensen vliegtuig stappen, verdwijnen acht plotseling in de mist vanvan hunhun verlangens naar mobiele telefoons, plotseling in de mist verlangens naar mobiele telefoons, schone bedden stenen huizen. Niemand weet waarheen schone bedden en en stenen huizen. Niemand weet waarheen zeze gaan. Precies waar organisatie bang voor was. gaan. Precies waar de de organisatie zo zo bang voor was. Borgsommen dreigementen hebben geholpen. jongeren Borgsommen en en dreigementen hebben nietniet geholpen. DeDe jongeren de bittere armoede land moe. willen LEVEN zijnzijn de bittere armoede vanvan hunhun land moe. ZeZe willen LEVEN in in hoofdletters en vol hoop en niet iedere dag trainen en optreden hoofdletters en vol hoop en niet iedere dag trainen en optreden 1 maaltijd in de week zonder uitzicht. rest weet waar voorvoor 1 maaltijd in de week zonder uitzicht. AlsAls dede rest al al weet waar de dissidenten gebleven zijn, zeggen niet. Planet de dissidenten gebleven zijn, zeggen ze ze datdat niet. Planet Jr,Jr, dede organisatie die hen hierheen haalde voor het Wereldkinderfestival trekt in een brief de handen van de Ethiopische kinderen af. Letterlijk schrijft Planet Jr: ‘Wij zijn zeer verontwaardigd over deze gang van zaken, temeer daar vooraf nadrukkelijke afspraken waren gemaakt met de groep.’ En: ‘Wij distantiëren ons daarom nadrukkelijk van het gedrag van de circusleden.! Een paar angstige dagen volgen. De Nederlandse vreemdelingendienst pakt de jongeren op. Het management van het circus vliegt terug en de overgebleven jongens en meisjes van Circus Addis Ababa belanden in de politiecel van het Rotterdamse bureau en van daar uit in de asielprocedure. Elf jongens en meisjes tussen de 17 en 23 jaar, drie meisjes van zestien, Ikinder en Dabir die pas veertien jaar is.
De economie schreeuwt om migranten In het rapport ‘Naar een toekomst die werkt’ van de Advies Commissie Arbeidsparticipatie (de commissie Bakker), dat op 16 juni 2008 uitkwam, staat een opmerkelijke uitspraak: ‘Migratie zal het grote tekort aan arbeid niet oplossen. Het aantal mensen dat wij – en andere Europese landen – nodig hebben is daar te groot voor.’ De cijfers zijn onthutsend, zelfs voor iemand die al lang vertrouwd is met het thema vergrijzing. Tot 2020 zijn er alleen al een half miljoen mensen extra nodig in de zorg en een kwart miljoen in het onderwijs om de uitstroom van arbeidskrachten op te vangen. Nu al is er een record aantal vacatures: 240.000. Dit loopt op tot 375.000 in 2015 en 700.000 in 2040. Nam de beroepsbevolking (20-64-jarigen) de afgelopen 60 jaar nog toe van 5 tot 10 miljoen, vanaf 2010 (over anderhalf jaar!) krimpt hij in. Tot 2040 neemt het aantal werkenden met 1 miljoen af, vooral als gevolg van de uitstroom van baby boomers – de generatie die vlak na de Tweede Wereldoorlog werd geboren. Dit verschijnsel is niet typisch Nederlands. In de Europese Unie neemt de beroepsbevolking volgens Eurostat af van 305 miljoen nu tot 255 miljoen in 2050. Om de verhouding 65+’ers tot de rest van de bevolking constant te houden zouden er tussen 1997 en 2050 in totaal 17 miljoen migranten naar Nederland moeten komen. Opvallende cijfers, te meer omdat het toelatingsbeleid van de EU en Nederland diametraal staan tegenover wat kennelijk nodig is. Om aan die 17 miljoen migranten te komen, zouden we actief moeten gaan werven. We zouden asielzoekers een welkomspremie moeten geven in plaats van een oprotpremie. En van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zouden we een Welkom Commité moeten maken. De commissie Bakker maakt omtrekkende bewegingen. Migratie wordt als mogelijke oplossing voor toekomstige arbeidsmarktproblemen wel genoemd, maar niet uitgewerkt. In plaats daarvan komen Bakker c.s. met kunstmatige oplossingen waarvan je op voorhand al weet dat ze niet verder komen dan de studeerkamer van intellectuelen: een werkbudget, een werkverzekering, verhoging van de AOW- en de Pensioenleeftijd. Laatstgenoemd idee is al vaak geopperd. Het klinkt logisch. Mensen worden ouder en kunnen dus langer doorwerken, maar burgers willen dat net zo min als hun auto inleveren voor het milieu. Migratie ligt meer voor de hand. Op dit moment heeft Nederland reeds 130.000 seizoensmigranten. Behalve hun handen en hoofden hebben we ook die van alle anderen nodig die te kennen geven aan de slag te willen. Zoals de leden van Afrisinia. We hoeven alleen maar de deur open te zetten. Wie durft hier stelling te nemen? De PvdA met z’n Turkse en Marokkaanse spitsen Albayrak en Aboutaleb? Alle economen en arbeidsmarktdeskundigen van Nederland? Of, nog beter: iedereen met gezond verstand?
De minderjarigen komen onder voogdij. Ze gaan naar school en wonen samen met andere jongeren en begeleiders in een groot huis. De overige elf blijven bij elkaar. In augustus 2007 bewonen Berhanu, Negasi, Girma, Kaleb, Hakim, Yonas en Dawit twee kamers in het azc in Eindhoven en de meisjes: Gabra, Hannah,
Desta en Abeba hebben er samen ook een kamer. Er staan hekken rondom het azc, met prikkeldraad erop. Zodat je er niet gemakkelijk en graag over heen klimt. De ingang wordt versperd door een slagboom, bediend door mannen en vrouwen in uniform. Beatrixoord, heet het azc, vernoemd naar de Nederlandse koningin. Je kunt er niet zelf koken, maar er is wel een grote eetzaal waar alle asielzoekers samen kunnen eten. Een groep circusartiesten die nog blij is en niet geknakt door de procedure, valt op. Ze zijn jong. Ze dansen, jongleren en maken muziek. Ze lachen samen en voelen zich geborgen bij elkaar. Hun ogen staan nog niet dof als de as van gedoofde hoop. Zij dragen hun hoofden nog recht op de schouders, ongebroken vertrouwen in zichzelf, elkaar en de toekomst. Ze zijn als ochtendzon in het dorre azc. Er komt wat kleur. Er schijnt wat licht. Yonas gooit vier gekleurde ballen in de lucht en de kinderen van het azc lachen. Hun vermoeide moeders kijken toe. Medewerkers van de COA in Eindhoven hebben in de gaten dat de energie van deze jongeren kostbaar is. Een fonkelende diamant in de donkere mijn van het azc. De Ethiopieërs mogen de eetzaal van het centrum gebruiken als oefenruimte. Iedere dag pakken ze hun instrumenten, rollen hun matten uit en spelen. Anderen komen soms wat beschroomd kijken. Acrobatenleider Berhanu is streng tegen de uitdagende Hannah. Maar haar talent is zo groot dat ze zich grappen kan veroorloven. Desta werkt hard om erkenning te krijgen. Ze is eigenlijk nog te jong om hier te zijn, zeventien.... Maar ze leert. Ze leren allemaal graag. Nederlands, computers, Engels en hun vak. Een van de muzikanten wordt ontdekt door de Eindhovense zangeres Minyeshu. Zij heeft een masenqo – speler nodig. Hij oefent met haar en haar band. Hij treedt op. Tijdens een show in Oisterwijk, terwijl de anderen toekijken, roept Minyeshu Abeba bij zich op het podium. Helen zingt de stukken uit de opstaande witte kragen van de Oisterwijkers. Ze schokt haar schouders op het ritme. ‘Afrisinia’ roept ze met haar schelle stem. Later zal Minyeshu een cd opnemen. Daarop spelen en zingen drie musici van Afrisinia. De groep valt op door ambitie en levenslust. Ze treden op. In buurthuizen en op festivals. Tijdens de opening van het theaterseizoen in Vught geven ze een straatshow. Voor de deuren van de Petruskerk in het centrum. Donkerbruin, lenig en gespierd zijn de dansers en acrobaten die zich omkleden tussen die grote houten poorten en de glazen tussenwand van het godshuis dat op instorten staat. De wind waait rondjes en slaat de kegels uit de handen van Yonas en Gabra. Maar het publiek is enthousiast.
Deze show brengt hen onder de aandacht van de organisatoren van Circo Circolo, circusfestival in Liempde. Er wordt een optreden afgesproken. De directeur van het Vughtse theater, Harry Salfischberger, nodigt Afrisinia uit in de Speeldoos. Afrisinia is de naam die de jongeren hebben gekozen. Ze hebben inmiddels ook een website. Kinderen met een toekomst. Toch zitten ze in een slopende asielprocedure. Maar ze zijn niet stuk te krijgen. Ze leren Nederlands en trainen. ‘Dat houdt me overeind,’ zegt Gabra. ‘Trainen, bezig zijn met mijn vak.’ Ze haalt alle lokale kranten en televisiezenders met haar act op de piano van de Speeldoos. Het is tweede Kerstdag. Afrisinia treedt samen met de Helvoirtse acteur en theatermaker Bart de Rijk op voor een afgeladen zaal.
Als ze uit Eindhoven moeten vertrekken, worden de jongeren overgeplaatst naar Vught. Daar is een grote hal, waar ze mogen oefenen. Regisseur Koen Schyvens werkt met hen. Ze treden op in de Nwe Vorst in Tilburg. De groep groeit en lijkt zich meer en meer te onderscheiden van een regulier Afrikaans circus. Ze gaan theater maken. Een mengeling van Europa en Afrika. De jongeren zijn extravert. Ze hebben veel contacten. Drie jongens voetballen bij vfc de Zwaluw in Vught. Ze krijgen Nederlandse vrienden en vriendinnen. De mobiele telefoons staan nooit stil. De Ethiopieërs chatten en spelen spellen op X box en playstation. Ze treden op. Steeds weer applaus. Maar iedere nacht keren ze terug in het huis met bewaking. Achter de slagboom voorbij de mannen en vrouwen in uniform. Op dinsdag wordt er gestempeld: je vinger op een automaat die de afdruk leest. Iedere dag halen ze de sleutel van het oefenlokaal. Op tijd. Anders krijgen ze hem niet mee. Niet
omdat er iets anders te doen is in die ruimte. Maar gewoon: regels zijn regels. De vier minderjarigen wonen in Waalwijk. Als ze vrij zijn van school komen ze naar Vught. Ze mogen niet blijven slapen. ‘Voor hun eigen veiligheid.’ Dat maakt trainen lastig.
Je stuurt mensen niet naar een destructiebedrijf Dat armoede een extreem groot probleem is in Afrika is bij de meeste mensen bekend. Hulporganisaties hebben de beelden van broodmagere mensen immers tot in onze huiskamer gebracht, waar ze moeten concurreren met voetballers, atleten en soapsterren. Op de politieke agenda staat Afrika laag genoteerd. Economisch is het niet interessant en maatschappelijk is het een puinhoop. Afrika neemt een kale 1% van het bruto binnenlands product (zeg maar: de welvaart) van de wereld voor z’n rekening en maar 2% van de wereldhandel. De meeste Afrikanen hebben het nooit breed gehad, maar ze gaan er alleen maar nòg verder op achteruit. Het inkomen per hoofd van de bevolking is in de landen ten zuiden van de Sahara lager dan het in 1960 was. Het dagelijkse leven is – vooral voor vrouwen – een hel. Veilig drinkwater komt nauwelijks voor. Tweederde van het Afrikaanse platteland ontbreekt het sowieso aan een adequate watervoorziening. Driekwart van de bevolking heeft geen geschikt sanitair en jaarlijks sterven twee miljoen kinderen voor hun eerste verjaardag. Van degenen in de wereld die besmet zijn met het HIV-virus is 70% - 25,2 miljoen mensen!! - afkomstig uit de landen beneden de Sahara. Afrika is het episch centrum van Aids. Dood, honger, oorlog en verovering houden het continent in een wurggreep. Alleen al in 2000 eisten droogte en honger 16 miljoen mensenlevens in Ethiopië, Eritrea, Somalië, Soedan, Djibouti en Oeganda. Het politieke patroon is in alle landen beneden de Sahara ongeveer hetzelfde. Ze werden in de jaren 60 of 70 onafhankelijk, kregen een democratie naar Westers model, waarna steevast een staatsgreep volgde, een dictator de macht overnam, waarna andere stammen systematisch werden uitgemoord. De oppositie is meestal geen haar beter. Afrika implodeert. Nog even en het is er niet meer. In feite bestaan Afrikaanse landen alleen nog maar in naam. Dat ze op een landkaart staan is het enige coherente aan hen. Althans, volgens de Amerikaanse hoogleraar politicologie Peter Schwab in z’n boek Africa: a continent self-destructs. Het boek is een neerslag van veertig jaar observatie en betrokkenheid. Schwab bezoekt Afrika sinds 1962 regelmatig en publiceerde uitgebreid over bijvoorbeeld Ethiopië. Zijn boek over de zelfdestructie van Afrika maakt duidelijk dat het een misdaad is om mensen die Afrika om wat voor reden dan ook ontvlucht zijn, terug te jagen. Je stuurt hen in feite naar een destructiebedrijf. Maakt niet uit waar ze vandaan komen of naar toe gaan. Elk land beneden de Sahara is een tijdbom. Waar vandaag vrede heerst kan morgen oorlog woeden. Een triest voorbeeld is Rwanda, waar in 1994 zo’n 800.000 Tutsi en gematigde Hutu vermoord werden in een drie maanden durende Holocaust, waarbij genocide overheidsbeleid werd.
Langzaam maar zeker slaat slaat de de uitputting uitputting toe. toe. De De procedure procedure doet doet haar vernietigende werk. Onzekerheid rammelt aan de levenslust werk. Onzekerheid rammelt aan de levenslust die hen zo aantrekkelijk maakte. maakte. De De kinderen kinderen van van Afrisinia Afrisinia staan staan aan de rand van onze samenleving. Ze kunnen het bijna aanraken, samenleving. Ze kunnen het bijna aanraken, de mobiele telefoons hebben hebben ze ze al. al. Ze Ze horen horen er er bijna bijna bij, bij, maar maar net net niet. Ze moeten wachten. Werken mag niet. Optreden wel, maar wachten. Werken mag niet. Optreden wel, maar ze mogen er niet voor betaald betaald worden. worden. ‘Ik ‘Ik wil wil naar naar school. school. Ik Ik heb heb op internet gezien dat het Willem I college taallessen geeft,’ zegt het Willem I college taallessen geeft,’ zegt Kaleb. ‘Dat is waar, maar nietvoor voorjou.’ jou.’‘Ik‘Ikwil wilwerken. werken.IkIkwil wilgeld geld Miki. ‘Dat is waar, maar niet verdienen en kunnen uitgeven. uitgeven. Waar Waar is is het het uitzendbureau? uitzendbureau? Dan Dan zoek ik een baantje.’ ‘Er is is een een uitzendbureau uitzendbureau in in de de straat straat bij bij het het station. Ze hebben werk genoeg. genoeg. Maar Maar jij jij hoeft hoeft er er niet niet heen. heen. Er Er is is geen werk voor jou,’ luidt het het antwoord antwoord van van de de Nederlandse Nederlandse samenleving. Juni 2008. De jongeren van van Afrisinia Afrisinia zijn zijn langer langer dan dan een een jaar jaar in in Nederland. De botten van van de de hoop hoop rammelen. rammelen. Uitgemergeld Uitgemergeld vertrouwen gevoed met met optimisme optimisme verliest verliest de de grond grond onder onder de de voeten. Het collectief is nog nog sterk. sterk. Ze Ze zijn zijn nog nog samen. samen. Ze Ze treden treden nog op. Het enthousiasme enthousiasme taant. taant. De De groep groep gaat gaat naar naar vluchtelingenwerk: ‘We ‘We willen willen een een antwoord. antwoord. We We kunnen kunnen niet niet meer meer wachten. We zijn moe.’ Sterke, jonge, ambitieuze Afrikanen Afrikanen worden worden net net zo zo lang lang gemangeld tot ze de zielige wereld negertjes negertjes zijn zielige pathetische pathetische derde derdewereld zijn vroeger zilverpapiertjes werden gespaard. Ze waarwaar vroeger zilverpapiertjes voorvoor werden gespaard. Ze kunnen kunnen Ze kunnen En ze willen...... leren. Zeleren. kunnen werken.werken. En ze willen...... De namen van de Ethiopische kinderen in dit verhaal zijn gefingeerd. Ze staan zwak Vught 1 julijuridische 2008 structuur en krijgen niet de bescherming die ze nodig in de huidige hebben.
P.S. Frank van Empel en Caro Sicking zijn schrijvers, maar ook NonfiXe, 1 juli 2008 bestuursleden van de Stichting Afrisinia, die onder meer tot doel heeft: de integratie van Ethiopische jongeren in de EU.