textiel & milieu
Centexbel INFO Nummer 8 van 30 oktober 2009
VLARIPtextiel : praktische hulp bij REACH
Inhoudstafel Milieuvriendelijke textielproductie Een WIN-WIN situatie om u tegen te zeggen
Dienstverlening aan de industrie
Milieuadvies op maat van uw bedrijf Centexbel stelt vier nieuwe diensten voor rond milieu en duurzaamheid Milieuopleidingen Promotie rond ecologievriendelijk produceren: veel geblaat, weinig wol? Milieu-audit: hoe goed scoort uw bedrijf op het gebied van milieuzorg? De Milieufax: een onmisbaar maandblad voor de Vlaamse textielindustrie!
Testen
Centexbel bepaalt PFOS/PFOA op zeer laag detectieniveau Expertise en krachtige analysetoestellen om zware metalen in textiel snel en precies te bepalen Centexbel ontwikkelt “zeer zorgwekkende stoffen” testpakket Bepaling van ftalaten
Milieuvriendelijke textielbehandelingen
Emerging technieken en andere interessante technologieën Plasmabehandeling Coaten met uv-uitharding Hotmelts voor textiel
Opmerkelijke resultaten
VLARIPtextiel : praktische hulp bij Reach! Regenwater regelt klimaat in weefzalen Hergebruik van afvalwater voor verftoepassingen goed voor natuur en portemonnee! Eerste Belgische made in Green label uitgereikt aan Monks International nv
Colofon
Verantwoordelijke uitgever Jan Laperre, Centexbel Redactiecomité Jan Laperre, Bob Vander Beke, Ann De Grijse & Eline Robin
Gastredacteurs Dirk Weydts, Stijn Devaere, Isabel De Schrijver, Anneke Saey, David Van de Vyver, Guy Buyle, Tania De Meyere, Luc Ruys, Philippe Lemaire
Fotografie Marc Van Hove Layout Eline Robin Copyright Centexbel 10/2009
3
4 6 8 9 10 12
13 14 15 16
17 17 19 20
21 22 23 23
Centexbel INFO 8-2009 p. 3
Milieuvriendelijke textielproductie Een WIN-WIN situatie om u tegen te zeggen
A
ls u minder energie, water en materiaal gebruikt om eenzelfde hoeveelheid te produceren, dan belast u het milieu veel minder, dan dalen uw productiekosten en versterkt u uw concurrentiepositie. U creëert met andere woorden zowel winst voor het milieu (minder energie, water, materiaal én afval) als zuivere bedrijfswinst (lagere kosten door lager verbruik en lagere milieuheffingen). Bovendien geeft deze aanpak u een publicitair voordeel: een groen imago is immers een goed imago. evolutie textielsector : directe emissie in oppervlaktewater chemisch zuurstofverbruik - CZV (mg/l) 1.000
600 400
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
200 0
evolutie textielsector : emissie van broeikasgassen 900 800 700 600
kton CO2 /jaar
In welke mate die verhoogde eco-efficiëntie te danken is aan de toename van het aantal bedrijven met milieuzorgsystemen is niet duidelijk, maar het is wel een feit dat tussen 1999 en 2006 het totale aantal bedrijven met een gecertificeerd milieuzorgsysteem, zoals ISO-14001 of het strengere EMAS, zowat vervijfvoudigde. De dalende trend van de jaren 90 op het vlak van emissies zet zich vandaag minder snel tot helemaal niet meer door. In de jaren 90 dwong de strengere milieuwetgeving (Vlarem, Vlarea, Vlarebo, …) de bedrijven ertoe de emissies in lucht, water en bodem drastisch te verminderen.
800
1994
concentratie (mg/l)
1.200
Mede onder druk van de strengere milieuwetgeving is de vervuiling van het oppervlaktewater, de uitstoot van (giftige) stoffen in de lucht (met onder andere een sterke daling van de uitstoot van broeikasgassen) en het verbruik van energie in de textielsector sinds de jaren 1990 sterk afgenomen.
500 400 300 200 100 0 1990
1995
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007*
Ook Centexbel droeg en draagt hier nog steeds toe bij en begeleidt de textielindustrie in het introduceren en uitwerken van een eco-efficiënte aanpak via de technologische adviseerdienst “waterbeheer in de textielindustrie”, praktische raad en consulting, testen, onderzoeksprojecten en haalbaarheidsstudies, de maandelijkse milieufax, opleidingen (VME - Vorming Milieu en Energie en de jaarlijkse studiedag rond water), tussenkomsten bij nieuwe wetsvoorstellen (nieuwe sectorale lozingsvoorwaarden), input bij de opmaak van de Best Beschikbare Technieken, enz. De textielbedrijven kunnen de evolutie opnieuw in de goede richting ombuigen door hun productiemethodes en bedrijfsvoering verder aan te passen en te optimaliseren.
evolutie textielsector : energieverbruik JAAR
Petroleum producten (PJ/jaar)
Gas (PJ/jaar)
Totaal fossiele brandstoffen (PJ/jaar)
Elektrisch (PJ/jaar)
Totaal energieverbruik (PJ/jaar)
Totaal primair energieverbruik (PJ/jaar)
1990
4,58
5,67
10,24
4,80
15,04
22,24
1991
3,85
6,26
10,11
4,74
14,85
21,96
1992
3,43
6,10
9,54
4,99
14,53
22,01 24,56
1993
3,28
6,39
9,67
5,96
15,63
1994
3,12
6,70
9,82
6,39
16,21
25,80
1995
2,67
6,02
8,69
4,99
13,67
21,16
1996
1,81
6,62
8,43
5,07
13,50
21,11
1997
1,81
7,74
9,46
5,25
14,79
22,58
1998
1,81
8,08
9,89
5,50
15,39
23,65
1999
1,03
7,91
8,86
5,33
14,28
22,19
2000
1,12
7,48
8,60
5,76
14,45
23,01
2001
1,12
6,88
8,00
5,76
13,76
22,40
2002
0,95
6,54
7,48
5,85
13,33
22,10
2003
0,60
6,54
7,14
5,07
12,21
19,82
2004
0,60
5,33
5,85
4,30
10,06
16,60
2005
0,34
5,33
5,68
4,56
10,15
17,07
2006
0,34
5,33
5,68
4,47
10,23
16,86
Indien u de uitstoot van broeikasgassen, het energieverbruik en het gebruik van schadelijke producten verder wilt verminderen, dan ligt de weg naar duurzaam ondernemen voor u open. In de volgende bijdragen gaan we dieper in op de verschillende manieren waarop Centexbel uw bedrijf kan ondersteunen om nog meer voordeel te halen uit een bewuste en doorgedreven milieuvriendelijke textielproductie. Contact Dirk Weydts Milieuadviseur tel 09/243 82 22 gsm 0494/35 70 64
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 4
Dienstverlening Milieuadvies op maat van uw bedrijf
B
ijna dagelijks komen er nieuwe milieuwetten en -decreten op ons af die vaak zo saai en onleesbaar zijn geschreven, dat de moed je na het lezen van de eerste paragraaf al in de schoenen zakt. Geen nood! Samen met hun collega’s van Fedustria pluizen de milieuexperts van Centexbel alle wetteksten uit die betrekking hebben op textiel en vatten ze de belangrijkste punten voor u samen. Wij bieden uw bedrijf maatgemaakt milieuadvies en begeleiding rond zeven belangrijke milieuthema’s:
1. Begeleiding van de milieucoördinator
Verschillende bedrijven zijn wettelijk verplicht een milieucoördinator aan te stellen. Over het algemeen voert de milieucoördinator nog andere taken uit zodat er heel weinig tijd overblijft om de volledige wetgeving op de voet te kunnen volgen. Centexbel staat hem daarom bij met informatie en advies over: • Water: waterbalans, toetsing afvalwaterlozing, waterbesparing, ... • Lucht: toetsing emissiemetingen, ... • Bodem: optimalisatie opslag en beheer van gevaarlijke producten, preventie bodemverontreiniging, ... • Afvalstoffen: preventieanalyse, optimale inzameling en verwerking, zoeken naar toepassingsmogelijkheden via recyclage of secundaire grondstof, ... • Opslag van gevaarlijke producten: opslagstudie voor de inrichting van opslagplaatsen van gevaarlijke producten, zoeken naar technische oplossingen, ... • Best Beschikbare Technieken: BBT-analyse, advies over de actuele stand van zaken • Milieuwetgeving: informatie over nieuwe regelgeving
2. Ondersteuning en afvaardiging bij de overheid
Een milieuvergunningsaanvraag indienen en verdedigen vergt een grondige kennis van de wetgeving. Omdat het de bedoeling is de vergunning van het bedrijf voor een zo lang mogelijke tijd te verkrijgen (maximum 20 jaar) moet het dossier zeer goed voorbereid worden, waarbij u antwoord geeft op de meest diverse vragen zoals: • Binnen welke rubriek van Vlarem I moeten de machines, opslag en andere handelingen ingedeeld worden? • Welke lozingsnormen vraag ik aan?
• Welke luchtemissiegrenswaarden zijn van toepassing op mijn activiteit?
• Waar vind ik de toepasselijke voorwaarden die van toepassing zijn op mijn activiteiten?
• Is mijn aanvraag volledig? …
Dankzij de deskundige begeleiding van de Centexbel milieuadviseur kunt u tal van problemen voorkomen tijdens deze omslachtige procedure.
3. Limitatieve Technologielijst (LTL-lijst)
De LTL-lijst beschrijft die technologieën waarvoor u bij de Vlaamse Overheid ecologiesteun kunt aanvragen om investeringen in milieuvriendelijke technologieën te financieren. De lijst kan worden aangevuld met nieuwe technologieën door een aanvraag in te dienen bij het Vlaamse Energieagentschap (VEA). Volgende gegevens zijn vereist: 1. beschrijving van de standaardtechnologie, zoals die momenteel op de markt beschikbaar is 2. beschrijving van de nieuwe technologie met een kwalitatieve benadering van de milieuvoordelen ten opzichte van de standaardtechnologie 3. vergelijking van de kostprijs tussen de nieuwe en de standaardtechnologie 4. opsomming van de verschillende onderdelen (componenten) van de nieuwe installatie en hun kostprijs 5. raming van de te realiseren jaarlijkse besparingen en opbrengsten, uitgedrukt in fysische en geldelijke eenheden ten opzichte van de standaardtechnologie 6. (eventueel) een lijst met referenties (boeken, documenten, websites, …) van de standaard- en de nieuwe technologie. Nadat het advies van het VITO over deze aanvraag is ingewonnen kan de nieuwe technologie aan de LTL-lijst worden toegevoegd. De technologie komt dan in aanmerking voor ecologiesteun bij de lancering van de eerstvolgende “call” of oproep. Dit betekent dat u pas vanaf dat moment een aanvraag voor een ecologiepremie kunt indienen. Bovendien kunt u pas starten met de investering nadat u de aanvraag voor ecologiesteun heeft ingediend.
Centexbel INFO 8-2009 p. 5
Dienstverlening 4. Begeleiding bij het behalen van een ISO 14001-certificaat
ISO 14001 wordt wereldwijd toegepast om milieumanagementsystemen op te zetten en te certificeren. Het opstarten van een milieumanagementsysteem in uw bedrijf gebeurt in 7 stappen: 0. Waar staan we nu? (de nuldoorlichting) 1. Welke belangrijke milieuaspecten hebben we? (milieurisico’s) 2. Milieu dag in dag uit (het beheersen van de belangrijke milieuaspecten) 3. Wat willen we bereiken? (milieubeleid, doelstellingen en milieuzorgprogramma’s) 4. Hoe geven we invulling aan het milieumanagement systeem? (opstellen handboek, procedures en overige documenten) 5. Invoeren in de praktijk! 6. Doen we wat we zeggen (interne audits)? 7. En hoe nu verder? (management review)
5. Milieuadministratie
(integraal milieujaarverslag, aangifte heffing afvalwater en grondwater, jaarverslag milieucoördinator) Elk bedrijf is verplicht om jaarlijks een aantal verslagen en aangiften in te dienen. In het integraal milieujaarverslag rapporteert het bedrijf de gegevens over afvalwaterlozingen en luchtemissies tijdens het voorbije jaar, over het energieverbruik, de afgevoerde afvalstoffen en het grondwaterverbruik. Op basis van de aangifte heffing afvalwater en grondwater wordt de belasting berekend die het bedrijf verschuldigd is voor het lozen van afvalwater en het oppompen van grondwater. Het jaarverslag bundelt de activiteiten van de milieucoördinator, de adviezen die hij aan de directie gaf en het gevolg die de directie aan die adviezen gaf.
6. Optimalisatie van milieuheffingen
(heffing afvalwater en grondwater) De heffing op het winnen van grondwater en het lozen van afvalwater wordt berekend op basis van het ingediende aangifteformulier. Centexbel helpt u deze heffing te berekenen en uw waterbeheer te optimaliseren.
7. Reach
REACH veroorzaakt niet alleen een ware revolutie in de chemische industrie, maar ook in de volledige industriële keten, tot en met de eindgebruikers van chemische stoffen en producenten van voorwerpen. Om de KMO’s die actief zijn in de textielwaardeketen door het hele REACH-proces te loodsen, hebben Centexbel, Fedustria en essenscia vlaanderen met de steun van de Vlaamse overheid en Europa VLARIPtextiel ontwikkeld. VLAanderens REACH Implementatie Project van de textielindustrie heeft als doel de specifieke aandachtspunten en verplichtingen van de textielbedrijven betreffende de REACH-regelgeving in kaart te brengen. Dit doen we door een handleiding ‘REACH voor de textielsector’ op te stellen. Twee werkgroepen leggen zich bovendien toe op de thema’s communicatie en strategie. Contact Dirk Weydts Milieuadviseur tel 09/243 82 22 gsm 0494/35 70 64
[email protected] Stijn Devaere Adviseur duurzaam textiel & REACH tel 09/243 82 27 gsm 0497/43 60 77
[email protected]
Centexbel is een erkende KMO-portefeuille dienstverlener voor de pijlers Technologieverkenning, Advies en Opleidingen - Erkend door het Vlaamse Gewest met resp. erkenningsnummers DV.T106064, DV.A101548 en DV.O101549 http://www.centexbel.be/nl/steun-voor-oo-opleidingen-advies-en-innovatie
Centexbel INFO 8-2009 p. 6
Dienstverlening Centexbel stelt vier nieuwe diensten voor rond milieu en duurzaamheid
D
e Centexbeladviseurs hebben een negental nieuwe projecten ingediend bij IWT-Vlaanderen, waaronder drie technologische adviseerdiensten (TAD) en één thematische innovatiestimulering (TIS) rond het gebruik van natuurlijke en biologische grondstoffen en duurzame producten en productieprocessen in de textielindustrie.
TAD Duurzame producten
TAD Duurzame textielprocessen:
Het aantal bedrijven dat doelbewust kiest voor een duurzame productie wordt steeds groter: terwijl milieuzorg tot voor kort werd gezien een wettelijke (en dus vervelende) verplichting, groeit het besef dat een proactieve strategie op termijn leidt tot een concurrentievoordeel. Milieuverplichtingen en klanteneisen op het vlak van duurzame producten en processen dwingen textielbedrijven ertoe de ecologische en economische efficiëntie van hun textielprocessen in vraag te stellen. Door doelgericht te investeren in milieuvriendelijke en energiezuinige productieprocessen, in integraal waterbeheer, in het verminderen van de CO2-uitstoot, in alternatieve en hernieuwbare energiebronnen, in afvalvermindering en in milieuvriendelijke grondstoffen kunnen textielbedrijven een belangrijke bijdrage leveren aan een duurzaam leefmilieu. Maar duurzaam ondernemen betekent ook “investeren in een gezonde economie en in werkgelegenheid”. Aandacht voor werknemers en omwonenden, jongeren en ouderen en voor internationale samenwerking biedt ruimte voor een sociale en solidaire samenleving. Dit nieuwe evenwicht veronderstelt niet alleen het optimaliseren van de bestaande processen maar ook het ontdekken en implementeren van nieuwe technologieën en het toepassen van nieuwe materialen. Contact Dirk Weydts Milieuadviseur tel 09/243 82 22 gsm 0494/35 70 64
[email protected]
De markt wordt steeds meer overspoeld door goedkope importproducten waarvan we de duurzaamheid ernstig in vraag kunnen stellen. Bovendien heeft de strengere milieuwetgeving (o.a. REACH, ROHS, …) een duidelijke impact op zowel de bedrijfsvoering als het volledige productontwikkelingsproces. Om hierop een zinvol antwoord te geven, kunnen ondernemingen - behalve zich specialiseren in nichedomeinen - resoluut het thema “duurzaamheid” bespelen door producten aan te bieden waarvan op een objectieve wijze kan worden aangetoond dat zij duurzamer zijn. Eén ding is duidelijk: duurzaamheid = innovatie Om commercieel te overleven zullen textielbedrijven erin moeten slagen de toegevoegde waarde van hun lokaal geproduceerde voorwerpen te doen toenemen. Naast economische en technologische efficiëntie van een voorwerp, zullen zij meer aandacht moeten besteden aan de ecologische efficiëntie.
De Technologische adviesdienst “SUSMAT - duurzame producten” richt de aandacht daarom op “design voor duurzaamheid” (Design for environment, DfS), en meer in het bijzonder op de technologische aspecten van duurzame producten. Contact Stijn Devaere Adviseur duurzaam textiel & REACH tel 09/243 82 27 gsm 0497/43 60 77
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 7
Dienstverlening TAD Natuurlijke textielgrondstoffen
Niemand kijkt nog verrast op van de zoveelste publicatie over het gebruik van bamboe-, netel- of kokosvezels in niet-alledaagse toepassingen. Natuurlijke kleurstoffen - van oudsher toegepast in textiel – komen ook steeds meer in de belangstelling te staan. Andere natuurlijke of “bio-gebaseerde” textielgrondstoffen vinden vaak een onverwachte afzetmarkt: lijnzaadolie voor de productie van kunstharsen of verven, in de automobielindustrie worden harsen uit soja gebruikt en versterkt met hennep, houtmeel, katoen, vlas, ramee… Weekmakers op basis van suikerextracten zijn op hun beurt dan weer een ecologisch alternatief voor chemische variëteiten. Natuurlijke textielgrondstoffen krijgen een steeds grotere economische en industriële betekenis. Ze hebben een massa toepassingen die ver voorbijgaan aan de traditionele eindproducten zoals kleding, decoratiemateriaal, huishoudlinnen, meubels, verpakking… Het gebruik van natuurlijke textielgrondstoffen biedt vele, vaak technische toepassingsmogelijkheden. Deze technologische adviseerdienst behandelt Natuurlijke grondstoffen die voor textieltoepassingen industrieel verwerkt worden voor het bekomen van specifieke eigenschappen en heeft tot doel de kennis over “natuurlijke textielgrondstoffen” in de bedrijven te verhogen.
Onder natuurlijke textielgrondstoffen verstaan we de natuurlijke textielvezels (van plantaardige, dierlijke, minerale… oorsprong), de natuurlijke producten die in de ganse textielketen worden ingezet alsook de afgeleide producten: natuurlijke kleurstoffen, bio-detergenten, gommen, enzymen, natuurlijke weekmakers, rubber, lijnzaadolie, furaanharsen,…
Contact Anneke Saey Adviseur natuurlijke textielgrondstoffen tel 09/243 82 44 gsm 0496/12 87 92
[email protected]
TIS Biopolymeren - change2bio
De roep om een “Groene Economie”, die zoveel mogelijk gebruik maakt van hernieuwbare grondstoffen, klinkt steeds luider in alle geledingen van de maatschappij. Hoewel de oliegebaseerde chemie- en kunststoffenindustrie slechts een fractie vertegenwoordigt in het wereldwijde olieverbruik, is het uiterst belangrijk dat ook de kunststof-producenten en -verwerkers de ontwikkeling van hoogwaardige en duurzame grondstoffen op basis van hernieuwbare materialen maximaal ondersteunen door deze hernieuwbare grondstoffen tot volwaardige en duurzame eindproducten te ontwikkelen, die net omwille van hun eigen specifieke positieve eigenschappen worden ingezet. Deze innovatie zal niet over een nacht ijs gaan; het zal enkele tientallen jaren duren om de biogebaseerde economie tot volle ontplooiing te brengen. Daarom is het essentieel dat we nu de eerste stappen zetten in deze duurzame ontwikkeling en we op basis van accurate en goed onderbouwde informatie de betrokken sectoren stimuleren hierin het voortouw te nemen! Deze ontwikkelingen hebben bovendien een uitgesproken internationaal en sectoroverschrijdend karakter. Het kwantificeren van de “ECO” impact is op dit ogenblik een erg gevoelig punt. Als gevolg van de hype springen marketeers massaal op het “GROEN” thema waarbij vaak misleidende informatie wordt verspreid. Dit gaat zelfs zover dat de term “Green Washing” (refererend naar Brain-Washing) steeds vaker wordt gebruikt. Hernieuwbare kunststoffen: belangrijke component in de ontwikkeling van de Bio-Economie Contact Luc Ruys Research manager ‘materials’ tel 09/243 82 33 gsm 0473/711 585
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 8
Dienstverlening Milieuopleidingen
C
entexbel heeft een jarenlange en uitstekende reputatie op het vlak van bedrijfsgerichte informatiesessies en opleidingen. Twee van onze opleidingen die we in samenwerking met onze partners uit de sector organiseren gaan specifiek over milieu en geven een heel concreet antwoord op actuele problemen en vragen van de bedrijven.
STUDIENAMIDDAG
WATERPROBLEMATIEK IN DE VLAAMSE TEXTIELINDUSTRIE 7 december 2009 Poortakker Sint-Denijs-Westrem
WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VAN DE BELGISCHE TEXTIELINDUSTRIE
VME : Vorming Milieu & Energie
Waterproblematiek in de Vlaamse textielindustrie
In samenwerking met Cobot, Fedustria, de Hogeschool Gent en Unitex organiseert Centexbel sinds een twaalftal jaren een vormingscyclus voor milieucoördinatoren en -assistenten uit textiel-, hout- en meubelbedrijven.
Centexbel en Fedustria organiseren deze jaarlijkse informatiedag al meer dan een decennium lang, telkens op de tweede maandag van december. Ieder jaar vaardigt de Vlaamse regering immers voldoende nieuwe reglementen uit die van deze opleidingsdag een absolute noodzaak maken. Bedrijven hebben inderdaad behoefte aan een heldere en overzichtelijke uiteenzetting van de nieuwe wetgeving op het vlak van lozingen en bescherming van oppervlakte- en grondwater, over waterzuiveringtechnieken… Bovendien kunt u er ideeën sprokkelen via gesprekken met de experts en met collega’s uit de sector tijdens de receptie achteraf.
Milieu en rationeel energiegebruik staan hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Striktere wetgeving en technologische oplossingen verbeteren stelselmatig de milieuprestaties van de bedrijven. De milieucoördinatoren uit de productiebedrijven spelen een belangrijke rol in het optimaliseren van het energieverbruik en het verminderen van de milieu-impact. Om hierbij te helpen, biedt de jaarcyclus VME actuele informatie die maximaal aansluit op de dagelijkse praktijk in een textiel-, hout- of meubelbedrijf. Elk jaar wordt een vijftal sessies voorzien waarin zowel externe experts als deskundigen uit de sector de cursisten begeleiden. De cyclus beantwoordt aan de verplichte voortgezette opleiding 30 van uren op jaarbasis voor milieucoördinatoren. U vindt het programmaoverzicht op onze website: http://www.centexbel.be/nl/agenda/
Elk jaar worden sprekers uit de Vlaamse overheid uitgenodigd die de evoluties in het milieubeleid toelichten. We nodigen u alvast uit op 7 december 2009 vanaf 13 uur uit in de lokalen van Fedustria - Poortakker - St-DenijsWestrem. De uitnodiging met het volledige programma wordt een maand op voorhand uitgestuurd. Van zodra het programma definitief vastligt, kunt u het consulteren via onze websiteagenda: http://www.centexbel.be/nl/agenda/ Contact Ann De Grijse Opleidingen, events & publicaties tel: 09/234 82 20 e-mail:
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 9
Dienstverlening Promotie rond ecologievriendelijk produceren: veel geblaat, weinig wol?
I
n de bedrijfswereld groeit de overtuiging dat de ontwikkeling van milieuvriendelijke producten hun imago een positieve “boost” kan geven en trekken daarom heel doelbewust de eco-kaart door ecologisch verantwoorde producten in hun aanbod op te nemen. In de textielsector is deze bio-, eco- en groentrend bijzonder duidelijk zichtbaar door de grote groep bio-, eco- en groene labels die op de eindproducten worden gekleefd, genaaid of vastgepind. Enerzijds vraagt de milieubewuste consument om een ecologische kwaliteitsgarantie, anderzijds wil de Europese textielmarkt zich onderscheiden van de massaproductie door textielreuzen zoals China, Turkije en India. De textielsector wordt ondertussen overspoeld door een gigantisch aanbod verschillende labels (productlabels, milieulabels, kwaliteitslabels, sociale labels, …). Consumenten worden overdonderd door de massa labels, zowel door de betrouwbare als door labels van een eerder bedenkelijk allooi. Helaas dreigen ze in dit overaanbod het noorden te verliezen en af te haken. Hoe kunnen we in deze wildgroei de goede en ernstige (eco-)labels nog herkennen? Naast de noodzaak dat de consument het label vlot herkent en onmiddellijk kan begrijpen, moet een goed label voldoen aan volgende criteria: 1.
Officiële labels
• beheerd door de overheid • controle door een externe, onafhankelijke, (doorgaans) geaccrediteerde organisatie • vb: Het Europees ecolabel
Private, collectieve labels
• beheerd door industriële sector, beroepsvereniging of
onafhankelijke vereniging (bvb NGO) controle door externe, onafhankelijke, (doorgaans) geaccrediteerde organisaties • vb: Oekotex 100, Made in Green, Proof of trust by Centexbel
RELEVANTIE: de problematiek die het label behandelt • moet relevant zijn voor de consumenten en/of bedrijven
2.
DUIDELIJKHEID: consumenten waarover het gaat
3.
TOEGANKELIJKHEID:
moeten
begrijpen
zowel voor bedrijven als voor
consumenten
4.
Een goed label steunt dus op een reeks criteria die strenger zijn dan de geldende wetgeving en die bovendien controleerbaar zijn. De controle wordt door een onafhankelijke controleorganisatie, die voor deze specifieke controle erkend (geaccrediteerd) is uitgevoerd. De organisatie die het label beheert, is transparant. Alle informatie over de criteria en lastenboeken is openbaar en kan op een eenvoudige manier worden opgevraagd. Tenslotte worden de criteria bij voorkeur ontwikkeld in samenspraak met alle betrokken partijen of stakeholders (producenten en/of sectororganisaties, consumentenorganisaties, vakbonden en NGO’s). Om een onderscheid te kunnen maken tussen labels waarbij geaccrediteerde testen worden uitgevoerd en waar er dus met andere woorden een onafhankelijke controle is, worden labels ingedeeld volgens onderstaande criteria.
FINANCIËLE HAALBAARHEID:
zowel voor bedrijven als
voor consumenten
Private, individuele, gecontroleerde labels
• in het leven geroepen door een fabrikant of een distributeur
• controle door externe, onafhankelijke, (doorgaans) geaccrediteerde organisaties
5. INVLOED/EFFECT: hebben ze een positieve invloed op • vb: We C&ARE de problematiek
6.
BETROUWBAARHEID:
consumenten, bedrijven begunstigden moeten er vertrouwen in hebben
Private, individuele, niet-gecontroleerde labels en
• in
het leven geroepen door een fabrikant of een distributeur en blijven zijn exclusieve verantwoordelijkheid • geen externe en onafhankelijke controle Contact Stijn Devaere Adviseur duurzaam textiel & REACH tel 09/243 82 27 gsm 0497/43 60 77
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 10
Dienstverlening
Hoe goed scoort uw bedrijf op het gebied van milieuzorg? ...
B
edrijven zijn er zich steeds meer van bewust dat milieuzorg een belangrijk onderdeel is van het bedrijfsbeleid. Daarom beslissen ze dikwijls om op vrijwillige basis een doorlichting of milieu-audit te laten uitvoeren om een beter beeld te krijgen van de milieubelasting die hun activiteiten veroorzaken en van de manier waarop ze dit beter kunnen beheren/beheersen. Centexbel helpt u hierbij via milieuconformiteitsaudits en begeleidt uw bedrijf bij de voorbereiding van milieucertificaten zoals ISO 14001, EMAS en Oeko-Tex 1000. Deze dienstverlening komt bovendien in aanmerking voor regionale subsidies via de kmo-portefeuille. Tijdens de milieuconformiteitsaudit brengt de milieuauditor van Centexbel de milieuaspecten van de verschillende activiteiten van uw bedrijf in kaart en toont hij eveneens aan waar de praktijk afwijkt van wat de milieuwetgeving en -normen voorschrijven.
2. UITVOERING De auditor analyseert alle relevante documenten en milieuaspecten waarbij hij rekening houdt met de resultaten van vroegere milieudoorlichtingen zoals bodemonderzoek, asbestinventaris, milieueffectenrapporten, veiligheidsrapporten, jaarverslagen milieucoördinator, verslagen van ISO audits...
Inventaris van de bedrijfsactiviteiten Omdat ook de bedrijfsactiviteiten uit het verleden een belangrijke impact op het milieu kunnen hebben, houdt de auditor rekening met zowel de huidige als vroegere milieuvergunningen. Tijdens de milieu-audit worden alle lopende vergunningen in kaart gebracht, zoals basisvergunning met alle mogelijke uitbreidingen en aanpassingen, bouwvergunningen, vergunningen voor waterwinning of captatie van oppervlaktewater. Uit de oudere vergunningen wordt de milieu-impact van vroegere bedrijfsactiviteiten achterhaald.
Beoordeling vergunningen en vergunningsvoorwaarden Een milieu-audit verloopt in drie fasen:
1. PLANNING In deze fase maakt de milieuauditor een grondige analyse van alle activiteiten van het bedrijf via gesprekken met onder andere de milieucoördinator en via bedrijfsbezoeken. Hij gaat zeer nauwkeurig de verschillende locaties na waar de bedrijfsactiviteiten plaatsvinden en waar eventuele milieurisico’s geïdentificeerd kunnen worden. De auditor stelt een lijst op van alle documenten (zoals vergunningen, verslag van bodemonderzoek, van milieuinspecties, emissiemetingen…) die het bedrijf moet voorbereiden.
Een milieu-audit gaat na of voor elke vergunningsplichtige activiteit (Volgens het Vlarem- reglement) een aangepaste vergunning beschikbaar is. Via interviews (milieucoördinator/ milieuverantwoordelijke) bestudeert de auditor de knelpunten op het vlak van vergunningsvoorwaarden en de milieuwetgeving. Alle voorwaarden (algemene, sectorgebonden en bijzondere) worden onder de loep genomen, waarbij gebruik gemaakt kan worden van de activiteitenverslagen van de milieucoördinator, het klachtenregister, de verslagen van de milieu-inspectie en metingen verricht door of ten behoeve van diverse milieu-instanties. Eventuele sectorstudies worden als een belangrijk hulpmiddel beschouwd.
Centexbel INFO 8-2009 p. 11
Dienstverlening
... De milieu-audit brengt uitsluitsel! Milieu-impact bedrijfsactiviteiten
3. RAPPORTERING
De auditor verifieert de impact van de huidige en vroegere bedrijfsactiviteiten op de verschillende milieucompartimenten, aan de hand van milieumetingen, keuringsverslagen, toetsing als best Beschikbare Technieken…:
Alle resultaten worden in een overzichtelijk rapport genoteerd.
• bodem (bv. risico op bodemverontreiniging in de nabijheid van een ondergrondse opslagtank)
• afval • water (bv. overschrijding van een bepaalde norm • • • • • •
vastgelegd in de vergunning) lucht omgeving geluid geur ozonafbrekende stoffen externe veiligheid…
Proactieve bedrijven hebben dikwijls al metingen en analyses verricht zonder dat van een wettelijke verplichting sprake was (bijvoorbeeld bodem- en grondwateronderzoek, metingen van afvalwaterlozingen en luchtemissies, akoestisch onderzoek, ...).
Analyse milieuaangiften Ten behoeve van diverse milieu-instanties wordt periodieke milieu-informatie verstrekt. In het kader van een milieuaudit geven de verschillende milieuaangiften aanvullende informatie en duiden ze mogelijke knelpunten aan op het vlak van afval, emissies en watergebruik. In Vlaanderen worden deze deelrapporten samengevoegd tot een integraal milieujaarverslag.
Een milieuconformiteitsaudit is een basisdocument dat wordt gebruikt ter voorbereiding van een ISO 14001-certificatie, het behalen van milieulabels zoals Oeko-Tex 1000, Made in Green, …en om de bedrijfsvoering voortdurend te verbeteren. Uit de milieuconformiteitsaudit kan een lijst gedistilleerd worden van mogelijke verbeteracties, van maatregelen om aan de wettelijke en andere eisen te voldoen en van aanbevelingen. Al deze acties vormen een eerste stap in het proces van voortdurende verbeteringen in het kader van een milieumanagementsysteem. Contact Dirk Weydts Milieuadviseur tel 09/243 82 22 gsm 0494/35 70 64
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 12
Dienstverlening De Milieufax: een onmisbaar maandblad voor de Vlaamse textielindustrie!
MILIEUFAX M
et de Milieufax bieden CENTEXBEL en FEDUSTRIA u iedere maand een boeiende reeks artikels rond milieu en milieuwetgeving gericht op de Vlaamse textielbedrijven. Elke maand verzamelen we actuele en diepgaande informatie over de verschillende aspecten van het milieubeleid, zoals de waterproblematiek in de textielsector (waterbevoorrading, lozingen), luchtemissies en geur, gevaarlijke stoffen (o.m. REACH en GHS), energie, afvalstoffen, recente milieuwetgeving, ... De artikels in de Milieufax behandelen zowel de nieuwe wetgeving als wetenschappelijke inzichten en resultaten van studiedagen en colloquia.
Het unieke aan de Milieufax van CENTEXBEL en FEDUSTRIA is dat we u niet overrompelen met informatie die niet direct van toepassing is op de textielbedrijven maar dat we u in een paar artikels een handig overzicht bieden van uitsluitend relevante milieu-informatie. U spaart hierdoor heel wat tijd uit terwijl u perfect op de hoogte blijft van alle milieureglementeringen en nieuwe wetenschappelijke inzichten die u helpen uw bedrijf nog efficiënter te leiden. En laat u niet misleiden door de naam: sinds jaren kunt u de fax ook elektronisch in uw mailbox ontvangen wat energie, inkt en papier bespaart ! Geïnteresseerd in een abonnement? http://www.centexbel.be/nl/publicaties Contact Ann De Grijse Opleidingen, events & publicaties tel 09/243 82 20
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 13
Testen
Centexbel bepaalt PFOS/PFOA op zeer laag detectieniveau
D
e stoffen PFOS (perfluoroctaansulfonaat) en PFOA (perfluoroctaanzuur) zijn kunstmatig gesynthetiseerde fluorverbindingen die in de omgeving terechtkomen. Ze komen voor in verschillende soorten materialen en zijn giftig voor het milieu.
De Europese industrie maakt al enkele jaren geen producten meer die hoge concentraties PFOS bevatten. Bij producten van buiten Europa bestaat wel een risico voor gebruik van PFOS. Daarom testen we deze producten op de aanwezigheid van perfluorsulfonaten.
PFOS werd vaak toegepast in textiel, papier, microchips, blusschuim en hydraulische vloeistoffen en in de luchtvaart wegens zijn uitstekende vuil- en waterafstotende eigenschappen. Omdat PFOA een gelijkaardige chemische structuur heeft als PFOS staat deze verbinding eveneens ter discussie en wordt ze vaak, samen met PFOS, opgespoord.
Omwille van de gevaren van deze gefluoreerde verbindingen heeft ook Oeko-Tex® recent een wijziging doorgevoerd in het Oeko-Tex® standaard 100 certificaat.
Omdat deze stoffen zowat overal ter wereld worden teruggevonden (poolgebieden, China, VS, EU), vermoedt men dat ze zowel via de lucht als het water worden verspreid. Door contact met verbruiksgoederen wordt de mens eveneens aan deze stoffen worden blootgesteld. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) kwam in juli 2002 tot de conclusie dat perfluoroctaansulfonaten (PFOS) persistent, bioaccumulerend en toxisch zijn voor zoogdiersoorten en daarom aanleiding tot bezorgdheid geven. Deze stoffen bezitten eigenschappen waardoor ze grote risico’s kunnen vormen voor de volksgezondheid en het milieu. De Europese Commissie heeft op basis van de richtlijn 2006/122/EG besloten de afzet van PFOS in Europa zeer sterk terug te dringen. Deze richtlijn bepaalt bv. voor textiel dat perfluoroctaansulfonaten niet op de markt mogen worden gebracht in halffabrikaten of artikelen of delen ervan wanneer de PFOS-concentratie 0,1 massaprocent of meer bedraagt. Dit betekent voor textiel dat de hoeveelheid PFOS beperkt moet worden tot maximaal 1 µg/m². Er wordt ook aangeraden het gebruik van perfluoroctaanzuur (PFOA) te verminderen zodra er veiligere alternatieve stoffen, die economisch en technisch haalbaar zijn, beschikbaar zijn.
LC/MS data-analyse van een PFOS standaard van 20 ppb (parts per billion)
Sinds 2009 zijn PFOS en PFOA opgenomen in de lijst van verboden producten. De grenswaarde voor PFOS werd vastgelegd op 1 µg/m² en voor PFOA, afhankelijk van de productklasse, op 0,1-1,0 mg/kg. De aanwezigheid van PFOS/PFOA wordt enkel bepaald op materialen met een olie- en waterafstotende finish en op gecoate materialen. Deze bepalingsprocedure heeft te maken met de invoering van de Europese richtlijn sinds 2006.
Centexbel heeft een methode ontwikkeld om zowel PFOS als PFOA kwantitatief te bepalen op een zeer laag detectieniveau. Deze Centexbel methode bestaat uit
• een extractieprocedure en • een LC/MS-analyse en wordt uitgevoerd op een Agilent 1100 HPLC toestel gekoppeld aan een Bruker Esquire 6000 Ion Trap massaspectrometer. Contact: David Van de Vyver Onderzoeker tel 09/243 82 72
[email protected]
PFOS 3D voorstelling - Wikipedia
Centexbel INFO 8-2009 p. 14
Testen
Expertise en krachtige analysetoestellen om zware metalen in textiel snel en precies te bepalen
Z
owel tijdens de productontwikkelingsfase als tijdens de volledige levenscyclus van textiel is het noodzakelijk exact te kunnen achterhalen welke chemische elementen het bevat. Bovendien gelden hele strenge normen op het vlak van de toxiciteit van bepaalde additieven en is het gebruik van zware metalen aan heel lage minima onderworpen.
Massaspectrometer1
Röntgenfluorescentiespectrometrie2 (XRF)
Een ander opmerkelijk toestel waarover Centexbel beschikt is het micro X-stralen Fluorescentie apparaat (µXRF), Edax Orbis PC µXRF. Naast een snelle niet-destructieve en semikwantitatieve bepaling van elementen van natrium tot uranium kunnen we op dit toestel innovatieve analysetechnieken toepassen:
• meten met drie optieken (30µm 2mm) en diverse filters
Om de aanwezigheid van zware metalen heel snel en • niet-destructieve foutenanalyse met een meetspot van nauwkeurig te achterhalen beschikt Centexbel over een geavanceerd analysetoestel, de ICAP 6500 inductief gekoppeld plasma spectrometer, waarmee we snel zowel de klassieke elementen kunnen detecteren als de aanwezigheid van kwik kunnen screenen. Het toestel is uitgerust met een hydridenmodule om de aanwezigheid van kwik (Hg), arsenicum (As) en seleen (Se) te bepalen.
Het ICP-toestel biedt de mogelijkheid uiteenlopende concentraties aan elementen die eigen zijn aan textiel te meten (van functioneel additief tot sporenverontreiniging). Om dit te kunnen uitvoeren moet het staal vloeibaar gemaakt worden zodat het toestel het kan opzuigen. Hiervoor beschikt Centexbel over een geautomatiseerd microgolfsysteem (Millestone Ethos 1) om het textiel te mineraliseren ter voorbereiding van de ICP-metingen waarmee we onder andere het gehalte aan Ag (zilver = biocide), P (fosfor = brandwerend), Pb (lood) … kunnen bepalen.
1 Een massaspectrometer is gebaseerd op het eenvoudige feit dat de verschillende chemische producten verschillende massa's hebben, en dit is wat bepaalt welke chemische producten in een steekproef aanwezig zijn.
De röntgenfluorescentiespectrometrie (vaak aangeduid met het uit het Engels afgeleide acroniem XRF) is een techniek uit de analytische scheikunde waarbij de samenstelling van een monster uit chemische elementen wordt bepaald. In de röntgenfluorescentiespectrometrie wordt het monster (vast of vloeibaar) bestraald met harde röntgenstraling. Het monster zendt dan bij langere golflengte röntgenstraling uit die karakteristiek is voor de elementen die in het monster zitten. De techniek is niet destructief: het monster wordt normaal gesproken niet aangetast door de analyse. 2
30 µm (policapillaire lens)
• mapping van elementen op oneffen oppervlakken • genereren van grafische overlaps
Beide technieken vullen elkaar uitstekend aan:
• de µXRF geeft snel semikwantitatieve informatie over meer elementen dan de ICP
• met de microgolf in combinatie met de ICP kunnen we
heel exact gehaltes bepalen op volledige stalen of op gedeeltes ervan die we na screening met het XRFtoestel hebben geselecteerd.
Dankzij deze krachtige en precieze toestellen en de expertise van onze medewerkers kunnen wij u snel uiterst betrouwbare informatie verschaffen over de chemische samenstelling van al uw textielproducten. Contact Isabel De Schrijver Onderzoeker tel 09/243 82 35
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 15
Testen
Centexbel ontwikkelt “zeer zorgwekkende stoffen” testpakket
T
oon aan dat uw voorwerpen geen zeer zorgwekkende stoffen bevatten (SVHC, Substances of Very High Concern) en u volop gaat voor REACH conformiteit.
Centexbel heeft een testpakket samengesteld om uw producten te analyseren op de aanwezigheid van de zeer zorgwekkende stoffen, zoals die in REACH wetgeving worden gedefinieerd. Op basis van deze analyse kunnen producenten, loonveredelaars, importeurs, retailers en brands (merken) voldoen aan de REACH SVHC verplichtingen.
Uitdaging : Het Europees Chemieagentschap (ECHA) heeft op 28 oktober 2008 de eerste 15 zeer zorgwekkende (chemische) stoffen op de kandidaatlijst voor autorisatie geplaatst. Voor eind 2009 wordt een tweede uitbreiding verwacht. Vanaf dat moment moet elk bedrijf de aanwezigheid van één van deze stoffen, in een concentratie hoger dan 0,1 gewichtsprocent, in zijn producten (bijvoorbeeld meubelstoffen, tapijten, zetels, …) melden aan zijn professionele klanten. Deze informatieplicht geldt eveneens ten opzichte van de eindconsument, maar enkel op vraag van deze consument. In dit specifieke geval moet hij de informatie binnen de 45 dagen na het verzoek kunnen doorgeven. Ook bedrijven die goederen van buiten Europa importeren om deze vervolgens op de Europese markt te brengen kennen deze verplichtingen. Omdat de kandidaatlijst regelmatig zal worden geactualiseerd (2x per jaar), wordt verwacht dat het aantal opgenomen stoffen zeer snel zal toenemen. Dit zal de controle op voorwerpen (bijv. bij import) steeds moeilijker en onoverzichtelijker maken. De huidige lijst van 15 zeer zorgwekkende stoffen telt nu al een aantal stoffen met eventuele textieltoepassingen (Hexabromocyclododecane (HBCDD): vlamvertrager; Benzyl butyl phthalate, Bis (2-ethyl(hexyl)phthalate) (DEHP), Dibutyl phthalate: PVC weekmakers; Cobalt dichloride: in kleurstoffen…).
Oplossing : Voor bedrijven die hun textielproducten willen checken op de aanwezigheid van zeer zorgwekkende stoffen (SVHC) in overeenstemming met de REACH-eisen en dus streven naar REACH-conformiteit, heeft Centexbel een testprogramma ontwikkeld voor de evaluatie van zowel preparaten als voorwerpen.
• deze test is ontworpen en beperkt tot het detecteren van zeer zorgwekkende stoffen (zoals gepubliceerd in bijlage XIV / kandidaatlijst van het Europees Agentschap voor Chemische stoffen) • deze test is beschikbaar voor voorwerpen en preparaten
Waaruit bestaat dit testprogramma ? Er worden twee screeningtesten uitgevoerd:
• een thermische extractie bij 120°C om de aanwezigheid van organische verbindingen na te gaan
• een X-stralen Fluorescentie-meting (XRF) om het gehalte aan zware metalen (bv Co, As,…), en/of halogenen (Cl, Br,…) te bepalen
Op basis van deze resultaten kan besloten worden of er componenten van de lijst van zeer zorgwekkende stoffen (SHVC) aanwezig zijn. Indien het gehalte dient afgepast te worden ten opzichte van de 0,1 gewichtsprocent grens (bv om te weten of het gemeld moet worden aan de professionele klanten) kan in sommige gevallen een exacte bepaling van het gehalte van de producten nodig zijn. Vrijwel het enige voorkomende geval betreft de ftalaatweekmakers. In dat geval wordt een kwantitatieve extractie van de weekmakers uit de matrix uitgevoerd gevolgd door een dosering op GCMS (gaschromatografie massaspectrometrie).
Contact Stijn Devaere Adviseur duurzaam textiel & REACH tel 09/243 82 27 gsm 0497/43 60 77
[email protected]
gaschromatografie massaspectrometrie
Centexbel INFO 8-2009 p. 16
Testen
Bepaling van ftalaten
F
talaten zijn esters van ftaalzuur en worden vaak ingezet als weekmakers. Deze chemicaliën worden al ongeveer vijftig jaar gebruikt, vooral om polyvinylchloride (PVC) zacht en flexibel te maken (90 % van de ftalaatproductie in Europa) waardoor PVC in een groeiend aantal toepassingen kon worden ingezet.
De EU heeft een grondige risicobeoordeling uitgevoerd voor het gebruik van ftalaten. Op basis van deze studie heeft de EU in 2005 een richtlijn opgesteld (2005/84/ EC) die het gebruik van drie ftalaten in speelgoed en kinderverzorgingsartikelen verbiedt:
• di-(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) met CAS nr. 117-81-7 • di-n-butylftalaat (DBP) met CAS nr. 84-74-2 Niet alle ftalaten worden gebruikt als weekmaker in • butylbenzylftalaat (BBP) met CAS nr. 85-68-7 PVC. Door hun eigenschappen komen ze ook voor in cosmeticaproducten, lijmen, verven …
De ftalaten verhogen de toegevoegde waarde van de eindproducten omwille van hun flexibiliteit, duurzaamheid en lage kostprijs. Door hun veelvuldig gebruik in allerlei dagelijkse producten is er heel wat onderzoek gebeurd naar de mogelijke impact ervan op de gezondheid en het milieu. Aangezien de ftalaten niet chemisch gebonden zijn aan de eindproducten komen ze nadien gemakkelijk vrij in het milieu, waar ze worden afgebroken door verschillende mechanismen zoals biodegradatie. Daarom zijn deze stoffen gewoonlijk niet persistent in de omgeving.
Daarenboven mogen ook DINP, DIDP, DNOP niet verwerkt worden in speelgoed en kinderverzorgingsartikelen die met de mond in aanraking kunnen komen.
• di-isononylftalaat (DINP) met CAS nr. 28553-12-0 • di-isodecylftalaat (DIDP) met CAS nr. 26761-40-0 • di-n-octylftalaat (DNOP) met CAS nr. 117-84-0 De lidstaten van de Europese Unie zijn sinds 16 januari 2007 verplicht deze regels na te leven. Oeko-Tex® 100 legt bepaalde voorwaarden op met betrekking tot het gebruik van ftalaten. In gecoate materialen, plastisol prints, flexibele schuimen en accessoires uit kunststof mag de som van de ftalaten DINP, DNOP, DEHP, DIDP, BBP, DBP voor productklasse I (babyartikelen) niet hoger zijn dan 0,1 massaprocent. Voor productklassen II tot en met IV mag de som van ftalaten DEHP, BBP, DBP niet hoger zijn dan 0,1 massaprocent. Centexbel beschikt over de juiste kennis en de technologie (GC/MS) om producten te testen op aanwezigheid van ftalaten. In het chemische laboratorium van Centexbel bepalen we bovendien de aanwezigheid van verschillende andere ftalaten, zoals dimethylftalaat, dibenzylftalaat, dicyclohexylftalaat, diethylftalaat, diisobutylftalaat … Contact: David Van de Vyver Onderzoeker tel 09/243 82 72
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 17
Eco-vriendelijke textielbehandelingen Emerging technieken en andere interessante technologieën
O
p dit ogenblik nemen technisch en interieurtextiel 60% van de totale Belgische textielproductie in. Deze producten die hoofdzakelijk gericht zijn op de exportmarkt, zoals matrasbekledingsstoffen, meubelstoffen, tapijten, zeildoeken, beschermende kleding, medisch textiel… worden gecoat of gelamineerd. Door het textieloppervlak te behandelen worden de eigenschappen gewijzigd en de coating geeft het oppervlak een extra functionaliteit zoals een brandvertragend, antistatisch of antimicrobieel effect. De conventionele coatingtechnieken bestaan vooral uit watergebaseerde of (organisch) soventgebaseerde formuleringen die in een thermische oven worden uitgehard. Deze formuleringen resulteren in een uitstekende, duurzame coating, maar tegelijkertijd verbruiken ze ontzettend veel energie. Bovendien komen er bij de formuleringen op basis van organisch solvent een groot aantal vluchtige organische stoffen (VOS) vrij die door middel van een naverbrandingsinstallatie verwijderd moeten worden.
De concurrentie uit lagelonenlanden, de stijgende energieen grondstofprijzen en de strenge milieuwetgeving dwingen de coatingbedrijven uit te kijken naar oplossingen op het vlak van
• kostenefficiëntie
lager energieverbruik en minder afval
• innovatie
zoals uitbreiding van marktsegmenten door nieuwe producten
De laatste jaren is de interesse in milieuvriendelijke, kostenefficiënte textielbehandelingen sterk gegroeid. In de volgende artikels gaan we daarom in detail in op drie interessante technieken, waarover Centexbel zijn expertise en industriële dienstverlening stelselmatig uitbreidt: • plasmabehandeling • uv-uitharding • hotmelt Deze drie technieken die een ecologische en economische meerwaarde voor de textielindustrie bieden worden hieronder uitvoerig besproken.
Plasmabehandelingen
O
mdat (atmosferische druk) plasmabehandeling een economisch en ecologisch elegant alternatief is voor de traditionele veredelingsprocessen, wordt ze steeds meer toegepast om textielmateriaal te functionaliseren. Een plasmabehandeling kan plaatsvinden op het einde van het productieproces (bv. bij het aanbrengen van een antibacteriële laag) of als tussenstap (bv. om textiel te activeren voor een betere adhesie).
Maar wat is plasma nu eigenlijk?
Om dit uit te leggen vertrekken we vanuit een gas. Een gas bestaat uit verschillende moleculen en/of atomen die elektrisch neutraal zijn. Een molecule of een atoom bestaat uit een kern met een aantal elektronen errond. Deze elektronen zijn negatief geladen en zitten “vast” aan de kern. Door energie toe te voegen kunnen de elektronen losgemaakt worden van de moleculen/atomen. Deze positief geladen moleculen/atomen worden dan “ionen” genoemd. Als dit gebeurt, dan bestaat het gas niet langer uitsluitend uit neutrale deeltjes maar ook uit elektrisch geladen deeltjes: de negatieve elektronen en de positieve ionen (zie figuur). In dit geval spreken we van een plasma.
Schematische voorstelling van het onderscheid tussen een gas (links) en een plasma (rechts).
Centexbel INFO 8-2009 p. 18
Eco-vriendelijke textielbehandelingen Plasmabehandelingen (vervolg) Een plasma wordt opgewekt onder verlaagde druk (vacuümplasma) of atmosferische druk. Voor een vacuümplasma heeft men een afgesloten reactorkamer nodig die via vacuümpompen naar een voldoende lage druk gepompt wordt waarna het procesgas wordt toegevoegd. Al naargelang de toepassing wordt enkel een inert gas gebruikt (bv. argon, stikstof) of een inert gas in combinatie met een reactiever gas (bv. zuurstof). Bij atmosferisch plasma maakt men een onderscheid tussen een “open” plasma (op basis van lucht) en een plasma in een “gecontroleerde omgeving”. In dat laatste geval heeft men opnieuw nood aan een procesgas, typisch stikstof. Een reactorkamer is hier meestal niet strikt noodzakelijk.
Voordelen & (tijdelijke) nadelen: Plasmabehandeling is een “droge” techniek is zodat flink bespaard kan worden op zowel het waterverbruik als op het energieverbruik omdat drogen overbodig wordt. Bovendien komt het probleem van het resterende chemicaliënbad te vervallen. Plasmabronnen zijn meestal vrij compact en eenvoudig in-line te plaatsen. Een nadeel is dat het plasmabehandelingsproces onder verlaagde druk moet plaatstvinden met hoge investerings- en proceskosten tot gevolg. Met uitzondering van coronabehandeling, waarmee enkel oppervlakactivatie mogelijk is, was dit tot voor kort inderdaad het geval. Recente technologische ontwikkelingen maken het nu mogelijk ook een meer intense plasmabehandeling uit te voeren onder atmosferische druk. Bovendien zijn er belangrijke technologische ontwikkelingen om precursoren aan atmosferische plasma’s toe te voegen. Een ander belangrijk knelpunt zijn de beperkte lijnsnelheden die behaald kunnen worden: van enkele meters tot enkele tientallen meters per minuut. Recente technologische ontwikkelingen, gecombineerd met de nood aan steeds efficiëntere processen voor een groeiend aantal specifieke functionalisaties van textielmaterialen, zullen ervoor zorgen dat plasmabehandeling in de nabije toekomst als de meest geschikte procestechniek zal worden gekozen voor bepaalde (in eerste instantie niche) toepassingen.
Een plasmabehandeling stelt het te behandelen materiaal (het substraat) bloot aan (hoog energetische) elektronen, ionen, geactiveerde deeltjes en UV straling waardoor volgende ingrepen mogelijk worden:
• etsen: verwijderen van materiaal van het substraat.
• • • • • •
•
Zowel chemisch als fysisch etsen is mogelijk waardoor de oppervlakruwheid wordt verhoogd. (vooral bij vacuümplasma) implantatie: er kunnen ionen worden geïmplanteerd (enkel bij vacuümplasma) vernetting: het oppervlak van een polymeer kan worden vernet (cross-linking). verkapping: door de interactie met het plasma kunnen lange polymeerketens opgebroken worden reiniging: verwijderen van deeltjes met een laag moleculair gewicht onder invloed van de plasmabehandeling oxidatie: door het plasma worden zuurstofdeeltjes geactiveerd, die aanleiding geven tot de vorming van hydroxyl of carbonyl groepen in de polymeerketen. grafting: als een precursor wordt toegevoegd aan het plasma (als gas of vloeistof) kan dit vastgehecht worden op het substraat. Men spreekt van grafting als enkel de chemische eigenschappen van het substraat veranderen. depositie (coating): door het toevoegen van een precursor aan het plasma, kan een laag afgezet worden op het substraat. Men spreekt van depositie als zowel de chemische als de fysische eigenschappen van het substraat veranderen.
Deze basisprocessen zorgen ervoor dat de oppervlakeigenschappen van het textielmateriaal grondig kunnen veranderen met als belangrijkste toepassingen:
• aanpassen van het hydrofiel, hydrofoob of oleofoob • • • • • • • •
karakter van het substraat verbeterde aanverfbaarheid, bedrukbaarheid verbeterde adhesie aanbrengen van producten met antibacteriële werking geleidbaarheid aanpassen sterilisatie aanbrengen van brandvertragende finish antikrimp behandeling van wol ontsterken van katoen
Contact Guy Buyle Onderzoeker tel 09/243 82 53
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 19
Eco-vriendelijke textielbehandelingen Coaten met uv-uitharding
B
ij deze techniek wordt de coatinglaag uitgehard onder invloed van ultraviolette straling. Ultraviolette straling is een elektromagnetische straling met golflengtes van 1 tot 400 nanometer. Volgens de golflengte wordt een onderscheid gemaakt tussen uv A (200-400 nm), uv B(280-320 nm) en uv C (< 280 nm) straling. Om de oppervlakte te behandelen kan de straling uit de drie gebieden worden aangewend. Een uv-coating formulering bevat naast oligomeren (bv. epoxyacrylaat, urethaanacrylaat …), ook monomeren én een fotoinitiator. De fotoinitiator wordt door het UV gesplitst in twee reactieve delen die de grondstoffen met elkaar laten polymeriseren en een driedimensionaal netwerk vormen waardoor de formulering in enkele seconden uithardt. Op dit ogenblik worden al verbindingen geproduceerd die onder invloed van zichtbaar licht uit elkaar vallen.
Milieuvoordelen:
• uv-formuleringen bevatten weinig of geen VOS die kunnen vrijkomen tijdens of na het uitharden
• laag energieverbruik • zeer korte uithardingstijd • uv-formuleringen harden zonder uv-licht niet uit
zodat het risico op viscositeitveranderingen tijdens machinestilstanden vrijwel uit te sluiten valt • formuleringen zijn niet ontvlambaar • lage werkingstemperatuur zodat warmtegevoelige substraten zoals polyolefines kunnen worden gecoat • uv-lampen zijn klein zodat ze gemakkelijk in bestaande coatinglijnen ingebracht kunnen worden • een uv-toestel is goedkoper en compacter dan een klassiek spanraam. De invoering van de Europese richtlijn REACH en de CO2-doelstellingen dwingen bedrijven milieubelastende producten en productieprocessen terug te dringen of drastisch te veranderen. De introductie van deze technologie biedt één van de mogelijkheden om duurzame producten met duurzame processen te ontwikkelen.
Water/solventverbruik De uv-technologie maakt gebruik van twee types formuleringen: • honderdprocentsystemen waaraan geen solvent wordt toegevoegd. Indien het oligomeer een te hoge viscositeit heeft kan het toevoegen van een monofunctioneel monomeer (verdunner) de viscositeit tot het juiste niveau terugbrengen. • watergebaseerde systemen waaraan water wordt toegevoegd in een lager gewichtspercentage dan bij de klassieke coatingtechnologie.
Beide systemen zorgen voor een drastische verlaging van het solvent/waterverbruik tijdens het productieproces.
Energieverbruik Verschillende ecoanalyses tonen aan dat de uv-technologie (honderdprocentsystemen en watergebaseerde formuleringen) het gemiddelde energieverbruik van gas en elektriciteit zeer sterk doet dalen.
Uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) In de coatingindustrie genieten solventgebaseerde systemen, omwille van hun betere filmkwaliteit, vaak nog de voorkeur. Deze systemen kunnen tot 40 gewichtsprocent organische oplosmiddelen zoals MEK, tolueen, xyleen … bevatten en zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de VOSuitstoot. Een solventgebaseerd systeem moet daarom gecombineerd worden met een thermische naverbranding waardoor de verontreinigingen met zuurstof geoxideerd worden tot CO2, H2O, N2, SOx, HCl … Het gebruik van uv-systemen zorgt voor een daling van de VOS-uitstoot met gemiddeld 88%. De ontwikkeling van de stralingshardende uv-technologie gaat samen met een nieuwe generatie solventvrije uvbasisproducten.
Nodelen Uiteraard heeft deze technologie ook enkele nadelen, zoals de kostprijs van de producten, het risico van irritaties van de huid en ogen door de aanwezigheid van monomeren, het risico van brandwonden door de uv-straling en de kans op ozongeneratie. Een professioneel gebruik van de technologie kan deze nadelen sterk terugdringen. Het maatschappelijk kader om te investeren in duurzame technologieën is de jongste jaren verbreed. Deze tendens vinden we terug in het groeiende marktaandeel van stralingshardende producten tussen 2002 en 2007. Niet alleen de industrie raakt stilaan overtuigd van de voordelen, ook de politiek doet enorme inspanningen om milieuvriendelijk produceren te stimuleren. Er wordt tijd en geld geïnvesteerd in onderzoek naar milieuvriendelijke processen, onder meer om de Kyotonorm te halen. Ook de invoering van de REACH-richtlijn op Europees niveau moedigt de industrie aan over te schakelen op eco-efficiënte technieken. Contact: David Van de Vyver Onderzoeker tel 09/243 82 72
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 20
Eco-vriendelijke textielbehandelingen Hotmelts voor textiel
H
otmelts zijn 100% polymeersystemen die vanuit smelt op een substraat kunnen worden aangebracht. Op de markt worden producten aangeboden die zowel qua vorm (poeder, granulaat, smeltblok) als qua chemische samenstelling (PES, PA, EVA, PU ...) variëren.
Economische, ecologische en andere voordelen • minder energie: omdat gebruik wordt gemaakt van
Thermoplastische polymeren en Reactieve polymeren In functie van hun uithardingsmechanisme, worden ze in twee verschillende categorieën onderverdeeld: • niet-reactieve thermoplastische hotmelts met uitharding via afkoeling zoals co-PO (polyolefine), co-PES (polyester), co-PA (polyamide), co-EVA (ethyleenvinylacetaat) … • reactieve hotmelts met uitharding via reactie met vocht, UV …, zoals vochtuithardende polyurethanen, vochtuithardende polyolefines, vocht¬uithardende siliconensystemen, UV-uithardende (metha)acrylaten De niet-reactieve thermoplastische polymeren zijn vloeibaar bij hoge temperatuur en worden vast bij kamertemperatuur. Dit is een omkeerbaar proces, waardoor de hechting textiel/polymeer wordt verbroken indien het gecoat (of gelamineerd) textiel terug wordt opgewarmd boven het smeltpunt van het gebruikte polymeer. De hoogte van het smeltpunt wordt bepaald door de chemische samenstelling van het polymeer. Wanneer hoge eisen worden gesteld aan de duurzaamheid (bv. temperatuursbestendigheid) van de hechting, worden reactieve hotmelts gebruikt, waar in tegenstelling met de niet-reactieve hotmelts een reactie met het substraat en/of een vernetting van de polymeermassa optreedt na applicatie. Deze reactie en/of vernetting gebeurt, afhankelijk van het toegepaste polymeer, onder invloed van vocht of UV licht. Bij reactieve polymeren moet het polymeer vooraf opgesmolten worden in een van de lucht afgesloten “vatsmelter” (= “Drum melter”), zodat de uitharding niet plaatsvindt voor het polymeer op het textiel wordt aangebracht. Bij de niet-reactieve polymeren wordt een gewone smelttank gebruikt. De smelt kan via verschillende applicatiesystemen op textiel worden aangebracht, zoals “gravurerol”, “rotatief sjabloon”, “multirol”, “slot-die” of “spray”. Afhankelijk van het gebruikte applicatiesysteem en de instellingen kan hetzij een continue hetzij een discontinue (vb. “puntcoating”) polymeerlaag worden aangebracht.
•
•
•
• • • • •
100% systemen, bevatten de polymeren geen water of (organische) solventen, waardoor het water of solvent niet moet verdampen in een oven. Er is uiteraard energie nodig om de polymeren te smelten, maar het energieverbruik hiervoor ligt heel wat lager dan wat nodig is om 40 tot 60% water (of solvent) te doen verdampen. minder emissie: omdat 100% systemen geen water of solventen bevatten en niet gedroogd of uitgehard hoeven te worden in een oven, worden geen VOC’s uitgestoten, wat op zijn beurt een investering in een luchtzuivering uitspaart. minder grondstoffen: omdat traditionele polymeerdispersies tot 60% water (of solvent) bevatten, betekent de hotmelttechnologie een flinke besparing in grondstoffen (=water). minder afval: thermoplastische hotmelts worden opnieuw vloeibaar telkens ze worden verwarmd. Het polymeer dat na iedere run achterblijft, kan daarom opnieuw gebruikt worden. recyclage van afval: thermoplastische hotmelts kunnen om dezelfde reden gerecycleerd worden veiligheid : afwezigheid van organische solventen geschikt voor temperatuursgevoelige substraten korte voorbereidingstijd rechtstreeks aan te brengen zonder inmengen van verschillende procestechnische hulpmiddelen (verdikkers/verdunners, (anti)schuimmiddelen).
Toepassingen: Automobiel (vb. autozetels, airbags); lingerie; schoenindustrie; hygiëne en medisch textiel, matrastijk, meubelstoffen; tapijt; beschermende kleding, technisch textiel... De (functionele) eigenschappen van de hotmeltlaag verschilt volgens het eindproduct: brandvertragende, antimicrobiële,.... werking. Naast de gecommercialiseerde gefunctionaliseerde hotmelts, kunt u zelf hotmelt samenstellen als u over de nodige uitrusting (zoals een compounder) beschikt. Uiteraard staat de Centexbel coating lijn met de nieuwe slotdie hotmelt coater ter beschikking van de industrie. http://www.centexbel.be/nl/slot-die-hotmelt-coater Contact Tania De Meyere Onderzoeker tel 09/243 82 23
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 21
Opmerkelijke resultaten VLARIPtextiel : praktische hulp bij Reach!
V
LARIPtextiel (VLAanderens Reach Implementatie Project voor de textielsector) werd ongeveer een jaar geleden opgericht om de punten in kaart te brengen waaraan de textielindustrie aandacht moet besteden en de verplichting die de REACH-regelgeving hen oplegt. Vlariptextiel biedt daarom zeer sectorgebonden oplossingen die vooral vanuit een praktisch en direct toepasbaar oogpunt werden ontwikkeld.
De eerste resultaten van het project vinden we terug in verschillende ondersteunende documenten, een zelfcontroleaudit en praktische informatie. De ondersteunende documenten bevatten onder andere een 2pager over ‘interne communicatie’ waarin we de belangrijkste definities en verplichtingen voor een textielbedrijf opsommen samen met enkele tips en praktische voorbeelden die de uitgebreide REACHregelgeving moeten verduidelijken. Er werd ook een standaarddocument in vier talen opgesteld voor de communicatie met de klanten waarin de verplichtingen van het textielbedrijf worden opgesomd en de acties die het bedrijf moet nemen om REACH-conform te zijn. Dit document kan eenvoudig aangepast worden aan elke bedrijfssituatie. Ten slotte werd tijdens het eerste jaar al een eerste versie opgesteld van de algemene REACH handleiding voor de textielsector. Dit uitgebreid rapport is een synthese van alle elementen in verband met REACH die relevant zijn voor de textielsector, aangevuld met praktische informatie en tools die tijdens de VLARIP activiteiten zijn ontwikkeld.
Deze handleiding wordt tijdens het tweede jaar van VLARIPtextiel verder aangevuld. Eén van de speerpunten tijdens het eerste jaar van het VLARIPtextiel project was de introductie van de REACHbedrijfsaudit. Aan de hand van een 200-tal vragen wordt gepolst naar de bedrijfsvoering rond REACH en dit gelinkt met de organisatie, de specifieke rol(len), chemicaliën, communicatie, textielproducten, (pre)registratie, GHS en autorisatie. Deze audit leidt tot een duidelijk beeld van de huidige situatie binnen elk bedrijf en toont zowel de aanwezige knelpunten als de te nemen actiepunten waardoor een vlotte, correcte en volledige integratie van REACH binnen het bedrijf mogelijk wordt. Deze audit kan ook dienen als een zelfcontrole tool. Door de audit op geregelde tijdstippen opnieuw uitvoeren evalueert u de toestand voortdurend en kunt u die wanneer nodig bijsturen. Het stelt u in staat na te gaan of de knelpunten effectief werden aangepakt en of de genomen acties daadwerkelijk tot het gewenste resultaat hebben geleid. VLARIPtextiel stelde een aantal praktische excel tabellen op die opnieuw hun directe nut binnen een textielbedrijf kunnen bewijzen. In de ‘User Descriptor textile’ sheets worden alle mogelijke textielprocessen en activiteiten beschreven aan de hand van de ‘user descriptor codering’. Dit document moet de communicatie met de leveranciers rond het eigen gebruik van chemische stoffen en preparaten opmerkelijk vereenvoudigen en standaardiseren. Ten slotte groepeert de lijst met kritische stoffen alle stoffen waarop we tijdens, maar ook na, VLARIPtextiel onze aandacht richten. Deze lijst is ontstaan dankzij de inbreng van de sector zelf, maar ook op basis van allerlei (niet-)officiële lijsten die momenteel via het internet circuleren. Deze lijst kan de basis vormen voor de selectie van stoffen en preparaten bij de ontwikkeling van nieuwe producten en voor overleg met de chemische sector rond chemicaliën, kleurstoffen en hulpstoffen in de textielindustrie.
Contact Stijn Devaere Adviseur duurzaam textiel & REACH tel 09/243 82 27 gsm 0497/43 60 77
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 22
Opmerkelijke resultaten Regenwater regelt klimaat in weefzalen
V
eranneman Technical Textiles NV contacteerde onze technologische adviseerdienst “waterbeheer in de textielindustrie” om na te gaan of het haalbaar is regenwater te gebruiken in plaats van leidingwater om de weefzalen te klimatiseren. Naast de noodzakelijke infrastructuur om het regenwater op te vangen en te bufferen in voldoende hoeveelheden is het microbiologische aspect zeer belangrijk voor de productie (aantasting van de weekmaker-PVC door microbiële vervuiling) als voor de gezondheid van de medewerkers (legionellabacterie). De klimaatregeling verbruikt het meeste water binnen het bedrijf en is hoofdzakelijk gericht op temperatuurs¬beheersing. Op het ogenblik van de vraag wordt hiervoor gebruik gemaakt van leidingwater. Het leidingwater wordt verneveld via hoge drukpompen waarbij warmte aan de omgeving wordt onttrokken. Het bedrijf nam onlangs een tweede weefzaal in gebruik die tevens geconditioneerd wordt via vernevelaars op perslucht en wenst te laten onderzoeken in hoeverre hiervoor regenwater in plaats van leidingwater kan worden gebruikt. Tijdens de studie bepaalden we de vereiste buffercapaciteit van het regenwater. Daarnaast bestudeerden we in hoeverre de bestaande voorbehandeling via een omgekeerde osmose (RO) installatie aangepast moet worden om op regenwater te kunnen overschakelen. De gezondheidsrisico’s (wetgeving m.b.t. de legionellabacterie) werden als leidraad gebruikt.
De technische uitwerking van het dossier steunde op volgende eisen
• het proceswater van het bedrijf mag geen microorganismen bevatten
• zowel de Legionella wetgeving als de arbeidswetgeving eisen dat er aandacht wordt geschonken aan monitoring en analyses. Het is aangeraden om zeker gedurende het eerste jaar van werking, of na ingrijpende wijzigingen, een viertal Legionella analyses te laten uitvoeren per jaar.
Een simulatie met het softwarepakket RAINBOW van VITO (onze partner in de technologische adviseerdienst) toont aan dat een volume van ongeveer 2000m³ een voldoende buffering biedt om ongeveer 90% van de watervraag voor de klimaatregeling in de nieuwe weefzaal (max. 7700 m³/ jaar) te kunnen vervangen worden door regenwater. Om algenbloei te voorkomen moet de waterbuffer worden afgedekt met een zeil waardoor de lichtinval wordt beperkt. Een voorfiltratie via een zandfilter of een automatische mechanische terugspoelfilter maakt het mogelijk om regenwater op de omgekeerde osmoseinstallatie direct in te zetten. Bovendien ondergaat het water na de omgekeerde osmosebehandeling een bijkomende UV-filtratie. Al deze maatregelen leiden tot een kiemvrij water! Contact Dirk Weydts Milieuadviseur tel 09/243 82 22 gsm 0494/35 70 64
[email protected]
Centexbel INFO 8-2009 p. 23
Opmerkelijke resultaten Hergebruik van afvalwater voor verftoepassingen goed voor natuur en portemonnee!
E
en belangrijke Belgische producent van vloerbekleding (Desso) vroeg ons na te gaan of het haalbaar is afvalwater - na een behandeling met omgekeerde osmose - te hergebruiken voor het verven. Omdat deze producent jaarlijks ongeveer 350.000m³ grondwater verbruikt waarvan 115.000m³ afkomstig uit sokkelwater, moest dringend gezocht worden naar een ecologisch en economisch haalbaar alternatief. Op het ogenblik van de vraag gebruikt het bedrijf een gedeelte van zijn gezuiverde afvalwater als reinigingswater. De zuivering van het afvalwater bestaat uit een biologische behandeling en een ozonisatie. Het resterende gezuiverde afvalwater wordt geloosd. Dit geloosde afvalwater zou na een geschikte behandeling (omgekeerde osmose of RO – reversed osmosis) ingezet kunnen worden in het verfprocédé ter vervanging van sokkelwater. Aan de hand van flow- en contaminantenbalansen en een inschatting van de impact op de lozingsparameters hebben we de haalbaarheid bestudeerd van een omgekeerde osmosebehandeling van het afvalwater. In samenwerking met onze partner VITO in de technologische adviseerdienst “waterbeheer in de textielindustrie” hebben we een flow- en contaminantenbalans voor chloriden en sulfaten uitgewerkt voor de huidige situatie tegenover vijf verschillende theoretische scenario’s. In alle scenario’s werd het sokkelwaterdebiet op nul gezet en vervangen door het permeaat (is de zuivere oplossing die na de behandeling van het afvalwater vrijkomt) van een RO-installatie.
Het lozingsdebiet daalt in alle scenario’s met ca. 28%. De chlorideconcentraties in het afvalwater dalen sterk omwille van het wegvallen van de chloriden van het sokkelwater. De sulfaatconcentraties stijgen lichtjes maar blijven onder de lozingsnorm. Vervolgens hebben we de haalbaarheid van RObehandeling op laboschaal nagegaan. Omdat de afvalwaterstromen voor en na ozonisatie niet rechtstreeks met RO behandeld kunnen worden is een voorbehandeling met ultrafiltratie noodzakelijk. Een labo RO-test op het afvalwater na ozonbehandeling geeft aan dat het permeaat voldoet aan de kwaliteitseisen van de producent om te worden gebruikt om te verven. Verdere praktische verfproeven met het permeaat dienen dit te bevestigen. Een “recovery” van 75 % is haalbaar. Een raming van de kostprijs voor een nieuwe installatie en de noodzakelijke aanpassingen aan de bestaande, met inbegrip van afschrijving, verbruik van chemicaliën, elektriciteit, onderhoud en personeelskosten en een raming van de heffingen op het lozen van het resterende afvalwater resulteren in een positief saldo voor het bedrijf. Contact Dirk Weydts Milieuadviseur tel 09/243 82 22 gsm 0494/35 70 64
[email protected]
Eerste Belgische made in Green label uitgereikt aan Monks International nv
M
onks International nv behaalt als eerste Belgische textielonderneming het made In Green label en onderscheidt zich hierdoor op het vlak van duurzame ontwikkeling. Het made In Green label getuigt ervan dat deze onderneming producten aanbiedt die geproduceerd worden met respect voor het milieu, de medewerkers en de consument. Monks International nv is gespecialiseerd in de creatie en productie van geweven en gebreide matrasstoffen en is een volledig geïntegreerd bedrijf, met een ultramoderne jacquardweverij en -breierij, een volledig geautomatiseerde garen- en stukververij en diverse veredelingslijnen met de modernste technologie. Het management streeft bewust een duurzame bedrijfscultuur na, enerzijds uit overtuiging en, anderzijds, om te kunnen inspelen op de groeiende vraag naar ecologische producten. Deze beleidsvisie uit zich in de realisatie van een ‘eco-collectie’. Monks International nv
heeft deze collectie nog meer in de verf gezet door het te verbinden met een geïntegreerd label: nl. made in Green Door het made in green label te voeren onderscheidt Monks international nv zich in een geglobaliseerde textielmarkt. Bovendien geeft het bedrijf door het aanbieden van ‘made in Green’ gelabelde textielvoorwerpen de afnemers de mogelijkheid te kiezen voor een gezond textielproduct, dat bovendien geproduceerd is in overeenstemming met de internationale normen en waarden op het vlak van milieuzorg en sociaal respect. Contact Stijn Devaere Adviseur duurzaam textiel & REACH tel 09/243 82 27 gsm 0497/43 60 77
[email protected]
uw partner in textiel en milieu CENTEXBEL GENT Technologiepark 7 BE-9052 Zwijnaarde (Gent) Tel. +32 9 220 41 51 Fax +32 9 220 49 55 e-mail
[email protected]
www.centexbel.be
CENTEXBEL VERVIERS Avenue du Parc 38 BE-4650 Herve (Chaineux) Tél. +32 87 32 24 30 Fax +32 87 34 05 18 e-mail
[email protected]