Brochure nr. 12
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Brochure nr. 12
Inhoud 3
1. Over deze brochure
4 4 4 5 5 6 7
2. Eerst wat geschiedenis – Vroeger – Te weinig ruimte voor recreatie – Jaren zestig: recreatiegebieden op het platteland – Jaren tachtig: meer aandacht voor de stad – Jaren negentig: meer verantwoordelijkheid bij andere overheden – Na 2000
8 8 8 9 9
3. Openluchtrecreatie: de stand van zaken – In en rondom de steden – Op het platteland – Nederland waterland – Openluchtrecreatie en de natuur
10 10 10 11 12
4. Op weg naar de toekomst – Groeiende vraag, veranderende wensen – Slimmer ruimtegebruik – Samenwerking in de openluchtrecreatie – Meer informatie
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Brochure nr. 12
1. Over deze brochure Buiten, wie houdt er niet van? In de lente skaten langs de opkomende tulpen. ‘s Zomers op het strand liggen en zwemmen in de zee. Op een mooie herfstdag door het bos lopen met alle bomen in herfstkleuren. En in de winter sneeuwballen gooien en schaatsen op sloten en grachten. Mensen brengen hun vrije tijd graag door in de buitenlucht. Maar in Nederland is dat niet altijd makkelijk. Niet iedereen woont in de buurt van een bos of strand. Vooral in steden is er voor mensen weinig ruimte om buiten bezig te zijn. Daar moeten mensen één park gebruiken voor allerlei activiteiten: skaten, fietsen, wandelen, in de zon zitten, barbecuen, zwemmen, de hond uitlaten, tennissen, voetballen. Ook als je wel in de buurt van een mooi bos of heideveld woont mag je daar niet altijd komen. Sommige bossen zijn bijvoorbeeld onderdeel van een beschermd natuurgebied. Als de dieren en de planten die daar leven worden bedreigd in hun bestaan, kan het gebied worden afgesloten voor mensen.
Mensen recreëren graag in de buitenlucht.
3
En ook in het water waar je naast woont, kun je niet altijd zomaar zwemmen. Het kan vervuild zijn en daardoor niet veilig voor je gezondheid. Hoewel het zo logisch lijkt dat iedereen in de buitenlucht kan recreëren is dat dus niet het geval. Daarom worden door heel Nederland gebieden aangewezen als recreatiegebieden. Zo’n gebied is vaak niet alleen maar bestemd voor recreatie. Het kan daarnaast ook bijvoorbeeld een natuurgebied zijn. Het aanleggen en onderhouden van recreatiegebieden is een taak van de provincie en de gemeente waarin je woont. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) steunt de provincies en gemeenten daarbij en zorgt er zo voor dat er in Nederland voldoende recreatiemogelijkheden in de buitenlucht zijn en dat die goed aansluiten op onze behoeften. Waarom het ministerie van LNV dit doet en hoe dit gebeurt lees je in deze brochure.
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Brochure nr. 12
2. Eerst wat geschiedenis Recreatie in de buitenlucht (ook wel openluchtrecreatie genoemd) is niet alleen leuk, het is ook erg belangrijk voor Nederland. Om drie redenen. Ten eerste is het goed voor de leefbaarheid van ons land. Goede recreatiemogelijkheden zorgen ervoor dat iedereen voldoende kan bewegen en ontspannen in de buitenlucht. En dat is goed voor onze gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk.
Vroeger Dat we openluchtrecreatie zo belangrijk vinden is eigenlijk pas iets van de laatste vijftig jaar. Vroeger was dat wel anders: koningen, mensen van adel en mensen met veel geld hadden hun eigen landgoed of buitenhuis, waar ze bijvoorbeeld gingen paardrijden of jagen. Gewone mensen hadden eigenlijk alleen vrij tijdens de kerkelijke feestdagen.
Ten tweede verdienen een hoop bedrijven geld aan openluchtrecreatie, zoals zeilscholen, hotels en winkels die buitensport artikelen verkopen. En dat is weer goed voor de economie.
Met de opkomst van de industrie in de negentiende eeuw werd voor veel mensen én de hoeveelheid vrije tijd én de ruimte om te recreëren erg schaars. Er ontstonden grote steden waarin de mensen op een kluitje moesten wonen. De vrije tijd die ze hadden konden ze doorbrengen in de stadsparken of in de bossen en weilanden rondom de stad. Ook op het platteland kwam er steeds minder ruimte: de bevolking nam toe en er werden grote gebieden voor de landbouw in gebruik genomen en aan de natuur onttrokken.
Recreatie is steeds belangrijker geworden de afgelopen jaren.
Ten derde is openluchtrecreatie goed voor het milieu. Dat klinkt misschien een beetje vreemd, maar door te wandelen in een mooi park of te varen door de Biesbosch worden mensen zich ervan bewust dat we zuinig om moeten springen met de natuur. Openluchtrecreatie draagt er zo aan bij dat mensen bewuster met het milieu omgaan, dat mensen het belangrijk vinden dat er regels komen om de natuur te beschermen en dat ze zich daar aan houden.
4
Te weinig ruimte voor recreatie Vanaf de jaren vijftig begonnen mensen meer vrije tijd te krijgen en ging het ook
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Brochure nr. 12
economisch beter met ons land. Steeds meer mensen wilden een deel van hun vrije tijd in de buitenlucht doorbrengen. In de jaren zestig en zeventig gingen mensen echt massaal recreëren in de buitenlucht. Toen bleek al snel dat er in Nederland te weinig ruimte was voor openluchtrecreatie. Daarom werd in het begin van de jaren zestig besloten om in het hele land nieuwe recreatiegebieden aan te leggen. Liefst niet te ver van de grote steden. Voorbeelden hiervan zijn Spaarnwoude (tussen Haarlem en Amsterdam), Brielse Maas (onder Rotterdam) en de Maarsseveense Plassen (bij Utrecht).
Onze vrije tijd De hoeveelheid vrije tijd neemt af. Tussen 1995 en 2000 hebben we 2,5 uur vrije tijd per week ingeleverd. Tegenwoordig besteden we de helft van onze vrije tijd aan familie en vrienden, tv-kijken, computeren en naar de radio luisteren. De rest houden we ons bezig met onder meer sporten, lezen, spelletjes doen, musiceren, eten in een restaurant, een museum bezoeken en niks doen. De belangstelling voor wandelen en fietsen neemt nog steeds toe, gemeten naar het aantal dagtochten (tochten van meer dan twee uur). Jongeren die op vakantie gaan, houden zich vooral bezig met uitgaan, aan het strand liggen en sportieve recreatie, zoals zwemmen, duiken, raften, deltavliegen en skiën. Binnen de verschillende vormen van vrijetijdsbesteding ontstaan allerlei varianten, zoals het mountainbiken en het skeeleren.
recreatieterreinen. Denk daarbij aan picknickplaatsen, meertjes met stranden en speelparken voor kinderen. Ook werden bestaande natuurgebieden toegankelijk gemaakt voor recreatie. Zo werden bijvoorbeeld bossen en beschermde natuurgebieden deels opengesteld voor wandelaars en fietsers. Op deze manier zijn er sinds de jaren zestig veel nieuwe recreatievoorzieningen bijgekomen op het platteland. Jaren tachtig: meer aandacht voor de stad Vóór de jaren tachtig werden er vooral gebieden speciaal aangelegd en ingericht voor recreatie. Vanaf de jaren tachtig wordt er voor gezorgd dat recreatievoorzieningen meer een logische plek krijgen in een landschap. Je kan immers ook recreëren in een landbouwgebied, bijvoorbeeld als je gaat kamperen bij een boer. Recreatie kan dus één van de functies van een gebied zijn, terwijl het daarnaast ook gewoon een natuurgebied of een landbouwgebied is. Er wonen steeds meer mensen in de stad en die mensen hebben vaak weinig tijd. Logisch dus dat mensen ook steeds meer behoefte krijgen aan recreatiemogelijkheden dichtbij huis, in en rondom de stad. Daarom steken de gemeenten – gestimuleerd door het ministerie van LNV en de Stichting Recreatie – sinds halverwege de jaren tachtig veel tijd en geld in stadse openluchtrecreatie en recreatie en natuur rondom de stad. Denk maar aan de parken, pleinen, speelveldjes en voetbalvelden die je in elke stad aantreft, en de natuurgebieden en bossen aan de stadsranden.
Jaren zestig: recreatiegebieden op het platteland ‘Als er niet genoeg plekken voor recreatie zijn, dan zorgen we dat ze er komen’, zo dacht men bij het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, waarbij recreatie toen was ondergebracht. Daarom kocht het ministerie vanaf de jaren zestig zelf grond om daarop nieuwe recreatiegebieden aan te leggen. Daarnaast gaf het ministerie financiële steun aan gemeenten en provincies bij de aankoop en inrichting van nieuwe
In de jaren tachtig groeide de behoefte aan recreatieterreinen in en rondom de stad.
In de jaren zestig legde de overheid nieuwe recreatiegebieden aan.
5
Brochure nr. 12
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland Nog steeds is er te weinig ruimte voor openluchtrecreatie.
Jaren negentig: meer verantwoordelijkheid bij andere overheden Je zou denken dat het na al die jaren met een voortvarende aanpak inmiddels wel goed zit met de openluchtrecreatie in ons land. Mis. Nog steeds is er te weinig ruimte voor openluchtrecreatie. Dat komt vooral doordat er steeds meer mensen bijkomen en die mensen willen hun vrije tijd graag actief in de buitenlucht doorbrengen. De natuur en actieve buitensporten zijn erg ‘in’. We stellen ook steeds meer eisen aan recreatiegebieden. Als je door een bos wilt skeeleren, heb je een ander pad nodig dan als je er alleen maar wilt wandelen. Er moeten dus nog meer nieuwe recreatiegebieden komen en bestaande landbouw- en natuurgebieden moeten meer geschikt (lees: toegankelijk) worden gemaakt voor recreatie. En bestaande recreatiegebieden moeten worden onderhouden en aangepast aan de eisen van de tijd. De aanpak om die nieuwe gebieden aan te leggen en te onderhouden is sinds de jaren negentig veranderd. Toen heeft het ministerie van LNV namelijk besloten om de
6
overheden die het meest bij de recreatiegebieden zijn betrokken meer verantwoordelijk te maken. Dat zijn de gemeenten, provincies en recreatieschappen. Daar werken immers mensen die in het gebied wonen en er zelf recreëren. En wie weet er nou beter wat er nodig is in een gebied dan zij? De gemeenten, provincies en bedrijven die met openluchtrecreatie te maken hebben, kopen nu dus zelf terreinen aan, richten parken in, houden ze schoon, leggen paden aan, enzovoort. Het ministerie van LNV helpt hen daarbij door samen met het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer geld beschikbaar te stellen voor het groen in en rond de grotere steden, door mee te denken bij het maken van plannen en bij het oplossen van problemen. En door te zorgen dat al die organisaties gaan samenwerken, want anders lukt het niet.
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Brochure nr. 12
Recreatieschappen Er zijn in de loop der jaren allerlei organisaties opgericht die er voor moeten zorgen dat er goede en voldoende openbare mogelijkheden voor openluchtrecreatie zijn. Een voorbeeld hiervan zijn de recreatieschappen. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen gemeenten (en vaak ook een provincie) die samen zorgen voor de aanleg en het beheer van recreatievoorzieningen in een bepaald gebied, van zwemplassen tot fietspaden. Een bekend voorbeeld is Recreatieschap Spaarnwoude, dat het gebied Spaarnwoude tussen Haarlem en Amsterdam beheert. Daar ligt niet alleen een drukbezochte golfbaan en klimwand, maar vindt ook jaarlijks een groot dancefestival plaats.
Na 2000 Na 2000 is er meer belangstelling ontstaan voor de samenhang tussen recreatie en toerisme en het evenwicht tussen rood (de stedelijke functies, zoals wonen) en groen (zoals recreatiegebieden en natuur). In 2001 verscheen de Beleidsbrief recreatie en toerisme en in 2002 het Toeristische Recreatief Actieprogramma als uitwerking daarvan. Kernpunt daarbij is dat de recreanten en toeristen, als ze erop uit trekken, zowel gebruik maken van het commercieel aanbod als van de openbare voorzieningen van de overheid. Die twee moeten dus goed op elkaar worden afgestemd.
7
Het aanbod van recreatiegebieden werd bovendien beter afgestemd met het beleid voor de grote steden. Groen als middel om de grote steden weer aantrekkelijker te maken om te wonen, en indirect ook voor toeristen. In 2004 verschenen de Nota Ruimte en de Agenda Vitaal Platteland. In de Nota Ruimte wordt veel aandacht gegeven aan de balans tussen rood en groen, zoals recreatiegebieden en natuur. Om meer evenwicht tussen rood en groen te krijgen is onder meer een groennorm opgenomen: voor iedere nieuwe woning moet er ook ongeveer 75 m² groen bij komen. Belangrijke groene gebieden, worden als regionale parken, nationale landschappen, nationale parken en Ecologische Hoofdstructuur beschermd en soms ook verder ontwikkeld. Soms mag er ook meer gebouwd worden, maar dan moet ook het landschap worden opgeknapt.
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Brochure nr. 12
3. Openluchtrecreatie: de stand van zaken Je staat er waarschijnlijk niet zo vaak bij stil: maar al die parken, stranden, voetbalvelden en trimbanen waar je je regelmatig bevindt, vragen nogal wat werk. Eerst moeten ze aangelegd worden, en dan onderhouden. Gebeurt dat niet, dan valt er over een paar jaar weinig meer te recreëren. Gemeenten, provincies en de landelijke overheid zijn daar samen verantwoordelijk voor. Dat heb je kunnen lezen in het vorige hoofdstuk. In dit hoofdstuk lees je hoe ze er voor zorgen dat er in Nederland genoeg recreatiemogelijkheden zijn. Of het nou in de steden is, op het platteland, op het water of in de natuur. In en rondom de steden Ruim éénderde van de Nederlanders woont in de Randstad. In dit dichtbevolkte gebied zijn er nog niet genoeg mogelijkheden voor openluchtrecreatie. Juist voor stadsbewoners is het extra belangrijk dat er mogelijkheden zijn om lekker in de buitenlucht te kunnen ontspannen. Daarom legt het ministerie van LNV in het gebied tussen de steden samen met de provincies en gemeenten nieuwe bossen, recreatie- en natuurterreinen aan. Dit wordt met een duur woord de Randstadgroenstructuur genoemd.
Nieuwe recreatiegebieden aanleggen is moeilijk; soms is het vechten om de beschikbare ruimte.
8
Nieuwe gebieden (laten) aanleggen in en rondom de stad is trouwens niet zo eenvoudig als het lijkt. In deze tijd van economische groei en luxere woonwensen is het soms vechten om de beschikbare ruimte. Die is immers óók hard nodig voor nieuwe woonwijken, wegen en bedrijventerreinen. Het ministerie van LNV voert daarom veel overleg met provincies en gemeenten om, met financiële bijdragen van het rijk, de hoeveelheid groen in en om de stad op peil te houden en te vergroten. En om er bij het uitbreiden of bouwen van nieuwe steden meteen voor te zorgen dat er ook genoeg nieuw groen bij komt. Eén van de organisaties die ervoor zorgt dat bij de inrichting van het landelijk gebied rond de steden voldoende recreatievoorzieningen komen is de Dienst Landelijk Gebied. Deze organisatie krijgt geld van het ministerie van LNV om grond te kopen én in te richten. Op het platteland Eenmaal weg uit de stad blijkt dat er in Nederland nog veel mooie landschappen, met bossen, dorpjes, boerderijen en kastelen te vinden zijn. Deze gebieden moeten
Brochure nr. 12
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Nederland heeft veel mooie landschappen.
bewaard blijven voor de bewoners, maar ook voor toeristen. Ze moeten dan natuurlijk wel toegankelijk én goed bereikbaar zijn, het liefst op een milieuvriendelijke manier. Dat kan bijvoorbeeld door landelijke wandel- en fietsroutes aan te leggen. Ook het openbaar vervoer naar deze gebieden moet beter. En wat is er nu leuker voor een toerist dan kamperen bij een boer? Ook dat kan dus op het platteland. Het ministerie van LNV stuurt er op aan dat alle bos- en natuurgebieden in Nederland toegankelijk zijn voor recreanten (behalve als het vanuit ecologisch oogpunt echt niet kan). Bij bossen die van de rijksoverheid zijn, zorgt Staatsbosbeheer daarvoor. Daarnaast steunt het ministerie van LNV ook verschillende organisaties die ervoor zorgen dat er voldoende en goede routes zijn om te wandelen en te fietsen, zoals het Wandelplatform/SLAW en het Fietsplatform. Tenslotte geeft het ministerie van LNV geld aan organisaties zoals Natuurmonumenten voor de aankoop en het beheer van natuurterreinen, waar recreanten ook van profiteren. Nederland waterland Nederland is vanouds een waterland. We willen dan ook volop mogelijkheden voor waterrecreatie hebben. Zoals voor zwemmen, vissen, duiken, schaatsen en varen. Voor watersporters is het belangrijk dat er goede verbindingsroutes zijn, daarom zijn er landelijke vaarroutes nodig. Daarvoor moeten sommige bruggen en sluizen worden aangepast, of nieuwe aangelegd. Verder moeten er voldoende aanlegplaatsen zijn voor boten. Het ministerie van LNV geeft daarvoor geld aan de Stichting Recreatietoervaart Nederland.
Waar recreëren we? De Noordzeebadplaatsen zijn de populairste vakantiebestemming in Nederland voor korte en lange vakanties. West- en Midden Brabant en de Veluwe zijn vooral in trek voor een korte vakantie. Lange vakanties worden vaak doorgebracht op de Veluwe, de zandgronden in het Noorden en de Waddeneilanden.
Openluchtrecreatie en de natuur Mooie natuur is van belang voor de ontwikkeling van recreatie en toerisme, want daar komen veel mensen op af. Het bezoeken van natuurgebieden betekent ook, dat mensen natuur belangrijk gaan vinden. De kunst is alleen om die mensen zo van de natuur te laten genieten, dat die natuur daar geen schade van ondervindt. Dat kan bijvoorbeeld door auto’s uit kwetsbare natuurgebieden te weren en ook voorzichtig te zijn met het bouwen van voorzieningen voor recreanten en toeristen. Soms is het maken van plannen voor natuur en recreatie net een legpuzzel, waarin druk geschoven moet worden met natuur, recreatie en verkeer om de ruimte voor natuur en recreatie optimaal te kunnen gebruiken.
Recreatie helpt mensen bewust te maken dat ze beter voor de natuur en het milieu moeten zorgen.
9
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Brochure nr. 12
4. Op weg naar de toekomst Groeiende vraag, veranderende wensen De behoefte aan recreatie in de buitenlucht blijft toenemen. Dat komt omdat we in onze vrije tijd steeds actiever worden. En omdat de groep mensen die niet werkt, zoals ouderen, toeneemt. Bovendien blijft de totale bevolking zoals het er nu naar uit ziet tot 2030 groeien en zullen steeds meer gebieden gaan verstedelijken.
De bevolking groeit De Nederlandse bevolking is tussen 1990 en 2003 gegroeid van ongeveer 15 miljoen mensen tot 16 miljoen mensen. De verwachting is dat er in 2009 in Nederland 16,5 miljoen mensen wonen en in 2040 bijna 18 miljoen. Ook de samenstelling van de bevolking verandert en iedere groep, of het nu om kinderen, tweeverdieners, ouderen of allochtonen gaat, stelt weer zijn eigen eisen aan de recreatieomgeving. In 2003 bijvoorbeeld waren er zo’n vier miljoen Nederlanders ouder dan 55 jaar, ofwel 23 procent van de bevolking. In 2030 is dat 35 procent. Ook het aandeel éénpersoonshuishoudens neemt toe, evenals het aandeel allochtonen.
Niet alleen de vraag naar recreatie neemt toe, ook onze wensen veranderen. We hebben meer behoefte aan afwisseling. We willen gezond en sportief bezig kunnen zijn in de buitenlucht, maar we willen ook lekker luieren, barbecuen in het park of tot rust komen in de natuur. We nemen de tijd om mooie natuur-
Mensen willen gezond en sportief bezig zijn in de buitenlucht. Maar ze willen er ook tot rust komen.
10
gebieden op te zoeken buiten de steden, maar we willen ook in of vlak bij de stad snel een half uurtje ‘de natuur in’ kunnen. En we willen een schoon milieu, zodat we onze vrije tijd kunnen doorbrengen in de frisse lucht en in een schone, rustige omgeving. We stellen dus steeds meer eisen aan de mogelijkheden voor openluchtrecreatie en de kwaliteit daarvan. Daar komt bij dat de samenleving als geheel en ook de overheid het belangrijk vinden, dat de openluchtrecreatie bijdraagt aan het oplossen van een aantal maatschappelijke ‘kwalen’. Kwalen op het gebied van gezondheid (overgewicht), werkloosheid, integratie etc. En dat kan alleen maar als er samenwerking wordt gezocht en gevonden met nieuwe partners in de zorgsector, de sociale sector, maar ook het bedrijfsleven. Willen we dat er over tien of twintig jaar nog steeds goed in de openlucht gerecreëerd kan worden, dan moeten we daar nu al mee aan de slag. Met die groeiende vraag en die veranderende wensen moet rekening worden gehouden. Dat kan door slimmer gebruik te maken van de beschikbare ruimte. Slimmer ruimtegebruik Zoals gezegd is er in Nederland maar weinig ruimte. Daarom doet LNV nu al onderzoek naar hoe we in de toekomst gebieden tegelijkertijd voor verschillende doelen kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld voor landbouw, natuur, verkeer en tegelijk voor openluchtrecreatie.
Brochure nr. 12
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Een groot deel van Nederland bestaat uit water: maar liefst 18%.
Zo kunnen natuur- en landbouwgebieden door openstelling ook worden gebruikt door recreanten en kunnen bestaande wegen en paden ook worden gebruikt voor recreatieve routes. Dat heet ook wel meervoudig ruimtegebruik of recreatief medegebruik.
Ruimte in Nederland De ruimte in Nederland wordt intensief gebruikt. 57% wordt gebruikt voor landbouw en 12% voor woningen, bedrijven, opslagplaatsen, wegen, spoorwegen en vliegvelden. 2% van Nederland is speciaal ingericht voor recreatie. Dan is er nog zo’n 11% aan bos en natuurlijk terrein over. En een groot deel bestaat uit water: maar liefst 18%. Ondanks de grote druk op de ruimte is er een lichte groei van de oppervlakte die gebruikt wordt voor recreatie, bos en natuur.
Samenwerking in de openluchtrecreatie Bij openluchtrecreatie zijn veel organisaties en bedrijven betrokken. Overheden en organisaties die verantwoordelijk zijn voor het openbaar groen en allerlei bedrijven, van restaurants tot attractieparken, hebben elkaar nodig om tot een compleet aanbod van recreatievoorzieningen te komen. Daarover heb je in het vorige hoofdstuk kunnen lezen. Het ministerie van LNV wil minder dicteren wat er moet gebeuren en meer samenwerken met andere partners. Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ heet dat ook wel. Die samenwerking richt zich op: • Meer groen in en om de stad • Landelijke routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen • Toegankelijkheid van bos-, natuur- en landbouwgebieden en oevers • Meer ruimte voor recreatieondernemers, vooral op het platteland Via de recreatie wil het ministerie van LNV een brug slaan tussen stad en platteland, het contact tussen stedelingen en plattelandsbewoners herstellen. Het platteland is immers voor ons allemaal.
11
In de buitenlucht over recreatie en groen in Nederland
Brochure nr. 12
Meer informatie Organisaties KIC-Stichting Recreatie www.kicrecreatie.agro.nl Coördinatiepunt Milieu, Toerisme en Recreatie www.kicrecreatie.agro.nl/mtr VVV’s www.vvv.nl ANWB www.anwb.nl Koninklijk Nederlands Watersport Verbond www.knwv.nl HISWA Vereniging www.hiswa.nl Staatsbosbeheer www.staatsbosbeheer.nl Vereniging Natuurmonumenten www.natuurmonumenten.nl
Colofon Den Haag, januari 2005 Uitgave: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedelkwaliteit, Directie Voorlichting Tekst: Boukje Klinker en Tom Janssen, Nawwara
12
Kijk ook eens op… Alles over water in Nederland www.waterland.net Brochures op de site van LNV Bosbouw Kennis & vernieuwing Vissen in Nederland Ambtelijke stukken Agenda Vitaal Platteland (visie en meerjarenprogramma) www.minlnv.nl Brochures en nota zijn verkrijgbaar bij de Infotiek van LNV: 070-3784062 of e-mail:
[email protected]
Foto’s: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Fotobureau Mieke van Engelen
B33111