BVOR
BRANCHE VERENIGING ORGANISCHE RESTSTOFFEN 22e jaargang nummer 1 / speciale uitgave Nieuwsbulletin maart 2012
JAARVERSLAG 2011 De transitie naar groene grondstoffen
Beste lezer,
Colofon Het BVOR-Nieuwsbulletin is een kwartaaluitgave van de Branche Vereniging Organische Reststoffen. Het wordt gratis toegezonden aan leden en relaties. Het BVOR-Nieuwsbulletin is ook te vinden op de website van de BVOR.
Voor u ligt het BVOR jaarverslag 2011. Het jaar 2011 was een jaar waarin de economische crisis in Nederland, en zeer zeker ook in onze branche, voelbaar was. Minder zekere aanvoer van reststromen en structureel lagere prijzen waren hiervan de concrete resultanten. In deze situatie werd óók de veerkracht en het innoverend vermogen van de branche
Oplage: 2200
1. De transitie van groenafval naar groene grondstof
duidelijk. Onze leden manifesteerden zich nadrukkelijk in nieuwe samenwerkingsver-
Secretariaat BVOR
banden, innovatieve contractvormen en als aanjager en partner in technologische in-
(redactie, advertenties en abonnementen)
novaties. Of het nu gaat om grasraffinage, compost thee recepten, groen gas productie
Agro Business Park 38 6708 PW Wageningen Tel: (0317) 42 67 55 Fax: (0317) 41 79 63 E-mail:
[email protected] Website: www.bvor.nl
of torrefactie, BVOR leden zijn hierbij betrokken!
Redactie
verschilt immers van dag tot dag, is afhankelijk van de plaats van herkomst, de wijze
Wieke Coenen-Sinia (coördinatie Nieuwsbulletin), Arjen Brinkmann en Hans Scholten.
van oogsten/inzamelen, enzovoort, enzovoort. Voor een belangrijk deel is dat niet te
Door deze en andere innovaties wordt het palet aan biobased producten uit organische reststromen steeds breder. Tegelijkertijd laten de innovatie processen goed zien hoe weerbarstig de praktijk van opwerking van organische reststromen is: de samenstelling
sturen en moet de verwerker het doen met wat hij krijgt: vandaag blad als het gisteren gestormd heeft en morgen gras als de gemeente vandaag gemaaid heeft.
Vormgeving, drukwerk en verzending: Drukkerij van Beek in Hooglanderveen.
Met verbazing kijkt de BVOR naar het gemak waarmee sommige anderen beweren dat
De BVOR aanvaardt geen aansprakelijkheid voor mogelijke onjuistheden in het BVOR- Nieuwsbulletin
reststromen nu al ‘geld waard zijn’ en dat, als we deze stromen maar geen afval meer
In Nederland wordt jaarlijks naar schatting 2 miljoen ton groenafval ingezameld en verwerkt. Exacte cijfers bestaan niet, omdat een centrale (wettelijke) registratie van groenafvalcijfers ontbreekt, niet alle verwerkers lid zijn van de brancheorganisatie BVOR en bovendien een deel van het materiaal buiten vergunde kanalen (oftewel illegaal) verdwijnt.
Wat is groenafval? In het Landelijk Afvalbeheerplan 2 wordt groenafval als volgt gedefinieerd: ‘Materiaal dat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen. Tevens vergelijkbaar afval, bijvoorbeeld grof tuinafval, berm- en slootmaaisel, afval van hoveniersbedrijven, agrarisch afval etc. Tenslotte ook gescheiden ingezameld grof tuinafval van huishoudens’. Dit is een ruime definitie die overeenkomt met de praktijk: groenafval ontstaat in allerlei gebieden die worden gerekend tot de openbare ruimte, terwijl de samenstelling van groenafval onder meer afhangt van de herkomst, het jaargetijde en de wijze van inzamelen. In zijn algemeenheid bestaat groenafval altijd uit één of meer van de volgende fracties:
• • • •
bermmaaisel, slootmaaisel en maaisel uit plantsoenen; houtig materiaal, bijvoorbeeld takhout, snoeihout, stobben; bladafval; specifieke deelstromen als heidemaaisel, en –plagsel, rietresten etc. Daarnaast bevindt zich in groenafval altijd een deel ‘niet biogeen’ materiaal, bijvoorbeeld zwerfvuil. De verwerking van groenafval Voor de verwerking van groenafval is in de jaren ‘80 en ’90 een infrastructuur van een honderdtal composteerbedrijven ontstaan. Deze bedrijven variëren in verwerkingscapaciteit van enkele duizenden tonnen per jaar tot meer dan honderdduizend ton. Tot een aantal jaren geleden produceerden deze inrichtingen vrijwel uitsluitend compost en werden inkomsten vooral ‘aan de poort’ gegenereerd, dat wil zeggen door de prijs die ontdoeners moesten betalen voor de verwerking van hun groenafval. Poorttarieven van 30 tot 40 euro per ton waren toen heel gebruikelijk. Deze situatie is zich inmiddels drastisch aan het wijzigen. Onder meer onder invloed van openbare aanbestedingen en versterkte concurrentie zijn poorttarieven inmiddels gedaald tot gemiddeld niet meer dan 15 euro/ton groenafval.
de opwerking van groene stromen ‘gemakkelijk hoogwaardiger kan’, dat veel organische noemen, het met de hoogwaardige opwerking ‘als vanzelf’ goed komt. Zo is het natuurlijk niet. We bevinden ons midden in een transitie: een beperkt aantal
© BVOR
stromen (zoals hout) is geld waard, deze groene grondstoffen worden vanzelf door de markt hoogwaardig benut. De opwerking van andere reststromen kost vooralsnog meer dan de producten daaruit opleveren, simpelweg omdat het niet zo eenvoudig blijkt
Inhoudsopgave Jaarverslag 2011
hoogkwalitatieve, commercieel aantrekkelijke producten te maken.
De transitie naar groene grondstoffen pag. 1. 2. 3.
4.
De transitie van groenafval naar groene grondstof Verwerking groenafval 2010 Branche Vereniging Organische Reststoffen 3.1 Belangenbehartiging 3.2 Kenniscentrum 3.3 Certificering 3.4 De BVOR-organisatie Ledenlijst
In dit jaarverslag leest u meer over de transitie waarin onze branche zich bevindt. Daarnaast vindt u in het verslag de resultaten van onze marktanalyse over 2011 en ook een samenvatting van de
3
BVOR-activiteiten in het afgelopen jaar.
5
Ik wens u veel leesplezier! 7
Arjen Brinkmann, directeur BVOR 14
‘Groene grondstoffen’ 2
3
Mede als gevolg hiervan is er bij verwerkers van groenafval een sterke focus op het creëren van (commercieel) waardevolle producten uit groenafval: hoogwaardiger en specifieker compostproducten, bijvoorbeeld als veenvervanger in potgrondsubstraten, biobrandstoffen voor energieproductie, biogas, en andere (veelal innovatieve) biobased toepassingen.
stromen niet ‘als vanzelf’ naar hoogwaardige opwerkingsinstallaties toegaan.
De transitie naar groene grondstoffen Deze trend past uitstekend in de door overheid en anderen geambieerde ontwikkeling van een biobased economy, waarin groene grondstoffen in belangrijke mate de plaats hebben ingenomen van fossiele grondstoffen. Groenafval is zo’n groene grondstof, waarvan bovendien al bewezen is dat er diverse hoogwaardige, commercieel vermarktbare producten uit gemaakt kunnen worden.
Op dit moment is bovengenoemd regelgevend kader de afvalstoffenregelgeving: deze zorgt ervoor dat stromen met een negatieve waarde toch hoogwaardig worden verwerkt of opgewerkt. Echter, met de implementatie van de nieuwe Kaderrichtlijn Afvalstoffen in de Wet milieubeheer is een aantal organische reststromen onder voorwaarden vrijgesteld van de afvalstoffenregelgeving. Het gaat dan primair om materiaal uit de land- en bosbouw. In zijn Afvalbrief van augustus 2011 heeft Staatssecretaris Atsma aangegeven ‘in te willen zetten op een verdere verruiming van deze vrijstelling’. Hoe en in welke mate deze verruiming zal plaatsvinden is nog onderwerp van discussie.
Door verdere technologische (biobased) ontwikkelingen zou de groene grondstof ‘groenafval’ op termijn zo waardevol kunnen worden dat voor de opwerking ervan niet langer hoeft te worden betaald. Echter, op dit moment bevindt de verwerking van groenafval zich in een transitiefase. Een beperkt deel van het materiaal, met name het schone hout, heeft nu al commerciële waarde, ingegeven door de vraag naar bio-energie. Het grootste deel van het groenafval heeft nu nog een negatieve waarde, primair omdat de producten daaruit nog niet genoeg opleveren in de markt. Het gaat dan bijvoorbeeld om gras, natte stromen en gemengd groenafval. Voor hoogwaardige opwerking van deze stromen moet op dit moment dus nog worden bijbetaald.
De BVOR pleit voor grote terughoudendheid bij het verruimen van de vrijstelling van de afvalregelgeving. De uitzonderingsregels dienen zich te beperken tot stromen waarvan is aangetoond dat ze commerciële waarde hebben. Concreet betekent dat dat schone houtstromen en stro nu al zonder enig bezwaar uit de afvalstoffenregelgeving kunnen worden gehaald. Voor andere stromen zoals integraal groenafval, grassen en bladeren dient de vrijstelling later te worden geëffectueerd, wanneer de ontwikkeling van producten hieruit zover is voortgeschreden dat deze materialen een commerciële waarde hebben. Op deze wijze kan in de komende jaren stapsgewijs tot een steeds ruimere vrijstelling voor organische reststromen worden gekomen.
Het belang van een regelgevend kader Voor een succesvolle transitie naar nog meer commercieel waardevolle producten uit groenafval en andere organische reststromen, is het noodzakelijk dat stromen die nu nog een negatieve waarde hebben, via het regelgevend kader naar hoogwaardige verwerkingsopties worden ‘gedwongen’. Zonder sturing verdwijnen deze stromen ‘naar het laagste putje’ en zullen ze diffuus verdwijnen in landbouw, landschap en op andere plaatsen. Immers: zolang de biobased producten uit deze stromen niet voldoende opleveren, zullen de rest-
Innovaties op voldoende schaalgrootte Biobased innovaties vragen om voldoende schaalgrootte, waarbij commerciële exploitatie mogelijk is onder strikte condities van kwaliteitsborging en binnen duurzame ketens. Uit de praktijk wordt inmiddels duidelijk dat de beschikbare infrastructuur van BVOR-leden hierin voorziet: zij representeren een logistiek netwerk van vergunde locaties, waar men ervaring heeft met het op grote schaal opwerken van reststromen tot waardevolle producten en ervaring met kwaliteitszorg, certificering en innovatie.
2. Verwerking groenafval 2011 Productie van een miljoen ton biobased producten In tegenstelling tot veel andere afvaldata worden gegevens met betrekking tot de opwerking van groenafval door de overheid niet centraal geregistreerd. Om tegemoet te komen aan de informatiebehoefte van marktpartijen, beleidsmakers en andere stakeholders heeft de BVOR, net als in een aantal voorgaande jaren, ook over 2011 marktstatistieken van haar leden verzameld. Deze data worden in dit hoofdstuk gepresenteerd. 1
Opwerking van groenafval BVOR-leden hebben in 2011 ruim 1,6 miljoen ton groenafval opgewerkt tot compostproducten, biobrandstoffen, biogas en andere biobased producten. Op basis van gegevens over bedrijven die géén BVOR-lid zijn, schat de BVOR in dat in zijn totaliteit circa 2 miljoen ton groenafval op vergunde inrichtingen is opgewerkt. De belangrijkste categorie producten uit groenafval is compostproducten, die al naar gelang de beoogde toepassing een meer of minder verfijnde, specifieke samenstelling kennen. Naast compostproducten zijn biobrandstoffen voor energieproductie een belangrijke categorie producten. Het betreft dan in hoofdzaak houtige biomassa die in de vorm
1
Een scala van biobased producten gereed voor levering 4
van voorbewerkte houtchips of houtshrips wordt afgezet, Verder zijn BVOR-leden bezig met tal van andere biobased innovaties, bijvoorbeeld voor de opwerking van maaisels (grassen) voor materiaalhergebruik. De volumes van deze producten waren in 2011, in vergelijking met de bovengenoemde twee hoofdcategorieën, bescheiden. BVOR-leden produceerden in 2011 meer dan 1 miljoen ton hoogwaardige biobased producten uit groenafval. Afzet compostproducten en grondproducten De afzet van compostproducten en grondproducten is in de volgende tabel samengevat. Voor ieder product is het percentage van de totale hoeveelheid van dat product gegeven. Grondproducten zijn kant-en-klare groeimedia vervaardigd van grond en compost, die gebruikt worden bij de aanleg van wegbermen, tuinen en plantsoenen. Afzet van gecertificeerde compost Van alle geproduceerde compost is circa de helft afgezet onder certificaat. Dit betreft zowel afzet onder het door de BVOR en VA gevoerde branchecertificaat ‘Keurcompost’ als afzet van RHP-gecertificeerde compost. Deze laatste soort wordt hoofdzakelijk toegepast als ingrediënt voor potgrondsubstraten.
Dit artikel richt zich op verwerking van groenafval door BVOR leden. Gegevens over de verwerking van GFT-afval, door BVORleden en andere bedrijven, zijn terug te vinden in de jaarlijkse rapportages van de Werkgroep Afvalregistratie. 5
3. Overzicht activiteiten BVOR
SAMENVATTING VAN DE AFZET IN PERCENTAGES IN HET JAAR 2011
Groencompost Landbouw Tuinbouw (ook boomkwekers) Hoveniers Gemeenten (openbaar groen) Potgrondproducenten (veenvervanging) Aannemerij/wegenbouw Intermediairs/tussenhandel Export Particulieren Compost in grondproducten Anders
32 4 6 2 12 2 21 3 2 15 1
Grondproducten
11 38 29 12
10
Trends in afzet De volgende grafiek bevat een overzicht van alle marktonderzoeken van groencompost tussen 2004 en 2011.
De Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR) behartigt de belangen van bedrijven die organische reststromen op duurzame en doelmatige wijze opwerken tot hoogwaardige producten, op daartoe vergunde inrichtingen. Leden van de BVOR produceren uit organische reststromen een diversiteit aan hoogwaardige producten: compostproducten, biogas, biomassa en andere grondstoffen. De BVOR initieert en ondersteunt innovatie gericht op een nog meer optimale benutting van organische materialen binnen de bio-based economy. De BVOR is voor haar leden belangenbehartiger, kenniscentrum en netwerkplatform. In dit hoofdstuk worden de activiteiten van de BVOR in 2011 toegelicht.
De BVOR behartigt de belangen van haar leden langs verschillende sporen: door activiteiten van de BVOR zelf die gericht zijn op beleidsbeïnvloeding, door met gelijkgestemde organisaties samen te werken en door participatie in diverse overlegplatforms. Onderstaand volgt een overzicht.
In de Afvalbrief wordt tevens ingegaan op het uitsluiten van organische reststromen van de werkingssfeer van de afvalstoffenregelgeving namelijk: ‘…uitwerpselen, stro en ander natuurlijk, niet-gevaarlijk materiaal, rechtstreeks afkomstig uit de land- of bosbouw, dat wordt gebruikt in de landbouw, de bosbouw of voor de productie van energie uit die biomassa door middel van processen die onschadelijk zijn voor het milieu en die de menselijke gezondheid niet in gevaar brengen.’. De Staatssecretaris geeft in zijn brief aan te streven naar een ruime interpretatie van bovenstaande definitie (voortkomend uit de herziene Europese Kaderrichtlijn Afval). De BVOR heeft zich voor en na het verschijnen van de Afvalbrief ingespannen om bij relevante stakeholders duidelijk te maken welke risico’s aan een (te) ruime interpretatie van de uitzonderingsregels kleven, en pleit voor een gefaseerde uitsluiting van reststromen (zie ook hoofdstuk 1). Green Deal Maximalisatie veenvervanging In december 2011 hebben de BVOR en vier van haar leden een Green Deal ‘Maximalisatie Veenvervanging’ gesloten met de Rijksoverheid.
6
Een deel van de veen die wordt toegepast in potgrondsubstraten kan worden vervangen door (biobased) compost, mits deze aan een aantal stringente kwaliteitseisen voldoet. Ook dient de gebruikte compost gecertificeerd te zijn conform RHP.
3.1 Belangenbehartiging
Ontwikkelingen in het afvalstoffenbeleid In augustus 2011 heeft Staatssecretaris Atsma zijn ‘Afvalbrief’ gepresenteerd, waarin zijn visie op het afvalbeleid en de –sector staat uitgewerkt. In zijn brief geeft de Staatssecretaris aan te streven naar: ‘méér en hoogwaardiger recycling, gecombineerd met meer waardecreatie uit afval’. De BVOR kan zich hier volledig in vinden, omdat het aansluit bij lopende ontwikkelingen in de markt van organische reststromen zoals groenafval en GFT-afval.
Duidelijke trends zijn de afname van de rechtstreekse afzet van groencompost naar de landbouwsector, en een gestage groei van de hoeveelheid compostproducten voor specifieke toepassingen (onder meer grondproducten, veenvervanging).
Nederland importeert per jaar circa 4 miljoen m3 veen uit onder meer Ierland, de Baltische staten, Rusland en andere landen. Veen is een grondstof die als substraat wordt gebruikt in onder meer de tuinbouw, daarnaast wordt het voor onder andere de particuliere markt in potgrond verwerkt. Veen is een fossiele, schaarse grondstof waarvan de winning bovendien in veel gevallen gepaard gaat met negatieve bijeffecten op milieu en biodiversiteit.
Voor het verder toenemen van de productie en toepassing van compost als biobased veenvervanger is voldoende beschikbaarheid van de noodzakelijke grondstoffen essentieel, in het bijzonder van vers hout. Echter, omdat het houtdeel van organische reststromen door de stimuleringsregimes voor hernieuwbare energie in toenemende mate hiervoor wordt ingezet, staat de productie van veenvervangers onder druk. Dat is vanuit het principe van cascadering, waarbij steeds wordt gestreefd naar zo hoogwaardig mogelijke inzet van biomassa, ongewenst. Binnen de Green Deal zullen de partijen onderzoeken welke beleidsinstrumenten kunnen worden ontwikkeld en ingezet om te komen tot hoogwaardiger inzet van hout. Daarnaast zetten partijen zich binnen de Green Deal in om het productieproces van veenvervangers verder te optimaliseren, in samenwerking met andere partijen in de keten (RHP, potgrondproducenten). De Rijksoverheid zal onderzoeken in hoeverre het gebruik van veenvervangers door haar duurzaam inkopenbeleid verder kan worden gestimuleerd. Project-/klankbordgroep Afval In de Klankbordgroep Afval hebben vertegenwoordigers van de Inspectie Leefomgeving en Transport (voorheen VROMInspectie) en brancheorganisaties zitting. Doel is het toezicht op bedrijven te stroomlijnen; minder toezichtslast gecombineerd met meer expertise en doelmatigheid. Het toezicht moet zich meer gaan bezighouden met hoofdzaken en grote risico’s. Tevens moet de samenwerking tussen het 7
het opstellen van een handreiking voor kleinschalige bioenergiecentrales, en het ontwikkelen van een toolbox voor NTA8080 certificering (zie ‘Duurzaamheidscertificering biomassa’). De NBLH-sector houdt geïnteresseerden op de hoogte over standpunten en ontwikkelingen via www.biomassaforum.nl Duurzaamheidscertificering biomassa Energiebedrijven en andere stakeholders eisen in toenemende mate dat de biomassa die wordt ingezet voor energieproductie, aantoonbaar duurzaam is. Daarnaast werken de Europese en de Nederlandse overheid aan verplichte duurzaamheidseisen voor vaste biomassa. Hierop inspelend heeft de BVOR in 2011 in samenwerking met Quality Services BV de cursus ‘Certificering van biomassa conform NTA 8080’ ontwikkeld en verzorgd. De NTA8080 is een certificeringssysteem waarmee duurzaamheid van biomassa kan worden aangetoond en dat door de overheid, marktpartijen, NGOs en anderen als maatgevend wordt beschouwd. In aanvulling op de cursus heeft de BVOR een toolbox ‘NTA8080 certificering van organische reststromen’ ontwikkeld. grote aantal toezichthouders verbeteren. Op sterke aandrang van vrijwel alle brancheorganisaties is er nu al een verschuiving van het toezicht merkbaar naar de aanpak van illegale activiteiten. Ook is er een meldpunt voor illegale activiteiten ingesteld door de Inspectie Leefomgeving en Transport, waar men zowel via internet als telefonisch kan melden, zo nodig ook anoniem (zie www.ilent.nl). Landelijke Meldpunt Afvalstoffen In verband met het elektronisch melden van afvalstoffen en producten heeft het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA), dat onder het ministerie van Infrastructuur & Milieu valt, een brancheoverleg in het leven geroepen waarin ook de BVOR zitting heeft. Bij de overleggen komen vooral de knelpunten uit de dagelijkse praktijk aan de orde. Tevens worden toekomstige veranderingen in Nederlandse en Europese wetgeving besproken zodat daarop geanticipeerd kan worden. Convenant Schone & Zuinige Agrosectoren In 2008 heeft de BVOR het convenant ‘Schone en Zuinige Agrosectoren’ ondertekend. Samen met het Bosschap en het Platform Hout in Nederland vertegenwoordigt de BVOR binnen het Convenant de Sector Natuur, Bos, Landschap en Hout (NBLH). De NBLH-sector heeft de ambitie om een substantiële bijdrage te leveren aan de duurzame productie van biomassa in Nederland, alsmede de inzet van binnenlandse reststromen in productieprocessen en ten behoeve van de productie van energie. Concreet heeft de Sector zich onder meer gecommitteerd om in 2020 tenminste 32 PJ aan biomassa voor energie opwekking te leveren, mits het cascadeprincipe voor biomassa inzet wordt gevolgd en biodiversiteit niet wordt geschaad door biomassateelt en -oogst. In 2011 heeft de BVOR met en via het Biomassaforum invulling gegeven aan een aantal concrete projecten, onder meer rond de positionering van veenvervangers (zie ‘Green Deal’), 8
Eind 2011 waren in Nederland acht bedrijven NTA8080 gecertificeerd, waarvan maar liefst zes BVOR-leden.
Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) wordt door gemeenten en provincies gebruikt bij het bepalen welke bodembeschermende voorzieningen in een vergunning moeten worden opgenomen. De BVOR heeft de afgelopen drie jaar geparticipeerd in de Werkgroep Herziening NRB. In 2011 is het traject afgerond en is de nieuwe NRB definitief vastgesteld. Europese beleidsprocessen Zoals op vrijwel alle beleidsterreinen wordt ook voor de verwerking van organische reststoffen Europese regelgeving steeds meer bepalend en nationale regelgeving hieraan ‘volgend’. De BVOR behartigt de belangen van haar leden bij Europese beleidsprocessen, rechtstreeks, maar vooral ook door het vormen van coalities met ‘gelijkgestemden’. Zo is de BVOR al een aantal jaren actief lid van ECN, het European Compost Network. In ECN zijn brancheorganisaties, marktpartijen en wetenschappelijke instituten verenigd die zich bezighouden met de belangenbehartiging voor compostproductie en –afzet. Daarnaast zoeken we voor het uitdragen van het Nederlandse marktbelang op specifieke dossiers samenwerking met de Afdeling Bioconversie van de Vereniging Afvalbedrijven. ‘Einde-afval criteria’ Eén van de instrumenten waarvan de Commissie het nodige verwacht zijn de zogenaamde einde-afval criteria. Deze bepalen wanneer iets ophoudt afval te zijn en het een vrij verhandelbaar goed wordt. In 2010 is gestart met het ontwikkelen van einde-afval criteria voor bio-afval, met andere woorden criteria voor wanneer compost als product mag worden geclassificeerd. De BVOR is van mening dat uitsluitend hoogkwalitatieve compost uit gescheiden ingezameld
materiaal in aanmerking kan komen voor de einde-afval criteria. Wanneer zou worden besloten dat ook laagwaardiger, verontreinigde compost (bijvoorbeeld uit MBT- installaties) een einde afval status zou kunnen krijgen, dient hoe dan ook te worden voorkomen dat dit materiaal kan worden ‘verward’ met schone compost, en moeten toepassingsmogelijkheden zwaar worden beperkt. Het proces rond het opstellen van einde-afval criteria voor bio-afval loopt verder in 2012.
3.2 Kenniscentrum De BVOR is kenniscentrum op het gebied van organische reststoffen, biobased toepassingen van reststromen, compost, biomassa & bio-energie. Dit betreft zowel technischinhoudelijke zaken als kennis over relevante wet- en regelgeving. Kennis is gedocumenteerd in een uitgebreide bibliotheek die in belangrijke mate digitaal beschikbaar is. BVOR-leden hebben hiertoe via het intranet toegang. Daarnaast biedt de BVOR haar leden ondersteuning aan via een helpdesk. Leden kunnen het Verenigingsbureau raadplegen als zij bijvoorbeeld vragen hebben rond de praktische toepassing van wet- en regelgeving. Cursussen Een gerichte vorm waarin de BVOR haar kennis aanbiedt is via cursussen. In 2011 zijn door de BVOR wederom de al langer bestaande cursussen ‘Composteren’ en de cursus ‘Certificering voor Keurcompost’ verzorgd. Daarnaast is in november voor het eerst de cursus ‘Biomassa Certificering conform NTA8080’ gegeven. Alle genoemde cursussen zijn jaarlijks terugkerend, staan open voor leden en niet-leden en duren een dag.
Arbocatalogus Op 1 januari 2007 is de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet in werking getreden. De wijziging van de wet heeft tot doel de verantwoordelijkheid van werkgever en werknemers voor het arbobeleid te vergroten. De arbocatalogus is daarbij een belangrijk middel om in overleg tussen werknemers en werkgevers te komen tot werkwijzen, praktijken en normen om de door de overheid gestelde doelen te realiseren. De overheid kan zich daarbij beperken tot de hoofdzaken en het handhaven daarop. Omdat er bij de diverse verenigingen een grote overlap zou zijn in de onderwerpen van de catalogus is er een initiatief genomen om tot een arbocatalogus voor de gehele afvalsector te komen; ook de BVOR neemt hieraan deel. De arbocatalogus wordt gepresenteerd in de vorm van een openbaar toegankelijke website. De Arbocatalogus Afvalbranche is in 2011 grotendeels goedgekeurd door de Arbeidsinspectie. In november 2011 organiseerde de overkoepelende stichting een bijeenkomst om geïnteresseerden te informeren en op weg te helpen met de digitale catalogus. Meer informatie via www.afvalbranche.dearbocatalogus.nl 9
De cursus ‘Composteren’ is vooral bedoeld voor procesbestuurders van composteerinrichtingen. Door deze praktijkgeoriënteerde cursus krijgen zij meer inzicht welke processen van belang zijn en hoe zij die de goede richting op kunnen sturen. De cursus ‘Certificering voor Keurcompost’ is bedoeld voor ondernemers die het keurmerk Keurcompost op hun bedrijf willen invoeren. Tijdens de cursus wordt uitgelegd hoe dat het beste gedaan kan worden, en hoe een bedrijfshandboek gemaakt wordt. De nieuwe cursus ‘Biomassa Certificering conform NTA8080’ richt zich op partijen die biomassa voor bio-energietoepassingen opwerken en verhandelen, en aantoonbaar willen maken dat deze biomassa duurzaam is. De cursus geeft achtergrondinformatie over (beleid rond) duurzaamheid van biomassa en praktische handvatten hoe het bedrijf kan certificeren conform het NTA8080 systeem. Compo-Ball project Het Compo-Ball project is een driejarig onderzoeksproject dat gefinancierd wordt door de Europese Commissie. In dit project, dat in 2010 is gestart, participeren zestien partijen uit negen lidstaten van de Europese Unie en uit Turkije. De BVOR vertegenwoordigt Nederland. Doel van het project is de ontwikkeling van een nieuw, robuust systeem voor het online meten van temperatuur en vochtigheid in composterend materiaal. Het systeem zal bestaan uit een netwerk van draadloze balvormige sensoren (de compo-balls) die zich tussen het composterende materiaal bevinden en regelmatig gegevens naar een PC of PDA zenden via een hub of tussenstation. De compo-balls moeten zo robuust zijn dat zij de impact van een omzetter kunnen doorstaan. In 2011 heeft een aantal ‘technical meetings’ plaatsgevonden waarin vereisten en ontwerpparameters voor het systeem verder zijn uitgewerkt. Begin 2012 wordt het systeem tijdens een praktijkproef in Nederland uitgetest en aansluitend verfijnd.
3.3 Certificering Certificering van processen en producten is een belangrijk instrument voor BVOR-leden om zich te onderscheiden in de markt. Certificering versterkt de kwaliteitsborging van de hoogwaardige opwerking van organische reststromen op daartoe ingerichte en vergunde locaties. De BVOR is zelf beheerder van drie verschillende certificeringssystemen, namelijk voor Keurcompost, Verwerking van ziek iepenhout en Grondproducten. Alle drie deze systemen staan overigens ook open voor niet-BVOR-leden. Keurcompost De essentie van het keurmerk Keurcompost is dat een gecertificeerd bedrijf compost levert die aan bepaalde, vastgelegde kwalificaties voldoet. De proces- en producteisen van Keurcompost zijn op een aantal punten strenger dan de wetgeving, waarmee wordt ingespeeld op specifieke wensen en behoeften van de markt. Zo is het vanaf 1 januari 2011 voor akkerbouwbedrijven die werken onder voedselveiligheid certificaat verplicht om gecertificeerde (Keur)compost te gebruiken. Ook is in 2011 vastgelegd dat bij biologische bedrijven alleen Keurcompost uit groenafval mag worden aangemerkt als A-meststof, en dus onbeperkt van buiten het bedrijf mag worden aangevoerd ter verbetering van de structurele bodemkwaliteit. Verder heeft de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) – die vanuit volks- en diergezondheidsoogpunt toeziet op de productie van veilige compost – in 2011 besloten de BRL te beschouwen als ‘Gids voor goede praktijken’. Een Gids voor goede praktijken is een document dat betrekking heeft op procesbeheersing/kwaliteitsborging. In 2011 is de Beoordelingsrichtlijn Keurcompost – waarin het Keurcompost certificeringssysteem is gedetailleerd – herzien en toegankelijker gemaakt voor bedrijven, auditors en andere belanghebbenden. Inmiddels zijn 47 bedrijven verspreid over heel Nederland gecertificeerd voor Keurcompost. Hun adresgegevens en verdere informatie is terug te vinden op www.keurcompost.nl. Erkende verwerking van ziek iepenhout De iepziekte wordt veroorzaakt door een schimmel en verspreid door de iepenspintkever. De iepziekte is zeer besmettelijk; ook dood niet-ontbast iepenhout (na rooien) kan een besmettingshaard zijn. Om het risico van ziekteoverbrenging te minimaliseren is nauwkeurig en snel opruimen van besmette en/of vatbare iepbomen en broedhout noodzakelijk. In het verleden is door onder meer de Iepenwachten, de Bomenstichting, de UvA en experts van diverse overheden veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van kennis over de bestrijding van iepziekte. Hierbij is vastgesteld middels welke be-/verwerkingsmethoden ziek iepenhout onschadelijk kan worden gemaakt.
10
De BVOR voert sinds een tiental jaren een certificeringssysteem voor verwerkers van ziek iepenhout. Verwerkers die voldoen aan de door BVOR vastgestelde voorwaarden zijn gerechtigd het BVOR-certificaat ‘Erkende verwerker ziek iepenhout’ te voeren. Door gebruik te maken van verwerkers met dit certificaat hebben bezitters van ziek iepenhout en andere belanghebbenden zekerheid dat het materiaal op verantwoorde wijze onschadelijk wordt gemaakt en aansluitend zo hoogwaardig mogelijk wordt hergebruikt in materiaaltoepassingen, in compost of als brandstof. In 2011 is het BVOR-certificeringssysteem voor verwerkers van ziek iepenhout fundamenteel herzien en aangepast aan de laatste inzichten. Het BVOR-certificeringssysteem staat open voor partijen die een vergunde inrichting hebben voor de be- en verwerking van organische reststoffen en/of houtstromen. De certificering is gekoppeld aan deze inrichting. Door de verwerking van ziek iepenhout te koppelen aan een vergunde inrichting, is gewaarborgd dat wordt gewerkt onder stringente milieucondities en controle van in- en uitgaande materialen en processen. Certificering Grondproducten Kant en klare mengsels van grond en compost, grondproducten genaamd, vallen onder het Besluit Bodemkwaliteit. Het Besluit Bodemkwaliteit is geënt op zeer grote partijen grond, waardoor de kosten voor het maken en keuren van kleinere partijen grondproducten onacceptabel hoog zouden uitvallen. Om dit te vermijden heeft de BVOR het zogenaamde Protocol 4 van BRL9335 laten opstellen, dat het mogelijk maakt om na certificering de keuringskosten binnen de perken te houden. Protocol 4 valt onder de BRL9335 grond die, evenals alle andere certificeringsregelingen die grond betreffen, wordt beheerd door de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) te Gouda. Het certificaat staat open voor alle bedrijven, dus niet alleen voor BVORleden. Voor BVOR-leden die voor protocol 4 van BRL9335 gecertificeerd zijn heeft het toegevoegde waarde om deel te
nemen aan het cluster van de BVOR omdat ze hiermee aanzienlijk op de kosten kunnen besparen. Het beheer van dat cluster wordt gevoerd door het verenigingsbureau van de BVOR dat hier ook voor ge-audit wordt. Momenteel zijn 16 BVOR-leden gecertificeerd volgens protocol 4 van BRL9335grond.
3.4 De BVOR-organisatie De Branche Vereniging Organische Reststoffen is opgericht op 18 september 1989. De organisatie is statutair een vereniging waarin de Algemene Ledenvergadering het hoogste orgaan is. Zowel in het voor- als in het najaar vinden ledenvergaderingen plaats. Het beleid wordt uitgezet door het bestuur waarin vijf leden en een onafhankelijk voorzitter zitting hebben. Het verenigingsbureau in Wageningen is verantwoordelijk voor de dagelijkse uitvoering. Daarnaast kent de BVOR diverse commissies waarin leden zich bezighouden met specifieke thema’s of activiteiten Leden en begunstigers Bij de BVOR nam het ledental van 50 af tot 45. Die afname is niet het gevolg van opzeggingen, maar van fusies. Daarom is het aantal aangesloten vestigingen (69) gelijk gebleven. Nieuwe leden in 2011 waren Innovarec B.V. uit Westdorpe (Zeeland) en Afvalenergiecentrale ARN B.V. uit Weurt. Nieuwe begunstigers in 2011 waren ABV Haukes Inspectiediensten B.V. uit Millingen a/d Rijn, Qurius uit Zaltbommel, A. Tuytel Loon- en Vehuurbedrijf B.V. uit Oud-Albas en Zeefverhuur.nl uit Best. Commissies In 2011 waren binnen de BVOR verschillende (leden-)commissies actief. Voor de zaken rond Keurcompost (certificering) bestaan twee commissies. In de eerste plaats is dat de Certificeringscommissie Keurcompost, die zich vooral bezig houdt met de coördinatie van formaliteiten rond het certificeringsproces en de technische-inhoudelijke details van de BRL. Om de onafhankelijkheid te waarborgen, zitten in de Certificeringscommissie uitsluitend bureaumedewerkers van beide verenigingen en geen leden. Daarnaast is er de Marktcommissie Keurcompost die zich bezig houdt met de verbetering van het certificeringssysteem, vooral vanuit gesignaleerde behoeften bij compostafnemers. Zij houdt zich tevens bezig met de positionering van Keurcompost als waardevolle bodemverbeteraar bij relevante stakeholders. De Commissie Gelijk Speelveld houdt zich bezig met relevante ontwikkelingen in wet- en regelgeving, aanbestedingen en handhaving. De Commissie ontwikkelt visies en standpunten en formuleert activiteiten gericht op het creëren en het in stand houden van een gelijk speelveld voor de opwerking van organische reststromen.
Afgelopen maart organiseerde de BVOR de tweejaarlijkse cursus ‘Herkennen en verwerken van iepenhout’ op locatie en in samenwerking met Smink Afvalverwerking B.V. in Hoogland. De eerstvolgende cursus vindt plaats in het najaar van 2012.
De Commissie Biomassakwaliteit is in 2011 gestart. Zij zet zich in voor de borging van fysisch-chemische kwaliteit en de duurzaamheid van biomassa die wordt ingezet voor ener11
gieproductie. In deze commissie heeft een aantal BVOR leden zitting die belangrijke spelers zijn in de biomassamarkt. De Klankbordgroep Iepencertificering ziet toe op de kwaliteit en de uitvoerbaarheid van het certificeringssysteem voor de verwerking van ziek iepenhout, waarvan de BVOR schema-eigenaar is. De Klankbordgroep bestaat uit enkele bomenexperts van de Gemeente Amsterdam en de Bomenstichting, en daarnaast uit enkele BVOR-0leden. De Demodagcommissie houdt zich bezig met de organisatie van de tweejaarlijkse BVOR-Demodagen. In 2011 vonden de Demodagen plaats op 8 en 9 juni bij Reijnders Groenrecycling B.V. in Kelpen-Oler (Limburg). Meer hierover verder op in dit jaarverslag.
3.5 PR en Communicatie In de belangenbehartiging en het overdragen van kennis speelt communicatie een belangrijke rol, maar ook in de promotie van de branche als geheel. Vier maal per jaar geeft de BVOR haar Nieuwsbulletin uit. Dit magazine wordt gratis in een oplage van 2200 exemplaren aan belanghebbenden toegestuurd. Daarnaast is via de website de nodige informatie voor derden beschikbaar De website werd in 2011 gerestyled. Intern blijven de leden op de hoogte via intranet en een digitale nieuwsbrief. Verder presenteert de BVOR zich via diverse media en activiteiten van derde partijen. Landelijke Compostdag Op zaterdag 26 maart 2011 vond voor de vijfde keer de Landelijke Compostdag plaats. Tijdens de Compostdag wordt bij gemeentewerven, composteerbedrijven en op andere plaatsen gratis compost uitgedeeld aan belangstellenden. Bedrijven danken hiermee burgers voor hun medewerking bij het gescheiden inzamelen van gft- en groenafval en laten zien
wat voor waardevol eindproduct ervan gemaakt wordt dat voor iedereen te gebruiken is. De belangstelling voor de Landelijke Compostdag in 2011 was net als in andere jaren overweldigend. Op vele plaatsen in Nederland stonden mensen in de rij om gratis compost op te halen. De organisatie was weer in handen van de Vereniging Afvalbedrijven en de Branche Vereniging Organische Reststoffen met medewerking van hun leden en vele gemeenten. De officiële opening van de Landelijke Compostdag vond dit jaar plaats bij Delta Milieu in Zoetermeer. Marieke van der Werf, CDA-kamerlid, deelde symbolisch de eerste zakken compost uit. Via de website www.compostdag.nl wordt het evenement extra onder de aandacht gebracht. Geïnteresseerden konden hier details vinden over locaties, openingstijden en verdere achtergrondinformatie over compost. BVOR-Demodagen Op 8 en 9 juni 2011 vonden de achtste BVOR-Demodagen met het thema ‘Groen geeft energie’ plaats bij het bedrijf Reijnders Groenrecycling b.v. in Kelpen-Oler. Vijfentwintig exposanten demonstreerden gezamenlijk meer dan veertig machines. Uniek aan de Demodagen is dat de machines ook daadwerkelijk in bedrijf zijn. Twee keer per dag was er een uitgebreide rondleiding langs de machines waarbij de bekende presentator Arie Ribbers de woordvoerder van de bedrijven interviewde over de machines. Om de uitleg goed te kunnen volgen, kregen alle deelnemers een koptelefoon op. In een grote hal op het terrein waren behalve stands van de buitenexposanten ook bedrijven die aanvullende diensten en producten leveren op het gebied van de groenafvalbewerking en-verwerking. De Demodagen trokken wederom vele bezoekers uit binnenen buitenland. Deze keer vond het evenement voor het eerst verspreid over twee dagen plaats. De reacties op deze uitbreiding waren zeer positief. De volgende Demodagen vinden plaats in juni 2013.
Wijzigingen in uw bedrijf hebben altijd gevolgen voor uw vergunning en uw zorgsystemen. SCM kan u hierbij ondersteunen. Kijk voor meer informatie op onze website of neem contact met ons op.
12
13
Leden BVOR
Leden BVOR
RECOM Ede B.V.
• UTRECHT • Groen Recycling Nieuwegein
• LIMBURG • Afvalzorg Grondstromen Limburg
Muysers Potgrond en Groenrecycling B.V.
• ZEELAND • DELTA Milieu Groencompost B.V.
EDE – tel. (0318) 69 66 66 www.recomede.nl
NIEUWEGEIN - tel. (030) 606 15 55 www.vanwijknieuwegein.nl
BRUNSSUM - tel. (088)-801 07 07 www.afvalzorg.nl
REUVER – tel. (077) 474 14 61 www.muyserspotgrond.nl
* Vestiging Vlissingen-Oost NIEUWDORP - tel. (0113) 61 39 60
Recycling Van Werven B.V.
Groen Recycling Utrecht B.V.
Attero
Reijnders Groenrecycling B.V.
DELTA Milieu Composteren B.V.
HATTEMERBROEK - tel. (038) 376 14 49 www.vanwerven.nl
UTRECHT - tel. (030) 252 22 49 www.groenrecycling.nl
KELPEN-OLER - tel. (077) 474 14 28 www.reijndersgroen.nl
VAR B.V.
Groenrecycling Verhoef B.V.
WILP-ACHTERHOEK - tel. (055) 301 83 30 www.var.nl
MIJDRECHT - tel. (0346) 24 16 76 www.verhoef-bv.nl
* Locatie Maastricht MAASTRICHT - tel. (043) 855 10 05 * Locatie Venlo VENLO - tel. (077) 320 20 10 www.attero.nl
* Vestiging Vlissingen-Oost (gft-compostering) NIEUWDORP - tel. (0113) 61 39 60 www.delta.nl
Veluwenkamp Compost B.V.
Smink Afvalverwerking B.V.
HATTEM - tel. (038) 444 24 62 www.veluwenkamp.nl
HOOGLAND - tel. (033) 455 82 82 www.smink-groep.nl
• FLEVOLAND • Orgaworld B.V.
• NOORD-BRABANT • Attero
• FRIESLAND • Donkergroen B.V.
LELYSTAD - tel. (073) 687 26 00 www.orgaworld.nl
SNEEK - tel. (0515) 41 73 25 www.donkergroen.nl
Den Ouden Groenrecycling B.V.
* Locatie Deurne DEURNE – tel. (088) 550 20 00 * Locatie Moerdijk MOERDIJK – tel. (088) 550 20 00 * Locatie Tilburg TILBURG – tel. (0880 550 20 00 www.attero.nl
• GRONINGEN • Jaap Dam (Groen)Recycling B.V. ZUIDBROEK - tel. (0598) 42 15 16
Over Milieu B.V. STADSKANAAL - tel. (0599) 65 35 35 www.overmilieu.nl
VAGROEN locatie Top Gaarkeuken OLDEKERK - tel. (0592) 33 88 51 locatie Stainkoeln GRONINGEN - tel. (0592) 33 88 44 www.vagroen.nl
J.P. van der Wal v.o.f. BLIJHAM – tel. (0597) 56 14 27 www.vanderwalblijham.nl
Fa. Wassenaar BEETGUMERMOLEN – tel. 06 20 03 75 61 www.fa.wassenaar.be
• DRENTHE • Attero * Locatie Wijster WIJSTER – tel. (088) 550 20 00 www.attero.nl
Biomassa Stroomlijn B.V. COEVORDEN – tel. (040) 751 41 70 www.biomassastroomlijn.nl
* Locatie Flevoland LELYSTAD – tel. (0320) 21 39 41 www.denoudenbv.nl
• NOORD-HOLLAND • P.J.A. van den Berg Recycling B.V.
Van Berkel Biomassa & Bodemproducten B.V.
HOEK VAN HOLLAND - tel. (0174) 51 30 25 www.bergdelier.nl
UDEN - tel. (0413) 36 32 59 * Locatie Etten-Leur ETTEN-LEUR – tel. (0413) 36 32 59 * Locatie Veldhoven VELDHOVEN - tel. (0413) 36 32 59 www.vanberkelgroep.eu
Composteerinrichting Escapade AMSTELVEEN - tel. (020) 540 46 97 www.amstelveen.nl
Den Ouden Groenrecycling B.V. * Locatie Het Gooi MUIDERBERG - tel. (0294) 27 00 59 www.denoudengroep.nl
Composteerinrichting Altena B.V.
Groenrecycling De Breekhoorn B.V.
DELTA Milieu Groencompost B.V.
DALERPEEL – tel. (0524) 22 12 65
HOOFDDORP - tel. (023) 555 17 32 www.gebr-baars.nl
Zuidema Recycling Centrum B.V.
Stoop Groenrecycling
* Vestiging Moerdijk MOERDIJK - tel. (0168) 38 03 45 www.delta.nl
HOOGEVEEN – tel. (0528) 28 00 80 www.zuidema-groep.nl
WAARLAND - tel. (0226) 42 28 44 www.stoopwaarland.nl
Groenrecycling Achtmaal
• OVERIJSSEL • Bruins & Kwast Biomass Management
• ZUID-HOLLAND • DELTA Milieu Groencompost B.V.
Groencompostering Steenbergen
* Locatie Goor GOOR - tel. (0547) 28 66 00 www.bruinsenkwast.nl
Van Iersel Biezenmortel B.V.
ROUVEEN - tel. (0522) 46 38 91
* Vestiging Voorschoten VOORSCHOTEN - tel. (071) 561 50 10 * Vestiging Rotterdam-Botlek ROTTERDAM-Botlek - tel. (0181) 21 45 04 * Vestiging Rijpwetering RIJPWETERING - tel. (071) 501 28 08 www.delta.nl
Groenrecycling Dalfsen B.V.
DELTA Milieu Composteren B.V.
DALFSEN - tel. (0529) 40 12 15 www.van-lenthe.nl
(gft-composteringen) * Vestiging Bergschenhoek BERGSCHENHOEK - tel. (010) 529 86 71 * Vestiging Rotterdam-Europoort ROTTERDAM-Europoort – tel. (0181) 26 19 10 * Vestiging Alphen a/d Rijn ALPHEN A/D RIJN – tel. (0172) 44 83 10 www.delta.nl
Koers Handel B.V. HOOGERSMILDE – tel. (0592) 43 03 03 www.kks.nl
Meringa Compostering B.V.
Groenrecycling Wolfshagen B.V. HASSELT - tel. (038) 477 56 98
Groenrecycling Rouveen
• GELDERLAND • H.J. Aalbers & Zn B.V. AALTEN – tel. (0543) 47 38 57 www.aalbersbv.nl
Afvalenergiecentrale ARN B.V. WEURT – tel. (024) 371 71 71 www.arnbv.nl
Bruins & Kwast Biomass Management * Locatie Duiven DUIVEN - tel. (0547) 28 66 00 www.bruinsenkwast.nl * Locatie Neerijnen NEERIJNEN - tel. (0547) 28 66 00 www.bruinsenkwast.nl
14
ALMKERK - tel. (0183) 40 32 17 www.compostaltena.nl
ABV Haukes Inspectiediensten B.V.
Pon Equipment B.V.
A. Tuytel Loon- en Verhuurbedrijf B.V.
MILLINGEN A/D RIJN – tel. (0481) 43 18 31 www.abvhaukes.nl
ALMERE - tel. (088) 737 75 00 www.pon-cat.com
OUD-ALBLAS – tel. (0184) 69 49 47 www.atuytel.nl
Van Bemmel Machine-import B.V.
PRECIA-MOLEN
Vermeer Benelux
IJSSELSTEIN - tel. (030) 686 81 00 www.vanbemmel.com
BREDA – tel. (076) 524 25 26 www.preciamolen.nl
‘s HEER ARENDSKERKE – tel. (0113) 22 41 41 www.vermeer-benelux.nl
C. van der Pols & Zn. B.V.
Qurius
ZEEFVERHUUR.NL
ZUIDLAND - tel. (0181) 45 88 45 www.pols.nl
ZALTBOMMEL – tel. (0418) 68 35 00 www.qurius.nl
BEST – tel. 06 43 58 24 60 www.zeefverhuur.nl
Europe Recycling Equipment B.V.
SCM Milieu B.V.
STEGEREN – tel. (0529) 40 81 70 www.europe-rec.com
ROERMOND - tel. (0475) 42 01 65 www-scm-adviesgroep.nl
Nihot Recycling Technology B.V.
Verhoeven Grondverzetmachines B.V.
AMSTERDAM – tel. (020) 582 20 30 www.nihot.nl
MAARHEZE – tel. (0495) 59 66 66 www.verhoevenbv.com
* locatie Biezenmortel BIEZENMORTEL - tel. (0411) 64 81 00 * locatie Ravenstein RAVENSTEIN - tel. (0486) 41 51 32 www.van-iersel.eu
Van Kaathoven Compostering Bladel B.V. BLADEL - tel. (0497) 38 64 32 www.vankaathovengroep.nl
Den Ouden Groenrecycling B.V.
WAGRO B.V.
Reiling Sterksel BV
WADDINXVEEN - tel. (0182) 63 22 36 www.wagro.nl
STERKSEL - tel. (040) 226 15 54 www.reilingsterksel.nl
PJA vd Berg Recycling BV
Begunstigers BVOR
STEENBERGEN - tel. (0167) 56 02 00
HOEK VAN HOLLAND – tel. (01745) 130 25
[email protected]
HOEK VAN HOLLAND - tel. (0174) 51 65 01 www.vanvlietrecycling.nl
WESTDORPE – tel. (0115) 45 32 22 www.sagro.nl
ACHTMAAL – tel. (076) 598 52 86 www.karltax.nl
* Locatie Land van Cuijk HAPS - tel. (0485) 35 02 05 * Locatie Maasland ROSMALEN – tel. (073) 522 49 66 * Locatie De Peel HELMOND - tel. (0492) 51 83 92 * Locatie Vlagheide SCHIJNDEL - tel. (0413) 36 54 67 * Locatie West-Brabant ZEGGE - tel. (0165) 54 98 58 www.denoudengroep.com
Van Vliet Recycling
INNOVAREC B.V.
15