Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
3 0 m a a r t 2 0 11 | nr 7 | 2 2 s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
“Ik ben een geluksvogel” Le ven na Leuven: bart cannaerts, bio-ingenieur en stand-upcomedian [14]
Braakland oogst bijval the atergezelschap krijgt t weeja arlijkse cultuurprijs K.U.leuven [5]
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Solidair
Studenten kopen buttons aan het onthaal van de letterenbibliotheek om de solidariteitsactie van de universiteit voor Japan te steunen. De opbrengst van de actie gaat naar de hulpprojecten van het Japanse Rode Kruis. Metaforum organiseerde op 24 maart ook een actualiteitscollege over de ramp in Japan. Meer info over de button-actie: www.kuleuven.be/up Lees ook het artikel ‘Na de tsunami’ op pagina 3
Palliatieve zorg biedt leven voor de dood “Palliatieve zorg is méér dan zorgen voor een goede dood. Het draait om het leven vóór die dood. Soms maanden- en uitzonderlijk zelfs jarenlang.” Naar aanleiding van de oprichting van een fonds voor onderzoek rond palliatieve zorg, praten initiatiefnemer professor Johan Menten (coördinator palliatieve zorg) en professor Frank Rademakers (hoofdgeneesheer UZ Leuven) over het beleid en de uitdagingen. Ine Van Houdenhove “Onlangs had ik een patiënte die niet meer kon genezen, maar nog niet helemaal uitbehandeld was”, vertelt Menten. “In plaats van een ultieme therapie aan te vatten en haar leven nog een beetje te rekken, koos ze er bewust voor om nog een aantal maanden een kwalitatief goed leven te leiden, waarin ze haar afscheid voorbereidde. We zorgden ervoor dat ze zo weinig mogelijk last had van symptomen.” “Toen haar kwaliteit van leven slechter werd, vroeg ze ons om te stoppen met alles wat haar in leven hield. Een paar dagen later is ze rustig, omringd door haar naasten, overleden. Dat is een goede dood. Op tijd gestopt met de therapie en overgeschakeld naar palliatieve zorg, en daarna
op aangeven van de patiënt overgeschakeld van palliatieve naar terminale zorg.” Professor Johan Menten heeft als radiotherapeut-oncoloog en coördinator palliatieve zorg jarenlang ervaring met palliatieve en terminale zorg. Samen met professor Rademakers en professor Paul Schotsmans richtte hij onlangs een onderzoeksfonds palliatieve zorg op aan de K.U.Leuven.
Geen tijd verspillen Menten: “In België zijn we intussen ruim vijftien jaar vertrouwd met palliatieve zorg, maar nog steeds wordt het begrip verengd tot terminale zorg. Terminale zorg richt zich op een goede dood; palliatieve zorg op een zo kwaliteitsvol mogelijke allerlaatste levensfase, met de klemtoon
Verschijningsdata Campuskrant jg. 22-23
op ‘leven tot aan de dood’. Als een patiënt niet meer kan genezen, is het wel nog mogelijk om hem nog een hele tijd – soms zelfs vele jaren – een kwaliteitsvol leven te bieden. Met palliatieve therapie kan je soms een ongeneeslijke ziekte chronisch maken en symptomen – pijn, kortademigheid, slapeloosheid, gebrek aan energie of eetlust… – behandelen.” “De moeilijke vraag is: wanneer stap je over van een palliatieve behandeling naar palliatieve zorg? Soms zegt de familie achteraf: dat onderzoek of die therapie hadden ze eigenlijk niet meer mogen doen. Zou het niet veel beter zijn om daar samen met de patiënt en alle betrokkenen vooraf goed over na te denken?”
nr. 8 – 27 apr 2011
pagina 4
nr. 9 – 25 mei 2011
Op citytrip met een spin-off webtoepassing van nieuwe spin-off dynavic pl ant trip op ma at [7]
Robotrolstoel begrijpt gebruiker doctor a at: ‘Human-Robot Navigation’ [8]
Eén semester in vreemde taal? vicerector onderwijsbeleid ludo melis over ta albeleidspl an [12]
Het ‘Thuis’-gevoel van een alumnus oud-student k winten van heden krijgt rol in popul aire soap [15]
De tuin van de rector nieuwe wandelgids leidt lezer l angs universiteitsgebouwen [16] nr. 10 – 22 jun 2011
nr. 1/23 – 29 sep 2011
nr. 2/23 – 26 okt 2011
2 Forum colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
hoofdRedactie Griet Van der Perre, Reiner Van Hove
Redactie Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Julia Nienaber, Sigrid Somers, Rob Stevens, Jos Stroobants, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen, Inge Verbruggen
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 13,
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
medewerkers Tine Bergen, Dirk Blijweert, Anneleen Cosemans, Lien Lammar, Katrien Steyaert
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Inge Verbruggen T 016 32 40 15 Inge.Verbruggen@dcom. kuleuven.be
campuskrant
Een ingangsexamen voor ingenieurs, ondemocratisch? Ingenieurs moeten technisch excellente professionals zijn, zeker in een maatschappij waar technologie een belangrijke drijvende kracht is. Met hun doorgedreven technische kennis en kunde streven ingenieurs ernaar om de stand van de techniek steeds verder vooruit te helpen. Dat is niet voor iedereen weggelegd, maar een beperkte groep uitmuntende technici is essentieel voor onze welvaart en vooruitgang. Meer dan gemiddeld goede ingenieurs opleiden kan enkel als we daarvoor jongeren aanspreken met uitgesproken talenten voor ingenieurswetenschappen. Een verregaande interesse voor techniek gecombineerd met een diepgaand technisch inzicht is het vertrekpunt. We zoeken jongeren die, als ze een motor zien, zich automatisch afvragen hoe het toch komt dat dat ding draait en hoeveel energie daarvoor nodig is. Dit soort talent verder ontwikkelen kan niet zonder doorgedreven kennis van de wiskunde. Die wiskunde is op haar beurt de basis voor het bestuderen van fysica, mechanica, sterkteleer, elektriciteit, enzovoort. De ingenieur gebruikt die kennis om de werkelijkheid, haar problemen en haar oplossingen te modelleren. Het is de basis voor zijn technisch kunnen. Recentelijk is daar ook nog een nood aan communicatieve vaardigheden bijgekomen: de moderne ingenieur is een teamspeler. Dat ideaalbeeld van de ingenieur is het doel waar we in onze opleiding naar streven. Om onze studenten te doordringen van een
technische cultuur, moeten we voldoende diepgang en een voldoende hoog technisch niveau kunnen bereiken. We beginnen met een pak fundamentele wiskunde, fysica en techniek. Dat lukt enkel als onze instromers voldoende wiskundige kennis én kunde verworven hebben. Het is essentieel dat de student in staat is zijn wetenschappelijke kennis in te zetten. Hij of zij moet grotere, complexe stukken wetenschap zodanig beheersen dat hij het verband kan leggen tussen een wiskundig-technisch model en de fysische realiteit. De aanwezigheid van die vereiste combinatie van wiskundige aanleg, kennis en kunde bij de student is precies wat een goed ingangsexamen voor ingenieurs kan testen. Het hoge woord is eruit: ingangsexamen. Is dat nodig? Je test de studenten toch al in het eerste jaar? Juist, maar dat heeft een aantal nadelen. Als een groot deel van de studenten de vereiste vaardigheden en kennis niet op voorhand bezit – afgaande op de slaagpercentages is dat meer dan de helft – dan gaat het niveau van de aangereikte stof onvermijdelijk omlaag. Het behoeft geen betoog dat het afschaffen van het ingangsexamen daarbij een belangrijke rol heeft gespeeld. Een voorbeeld: voor de gemiddelde student moet nu veel meer aandacht besteed worden aan algebraïsche vaardigheden. Met een ingangsexamen kun je ervoor zorgen dat die gekend zijn. We vertrekken dan van verder, we kunnen dus ook verder uitkomen. Kwaliteitsvolle ingenieurs, dat moet het doel zijn, niet
meer studenten. Het ingangsexamen bestond, maar het is afgeschaft. Het voornaamste argument was dat het ondemocratisch was. Het was “een drempel voor kinderen van minder gegoede ouders.” We betwijfelen dat. Waarom zou een extra examen voor een gemotiveerde student een drempel zijn? De drempel van het eerstejaarsexamen is hoe dan ook veel hoger. Als het ingangsexamen een financiële drempel vormt, dan maken we het kosteloos. Dat kost veel minder dan de studies betalen van falende eerstejaars. Het lijkt ons juist ondemocratisch om minder gegoede ouders hun laatste centen te laten spenderen aan een studie waarvoor we quasi zeker kunnen aantonen dat zoon- of dochterlief weinig slaagkans heeft. Het is duidelijk: er is nood aan een goede studieoriëntatie en selectie. We hopen u overtuigd te hebben van het nut, ja zelfs het democratisch gehalte van een ingangsexamen voor burgerlijk ingenieurs. Iedereen moet gelijke kansen krijgen maar niet iedereen heeft dezelfde talenten. Laat ons het ingangsexamen voor ingenieurs zo snel mogelijk weer invoeren zodat we het internationaal geprezen niveau van de Vlaamse ingenieursopleiding kunnen behouden en zelfs verhogen. Wim Dehaene, Michiel Steyaert, Joos Vandewalle De auteurs zijn docenten in de eerste fase van de opleiding ingenieurswetenschappen aan de K.U.Leuven.
Oplage 33.700 ex.
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
Joris steekt de draak
Verantwoordelijke uitgever Pieter Knapen Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer verschijnt op 27 april. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
Nieuwe spin-off dyNAVic plant citytrips op maat: lees het artikel op pagina 7.
Studenten lanceren opinieforum Universitas Tijdens de voorbije examens sloegen studenten uit verschillende richtingen de handen in elkaar om een initiatief op te zetten dat studenten wil aanzetten tot maatschappelijke reflectie. Het project kreeg de naam ‘Universitas: Studenten Opinie Forum’. Het concept: via een call worden studenten opgeroepen om een opiniestuk te schrijven over een breed maatschappelijk thema. Op basis van de papers selecteert de organisatie kandidaten die uitgenodigd worden om samen rond de tafel te gaan zitten en te debatteren over het voorgelegde thema. De reflecties die tijdens deze avonden naar boven komen, worden tot slot gebundeld en verspreid. De eerste call ging over het thema ‘Wereldkampioen regeringsvormen: detail in de geschiedenis of smet op onze toekomst?’ Recent werd een tweede oproep uitgestuurd: ‘Veranderen vrouwelijke leiders de wereld? De zoektocht naar een gebalanceerde visie op gender in de maatschappij’. www.studentsopinionforum.be
30 maart 2011
Nieuws 3
Na de tsunami
Geciteerd Blaastest Het Nieuwsblad, 3.3.2011
Een aardbeving van 9,0 op de schaal van Richter, een verwoestende tsunami en een kernramp waarvan de gevolgen nog steeds niet te overzien zijn. Hoe ga je daar mee om als Belgische student in Tokio of Osaka, of als Japans postdoctoraal onderzoeker in Leuven, bijna tienduizend kilometer van huis? Ine Van Houdenhove Satoshi Kikuchi (37) woont al bijna vijf jaar in Leuven, waar hij verbonden is aan het Instituut voor de Studie van de Spiritualiteit. Vrijdag 11 maart wilde hij net gaan ontbijten toen hij het nieuws hoorde op de radio: “Ik heb onmiddellijk meer informatie gezocht op internet, en heb daarna vruchteloos mijn ouders proberen te bereiken. Die wonen op het eiland Hokkaido, een paar honderd kilometer van het epicentrum van de aardbeving. Uiteindelijk ben ik naar mijn werk vertrokken – ik werd verwacht op een vergadering – maar het was me onmogelijk om mijn hoofd erbij te houden. Pas de volgende ochtend kreeg ik het verlossende bericht dat mijn familie veilig was, en al mijn vrienden – de meesten wonen in Tokio – gelukkig ook.”
“Ik heb me nog nooit zo verbonden gevoeld met mijn land.” “Ik ben er heel erg mee bezig, dat kan moeilijk anders. Ik heb me nooit tevoren zozeer verbonden gevoeld met mijn land als nu, en tegelijkertijd heb ik nooit eerder zo sterk de fysieke afstand tussen Japan en België ervaren. Via internet heb ik wel dagelijks contact met mijn familie en vrienden. Ze proberen de draad van het gewone leven zo goed mogelijk weer op te pakken.” “Hier in België heb ik heel wat meelevende reacties gekregen. Er is behoorlijk wat solidariteit met Japan. Als Japanner in het buitenland voel ik me ervoor verantwoordelijk om die solidariteit mee levend te houden.”
de Waseda-universiteit. Toen de K.U.Leuven haar studenten in Japan adviseerde om ofwel meer naar het zuiden van het land te trekken, ofwel terug te keren naar België, was hij de enige die in de hoofdstad bleef. “Zolang ik de mensen hier niet massaal de stad zie ontvluchten en zolang de overheid zegt dat het veilig is, blijf ik hier. Bedrijven en universiteiten springen in mijn ogen een beetje overdreven omzichtig om met hun buitenlandse werknemers en studenten. De gewone Japanners blijven toch ook hier? In het begin bestookten mijn ouders mijn mailbox met onrustwekkende citaten uit krantenartikels maar inmiddels hebben ze zich erbij neergelegd dat ik blijf.” “De voorjaarsvakantie aan de universiteit is gezien de situatie verlengd tot 6 mei. Mijn plan was om China en Korea te gaan bezoeken maar omdat je nu daarna het land niet meer in mag, gaat dat niet door. Maar daar klaag ik uiteraard niet over, gezien de ellende die zoveel mensen op dit moment doormaken. Ik werk vier dagen per week als hulpje in een buurtwinkel. Toen de radioactiviteit in het drinkwater hier in Tokio gisteren (het interview vond plaats op 24 maart – red.) te hoog was, moesten we het flessenwater en de kartonnen thee rantsoeneren omdat de klanten massaal begonnen te hamsteren. Maar inmiddels zijn de waarden weer normaal.” “Ik heb mijn tanden gisteren ook met flessenwater gepoetst maar eigenlijk maak ik me totaal niet ongerust. Ik volg het nieuws natuurlijk, maar ik zit bijvoorbeeld niet op internet te zoeken naar wat de gevolgen kunnen zijn van te veel straling. Ik ben wel jodiumpillen gaan halen op de ambassade, maar dat was meer bij wijze van souvenir.”
Satochi Kikuchi
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Greeks in space Knack, 13.3.2011
Stefaan De Pooter met vrienden in Tokio
(archieffoto S. De Pooter)
“Dat we ooit contact zullen hebben met intelligent buitenaards leven lijkt mij uitgesloten”, zegt astronome Leen Decin. “Niemand verwacht op een andere planeet een wezen tegen te komen dat er exact zo uitziet als hier op aarde. Dan zouden de condities exact dezelfde moeten zijn: dezelfde afstand tot een ster, dezelfde zwaartekracht, een even grote maan, enzovoorts.” “Wij gaan er nogal snel van uit dat intelligent leven betekent dat het radiotechnologie kent. Maar stel bijvoorbeeld dat er op Zarmina ‘oude Grieken’ zouden leven. De planeet ligt op 20 lichtjaren, dus een vraagantwoordcommunicatie zou 40 jaar duren. Doenbaar in een mensenleven, alleen konden de oude Grieken geen radiosignalen ontvangen of versturen. Een intelligente beschaving, maar we zouden ze dus nooit vinden.”
Kim doet het ook! De Morgen, 25.3.2011
Donderdag terug
Annelore D’haeseleer (21) keerde op 21 maart terug naar België vanuit Nieuw-Zeeland, waar ze als uitzendstudente in Osaka op vakantie was: “De K.U.Leuven had ons tijdelijk verboden naar Japan terug te keren, vandaar. Ik weet niet wat ik beslist zou hebben als ik nog in Osaka zou geweest zijn op het moment van de ramp – uiteindelijk is dat zeshonderd Totaal niet ongerust kilometer van Tokio, wat op zijn Student japanologie Stefaan De beurt nog honderden kilometers Pooter (26) is momenteel in To- verwijderd is van het epicentrum kio voor een taalprogramma aan van de aardbeving. Ik heb zowel
De mate waarin we onze blaas onder controle houden, heeft invloed op de keuzes die we maken. (…) In een Vlaams-Nederlands experiment dronken deelnemers vijf kopjes water, anderen namen kleine slokjes. Na veertig minuten werd hun zelfcontrole getest. De deelnemers werd gevraagd wanneer ze betaald wilden worden voor de proef: meteen, na enkele dagen of na een maand. Hoe langer ze wilden wachten, hoe hoger het bedrag dat ze zouden krijgen. De proefkonijnen met een volle blaas wilden opmerkelijk langer wachten op de beloning dan hun collega’s die niet naar het toilet moesten. “Wie een plasbeurt kan uitstellen, is geduldiger en maakt weloverwogen keuzes”, zegt marketingprofessor Luk Warlop. “Mensen met een lege blaas beslissen impulsiever.” “Behoeften en beloningen zijn gegroepeerd in één zone in onze hersenen. Zo toonden we ook aan dat verleidingen als seksuele opwinding, honger en dorst bepalen of we veel of weinig geld uitgeven. Mannen die bh’s hadden betast of foto’s van sexy dames hadden bekeken, bleken vrijgeviger te zijn voor een goed doel.”
Annelore D’haeseleer
begrip voor de studenten die Japan verlaten hebben als voor wie beslist heeft te blijven.” “Als alles op tijd geregeld raakt, ga ik donderdag terug naar Osaka. Ik wil de start van het
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
tweede semester niet missen – dat begint op 5 april. Buitenlandse Zaken raadt reizen naar Japan enkel nog af wat betreft de regio rond Fukushima, dus ik ben er helemaal gerust in.”
In ons land is een stormloop aan de gang op jodiumtabletten en geigertellers, zeker sinds bekend raakte dat Kim Clijsters jodium in de voeding van haar dochter doet. (…) “Tegen nucleaire dreiging kun je weinig ondernemen. Mensen krijgen nu eenmaal graag controle over dreigingen en dan volgt de typische situatie waarin ze zich proberen te beschermen door te doen wat wel mogelijk is. Ze nemen liever het zekere voor het onzekere en gaan daarbij uit van het principe ‘baat het niet, dan schaadt het niet’”, legt Ilse Van Diest uit. De professor van de onderzoeksgroep gezondheidspsychologie van de K.U.Leuven ziet ook een mogelijke verklaring in groepsdruk. “Mensen ondernemen op zo’n momenten nog gemakkelijker actie wanneer anderen het hun voordoen. Zeker wanneer ze schaarste vrezen, kan het gedrag van anderen een aanleiding zijn om zich voor te bereiden op eventuele dreiging.”
4 Nieuws
campuskrant
Lieten op bezoek Viceminister-president Ingrid Lieten, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding bracht op 28 maart een bezoek aan de labo’s voor experimentele immunologie en de Afdeling Kinderhemato-oncologie. Professor Stefaan Van Gool (rechts op de foto) stelde haar het immuun-therapieprogramma voor, waarbij het afweersysteem van de patiënt wordt gestimuleerd tegen de eigen tumor, om zo de tumorgroei af te remmen en de overlevingskansen te verhogen. Professor Koen Debackere, algemeen beheerder en gedelegeerd bestuurder van LRD, bedankte de minister voor
Pakistan De kerstreceptie voor het personeel van de K.U.Leuven was vorig jaar extra sober, en de bediening werd verzorgd door de leden van het Gebu en de Universitaire Parochie. Het aldus uitgespaarde bedrag – zo’n 10.000 euro – werd geschonken aan de hulpverlening in Pakistan, waar de gevolgen van de watersnood nog steeds nijpend zijn.
Sterrengolven Een internationaal team van astronomen, waaronder onderzoekers van de K.U.Leuven, heeft ontdekt dat er golven bestaan die helemaal tot aan de kern van een ster reiken. De ontdekking die leidde tot een publicatie in Science, werd mogelijk dankzij nauwkeurige metingen met de Kepler-ruimtetelescoop.
Long en lucht Longtransplantatiepatiënten hebben dubbel zoveel kans op chronische afstoting en overlijden als ze dichtbij een grote weg (steenweg of snelweg) wonen. Dat blijkt uit onderzoek van de onderzoeksgroep Longtransplantatie en Longtoxicologie van de K.U.Leuven. Voor deze studie werden 281 patiënten onderzocht die een longtransplantatie hadden ondergaan in UZ Leuven tijdens de periode 1997-2009. Patiënten die binnen een straal van 171 meter van een grote weg woonden – een bron van luchtverontreiniging – hadden dubbel zoveel kans om de long(en) af te stoten en meer dan dubbel zoveel kans om te sterven, in vergelijking met patiënten die verder van een grote weg woonden.
de investeringen van de overheid in het translationeel biomedisch onderzoek, waarin Vlaamse onderzoeksinstellingen een voortrekkersrol spelen. Hij hield een krachtig pleidooi voor de verdere financiering en uitbouw van dit vernieuwend onderzoek, en voor een zo ruim mogelijke ‘democratisering van innovatie’. “Participatie aan innovatie moet maximaal zijn,” aldus Koen Debackere. “Universiteiten zijn de plaats bij uitstek waar talent gevormd kan worden dat kan ingezet worden voor de noden van maatschappij en economie.” Het Leuvens immuuntherapieplatform krijgt ook bijzondere steun van het Olivia Hendrickx Research Fund, het Herman Memorial Research Fund en het James E. Kearney Memorial Fund. (© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Palliatieve zorg biedt leven voor de dood pagina 1
een natuurlijke dood in tachtig procent van de gevallen een milde dood is. Ruim drie vierde van de kankerpatiënten worden de laatste dagen van hun leven slaperig en slapen spontaan sereen en waardig in. Bij de anderen, waar de natuur niet mild genoeg is, kunnen en moeten we waar nodig corrigerend optreden – we hebben nog nooit zoveel kennis en middelen gehad als vandaag om pijn en symptomen te controleren.”
“Ik vind het onze maatschappelijke plicht als hulpverleners om daarrond criteria vast te leggen die ons helpen om op tijd de juiste vragen te stellen en met de patiënt in dialoog te gaan. Zo voorkomen we nutteloze verspilling – vooral dan van de tijd van de patiënt – en laten we die laatste levensfase, die kwaliteitsvol zou kunnen zijn, niet vertroebelen door diagnostische en therapeutische interventies die niet meer in verhouding staan tot het te verwachten resultaat. Deze periode kan dan worden benut om nog echt te léven.” “Dat kan ontzettend betekenisvol zijn en kan de patiënt de gelegenheid geven om een aantal dingen af te ronden. Het geeft de familie de gelegenheid om dichter bij elkaar te komen, om zinvolle boodschappen uit te wisselen zodat de nabestaanden verder kunnen. Bij palliatieve zorg speelt daarom ook psychosociale “Slechts bij één à twee procent begeleiding, zingeving en com- van de patiënten kunnen we de municatie een heel grote rol.” symptomen niet voldoende bestrijden om een comfortabel Milde dood einde te garanderen. Dan is het “Het is merkwaardig hoe een ge- goed dat we in die uitzonderlijke boorte maandenlang mentaal situaties kunnen beschikken en praktisch wordt voorbereid over de mogelijkheden van palliterwijl het afscheid van het leven atieve sedatie of voor sommigen haast in het geniep gebeurt”, zegt euthanasie. We krijgen dus veel Menten. “Al te vaak redeneren vaker de vraag om als palliatief mensen: ik kan niet meer gene- deskundigen beschikbaar te zijn zen dus alles is zinloos geworden om waar nodig een goede dood te en dan moet het ook maar meteen organiseren dan om euthanasie gedaan zijn. Dat spruit voort uit uit te voeren.” een onvoldoende voorbereiding Rademakers: “Euthanasie, binofwel uit een verlangen om toch nen de grenzen van de wet, kan nog controle te hebben. We zijn een goede keuze zijn. Maar als, het verleerd om het leven goed af tijdens de wettelijk verplichte bete ronden.” denktijd, op een degelijke manier Rademakers: “Dat past in de aan symptoombestrijding gedaan tijdsgeest: mensen willen alles wordt, verdwijnt die vraag van de zelf beslissen en meteen actie on- patiënt soms. En dat is dan geen dernemen. En vaak kent men het keuze tegen euthanasie, maar alternatief niet.” een keuze vóór de patiënt.” Menten: “Wetenschappelijk onderzoek in acht Vlaamse pallia- Taboe tieve zorgeenheden toont aan dat Menten: “Artsen, patiënten en fa-
“Afscheid van het leven gebeurt vaak haast in het geniep.”
milie blijven vaak te zeer gefocust op behandelen en genezen. Maar niet iedereen blijft behandelbaar en niet iedereen kan genezen. En op den duur wordt de kwaliteit van leven voor veel patiënten steeds slechter.” “Op dit moment worden palliatieve en terminale zorg in de opleiding van artsen en andere hulpverleners nog stiefmoederlijk behandeld. Terwijl er maar één levensfase is waar we vroeg of laat allemaal mee te maken krijgen en dat is sterven. In Groot-Brittannië heb je een vierjarige medische opleiding palliatieve zorg; hier krijgen studenten slechts enkele lessen. Maar het is de opdracht van elke arts, huisarts en specialist, om zich te bekwamen in het behandelen van de meest voorkomende symptomen van de palliatieve en terminale patient in zijn specifieke medisch domein.” Rademakers: “Palliatieve zorg zou inderdaad een therapieonderdeel moeten zijn binnen een heel aantal disciplines: oncologie, pneumologie, cardiologie… Artsen willen hun patiënten graag het hele traject begeleiden en ook dat laatste stukje meegaan. Dat is meestal ook de wens van de patiënt. Als arts moet je dus palliatieve zorg in de vingers hebben, zoniet ontzeg je je patiënt iets”. “Hier in UZ Leuven worden artsen daarbij wel ondersteund door het Palliatief Support Team (PST), een multidisciplinair team met artsen, verpleegkundigen, psychologen, ... Het jammere is dat het PST soms veel te laat wordt ingeschakeld, pas in de allerlaatste dagen of weken. Terwijl het soms al veel vroeger iets zou kunnen betekenen. Al te vaak wordt er behandeld tot aan therapeutische hardnekkigheid toe. Als er dan geen genezing meer mogelijk is, klinkt het: we kunnen niets meer voor u doen.” “Terwijl men vaak wél nog veel kan doen: neem nu kortademigheid bij hartpatiënten die onge-
neeslijk zijn maar soms nog wel enkele jaren voor de boeg hebben. Met palliatieve therapie kunnen die jaren een stuk comfortabeler worden, kan de patiënt wellicht zelfs langer thuis blijven. Als directie vinden we het heel belangrijk dat we mensen de kans geven om de laatste fase op een goede manier door te maken. We streven dan ook naar een mentaliteitsverandering bij de medische staf. Op die manier kunnen zij ook een voorbeeldfunctie vervullen voor assistenten in opleiding.” Menten: “Palliatieve en terminale zorg is een tak in de geneeskunde die nog maar weinig wetenschappelijk onderbouwd is en totnogtoe erg empirisch te werk gaat. Met het fonds willen we wetenschappelijk onderzoek bevorderen aan het bed van de palliatieve patiënt. Er bestaan veel misvattingen over de laatste levensfase, zowel bij het grote publiek als bij hulpverleners, over het gebruik van medicatie, van kunstmatige voeding…” “Zo rust er bijvoorbeeld een groot taboe op morfineachtige pijnstillers omdat die het bewustzijn zouden vertroebelen en het leven verkorten. Terwijl uit recent onderzoek blijkt dat er net een lineair verband bestaat bij palliatieve en terminale patiënten tussen de morfinedosis en de lengte van het leven… Dat soort misvattingen, dat goede zorg voor het levenseinde in de weg staat, willen we graag corrigeren met wetenschappelijke argumenten. Het nieuw opgerichte onderzoeksfonds moet ons helpen om dat te doen.” U kan het Onderzoeksfonds Palliatieve Zorg steunen via een schenking op de giftenrekening van de K.U.Leuven met IBAN nr. BE45 7340 1941 7789 (BIC code: KREDBEBB) met duidelijke vermelding “voor EPA-FOPZG1O2010”. Voor meer info: www.uzleuven.be/ palliatieve-zorg/palliatieve-zorg
30 maart 2011
Nieuws 5
Cultuurprijs voor theatermakers van Braakland/ZheBilding De tweejaarlijkse Cultuurprijs van de K.U.Leuven, goed voor 15.000 euro, gaat naar het muziektheatergezelschap Braakland/ ZheBilding. Volgens de jury werkt het gezelschap op de grens van intellectueel en toegankelijk theater en spreekt het op die manier de volledige gemeenschap aan. Bovendien blijven de theatermakers reflecteren over hun eigen werk, zoals ook bleek uit ons gesprek met de drijvende krachten achter Braakland/ ZheBilding.
Jos Stroobants
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Vlnr: Adriaan Van Aken, Els Theunis en Stijn Devillé
hen van een stevige vertrekbasis voorziet, niet van een halfbakken product.” Een opvallende rode draad doorheen het repertoire van het gezelschap is de aanwezigheid van historische gebeurtenissen uit de twintigste eeuw. Producties als La dissection d’un homme armé – rond drie dramatische gebeurtenissen uit de vaderlandse geschiedenis – of het recentere en vaak geprezen Hitler is dood zijn typische voorbeelden. “Het individu mag dan een interessant romantisch concept zijn,” zegt Adriaan Van Aken, “maar het zijn collectieve historische gebeurtenissen die dat individu zoals het vandaag bestaat bepalen: de loopgravenoorlogen, Hitler, Hiroshima, 9/11, …” “De twintigste eeuw, die ons heeft gemaakt tot wie we zijn, begon in 1914 in Sarajevo en eindigde daar ook in 1999”, zegt Devillé. “Met dat idee confronteren wij de toeschouwer. De Nürnbergprocessen, die centraal staan in Hitler is dood, zijn voor mij nu eenmaal de moeder aller case studies. Het besef ‘Dit deed onze soort met zichzelf’ blijft ons onherroepelijk beïnvloeden. Na Auschwitz is niets meer verwonderlijk. Dat bijvoorbeeld iemand met een pistool een schoolklas binnenvalt en om zich heen begint te schieten, verbaast niet na de gruweldaden van toen.”
De Cultuurprijs wordt tweejaarlijks uitgereikt aan een hoogstaande en vernieuwende Belgische kunstenaar – of groep van kunstenaars – die zich ook verdienstelijk heeft gemaakt op het vlak van vorming en/of onderzoek in de kunsten. De prijs 2011-2012 staat in het teken van audiovisuele kunsten en podiumkunsten. Braakland/ZheBilding werd opgericht in 1997, bracht aanvankelijk zuiver teksttheater maar evolueerde naar een zinnenprikkelend gebruik van muziek op toneel. Stijn Devillé, Adriaan Van Aken en Els Theunis vormen de artistieke kern die nauwe banden onderhoudt met huisartiesten als Sara Vertongen, Kris Cuppens en Rudy Trouvé. De eerste zin van hun mission statementluidt kort en krachtig: Braakland/ZheBilding is een gezelschap van makers. “Dat is essentieel,” zegt Stijn Devillé, ”Wij voeren niet zomaar uit wat iemand anders heeft bedacht. Spelers, regisseurs en muzikanten denken bij ons allemaal mee, in dialoog met elkaar: dat verrijkt het resultaat. Maar we zijn geen theatercollectief als Stan of de Roovers: wij streven niet naar de perfecte democratie of naar totale gelijkheid. Adriaan en ik zijn bijvoorbeeld meer schrijver dan regisseur. We maken er ons nooit makkelijk vanaf: we zorgen er altijd voor dat een nieuwe tekst Stad als personage klaar is tegen de eerste lezing. Het Braakland/ZheBilding zit stevig is alleen maar eerlijk tegenover verankerd in Leuven. Het gezelje acteurs en muzikanten dat je schap is momenteel gehuisvest
in het Openbaar Entrepot voor de Kunsten aan de vaartkom, een locatie die het – onder de noemer TPAKT – deelt met andere theatergroepen, kunsteducatieve organisaties en binnenkort ook met de woordafdeling van het Lemmensinstituut. “Het is een interessante en uitdagende mix die ons prik-
locaties zoals het Depot, M, Tweebronnen, 30CC, het STUK, … En we zijn meer zichtbaar, wat ons beter in staat stelt om een heel eigen functie te vervullen. Er was in Leuven al langer behoefte aan een alternatief voor het klassieke beroepstheater, maar er moet ook plaats zijn voor een alter-
Rudy Trouvé en Sara Vertongen in de voorstelling ‘Dansen Drinken Betalen’ (© Freek Verdonckt)
kelt om samen te werken”, zegt Devillé. “Op die manier kunnen we ons publiek ook verbreden en verjongen.” In mei 2010 werd Braakland/ ZheBilding samen met jongerentheater fABULEUS ook benoemd tot stadsgezelschap van Leuven. “Daar gaan we heel bewust mee om. Wij hebben hier niet alleen onze werkplek, maar beschouwen de stad ook als personage binnen ons theater. Als stadsgezelschap kan je ook makkelijker gaan spelen op andere stedelijke
natief voor het alternatief. Dat is een boutade, maar het spectrum kan niet breed genoeg zijn. En op deze manier helpen we misschien mee om de dierbare wens van burgemeester Tobback in vervulling te brengen: Leuven afhelpen van zijn soms nog te groot Ernest Claesgehalte.”
Twee richtingen Wat betekent de Cultuurprijs voor Braakland/ZheBilding? “Daar kunnen we alleen maar héél blij om zijn,” zegt Van Aken. “Het be-
vestigt ons élan, de flow waarin we de laatste tijd zitten. Deze prijs levert zeker ook publiek, persaandacht en nieuwe mogelijkheden op en motiveert ons om op deze weg door te gaan.” “De Cultuurprijs werkt in twee richtingen,” weet Devillé. “Niet alleen wij, maar ook de universitaire gemeenschap moet er beter van worden. Zo gaan we al zeker een drietal masterclasses verzorgen, maar we zijn zelf nog op zoek naar iets blijvends, misschien wel met wat we ondertussen aan muziek bijeengesprokkeld hebben. ” “We zijn ons trouwens volop aan het bezinnen over onze toekomst, want tegen 1 oktober moet ons nieuw beleidsplan klaar zijn. Vast staat dat we nog lang niet uitgepraat zijn. We willen dit project verder uitdiepen, met dezelfde mensen, want er valt nog veel te halen uit onze gezamenlijke vondsten én fouten… Onze focus op muziek blijven we zeker behouden, maar locatietheater zal binnen onze werking waarschijnlijk nog belangrijker worden. We denken ook aan meer experimentele projecten, zoals audiowandelingen. Essentieel blijft dat we altijd dicht op ons publiek willen zitten: vertellen over dingen waar mensen mee bezig zijn en hen zo aan het denken zetten.” De Cultuurprijs 2011-2012 van K.U.Leuven wordt uitgereikt op dinsdag 3 mei om 20u in de Promotiezaal van de Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven. www.braaklandzhebilding.be www.kuleuven.be/cultuur/prijs/ cultuurprijs.htm
6 Beleid
campuskrant
Integratie van industrieel ingenieurs in de universiteit
Agoria: “Dit is een scharniermoment” Agoria is de Belgische federatie van de technologische industrie, ‘grootafnemer’ van wetenschappers en ingenieurs, en dus sterk geïnteresseerd in wat er gebeurt in het hoger onderwijs. Directeur-generaal van Agoria Vlaanderen Wilson De Pril had een geanimeerd gesprek met vicerector Wetenschap & Technologie Karen Maex over de integratie van de industriële ingenieurswetenschappen in de universiteit. Ludo Meyvis “Academisering en profilering zijn sleutelwoorden van de huidige ontwikkelingen in het hoger onderwijs,” zegt vicerector Maex. “Maar door de integratie van de opleidingen industrieel ingenieur in de K.U.Leuven zal de opleiding niet alleen onderzoeksgebaseerd zijn: ze zal ook deel uitmaken van een onderzoekscontinuüm waarin alle spelers van de kennis- en onderzoeksketen samenwerken.”
Eigenheid Wilson De Pril: “Kennis is onze belangrijkste grondstof, zeker voor wetenschappers en voor ingenieurs. In die zin is contact met de onderzoekswereld onontbeerlijk. Maar de integratie mag er niet toe leiden dat industrieel ingenieurs vanaf nu met hetzelfde type onderzoek te maken zullen hebben als burgerlijk ingenieurs. De eigenheid van de profielen van burgerlijk en industrieel ingenieur moet absoluut behouden blijven, net zoals die van de professionele bachelor. Ze hebben elk hun eigen finaliteit in de industrie, en dat moet zo blijven.” Bestaat er dan gevaar voor profielvervaging? Maex: “Zeker niet, althans niet zoals wij dat opvatten. De hele operatie wil de bestaande profilering nog versterken, herkenbaarder maken. Dat de studenten industrieel ingenieur voortaan onderzoeksgebaseerd onderwijs krijgen, zal hen versterken in een technologische omgeving die razendsnel evolueert. Dit onderzoek sluit aan bij het profiel van hun opleiding en zal sectorgedreven zijn: uitgangspunt is dan de vraag wat de sector in de toekomst nodig heeft, en is op die manier complementair aan onderzoek dat vertrekt vanuit de kennisdomeinen. Het komt erop aan alle schakels van de kennisen innovatieketen met elkaar te verbinden, en ze via synergieën te optimaliseren.” De Pril: “Daar ben ik het mee eens. En ook de industrieel ingenieurs nemen in die keten een belangrijke plaats in. Door de lokale cultuur van hun hogeschool, de inplanting en de banden met de lokale bedrijfswereld voorkomen we ongewenste uniformisering.” Maex: “Inderdaad. Daarom is ons integratiemodel gebaseerd op een eenheid van beleid ener-
zijds en op een versterking van de eigenheid en de dynamiek van de opleidingen en van het onderzoek op de campussen van de hogescholen anderzijds. Met een volwaardige Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen ontstaat een schitterend beleidsplatform, waarin alle opleidingen industrieel ingenieur zich kunnen positioneren en versterken ten aanzien van elkaar maar ook ten aanzien van de opleidingen van de bestaande faculteiten. Duidelijke structuren vergemakkelijken ook de dialoog met de stakeholders. In ons geval hoort de bedrijfswereld en bij uitbreiding de hele maatschappij daarbij, en de studenten natuurlijk.”
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Karen Maex en Wilson De Pril
maar aan energie, voeding, water, veiligheid… Misschien moeten we in de eerste plaats aan de leerkrachten van de eerste graad van het secundair onderwijs het maatschappelijk belang van onze opleidingen aantonen. Zij spelen immers een belangrijke rol in de beeldvorming van dertien-, veerWoorden tienjarigen.” Mooi, maar heeft de student daar De Pril: “De idee ‘toetsing aan de ook oren naar? Of gaat het om een praktijk’ moet in alle jaren verweontwikkeling over zijn hoofd heen? ven zitten. Al doende vertrouwd De Pril: “Het komt me voor dat er geraken met de werkwereld heeft vooral duidelijk gecommuniceerd te weinig aandacht gekregen tot moet worden over de nieuwe ontwikkelingen. Dat is ook belangrijk met het oog op het aantrekken van studenten – en dat blijft toch een zeer teer punt, voor alle opleidingen. En uiteraard willen de ‘afnemers’ van wetenschappers en ingenieurs daar ook bij betrokken zijn. We moeten beklemtonen dat de onderwijsprogramma’s bij uitstek toekomstgericht en maatschappelijk relevant zijn, en dat wie erin stapt, een zeer solide basis verwerft met het oog op de toekomst.” nu toe. Een soort Suzuki-aanpak, zeg maar: niet eerst jarenlange Hoe doe je dat, ingenieursstuen saaie notenleer, maar meteen denten aantrekken? Elke richting het muziekinstrument ter hand beweert toch van zichzelf dat ze nemen. Zo fascineer je jongeren, toekomstgericht is? je doet ze goesting krijgen, óók in De Pril: “In onze communicatie notenleer.” naar jongeren moeten we beklemtonen dat ingenieur een beroep is Daden met een multiplicator-effect. Elke De Pril: “Ik wil aandringen op acingenieursjob genereert op zijn tie. Er zijn al meer dan voldoende beurt zes tot zeven afgeleide jobs. studies beschikbaar om de proIngenieurs hebben ook hoe lan- blemen gerelateerd aan de weger hoe meer een duidelijk maat- tenschaps- en ingenieursopleischappelijke rol – ik denk bijvoor- ding in kaart te brengen, en aan beeld aan hun plaats in een meer intentieverklaringen hebben we ecologisch bewuste samenleving ook al geen tekort. De tijd is gekowaarin technologische oplossin- men om, nog meer dan tot nu toe, gen dienen gevonden te worden, het accent op actie te leggen.” bijvoorbeeld op het vlak van ener- “Kennis is wat ons land welvarend en aantrekkelijk maakt. We gie en milieu.” Maex: “We moeten er in slagen moeten durven toegeven dat we in om niet alleen studenten te rekru- sommige gebieden van de producteren gedreven door wetenschap tie-industrie op een aantal vlakken en technologie op zich, maar ook niet langer competitief zijn. Dat is jongeren die een uitgesproken in- op zichzelf geen schande, maar teresse hebben om de toekomsti- het moet wel een duidelijk signaal ge maatschappij vorm te geven. zijn om het over een andere boeg te De uitdagingen zijn enorm. Denk gooien, en, bijvoorbeeld, resoluut
te kiezen voor die sectoren waarin we via onze kennis, onze talenten op het vlak van R&D, het verschil kunnen maken. De wetenschappers en burgerlijk ingenieurs zullen zich meer toespitsen op de R, de industrieel ingenieurs op de D. Dat ze elkaar aanvullen is in deze essentieel..” Maex: “Vergeet ook het internationale luik niet. Onze kennissamenleving is niet langer beperkt door fysieke of politieke grenzen. Door de inbedding van de opleidingen industrieel ingenieur in
“Deze ontwikkelingen zullen wetenschap en technologie aantrekkelijker maken.” de per definitie internationale universitaire context krijgen die opleidingen en het onderzoek waaraan zij participeren, meteen een veel internationaler uitstraling.” Zijn we daarmee niet te ambitieus? We zijn maar een klein land... De Pril: “Dat is juist. En bescheidenheid past ons. Maar niet te veel. Wij hebben wel geen TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek, red.) zoals in Nederland, wij hebben geen Fraunhofer-instituten zoals in Duitsland. Dat betekent dat bepaalde schaalgroottes die deze landen op onderzoeksvlak halen, niet voor ons weggelegd zijn. Daarom moeten we in Vlaanderen veel meer samenwerken tussen alle O&O-actoren, onder meer met het oog op voldoende valorisatie. Ook met het buitenland, ook met TNO of Fraunhofer – maar dan moet je wel wat te bieden hebben.” Maex: “En dat wordt dan weer
bevorderd door de integratiebeweging. We creëren daarmee schaalvoordelen die tot nu toe ongekend waren in de context van ons land. Ze zullen ertoe leiden dat we beter gecoördineerd kunnen inspelen op de nood aan innovatie.”
Gelijkgestemd Begrijpen de universiteit en de bedrijfswereld elkaar? Maex: “Gesprekken als dit zijn alleszins zeer vruchtbaar. Er zijn verschillen in accent, verschillen in prioriteit, maar het is duidelijk dat we allebei het belang van de lopende ontwikkelingen naar waarde schatten. Ze zullen leiden tot een versterking van onze opleidingen en tot een grotere aantrekkelijkheid van wetenschap en technologie bij jongeren. Daar hebben we zeker gemeenschappelijke belangen.” De Pril: “Werkelijk ingrijpende ontwikkelingen in ons onderwijslandschap maken we maar om de zoveel decennia mee. Wat er nu gaande is in de wereld van de wetenschappen en ingenieurswetenschappen, is zo’n scharniermoment. Dat volgen we op de voet en we zijn bereid eraan mee te werken, omdat het belang – zowel voor de universiteiten en de hogescholen als voor de bedrijfswereld – zo onmiskenbaar groot is. We kunnen met deze ontwikkeling werkelijk iets betekenen voor onze samenleving. En daar doen we het toch allebei voor, niet?” Tijdens het jaarlijks congres van de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen zal het thema van de integratie van de opleidingen tot industrieel ingenieurs in de universiteit uitgebreid aan bod komen. Enkele facetten worden belicht vanuit verschillende perspectieven: wat betekenen de veranderingen voor de studenten, voor de opleiding en voor het werkveld? 4 april, K.H.Kempen, Campus Geel www.associatie.kuleuven.be/ gfibw/congres2011/home.html
30 maart 2011
Ondernemen 7
Nieuwe spin-off dyNAVic plant citytrips op maat In de zomer van 2009 pakten onderzoekers van de K.U.Leuven en KaHo Sint-Lieven uit met een wereldprimeur. Samen met vijf Vlaamse kunststeden lanceerden ze de Citytrip Planner, een webtoepassing die je je bezoekje op maat laat plannen. De website werd een succes en in februari van dit jaar werd dyNAVic, het bedrijfje achter de Citytrip Planner, de nieuwste spin-off van de K.U.Leuven. Wouter Verbeylen De wiskundige algoritmes achter de Citytrip Planner werden ontwikkeld door onderzoekers Pieter Vansteenwegen en Joris Vertommen van de K.U.Leuven en Wouter Souffriau van KaHo Sint-Lieven. Inmiddels mag Joris Vertommen zich managing director van de spin-off dyNAVic noemen. We spreken met hem af in het Centrum voor Industrieel Beleid (CIB) in Heverlee, waar het allemaal begon. Joris Vertommen: “Het CIB is gespecialiseerd in het oplossen van logistieke problemen, zoals het vastleggen van een optimale route voor bedrijfsvoertuigen. In 2003 had professor Dirk Van Oudheusden het idee om die kennis ook eens uit te testen in andere domeinen, en zo kwamen we terecht bij een gepersonaliseerde citytripplanner.” “We startten een pilootproject in Leuven, en in de zomer van 2009 kon de Citytrip Planner van start gaan in de kunststeden Leuven, Antwerpen, Brugge, Gent
en Mechelen. Sindsdien werd er naarstig gesleuteld aan een business plan en aan de verdere uitbouw van het platform, en in februari van dit jaar resulteerde dat in de oprichting van dyNAVic nv als spin-off van de K.U.Leuven.”
planning ook afdrukken, dan betaal je 3 euro. De onderzoekers-ondernemers gingen niet over één nacht ijs om de Citytrip Planner op te zetten. Vertommen: “Uiteraard onderzochten we eerst of er wel
Wegwijs in het doolhof De Citytrip Planner is een toonbeeld van eenvoud. Je geeft op de website eerst enkele tripgegevens in – zoals datum, aantal dagen, start- en eindpunt, begin- en eindtijd – en je beantwoordt enkele korte vragen die je interesseprofiel bepalen. De Citytrip Planner geeft je meteen een eerste voorstel dat rekening houdt met je persoonlijke interesses, de gekozen datum en de openingsuren van de bezienswaardigheden. De automatisch geselecteerde bezienswaardigheden en de te volgen route worden op een kaart getoond en je kunt van alle attracties een korte beschrijving lezen en een foto bekijken. Een groot deel van die informatie is bovendien gratis – wil je gebruik maken van een aantal extra opties en de
De site telt al 200.000 bezoekers per jaar. een reële behoefte was aan ons product. LRD heeft ons daarbij goed begeleid om de commerciële mogelijkheden in te schatten. We stelden een overaanbod aan reisinformatie vast. Veel mensen plannen een citytripje spontaan, op heel korte termijn. Ze hebben
eenvoudigweg de tijd niet om vooraf veel opzoekwerk te doen in reisgidsen en op het internet, die voor zo’n korte trip vaak een doolhof aan informatie zijn. Onze website is dan de ideale snelle oplossing die de voor jou relevante informatie filtert.” Indertijd werd de Citytrip Planner aangekondigd als een wereldprimeur. Wat maakt hem zo uniek? Vertommen: “De Citytrip Planner wordt soms op één hoop gegooid met allerlei applicaties voor citytrips die niet meer zijn dan een Gouden Gids van wat er te doen is in een stad, en dan nog liefst de drie toplocaties vlakbij het hotel waar je verblijft. Wij gaan door die personalisering veel verder: als je een halfuurtje moet stappen voor een museum dat volledig aansluit bij je interesses, dan plant de Citytrip Planner dat mooi in.” Inmiddels telt de website zo’n 200.000 bezoekers per jaar, en de ambities zijn steil. Vertommen: “Nu moet je de planning nog vooraf bekijken en afprinten. Dat willen we flexibeler maken: je
Doctorandi leren onderzoek verzilveren Een dertigtal doctoraatsonderzoekers beëindigden op 23 maart een training over hoe ze het best hun onderzoek in de praktijk omzetten: een patent aanvragen, een spin-off oprichten of een onderzoekssamenwerking opzetten. Acht teams werkten een zelf gekozen thema uit in een concreet exploitatieplan en daaruit werden de beste twee gekozen. Ilse Frederickx De cursus ‘Exploitatie van onderzoeksresultaten – technologie- en kennisoverdracht’ is een initiatief van K.U.Leuven Research & Development (LRD), het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF), de Arenberg Doctoral School en de Biomedical Sciences Doctoral School. De cursus wordt nu voor het tweede opeenvolgende jaar georganiseerd, ook ditmaal met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en van de Vlaamse Overheid. Paul Van Dun, algemeen directeur van LRD, schetst waarom: “Onderzoek is naast onderwijs de basistaak van de universiteit. De resultaten van dat onderzoek vertalen in toepassingen in de
maatschappij is uiteraard ook heel belangrijk. Deze cursus wil de do’s-and-don’ts daarvan aanleren bij doctoraatsstudenten. Dat ook de doctorandi zelf het als een nuttige aanvulling op hun opleiding ervaren, blijkt overigens uit de waarderingscijfers die de cursus telkens krijgt.” De cursus gaat in op intellectuele eigendom, onderzoekssamenwerking, spin-offs, investeerders en onderzoeksfinanciering. Acht teams van deelnemers kozen een thema om in een exploitatieplan te gieten, gaande van marktstudie en mogelijke vormen van exploitatie tot financiering. Bij het afsluiten van de cursus koos een jury bestaande uit investeerders en experts uit de bedrijfswereld twee winnaars.
Bio-ingenieur Kristof Mertens en informaticus Mario Henrique Cruz Torres sleepten de prijs in de wacht met hun exploitatieplan Precise: process efficiency & control through integrated statistical engineering dat zich toespitst op het signaleren van procesafwijkingen in de veeteelt. Het andere winnende team bestond uit bioingenieur Ank Reumer, bioloog Geert Baggerman en geneticus Jeroen Poels. Zij ontwikkelden een exploitatieplan over Valorization of a method to detect colorectal cancer biomarkers in blood serum. Beide teams gaan met 2.500 euro naar huis. Volgend academiejaar organiseert LRD deze training voor doctorandi en postdoctoraal onderzoekers opnieuw. http://lrd.kuleuven.be
moet ter plekke op je smartphone kunnen plannen, en kunnen bijsturen – zodat je bijvoorbeeld bij regenweer minder parken voorgeschoteld krijgt. Er komen ook een aantal extra opties rond overnachtingen en vervoer naar en in de stad, en we willen het aantal bestemmingen drastisch uitbreiden en internationaal gaan. Verder gaan we de technologie achter de website ook aanbieden aan andere bedrijven.”
Complexe wetenschap En voor wie eraan mocht twijfelen: achter de gebruiksvriendelijke website van de Citytrip Planner gaat wel degelijk geavanceerde wetenschap schuil. Vertommen: “Het plannen van een citytrip op maat is een complex combinatorisch probleem. We hebben dus een algoritme moeten ontwikkelen dat een passende oplossing voorstelt, binnen een heel kort tijdsbestek bovendien. Een bedrijf heeft misschien de luxe om de ideale oplossing voor een logistiek probleem twee uur te laten processen, maar wij niet. Een toerist die onze website bezoekt, moet meteen een antwoord krijgen, of hij surft verder.” “De planningsalgoritmes van het CIB waarop onze webtoepassing gebaseerd werd, staan nog altijd internationaal aan de top. Nu concentreren we ons even op het uitbouwen van wat we al kunnen met de bestaande algoritmes en focussen we vooral op de commerciële kant. Maar nadien moeten we weer investeren in verdere ontwikkeling. De wetenschap – en de concurrentie – staan niet stil.” www.citytripplanner.com www.dynavic.com
8 Onderzoek
campuskrant
Robotrolstoel zonder gps, maar met een EQ Met de vergrijzing van onze samenleving mogen we verwachten dat meer en meer mensen behoefte zullen hebben aan een rolstoel. Voer voor ingenieur Alexander Hüntemann, die een begrijpende rolstoelrobot ontwerpt. Door rekening te houden met de bestuursvaardigheden en het stuurgedrag van de gebruiker, kan de robot het traject van de rolstoel steeds fijner afstemmen. Ilse Frederickx Hüntemann studeerde voor ingenieur in Madrid en kwam met een Marie Curie-beurs in Leuven terecht, bij LMS International. Dat is een spin-off van de K.U.Leuven die zich toelegt op simulatie- en testsoftware in de mechanische industrie. Vanuit LMS stapte hij over naar het Departement Werktuigkunde van de K.U.Leuven. Onder leiding van professoren Hendrik Van Brussel en Marnix Nuttin verdedigde hij er op 16 maart een doctoraat over Probalistic Human-Robot Navigation. Robotica is een multidisciplinaire topic, legt Hüntemann uit: “Het draait om sensoren, wiskunde, artificiële intelligentie én gebruikers. Voor mobiele robotica is de technologie rijp, maar we moeten de gebruikers en hun interactie met robots leren begrijpen. Net zoals er al autonoom werkende stofzuigers en grasmaaiers bestaan, kunnen we perfect autonome rolstoelen maken die met een gps-systeem hun weg zoeken. Maar mensen willen graag het gevoel van controle behouden. Bovendien is het belangrijk dat ze mentaal en fysiek fit blijven. Daarom streven we naar shared control: gedeelde autonomie van bestuurder en rolstoel.”
Vlnr: Johan Philips, Emmanuel Vander Poorten, Alexander Hüntemann en Eric Demeester. De rolstoel links is een commerciële elektrische rolstoel uitgerust met sensoren en een computer. De rolstoel rechts is een ‘robotic prototype’ ontwikkeld binnen het EU MOVEMENT-project. (© K.U.Leuven | Rob Stevens)
alternatieven: een handbewogen of duwrolstoel; een elektrische rolstoel met motor die wordt bestuurd met een joystick maar moeilijk te hanteren is; of een robot die volledig zelfstandig stuurt zonder dat de gebruiker nog iets hoeft te doen. Een robot die de fysieke omgeving – binnenshuis of buitenshuis – in kaart brengt en zonder botsingen erdoor rijdt, is perfect mogelijk. De uitdaging is nu een robot te maken die rekening houdt met de rolstoelgebruiker. Elke rolstoelgebruiker is anders: gaande van iemand die door zijn aandoening ongecontroleerde bewegingen maakt tot een bejaarde die door chronische gewrichtsreuma minder kracht heeft in de handen. Elk individueel geval kan ook nog veranderen, bijvoorbeeld als een ziekte verergert. De robot bekijkt de omgeving via De begrijpende robot sensoren, vergelijkbaar met parHet is dus zaak een middenweg keersensoren op een auto. De bete vinden tussen de bestaande sturing door de rolstoelgebruiker
heden van de gebruiker kennen, om goed in te schatten wanneer bijvoorbeeld een linkerhand minder meewil. Om dan uiteindelijk met de rolstoel te rijden, stapt Hüntemann af van het gps-idee, waarbij de gebruiker zijn bestemming opgeeft en de robot een traject uitrekent. In plaats daarvan past Hüntemann een lokale aanpak toe: de robot brengt alleen de directe omgeving in kaart met alle mogelijke kleinere trajecten daarin. Het grote voordeel daarvan is dat er veel meer alternatieve trajecten tussen twee punten mogelijk zijn. Bij elke beweging van de joystick door de rolstoelgebruiker herberekent de robot welk traject het meest waarschijnlijk bedoeld is. Door rekening te houden met alle mogelijke veilige trajecten en het stuurgedrag uit het verleden, kan de robot het traject steeds fijLokale trajecten ner afstemmen. De robotrolstoel van Hüntemann Hüntemann werkte samen met leert eerst gedurende een trai- het Nederlandse kenniscentrum ningsperiode de bestuursvaardig- Vilans om zijn prototype met ver-
kan op verschillende manieren. In een ander project van professor Nuttin ontwikkelden de ingenieurs bijvoorbeeld al een rolstoel die bestuurd werd via hersensignalen. De gebruiker kreeg dan een sensorkapje – een soort badmutsje met elektroden. Zo’n sensorkapje is echter niet heel praktisch om op te zetten en geeft nogal wat storing. De rolstoel van Hüntemann heeft een joystick, omdat die een betere controle biedt: “Op termijn geeft dit mogelijkheden om haptic feedback toe te passen: technologie die door positie en kracht met de gebruiker communiceert. Ook de robot kan de joystick laten bewegen en zo aangeven in welke richting hij wil gaan. Dat geeft de gebruiker de mogelijkheid om nog te corrigeren voor men de verkeerde kant opgaat.”
schillende rolstoelgebruikers in een huiselijke testruimte uit te proberen. “De reacties waren zeer enthousiast. Deelnemers vroegen wanneer ze de rolstoel konden kopen. Dat hangt af van de fabrikanten. De sensoren die gebruikt worden, zijn heel duur – al worden ze goedkoper. Rolstoelen worden normaal gezien ook terugbetaald door het ziekenfonds, dus deze types moeten nog erkend worden.” Hüntemann zet na zijn doctoraat zijn onderzoek over rolstoelen voort in het Europese project RADHAR (Robotic ADaptation to Humans Adapting to Robots), onder leiding van professor Joris De Schutter. Het opzet is om de wisselwerking tussen robot en mens en het rolstoelgebruik over langere tijdspannes meer in detail te onderzoeken. Een overzicht van alle actuele doctoraatsverdedigingen vindt u op www.kuleuven.be/ doctoraatsverdediging/
Wil je de wereld verbeteren ? Ga naar www.ontwerpjewereld.be, ontwerp je ideale wereld en win een reischeque van 1 000 euro ! Ontdek jezelf. Begin bij de wereld.
30 maart 2011
Diplomatie Voor de derde keer op rij heeft een team van Belgische studenten de wedstrijd diplomatie tijdens de WorldMUN (Model of United Nations) conferentie in Singapore gewonnen. Meer dan 2.000 studenten van 270 universiteiten uit 65 verschillende landen ijverden dit jaar mee voor de titel. Tijdens de conferentie kreeg elke studentendelegatie een land toegewezen dat ze moest vertegenwoordigen in de verschillende comités van de Verenigde Naties. Het Belgische team moest het standpunt van de VS verdedigen.
Dubbele winst Tijdens de derde editie van de Vlaamse Programmeerwedstrijd, waarbij meer dan 150 teams streden voor de titel ‘Beste programmeerteam van Vlaanderen’ gingen zowel het Leuvense bachelorteam SKD(ULAK) als het masterteam King High met de hoofdprijs lopen, elk in hun eigen categorie.
Pleiten
Een team van de K.U.Leuven heeft de International and European Moot Court Competition in Leuven gewonnen. In de finale ging Lund (Zweden) voor de bijl nadat het team eerder Heidelberg en de UCL had geëlimineerd in de halve finale. Het Leuvense team bestond uit Anja Vandevelde, Ellen Van Dingenen, Davey Dewolf en Michail Perez Van Gaeveren. Niels Bammens deed de coaching. Naast de eindoverwinning behaalde het team ook prijzen voor best pleading team, beste individuele pleiter (Ellen Van Dingenen) en best oral team bij de eisende partijen (Anja Vandevelde en Ellen Van Dingenen).
Studenten 9
Buiten de zone In deze rubriek jagen we de telefoonrekening van de K.U.Leuven schaamteloos de hoogte in. Maar wél met een achtenswaardig journalistiek doel: achterhalen waar onze professoren, onderzoekers en studenten in het buitenland zich zoal mee bezighouden. In deze eerste aflevering: student politieke wetenschappen Mattijs Messely (20). Ine Van Houdenhove Waar zit je ergens? Mattijs: “In Kibera, een sloppenwijk van Nairobi, Kenia, één van de grootste slums van Afrika. Ik ben hier samen met een andere student vijf dagen (van 22 tot 27 maart – red.) om een project van Artsen zonder Grenzen te bezoeken. We logeren in het gastenverblijf van AZG en worden elke dag op sleeptouw genomen door de lokale organisatie.” Hoe ben je daar beland? “Ik heb meegedaan aan een wedstrijd waarbij je een documentaire van AZG moest promoten op je eigen campus. Een student van de UCL en ikzelf werden gekozen als jongerenambassadeurs: we zullen dit hele jaar het gezicht zijn van AZG voor jongeren.” Hoe ziet Kibera eruit? “Dat kun je je niet voorstellen tot je er zelf hebt gestaan. Alleen al die stank… Hier leven, in een gebied van zo’n negen vierkante kilometer, een kwartmiljoen mensen in bittere armoede op elkaar gepakt. Je kan nog zoveel documentaires bekijken, pas op het terrein dringt de realiteit echt tot je door.”
Mattijs Messely (midden) naast medestudent Alessandro Gehenot (UCL) en Michelle, hoofdverpleegster van MSF Olympic (centrum voor slachtoffers van seksueel geweld van AZG). (© ingezonden)
heeft hier projecten rond hiv, tbc en seksueel geweld. Het is zeker niet evident om hier te werken maar ze krijgen veel respect van de plaatselijke bevolking.”
Waren er bijzondere ontmoetingen bij? “Ik heb Jimmy ontmoet, een bewonderenswaardige man die zelf Wat heb je deze week gedaan? hiv-positief is en actief is rond het “Met medewerkers van AZG ge- sensibiliseren van de bevolking. praat, en met patiënten. AZG Aids is een enorm taboe in Kenia,
zoals elke ziekte trouwens. Voor Jimmy’s openheid en de manier waarop hij met de ziekte omgaat, heb ik enorm veel respect.”
aandacht voor psychologische bijstand, zoals in het project voor slachtoffers van seksueel geweld.”
Wat heb je deze week geleerd? “Ik heb me echt gerealiseerd wat voor bijzonder werk AZG doet. Het gaat om veel meer dan crisisinterventie; de projecten die ik heb bezocht hebben stuk voor stuk een positieve impact op lange termijn. Er is ook veel
Inspiratie opgedaan voor de toekomst? “Ik wil nog drie jaar studeren. Maar daarna zou ik graag aan de slag gaan bij een organisatie als AZG. Een groot deel van hun personeel is niet-medisch geschoold, dus wie weet…”
Tip voor deze rubriek? Mail naar:
[email protected]
Onze fotograaf Rob Stevens richt zijn lens op de mens achter de actualiteit aan de universiteit, en vuurt vrank en vrij vragen af. UITGELICHT Teneinde onze trouwe lezer geen enkele mogelijkheid tot sociale verrijking te ontzeggen tijg ik tijdens de PARTYcipationweek naar een rondje speedfriendshipping in Pangaea. Een verzameling tafels, een bende praatgrage mensen en een timer, that’s all you need. Een kordaat ‘Changez!’ op de fluittoon en mild drankverbruik zorgen voor een vlot ronddraaiende kennismakingscarrousel. Nadien eens gebeld naar Emilie Rademakers, een enthousiaste participant. “Ik vond het zeker leuk. Het is in het Belgisch academisch milieu toch minder evident om nieuwe mensen te leren kennen dan in het buitenland, vind ik.
Mensen blijven hier makkelijk in hun groepjes hangen. Het speedfriendshippen leek me een leuke gelegenheid om dat eens te doorbreken. Het is wel even spannend, je moet jezelf toch een beetje ‘presenteren’. Maar al gauw loopt het vlot. Dit is de tijd in je leven die het meest geschikt is om je horizon te verruimen vind ik, door te leren en te lezen, maar ook door verschillende mensen tegen te komen met diverse achtergronden.” Of ze er vriendschappen aan heeft overgehouden? “Er staan een hoop nieuwe telefoonnummers in mijn Facebook-lijstje, en ik denk wel dat ik met een paar mensen nog zal afspreken, ja.”
10 Geneeskunde
campuskrant
Prikactie In samenwerking met het Rode Kruis gingen de geëngageerde studenten van Bloedserieus Leuven van 21 tot 24 maart weer op zoek naar zo veel mogelijk bloeddonoren. Op de eerste dag stroopte rector Mark Waer de mouwen op om het goede voorbeeld te geven. Met succes: de organisatoren konden een recordopkomst van 4.402 donoren noteren. Rector Mark Waer toonde zich overigens een snelle donor: op 3 minuten en 48 seconden tijd was het klusje geklaard. www.bloedserieus.be
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Wet beperkt arbeidsduur stage Sinds februari legt een nieuwe wet de arbeidsduur van stagiairs geneeskunde aan banden. “De geest van de wet is goed”, zegt professor Paul Herijgers, stagecoördinator geneeskunde, “maar niet alles wat ze voorschrijft kan zomaar op stagiairs worden toegepast.” Tine Bergen “De klassieke wetgeving rond arbeidsduur was nooit van toepassing op artsen vanwege de noodzaak van wachten,” zegt professor Herijgers. “Maar in 2003 is er het Europese working time directive gekomen en die richtlijn is nu in een wet geïmplementeerd die sinds februari van kracht is. Doel is excessen te voorkomen, de gezondheid van de artsen en de kwaliteit van de gezondheidszorg in het oog te houden. Zo zijn artsen nu verplicht om 12 uur rust te nemen wanneer ze tussen 12 en 24 uur hebben gewerkt. Een werkperiode mag ook niet langer dan 24 uur duren. Assistenten in opleiding werden soms overbevraagd en de wetgeving is eigenlijk daarop geschreven. Uit vrees dat hun werklast nu afgewenteld zou worden op de stagiairs, zijn ook zij in de wet opgenomen.” “Concreet stelt de wet de norm van een werkweek van 48 uur. Er mag van die norm worden afgeweken met hoogstens 12 uur per week, maar gespreid over een periode van 13 weken moet er een gemiddelde zijn van 48 uur per week. Je kan ook kiezen voor een opting out, waarbij je vrijwillig afziet van de wettelijke standaard. Dan heb je een gemiddelde arbeidsweek van 60 uur.”
Onderdompeling “We weten uit ervaring dat een stagiair gemiddeld 61-62 uur per week werkt. Met een week van 48 uur zal het voor de meeste stagiairs dus moeilijk zijn om de eindtermen te behalen. Tijdens de stage worden de studenten immers geconfronteerd met de praktijk van
Oorzaak van kanker Onderzoek onder leiding van Frederic Rousseau en Joost Schymkowitz – beiden verbonden aan VIB, VUB en K.U.Leuven – heeft een mechanisme blootgelegd dat een rol zou spelen bij het ontstaan van één op zes kankergevallen. Wanneer er mutaties optreden in het eiwit p53, dat een sleutelrol speelt bij de bescherming tegen kanker door de celdeling in de hand te houden, verliest het zijn beschermende functie en gaat het de groei van tumoren net versnellen.
[email protected]
Doelwit?
de medische kennis die ze hebben opgedaan. Ze moeten op een andere manier leren nadenken. Veel patiënten vertonen verschillende ziektebeelden en de studenten kunnen dus niet in hokjes denken, maar moeten leren integreren. Ze maken ook kennis met verschillende culturen, religies, sociale standen… De stage vormt op heel veel manieren een eye-opener.” “De derde master bestaat in onze opleiding daarom uit een volledig stagejaar. Daarbij maakt de student in blokken van 13 weken kennis met de verschillende disciplines: heelkunde, inwendige geneeskunde, gynaecologie, huisartsgeneeskunde, ... We vinden het belangrijk dat de student
toegepast. Zo heeft een stagiair geen arbeidscontract en mag hij ook niet verloond worden. Terwijl iemand die kiest voor opting out eigenlijk een bijkomende verloning moet krijgen. Of de terugkomdagen en de opleidingsmomenten van de stagiairs nu al dan niet onder de arbeidsduur vallen, is ook niet duidelijk. Daarnaast is er ook de administratieve belasting, want de opting out en gedetailleerde uurroosters moeten worden vastgelegd tussen werkgever en werknemer. En de studenten roteren voortdurend Aparte paragraaf tussen de verschillende diensten. “De geest van de wet is goed, Het was wellicht makkelijker gemaar niet alles wat ze voorschrijft weest als stagiairs in een aparte kan zomaar op stagiairs worden paragraaf waren opgenomen.”
voor langere tijd wordt ondergedompeld in de discipline omdat hij alleen zo kan ervaren wat het beroep echt inhoudt. Daarvoor is ook het draaien van wachten belangrijk, zeker bij disciplines zoals gynaecologie of urgentiegeneeskunde. Maar een inslapende wacht duurt 14 uur. Dat is meteen een hele hap uit de werkweek, dus raden we de studenten aan voor een werkweek van 60 uur te kiezen, zodat ze hun eindtermen zeker halen en ook voelen wat het beroepsleven inhoudt.”
Professor Jean-Christophe Marine (VIB, K.U.Leuven) en zijn team hebben aangetoond dat het eiwit Cop1, lange tijd beschouwd als een doelwit voor kankergeneesmiddelen, geen tumorbevorderende maar net een t umoronderdr uk kende werking heeft. De wetenschappers toonden aan dat Cop1 de stabiliteit van het oncogen c-Jun reguleert en dat te weinig Cop1 leidt tot celdeling in kankercellen van mensen en van muizen. Deze nieuwe gegevens zullen directe implicaties hebben voor de ontwikkeling van kankergeneesmiddelen.
[email protected] Uitgebreide versies van deze berichten: www.vib.be
30 maart 2011
Samenleving 11
Symposium rond personenmobiliteit stelt onze dieselverslaving aan de kaak Ellenlange files, fijn stof, ongevallen… Het verkeer op Vlaamse wegen laat niemand onberoerd. Tijdens het Metaforum-symposium op 25 maart formuleerden Leuvense professoren uit verschillende disciplines elk vanuit hun eigen invalshoek oplossingen voor deze complexe problematiek. Dirk Blijweert De aanbevelingen van Metaforum werden vooraf druk becommentarieerd in de media. Het symposium dat plaatsvond op vrijdagmiddag kon dan ook op meer dan gewone belangstelling rekenen. Professor Stef Proost, coördinator van de werkgroep, stelde de zaken meteen scherp. “Het beleid moet dringend bijgestuurd worden”, zo verklaarde hij onomwonden. Hij kreeg bijval van professor werktuigkunde Eric Van den Bulck. Die stelt dat onze huidige fiscaliteit onhoudbaar is. “Eigenaars van dieselwagens betalen minder accijnzen, maar het zijn precies dieselmotoren die fijn stof uitstoten.” Volgens professor Van den Bulck moet de aankoop van diesels ontmoedigd worden. Hij stipte ook aan dat er voldoende “schone” alternatieven bestaan, zoals SNG of synthetisch aardgas. Hoe kunnen we beter omgaan met onze bestaande infrastructuur? Over die vraag boog verkeersdeskundige Chris Tampère zich. Het goede nieuws is dat er heel wat quick wins te realiseren zijn: relatief goedkope ingrepen die onmiddellijk effect sorteren.
Nieuwe wegmarkeringen die rekening houden met de reële verkeersstromen bijvoorbeeld, of intelligente verkeerslichten die de capaciteit van kruispunten optimaliseren. Professor Thérèse Steenberghen pleit voor een creatieve invulling van onze beperkte ruimte. “Waarom zouden ondergrondse parkeergarages ’s nachts hun deuren niet openen voor buurtbewoners”, zo vroeg ze zich af. Een zieke professor Loeckx liet zich vervangen door professor Tampère. Die nam onze warrige verkeersinfrastructuur op de korrel. Hij brak meteen een lans voor een “robuust” netwerk, dat alternatieven moet voorzien als bepaalde wegen vastlopen. In de slotbeschouwingen stelde professor Proost dat het vervoer te goedkoop is. Gevolg: mensen blijven zich op grotere afstanden verplaatsen, met alle kwalijke gevolgen van dien. Hij herhaalde dat we dringend af moeten van onze dieselverslaving, maar stelde ook de premies voor elektrische wagens in vraag. “Een elektrisch voertuig kost al snel 35.000, maar de kopers kunnen rekenen op een premie van wel 9.000 euro. Dat is ongelooflijk veel geld voor een
Er was veel belangstelling voor het symposium in de Justus Lipsiuszaal.
besparing van amper 2 ton CO2 per jaar.” Professor Proost stelde ook dat rekeningrijden niet per definitie asociaal hoeft te zijn: de opbrengsten van het systeem moeten dan wel goed herverdeeld worden.
Dubbelzinnig VAB-woordvoerder Maarten Matienko was het grotendeels eens met de aanbevelingen van de werkgroep. Maar de verhoging van de accijnzen op diesel vindt hij een dubbelzinnige boodschap. “Waarom informeren we de klanten niet beter bij de aankoop van een wagen”, zo stelde hij voor. Johan Mal-
corps van Groen! pleitte voor een gelijke behandeling van diesels en benzinewagens en een slimme kilometerheffing. “Is ons openbaar vervoer wel performant genoeg”, zo vroeg voormalig bouwmeester Marcel Smets zich af. Hij verwees naar Zürich als modelstad. Filip Boelaert, kabinetschef van Vlaams minister van mobiliteit Hilde Crevits, stipte aan dat vanaf 2013 het rekeningrijden voor vrachtwagens een feit is. Hij stelde ook vast dat er weinig draagvlak bestaat voor sommige projecten. De kabinetschef verwees onder meer naar de ommezwaai van de publieke opinie over de Antwerp-
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
se Oosterweelverbinding. Michel Martens van Febiac brak een lans voor de subsidiëring van elektrische wagens. “Nieuwe technologieën hebben altijd een duwtje in de rug nodig.” Het laatste woord was aan de toeschouwers, die de panelleden en de werkgroep enkele kritische vragen voorschotelden. En daarmee was het debat nog lang niet afgesloten, want het thema beheerste ook de zaterdagedities van de kranten. De visietekst van de werkgroep ‘Personenmobiliteit in Vlaanderen’ is te vinden op de website van Metaforum: www.kuleuven. be/metaforum/
Thomas Denolf is Leuvense Ecostud Een heel academiejaar lang engageert hij zich om één ecologische daad per dag te plegen. Daarmee wil hij zijn medestudenten inspireren om milieubewust te leven. Maak kennis met Thomas Denolf, alias de Ecostud.
“ Mijn douches zijn nog te lang, maar ik werk eraan” Anneleen Cosemans “Sorry, het is een beetje rommelig.” We nemen plaats aan de keukentafel. Thomas schuift een zak letterkoekjes en zijn cursus microbiologie aan de kant. Hoe is hij Ecostud geworden? “Mijn tante werkt voor het Ecocampusproject van de Vlaamse Overheid. Ze vroeg me of ik geen studenten kende die een jaar lang milieubewust wilden leven. Ik heb onmiddellijk gezegd dat ik dat wel wilde doen. Tips verzamelen om mijn ecologische voetafdruk op kot te verkleinen, ik zag dat wel zitten.” Ecocampus is een project van de Vlaamse Overheid, op maat van het hoger onderwijs. De vijf associaties stapten gezamenlijk in het
project. Dat krijgt concrete vorm in milieuzorg op de campus, in het curriculum en in het studentenleven. Voor dat laatste niets effectiever dan een rolmodel van vlees en bloed. Twee zelfs, en voor ieder wat wils: een Ecostud in Leuven, een Ecodiva in Gent. Maar wat doet een mens Ecostud worden? “Goh, aandacht voor het milieu heb ik van thuis meegekregen. De voor de hand liggende dingen: lichten doven, geen water verspillen. Dit jaar wilde ik wel eens een stap verder zetten. Ik doe nu bijvoorbeeld mee aan ‘Dagen zonder Vlees’ (een actie om tijdens de veertig dagen van de vastenperiode minder vlees en vis te eten – red.). Niet makkelijk in het begin. Maar ik heb mijn kotgenoten ondertus-
sen ook meegekregen. Na Pasen ga ik gewoon door.” Op een ecologisch verantwoord kot blijft het niet bij een vegetarisch menu. “Onze gasrekening was enorm hoog. Door slecht geïsoleerde buizen. Daar hebben we al iets aan gedaan. En als we er niet zijn, zetten we consequent de verwarming in de keuken en in onze kamer uit. Ondertussen hangen in het hele kot ook spaarlampen.” “Alleen gaat er niets boven een warme douche. Ik blijf er nog veel te lang onder staan. Ik heb via mijn Facebookpagina al eens om tips gevraagd, maar meer dan ‘neem een koude douche’, kwam er niet uit. Dat is dus nog een werkpunt.” Een vat vol nuttige tips, onze Leuvense Ecostud. Schakel alle
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
stand-bylampjes uit voor het sla- je al print). Smaakt naar meer? pengaan. Gebruik een stalen, uit- Een simpel vriendenverzoek op wasbare koffiefilter en reduceer Facebook opent deuren. zo je afval. Print met Ecofont (als www.dagenzondervlees.be
12 Beleid
campuskrant
Scherpere aandacht voor taal van docent én student
Eén semester in vreemde taal
Met een wereldmarkt en de finale van het Interfacultair Songfestival op het Hogeschoolplein (zie ook p. 19) beleefde de PARTYcipation WEEK op maandag 21 maart haar orgelpunt. Een week lang stonden diversiteit en het open en internationale karakter van de stad Leuven in de kijker. Naast de optredens in het kader van het songfestival stonden er onder andere ook workshops buikdansen en Afrikaanse percussie op het programma. Als afsluiter speelde DJ Buscemi featuring Squadra Bossa ten dans. Mede dankzij het mooie lenteweer was het Hogeschoolplein de hele dag lang aardig gevuld.
Ook op het vlak van taalkeuze zijn er veranderingen op til. Decretaal is er op dit ogenblik ruimte voor ongeveer tien procent vakken in een vreemde taal tijdens de bacheloropleidingen en voor parallelle masteropleidingen in het Nederlands en een vreemde taal. Maar de Vlaamse regering gaat die regels weldra versoepelen. De K.U.Leuven wil daar gebruik van maken om op een doordachte wijze een aanbod in andere talen te formuleren. Zo kunnen de opleidingen beter aansluiten bij de noden van de arbeidsmarkt, bij de forumtalen – de gangbare talen – van het onderzoek en bij de roep om internationalisering. Ludo Melis: “Bedoeling is dat we evolueren naar een volume van één semester anderstalige cursussen over een hele bacheloropleiding. We willen ook hier weer niets uniform opleggen aan alle bacheloropleidingen, zij moeten zelf de keuze maken hoe en wanneer ze dat invullen.” “We gaan de opleidingen uiteraard ondersteunen om een weloverwogen keuze op maat te maken. De kwaliteit van de opleiding primeert. Het is bijvoorbeeld niet aangewezen om meteen aan het begin van de opleiding hoofdzakelijk anderstalige cursussen te plannen. Dat zou bij een aantal eerstejaars een extra hindernis om te slagen opwerpen. Anderstalige opleidingsonderdelen zullen dan ook niet in fase één gepland worden, tenzij in taalopleidingen.” “Wat de masteropleidingen betreft: die kunnen we niet allemaal in het Nederlands én in het Engels aanbieden. Daar hebben we de capaciteit niet voor, en dat is bovendien niet wenselijk. Per opleiding moeten we ons afvragen: wat beogen we? Naar welke beroepen leidt het diploma? Is het eerder een onderzoeksopleiding, dan ligt het voor de hand dat er voor de forumtaal en dus vooral voor Engels gekozen wordt. Gaat het om een opleiding of een afstudeerrichting waarvan de focus op Vlaanderen is gericht, dan is het Nederlands aangewezen, zoals in het onderwijs of in de zorgsector. Is het beroep uit te oefenen in een geglobaliseerde context, dan moeten andere keuzes gemaakt worden.” “De keuze zal dus niet zijn: óf volledig Engelstalig óf volledig Nederlandstalig, maar een juiste mix per opleiding.” Voorlopig is het echter nog even wachten op de beslissing van de Vlaamse Regering. Melis: “Over de aanpassingen in het onderwijsdecreet wordt pas volgend jaar gestemd. Het duurt dus nog minstens tot het academiejaar 2012-2013 vóór er op het terrein iets van te merken zal zijn.”
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
(wv)
De K.U.Leuven schroeft de komende jaren haar inspanningen op om de taalkwaliteit bij docenten en studenten te bewaken. Bij docenten wordt de taalnorm duidelijker, en studenten krijgen meer mogelijkheden om het academisch taalgebruik onder de knie te krijgen. Daarnaast komt er een nieuw evenwicht tussen Nederlands en andere talen binnen de opleidingen, zowel in de bachelor als in de master. Wouter Verbeylen De K.U.Leuven wil het vereiste taalniveau van docenten duidelijker bepalen en de opvolging beter doen naleven: voor het Engels, maar evengoed voor het Nederlands en andere talen. Dat besliste de Academische Raad onlangs bij de goedkeuring van haar taalbeleidsplan. Professor Ludo Melis, vicerector Onderwijsbeleid, verduidelijkt: “Dat klinkt als ‘docenten testen’, en dat spreekt natuurlijk tot de verbeelding. Maar de bedoeling is vooral dat we de onduidelijkheid wegwerken die er nu bestaat rond de taalvereisten bij aanwerving van docenten en dat we een ontwikkelend taalbeleid voeren. Nu heet het dat een docent binnen drie jaar na aanwerving in het Nederlands of het Engels moet kunnen lesgeven. Maar wat houdt dat precies in? Wat gebeurt er als de norm overduidelijk niet gehaald wordt?” “Ik wil meteen duidelijk zijn: deze verduidelijking komt er niet
Pleinpubliek
universiteit eigen te maken. Melis: “Er bestaat een grote afstand tussen de taal die jongeren in de omgang gebruiken en de typische registers van het academisch Nederlands. Die kloof neemt alleen maar toe door allerlei maatschappelijke factoren: ze horen Verkavelingsvlaams in de soaps op tv, ze gebruiken sms-taal, enzovoort.” “De stap naar het Nederlands dat aan de universiteit gebruikt wordt, is dus groot voor veel 18jarigen. Daarom is het zinvol dat we ook daar meer ondersteuning bieden: het lijkt me geen goed idee om in de taal die je op café spreekt, een mondeling examen af te leggen.” Een apart vak ‘academisch Nederlands’ of ‘academisch Engels’ voor alle opleidingen komt er alvast niet. Melis: “Er bestaan wel opleidingen, binnen economie en sociale wetenschappen bijvoorbeeld, waar cursussen Verkavelingsvlaams academisch Nederlands, Engels Het taalbeleidsplan voorziet ook of Frans tot de plichtvakken bedat studenten meer mogelijkhe- horen. Maar elke opleiding moet den krijgen om zich de taal van de voor zichzelf uitmaken wat de
na een stortvloed aan klachten. Die zijn er weinig – buitenlandse studenten tonen zich in enquêtes bijvoorbeeld over het algemeen meer dan tevreden over het niveau van de doceertaal. Maar als er een signaal komt dat er problemen zijn, vanuit de studenten, of uit onze tweejaarlijkse bevragingen, dan moet er ingegrepen kunnen worden. De taalnormen zijn niet vrijblijvend.” “De docenten worden niet aan hun lot overgelaten; ze kunnen zich bijvoorbeeld laten coachen door het Instituut voor Levende Talen (ILT). Er kan ook gesleuteld worden aan de opdrachten, zoals een verschuiving die toelaat de talenten voor taal van iemand optimaal in te zetten. Indien er taalvereisten zijn opgenomen in de voorwaarden voor een vaste benoeming, moeten die wel bereikt worden.”
noden binnen de opleiding zijn. Een uniforme aanpak voor alle studenten is niet de juiste piste. Dat werkt misschien voor volledig nieuwe talen, maar niet als je de taal gewoon wil bijschaven. Onze studenten zijn tenslotte geen analfabeten in het Engels.” “We gaan vooral meer individueel ondersteunen, we willen meer diagnostische tests en zelfstudiepakketten aanbieden. Wie kiest voor een masteropleiding in het Engels, moet beseffen dat daarvoor een goede beheersing van het Engels nodig is, en moet zich er degelijk op voorbereiden.” “De bal ligt niet alleen in het kamp van de studenten, ook de lessen zelf moeten onder de loep genomen worden. Zijn de cursussen wel toegankelijk genoeg op het vlak van taal? We kunnen tips geven aan wie lesmateriaal redigeert: denk eens na over een verklarende woordenlijst in je lesmateriaal. Is je taalgebruik niet onnodig ingewikkeld? Is de taal van je webpresentatie voldoende aangepast aan het medium?”
30 maart 2011
Universiteitsfonds 13
Fonds Dillemans stimuleert specialisatie Eind 2004 nam de K.U.Leuven, onder impuls van ererector Dillemans, het initiatief om jaarlijks een aantal excellentiebeurzen uit te reiken aan beloftevolle studenten om hen zo de mogelijkheid te bieden een verdere specialisatieopleiding te volgen. “Het was fantastisch nieuws: ik krijg nu de kans om wat ik graag wil doen ook effectief te doen.” Tine Bergen
Christiaan De Beukelaar
worden zijn heel traditioneel: er zijn niet genoeg markten voor, er is geen marketingcapaciteit… Ik wil die argumenten graag proberen te doorprikken en kijken welke rol machtsverhoudingen precies spelen.”
“Het fonds biedt kansen aan mensen die het verschil kunnen maken.”
Cultuur en geopolitiek Christiaan De Beukelaar volgt dankzij de beurs een Master in Culture and Development. Hij wil daarbij vooral kijken naar de betekenis die cultuur krijgt in de wereld op maatschappelijk, economisch en politiek vlak. Op welke manier is de betekenis van het concept cultuur veranderd in het denken over ontwikkeling op globaal vlak? “Er is een groot cultureel ‘potentieel’ dat niet verwezenlijkt wordt. De redenen die daarvoor gegeven
“Waarom zijn er in Mali bijvoorbeeld zoveel muzikanten, worden er in Nigeria zoveel films gemaakt, maar kunnen die landen er toch geen sector van maken waarin ze sterk staan en waarmee veel geld binnenkomt? De grote boekingskantoren en agentschappen zitten in steden als Parijs of Londen, terwijl er lokaal wel veel gebeurt. Dat er geopolitieke problemen zijn die dit soms moeilijk maken, daar wordt vooral over gezwegen. En daar wil ik net naar kijken. Dat
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
ik de beurs heb gekregen, was dan ook fantastisch nieuws en gaf vooral een gevoel van opluchting: ik krijg nu de kans om wat ik graag wil doen ook effectief te doen.”
Bijdragen aan het Fonds Roger Dillemans kan door schenking op de giftenrekening van de K.U.Leuven met IBAN nr. BE45 7340 1941 7789 (BIC code: KRED-
Huisvesting Tigist Kassahun Temesgen komt uit Ethiopië en volgt met hulp van de beurs een Master of Urbanism and Strategic Planning. “Hiervoor studeerde ik een Master of Urbanism in Leuven en daarin werd vooral gekeken naar mogelijkheden voor ontwikkelingslanden: de rol die water in een stad kan spelen, het belang van ruimtelijke planning… Dit jaar kijk ik naar de problemen die zich hier in Europa afspelen, zoals het feit dat steeds meer mensen het centrum verlaten en hoe ze bijvoorbeeld met groene ruimtes opnieuw kunnen worden aangetrokken.” “Ik ken de problemen in mijn land. Daar ligt de prioriteit bij huisvesting. Door dit bijkomende jaar krijg ik een heel andere, frisse kijk op de situatie. En ik hoop bruggen te kunnen slaan en zo nieuwe manieren te vinden om de problemen in Ethiopië te bekijken en aan te pakken. Ik hoop de kennis die ik hier opdoe in mijn land te kunnen doorgeven. Dat zal met hele kleine stapjes gaan. Maar mijn professor in Ethiopië vond mijn bevindingen bijvoorbeeld interessant genoeg om ze nu op de agenda te zetten. Dat creëert misschien mogelijkheden. Net zoals deze beurs voor mij iets mogelijk gemaakt heeft wat voordien onmogelijk was.”
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Tigist Kassahun Temesgen
BEBB) met duidelijke vermelding ‘Fonds Roger Dillemans 1NZMANAM1-P3610’. www.kuleuven.be/ fondsrogerdillemans
=MHI9DQX\WVHO7KHDWHUWRXU
28:(0$..(56
RQFHUW (HQZDUPF QKHW YD PHWHHQPL[ UWRLUH SH EHNHQGHUH QJV HQQLHXZHVR DJLVFK GHQP HH P VOHSHQ
%(1(),(72375('(1
7(19225'(/(9$121'(5=2(. ,1',*(67,(9(21&2/2*,( ,18=/(89(1 :2(16'$*$35,/ 20885 67$'66&+28:%85*/(89(1 LMV
7RHJDQJVSU
UR UDQJHX UR UDQJHX UR HX QJ UD
7LFNHWV
RQQHQ 7LFNHWEDOLH KHHN7ZHHEU &&ELEOLRW /HXYHQ W 'LHVWVHVWUDD 7LFNHWOLMQ WHO WLFNHWV ZZZFFEH
Ontwerp & realisatie: dienst communicatie UZ Leuven
“Doel van het Fonds Dillemans is uiterst bekwame, maatschappelijk geëngageerde jongeren te selecteren en hen financieel te ondersteunen bij hun specialisatieopleiding,” zegt professor Tine Baelmans, vicerector studentenbeleid en diversiteitsbeleid. “Het fonds richt zich niet alleen op Belgische studenten, ook studenten uit ontwikkelingslanden geven we graag deze extra bagage mee. Zij kunnen in hun thuisland functioneren als rolmodel en zo een sterke maatschappelijke meerwaarde zijn.” “Door de flexibilisering van het hoger onderwijs kunnen studenten via schakelprogramma’s doorstromen vanuit een professionele bachelor naar een academische opleiding. Vaak zijn dit sterke studenten die al lang studeren. De excellentiebeurs kan ook hen helpen. Dit jaar steunt het fonds bovendien een veelbelovende violiste die nu doctoreert in de kunsten. Doctoreren is voor kunstenaars immers niet vanzelfsprekend. We willen het kapitaal van het fonds de komende jaren graag verder aanvullen om samen met onze schenkers (zie info onderaan artikel) kansen te bieden aan mensen die in de maatschappij van morgen een verschil beloven te maken.”
,QIR
\WVHO
W]MHIYDQX QEHEHQHÀH ZZZX]OHXYH RI GLJHVWLHYH VHFUHWDULDDW XYHQ /H RQFRORJLH8= ]OHXYHQEH #X HWV VRQLDVP WHO
(HQVFKHQNLQJGRHQYRRUKHWZHWHQVFKDSSHOLMNRQGHU]RHNQDDUGLJHVWLHYHRQFRORJLH NDQRSGHJLIWHQUHNHQLQJYDQGH.8/HXYHQPHW,%$1QXPPHU%( HQYHUPHOGLQJYDQ¶(=;*)',22·*LIWHQYDQDIHXUR]LMQÀVFDDODIWUHNEDDU
14 Leven na Leuven
campuskrant
bio-ingenieur en stand-upcomedian
Bart Cannaerts Lethargie, dat is volgens Bart Cannaerts het sleutelwoord om zijn studententijd te omschrijven. Hij ging alleen naar lessen van proffen die redevoeringen gaven in de stijl van Homerus of Shakespeare. Intussen claimt hij zelf het spreekgestoelte als comedian en programmamaker.
“Ik heb een enorm talent om te slapen” Katrien Steyaert Metselaar in arme landen. Pastoor. Bio-ingenieur. Comedian. Ziedaar de professionele ambities van Bart Cannaerts (30), in chronologische volgorde. Voor de eerste twee roept hij verzachtende omstandigheden in – “ik was ocharme twaalf jaar” –, voor de andere twee ging hij voluit. “Ik had nog geen idee wat ik na mijn studies bio-ingenieur zou doen, maar zo’n brede richting over alle wetenschappen, dat vond ik reuzeboeiend. Als er nu nog iets verschijnt in de pers, bijvoorbeeld over genetica, dan lees ik dat met veel interesse.” “In de licenties koos ik voor celen genbiotechnologie, en een thesis over bananen. Nee, het is geen grap. Ik zocht mee naar een schakel in het genetische proces waardoor een bananenplant zich zou kunnen wapenen tegen twee verschrikkelijke schimmels die de wereldbananenpopulatie nog altijd teisteren. Interessant, maar ik zou me geen vijfentwintig jaar kunnen wijden aan iets zo specifiek dat er in de hele wereld misschien tien anderen over kunnen meepraten. Dan lees ik liever een samenvatting van honderd jaar wetenschap.” Hoe oprecht ook zijn interesse, als student brengt hij nauwelijks tijd door in de aula. “Lethargie is het juiste woord om mijn studententijd te omschrijven. Ik heb vier jaar niks gedaan: niet naar de les, maar ook niet exuberant gefeest. Ik had geen nood om het beest uit te hangen. De avonden met maten op ons appartement waren gezellig genoeg. Ik speelde uren computerspelletjes en keek elke dag naar Thuis”, grijnst hij. “Mijn weekends waren druk. Ik speel-
de basket in meerdere ploegen en was leider in de scouts. In de week moest ik daarvan bekomen. Ik ontwikkelde een onwaarschijnlijk talent om te slapen. Mijn lief is er soms jaloers op.” “Ik was in eerste kan nochtans naar alle lessen beginnen gaan. Maar ik ben geen held in een grote, onbekende groep. Ik slaagde er niet in om ergens bij te horen, en kreeg snel het gevoel dat ik de trein gemist had. Pas in het vijfde jaar, tijdens de verplichte labs, ben ik alsnog in een vriendenkring gesukkeld, heel raar.”
Lolbroekenrol “Ondanks joekels van tweede zitten, slaagde ik altijd. Dat bewijst dat de unief een slecht systeem is. Waarom hoorcolleges geven als studenten het alleen kunnen? Naar de slotles van de legendarische professor Hoornaert ging ik wel. Ik begreep er geen hol van maar hij sprak met zoveel passie, in de stijl van Homerus, Shakespeare of Braveheart, heel graaf.” Vele jaren eerder, toen Cannaerts misdienaar was, inspireerde ook de pastoor hem. “Hij had elke week een publiek, urenlang. Dat wilde ik ook. Maar zijn preken waren altijd saai, en negatief. Ik dacht: Je moet de mensen net kracht proberen geven. Ik heb een korte periode overwogen om pastoor te worden, wellicht omdat ik dacht dat ik het beter kon. Maar al snel ontdekte ik dat er ook zoiets was als vrouwen.” “Tot mijn twaalfde zou ik metselaar in de arme landen worden. Vraag me niet waarom. Voor de rest is de deugd die ambitie heet mij vreemd.” Voor mij zit een contente mens, die zich niet verzet tegen hoe het leven loopt. “Het enige dat me spijt is dat ik
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
als student zoveel tijd verscheten heb. Had dan toch meer gelezen, of iets geschreven, denk ik nu. Ik hou van de Nederlandse taal, en vind het leuk om veel woorden te kennen. Voor de scouts heb ik eens een toneelstuk geschreven. Een love story, waarin ik de lolbroekenrol natuurlijk voor mezelf had gehouden.” “Ik weet niet wanneer je beseft dat je een comedian bent. Maar
halve uitzoeken wat ik wilde op een podium. Stiekem denk ik dat ik al wist dat ik cabaretier wilde zijn, maar dan zeg je zoveel als Ik vind mezelf heel grappig, en dat vind ik moeilijk.” Het was dan een grote stap om zich in te schrijven voor de Nederlandse Culture Comedy Award, in 2006. Maar hij wint. In 2007 volgt Humo’s Comedy Cup. En daarna talloze optredens en een
“Ik blijf het moeilijk vinden dat ik mijn geld verdien met grappig zijn.” als je van vrij jong merkt dat mensen lachen tot luid lachen om wat je vertelt, dan weet je op den duur dat je een grappige kerel bent. Toen ik lesgaf, vond ik het entertainen het leukst. In de les fysica of wiskunde kwam ik zelfs weg met flauwe mopjes.” In 2006 volgt hij een jaar Woordkunst aan Studio Herman Teirlinck. “Ook daar had ik geen groots plan, be-
positief onthaalde tournee met zijn eerste show, Ik tel tot tien. Hij treedt aan in De Slimste Mens ter Wereld, De Tabel van Mendeljev, Mag ik u kussen? en het nu lopende De Kazakkendraaiers. “Ik blijf het moeilijk vinden dat ik mijn geld verdien met grappig zijn. Vroeger zei ik altijd dat ik voor een productiehuis werkte als mensen naar mijn job vroe-
gen. Nu durf ik al comedian antwoorden.”
Als Barbie bestond Cannaerts begon als programmamaker voor M!LF en het populaire Benidorm Bastards, en heeft nu met zijn collega’s van het productiehuis Shelter een nieuw format uitgewerkt. “Op 4 april gaat Wat als? op antenne op 2BE. Ik vind het zelf het beste programma dat we tot nu hebben gemaakt. En dat is niet omdat het basisidee van mij kwam, want zo’n programma maak je met een hele hoop mensen.” “Wat als? is een show waarin elke sketch begint met een zotte vraag en die vraag begint met ‘Wat als…’. Bijvoorbeeld: Wat als er geen spiegels bestonden? Wat als beenhouwers rockhelden waren? Wat als Barbie echt bestond? In de sketch zie je dan een antwoord op zo’n vraag. Het is het leven zoals het net niet is. Tien absolute topacteurs, zoals Bruno Vanden Broecke en Ben Segers, spelen mee. We hebben gewroet, maar ook veel gelachen. Het is spannend hoe de pers en het publiek zullen reageren, maar we staan er keihard achter.” Cannaerts en de zijnen verdienden al hun sporen. Eind september winnen ze de Gouden Roos, de belangrijkste prijs in de Europese amusementsector. Benidorm Bastards wordt tot het beste pro-
30 maart 2011
Alumni 15
gramma uit vijfhonderd inzendingen uitgeroepen. Het format is al verkocht aan meer dan vijftien landen. “Ik ben heel goed in het kapotrelativeren van die Roos. Voor mij is anderhalf uur live spelen nog van een andere orde.” “Ik ben een geluksvogel. Ik heb nog nooit iets ergs meegemaakt, behalve een drietal keer heel erg liefdesverdriet. Maar op comedyvlak sta ik niet waar ik sta omdat ik geluk heb gehad, maar omdat ik iets kan. Dat geldt voor al mijn collega’s die vijfhonderd man een avond lang kunnen boeien. Ze spreken nu over een ‘comedyhype’, maar dat klinkt alsof die over vijf jaar overgewaaid zal zijn. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat er altijd nieuwe, goeie comedy zal komen. We are here to stay, zunne!”
Een goede kakmop “Na mijn show zeggen mensen vaak dat ze het tof vinden dat iemand het kan zonder constant grof te zijn, of het alleen over seks en stront te hebben. Nochtans zit het er altijd een beetje in. Een goede kakmop is altijd goed. En als iemand een scheet laat, dan lachen mannen. Maar mijn belangrijkste drijfveer is een grappig, afgerond verhaal te brengen. Dat kan zeer eclectisch zijn, met liedjes, observatiemopjes en absurde humor. Toon Hermans kon je ook niet in een vakje stoppen. Van hem heb ik alles geleerd.” “De nuttigste feedback komt van collega’s die naar try-outs komen kijken. Ik vrees die niet, het kan alleen helpen. Ik ben zelfs achterdochtiger voor positieve commentaar, omdat ik daar minder uit kan leren.” Het is afwachten wat Waar is Barry? zal losmaken, zijn tweede show waarmee hij in januari 2012 in première gaat. “Mijn vrienden noemen me Barry. Behalve een titel heb ik nog niet veel. Maar zo gaat het altijd bij comedians. Ik doe altijd alles last minute maar kom ermee weg. Soms denk ik: Was het niet nog beter geworden met meer voorbereiding? Misschien, maar helaas, zo ben ik niet.” “De show zal gaan over mijn generatie die zich afvraagt: Is dit het? Er moet toch meer zijn?” Hij grinnikt. “Nee, nee, dit is het, denk ik. Ik ben vertrokken van Churchills boutade: Als je op je twintigste geen socialist bent, heb je geen hart. Als je op je veertigste nog steeds socialist bent, heb je geen hoofd. Over die transitie gaat Waar is Barry? Ik ben net 30 geworden, en merk dat ik een pak genuanceerder links word. Mijn show zal niet politiek zijn, maar ik wil mezelf en het publiek wel een spiegel voorhouden. Ik woon in Borgerhout, alleen omdat de huizen hier goedkoop zijn, en niet omdat ik zo multiculti ben.” “Deze show moet beter worden dan de eerste. Ik hoef mijn publiek niet te vervijfvoudigen, het is goed nu. Toen ik de Arenberg uitverkocht – voor mij de zaal der zalen – dacht ik: Ik hoop maar dat ze me geen staande ovatie geven. Wat had ik daarna anders nog te bereiken? Gelukkig is dat niet gebeurd.”
oud-student te zien in populaire soap Fans van Thuis mogen zich aan nieuw, jong bloed verwachten in hun dagelijkse halfuurtje. Begin april maakt oud-student taal- en letterkunde Kwinten Van Heden (26) zijn debuut in de populaire serie.
“ Ik hoop dat mijn rol in ‘Thuis’ gespreksstof zal zijn aan de eettafel” Kwinten Van Heden in de schminkstoel van Thuis
Lien Lammar Kwinten kruipt in de huid van Stijn, de broer van Jens – rol van Jelle Cleymans – die plots opduikt. Zijn rol in Thuis is zijn eerste grote televisierol. “Vorig jaar in mei hebben de makers gevraagd of ik auditie wilde doen”, vertelt Kwinten. “Ze hadden me gezien in een theatervoorstelling die ik gemaakt had samen met Braam Verreth (Franky in ‘Thuis’, red.). In september heb ik auditie gedaan, enkele weken later hoorde ik dat ik de rol had. Sinds midden januari zijn de opnames bezig. Meespelen in een soap als Thuis is wel wat anders dan in het theater op de planken staan. Per dag wordt er één aflevering opgenomen. Aan die snelheid werken was ik niet gewend. Gelukkig ben ik heel goed opgevangen. De ploeg van Thuis is een hechte familie en iedereen deed enorm zijn best om me wegwijs te maken.”
Liefde voor lezen De passie voor acteren zit er bij Kwinten van jongsaf aan in. Hij speelde mee in enkele kortfilms en acteerde bij verschillende theatergezelschappen, waaronder fABULEUS. “Het is altijd mijn droom geweest om van acteren mijn beroep te maken. Op mijn achttiende heb ik lang getwijfeld of ik voor theater of voor een universitaire opleiding zou kiezen. Uiteindelijk is het taal- en letterkunde geworden. Mijn allereerste les literatuur kreeg ik van professor Hugo Brems. Hoewel literatuur niet
meteen mijn dada was – ik was meer geboeid door taalkunde – was ik meteen verkocht toen hij begon te vertellen. De liefde voor boeken en het plezier van lezen heb ik aan de K.U.Leuven ontdekt.” Hoe kijkt hij terug op zijn studentencarrière? “Als één die veel te vroeg gedaan was. (lacht) Ik kijk er met veel plezier op terug. Ik ben in Leuven opgegroeid, maar als student leer je er toch een heel andere wereld kennen. Ik ben ook een tijdje op kot gegaan in mijn eigen stad, wat een
jaar netjes door.”
Geen sukkeltje Als Kwinten niet op de set of op de planken terug te vinden is, staat hij als leraar Frans en Nederlands voor de klas. Of beter: zit. De jonge acteur kan door een hersenverlamming bij zijn geboorte moeilijk stappen, wat zijn rol in Thuis meteen een extra dimensie geeft. “Thuis wil een afspiegeling zijn van de maatschappij. Ook personen met een beperking horen daar bij. In de serie zijn er al enkele
“De serie heeft al personages met een handicap gehad, maar ik ben de eerste die zijn beperking niet moet spelen.” heel nieuwe ervaring voor mij was. Ik was best een ijverige student, ja. Het eerste jaar heb ik zoals veel eerstejaars misschien iets te veel van het studentenleven genoten, waardoor ik de hele zomervakantie heb zitten blokken. Dat nooit meer, dacht ik, en vanaf toen was ik er elk
personages met een handicap aan bod geweest, maar ik ben de eerste acteur die zijn beperking niet moet spelen. Ik ben heel blij dat er in een populaire serie als Thuis aandacht aan besteed wordt. Ik hoop dat het publiek door mijn personage een genuanceerder beeld krijgt van
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
wat leven met een handicap is. Mensen denken vaak dat er ook mentaal iets mis met je is als je een fysieke beperking hebt. Ik word niet zelden aangesproken alsof ik een vijfjarige ben. Het is niet omdat ik toevallig slecht kan stappen, dat ik een sukkeltje ben. Ik hoop dat de introductie van mijn personage stof tot gesprek zal zijn aan de eettafel bij Vlaamse gezinnen.” “Mijn personage is meer dan mijn handicap alleen. Natuurlijk komt mijn beperking aan bod – het is nu eenmaal interessant voor de verhaallijn – maar er wordt ook geen groot spel rond gemaakt. Ik speel de rol van Stijn die toevallig een fysieke beperking heeft, meer niet. Mijn bruine ogen zijn een even belangrijke eigenschap.”
Uitlaatklep “Mijn handicap heeft me nooit tegengehouden om de dingen te doen die ik wilde doen. Ik kom uit een heel warm nest. Mijn ouders hebben me heel zelfstandig opgevoed en daar ben ik blij om. Acteren is iets dat ik altijd wil blijven doen, zowel in theater als voor televisie. Het is een uitlaatklep die ik nodig heb om me gelukkig te voelen. Thuis is een unieke kans die ik met beide handen gegrepen heb. Dat mensen me nu misschien nog meer zullen bekijken, neem ik er graag bij. Ik ben het gewoon dat mensen me aanstaren. Nu is dat om de manier waarop ik me voortbeweeg, binnenkort misschien – hoop ik – omdat ze naar Thuis gekeken hebben. (lacht)”
16 Alumni Telex Alumni *** Met schaamrood op de wangen bekennen wij: het is van december vorig jaar geleden dat we een vrouw brachten in deze telex. Tot dat besef kwamen we nadat we in De Standaard dit citaat lazen: “Quota kunnen de situatie van nu, waarin er amper vrouwen in de raden van bestuur zitten, doorbreken. Maar daarna moeten ze worden afgeschaft, wanneer de vrouwelijke aanwezigheid natuurlijk wordt.” Aan het woord is oud-studente toegepaste economische wetenschappen Bärbel Buyse, die geïnterviewd werd naar aanleiding van haar bekroning tot vrouwelijke ondernemer van het jaar. Die Womed Award wordt uitgereikt door Unizo en Markant, het netwerk van ondernemende vrouwen. Bijna tien jaar geleden startte Buyse het bedrijf Sepia, dat promotieen visibiliteitsmateriaal ontwikkelt. De jury loofde onder meer haar duidelijke visie op ondernemen en haar maatschappelijke inzet.
*** “Hij is geen boerenzoon, geen no-nonsense flandrien, geen typische coureur. Hij is glad, met diploma in de communicatiewetenschappen dan nog wel. Af en toe hij zou hij zelfs een boek lezen.” Zo omschreef De Morgen oud-student en wielrenner Nick Nuyens (foto) nadat hij op woensdag 23 maart de semiklassieker Dwars door Vlaanderen had gewonnen. Nuyens bleef met medevluchter Geraint Thomas het jagende peloton net voor en klopte de Brit in de spurt. Hij dankt zijn overwinning naar eigen zeggen gedeeltelijk aan het verbod op de oortjes waarmee ploegleiding en coureur contact kunnen houden: “Ze zeggen dat ik een renner ben die te veel nadenkt. Maar zonder oortjes doe ik daar net mijn voordeel mee. Iemand met doorzicht: bij een sjotter is dat een compliment.”
*** Oud-student wiskunde en filosofie Yves Petry (foto) zit dan weer in de kopgroep van zes auteurs die op 9 mei zal spurten voor de Libris Literatuurprijs. Petry kreeg de nominatie voor De maagd Marino, een roman gebaseerd op een bizarre moord in Duitsland waarbij een man zich uit eigen vrije wil liet opeten door zijn minnaar. Hopelijk toont ook Petry zich – om de wielermetaforiek nog even aan te houden – een Kannibaal van het kaliber Merckx en vreet hij zijn vijf Nederlandse medevluchters met huid en haar op. Dat laatste wordt in het geval van Arnon Grunberg nog een hele klus. (rvh)
campuskrant
Wandelen in de tuin van de rector Een gesprek met Mark Michiels, auteur van het pas verschenen De tuin van de rector, is zoals struinen door zijn boek of wandelen door Leuven. En dat laatste is dan weer precies het onderwerp van het rijk geïllustreerde werk. Jos Stroobants “Het was al een oud idee van mij,” vertelt de schrijver, die zelf Germaanse studeerde in Leuven, “en na enkele andere historische excursies wou ik iets over deze universiteit doen. Zeker nadat zowel mijn overbuur, de politieman, als de bakkersvrouw mij ettelijke keren hadden gezegd dat zoveel mensen hen ‘de weg naar de universiteit’ vroegen. Het bleek dat er wel vele honderden boeken over deze instelling bestonden, maar dat er nooit een bevattelijke en geïllustreerde wandelgids was gemaakt. Koppel dat aan mijn passie voor deze stad, en er kwam me een badinerend boek vol verrassingen, ontdekkingen en petite histoire voor ogen, dat de lezer onderdompelt in de kosmos die de universiteit binnen de stad vormt.” De ondertitel van het werk luidt: De K.U.Leuven à la carte. Het werd inderdaad een lezersvriendelijk boek dat bewust weinig of geen standpunten als ‘mooi’ of ‘goed’ inneemt, maar dat zelfs de kenners nog in beweging zal weten te zetten. “Ik werd zelf herhaaldelijk verrast door dingen waar ik geen vermoeden van had”, zegt Mark, duidelijk nagenietend. “Soms denk ik: een kat vindt haar jongen niet terug in deze dwaaltuin die de K.U.Leuven is. Neem nu de eigen universitaire glasblazerij op de campus in Heverlee, waar het personeel allerlei glazen instrumenten op maat maakt voor geneeskunde, scheikunde, natuurkunde en landbouw. Wie kent dat? Of het speciaal geconcipieerde bijgebouw van fysica waar akoestische proeven gebeuren en dat als het ware op veren is gebouwd. De K.U.Leuven vormt ook een schatkamer van collecties vol vergeten wetenschappelijke instrumenten, opgezette of in formol bewaarde dieren, oude drukken van bijzondere boeken. De verzamelingen van elektrotechniek en werktuigkunde bijvoorbeeld zijn van onschatbare waarde.”
Agenda Alumni Werkgroep Kennis en Maatschappij Causerie ‘Liszt als componist van romantische pianomuziek?’ door professor Ignace Bossuyt • 22 april, 19u15, Promotiezaal, Naamsestraat 22, Leuven Causerie ‘De grote uitdagingen voor de Europese Unie’ door Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad • 13 mei, 19u15, Universiteitshal, Promotiezaal, Naamsestraat 22, Leuven • Info: activiteiten@alum. kuleuven.be, (t) 016 32 40 02 • alum.kuleuven.be/kennis.html Leuvens Alumni Orkest “Het Noodlot”: concerto voor cello en orkest in b, op.104 (Dvorak) - solist: Olsi Leka; ouverture tot “La forza del destino” (Verdi); symfonie nr. 5 in c, op. 67 (Beethoven) • 1 en 8 mei, 15u, Aula Pieter de Somer, Deberiotstraat 24, Leuven • Info:
[email protected], (t) 016 32 03 40 • www.lao.be Chemici Leuven Voorjaarslezing ‘Van genomics tot phenomics en phantomics: een sector in beweging’ door Dr. Staf Van Reet, Managing director VIZIPhar. Inleiding door Dr. Pol Bamelis • 13 mei, 16u, Auditorium 00.01, Celestijnenlaan 200G, Heverlee • Info: wim.dehaen@chem. kuleuven.be, (t) 016 32 74 39
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Mark Michiels
“Ik vraag me dan af: waarom het ook allemaal niet openstellen voor publiek en er een toeristische troef van maken? Uiteraard zijn onderwijs en onderzoek primaire taken, maar valt erfgoedbewaring en -ontsluiting misschien niet onder de derde pijler van een universiteit: sociale dienstverlening?” Mark Michiels heeft na De tuin van de rector duidelijk de smaak te pakken gekregen: “Ik stuitte op mijn tochten door het K.U.Leuvenlandschap op zoveel
Leest u Campuskrant liever online?
dingen die om aandacht schreeuwen. Wat zou ik graag bijvoorbeeld eens een weekje gaan logeren in het weldra opgedoekte Amerikaans College in de Naamsestraat, om zo van binnenuit de achterliggende geschiedenis te begrijpen en het dagelijks leven te boek te stellen. Ik loop voortdurend rond door de stad met allerlei ‘sneuvelideetjes’ voor verdere publicaties.” Mark Michiels, ‘De tuin van de rector. De K.U.Leuven à la carte’, Uitgeverij P, 168 p., 20 euro
T I JDSCHRIF T VA N DE K .U. L EU V EN
2 M A A R T 2 0 11 | NR 6 | 2 2 S T E J A A R G A NG | W W W. K UL E U V E N . BE / C K /
“Het leven is simpel” LE VEN NA LEUVEN: DIRK DE GENDT, DEKEN VAN LEUVEN [14]
Centrum Conciliestudie breidt uit OMVANGRIJK ARCHIEF OVER VATICANUM II KRIJGT NIEUW ONDERDAK [3]
(© Lemmert.be)
neem een digitaal abonnement op www.kuleuven.be/ck/ digitaalal.html
Vechtende vliegjes
Chemie in de lucht
DOCTOR A AT OVER DE GENE TISCHE ACHTERGROND VAN AGRESSIE [5]
Bassam Shakhashiri, wereldvermaard chemicus en president van de American Chemical Society, gaf op maandag 28 februari in Leuven een interactieve chemieshow. Daarmee opende het Departement Chemie van de K.U.Leuven het Internationaal Jaar van de Chemie met een knal. Info: www.jaarvandechemie.be
Het kompas in de juiste richting
DALI onderzoekt zwangerschapsdiabetes Met het DALI-project zullen elf landen uit de EU onderzoek doen naar het voorkomen van de gevolgen van zwangerschapsdiabetes voor moeder en nageslacht. Een Leuvense onderzoeksgroep zal ondermeer een honderdtal zwangere vrouwen met overgewicht opvolgen. Er wordt ook nagegaan of vitamine D een rol kan spelen in de preventie van zwangerschapsdiabetes. TINE BERGEN “Zwangerschapsdiabetes is een stoornis in het suikermetabolisme die zich alleen tijdens de zwangerschap voordoet,” definieert professor André Van Assche (Dienst Verloskunde-Gynaecologie UZ Leuven), grondlegger van het onderzoek naar zwangerschap en diabetes in Leuven. “Maar de moeder heeft veel kans om op latere leeftijd ook ouderdomsdiabetes te krijgen. In België kampt 5-10% van de zwangeren met zwangerschapsdiabetes.” “Overgewicht verhoogt de kans op zwangerschapsdiabetes beduidend, vandaar dat er in het DALI-project gewerkt wordt met obese zwangeren. Obesitas en diabetes zijn in onze maatschappij grote boosdoeners. Een op drie van de zwangere vrouwen die
hier komt, heeft overgewicht,” vult onderzoeksleider professor Roland Devlieger (Dienst Verloskunde-Gynaecologie UZ Leuven) aan. “DALI is een Europees project van vierenhalf jaar met dertien partners in elf landen rond preventie van diabetes in zwangerschap via voeding, beweging en vitamine D. Onze onderzoeksgroep zal een honderdtal zwangeren met overgewicht opvolgen met behulp van een lifestyle coach om hun voedings- en bewegingspatroon te veranderen. Er wordt ook gekeken naar de rol die vitamine D al dan niet kan spelen bij het voorkomen van zwangerschapsdiabetes. We vermoeden dat vitamine D het metabolisme van vetten en suikers gunstig kan beïnvloeden.”
Echografie “De K.U.Leuven zal zich binnen
VERSCHIJNINGSDATA CAMPUSKRANT JAARGANG 22
het project bovendien specifiek bezighouden met het gebruik van echografie en magnetische resonantie (MRI) voor metingen van de eigenschappen van bloedvatwanden en de lichaamssamenstelling van de foetus,” vult professor Dirk Timmerman (Dienst Verloskunde-Gynaecologie UZ Leuven) aan. “We hopen zo op termijn te kunnen voorspellen wie er wel of geen diabetes gaat ontwikkelen aan de hand van abnormale vetopstapeling. Als je al vroeg in de zwangerschap risicopatiënten kan aantonen, kan je hen ook intensievere begeleiding geven. Dit is immers een groep waar we werkelijk verschil kunnen maken. Het is niet evident je levensstijl en voedingspatroon om te gooien, maar het kan wel een grote impact hebben.” pagina 4
NR. 7 – 30 MA A 2011
GROEPSCURSUS HELPT STUDENTEN ZICH BE TER TE HERORIËNTEREN [6]
“Muziek is meer dan een hobby” DE PASSIE: PROFESSOR STEFA AN VAN GOOL OVER ZIJN MUZIK ALE GEZIN [11]
Lauwerkrans voor drie classici ALUMNIPRIJS VOOR JORIS TULKENS, LUC ROMBOUTS EN KOERT DEBEUF [13]
Diëten tegen de genen op PUBLICATIE ‘ WA AROM DIK WORDEN GEMAKKELIJK EN VERMAGEREN MOEILIJK IS’ [17]
NR. 8 – 27 APR 2011
NR. 9 – 25 MEI 2011
NR. 10 – 22 JUNI 2011
Ekonomika Alumni Videoconference tussen Leuven en Stanford/Silicon Valley met als thema ‘Innovation and Business Incubation’ • 7 april, 18u30 tot 22u, Auditorium Max Weber, Parkstraat 51, Leuven Ekonomika Oost-Vlaanderen: opleiding internet marketing strategie door The AIM in Aalter • 7 april, 19u tot 22u, The AIM, Brugstraat 93, Aalter Brown Bag Lunch: ‘Over trouw zijn aan jezelf in een turbulente werkomgeving: Positieve effecten van authenticiteit in organisaties’ • 28 april, 12-14u, Leuven.Inc, Innovatie&Incubatiecentrum, Kapeldreef 60, Heverlee Ekonomika Alumni Antwerpen: bezoek aan Umicore Precious Metals Refining, wereldleider op het vlak van recyclage van complexe edelmetaalhoudende materialen • 29 april, 15u45 tot 18u, Umicore UPMR, Adolf Greinerstraat 14, Hoboken • Info: regina.wolfs@econ. kuleuven.be, (t) 016 32 66 90 • www.ekonomika-alumni.be
30 maart 2011
Samenleving 17
Feest van de Filosofie: op zoek naar het echte leven Heeft u alle geluksbijbels al gelezen en bleef u op uw honger zitten na een mindfulness-cursus? Moeten wij zo verantwoord mogelijk leven of vooral gelukkig zijn? Of kan het een niet zonder het ander? Wat is het echte leven? Ilse Frederickx Die laatste vraag staat alvast centraal tijdens de tweede editie van het Feest van de Filosofie, dat het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte samen met kunstencentrum STUK organiseert op zaterdag 9 april. “Wijsbegeerte heeft het imago van een abstracte discipline, die zich terugtrekt uit het dagelijkse leven om na te denken. Maar filosofie staat ook in het echte leven. Socrates zocht naar universele begrippen van waarheid en wijsheid, maar hij deed dat door op de markt in Athene vragen te stellen aan toevallige voorbijgangers”, vertelt Bart Engelen, postdoctoraal onderzoeker aan het HIW, die het Feest van de Filosofie mee organiseert. De vraag naar wat echt en waar is, hebben filosofen zich altijd al gesteld, maar de laatste tien jaren stijgt de populariteit van de filosofie die zich over zingeving buigt, vertelt Engelen: “De obsessie met echtheid en authenticiteit lijkt één van de nieuwe, hedendaagse idealen. Neem populaire tv-programma’s als Het leven zoals het is. Maar natuurlijk is reality tv geregisseerd. De vraag is waar we dan wel het echte leven kunnen vinden, los van elke enscenering. De zoektocht naar de zin van het leven en hoe die moet ingevuld wor-
Scherfvertoning Voor de negentiende editie van het beeldende kunstenfestival Ithaka – van 23 tot 26 maart – koos LOKO Cultuur voor de titel Onvoltooid Verleden Tijd en voor drie bijpassende locaties die nostalgie uitademen. Zo was een oude fietsherstelplaats van Velo het decor voor de installatie Young Forever! van Mathieu V. Staelens, die een jong meisje toont dat overgaat in een edelsteen. De ietwat lugubere spiegelscherven op de vloer en de transparante verflagen op de ramen gaven de toverachtige maar ook wrange installatie een extra dimensie.
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
den, heeft een hele revival in de filosofie doen ontstaan. De ‘wetenschap van het geluk’ kent een echte boom. De Amerikaanse moraalfilosofe Susan Neiman, die ons Feest opent, stelt dat de mens recht heeft op geluk, in tegenstelling tot de opvatting dat geluk een wens is in het leven. Volgens haar moet geluk ook niet in conflict zijn met ethiek – een vrij controversiële stelling, trouwens.”
De laatste klant Tijdens het Feest van de Filosofie duikt de Nederlandse filosoof Paul Van Tongeren van de Radboud Universiteit Nijmegen in de geschiedenis van de filosofie om het verschil tussen levenskunst en ethiek te verduidelijken. Frank Westerman, schrijver van literaire documentaires, gaat in gesprek met decaan Antoon Vandevelde over hoe kunst en literatuur al dan niet een juiste weergave van het echte leven kunnen zijn. Over de kleine dingen van het echte leven komt onder andere schrijver-dichter Bernard Dewulf voorlezen. Het programma wordt afgesloten met de filmvertoning van Bedankt & Merci. Deze documentaire vertelt het verhaal van vijf café-uitbaters in de Westhoek die ooit de spil waren in een complex sociaal netwerk, maar die nu bang uitkijken naar het moment
Cartooniste Ilah – zelf oud-studente filosofie in Leuven – maakte het campagnebeeld van het Feest van de Filosofie (© Ilah)
waarop de laatste klant de deur dichttrekt. Dat is nu eenmaal het leven... Het Leuvense Feest van de Filosofie sluit aan bij de Nederlandse Maand van de Filosofie, vervolledigt Engelen: “In Nederland
krijgt filosofie in de maand april op verschillende locaties telkens volop aandacht, met onder meer een Nacht van de Filosofie in Amsterdam en een Dag van de Filosofie in Tilburg. Wij hopen dat het in Vlaanderen op termijn ook
tot zoiets zal uitgroeien. Vorig jaar kwamen er ongeveer tweehonderd mensen naar het eerste Feest van de Filosofie. We hebben nu ruimte voor meer.” 9 april 2011, STUK www.feestvandefilosofie.be
18 Geschiedenis
campuskrant
Een huis voor Augusta de Creeft Naast het Erasmushuis vindt u binnenkort het Augusta de Creefthuis. Toegegeven, ze heeft minder naam gemaakt dan haar buur Desiderius, maar haar verhaal – en haar vereeuwiging met een naambordje aan een huis – verdienen aandacht. Ludo Meyvis “Augusta de Creeft maakte deel uit van de allereerste lichting vrouwelijke studenten aan de K.U.Leuven,” licht professor Leen Van Molle (Onderzoekseenheid Moderniteit & Samenleving 18002000) toe. “Niemand kent haar nog, en al zeker niet onder haar kloosternaam, soeur Marie Dominique de Jésus-Eucharistie. Toch verdient zij, als belichaming van een generatie, wel een plaats in de collectieve herinnering.”
Les autres “In het academiejaar 1920-1921 werden 36 meisjesstudenten ingeschreven aan onze universiteit, toen goed voor 1,1 procent van de studentenpopulatie. De reden? Het was er eenvoudig de hoogste tijd voor. Rector Ladeuze zei het zo in zijn openingstoespraak: “que l’Alma Mater de Louvain ne pouvait plus laisser à d’autres le soin de former les femmes”. Les autres, dat waren Brussel, Gent en Luik, die al ongeveer vier decennia eerder hun deuren hadden geopend voor vrouwelijke studenten.” “Het aantreden van meisjes in de collegezalen heeft in de enige ka-
tholieke universiteit van het land het langst op zich laten wachten. Waarom? De negentiende-eeuwse ‘wetenschap’ die de imbecilitas en fragilitas van de vrouwelijke sekse als argument tegen hogere studies had aangevoerd, kon nog moeilijk gelden op een moment waarop talrijke buitenlandse universiteiten, plus de drie andere Belgische universiteiten, aan een groeiend aantal vrouwen een academisch diploma uitreikten. Voor Leuven evenwel bleven – gehuwde – vrouwen in het beroepsleven niet wenselijk. Daar werd de traditionele taakverdeling – de man houdt zich bezig met productie, de vrouw met re-productie – het langst als model voorgehouden.” “Maar de nuchtere overweging dat andere universiteiten wel toegankelijk waren voor meisjesstudenten, dat het katholiek middelbaar onderwijs nood had aan competente lesgeefsters en dat gediplomeerde echtgenoten baat konden hebben bij een gesprekspartner met brains, ook om de kinderen op te voeden, dat alles haalde Leuven over de schreef. In de eerste lichting van 36 waren er elf kloosterzusters, negen zusters Annunciaten van het Heilig Hart in Heverlee en twee Ursulinen
van Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Een van die twee was ene Augusta de Creeft.” “Zij was geboren op 19 maart 1887 in Peer, als oudste van zes, in een vermogend gezin. Haar vader was notaris. Later zou de familie verhuizen naar Kortenberg-Everberg, waar de notaris-
dus al 33 – schreef ze zich in in Leuven, waar ze haar doctoraat in de klassieke filologie behaalde. Haar verhandeling over La vie économique de Cicéron was, volgens diezelfde krant, een ‘gebeurtenis in de geleerde wereld’. En die lof is misschien wel terecht: ze werd bekroond met de grootste
“Haar verhandeling over ‘La vie économique de Cicéron’ was volgens een lokale krant een ‘gebeurtenis in de geleerde wereld’.” woning de Creeft nog altijd bestaat. Augusta liep school bij de Ursulinen in Onze-Lieve-VrouwWaver en behaalde het diploma van regentes. In 1913 legde ze er haar kloostergeloften af. Hoe de oorlogsjaren voor haar verliepen, is niet helemaal duidelijk. Volgens een lokale krant studeerde ze verder in Münster, en zelfs in Cambridge. In 1920 – ze was toen
onderscheiding. Maar feit is dat Augusta de wetenschap na haar doctoraat – wat overeenstemt met het latere licentiediploma of de huidige mastergraad – vaarwel zegde. Zij ging terug naar O.L.V.Waver, waar ze leerkracht Grieks en Latijn werd, en vanaf 1953 de eerste directrice van de meisjeshumaniora. Ze overleed op 3 augustus 1965.”
Beste van de eersten “Je kunt opwerpen dat ze tijdens haar leven geen opmerkelijke sporen heeft getrokken. Ze was geen feministe in de enge betekenis van dat beladen woord. Toch mogen we stellen dat zij model kan staan voor een belangrijk keerpunt in de sociologie van het katholiek hoger middelbaar en universitair onderwijs. Ze haalde bovendien de beste studieresultaten van de eerste vrouwelijke lichting Leuvense letterenstudenten, en daarom heeft de Faculteit Letteren haar naam willen geven aan het huis in de Maria-Theresiastraat 23.” “Het is een symbolische keuze, representatief voor die tijd en context en precies daarom relevant. Je mag een levensverhaal als het hare niet minimaliseren. Het waren in die eerste decennia vaak de kloosterzusters, meer dan de gestudeerde vrouwen die in het huwelijk traden, die hun intellectuele competenties professioneel hebben ingezet om volgende generaties te vormen en zo bij te dragen tot de integratie van vrouwen in de kennismaatschappij. Dat is een naambordje waard.”
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Herstelling der wijzen Op 7 april opent in M de grote retrospectieve tentoonstelling ‘Pieter Jozef Verhaghen. In het spoor van Rubens’. Verhaghen was een achttiendeeeuwse barokkunstenaar die grote historiestukken met religieuze en mythologische thema’s schilderde. Zijn voornaamste opdrachtgevers waren kerken en abdijen. De K.U.Leuven leent een schilderij uit voor de tentoonstelling: Aanbidding der wijzen, een vroeg werk van Verhaghen dat gesigneerd en gedateerd (1756) is. Het gaat om een groot altaardoek – ongeveer 250 op 250 centimeter – uit het Zwartzustersklooster. Het schilderij bevond zich tot voor kort in slechte staat, maar wordt momenteel gerestaureerd in atelier Salvartes van Pierre Masson in Leefdaal. ‘Pieter Jozef Verhaghen. In het spoor van Rubens’, van 7 april tot 25 september in museum M. Info: www.mleuven.be/agenda/pieter-jozef-verhaghen.jsp
30 maart 2011
Ad Valvas 19
benoemd of onderscheiden Professor emeritus Raoul Dudal, verbonden aan de Afdeling Bodem- en Waterbeheer, ontving op 22 februari in Brussel de Guy Smith Award van de Commission on Soil Classification of the International Union of Soil Sciences. Professor Dudal nam belangrijke functies waar in diverse internationale wetenschappelijke commissies en speelde een grote rol bij het tot stand komen van de FAO/ Unesco Bodemkaart van de Wereld. Hij speelt nog steeds een belangrijke rol in de harmonisering van de diverse bodemclassificatiesystemen en wordt nog steeds betrokken bij wetenschappelijke debatten over belangrijke wereldvraagstukken als de koolstofcyclus en de evolutie van de bodem onder de invloed van klimaatveranderingen. Professor Stephan Keukeleire, verbonden aan het Instituut voor Internationaal en Europees Beleid, wordt voor drie jaar aangesteld als eerste leerstoelhouder van de prestigieuze nieuwe Total leerstoel binnen het departement internationale en diplomatieke betrekkingen van de EU. “Dat betekent concreet dat Total ons sponsort om les te geven en onderzoek te verrichten in het domein van het buitenlands beleid van de EU”, verduidelijkt professor Keukeleire, een autoriteit in dit onderzoeksgebied. Professor Willy Sansen, verbonden aan de Afdeling ESAT - MICAS, Micro-elektronica en Sensoren, heeft op de laatste International SolidState Circuits Conference (ISSCC)
in San Francisco de prestigieuze D. O. Pederson award gekregen. Deze prijs wordt eens per jaar uitgereikt door het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE) aan wie zich het meest heeft onderscheiden op het gebied van het ontwerp van halfgeleiderchips. Het IEEE telt wereldwijd ongeveer 400.000 leden. De afdeling Solid-State Circuits (SSCS) telt ongeveer 10.000 leden. Willy Sansen is de vierde Europeaan die de Donald O. Pederson award in ontvangst mag nemen. Hij kreeg de prijs voor zijn originele bijdragen op het gebied van het ontwerp van halfgeleiderschakelingen voor toepassingen in de telecommunicatie, de consumer elektronica en de biomedische wereld. Het laatste SSCS magazine, gelezen door duizenden ingenieurs over de hele wereld, werd dan ook aan hem gewijd. Professor Yves Stevens, verbonden aan het Instituut voor Sociaal Recht, werd op vrijdag 4 maart benoemd bij de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) in Frankfurt-am-Main. EIOPA is belast met het toezicht op verzekeraars en pensioenfondsen in de Europese Unie. Het orgaan is een van de financiële toezichthouders die in 2010 werden ingesteld naar aanleiding van de economische crisis als gevolg van grote begrotingstekorten van een aantal EU-lidstaten. De autoriteit houdt toezicht op de risico’s die financiële instellingen nemen op het gebied van verzekeringen, herverzekeringen en bedrijfspensioenen.
Amantha Thathiah, verbonden aan het Laboratorium voor Onderzoek naar Neurodegeneratieve Ziektes, heeft op de tweejaarlijkse Internationale Conferentie over Alzheimer en de Ziekte van Parkinson AD/PD 2011 in Barcelona twee awards in de wacht gesleept. Thathiah won de Cornelli Award ter waarde van 4.000 dollar en de Verum Award 2011 ter waarde van 3.000 euro. De Cornelli Awards worden geschonken door de Cornelli Foundation en worden uitgereikt aan jonge wetenschappers die onderzoek doen naar Alzheimer en de ziekte van Parkinson. De Verum Award 2011 mocht Thathiah in ontvangst nemen voor haar uitmuntende wetenschappelijke verwezenlijkingen. Ingrid Vanden Berghe, verbonden aan de Afdeling Bos, Natuur en Landschap, werd door de Nederlandse Koningin aangesteld als lid van de Raad van Toezicht van het TNO, Nederlands grootste onderzoeksinstituut voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek. Het TNO is een onafhankelijke onderzoeksorganisatie die op basis van haar expertise en onderzoek een belangrijke bijdrage levert aan de concurrentiekracht van bedrijven en organisaties, aan de economie en aan de kwaliteit van de samenleving als geheel. Professor Alain-Laurent Verbeke, verbonden aan het Instituut voor Contractenrecht, heeft de Francqui Leerstoel 2010-2011 aan de VUB ontvangen. Het thema van zijn leerstoel is: “Naar een nieuwe ethiek voor juris-
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van Dr. Willy Ampe Emeritus gastdocent aan de Faculteit Geneeskunde geboren op 19 september 1932 en overleden op 1 maart 2011 Professor François Pietermaat Emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren op 14 augustus 1919 en overleden op 3 maart 2011 Professor Noël Van Deynse Emeritus hoogleraar aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren op 3 december 1940 en overleden op 21 maart 2011
ten. Beschouwingen vanuit Negotiation Theory”. Zijn inaugurale rede met titel ”Mogen advocaten liegen?” vond plaats op 29 maart in Brussel. Steven Vermeir, verbonden aan de Afdeling Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren, en professor Rony Swennen van de Afdeling Plantenbiotechniek mochten de Flemish Primitives Award for Research in ontvangst nemen tijdens het tweedaagse culinaire evenement The Flemish Primitives op
13 en 14 maart in het Casino Kursaal in Oostende. Steven Vermeir doet al jaren onderzoek naar het aroma van banaan, waarvoor hij gebruik maakt van snelle meettechnieken. Het onderzoek leverde voorlopig al een bananenlikeur op (Musa Lova), een versie met honing en één met koffie, en een praline op basis van bananenlikeur. Ook Fabian Deckers van brasserie Improvisio, die de Musa Lova samen met professor Swennen ontwikkelde, is in de wolken met de erkenning.
Advertentie
Luchtige Lumbago
A Touch of China
De zanger van de Nederlandstalige band Lumbago legt zijn hart en ziel in zijn performance, terwijl de bassist en gitarist achter hem ontspannen lachen. Die combinatie kon het publiek wel charmeren tijdens de finale van het Interfacultair Songfestival op 21 maart. De jongens van Lumbago – die studentenkring Merkator vertegenwoordigden – gingen met de publieksprijs aan de haal. Acht uitverkoren bands streden ook voor de titel van ‘Beste studentenband’, gekozen door een professionele jury. The Herfsts (VRG) voelden zich ondanks het lenteweer kiplekker op het podium en gingen met de eerste prijs aan de haal. Zilver was er voor The Pilot Light (Politika), brons voor Stereo Images (Medica).
In dialoog met China
Een introductie tot efficiënte Chinese communicatie. Cursus van 8 sessies van 2,5 uur op verschillende data: 12 tot 21 april (paasvakantie), 3 mei tot 21 juni (di. avond), 4 tot 14 juli, 22 tot 31 augustus en 6 tot 15 september (zomervakantie). Meer info: www.group-t.com/confucius
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
03112 AD ATouchOfChina_CampusKrant.indd 1
28/03/11 09:53
20 Buitenkant
campuskrant
(© K.U.Leuven | Rob Stevens)
Recordschreeuw
Een groepje studenten krijst zich de longen uit het lijf tijdens de vierde editie van de Beiaardcantus, op 23 maart. Niet omdat de voorraad bier vroegtijdig opgesoupeerd was, maar om het wereldrecord ‘luidste schreeuw’ scherper te stellen. Met succes: de gezamenlijke kreet van de maar liefst 3.200 deelnemers op het Ladeuzeplein was goed voor 129,9 decibel. Daarmee deden ze beter dan de Finse scouts die in 2005 127,2 decibel lieten optekenen.
RECHTgezet
Spinnen katten omdat ze tevreden zijn? Ine Van houdenhove In de catalogus van de Amerikaanse fabrikant Prankplace zit een toestel dat irritante geluiden produceert. Met stip op de playlist: kattengejank. Gelukkig maakt een blije poes een veel charmanter geluid. Een tevreden kat ronkt en een ronkende kat is tevreden, nietwaar, professor Rudi D’Hooge van het Laboratorium voor Biologische Psychologie? “Mis poes! Een ontspannen kat zal vaak spinnen maar dat een kat spint, wil niét altijd zeggen dat ze zich goed voelt. Katten die pijn lijden, bijvoorbeeld omdat ze aan het jongen zijn of een poot gebroken hebben, spinnen ook. Het spinnen is een – bewust uitgezonden – signaal van kwetsbaarheid, een boodschap ‘ik ben ongevaarlijk’. De moederpoes gebruikt het om haar jongen duidelijk te maken dat ze veilig zijn en rustig kunnen zogen. Kittens spinnen zodra ze twee dagen oud zijn: het geluid kan – heel
typisch worden geproduceerd tijdens het drinken en zowel bij het in– als bij het uitademen.” “Huiskatten gebruiken het geluid ook tegenover hun baasje, bij wijze van zorguitlokkend gedrag. Katten spinnen ook als ze alleen zijn, om zichzelf op hun gemak te stellen – te vergelijken met mensen die neuriën of in zichzelf praten.” “Alleen kleine katachtigen ronken, tot en met jachtluipaarden. Tijgers en leeuwen en andere grote katten hebben een groter strottenhoofd en zijn fysiek niet in staat het geluid te produceren. Civetkatten, een groep van kleine roofdieren, die ondanks hun naam niet behoren tot de katachtigen, spinen ook. Dat niet-verwante diersoorten het geluid produceren is een bewijs van het evolutionaire nut ervan.” “Kenmerkend voor snorren is, naast het pulserende karakter, de lage frequentie en de lage intensiteit. Het is typisch een geluid dat
enkel in het nest gehoord mag worden, om geen onwelkome bezoekers te lokken – het bevindt zich aan de ondergrens van wat het menselijk oor nog kan waarnemen.” De Britse Smokey, die met 92 decibel naar verluidt evenveel lawaai maakt als een landende Boeing 737, is de spreekwoordelijke uitzondering op de regel en wordt wellicht binnenkort opgenomen in het Guinness Book of Records. Voor Smokeys baasjes gaat het allicht niet op maar sommigen beweren dat het geluid van een spinnende kat hoofdpijn zou doen verdwijnen. D’Hooge: “Dat zou me verbazen. Maar het is wel aangetoond dat zowel contact met huisdieren als geruststellende geluiden – waaronder wellicht ook dat van een spinnende kat – heilzame effecten hebben op het immuunsysteem, het parasympatisch zenuwstelsel en allerlei herstelprocessen van het lichaam.” Prankplace, waar wachten jullie op?
[conclusie] Met een spinnende kat zit niet steeds alles snor.