100 jaar VALERIUSKLINIEK Special van inDrukken
“Gij zijt, o Heer’, van d’ allervroegste jaren Voor ons geweest een toevlucht in gevaren. Eer berg en rots uit niet geboren waren, Eer d’ aarde rust’ op hare grondpilaren Van eeuwigheid, o God Die eeuwig leeft, Zijt Gij de God, Die eind noch oorsprong heeft!” (Psalm 90:1) Allereerste woorden van Prof. Lindeboom bij de opening van de Valeriuskliniek op 3 november 1910.
donderdag 28 oktober 2010
Van gereformeerde grondslag naar fusie lichaam en geest
Verleden, heden en toekomst van de Valeriuskliniek De geschiedenis van de Valeriuskliniek is onlosmakelijk verbonden met het gereformeerde gedachtegoed van de stichters van de kliniek: de Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders (1884). Aan het eind van de negentiende eeuw nam deze vereniging het initiatief om samen met de geloofsgenoten van de Vrije Universiteit een nieuwe psychiatrisch-neurologische kliniek aan het Valeriusplein te bouwen. n Frank van Praag
V
anaf de oprichting in 1880 leefde bij de Vrije Universiteit het verlangen naar een eigen medische faculteit. Het draaide vooral om de opleiding van christelijke artsen, die de gelovigen bij geboorte, ziekte en sterven zouden bijstaan. Ook bij de stichters van de Valeriusk liniek, de Vereeniging Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders, was dit een diep gekoesterde wens. Deze Vereeniging wilde graag dat een gereformeerde leerstoel voor psychiatrie in het leven werd geroepen, met het liefst een eigen ziekenhuis daarbij. En zij had daar de hulp van de Vrije Universiteit voor nodig. Christelijke barmhartigheid In 1884 werd de Vereeniging
tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders opgericht. Christelijke barmhartigheid was één van de voornaamste motieven. De oprichters vreesden een toenemende invloed van de overheid in de krankzinnigenzorg. Het was niet de bedoeling dat gereformeerden hun patiënten zouden toevertrouwen aan “inrichtingen waar men het bloed van Christus niet kent”. De Vereeniging bleek over veel zelfvertrouwen en ambitie te beschikken, want zij was in 1929 het grootste psychiatrische verband in Nederland. Zij bezat toen naast de Valeriuskliniek vijf inrichtingen: Veldwijk, Bloemendaal, Dennenoord, Wolfheze en Vogelenzang. Pas in de jaren tachtig van de 20ste
eeuw zou dit verband verdwijnen. Voorzitter Lindenboom van de Vereeniging deed aan het eind van de negentiende eeuw met klem de oproep om samen met de Vrije Universiteit zo snel mogelijk een medische faculteit op te zetten, “met een leerstoel in het bijzonder voor psychiatrie, en met daaraan verbonden een gasthuis.” Na langdurige onderhandelingen werd in 1907 de eerste wens verhoord: de leerstoel psychiatrie. De eerste hoogleraar Leendert Bouman werd ook direct benoemd tot eerste directeur van de kliniek. Eén van zijn eerste taken daarbij was de voorbereiding van de bouw.
Lees verder op pagina twee…
“Welke inrichting bestemd is tot verheerlijking van God den Heere, tot bevordering der wetenschap en bekwaming der artsen, voor het werk der Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen, tot heil van wie daarin genezing zoeken.” Oorspronkelijke tekst die in de eerste decennia boven de ingang van de Valeriuskliniek stond.
‘Niet uit elkaars genade vallen’
Fragmenten van cliënten Door de jaren heen heeft de Valeriuskliniek een zeer groot aantal cliënten behandeld uit alle lagen van de maatschappij. In een aantal fragmenten schetsen zij en hun naasten een beeld van de kliniek en ook hun ziektebeeld. “De directeur van de Valeriuskliniek stelde voor Vic een tijdlang in de kliniek onder zijn hoede te nemen, omdat hij zich daar waarschijnlijk veiliger zou voelen. De eerste keer dat ik hem opzocht zat hij met een dikke laag zalf op zijn gezicht rechtop in bed. Ofschoon Paul (psychiater Paul Hugenholtz) mij erop had voorbereid, voelde ik mij een geschrokken indringster toen ik door een zwak verlichte zaal op mijn tenen tussen twee rijen bedden liep waarin jonge en oude mannen met verbonden hoofden en polsen vaag waren te onderscheiden, en waar een vreemde stilte hing, die nauwelijks werd verbroken door de fluisterende stemmen van de bezoekers.” Tonny van der Horst in het artikel ‘Vroeger in Amsterdam’, NRC Handelsblad 31 januari 2003. Zij haalt herinneringen op aan de Tweede Wereldoorlog en haar leven met de dichter Victor van Vriesland. “Ik voel me opgesloten in een cirkel van geluid, een spiegelende rand waarin de stemmen eindeloos weerkaatst worden, een brij van klanken die onherkenbaar zijn.” En ook: “Wanhoop. Ik gebruik dat woord almaar meer. Geen perspectief meer. Ik bid, met de woorden van Huub Oosterhuis: dat ik niet uitval, dat wij allen, zo zwaar en droevig als wij zijn, niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.” Eline Gumbert (voormalig patiënt Valeriuskliniek) in haar boek ‘Stemmenstorm, mijn leven met schizofrenie.’ Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2000.
Foto’s uit archief, tenzij anders aangegeven
“Een opname laat bij een ieder verschillende sporen na maar is in essentie te vatten als het verblijf op een bûutvrije plek voor uitgeputte, uitgeraasde, uitgekauwde, uitzinnelijke en uitgerangeerde mensen die de vaardigheid niet meer beheersen om te leven. Ze zijn zichzelf en hun zelfbeschikking kwijt geraakt aan een psychiatrische ziekte en de streken van het leven en worden geholpen om de zin in leven of de werkelijkheid zoals wij die definiëren, terug te vinden. Menigeen is er aan toe als een dubbeltje op z’n kant”. Bodine de Walle, patiënte Valeriuskliniek, november 1988.
Verleden, heden en toekomst Special, 1e jaargang, nummer 2 28 oktober 2010 Deze special van inDrukken over 100 jaar Valeriuskliniek is een eenmalige uitgave. Oplage: 2.200. inDrukken en deze special worden gemaakt onder verantwoordelijkheid van de dienst communicatie. Eindredactie Jeroen Klompenhouwer Redactie Dienst communicatie Aan dit nummer werkten mee Joke van Ballegooijen, Jeroen Klompenhouwer, David de Leeuw, Frank van Praag, Marijke van ter Toolen. Vormgeving De Ontwerperij, Amsterdam Drukwerk RotoSmeets, Utrecht Redactieadres GGZ inGeest, dienst communicatie T.a.v. inDrukken Lassusstraat 2 1075 GV Amsterdam T (020) 788 5098 E
[email protected]
2
Vervolg van pagina een… ver de exacte locatie van het gasthuis is destijds veel gesteggel geweest. Na diverse alternatieven kwam uiteindelijk de huidige locatie aan het Valeriusplein in beeld. Hoewel het terrein kleiner was dan oorspronkelijk beoogd, aarzelde men niet om op deze plek met de bouw te beginnen. Op 24 mei 1909 werd de eerste steen gelegd. Er zouden nog 2,5 miljoen stenen volgen. In 1910 stond dan eindelijk de nieuwe psychiatrisch-neurologische kliniek aan het Valeriusplein in Amsterdam. In de volksmond werd dit al snel de Valeriuskliniek.
O
De opening Voorzitter Lindenboom sprak tijdens de opening op donderdag 3 november 1910 in de collegezaal van het nieuwe gebouw. Hij zei onder meer: “we kunnen en mogen geen krankzinnigengesticht of sanatorium zijn, we zullen dus alleen beginnende psychosen en beginnende neurosen opnemen”. Dit in tegenstelling tot de inrichtingen voor patiënten, waarbij geen herstel optrad. Voor hen bleef er plek in de grote inrichtingen buiten de stad. De kliniek zelf begon met zestig plaatsen, dertig voor mannen en dertig voor vrouwen, verdeeld over drie klassen. Christelijke identiteit De wens om tot een christelijke psychiatrie te komen bleek in de prak-
i n D r u k k e n – special 100 jaar Valeriuskliniek – 2 8 o k t o b e r 2 0 1 0
tijk lastig. De Vereeniging had de mond vol over het belang van haar beginselen en van een juist inzicht op het gebied van de godsdienst. Bij nader inzien blijken deze echter geen enkele rol te spelen, zelfs niet op het gebied waar men dit het eerst zou verwachten, de gedachten over de verhouding tussen godsdienst en geestesziekte. Van een eigen, gereformeerde psychiatrie was geen sprake. De Vereeniging nam het in de negentiende eeuw ontwikkelde medische model van krankzinnigheid over. Zij wilde dat koppelen aan een menslievende en christelijke verzorging en besteedde veel aandacht aan het uitleggen aan personeel en achterban dat de patiënten mensen waren, geen bezetenen, duivels geïnspireerden of bijzondere zondaren. De eerste hoogleraar Bouman was een bekwaam geleerde die zich in zijn praktische werk ook aansloot bij het gangbare, neurologisch gerichte onderzoek. Intussen bleef de relatie met de Vrije Universiteit zich verdiepen. In 1918 opende de VU naast de Valeriuskliniek het fysiologisch laboratorium. Ook hier werd een hoogleraar voor benoemd. Toen in 1950 aan de Vrije Universiteit eindelijk de lang gewenste medische faculteit geopend werd, concentreerde deze zich vooral op en rond het Valeriusplein. De afdelingen psychiatrie, neurologie en neurochirurgie in de kliniek en het fysiologische laboratorium en andere laboratoria daar om de hoek.
Lees verder op pagina vier…
Uit de beginjaren: verpleegsters in een gemeenschappelijke ruimte
Ziekenzaal 3e klasse afdeling rond 1910
Tweede Wereldoorlog: medewerkers staan op het dak van de kliniek en kijken naar geallieerde bommenwerpers
‘Van lieverlee mijn armen gespreid in de psychiatrie’
Oud-directeur An Poot gaf ontwikkelingskansen door
n David de Leeuw “Toen ik pas begon in de Valeriuskliniek zag ik een
kind? Een arts-assistent vertelde me over schijnzwangerschap. Nooit van gehoord! Als leerlingverpleegkundigen kregen we geen college. We gaven patiënten eten, drinken, en verschoonden de bedden. Van de patiënt zelf wisten we weinig af.”
Foto David de Leeuw
“B-verpleegkundige worden? Dat is alleen voor domineesen doktersdochters!” kreeg An Poot (bijna 81) op haar twintigste te horen. Met niet meer dan Huishoudschool en een verpleegsteropleiding in de zwakzinnigenzorg begon ze in 1949 tóch als leerlingverpleegkundige in de Valeriuskliniek. De kliniek bood haar de kans om hoofd B-opleiding en directeur te worden. Op haar beurt hielp An de Valeriuskliniek en haar medewerkers zichzelf te ontwikkelen en bij de tijd te blijven.
negentienjarige alleenstaande zwangere patiënte,” vertelt An. “Ik dacht: wie zorgt er nou voor het
i n D r u k k e n – special 100 jaar Valeriuskliniek – 2 8 o k t o b e r 2 0 1 0
Bijleren en vernieuwen In 1952 haalde An haar diploma B- ofwel psychiatrisch verpleegkundige, begon in 1956 als eerste verpleegster op een afdeling met vijftig vrouwelijke patiënten, werd in 1962 hoofdverplegende, in 1966 docente aan de B-opleiding en al snel hoofd dáárvan. An leerde veel bij. “Alle cursussen en opleidingen vond ik helemaal niet erg,” zegt ze. “Ik was een leergierig type. Ben het nóg!” Met haar nieuw verworven posities introduceerde An onder andere een werkster bij
de afdeling vrouwenpsychiatrie, studeren in diensttijd bij de B-opleiding en bracht zij verpleegsters bij om naar de patiënt te leren luisteren. “Ik wilde altijd wat terugdoen voor alle kansen die ik had gekregen,” aldus An. Omdat zij inmiddels veel wist en kon, werd An in november 1973 verpleegkundig adjunctdirectrice van de Valeriuskliniek. Openheid “Als Valeriusdirecteuren vonden we het goed dat verpleegkundigen in hun gewone kleren aan het werk gingen,” herinnert An zich. “Het waren de roerige jaren zeventig. Na aanhoudende kritiek gingen ook de witte doktersjassen uit. Men begon hier te ‘jijen en jouen.’ In de jaren tachtig wilden de directeuren van de Valeriuskliniek het stigma op psychiatrie helpen
uitwissen. ‘Om door openheid meer begrip te kweken lieten we in 1987 filmmaakster Ireen van Ditshuyzen vijf patiënten volgen voor de documentaire In de war.” Armen gespreid In 1989, veertig jaar na haar start bij de Valeriuskliniek, ging An met de vut. Bij haar afscheidsdienst gaf zij hulpvragers en hulpverleners van de Valeriuskliniek een bronzen reliëf met vijf figuren, gemaakt door de beeldhouwster Britt Wikstrom: een ineengedoken persoon, die zich gaandeweg opricht. An: “Zo heb ik ook van lieverlee mijn armen gespreid in de psychiatrie.”
3
Foto Eric Hage
Verleden, heden en toekomst
Het glas in lood raam van de Valeriuskliniek begin jaren ’80
Vervolg van pagina drie… ind jaren dertig kreeg het pand het uiterlijk zoals we dat nu kennen. Omdat er serieuze problemen met de fundering waren, was een verbouwing onontkoombaar. In 1936 werd een grondig onderzoek gehouden. Aanleiding was een aantal scheuren in de muren van het gebouw. Ontdekt werd dat de ijzeren balken in de fundering sterk verroest waren en dat de scheuren ontstonden door de te lichte en deels niet juist aangebrachte fundering. Honderd extra betonnen palen moesten verbetering brengen. Om te voldoen aan de eisen van de tijd leek deze renovatie het toenmalige bestuur ook het juiste moment voor een grondige verbouwing. Kleine veranderingen zoals een nieuwe collegezaal en nieuwe operatiekamers. Maar ook grote: de derde etage kwam erbij en de totale voorgevel werd vernieuwd. Dit laatste moest meer licht in het gebouw brengen. Uiteindelijk was de verbouwing in 1941 klaar. En zoals ook toen niet vreemd was, bleken de kosten drie keer zo hoog als van te voren beraamd. Dit was vooral toe te schrijven aan het dure glas-in-loodraam in de centrale hal.
E
Matthieu Wiegman Voor het ontwerp van het raam werd kunstenaar Mattieu Wiegman aangetrokken. Als je bij de ingang op een trap gaat staan, valt in de rechter onderhoek nu nog te lezen: “In opdracht van den architect A. Ingwerden 1938 uitgevoerd door Matth. Wiegman”. Deze in Zwolle geboren
schilder volgde in Amsterdam de Rijksacademie en werd daarna één van de stuwende krachten achter de zogenaamde Bergensche School. Hoewel Wiegman uit een streng katholiek gezin kwam – niet direct een aanbeveling voor de gereformeerde Valeriuskliniek – werd hij waarschijnlijk toch aangesteld omdat hij gedurende zijn carrière veel religieuze voorstellingen had gemaakt. Daarnaast stond hij bekend als een begenadigd glazenier. Ook het glas-in-lood van de locatie Hilligaertstraat is van zijn hand. Het ontwerp Maar of het ontwerp van het raam er zonder problemen is gekomen, is de vraag. In de jaren tachtig kocht de Valeriuskliniek namelijk bij een kunsthandel het allereerste ontwerp van het raam uit de jaren dertig. Het betreft een aquarel van 132 cm hoog en 56 breed. Dit eerste ontwerp verschilt aanzienlijk van het huidige raam. Het geeft een veel realistischer beeld van “de planten en dieren des velds”. Diverse figuren zoals de herder, het hert en enkele vogels zijn nu nog wel te zien, maar voor de rest is het huidige raam abstracter dan het eerste ontwerp. Ook de kleuren zijn heel anders. Het feit dat het ontwerp niet in bezit van de Valeriuskliniek was en in de handel terecht is gekomen, doet vermoeden dat het eerste ontwerp destijds misschien door het bestuur is afgewezen. Maar naar het waarom daarvan is het gissen.
Lees verder op pagina vijf…
Verhuizing van de afdeling neurologie 1984
‘Oorlog tusssen Valeriuskliniek en overheid’
Het gevecht van Sjoerd Zondervan In 1982 voldeed de Valeriuskliniek niet aan nieuwe overheidseisen en dreigde instortingsgevaar. De kersverse directeur Sjoerd Zondervan redde de kliniek met politiek steekspel
Op de avond van zijn eerste werkdag zag Sjoerd op het Journaal dat vanwege een Amsterdams beddenoverschot ook de Valeriuskliniek zou sluiten. “Ik schrok, maar het ging alléén om Neurologie. Die specialistische afdeling moest weg omdat we van de overheid een algemeen psychiatrisch ziekenhuis moesten worden met ook langdurige plekken, onder andere om de patiënten op te vangen die uit Santpoort terugkwamen naar de stad.” 4
Foto David de Leeuw
n David de Leeuw
Oorlog kliniek en overheid “Een paar dagen later bleek er gevaar voor personeel en
i n D r u k k e n – special 100 jaar Valeriuskliniek – 2 8 o k t o b e r 2 0 1 0
patiënten door funderingsproblemen die zich uitbreidden, er kwamen scheuren in de muren. Ik liet de aannemer doorgaan met herstelwerkzaamheden. Zónder vergunning, een economisch delict, maar de boel dreigde anders in te storten. Hier heb ik slapeloze nachten door gehad. Íemand moest verantwoordelijkheid nemen. Uiteindelijk konden we een spoedprocedure indienen.” “Het was oorlog tussen de Valeriuskliniek en de gemeentelijke en provinciale overheden,” verklaart Sjoerd. “Om de langdurige plaatsen erbij te krijgen moesten we fuseren met een andere psychiatrische voorziening, J.C. de Keijzer. Daar stonden we niet om te springen. Het dwarsliggen én de funderingsproblemen waren voor de politiek aanleiding om
te zeggen dat de Valeriuskliniek dan maar helemaal weg moest.”
zich vooral zorgen over ons voortbestaan van de kliniek.”
Voortbestaan onzeker In mei 1985 gingen de bussen met zestig neurologiepatiënten naar het VU-ziekenhuis, dat ze van de Valeriuskliniek overnam. Sjoerd: “Dat was een traumatische ervaring voor veel patiënten en medewerkers. Maar bijvoorbeeld neurologisch specialisten hadden juist graag meer samenwerking met collega’s van andere wetenschappelijke disciplines. Het werd stil in de Valeriuskliniek. We hadden nog maar 120, kortdurende bedden over en onze bestaanszekerheid was in gevaar. In die tijd zat de economie ook tegen en hebben we alle medewerkers 5% laten inleveren. Ik herinner me nog de robbertjes vechten met de OR daarover. Maar iedereen maakte
Kliniek gered Nadat de Valeriuskliniek en J.C. de Keijzer in 1987 toch waren gefuseerd in het Psychiatrisch Centrum Amsterdam kwamen de benodigde langdurende plekken erbij. De Valeriuskliniek kon blijven bestaan. In 1998 vertrok Sjoerd, vond dat hij “zo zoetjesaan genoeg trammelant had meegemaakt.” Maar elk jaar nog gaat hij op ‘directeurenweekend’ met ex-collega’s van ondermeer de voormalige klinieken Bloemendaal en Vogelenzang. “Zo houd ik de herinnering aan mijn tijd bij de Valeriuskliniek levend.”
Personeel in het restaurant van de kliniek, jaren ’70
Verleden, heden en toekomst Vervolg van pagina vier… n de jaren zeventig was de Valeriuskliniek een echt ziekenhuis. Er werkten 500 mensen. Alleen al in de schoonmaak 37. Er was een eigen keuken, een eigen magazijn, een technische dienst, een schilder, een loodgieter, een timmerman en een tuinman. Er was een operatiekamer, een röntgenafdeling, een eigen ambulance, een kinderafdeling, een eeg, een sectiekamer en een koelcel voor de overledenen. Maar in de loop der jaren begonnen de afdelingen psychiatrie en neurologie uit elkaar te groeien. Eind jaren zestig ontstonden plannen om deze afdelingen in de Valeriuskliniek van elkaar te scheiden. In 1969 kwamen de besturen van de Vereeniging en die van het Hoger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag overeen, dat de afdelingen neurologie en neurochirurgie aan het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit zouden worden overgedragen. De klinische afdelingen van de Valeriuskliniek kampten namelijk met ruimtegebrek.
I
Verder was het noodzakelijk dat de huisvesting van de psychiatrie verbeterd werd en dat er een tweede operatiekamer voor de neurochirurgie bijkwam. Voor neurologie gold eigenlijk dat de nabijheid van, en samenwerking met, andere specialismen steeds belangrijker werd. Vandaar een verhuizing richting het ziekenhuis. Turbulente jaren Maar vaak malen de molens in de gezondheidszorg langzaam. Het zou namelijk tot 1985 duren voordat deze verhuisplannen helemaal gerealiseerd waren. Dat waren ook de jaren waarin grote veranderingen in de psychiatrie volgen. Er gingen stemmen op om psychiatrie, gekoppeld aan 24-uurs verblijf, te vervangen. Het was niet langer humaan, dat paste toch niet in onze tijd. Het kon anders. Menselijker. Het waren de jaren van de antipsychiatrie. Meer inspraak, meer rechten voor patiënten. De gangbare psychiatrische behandelingen bleken
eerder schadelijker dan nuttig te zijn. Er kwamen acties tegen nieuwbouw van psychiatrische ziekenhuizen. Ook de politiek was actief. Het moest goedkoper en zij stelde daarom krappere normen. Instellingen sloegen koortsachtig aan het rekenen. Uitgestelde fusie-ideeën werden weer aantrekkelijk. De verbrokkelde ambulante zorg werd samengesmeed in een netwerk van riagg’s. Te midden van deze turbulentie van nieuwe wetgeving, actiegroepen, vernieuwingsideeën, bezuinigingen en coalitievorming, vond uiteindelijk in de Valeriuskliniek de 16 jaar geleden geplande verhuizing van een gedeelte van de organisatie naar het VU ziekenhuis plaats. Neurochirurgie verhuisde in 1979, vervolgens de kinderneurologie in 1981 en tot slot de afdeling neurologie in 1985. Wat oorspronkelijk de intentie had om ruimte te scheppen, betekende in 1985 eigenlijk een riskante amputatie. De psychiatrie zat in het nauw.
Lees verder op pagina zes…
‘Familie en naasten van cliënten bij behandeling betrekken’
Willem van Tilburg: opleider, wetenschapper, mens Psychiater en psychoanalyticus Willem van Tilburg (1942) leidde de Valeriuskliniek naar moderne tijden en naar een internationale toppositie als onderdeel van de academische werkplaats samen met VUmc. Zijn drijfveer: hart voor de patiënt.
der professor Stam voor het eerst in Nederland een Parkinsonpatiënt met L-Dopa, een stof die helpt tegen dopaminetekort. We zagen een totaal verstijfde man na verloop van weken een dansdemonstratie geven.” Willem was onder de indruk van psychotische en met name schizofrene patiënten. “Hoe word je zo? Ik geloofde toen al in de wisselwerking tussen de biologie, de psyche en de sociale omgeving van mensen. Maar in mijn eerste jaren als assistent in opleiding legde Stam de nadruk nog eenzijdig op de biologie, op de hersenen. Hij zei: “Jullie zijn toch dokter, geen maatschappelijk werker?” Toch volgde ik op eigen houtje opleidingen in onder meer de psychoanalyse, de gezins- en de groepstherapie.”
“De Valeriuskliniek bood rust, reinheid en regelmaat,” zo omschrijft Willem van Tilburg de jaren dat hij er co-assistentschappen liep en de opleiding tot psychiater volgde. “Ik maakte graag praatjes met patiënten, maar een broeder zei: “De dokter moet niet zo veel op de afdeling komen, daar komt alleen onrust van.”” De afdeling ouderenpsychiatrie van de VK was eind jaren zestig wèl
Fotografie David de Leeuw
n David de Leeuw
nummer één in Nederland. “We deden baanbrekende experimenten. Zo behandelde ik als arts-assistent on-
i n D r u k k e n – special 100 jaar Valeriuskliniek – 2 8 o k t o b e r 2 0 1 0
Biopsychosociaal In 1972 was Willem klaar met de opleiding en kwam als psychiater
in dienst van de Valeriuskliniek, op de afdeling ouderen. “Mede vanwege onze bredere, ‘biopsychosociale’ kijk kwamen mijn collega’s en ik in 1975 in conflict met ons hoofd, professor Stam.” Na Stams vertrek vernieuwde Willem de psychiatrieopleiding, waar hij hoofd van werd. Behandeling volgens het biopsychosociale model drong door op de afdelingen. “Zo gingen we familie en naasten van patiënten bij de behandeling betrekken.” Onder Willem –sinds ’81 VUhoogleraar- leverde de academische werkplaats van Valeriuskliniek en VU internationaal een belangrijke bijdrage aan de verwetenschappelijking van de psychiatrie. Betrokkenheid Willem, sinds 2000 geneesheerdirecteur, ging in 2007 met emeritaat maar komt als supervisor
van de psychiateropleiding nog regelmatig in de kliniek. In zijn afscheidsrede ‘Hart voor de patiënt’ pleitte hij ervoor dat behandelaars, bij alle schaalvergroting, kennis en richtlijnen, hun persoonlijke en maatschappelijke betrokkenheid vasthouden, want: “het is een verrijking van het vak. Net als de drive en de durf om te blijven experimenteren.” Willem van Tilburg is onlangs benoemd tot nieuw lid van de raad van toezicht van de Vereniging VU-Windesheim (de bestuurlijke koepel van VU medisch centrum, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Christelijke Hogeschool Windesheim), die tevens de raad van toezicht van ggz inGeest vormt.
5
‘Niet doodzwijgen of ridiculiseren’
Recht op erkenning en hulp Door de jaren heen is er veel veranderd in de psychiatrie. Behandelprogramma’s kwamen en gingen en de diagnostiek maakte grote ontwikkelingen door. Ook is sprake van een verschuiving van enkelvoudige naar meervoudige problematiek. Steeds vaker is naast een psychiatrisch ziektebeeld ook sprake van verslaving aan alcohol, drugs of allebei. Onveranderd gebleven is echter het recht op erkenning van en hulp aan cliënten. Een aantal citaten uit voorgaande jaren illustreren dit.
“Deze patiënten hebben inderdaad een aparte en afzonderlijke plaats onder de zieken, maar dat is niet het gevolg van hun apartheid, doch van onze exclusieve houding. Wij vinden deze patiënten vreemd; de patiënt raakt vervreemd van de gemeenschap en leeft afgezonderd van de normalen.”
Medewerkers van de afdeling neurologie vlak voor hun verhuizing naar VUmc, 1984
“…de dagelijkse ervaring aan het ziekbed leert, dat praktisch alle lichamelijk lijden gepaard gaat met een verandering in beleven en gedrag”
“Zo kan dit jubileumjaar een feestelijk intermezzo zijn tussen gisteren en morgen en zo blijft de Valeriuskliniek in de toekomst wat ze ook in het verleden was: een uitgestoken hand naar wie om hulp vraagt.” D. Zittema, voorzitter kliniekbestuur in het voorwoord van het gedenkboek bij het 75-jarig bestaan van de Valeriuskliniek, 1985. “Deze mensen zijn impulsief en kunnen zomaar anderen te lijf gaan of met meubels gaan gooien. Ze horen in een gesloten kamer, maar als die niet beschikbaar is, zouden ze tussen de andere patiënten op de afdeling moeten rondlopen. Dat is onverantwoord.” Eerste geneesheer Hein Kramer over de weigering van GGZ Buitenamstel om psychiatrische patiënten uit politiecellen verplicht op te nemen uit het oogpunt van veiligheid voor andere patiënten. Parool 13 augustus 2001. “Voor veel fysieke klachten zijn in het lichaam geen oorzakelijke afwijkingen te vinden. Het begrijpen van die klachten vergt een hele andere manier van denken. Je kunt die mensen niet zomaar wegsturen met de boodschap: het zit tussen je oren. Dan geef je ze het gevoel dat ze zich aanstellen, de boel bedonderen. Deze mensen hebben pijn in hun lijf. Ze hebben recht op erkenning van de negatieve spiraal waarin ze met hun klachten terecht zijn gekomen. Ze verdienen hulp om daar uit te komen.” Guus Eeckhout, psychiater VUmc, over de behandeling van onverklaarbare klachten op de polikliniek. NRC Handelsblad, 14 juli 2010 6
Studenten op de trap, Valeriusplein 12, begin jaren ‘80
Verleden, heden en toekomst Vervolg van pagina vijf… egin jaren tachtig kwam het voortbestaan van de kliniek op twee manieren in gevaar. Wederom bleek de fundering onder het gebouw gedeeltelijk verrot. Met financiële hulp van de Vereeniging kon dit gelukkig spoedig hersteld worden. Bedreigender waren de gevolgen van de landelijke reorganisatie van de psychiatrie: buiten de stad opgenomen patiënten moesten weer terug naar de stad. Voor Amsterdam gold dat het psychiatrisch ziekenhuis in Santpoort (later overgegaan in Mentrum en De Meren) terug kwam naar de stad. Het leek erop dat deze instelling de hele psychiatrie in de stad zou overnemen. De gemeente Amsterdam gaf de Valeriuskliniek twee opties. Of de stad uit richting Bennekom – in Bennekom zat het hoofdkantoor van de Vereeniging – of terugvechten. Dat betekende fuseren met een andere psychiatrische voorziening om de door de overheid geëiste langdurige plaatsen erbij te krijgen.
B
Amsterdams model De Valeriuskliniek besloot om zich niet uit de stad te laten wegjagen. Er werd een koers uitgezet richting een Algemeen Psychiatrisch Centrum. In deze variant zou de Valeriuskliniek zich in overeenstemming met haar ervaring en traditie beperken tot vormen van kortdurende zorg en opvang, samen met dagbehandeling en poliklinische behandeling. Onder leiding van hoogleraar Willem van Tilburg werd de kliniek een actief lid van de ‘stuurgroep ambulantisering’. Deze stuurgroep onderzocht de mogelijkheid om patiënten zoveel mogelijk uit de kliniek te halen en
te houden. Dit leidde tot het ‘Amsterdamse model’. Dit model, opgesteld door progressieve psychiaters, de cliëntenbeweging, de gemeente en de provincie, voorzag in de verhuizing van chronische patiënten vanuit Santpoort naar Amsterdam. Voorzieningen dienden kleinschalig en verspreid over de stad worden opgezet. Voortaan moest de opname in een psychiatrische kliniek zo veel mogelijk worden voorkomen en de opnameduur zo kort mogelijk zijn. Er werden behandelcentra voor acute opnames, zogenaamde sociaal psychiatrische dienstencentra (spdc) opgezet. Mensen met langdurig psychiatrische problemen werden gehuisvest in een gevarieerd stelsel van beschermde woonvormen. PCA Zuid/Nieuw-West Ondanks het feit dat de Vereeniging en het bestuur van de Valeriuskliniek niet echt blij waren met de door de politiek opgedrongen fusiepartner, was er weinig keus. De kliniek bezat slechts kortdurende psychiatrische bedden. Aanvulling met langdurende plaatsen was echt van levensbelang. In 1987 gingen de Valeriuskliniek en J.C. de Keijzer met haar 90 langdurende plekken, toch op in een algemeen psychiatrisch ziekenhuis: het Psychiatrisch Centrum Amsterdam, Zuid/Nieuw-West. De nieuwe instelling kreeg er ook nog 120 patiënten uit Santpoort bij. Door deze fusie was de Valeriuskliniek in feite het eerste ziekenhuis dat los kwam van de Vereeniging. Voor vier miljoen gulden heeft het pca het gebouw van de Valeriuskliniek vrijgekocht van de Vereeniging.
Lees verder op pagina zeven…
Van bedverpleging naar kennis en ervaringen delen
Anekdotes Gerry Hoolwerf over vooruitgang Bij de sollicitatie naar de B- ofwel verpleegkundigenopleiding droeg Gerry een minirokje. “Ze vroegen: Dat doet u in uw werk toch niet aan.” Bij het invullen van een sollicitatieformulier kreeg Gerry het advies: “Vul maar gereformeerd in, dat heeft de directeur graag. Ik kreeg in de B-opleiding ook nog verplicht godsdienstles van de dominee.”
gingen verpleegkundigen zelfstandiger werken. Ze gaven patiënten bijvoorbeeld paracetamol en aspirine zonder eerst de arts te vragen. In de B-opleiding gingen studenten veel meer leren over de psychiatrie.”
n David de Leeuw In 1969, op haar 23e, startte Gerry in de Valeriuskliniek. “Verpleegkundigen deden toen bedverpleging. Zo moesten we ervoor zorgen dat alle patiënten keurig onder de dekens lagen als de professor om negen uur ’s ochtends kwam. Hij sprak nauwelijks met de patiënt, hij bésprak ze.” Ook dokters en verpleegkundigen
i n D r u k k e n – special 100 jaar Valeriuskliniek – 2 8 o k t o b e r 2 0 1 0
Foto David de Leeuw
“We zeggen gemakkelijker dat we griep of longontsteking hebben gehad dan dat we geestesziek zijn geweest. We generen ons niet als onze nabestaanden in een ziekenhuis liggen, doch verzwijgen het graag wanneer zij zijn opgenomen in een inrichting voor geestes- en zenuwzieken. We doen daarmee als met alles wat we niet aankunnen, wat onze bevatting te boven gaat: we zwijgen het dood of we ridiculiseren het.” Prof. Dr. L. van der Horst in het artikel ‘De houding van de mens tegenover geesteszieke’, Algemeen Handelsblad 25 mei 1957
praatten niet veel met elkaar. In 1973 werd Gerry docent algemene verpleegkunde. “In de jaren zeventig
Van Freud naar systeem In 1979 begon Gerry als nachthoofd van de Valeriuskliniek. Er belden regelmatig mensen maar Gerry kon niet veel meer doen dan luisteren en advies geven. “Naar de kliniek komen was geen optie. Omdat behandelaren overstapten van Freud naar systeemtherapie, kreeg de omgeving van de patiënt zeer veel invloed. Als er wat met een patiënt was moest ik als nachthoofd de familie bellen en vragen om toestemming voor het toedienen van medicatie of separeren. Of om te komen, wat ze meestal niet deden.” Na dertig jaar nachthoofd en enkele
jaren bij het plaatsingsbureau ging Gerry begin 2010 met de obu. In haar veertig dienstjaren bij de Valeriuskliniek heeft zij véél zien veranderen. Ook de komst van de computer in de jaren negentig. ‘Voorheen rapporteerden we op papier en als een andere ggz-instelling belde gewoon over de telefoon. De computer was even wennen, maar je kunt alles sneller zien en er doorheen bladeren. Dat is toch wel nodig.” Gerry vindt dat ggz inGeest het “heel goed doet. Ik bewonder hoe veel professioneler hulpverleners met cliënten omgaan, terwijl de cliëntenpopulatie veel zwaarder is geworden. Mij werd als leerling weinig verteld. Nu beschikken collega’s dankzij regels en protocollen over elkaars gebundelde ervaringen, hoe je dingen het beste kunt doen. Dat noem ik vooruitgang.”
Foto Eric Hage
Cliënten en medewerkers van GGZ inGeest doen mee aan de Amsterdam Marathon. Ze dragen allemaal een t-shirt met aan de voorkant de opdruk ‘ik ben 100 jaar’ en aan de achterkant ‘Valeriuskliniek, www.ggzingeest.nl’, oktober 2010
Medewerker haalt bed af van cliënt, 2010
Verleden, heden en toekomst Vervolg van pagina zes… an het begin van de jaren negentig begon de wind uit een andere hoek te waaien. In 1992 introduceerde de Nationale Raad voor de Volksgezondheid het ‘functiegerichte’ denken en gaf hiermee indirect het startschot tot de latere fusiegolf. In plaats van echelons ging het vanaf nu om de clustering van ggz-functies rondom bepaalde doelgroepen. Dit was de aanleiding tot de ontwikkeling van zorgprogramma’s, waarin de hulpbehoefte van de patiënt centraal kwam te staan. Deze ontwikkeling sloot aan bij de al eerder voorgestelde vorming van multifunctionele eenheden, de mfe’s. Dit is een bundeling van voorzieningen voor patiënten die afwisselend behoefte hebben aan ambulante hulp, beschermd wonen of een kortdurende opname. Bij de vorming van deze mfe’s waren de riagg’s en de grotere apz’en vervolgens op elkaar aangewezen. Vandaar de vele fusies vanaf dat moment. Het pca Zuid/Nieuw-West ging samen met de riagg’s en het Dercksencentrum uit dezelfde regio en heette vanaf 2000 ggz Buitenamstel.
A
In 2007 kwam het tot de fusie met De Geestgronden (voormalig Vogelenzang), een ggz instelling in de omgeving Haarlem, Hoofddorp en Amstelveen. Sindsdien gaan zij samen onder de naam ggz inGeest. De Valeriuskliniek is nu één van de 20 locaties van deze instelling. Een opvallend feit bij deze laatste fusie is dat de Valeriuskliniek dus herenigd is met psychiatrisch ziekenhuis Vogelenzang. Eerder waren beide instellingen namelijk eigendom van de Vereeniging. VUmc Als je naar het verleden kijkt is de fusie met VUmc logisch. De oprichting, de verdere groei, het begin van de medische faculteit. De cirkel lijkt rond. De kliniek heeft sinds lange tijd ook de werkplaatsfunctie voor arts-assistenten van de faculteit psychiatrie en studenten van de faculteit geneeskunde. Ook begint de psychiatrie in navolging tot de oude afdelingen neurologie en neurochirurgie, steeds meer richting de somatiek op te schuiven. Een groeiend aantal mensen dat in acute
psychische nood raakt, is ook somatisch ziek. Zij hebben dus ook lichamelijke diagnostiek en zorg nodig. En die kunnen beter geboden worden in de buurt van VUmc. Al voor deze fusieplannen was besloten dat de Valeriuskliniek niet meer van deze tijd was. Het pand is te zeer verouderd om er nog goede psychiatrische en betaalbare zorg te kunnen bieden. Even is nieuwbouw op dezelfde plek overwogen, maar vanwege de groeiende vraag om dichterbij andere specialismen te zitten, is gekozen voor nieuwbouw naast VUmc. In april 2010 is de eerste paal geslagen van de Westflank, de nieuwbouw naast VUmc op de hoek De Boelelaan / Amstelveenseweg waar de huidige functies uit de Valeriuskliniek worden gehuisvest. Wat er met de Valeriuskliniek gaat gebeuren, is nog niet zeker. Wat wel zeker is, is dat deze belangrijke locatie niet wordt afgestoten. Als duidelijk is welke bestemming het pand krijgt, zal het gebouw zeker aangepast moeten worden aan die functie en aan de eisen van deze tijd.
‘Ik besefte pas veel later dat ik een mogelijkheid was’
Ervaringsdeskundige Bodine de Walle keek ‘om de hoek’ Bodine de Walle is ervarings deskundige bij GGZ inGeest, lid van de suïcidepreventiecommissie en verzorgt het onderdeel ‘doodsgedachten en –wensen’ in de psycho-educatiecursus voor mensen met een bipolaire stoornis. Ze neemt ons mee terug naar haar klinische opname van vier weken in 1988.
“Na meerdere depressies krijgt deze keer de doodswens de overhand. Ik word wakker op de intensive care van de VU in Amsterdam. Enkele dagen later leidt in de Valeriuskliniek een psychiatrisch verpleegkundige met een groot hart me naar de open afdeling, naar een smalle kamer met nog smallere bedjes en een privacy suggererend nachtscherm.
Foto David de Leeuw
n David de Leeuw
veel te winnen. Ik word zo snel mogelijk ingesteld op lithium en antidepressiva, die goed aanslaan.”
De opnamepsychiater maakt meteen duidelijk dat het leven met een ongediagnosticeerde manische depressie geen leven is. Dat geeft een ongekende herkenning. Er blijkt
i n D r u k k e n – special 100 jaar Valeriuskliniek – 2 8 o k t o b e r 2 0 1 0
Smelten “De intakegesprekken leggen mijn pijn bloot. Voor mijn behandelplan stel ik vooral fysieke activiteiten voor; joggen en groepsgewijs hardlopen. Bij psychomotore therapie boks, buitel, adem ik en moet mijn stem laten klinken. Alleen zo ben ik mijn depressie te slim af. Uiteindelijk begin ik te smelten en kan weer huilen. Ik voel me bevrijd van mijn bevroren en wanhopige lichaam.” “In mijn depressie verzamelt mijn denken selectief bewijzen voor de nutteloosheid van mijn bestaan. Zelfmoord lijkt logisch. De standaardreactie van hulpverleners is veelal ‘bestrijden’ terwijl ik meer steun had gehad aan open communicatie.
Op de afdeling krijg je niet eens een eigen kamer om je even te kunnen terugtrekken uit de overdosis anderszijn. Het is een toer om in zo’n ‘totaalinstituut’ je eigenheid en waardigheid overeind te houden. Ik hield vaak mijn mond. Het leefprogramma en verlies van autonomie lijken een uitnodiging om jezelf ook maar helemaal op te geven. Je wordt bij de hand genomen. Dat is deels helend en deels ondermijnend.” Wachten “Wachten, die afhankelijk makende staat, was mijn hoofdactiviteit. Wachten tot het overgaat, tot er bezoek komt, tot de nacht voorbij is, tot een gevoel zich naar je hart wurmt tussen de wanhoop door, wachten op het gesprek met de kundige opnamepsychiater.” Een opname is in essentie ‘buutvrij’ voor uitgeputte, uitgeraasde, uitge-
kauwde, uitzinnelijke en uitgerangeerde mensen die de levensvaardigheden niet meer beheersen. Ze zijn zichzelf en hun zelfbeschikking kwijtgeraakt aan een psychiatrische ziekte en de streken van het leven. Ze worden geholpen om de zin in leven of de voor ons gangbare werkelijkheid terug te vinden. Het is bij menigeen een dubbeltje op z’n kant. Ik heb, zoals de Chinezen, altijd al geweten dat het woord crisis twee lettertekens verdient, gevaar en mogelijkheid. Ik zag meer gevaar dan mogelijkheid en besefte pas veel later dat ik een mogelijkheid was.” “Het echte werk begint bij naar huis gaan en terugkeer in de maatschappij. Dat gaat beslist minder zorgvuldig en is moeilijker dan een opname. Echt helemaal terug in de vanzelfsprekende werkelijkheid kom je nooit als je eenmaal om de hoek gekeken hebt.” 7
Programma 100 jaar Valeriuskliniek Kijk voor meer informatie op www.ggzingeest.nl/100jaarvaleriuskliniek Dinsdag 2 november Filmvoorstelling: documentaire Angst van Michiel van Erp Locatie: stilteruimte, Valeriuskliniek, Valeriusplein 9, Amsterdam Tijd: 19.30 uur, zaal open om 19.15 uur. Aanmelding en informatie:
[email protected] Woensdag 3 november Symposium 100 jaar neuro- en ouderen psychiatrie in de Valeriuskliniek: samenhang tussen patiëntenzorg en onderzoek Locatie: Amstelzaal, VUmc, De Boelelaan 117, Amsterdam Tijd: 9.30 – 18.15 uur Aanmelding en informatie:
[email protected] Filmvoorstelling: In de war van Ireen van Ditshuyzen Locatie: stilteruimte, Valeriuskliniek, Valeriusplein 9, Amsterdam Tijd: 19.30 uur, zaal open om 19.15 uur. Aanmelding en informatie:
[email protected] Donderdag 4 november Bijscholing voor verwijzers over depressie en diabetes Dit onderdeel is vervallen Filmvoorstelling: Het gelijk van mijn tante van Saskia Gubbels Locatie: stilteruimte, Valeriuskliniek, Valeriusplein 9, Amsterdam Aanvang 19.30 uur, zaal open om 19.15 uur. Aanmelding en informatie:
[email protected] Vrijdag 5 november Filmvoorstelling: Familie van Labyrinth-In Perspectief Locatie: stilteruimte, Valeriuskliniek, Valeriusplein 9, Amsterdam Tijd: 19.30 uur, zaal open om 19.15 uur. Aanmelding en informatie:
[email protected] Reünie (oud-)medewerkers Valeriuskliniek Locatie: aula Amsterdams Lyceum, Valeriusplein 15, Amsterdam Tijd: 17.00 -21.00 uur Aanmelding en informatie: reü
[email protected]
Foto Digidaan
Zaterdag 6 november Publieksdag (informatiemarkt, filmvoorstellingen, historische beeldpresentatie, rondleidingen door Valeriuskliniek, informatiebijeenkomsten over werken en leren en workshops over psychiatrische aandoeningen) Locatie: Amsterdams Lyceum, Valeriusplein 15, Amsterdam Tijd: 10.00 – 16.30 uur Informatie:
[email protected]
‘We houden ons erfgoed in ere’
Irma Krieg over traditie, verbetering en vooruitgang
n David de Leeuw In de Valeriuskliniek zijn drie acute opnameklinieken gevestigd en twee poliklinieken. In de oostelijke vleugel huist sinds 2007 act Volwasse8
van is. En in de westvleugel zit, na de kostenbesparende huuropzegging van Koninginneweg 62, sinds deze zomer het acuut behandelteam.
Foto David de Leeuw
Na een eeuw staat de Valeriuskliniek aan de vooravond van misschien wel de grootste verandering in haar geschiedenis: de verhuizing van de acute opnameklinieken en het acuut behandelteam naar de Westflank bij VUmc in 2012. Tot die tijd houden Irma Krieg (sinds twee jaar algemeen directeur acute psychiatrie Amsterdam), Heleen Schaffels (sinds een halfjaar directeur behandelzaken) en de medewerkers van dit circuit de goede naam van de Valeriuskliniek hoog.
nen, onderdeel van sociale psychiatrie Amsterdam-Zuid waar Irma (net als van –West) ook directeur
i n D r u k k e n – special 100 jaar Valeriuskliniek – 2 8 o k t o b e r 2 0 1 0
Complexer “Onze doelgroep wordt de laatste jaren complexer,” weet Irma. “De diagnoses verschuiven van enkelvoudig naar meervoudig. Vaak is er naast psychiatrie ook sprake van een verslaving aan drugs, alcohol of allebei. Omdat de zorg in de wijken beter is geregeld, en de act- en fact-teams daar al veel cliënten afvangen, is wat hier komt dus echt zwaar. We willen onze cliënten met een dubbele diagnose geïntegreerd behandelen en gaan daarbij nog meer verslavingsexpertise in huis halen.”
door een stagnerende doorstroom, en een gebrekkige behandelregistratie die de declaratie bij zorgverzekeraars niet ten goede kwam. Ze voerde met collega-directeur Vera Rizen (behandelzaken) een eenduidig en inzichtelijk beleid in voor de acute opnameklinieken, waaronder ook één eindverantwoordelijke voor de arts-assistenten die hier traditiegetrouw stage lopen. Verbetering van coördinatie en kwaliteit van hun begeleiding draagt al bij aan een nog beter imago van de Valeriuskliniek in de stad, merkt de circuitdirecteur. Elke twee weken overlegt de huidige directeur behandelzaken, Heleen Schaffels, met de politie en collega’s van andere instellingen in de stad, zoals ggz en hvo/Querido.
Verbetering Irma trof in 2008 een kliniek aan met onvoldoende nieuwe opnames
Visie De Valeriuskliniek die goed bekend blijft staan, dat hoort bij de visie
die opnamekliniek 1 al op schrift heeft. “Het helpt om te weten wat je wilt bereiken,” stelt de circuitdirecteur. “De opnamekliniek wil dé specialist zijn in het bieden van excellente psychiatrische zorg. Dat doel motiveert ons.” Het werkt allemaal: de registratie gaat inmiddels beter en ook de doorstroom komt weer op gang. Betrekken Irma, van huis uit Neerlandicus, leerde mensen bij veranderingen betrekken toen zij zich tot organisatieadviseur bekwaamde bij de abn amro en later het uwv . Ook bij de Valeriuskliniek brengt Irma dit volop in praktijk. “We houden ons erfgoed in ere.”