Pedagogisch beleidsplan Beleidsplannen BSO
BSO ABBW 31‐5‐2011
Inleiding Voor u ligt het Pedagogisch Beleid van Buitenschoolse opvang Arshak Body & Budo World. Het pedagogische beleidsplan is opgesteld om de volgende redenen:
het is een leidraad voor de pedagogische medewerksters en biedt houvast bij hun dagelijkse omgang met de kinderen. Het pedagogisch beleid is uitgewerkt in het Pedagogisch Werkplan voor pedagogisch medewerkers. Waar nodig kunnen medewerkers worden aangesproken op hun handelen. Het informeert ouders van kinderen die de BSO (gaan) bezoeken over onze werkwijze en de omgang met de kinderen. Andere betrokkenen (bijvoorbeeld gemeente, GGD) kunnen inzicht krijgen in onze pedagogische werkwijze.
Wij zijn een sportieve buitenschoolse opvang, dit houdt in dat wij sportieve activiteiten aanbieden zoals: Judo ‐ Streetdance ‐ Sport & game ‐ Buitenspelactiviteiten (voetballen) ‐ Gym activiteiten (grote gymzaal) ‐ Jiu jitsu Sporten geeft ontspanning aan de kinderen na een dag school, ze zijn actief bezig wat goed is voor hun lichamelijke gesteldheid. In het kader van een maatschappelijk probleem betreffende het feit dat kinderen steeds minder buiten spelen en het toenemen van jonge kinderen met overgewicht spelen wij op deze behoefte in. De jongste kinderen leren spelenderwijs kennismaken met de verschillende sporten, bij de oudere kinderen worden de spelregels duidelijker en het niveau van sport wordt hoger. De sportlessen worden verzorgd door ervaren sportinstructeurs en pedagogisch medewerkers met een sport achtergrond. Ons uitgangspunt bij het opvoeden is dat wij werken vanuit de basis van gelijkwaardigheid, veiligheid en wederzijds respect. Hierin besloten ligt de taak van de pedagogisch medewerkers kinderen te stimuleren bij het ontdekken en ontwikkelen van hun mogelijkheden.
Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
2
Inhoudsopgave Inleiding
Organisatie BSO ABBW Aanbod opvang Pedagogische doelstellingen Ziektebeleid Actualiteit beleidsplan
pagina 4 pagina 4 pagina 6,7,8 pagina 9 pagina 10
Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
3
1. Beschrijving van de organisatie Buitenschoolse opvang ABBW is een zelfstandige organisatie in 2008 opgericht door de heer Arshak Dabaghian en is gelegen in de nieuwbouw wijk Rhoon – Portland. De opvang biedt plaats voor kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. Arshak vindt het heel belangrijk dat kinderen veel sporten, omdat het gezond is en zo hebben ze geen tijd om kattenkwaad uit te halen. In deze tijd hebben de kinderen wel de gelegenheid om te sporten en is het een belangrijk onderdeel van ons dagelijks leven. De kinderen worden geïnspireerd door het diverse aanbod van sport die de opvang biedt. De kinderen zijn sportief bezig met sportactiviteiten die ze leuk vinden. BSO ABBW wil kwalitatieve goede en verantwoorde kinderopvang bieden: "buitenschoolse opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving".
2. Aanbod opvang Voorschoolse opvang De BSO biedt tijdens schooldagen voorschoolse opvang voor de basisscholen het Lichtpunt, de Grote Reis en OBS Portland. Voorschoolse opvang kan plaatsvinden vanaf 7.00 uur volgens vaste planning of op flexibele basis na aanmelding. Tijdens de voorschoolse opvang bieden wij een ontbijt aan. Tussenschoolse opvang De BSO biedt op maandag, dinsdag, woensdag (hele middag) donderdag en vrijdag (hele middag) tussenschoolse opvang voor de kinderen van OBS Portland, de Grote Reis en het Lichtpunt. De maaltijd voor de kinderen wordt verzorgd. Naschoolse opvang De BSO biedt tijdens schooldagen naschoolse opvang voor leerlingen van het Lichtpunt, de Grote Reis, OBS Portland, de Zeppelin en Smitshoek. Naschoolse opvang kan plaatsvinden volgens vaste planning of op flexibele (Flexibele buitenschoolse opvang is buitenschoolse opvang (BSO) op wisselende dagen en/of op een variabel aantal dagen per week) basis na aanmelding. Voor meer informatie zie toelichting pedagogisch werkplan. Vakantie opvang De BSO biedt tijdens vakantiedagen opvang voor het Lichtpunt, de Grote Reis, OBS Portland, de Zeppelin en Smitshoek. Vakantie opvang kan plaatsvinden volgens de vaste opvang dagen van het kind en extra opvang op verzoek. Heeft u een flexibel contract dan kunt u de dagen variabel afnemen. Om gebruik te kunnen maken van de vakantie opvang dienen de ouders de kinderen op te geven via de vakantieplanning. Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
4
Studiedagopvang De BSO biedt tijdens studiedagen opvang voor het Lichtpunt, de Grote Reis, OBS Portland, de Zeppelin en Smitshoek. Studiedagopvang kan plaatsvinden volgens vaste planning of op flexibele basis na aanmelding. Om gebruik te kunnen maken van de studiedagopvang dienen de ouders de kinderen op tijd op te geven, wij kunnen anders geen opvang garanderen. Extra dagen opvang De ouder/verzorger heeft het recht om 5 keer een extra dag aan te vragen binnen een tijdsbestek van 3 maanden. Hier wordt een aparte factuur voor gemaakt. Natuurlijk is deze dag in overleg met de groepsleiding en alleen mogelijk als de groepsgrootte van de kinderen dit toelaat. Samenstelling van de groep Wij hebben 5 stamgroepen met een vaste leeftijd, 4-5 groep 1, 5-6 groep 2, 6-8 groep 3, 6-8 groep 3a en 8-12 groep 4. Het maximum aantal kinderen in de groepen varieert, groep 1 & 2 & 3 worden maximaal 20 kinderen opgevangen. In groep 4 worden maximaal 30 kinderen opgevangen vanaf 8 jaar. Per 10 kinderen is er een gediplomeerd pedagogisch medewerker aanwezig. Eisen aan onze medewerkers De leidsters die voor de groepen zijn minimaal opgeleid tot pedagogisch medewerker onder andere vanaf SPW3. De medewerkers in opleiding beschikken minimaal over een mbo 3 niveau of een havo/vwo diploma, of heeft de opleiding SPW 3 nog niet geheel afgerond. Medewerkers in opleiding worden alleen boventallig ingezet. Alle medewerkers die betrokken zijn bij de kinderopvang beschikken over een geldige VOG verklaring, dit is een Verklaring Omtrent Gedrag die door het ministerie van Justitie wordt verstrekt om zowel ouders als de leiding van de Kinderopvang meer zekerheid te bieden ten aanzien van een juiste omgang met kinderen. Met betrekking tot de veiligheid, gezondheid, hygiëne en brandveiligheid van BSO ABBW kinderopvang wordt er jaarlijks een risico inventarisatie gehouden om vast te kunnen stellen of de kinderen in een (brand) veilige, hygiënische en een gezonde omgeving worden opgevangen. Daarnaast wordt er jaarlijks een algehele ontruimingsoefening gedaan.
Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
5
3.Pedagogische Doelstellingen De vier pedagogische opvoedingsdoelen die in de Wet kinderopvang genoemd worden, zijn uitgangspunt bij het opstellen van dit pedagogisch beleidsplan. Deze vier pedagogische basisdoelen zijn:
het aanbieden aan kinderen van een gevoel van - emotionele- veiligheid
het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie
het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie
het bieden van de kans om zich waarden en normen eigen te maken
Een gevoel van emotionele veiligheid bieden Wij zorgen ervoor dat het kind zich emotioneel veilig voelt. In het dagelijkse taalgebruik zeggen we dan dat het kind het naar zijn zin heeft, lekker in zijn vel zit. Dit zorgt er niet alleen voor dat het kind zich prettig voelt, het is ook een voorwaarde voor het kind om zich verder te kunnen ontwikkelen. Dit doen we o.a. op de volgende manieren: We vinden het belangrijk dat er op de BSO een ongedwongen, vrije sfeer is. Wij werken volgens een vaste dagindeling. De herkenbare, terugkerende vaste dagindeling geeft een gevoel van veiligheid, vertrouwen en rust. Kinderen weten waar ze aan toe zijn. Om een goede relatie op te kunnen bouwen tussen het kind en een pedagogisch medewerker is het belangrijk dat er regelmatig onderling contact is. Dit begint bij het wennen van het kind op de groep ongeveer een week voordat het kind daadwerkelijk op de opvang komt. We gaan serieus om met de emoties van kinderen. Hierdoor leren we het kind beter kennen en het geeft het kind een gevoel van veiligheid. Het kind wordt geaccepteerd in het uiten van zijn blijheid, geluk, angst, boosheid, tevredenheid (enz.) en leert met deze emoties om te gaan. Wij willen het kind leren zijn emoties te uiten zonder anderen te kwetsen of pijn te doen. Op deze manier leer je het kind kennen zoals het thuis is. Het geeft het kind een veilig gevoel dat je zijn/haar ouders/verzorgers kent. De pedagogisch medewerkers houden op de groep in de gaten of alle kinderen zich veilig kunnen voelen, zonder "last" te hebben van andere Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
6
kinderen. Als een kind een verhaal vertelt in de groep, krijgt het hiervoor ook de ruimte en de tijd, de pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat het kind niet gestoord wordt in zijn verhaal. Het contact met de ouders / verzorgers van het kind is erg belangrijk. Omdat bij de BSO meestal alleen sprake is van (vaak korte) haalcontacten, met uitzondering van de schoolvakanties zijn er weinig momenten voor informatieoverdracht. Bij voldoende interesse en animo organiseren wij op verzoek een ouderavond.
Gelegenheid geven tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Het is belangrijk dat kinderen de mogelijkheid krijgen karaktereigenschappen als zelfstandigheid, zelfredzaamheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit te ontwikkelen. Dit stelt hen namelijk in staat allerlei soorten problemen adequaat aan te pakken, en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. In principe gebeurt het ontwikkelen van de persoonlijke capaciteiten vanuit het kind zelf door spel en door het ontdekken van de wereld om zich heen. We vinden het belangrijk kinderen te stimuleren om o.a. spelactiviteiten zelfstandig te doen om ze op die manier te laten ervaren dat ze veel dingen al zelf kunnen. Dit geeft het kind zelfvertrouwen en kan een kans zijn tot verdere ontwikkeling.
Dit doen we o.a. op de volgende manieren: We laten de kinderen zoveel mogelijk doen wat ze al zelf kunnen en thuis geleerd hebben. De pedagogische medewerker probeert zoveel mogelijk hiervan op de hoogte te zijn van wat een kind al geleerd heeft, en waar eventueel nog hulp te bieden is. Denk hierbij aan dagelijkse handelingen zoals het strikken van schoenveters, het dicht ritsen van de jas, boterham smeren maar ook het leren fietsen of bouwen met constructiemateriaal. Door het kind te stimuleren, aan te moedigen, samen naar oplossingen te zoeken en te complimenteren wanneer het goed gaat proberen we het kind te helpen. Dit stimuleert het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van het kind. De ruimte is zodanig ingericht dat kinderen zelf het spelmateriaal kunnen pakken wat ze gekozen hebben. We laten de kinderen kiezen aan welke sport zij deel willen nemen dit doen ze de komende 2 maanden op een vaste dag zodat de kinderen de sport leren kennen en leren om niet zomaar ergens aan te beginnen en het vervolgens niet af te maken. Er is voldoende spelmateriaal aanwezig dat de persoonlijke competentie van kinderen stimuleert. Zo zijn er verschillende spelletjes waarbij kinderen oefenen in tactisch spel, kennis van cijfers, algemene kennis, motoriek en geduld. Door het spelen van spelletjes leren de kinderen (naast sociale vaardigheden) bovendien incasseren / verliezen.
Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
7
Gelegenheid geven tot het ontwikkelen ven sociale competenties Het omgaan met andere leeftijdsgenootjes is een belangrijke manier om sociale capaciteiten te ontwikkelen. Hieronder verstaan we o.a. zich in een ander kunnen verplaatsen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. Dit geeft kinderen kansen zich te ontwikkelen als personen die goed functioneren in de samenleving.
Dit stimuleren we o.a. op de volgende manieren: In de dagelijkse omgang is het noodzakelijk kinderen te stimuleren samen te spelen met andere kinderen, te delen, op elkaar te wachten en samen op te ruimen. We stimuleren de kinderen elkaar te helpen, bijvoorbeeld door samen de tafel te dekken, samen te werken aan een activiteit. De oudere kinderen stimuleren we samen een activiteit te organiseren. We geven kinderen complimenten als ze zich goed gedragen. Dit is een goede stimulerende beloning. Om alles zo goed mogelijk te laten verlopen zijn er verschillende regels, die de pedagogisch medewerkers hebben opgesteld. Wanneer een kind zich niet aan de regels houdt kunnen de pedagogisch medewerkers hierop inspelen en het betreffende kind aanspreken. Schelden, schreeuwen, vloeken, slaan e.d. wordt niet getolereerd. Samen met de kinderen zoeken we naar een oplossing waarbij we er naar streven hen uit te leggen wat wel en niet aanvaardbaar is, en hoe we in een bepaalde situatie rekening kunnen houden met elkaar. Er is voldoende spelmateriaal aanwezig dat de sociale competentie van de kinderen stimuleert. Buitenspeelgoed als een voetbal en een springtouw zorgt ervoor dat kinderen met elkaar gaan spelen. Binnen zijn er verschillende spelletjes die de kinderen samen kunnen doen. Deze spellen leren de kinderen op hun beurt te wachten, omgaan met winnen en verliezen. Kinderen creëren zelf hoekjes waar zij situaties naspelen uit het "echte" leven, en leren hierdoor op een passende manier met elkaar omgaan. We stimuleren een bepaalde mate van verantwoordelijkheidsgevoel. De oudere kinderen helpen en begeleiden de jongere kinderen bij bepaalde activiteiten. Dit kan heel klein en simpel van aard zijn, maar bevordert wel het verantwoordelijkheidsgevoel.
De kans om zich waarden en normen eigen te maken Kinderen moeten de kans krijgen om zich waarden en normen, de cultuur van de samenleving waarvan zij deel uitmaken, eigen te maken. Het is van belang dat kinderen leren om op een passende manier met andere kinderen en volwassenen om te gaan. De BSO wordt gezien als een aanvulling op uw gezinssituatie. Hier kan een kind in aanraking komen met andere waarden en normen door de verschillende culturen van onze samenleving. Het gedrag van andere volwassenen (en dus ook van de pedagogisch medewerkers) speelt een belangrijke rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door hun reacties ervaren kinderen de grenzen van goed of slecht, van hoe het anders kan en van mogen en moeten.
Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
8
Wij bieden de kinderen o.a. op de volgende manieren kans om zich waarden en normen eigen te maken: Een kind leert respect voor anderen en zijn omgeving te hebben als het zelf met respect behandeld wordt. Dit willen wij proberen te bereiken door ons te verplaatsen in het gedrag van het kind en door duidelijk met het kind te praten over zijn gedrag. We geven als pedagogisch medewerkers zoveel mogelijk het goede voorbeeld. Dit betekent dat de pedagogisch medewerkers ook met respect met elkaar omgaan, en met de kinderen. Hierbij hanteren we correct taalgebruik, en houden we ons aan de regels die gezamenlijk afgesproken zijn. Van de kinderen verwachten we ook dat ze zich houden aan de (huis-)regels, en dat ze aardig tegen elkaar en de pedagogisch medewerkers doen (dus niet schelden, slaan, schoppen e.d.). Ook in het spel gelden bepaalde regels: als je samen ergens aan begint, maak je het samen af, samen opruimen als je samen gespeeld hebt. Naast respect voor anderen vinden wij het belangrijk dat kinderen leren omgaan met materialen en de omgeving (wereld) om ons heen. Van de kinderen wordt verwacht dat ze voorzichtig omgaan met het speelgoed van de BSO of van de andere kinderen. Wij willen dat kinderen waarden en normen van andere individuen respecteren ook als deze anders zijn dan ze van huis uit gewend zijn.
4.Ziektebeleid Als regel geldt dat wanneer een kind koorts heeft (> 38,5 graden Celcius) het niet naar de BSO mag komen. Als een kind ziek is en niet naar de BSO kan, dienen de ouders dit vóór 9.30 uur telefonisch door te geven. De ouders kunnen ons altijd bellen om te overleggen of het kind wel of niet naar de BSO kan komen. Ook kunnen de ouders bij de pedagogisch medewerkers informatie inwinnen over de verschillende (kinder)ziekten (zie gezondheidsrisico’s van het RIVM die ter inzage liggen in de BSO).De richtlijnen voor het wel of niet opvangen van een kind zijn geschreven door de GGD. Via de informatieborden bij de groepen worden ouders op de hoogte gesteld of er een besmettelijke ziekte heerst en instructies wat te doen indien dit zo is.
Als een kind tijdens de opvang ziek wordt, is het aan de beoordeling van de pedagogisch medewerkers om ouders te bellen. Richtlijn is dat het kind duidelijk ziek is, met of zonder koorts. Op het moment dat er contact met de ouders wordt opgenomen, bespreekt de pedagogische medewerker de situatie van het kind op dat moment. Hierbij is van belang: hoe voelt een kind zich, wordt de groep erdoor beïnvloed, is het werkbaar voor de pedagogisch medewerkers. De pedagogisch medewerker neemt het besluit of een kind wel of niet naar huis moet. Medische hulp: BSO ABBW beschikt over eigen bedrijfshulpverleners (BHV-ers) en pedagogisch medewerkers met een erkend EHBO-diploma. In de praktijk betekent dit dat er per dag minimaal één gediplomeerde EHBO’er en iemand met een BHV-opleiding in het pand aanwezig is. Elk jaar volgen de pedagogisch medewerkers een verplichte BHV herhaling.
Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
9
Mocht er voor een kind onverwacht medische hulp nodig zijn, dan schakelen wij in eerste instantie de dichtstbijzijnde huisarts in. Dit is huisartsenpraktijk Portland. In het geval er iets met een kind is, zullen wij er alles aan doen om de ouders z.s.m. op de hoogte te stellen.
Voor het geven van medicatie die is voorgeschreven door de arts dient een medicijnverklaring te worden ingevuld. Zonder dit formulier kunnen wij geen medicatie geven. Deze kunt u via de website www.abbwbso.nl downloaden of vragen aan de pedagogisch medewerker.
5.Actualiteit pedagogisch beleidsplan
Een pedagogisch beleid kan voortdurend veranderen door verscherpte regels van de Wet Kinderopvang, gewijzigde inzichten, door de voortgaande tijd of door praktijkervaringen. Dit beleidsplan zal dan ook met regelmaat, zowel in het team als in de oudercommissie besproken, verbeterd en zo nodig aangepast worden. De oudercommissie heeft formeel adviesrecht ten aanzien van een voorgenomen besluit tot vaststellen of wijzigen van het pedagogisch beleid. Bewaken, evalueren, bijstellen en verbeteren van het pedagogisch beleidsplan is een terugkerend onderdeel op de BSO. Voor meer informatie, ideeën en/of vragen kunt u terecht bij de coördinator van de BSO ABBW of de directeur de heer A. Dabaghian.
Linda van de Kasteele Coördinator BSO 06 – 30 20 91 44 www.abbwbso.nl Coö
[email protected]
Pedagogisch beleid BSO ABBW mei 2011
10