2013 Pedagogisch beleidsplan BSO
Karin Lammertsma Coördinator BSO Visser ’t Hooft 29-1-2013
1
Inleiding In dit pedagogisch beleidsplan leest u het pedagogisch beleid van de buitenschoolse opvang (bso) van basisschool Visser ‘t Hooft. Deze buitenschoolse opvang vangt per schoolmiddag maximaal 40 kinderen op in de leeftijd van 4 tot en met het moment dat ze de basisschool verlaten. De visie van bso Visser ’t Hooft sluit nauw aan bij de visie van de school. Een pedagogisch beleid is een richtlijn, een houvast, voor de groepsleiding en andere betrokkenen bij de bso die werken met kinderen. De groepsleiding weet wat er van hen verwacht wordt en wat de bso belangrijk vindt. Het pedagogisch beleid is ook een middel voor ouders om ons te toetsen. Ouders (b.v. een oudercommissie) maar ook de kinderen die naar de buitenschoolse opvang komen, kunnen ons houden aan wat er in het beleid staat. Zij kunnen met ons overleggen om het beleid aan te passen of te wijzigen. Het pedagogische beleid blijft daarom ook aan het proces van vernieuwingen en aanpassingen onderhevig. Wat willen wij onze kinderen bieden, wat vragen wij aan houding van hen en van de leiding, het uitproberen van nieuwe dingen, regels ter discussie durven stellen en elkaar kritische vragen durven stellen. De uitvoering van dit pedagogisch beleidsplan levert uiteindelijk een goed pedagogisch klimaat op voor de kinderen.
Visie Basisschool Visser ’t Hooft: op weg naar zelfstandigheid Een open en respectvolle school Basisschool Visser ’t Hooft is een open, respectvolle oecumenische school waar kinderen met verschillende achtergronden en religies welkom zijn. Vanuit christelijke normen en waarden leren we kinderen goed met elkaar om te gaan en verschillen te respecteren. Zo creëren we een veilige omgeving waarbinnen kinderen zich thuis voelen en optimaal kunnen spelen en leren. Ondernemend onderwijs Wij geven modern, ondernemend onderwijs en stimuleren het leren door uitdagende lesmethodes. We besteden veel aandacht aan zelfstandig werken én samenwerken. We stimuleren kinderen zelf zaken te ontwikkelen en te ontdekken. Door een gedifferentieerd onderwijsaanbod en een goed zorgsysteem kan elk kind zich optimaal ontwikkelen en werken we toe naar maximaal leerresultaat. Ontwikkel je talenten Naast goede leerresultaten vinden we het belangrijk dat elk kind zijn talenten kan ontwikkelen. We besteden op school veel aandacht aan persoonlijke ontwikkeling. Binnen de veilige omgeving van de school werken we aan ondernemende eigenschappen zoals zelfstandigheid, creativiteit, initiatief nemen, doorzettingsvermogen, kunnen incasseren, zelfvertrouwen en zelfkennis.
2
Samen creatief en inventief We stimuleren kinderen zelf ideeën te ontwikkelen, plannen te maken, ideeën uit te voeren en de resultaten te presenteren. Daardoor leren kinderen goed communiceren en samenwerken. Natuurlijk hebben ze daarbij samen veel plezier en kunnen ze trots zijn op hun resultaten. Het profiel van basisschool Visser ’t Hooft wordt vormgegeven door een team van professionele en ondernemende leerkrachten met aandacht en zorg voor alle kinderen. Zij creëren elke dag een inspirerende omgeving die kinderen motiveert en stimuleert tot optimale prestaties.
Vanuit de visie van Visser ’t Hooft school is er een vertaalslag gemaakt op het niveau van de buitenschoolse opvang. Hier vinden wij het belangrijk een sfeer te scheppen, waarin kinderen zich vertrouwd en geaccepteerd voelen. We nemen de kinderen serieus en respecteren ze in hun mogelijkheden. Wij spreken het kind aan op het gedrag. Een kind krijgt waardering en aanmoediging en wordt gestimuleerd om zelfstandig ideeën uit te voeren en te ontdekken. Wij leren de kinderen samen te werken en naar elkaar luisteren. Kinderen kunnen binnen de school en bso hun sociale vaardigheden ontwikkelen. Onze visie is opgedeeld in de volgende drie pedagogische uitgangspunten; 1. het bieden van (emotionele) veiligheid 2. het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke– en sociale competentie 3. de overdracht van waarden en normen; cultuur
3
Het pedagogisch beleid bevat deze drie pedagogische uitgangspunten, omdat deze vermeld staan in de Wet Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Op deze punten wordt de bso ook getoetst door de GGD in opdracht van de gemeente. De pedagogische uitgangspunten worden uitgewerkt in vijf pedagogische middelen: a. leiding-kind b. binnen-buiten ruimte c. de groep d. activiteiten e. spelmateriaal. Alle uitgangspunten en middelen staan met elkaar in verband. Het ene middel en/of uitgangspunt is vaak niet los te zien van het andere. Dat is de reden dat u in het pedagogisch beleidsplan herhalingen zult lezen. Alleen wanneer een kind zich gewaardeerd weet en zich veilig voelt kan het zich goed ontwikkelen. Onze visie zoveel mogelijk te streven naar een ondernemend klimaat met respect voor elkaar zien we graag doorgetrokken naar het activiteitenaanbod en het gedrag van onze kinderen en pedagogisch medewerkers in de buitenschoolse opvang.
A: De drie pedagogische uitgangspunten. Hieronder beschrijven wij de drie pedagogische uitgangspunten en hoe wij de pedagogische middelen hierbij inzetten.
1) Het bieden van (emotionele) veiligheid Wanneer een kind zich veilig voelt in alle aspecten dan kan het ontspannen en zichzelf zijn. Veiligheid draagt dus bij aan het welbevinden van kinderen en aan het realiseren van de andere pedagogische uitgangspunten. Wij vinden het belangrijk dat veiligheid wordt geboden middels de zorg voor een goede sfeer, de zorg voor lichamelijke - en geestelijke gezondheid en de zorg voor een veilige omgeving. Deze pijlers kunnen worden vertaald in zichtbaar gedrag, inrichting en voorzieningen en genomen veiligheidsmaatregelen.
Leiding-kind De kinderen worden opgevangen door gekwalificeerde groepsleiding volgens de Wet Kinderopvang. Het zijn combinatie-medewerkers wat inhoudt dat zij zowel in de opvang werkzaam mogen zijn als in klassensituaties als onderwijsassistenten. Momenteel zijn er vier vaste BSO medewerkers die in de naschoolse opvang werken. Tijdens de tafelmomenten zijn er twee medewerkers in het lokaal en twee in de aula. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen en groepsleiding plezier hebben met elkaar en respect hebben voor elkaar. Voor alle kinderen geldt dat er een duidelijk rustmoment is waarbij er sprake is van geborgenheid, structuur en de eerste levensbehoeften (eten/ drinken / aandacht/ schone ruimte/ schone broek).
4
De groepsleiding zorgt voor gezelligheid door aandacht te hebben voor het kind of het daar te laten wanneer er geen behoefte is aan aandacht. De groepsleiding staat open voor de gevoelens, houding en motivatie van de kinderen en houdt rekening met andermans normen en waarden. De groepsleiding luistert, troost, bevestigt, verzorgt, legt uit en moedigt de kinderen aan. Tijdens het tafelmoment komen de verhalen van de dag naar boven en de kinderen moeten daarbij naar elkaar luisteren. Dit bevordert ook het onderling sociale gedrag. Nieuwe kinderen Een nieuw kind wordt een week voor de eerste opvang met ouder uitgenodigd voor kennismaking met de groep en de leiding. De eerste periode krijgt het kind spelenderwijs uitleg van de regels, gebruiken en al het speelmateriaal. De leiding zal het kind extra aandacht geven zodat het zo soepel mogelijk kan integreren in de groep. Een kind dat van de Guppy’s overgaat naar de Orka’s wordt tijdens het tafelmoment extra begeleid door alle geldende regels en afspraken aan tafel te bespreken. Alle kinderen kennen elkaar maar de eerste keer bij de nieuwe groep wordt het kind aan de groep voorgesteld als Nieuwe Orka.
Binnen – en buitenruimte De bso is gevestigd in een apart lokaal dat twee keer per week ook door school wordt gebruikt voor handvaardigheid. Aangrenzend is de aula die ook door de buitenschoolse opvang wordt gebruikt met twee groepen. Tijdens tafelmomenten zitten de Guppy’s (lft. 4/7jr.) in het lokaal en de Orka’s (lft. 7/12jr.) in de aula. De aula kan middels een schuifwand in tweeën worden verdeeld. De bso heeft haar eigen kasten en materialen. De bso maakt ook gebruik maken van het aan de aula grenzende computerlokaal en de speelzaal, welke na de klapdeuren van de aula gesitueerd is. Het bso lokaal is voorzien van twee opklaptafels met vaste krukken waar tijdens tafelmomenten twee basisgroepen aan zitten, de Guppy’s. De inrichting is aangepast aan de interesses en belevingswereld voor het jonge kind. Er staat een keukentje met tafeltje en stoeltjes, een bakkenkast met divers speelgoed, een kapstokkast en ladekast met verkleedkleren, diverse speelmaterialen waarmee op de lage tafels en huiselijke kleden kan worden gespeeld. In de bakkenkast zit ook speelgoed voor het oudere kind. Er is een boekenkast met boeken en stripboeken voor alle kinderen, bovenop staan een TV en DVD speler. Er staat ook een bank waarop alle kinderen mogen zitten, hangen, lezen of uitrusten. In de aula zitten tijdens het tafelmoment de twee basisgroepen oudere kinderen, de Orka’s, aan hoge tafels met stoelen en/of krukken. Er staan twee fauteuils waarop ze kunnen zitten, hangen lezen of uitrusten. Het podium wordt alleen onder toezicht gebruikt voor toneelstukjes of oefenen voor een optreden. De ruimtes zijn kindgericht, bekend en vertrouwd. Na de tafelmomenten kunnen de kinderen zelf hun gang gaan in het lokaal of de aula.
5
De buitenruimte grenst aan het bso-lokaal en is omheind met hekken. Kinderen met een zelfstandigheidcontract, besproken in de afsprakenlijst, waarin staat vermeld dat zij zonder constant toezicht van de groepsleiding buiten mogen spelen, mogen op eigen gelegenheid naar buiten. Wel moeten de kinderen dit eerste overleggen met de groepsleiding die de kinderen er dan op wijst dat zij het plein niet mogen verlaten. De groepsleiding gaat geregeld naar buiten om te zien en horen of alles goed gaat. Andere kinderen gaan alleen naar buiten onder toezicht van de groepsleiding.
Veiligheidsvoorzieningen; Er is een vluchtroute gemaakt. Het vluchtplan hangt bij de deur van de BSO. Bij de deur van het lokaal staat een EHBO-trommel die gecontroleerd wordt door de Arbo-coördinator van school. De coördinator bso beschikt over het protocol Kindermishandeling en alle begeleiders zijn bekend met de inhoud hiervan. Op het plein staan attributen die jaarlijks gecontroleerd worden en met een logboek worden bijgehouden. Ook de speelzaal wordt jaarlijks gecontroleerd. Voor de buitenschoolse opvang is er een risico-inventarisatie gemaakt waaruit een plan van aanpak is geschreven op het gebied van veiligheid en gezondheid. De risico inventarisatie en het plan van aanpak worden geregeld aangepast al naar gelang de omstandigheden dit vragen.
De groep De kleuters en groep 3 worden om 14.25u. door de groepsleiding bij hun klas opgehaald. De andere kinderen komen zelf naar de buitenschoolse opvang. De kleuters en kinderen uit groep 3 behoren tot de ‘jongsten’ basisgroep de Guppy’s in de leeftijd 4 t/m 7 jaar. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 horen tot de basisgroep met ‘oudsten’, de Orka’s in de leeftijd 7 t/m 12 jaar. Bij elke basisgroep horen twee vaste pedagogisch medewerkers. Dit geldt in ieder geval voor de overgangsfase van de klas naar de opvang en de tijd dat ze aan tafel zitten. Later, na keuze van een activiteit, kunnen groepen door elkaar gaan lopen. De praktijk laat wel zien dat de jongste kleuters graag in kleinere kring blijven. Momenteel bedraagt onze groepsgrootte maximaal 40 kinderen verdeeld in twee groepen. (zie B)
Activiteiten, gericht op veiligheid Voor de verschillende soorten activiteiten die kinderen leuk vinden om in hun vrije tijd te doen zijn er per leeftijdsgebied en op basis van jongens- en meisjes interesses allerlei speel- en knutselmaterialen aanwezig. Na de tafelmomenten kiezen de kinderen zelf een activiteit of worden gemotiveerd om iets te kiezen uit het ruime aanbod. Het toont heel huiselijk en uitnodigend. De kinderen hebben veel ruimte om zelf initiatieven te nemen en te kiezen. Ze worden niet verplicht om deel te nemen aan groepsactiviteiten. Wel worden de activiteiten op een dusdanige manier aangeboden dat de kinderen gestimuleerd worden om deel te nemen. Met grote regelmaat bieden we een activiteit aan in de vorm van een workshop. Dit gebeurt niet alleen in de vakanties. Juist als de kinderen een aantal keren per week gebruik maken van de buitenschoolse opvang kunnen ze ook aan andere activiteiten meedoen. Zoals workshops tekenen/ schilderen,
6
keramiek, breakdance,enz. Tijdens de aangeboden workshop is ook altijd een van de medewerkers aanwezig.
Spelmateriaal, gericht op veiligheid Bij de aanschaf van het spelmateriaal is gelet op aantrekkingskracht voor kinderen en deugdelijkheid. Wanneer de kinderen voor een spel hebben gekozen wordt er van hen verwacht dat ze het ook weer opruimen in de daarvoor bestemde kasten. Ook speelmateriaal in de vorm van teken – en knutselvoorwerpen worden allemaal bewaard in een aparte kast in het lokaal. Zo heeft alles zijn vast plek. Nieuw, uitdagend spel en speelgoed zal worden aangeschaft n.a.v. wensen van kinderen, tips van de ouders en advies van de pedagogisch medewerkers. Met grote regelmaat wordt nieuw speelmateriaal voor binnen en buiten aangeschaft.
2) Het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke- en sociale competentie. Onder persoonlijke competentie verstaan wij brede persoonskenmerken zoals veerkracht, zelfstandigheid en zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit die kinderen in staat stellen om allerlei typen problemen adequaat aan te pakken, en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. Mede door de aandacht voor deze persoonskenmerken wordt het ontwikkelen van een positief zelfbeeld bevorderd. We proberen met onze school en daarbij met onze buitenschoolse opvang een plek te zijn waar een kind graag naar toe gaat, waar het zichzelf kan zijn en waar het gewaardeerd wordt. Maar ook een plek waar het leert met anderen samen te spelen en te werken. In de onderbouw (groep 1 t/m 3) wordt er gewerkt in centrale thema’s waarbij kinderen zelf een stuk input / richting kunnen geven. Verschillende activiteiten kunnen zo binnen een thema worden gedaan. Maar ook de activiteiten zelf kunnen op diverse manieren worden aangeboden. Het ene kind leert anders dan het andere kind. Deze vorm van activiteitenaanbod willen we bij de buitenschoolse opvang verder ontwikkelen. De kinderen zijn hierbij onze belangrijkste bron. Zij geven aan waar hun belangstelling/ belevingswereld op dat moment om draait. Naast een prettig en vermakelijke vorm van vrije tijdsbesteding kunnen er dan ook activiteiten aangeboden worden waar de kinderen kennis en kunde kunnen opdoen. Te denken valt aan workshops in creatieve uitingen, voetbalclinics, drama, bewegingsvormen, computerles, muziek etc. Onder het ontwikkelen van sociale competentie verstaan wij sociale kennis en vaardigheden, zoals het zich kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, delen met elkaar, conflicten voorkomen en oplossen en het omgaan met regels. We spelen daarom af en toe het door ons gemaakte BSO spelregel-spel.
Leiding-kind 7
Ieder kind krijgt individuele aandacht, rekening houdend met leeftijd en behoeften van een kind. Vragen van kinderen worden serieus genomen. Binnen de grenzen van redelijkheid en veiligheid blijft er altijd aandacht en ruimte voor het eigen initiatief en eigen wil van het individuele kind. Kinderen worden middels spel, deelname aan activiteiten, vertellen en voorlezen bewust van de omgeving en hun plaats daarin. Geleidelijk aan worden de grenzen verlegd tussen wat een kind wel al zelf kan en wat nog niet. In het laatste geval zullen de pedagogisch medewerkers het kind stimuleren. Kinderen worden aangemoedigd eigen initiatieven te ontplooien. Zij krijgen de gelegenheid zich op zelfgekozen bezigheden te richten welke aansluiten bij de eigen interesses. Het kind wordt geprezen en gewaardeerd voor wat het al kan of voor wat het doet. Door op deze wijze het kind te observeren en te begeleiden in zijn ontwikkeling, wordt het steeds zelfstandiger. De begeleiders schenken bewust aandacht aan het versterken van de eigenwaarde van het kind. Tijdens samenspel kan niet worden voorkomen dat er wel eens onderling ruzie ontstaat. Er wordt dan geprobeerd om het vermogen van kinderen om voor zichzelf op te komen te bevorderen door niet voor hen de problemen op te lossen, maar waar nodig met hen. Wel kan inzicht worden gegeven in het verband tussen het eigen gedrag en de reactie van een ander hierop. Zo wordt de kinderen geleerd om consequenties van het eigen gedrag beter te begrijpen en daar voor zover mogelijk al vooraf rekening mee te houden.
Binnen- en buiten ruimte De BSO ruimte heeft twee lange tafels voor jongere kinderen en hogere tafels voor de oudsten staan in de aula. Bij de tafelgroepen en de divers gecreëerde hoeken kunnen kinderen kiezen voor verschillende activiteiten. Te denken valt dan aan een afwisseling van actieplekken, rustige plekken en groepshoeken. Binnen hebben we ook een speellokaal waar de kinderen regelmatig onder leiding van een begeleider kunnen spelen of een groepsspel kunnen doen. Verder zullen de kinderen worden gestimuleerd om buiten te spelen. Buiten ervaren de kinderen meer vrijheid en minder begrenzing. Dit heeft een positief effect op hun ontwikkeling. In overleg met ouders wordt er bekeken hoeveel vrijheid een kind aan kan. Dit wordt vastgelegd in een aanvullende overeenkomst, afsprakenlijst, die wordt ingevuld bij inschrijving. In de ouder/begeleidergesprekken kunnen deze aanvullende overeenkomsten worden herzien.
De groep De begeleiders hechten grote waarde aan de betrokkenheid van de kinderen bij de zorg van de dagelijkse gang van zaken binnen de groep. Niet alleen binnen hun basisgroep maar ook in de vrije activiteiten en het spel onderling. Er wordt gezamenlijk gegeten en gedronken, er wordt samen gespeeld en samen opgeruimd, samen gepraat en samen gezongen. We leren kinderen zich mede verantwoordelijk te voelen voor de ruimte en de materialen.
8
De kinderen kunnen de groep als betekenisvolle sociale leeromgeving benutten als er in de groep kan worden samengewerkt, als er gedeeld wordt en als er respect heerst. Aspecten als accepteren, aanpassen, incasseren, leiderschap, kleinste of grootste zijn komen dagelijks aan de orde tijdens groepsprocessen. In de omgang met elkaar ontwikkelen de kinderen een gevoel van respect voor zichzelf en voor anderen en leren ze verantwoordelijkheid te dragen voor eigen handelen. Tijdens deze omgang met andere kinderen en met de leiding krijgen kinderen de ruimte om emoties te tonen. Zij kunnen boos of verdrietig zijn, zij kunnen uitgelaten blij zijn of behoefte hebben om even alleen te zijn. Pedagogisch medewerkers streven ernaar kinderen deze emoties te laten uiten. Emoties, zowel positieve als negatieve, zullen bespreekbaar worden gemaakt. Geprobeerd wordt om niet de emoties in te vullen maar het gevoel dat bij een kind leeft duidelijk te bespreken. Zo kunnen de medewerkers zo goed mogelijk inspelen op het gevoel van het kind.
Activiteiten
Er
is in de groep een duidelijke en vaste verdeling tussen groepsmomenten en momenten die de kinderen individueel kunnen invullen. De sociale inhoud van het activiteitenaanbod is dat de kinderen samenspelen, met elkaar praten, naar elkaar moeten luisteren en samenwerken. De leiding is in staat om leeftijd gerichte activiteiten aan te bieden. Daarbij proberen we tijdens de activiteiten plezier, pret en succes te ervaren. Ook willen wij dat kinderen om leren gaan met emoties in situaties van plezier, grapjes, frustratie, conflict, boosheid en verdriet. Voor wat betreft een stuk talentontwikkeling werken we samen met een plaatselijke culturele vereniging Toonbeeld. Hierbij valt te denken aan teken en schilderles, keramiek-les, breakdance, enz.
Spelmateriaal. Het aanwezige spelmateriaal is voor zowel gezamenlijk spel dat aanzet tot het samen ervaren van plezier, pret en succes als voor individueel spel.. Het aanbod is divers. Er zijn materialen aanwezig die voor verschillende leeftijden, interesses, concentratiemogelijkheden en spanningsbogen geschikt zijn. Speelkleden zijn aanwezig om gezellig samen (of alleen) te kunnen spelen. Spelmateriaal voor verdere ontwikkelingsvormen worden naar behoefte aangeschaft. Ouders en kinderen kunnen hierin meedenken. Andere materialen zijn natuurlijk knutselspullen en allerlei creatieve andere materialen. Hiermee ontwikkelen kinderen zich ook met fijne motoriek en materiaalkennis en kunde maar is minder gericht op sociale aspecten.
3) De overdracht van waarden en normen; cultuur Door opvoeding, opleiding en levenservaring ontwikkelt ieder mens zijn eigen waarden en normen. Wij vinden het van groot belang dat de lijn van school naar buitenschoolse opvang wordt doorgevoerd daar waar het gaat om omgangsregels. Zo worden door de hele school de
9
Kapstokregels gehanteerd die zorgen voor eenduidigheid in hoe we met elkaar, met spullen en met ons gebouw omgaan. 1: Breng jezelf en anderen niet in gevaar en doe voorzichtig met elkaar. 2: Voor groot en klein zullen we aardig zijn. 3: Door goed voor de spullen te zorgen zijn ze weer bruikbaar voor morgen. 4: Onthoud de spelregels goed dan gaat alles zoals het moet. Naar aanleiding van deze regels is het kapstokregel spel gemaakt dat af en toe door de groep wordt gespeeld. Er wordt respectvol en zorgvuldig omgegaan met de achtergronden van kinderen, ouders en pedagogisch medewerkers. Er is aandacht voor relaties tussen kinderen onderling en tussen pedagogisch medewerkers en kinderen.
Leiding-kind Visser ‘t Hooft hecht grote waarde aan de sociale en emotionele ontwikkeling van de aan ons toevertrouwde kinderen. Wij besteden bewust aandacht aan het overdragen van algemene waarden en normen, die maatschappelijk geaccepteerd zijn. De vorming van de persoonlijkheid van ieder kind zal hierin te allen tijde worden gerespecteerd. In omgang met de kinderen zullen pedagogisch medewerkers het goede voorbeeld geven en kinderen aansturen in gewenst gedrag. Te denken valt aan situaties als het handen wassen voor het eten en drinken, het elkaar uit laten praten en het opruimen na een activiteit etc. Kinderen die zich dat gedrag nog eigen moeten maken zullen op vriendelijke wijze worden gecorrigeerd en geholpen. Voor advies, vragen of hulp kan de groepsleiding terecht bij de ouders. Zij kennen de kinderen het best. De groepsleiding kan ook terecht bij Stichting Tabijn; zij zijn de houder van de buitenschoolse opvang. Bij toestemming van ouders kan de groepsleiding voor advies en inzage in problematiek ook terecht bij het team van Visser ‘t Hooft, bijv. de leerkracht, intern begeleider of de directie.
Binnen-buiten ruimte Van alle gebruikmakende partijen wordt verwacht de ruimten netjes achter te laten. Ook in de speelzaal heeft de BSO eigen materialen die gebruikt worden. De spullen in de kasten van de BSO mogen alleen door de BSO gebruikt worden.. Ander meubilair en voorzieningen (computers, tv) worden na gebruik weer netjes achtergelaten. Zo gelden er niet alleen ongeschreven regels (niet binnen rennen, niet met de schoenen op de bank etc.) waar een ieder zich aan dient te houden maar ook duidelijk omschreven afspraken en regels waar iedereen van de BSO zich aan dient te houden. Deze afspraken en regellijsten zijn in alle ruimtes die de BSO gebruikt en bij de buitendeur opgehangen en worden met de kinderen besproken. Er is een spelvorm bedacht om deze regels zo nodig extra te bespreken. Zo kunnen invallers zich aan dezelfde regels conformeren. De dag structuur en daarbij horende regels zijn zoveel mogelijk in pictogrammen geduid zodat voor zowel de allerkleinsten als voor de grotere kinderen en de ‘rugzakkinderen’ vanaf het begin zien en weten hoe de middagindeling er uit ziet.
10
De groep De groep kent een belangrijke rol daar waar het gaat om het ontwikkelen van normen, waarden en daarmee een eigen cultuur. Binnen de groep ontmoet ieder kind andere kinderen en volwassenen. De groep biedt veel uitdagingen aan het kind. Kinderen leren sociale vaardigheden als naar elkaar luisteren, delen van aandacht, elkaar helpen en elkaar troosten, omgaan met regels en conflicten. De pedagogisch medewerker leidt de interactie ingoede banen. Tijdens groepsmomenten worden normen en waarden overgedragen door het bespreken en vaststellen van afspraken. Verder worden de manieren om jezelf en anderen daar aan te houden besproken.
Activiteiten Wij brengen de waarden en normen dicht bij kinderen door afspraken te maken die stimuleren dat iedereen tijdens activiteiten rekening houdt met elkaar, samen deelt, elkaar helpt zodat er onderlinge solidariteit kan ontstaan. Wij streven ernaar om aan te sluiten op gebeurtenissen in ‘het echte leven’ in het gezin, de omgeving. Tijdens schoolweken en in vakanties sluiten wij aan bij de culturele vieringen en rituelen door de thema’s en activiteiten daarop aan te laten sluiten. Bijv. Sinterklaas, Kerst, Koninginnedag, Pasen, e.d.
Spelmateriaal Ons spelmateriaal draagt bij aan het eigen maken van normen en waarden door materiaal dat wegwijs maakt in het alledaagse leven. Bijvoorbeeld keukenattributen, verkleedspullen e.d. om rollen te oefenen. Wij maken kinderen bewust van het omgaan met materialen door afspraken te maken over het kiezen, gebruiken en opruimen van spelmateriaal.
11
B: De groepsindeling en dagprogramma Bij de bso worden per middag (v.a. 5-9-2011/ heden alleen ma,di, do) maximaal 40 kinderen opgevangen. Zij zijn verdeeld in twee basisgroepen van ieder maximaal 20 kinderen. Per basisgroep zijn twee vaste pedagogisch medewerkers aanwezig. (1:10). Tijdens tafelmomenten zitten ze verdeeld aan 4 tafels ieder met een vaste medewerker. In het lokaal zitten de Guppy’s ( 4t/m7 jr) en in de aula de Orka’s (7 t/m de leeftijd dat ze de basisschool verlaten). Afhankelijk van het kind stroomt het, vanaf ongeveer 7/8 jaar, door van de Guppy’s naar de Orka’s. Dit na zorgvuldig overleg van de pedagogisch medewerkers en informeren van de ouders. Na de tafelmomenten kiezen de kinderen een activiteit en lopen de groepen vaak in elkaar over. Guppy’s spelen ook in de aula en de Orka’s spelen ook in het lokaal. Zo kunnen broertjes/zusjes ook met elkaar spelen. Alleen in de speelzaal spelen de groepen apart en niet tegelijk en altijd in aanwezigheid van een medewerker. Alle kinderen kennen de medewerkers en de medewerkers kennen alle kinderen en ouders.
Dagprogramma 14.30-18.00u. 14:25 uur 14:35 uur 15:00 uur 16.20 uur 16:30 uur
18.00 uur
De kleuters en groep 3 worden door de groepsleiding opgehaald bij de klas. De oudere kinderen komen zelf. Na het handen wassen eten de kinderen aan tafel fruit en drinken limonade De kinderen gaan naar buiten. (Bij slecht weer blijven we binnen) of kiezen activiteit. Opruimen en handen wassen. De kinderen gaan aan tafel voor thee of water met een cracker of hartig hapje (tuc / ontbijtkoek e.d.) Daarna weer een activiteit. De kinderen worden opgehaald en strepen hun naam door op de presentielijst. Einde opvang
Vakantie dagprogramma 8.30-18.00u. (hele dag activiteiten/uitje) 08:30 uur
Vanaf deze tijd worden kinderen naar de bso gebracht.
10:00 uur
Drinken wij met zijn allen limonade en eten een koekje.
12:30 uur
Eten wij met z’n allen een broodje
14:30 uur
Krijgen de kinderen fruit en drinken
16.30 uur
Thee of water met een cracker of iets speciaals
18.00 uur
Afmelden en ophalen Einde opvang 12
C: De pedagogisch medewerkers medewerkers Arjan Verhoeven Cathelijne van Sonderen Linda Apeldoorn Karin Lammertsma
bso/vakantieopvang bso/vakantieopvang bso/vakantieopvang bso/vakantieopvang bso/vakantieopvang
functies ped. medewerker, BHV ped. medewerker, BHV ped. medewerker ped. medewerker, coördinator bso
Bij afwezigheid van een van de medewerkers wordt een ‘inval’ pedagogisch medewerker, het liefst steeds dezelfde persoon, uit de invalpool van Stichting Tabijn ingezet zodat continuïteit gewaarborgd is.
De medewerkers vergaderen gemiddeld twee keer per maand over lopende zaken aangaande de bso, hebben pedagogisch overleg over o.a. de kinderen, de activiteiten, en de invulling van de vakantieopvang en evaluatie daarvan.
D: De ruimte Ruimte
Oppervlakte
BSO-lokaal aula speelzaal buitenspeelruimte
53,2 m2 80 m2 82,25 m2 1600 m2
( 800 m2 gras en 800 m2 tegels)
(computer-ruimte niet meegerekend)
13