2012 BSO Pedagogisch beleidsplan BSO BSO
Inleiding Welkom bij BSO De Pretletters. De Pretletters biedt buitenschoolse opvang aan kinderen die de Willem-Alexanderschool te Bergen bezoeken, in de leeftijd van 4 jaar tot en met het moment dat ze de basisschool verlaten. Dit pedagogisch beleidsplan vormt het fundament van BSO De Pretletters , van waaruit de pedagogisch medewerkers (PW-ers) handelen en de kinderen van de BSO begeleiden. Een pedagogisch beleid is een richtlijn, een houvast. Het is een middel voor ouders om ons te toetsen. Ouders ( bv de oudercommissie), maar ook de kinderen die naar de BSO komen, kunnen ons houden aan wat er in het beleid staat. Zij kunnen met ons overleggen en adviseren om het beleid aan te passen of te wijzigen. Het pedagogisch beleid blijft daarom ook aan een proces van vernieuwing en ontwikkeling onderhevig. De uitvoering van het pedagogisch beleidsplan levert uiteindelijk een goed pedagogisch klimaat op. Het pedagogisch beleidsplan geeft ons ook een gezicht, een identiteit waar wij voor willen staan en waarmee we ons willen onderscheiden en waar ouders en kinderen zich mogelijk in herkennen. Het pedagogisch beleid is gebaseerd op onze missie en visie en vertaald naar de 3 uitgangspunten welke vermeld staan in de Wet Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang: - Het bieden van (emotionele) veiligheid - Het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke en sociale competenties - De overdracht van normen en waarden, cultuur Op deze punten wordt de BSO ook getoetst door de GGD in opdracht van de gemeente. De pedagogische uitgangspunten hebben we uitgewerkt in 5 pedagogische middelen: a. Leiding-kind b. Binnen-buitenruimte c. De groep d. Activiteiten en (spel)materialen e. Dagritme/structuur De uitgangspunten en middelen staan met elkaar in verband en is vaak niet los te zien van het andere. Dat is de reden waarom u in het pedagogisch beleidsplan herhalingen kunt tegenkomen. We wensen u veel leesplezier en zien graag eventuele opmerkingen en/of reacties tegemoet.
Team BSO De Pretletters
2
Missie en Visie BSO De Pretletters is verbonden aan de Willem-Alexanderschool te Bergen. Er is gekozen voor een eigen BSO die in visie, missie en identiteit aansluit bij die van de Willem-Alexanderschool. BSO De Pretletters laat jou zijn wie je bent! BSO De Pretletters stimuleert en inspireert jouw ontwikkeling na school. Hier vinden wij het belangrijk een sfeer te scheppen, waarin kinderen zich veilig en geborgen voelen. Ieder kind heeft recht op ruimte om zich optimaal te ontwikkelen in een omgeving waarin het zich thuis voelt. Ontwikkelen houdt niet op na schooltijd. Dat is de inzet van de BSO: ontwikkelen op een speelse manier waarbij het kind niet het gevoel heeft dat het in de schoolbanken zit. Het kind leert en ontwikkelt spelenderwijs en naar eigen behoefte waarbij we proberen om die behoefte te stimuleren en uit te dagen. We doen dit door het aanbieden van activiteiten, houden van (groeps)gesprekken tijdens de thee- en frispauzes en het bieden van individuele aandacht. We sluiten aan bij de belevingswereld, nieuwsgierigheid en leergierigheid, mogelijkheden en behoeften van het kind. We nemen de kinderen serieus en we spreken het kind aan op het gedrag. Een kind krijgt waardering en aanmoediging en wordt gestimuleerd om zelfstandig zijn mogelijkheden te ontdekken en moeilijkheden te overwinnen. We proberen nieuwsgierigheid te stimuleren en kinderen zelf te laten ontdekken en oplossingen te verzinnen. We stimuleren oog te hebben voor de (sociale) context waarin het zich bevindt en hoe het daarmee om kan gaan. Ontwikkelen staat namelijk niet op zichzelf, dit gaat altijd samen met de omgeving waarin men zich bevindt. De Pretletters doet ons denken aan vrijheid, ongedwongenheid, plezier, er mogen zijn zoals je bent. Dat is hetgeen we willen uitstralen met BSO De Pretletters. In de benadering van de kinderen vinden we het belangrijk om echte aandacht te hebben voor een kind. Luisteren en kijken naar hetgeen de kinderen doen en inbrengen om van daaruit gesprekken aan te gaan en nieuwe activiteiten aan te bieden, aansluitend op de belevingswereld en behoeften van het kind. Belangrijk daarin is om de kinderen een rol te geven in het vormgeven van de activiteiten. Dat doen we door met hen te bedenken hoe een activiteit er uit zou moeten zien en wat daarvoor nodig is. Daarnaast laten we de kinderen kennis maken met activiteiten die het mogelijk (nog) niet kent en uit te dagen deze uit te proberen en te onderzoeken.
3
De drie pedagogische uitgangspunten. Hieronder beschrijven wij de drie pedagogische uitgangspunten en hoe wij de pedagogische middelen hierbij inzetten.
01.
Het bieden van (emotionele) veiligheid
Wanneer een kind zich veilig voelt in alle aspecten dan kan het ontspannen en zichzelf zijn. Veiligheid draagt dus bij aan het welbevinden van kinderen en aan het realiseren van de andere pedagogische uitgangspunten. Wij vinden het belangrijk dat veiligheid wordt geboden middels de zorg voor een goede sfeer, de zorg voor lichamelijke - en geestelijke gezondheid en de zorg voor een veilige omgeving. Deze pijlers kunnen worden vertaald in zichtbaar gedrag, inrichting en voorzieningen en genomen veiligheidsmaatregelen.
Leiding-kind De kinderen worden opgevangen door gekwalificeerde pedagogisch medewerkers volgens de Wet Kinderopvang. Het zijn combinatie-medewerkers wat inhoudt dat zij zowel in de opvang werkzaam mogen zijn als in klassensituaties als onderwijsassistenten. Momenteel werken de pedagogisch medewerkers (=combinatie-medewerkers) vooralsnog alleen in de buitenschoolse opvang. Er zijn twee vaste BSO medewerkers die in de voor- en naschoolse opvang werken. Deze zullen aangevuld worden met stagiaires .Ook de stagiaires voldoen aan de wettelijke minimumeisen vanuit de Wet Kinderopvang. De groepsleiding spreekt de kinderen aan bij de voornaam. De kinderen spreken de leidsters aan met juf……. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen en groepsleiding plezier hebben met elkaar en respect hebben voor elkaar. Op basis van het bovenstaande heeft de groepsleiding samen met de kinderen een aantal afspraken met elkaar gemaakt rondom omgang met elkaar en de omgeving. Deze afspraken zijn te vinden op een poster aan de muur. Belangrijke afspraken t.a.v. de omgang met elkaar zijn:
We vertrouwen elkaar. We helpen elkaar. Je speelt niet de baas. We lachen elkaar niet uit. We laten elkaar uitpraten. We respecteren elkaar in wie we zijn. Daarnaast nemen we ook de maandregel mee die iedere maand op de Willem/Alexanderschool wordt uitgedragen. Deze is ook te vinden op een poster aan de wand. De groepsleiding staat open voor de gevoelens, houding en motivatie van de kinderen en houdt rekening met andermans normen en waarden. De groepsleiding luistert, troost, bevestigt, verzorgt, legt uit en moedigt de kinderen aan. Tijdens het drinkmoment komen de verhalen van de dag naar boven en wordt van de kinderen verwacht dat ze naar elkaar luisteren. Dit bevordert ook het onderling sociale gedrag.
4
De pw en de coördinator bso hebben regelmatig overleg (per mail, tussendoor en op afspraak) over praktische zaken, de uitwerking van een dagritme , pedagogisch handelen, activiteitenaanbod en afspraken. Dit dagritme kunt u later lezen bij het kopje ‘de groep’. De twee vaste pedagogisch medewerkers zullen dit schooljaar nog een BHV-cursus volgen. Medewerkers
vso-nso
Els Luntz
nso
Coördinator BSO
Koen Hollenberg
Nso en vakantie-
Ped. medewerker
Marieke Sibarani
Nso en vakantie
Ped. medewerker
Kirsten Krabbenbos
Vso, Nso en vakantie
Ped. medewerker
Binnen – en buitenruimte De bso heeft een eigen klaslokaal die gezellig is ingericht en kan daarnaast gebruik maken van een speelzaal die overdag ook door school wordt Er wordt gebruik gemaakt van de toiletten in de school. Vanuit de speelzaal is de buitenruimte ( deels) zichtbaar. De buitenruimte is het schoolplein en is omheind met een laag hek. Op het plein staan enkele speeltoestellen en er is een omhein voetbalveld ( “pannaveld”). Iedere dag wordt er gezamenlijk speelkwartier gehouden onder begeleiding van de pedagogisch medewerker. Aangrenzend aan het schoolplein komt een mini dierenboerderij en een tuin die de kinderen kunnen verzorgen. Daarnaast geeft het de gelegenheid om hutten te bouwen. Kinderen met een zelfstandigheidcontract, waarin staat vermeld dat zij zonder constant toezicht van de groepsleiding buiten mogen spelen, mogen op eigen gelegenheid naar buiten. Wel moeten de kinderen dit eerst overleggen met de groepsleiding die de kinderen er dan op wijst dat zij het plein niet mogen verlaten. Andere kinderen gaan alleen naar buiten onder toezicht van de groepsleiding.
Ruimte speelzaal speelplein klaslokaal
Oppervlakte 87 m2 2100 m2 61 m2
5
Veiligheidsvoorzieningen; De klapdeuren naar de aula toe zijn voorzien van veiligheidsglas en drangers. Het toiletblok voor de bso-kinderen heeft een veiligheidsstrip, zodat de kinderen er niet met de vingers tussen kunnen komen. Er is een vluchtroute en een alternatieve vluchtroute gemaakt. Er is een EHBO-trommel die gecontroleerd wordt door de Arbo-coördinator van school, Johan van den Hurk. De kinderen hangen hun jas onder de eigen luizencape op. De coördinator bso beschikt over een beleid agressie en geweld die Tabijnbreed wordt gedragen.Verder is er een apart protocol Kindermishandeling. Alle medewerkers van de BSO zijn volledig op de hoogte van het protocol. Op het plein staan attributen die jaarlijks gecontroleerd worden en met een logboek worden bijgehouden. Ook de speelzaal wordt jaarlijks gecontroleerd. Voor de buitenschoolse opvang is er een nieuwe risico-inventarisatie gemaakt waaruit een plan van aanpak zal worden geschreven op het gebeid van veiligheid en gezondheid.
De groep Per groep zitten maximaal 20 kinderen. Op elke 10 kinderen is er 1 pedagogisch medewerkster aanwezig. Dit is de wettelijk vastgestelde norm. De kleuters worden door de groepsleiding bij hun klas opgehaald. De andere kinderen komen zelf naar de buitenschoolse opvang. De kleuters behoren tot de ‘jongsten’ basisgroep in de leeftijd 4 t/m 6 jaar.De kinderen van de groepen 3 t/m 8 behoren tot de basisgroep met ‘oudsten’ in de leeftijd 7 t/m 12 jaar. Bso De Pretletters heeft 1 groep. Op dit moment zijn er 11 kinderen ingeschreven en bedraagt de maximale groepsgrootte 7 kinderen o.l.v. 1 pedagogisch medewerker. Op het moment dat het aantal van 10 kinderen wordt overschreden komt er een leidster bij. Mogelijk wordt dan de keuze gemaakt om kinderen in een oudste en jongste groep op te delen.
6
Dagprogramma / ritme; Voorschoolse opvang (07:30 tot 08:30 uur) 07:30 uur
De kinderen worden door de ouders naar de bso-ruimte gebracht. Jassen en tassen worden al bij eigen de klas opgehangen. Schoenen gaan uit en sloffen aan. De kinderen mogen gaan spelen. Daarnaast is er de mogelijkheid tot ontbijt. Dit is verkrijgbaar d.m.v. een strippenkaart en moet twee dagen tevoren bij bso zijn aangegeven.
08:20 uur
De kinderen worden door de groepsleiding naar de groep gebracht.
Naschoolse opvang op maandag, dinsdag en donderdag (15:15 uur tot 18:30 uur) 15:15 uur
De kleuters worden door de groepsleiding opgehaald uit hun klassen. De rest komt zelf. Schoenen worden uitgedaan en sloffen aan. Eventuele tekeningen, brieven of knutsels worden in de daarvoor bestemde eigen ‘postbakken’ gelegd.
15.20
Drinken en koekje/fruit eten. Ondertussen wordt er voorgelezen en/of gevraagd naar belevenissen van de dag. De activiteit van de dag wordt verteld en er worden afspraken gemaakt.
15:35 uur
De kinderen gaan even plassen en trekken hun jas aan om naar buiten te gaan. (Bij slecht weer blijven we binnen) Op het plein wordt even lekker gespeeld onder begeleiding van de pedagogisch medewerker.
15.50 uur
De kinderen gaan naar binnen en zoeken een activiteit uit of doen mee aan de aangeboden activiteit.
17.00 – 17.15
Drinken en eventueel een cracker
17:30 uur
De meeste kinderen worden rond deze tijd opgehaald en afgemeld (naam doorstrepen in de daglijst of foto omdraaien.) Overige kinderen kunnen vrij spelen.
18:31 uur
Bso is gesloten
7
Vrijdag ( 12:00 uur tot 18:30 uur) • •
12.00 start BSO middag Kinderen komen zich melden, de kleuters halen we op uit de klassen. 12.00 – 12.30 Lunch (samen tafel dekken etc.)
•
12.30 – 12.45 Buiten spelen
•
12.45 – 13.00 Afspreken wat ieder gaat doen en welke activiteit wordt gegeven
•
13.15 – 14.30 Activiteit (op vrijwillige basis) en/of vrij spelen
•
14.30 – 15.15 Vrij spelen en/of kinderen worden opgehaald
•
15.15 – 18.30 Programma als ma t/m do
Wanneer de kinderen hun jas onder de daarvoor bestemde luizencapes hebben gehangen en hun schoenen en tassen in de kast hebben gezet, mogen ze gaan zitten aan tafel. Voor alle kinderen geldt dat er een duidelijk rustmoment is waarbij er sprake is van geborgenheid, structuur en de eerste levensbehoeften (eten/ drinken / aandacht/ schone ruimte). De groepsleiding zorgt voor gezelligheid door aandacht te hebben voor het kind of het daar te laten wanneer er geen behoefte is aan aandacht. Ter plekke wordt er fruit geschild en gedeeld met elkaar. (Er wordt 1 stuk fruit per dag per kind gerekend)
Activiteiten, gericht op veiligheid Voor de verschillende soorten activiteiten die kinderen leuk vinden om in hun vrije tijd te doen hebben we op basis van jongens- en meisjes interesses inkopen gedaan bij de speelgoedgroothandel die passen bij de verschillende leeftijden. Na het buitenspelen komen de kinderen weer binnen en kunnen een activiteit uitzoeken. Sommige activiteiten worden al aangeboden aan tafel en speelkleden waar kinderen gewoon aan kunnen schuiven. Het toont huiselijk en uitnodigend. Door de scheidingswand (d.m.v. een gordijn) te gebruiken kan de ruimte verkleind worden. Zo kunnen er gezellige hoeken worden gecreëerd en een duidelijke scheiding tussen verschillende soorten activiteiten. Ook wordt er een groepsactiviteit aangeboden waaraan de kinderen op basis van vrijwilligheid kunnen deelnemen. De activiteiten op een dusdanige manier aangeboden dat de kinderen gestimuleerd worden om deel te nemen. Met enige regelmaat bieden we een activiteit aan in de vorm van een workshop of “clinic” waarvoor we externe vakkrachten benaderen. Dit gebeurt niet alleen in de vakanties. Juist de kinderen die een aantal keren per week gebruik maken van de buitenschoolse opvang zouden van andere activiteiten moeten kunnen proeven.
8
Spelmateriaal, gericht op veiligheid Bij de aanschaf van het spelmateriaal is gelet op aantrekkingskracht voor kinderen en deugdelijkheid. Wanneer de kinderen voor een spel hebben gekozen wordt er van hen verwacht dat ze het ook weer opruimen in de daarvoor bestemde kasten. Speelmateriaal in de vorm van teken – en knutselvoorwerpen worden allemaal bewaard in een aparte inloopkast aan de speelzaal. Zo heeft alles een vaste plek. Nieuw, uitdagend spel en speelgoed zal worden aangeschaft n.a.v. wensen van kinderen, tips van de ouders en advies van de pedagogisch medewerkers. De frequentie van aanschaf moet nog nader worden bepaald.
02.
Het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke- en sociale competentie.
Onder persoonlijke competentie verstaan wij brede persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit die kinderen in staat stellen om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken, en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Mede door de aandacht voor deze persoonskenmerken wordt het ontwikkelen van een positief zelfbeeld bevorderd. We proberen met onze school en daarbij met onze buitenschoolse opvang een plek te zijn waar een kind graag naar toe gaat, waar het zichzelf kan zijn en waar het gewaardeerd wordt. Maar ook een plek waar het zich spelenderwijs kan ontwikkelen op verschillende gebieden. Vanuit de school vormen de 6 kernwaarden plezier, authenticiteit, synergie, vertrouwen, zelfbewustzijn en ontwikkeling uitgangspunten van waaruit wordt gewerkt en zijn tevens leidraad in de BSO. In de onderbouw (groep 1 t/m 3) wordt er gewerkt in centrale thema’s waarbij kinderen zelf een stuk input / richting kunnen geven. Verschillende activiteiten kunnen zo binnen een thema worden gedaan. Maar ook de activiteiten zelf kunnen op diverse manieren worden aangeboden. Het ene kind leert anders dan het andere kind. Deze vorm van activiteitenaanbod willen we bij de buitenschoolse opvang verder ontwikkelen. De kinderen zijn hierbij onze belangrijkste bron. Zij geven aan waar hun belangstelling/ belevingswereld op dat moment om draait. De pedagogisch medewerkers kijken en luisteren hier naar en sluiten hier op aan. Naast een prettig en vermakelijke vorm van vrije tijdsbesteding kunnen er dan ook activiteiten aangeboden worden waar de kinderen kennis en kunde kunnen opdoen. Te denken valt aan typles, workshops in creatieve uitingen, bouwwerkjes metselen, drama, bewegingsvormen etc. Onder het ontwikkelen van sociale competentie verstaan wij sociale kennis en vaardigheden, zoals het zich kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, elkaar helpen, delen met elkaar, conflicten voorkomen en oplossen en het omgaan met regels. Het gaat om het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid.
9
Leiding-kind
Ieder kind krijgt individuele aandacht, rekening houdend met leeftijd en behoeften van een kind. Vragen van kinderen worden serieus genomen. Binnen de grenzen van redelijkheid en veiligheid blijft er altijd aandacht en ruimte voor het eigen initiatief en eigen wil van het individuele kind. Kinderen worden middels spel, deelname aan activiteiten, vertellen en voorlezen bewust van de omgeving en hun plaats daarin. Geleidelijk aan worden de grenzen verlegd tussen wat een kind wel al zelf kan en wat nog niet. In het laatste geval zullen de pedagogisch medewerkers het kind stimuleren. Kinderen worden aangemoedigd eigen initiatieven te ontplooien. Zij krijgen de gelegenheid zich op zelfgekozen bezigheden te richten welke aansluiten bij de eigen interesses. Het kind wordt geprezen en gewaardeerd voor wat het al kan of voor wat het doet. Door op deze wijze het kind te observeren en te begeleiden in zijn ontwikkeling, wordt het steeds zelfstandiger. Leidsters schenken bewust aandacht aan het versterken van de eigenwaarde van het kind. Tijdens samenspel kan niet worden voorkomen dat er wel eens een conflict onderling ontstaat. Er wordt dan geprobeerd om het vermogen van kinderen om voor zichzelf op te komen te bevorderen door niet voor hen de problemen op te lossen, maar waar nodig met hen. Wel kan inzicht worden gegeven in het verband tussen het eigen gedrag en de reactie van een ander hierop. Zo worden de kinderen geleerd om consequenties van het eigen gedrag beter te begrijpen en daar voor zover mogelijk al vooraf rekening mee te houden.
Ik weet iets goed van jou Zou de wereld niet beter zijn Als iedereen die ik ontmoet zou zeggen: Ik weet iets goed van jou! Zou ‘t niet fantastisch heerlijk zijn Als elke handdruk zeggen zou: Van harte en oprecht gemeend “Zeg kind, ik weet iets goed van jou!” Zou niet het leven blijer zijn, Als men het goede steeds prijzen zou; Want werkelijk bij al het kwaad Is zoveel goeds in mij en jou. Zou ‘t niet een fijne houding zijn, Als iedereen zo denken zou: “Jij weet een beetje goeds van mij, En ik, ik weet iets goeds van jou!”
10
Binnen-buiten ruimte
In de speelzaal staat een grote tafel en een bank. Aan tafel en gecreëerde hoeken kunnen kinderen kiezen voor diverse activiteiten. Te denken valt dan aan een afwisseling van een actieplek en speelhoeken. In het klaslokaal van groep 4 is ruimte om zich terug te trekken in een rustige hoek of kan men aan lege tafels spelletjes doen . Verder zullen de kinderen worden gestimuleerd om buiten te spelen. Buiten ervaren de kinderen meer vrijheid en minder begrenzing. Dit heeft een positief effect op hun ontwikkeling. Op termijn kunnen de kinderen actief bezig zijn in de mini boerderij, waar ze kunnen spelen met de dieren alsmede het verzorgen ervan. In overleg met ouders wordt er bekeken hoeveel vrijheid een kind aan kan. Dit wordt vastgelegd in een aanvullende overeenkomst, een zelfstandigheidscontract, die wordt ingevuld bij inschrijving. In de ouder/leidstergesprekken kunnen deze aanvullende overeenkomsten worden herzien.
De groep
De pw-ers hechten grote waarde aan de betrokkenheid van de kinderen bij de zorg van de dagelijkse gang van zaken binnen de groep. Niet alleen binnen de groep maar ook in de vrije activiteiten en het spel onderling. Er wordt gezamenlijk gegeten en gedronken, er wordt samen gespeeld en samen opgeruimd, samen gepraat en samen gezongen. Kinderen worden geleerd rekening te houden met elkaar en met de volwassenen, voor elkaar te zorgen en iets voor elkaar over te hebben. We leren kinderen zich mede verantwoordelijk te voelen voor de ruimte en de materialen. Na het spelen ruimt het kind zijn/haar eigen spullen op alvorens iets anders te gaan doen. De kinderen kunnen de groep als betekenisvolle sociale leeromgeving benutten als er in de groep kan worden samengewerkt, als er gedeeld wordt en als er respect heerst. Aspecten als accepteren, aanpassen, incasseren, leiderschap, kleinste of grootste zijn komen dagelijks aan de orde tijdens groepsprocessen. In de omgang met elkaar ontwikkelen de kinderen een gevoel van respect voor zichzelf en voor anderen en leren ze verantwoordelijkheid te dragen voor eigen handelen. Tijdens deze omgang met andere kinderen en met de pw-ers krijgen kinderen de ruimte om emoties te tonen. Zij kunnen boos of verdrietig zijn, zij kunnen uitgelaten blij zijn of behoefte hebben om even alleen te zijn. De pw-ers streven ernaar kinderen deze emoties te laten uiten. Emoties, zowel positieve als negatieve, zullen bespreekbaar worden gemaakt. Geprobeerd wordt om niet de emoties in te vullen maar het gevoel dat bij een kind leeft duidelijk te bespreken. Zo kunnen de pw-ers zo goed mogelijk inspelen op het gevoel van het kind.
11
Activiteiten
Er is in de groep een duidelijke en vaste verdeling tussen groepsmomenten en momenten die de kinderen individueel in kunnen vullen. De sociale inhoud van het activiteitenaanbod is dat de kinderen samenspelen, met elkaar praten, naar elkaar moeten luisteren en samenwerken. De pw-ers zijn in staat om leeftijd gerichte activiteiten te bieden. Daarbij proberen we tijdens de activiteiten plezier, pret en succes te ervaren. Ook willen wij dat kinderen om leren gaan met emoties in situaties van plezier, grapjes, frustratie, conflict, boosheid en verdriet.
Spelmateriaal.
De eerste aanschaf spelmateriaal is voornamelijk geweest voor gezamenlijk spel dat aanzet tot het samen ervaren van plezier, pret en succes alsmede materiaal dat uitdaagt tot inzicht, doorzettingsvermogen en ontwikkeling. Het aanbod is divers. Er zijn materialen aanwezig die voor verschillende leeftijden, interesses, concentratiemogelijkheden en spanningsbogen geschikt zijn. Enkele speelkleden zijn aangeschaft om gezellig samen (of alleen) te kunnen spelen. Daarnaast is er speelgoed aangeschaft dat uitnodigt tot rollenspelen. Spelmateriaal voor verdere ontwikkelingsvormen zullen naar behoefte worden aangeschaft. Ouders en kinderen kunnen hierin meedenken.
03.
De overdracht van waarden en normen; cultuur
Door opvoeding, opleiding en levenservaring ontwikkelt ieder mens zijn eigen waarden en normen. Van groot belang is dat de lijn van school naar buitenschoolse opvang wordt doorgevoerd daar waar het gaan om omgangsregels. Zo is er door de hele organisatie heen eenduidigheid in hoe we met elkaar, met spullen en met ons gebouw omgaan. Er wordt respectvol en zorgvuldig omgegaan met de achtergronden van kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers. Er is aandacht voor relaties tussen kinderen onderling en tussen pedagogisch medewerkers en kinderen.
Leiding-kind
De BSO hecht grote waarde aan de sociale en emotionele ontwikkeling van de aan ons toevertrouwde kinderen. Wij besteden bewust aandacht aan het overdragen van algemene waarden en normen, die maatschappelijk geaccepteerd zijn. De vorming van de persoonlijkheid van ieder kind zal hierin te allen tijde worden gerespecteerd. Samen met de kinderen zijn er algemene afspraken gemaakt waarin de kinderen ook zelf hun input hebben geleverd over wat zij hierin belangrijk vinden. In omgang met de kinderen zullen pedagogisch medewerkers het goede voorbeeld geven en kinderen aansturen in gewenst gedrag. Te denken valt aan situaties als het ophangen van jassen aan de kapstok, het handen wassen voor het eten en drinken, het elkaar uit laten praten en het opruimen na een activiteit etc. Kinderen die zich dat gedrag nog eigen moeten maken zullen op vriendelijke wijze worden gecorrigeerd en geholpen.
12
Voor advies, vragen of hulp kunnen de pw-ers terecht bij de ouders. Zij kennen de kinderen het best. De pw-ers kunnen ook terecht bij Stichting Tabijn; zij zijn de houder van de buitenschoolse opvang. Bij toestemming van ouders kunnen de pw-ers voor advies en inzage in problematieken ook terecht bij het team van de Willem- Alexanderschool, bijv. de leerkracht, intern begeleider of de directie.
Binnen-buiten ruimte
Van alle gebruikmakende partijen wordt verwacht de ruimten netjes achter te laten. Er zijn kasten die niet gebruikt mogen worden door de buitenschoolse opvang. Ook omgekeerd geldt dat er veel kasten staan van de bso waar bijvoorbeeld ‘de overblijf’ en school geen gebruik van mogen maken. Ander meubilair en voorzieningen (computers, smartboarden) worden na gebruik weer netjes achtergelaten. Zo gelden er (ongeschreven) regels waar een ieder zich aan dient te houden.(niet rennen, sloffen aan in de speelzaal etc.) Deze regels zullen, samen met een plattegrond, voor iedereen zichtbaar worden gemaakt. Zo kunnen invallers zich aan dezelfde regels conformeren.
De groep
De groep kent een belangrijke rol daar waar het gaat om het ontwikkelen van normen, waarden en daarmee een eigen cultuur. Binnen de groep ontmoet ieder kind andere kinderen en volwassenen. De groep biedt veel uitdagingen aan het kind. Kinderen leren sociale vaardigheden als naar elkaar luisteren, delen van aandacht, elkaar helpen en elkaar troosten, omgaan met regels en conflicten. De pedagogisch medewerker leidt de interactie ingoede banen. Tijdens groepsmomenten worden normen en waarden overgedragen door het bespreken en vaststellen van afspraken. Verder worden de manieren om jezelf en anderen daar aan te houden besproken.
Activiteiten
Wij brengen de waarden en normen dicht bij kinderen door afspraken te maken die stimuleren dat iedereen tijdens activiteiten rekening houdt met elkaar, samen deelt, elkaar helpt zodat er onderlinge solidariteit kan ontstaan. Wij streven ernaar om aan te sluiten op gebeurtenissen in ‘het echte leven’ in het gezin, de omgeving en hetgeen kinderen bezig houdt.Dit wordt door de pw-ers geïnventariseerd door met aandacht te kijken en luisteren naar de kinderen.
Spelmateriaal.
Ons spelmateriaal draagt bij aan het eigen maken van normen en waarden door materiaal dat wegwijs maakt in het alledaagse leven. Bijvoorbeeld keukenattributen, verkleedspullen e.d. om rollen te oefenen. Wij maken kinderen bewust van het omgaan met materialen door afspraken te maken over het kiezen, gebruiken en opruimen van spelmateriaal.
13
14