5 30 oktober 2014 | jaargang 57
@tuecursor
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op
en
16 | Barrie de betere bacterie BMT-studenten maakten een speciaal ‘jasje’ voor E. coli, waarmee deze bacterie beter kan overleven -en zich nuttig maken- in een industriële omgeving of het menselijk lichaam. Het team bracht er ook meteen een kinderboek over uit.
4 Laveren tussen
botsende belangen
De voorzitters van de FSE en Compositum over confrontaties en verschillende belangen
9 TN’er én BN’er
Ralf Mackenbach over zijn leven als zanger en student
12 TU/e rolt Groene Loper verder uit
De tweede en laatste fase van de Groene Loper gaat beginnen
Check out our English section on pages 20-28
2 | Vooraf
30 oktober 2014
Frank Baaijens wordt nieuwe rector TU/e 29 oktober 2014 - Hoogleraar Frank Baaijens volgt op 1 mei 2015 Hans van Duijn op als rector magnificus van de TU/e. Tijdens de diesviering op 30 april neemt Van Duijn afscheid. Baaijens is op dit moment vice-decaan van de faculteit Biomedische Technologie en associate wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS).
CURTOON
Baaijens (1958) studeerde en promoveerde aan TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde. Na een periode bij Philips Research keerde hij in 1995 fulltime terug aan te TU/e als hoogleraar - eerst bij de faculteit Werktuigbouwkunde en sinds 2002 bij Biomedische Technologie, waar hij van 2003 tot 2007 decaan was.
TU/e’ers kunnen fiets voortaan overal veilig stallen
Hoofdredacteur Han Konings
Eindredacteur Brigit Span
Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij San van Suchtelen Monique van de Ven
Medewerkers Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke
Coverbeeld Bart van Overbeeke
Opmaak Natasha Franc
Vertalingen Annemarie van Limpt (P.20,21,22,23,26,27) Benjamin Ruijsenaars (P.24,25)
Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail:
[email protected]
Cursor online www.cursor.tue.nl
Druk Janssen/Pers, Gennep
Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745
Han Koning s
Maar of trouwe volgelingen van de Keuzegids zich daardoor laten afschrikken, is de vraag: bij al onze opleidingen die langs de meetlat worden gelegd met die van Delft en Twente, luidt steevast het advies: Ga naar Eindhoven! Baaijens was er trots op, vertelde hij aan Cursor, en gelukkig blijft er nog genoeg over waar hij straks zijn tanden in kan zetten. Om te beginnen de verdere uitrol van de Graduate School, waar in september 2015 de eerste afgestudeerden van het Bachelor College zullen aankloppen. En als dat op de rails staat, ligt er wel weer een nieuwe uitdaging in het verschiet. Never a dull moment…
Een zomer vol bacteriën Lamlendige studenten die de kantjes er vanaf lopen? Ze bestaan ongetwijfeld, maar geef veertien tweedejaars studenten een darmbacterie (E. coli) en een opdracht (pas de bacterie zo aan dat hij nuttig werk voor ons kan doen) en ze zien een zomer lang geen zonlicht. Het resultaat? Een betere bacterie, laboratoriumskills op afstudeerniveau, een prachtig kinderboek en de komende dagen hopelijk een mooie beoordeling op de ‘Giant
s Tom Jelte
Jamboree’ van de iGEM-competitie in Boston. Lees meer op pagina 16-17.
Is onze universiteit goed zichtbaar in de media, of ziet de rest van Nederland de TU/e nog steeds over het hoofd? Daar lieten 153 mensen zich over uit en een meerderheid (58,1%) denkt dat we nog steeds onder de radar zitten.
Echt wel, veel kennissen van me kennen de TU/e nauwelijks
16.3%
Dat is waar, maar gezien onze omvang ook niet verwonderlijk
15.7%
Klopt, maar dat komt vooral omdat we niet in de Randstad zitten
26.1%
30.7% 8.5% 2.6%
EENS
Nicole Testerink
Het bedje van Frank Baaijens, onze rector to be, lijkt gespreid. Volgend jaar mei gaat hij aan de slag als opvolger van Hans van Duijn, maar in de aanloop daar naartoe stapelen de goede tijdingen voor onze universiteit zich op. In de onderwijsspecial van Elsevier, die eind september verscheen, werden we voor het tweede jaar achtereen verkozen tot beste universiteit van heel Nederland. Daar ging deze week de Keuzegids Universiteiten 2015 nog eens dunnetjes overheen: beste TU van Nederland voor het elfde jaar op rij en de kloof met Delft en Twente groeit. Maar omdat we de lat hoog leggen, zijn we helaas ook koploper als het aankomt op het percentage afvallers in het eerste jaar. Als ik onze eigen cijfers mag geloven, gaat in het tweede jaar één op de acht studenten niet door met dezelfde studie. STU zoekt op dit moment nog uit of die groep dan compleet verloren is voor de TU/e, of dat ze overstappen naar een van onze andere studies. Daar was deze week nog geen duidelijk zicht op.
27 oktober 2014 - Zowel studenten als medewerkers van de TU/e kunnen hun fiets per 1 november in bijna elke willekeurige beveiligde fietsenstalling op de campus kwijt. Alleen de stalling bij Vertigo blijft exclusief voorbehouden aan Bouwkunde. De stallingen zijn 24/7 toegankelijk, waarbij de campuskaart als sleutel fungeert. Daarnaast komen er twee duizend fietsenrekken bij van een nieuw type met een ‘ruimere aanbindverbinding’. De totale stallingscapaciteit op de campus wordt met 1.500 rekken uitgebreid. De TU/e wil in 2018 de helft van de overdekte fietsenstallingen op de campus beveiligd hebben.
Poll
Never a dull moment
NIET EENS
Colofon
Nee hoor, in vergelijking met vroeger zijn we veel zichtbaarder Onzin, anders halen we niet al die extra eerstejaars binnen Niet waar, andere universiteiten kunnen nog wat van ons leren
Nu vragen we op www.cursor.tue.nl Met ingang van 2015 wil NWO dat door hen gefinancierd onderzoek na publicatie direct gratis is in te zien volgens het principe van ‘open access’. Is dat nu wel een verstandig besluit?
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
ID-studenten in de prijzen bij DDW 24 oktober 2014 - Twee oud-studenten van de faculteit Industrial Design zijn bij de uitreiking van de DDW Social Design Talent Award in de prijzen gevallen. Martijn ten Bhömer kreeg voor zijn ontwerp ‘Tactile Dialogues’ de tweede prijs. De derde plek ging naar het ontwerp ‘Het Ontdeklab’ van Marije Willemsen. Winnaar werd het duo Laura Ferriere en Eléonore Delisse van de Design Academy. Zij verdienen met de titel een betaalde opdracht van de gemeente Eindhoven ter waarde van tienduizend euro. ID-promovendus Martijn ten Bhömer bedacht voor zijn project ‘Tactile Dialogues’ een kussen waarmee dementerenden iets van hun verloren vermogen om te commu niceren, terug winnen. Met haar bekroonde ‘Ontdeklab’ wil ID-alumna Marije Willemsen kinderen in de supermarkt enthousiasmeren voor groente en fruit. Tegelijk vormt het lab voor Willemsen een antwoord op de bestaande marketing voor vooral ongezonde producten waarmee de jeugd wordt geconfronteerd.
NWO stelt directe toegang tot artikelen verplicht 22 oktober 2014 - Door NWO gefinancierd onderzoek moet binnenkort direct na publicatie door iedereen gratis te lezen zijn, volgens het principe van ‘open access’. Dat betekent dat onderzoekers met bijvoorbeeld een Veni-, Vidi-, of Vici-beurs straks niet langer vrij zijn om te publiceren in een tijdschrift naar hun keuze. Onderzoekers die toch willen publiceren in een hoog aangeschreven tijdschrift dat niet volgens open access werkt, mogen dit van NWO in theorie gewoon blijven doen. Ze moeten dan wel de zogeheten finale auteursversie van het artikel (zonder eindredactie van de uitgever, maar al wel beoordeeld door ‘reviewers’) direct in een openbare database laten opnemen. Het probleem is echter dat ongeveer de helft van de tijdschriften, waaronder titels als ‘Nature’, dit niet toestaat.
uws van de ie n e n li n o t e h g Een greep uit ee weken. Kijk voor nol tw afgelopen s op www.cursor.tue.n meer nieuw
TU/e klimt in ranking Keuzegids naar derde plek 28 oktober 2014 - De TU/e is door de Keuzegids Universiteiten 2015 voor de elfde keer uitgeroepen tot de beste technische universiteit van Nederland. In de overall ranking stijgt de TU/e van de vierde naar de derde plaats, achter de Open Universiteit en Wageningen. Het verschil met Delft (plaats 11) en Twente (plaats 12) groeit. Alle elf bachelor opleidingen van de TU/e krijgen de hoogste beoordeling.
Record datatransport twintig keer beter dan huidige glasvezel 27 oktober 2014 - Een nieuw type glasvezel heeft onderzoekers van de TU/e en de University of Central Florida in staat gesteld om data met een recordsnelheid van 255 terabite per seconde te versturen. Dat schrijven ze in de online editie van het vakblad Nature Photonics. Het recordtransport is twintig keer sneller dan via ons huidige glasvezelnetwerk mogelijk is. De nieuwe vezel biedt een antwoord op de exponentieel toenemende vraag naar capaciteit in optische communicatienetwerken.
iefde l e g r o o v e i Petit ter ID s k a a m n o un geliefde scho gestart om h is een petitie trial Design eit Indus ging Lucid dra de facult Studievereni zo , 14 en 0 2 m r ne be te 20 okto ting mee ter Alie Wen schoonmaaks ouw naar b ge het Hoofd n va st ui rh ve e verhuizing de naderend Laplace. Met heiding dwongen sc dreigt een ge ting. Het culteit en Wen tussen de fa namelijk t zi ersoneel kp aa nm oo h sc de faculteit eer vast aan niet zonder m cid hoopt kzaam is. Lu waar het wer met de ever Gom er kg er w s ng ti Wen voor bewegen Alie petitie toe te n. planne Laplace in te
Welstand keurt sloopplan Hoofdgebouw TU/e af 17 oktober 2014 - De TU/e kan vooralsnog niet beginnen aan het stripwerk van het Hoofdgebouw, dat voorafgaat aan de verbouwing die de TU/e aan het pand wil doorvoeren. De benodigde sloopaanvraag hiervoor is namelijk geweigerd door de gemeentelijke commissie Ruimtelijke Kwaliteit (voorheen Welstand). In de aanvraag die de TU/e instuurde, ontbrak volgens ‘welstand’ een planning en een zogenoemde cultuur-historische waardestelling. Welstand buigt zich 5 november opnieuw over de sloop- en nieuwbouwplannen van het Hoofdgebouw.
4 | Gelinkt
30 oktober 2014
Gelinkt | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Laveren tussen botsende belangen De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.
Jim Stolk en Dennis Loeffen staan soms lijnrecht tegenover elkaar en dan wil het wel eens knallen. Maar de belangen van de achterban zijn dan ook groot. Stolk heeft afgelopen jaar zijn zegje gedaan namens de tien studieverenigingen als FSE-president. Loeffen sprak tot vorige week als voorzitter van Compositum, het overkoepelende orgaan van het E.S.C, SSRE en Demos.
“Ik kan alleen naar vergaderingen komen met de boodschap ‘Ja, we zijn het ermee eens ’, of ‘Nee, dit willen we niet’. Ik kan moeilijk zeggen ‘CHEOPS wil dit en Lucid wil dat’. Daarin kom ik misschien wat hard over, maar er is geen middenweg.” Jim Stolk, student Industrial Design, schuwt de confrontatie niet. Ook Dennis Loeffen (Technische Natuurkunde) mag met een opdracht naar de maandelijkse vergaderingen tussen alle koepels, waarbij zijn boodschap soms haaks staat op die van Jims achterban. “Het motto van Compositum is niet voor niks ‘Communis opinio’: we dragen één gezamenlijke mening uit.” Om de tegenstelde meningen tijdens vergaderingen te illustreren, heeft Dennis een voorbeeld opgezocht, dat hij tijdens het interview opleest. Strekking: FSE zag geen probleem in onderwerp a, wel in onderwerp b. Bij Compositum was dat net andersom. Ook over de oplossingen voor de problemen dacht hun achterban net anders. Stolk moet even grinniken als ie zich het voorval herinnert. Het onderwerp dat jaarlijks het meeste gesteggel oplevert en dat sowieso het vaakst aan bod komt tijdens de ‘koepelvergaderingen’, is de Intro. Loeffen: “Dat is voor ons dé week waarin we ons moeten laten zien. Mijn opvolgers zijn al aan de slag gegaan voor de intro van 2015.” Jim: “Ik werd laatst
Jim Stolk
gebeld of ik wilde komen praten over de Intro van volgend jaar. ‘Wat, nu al?’- heb ik toen gezegd. Januari is voor ons tijd genoeg.” Stolk spreekt van een mentaliteitsverschil: “Wij vinden de Intro wel belangrijk, maar voor ons is het minder van belang om bijvoorbeeld leden te werven.”
“Studenten zijn hier ook om te netwerken” Wat misschien nog wel meer gedoe oplevert, is de week ná de Intro. Dan hebben de gezelligheidsvereniging hun eigen ‘besloten intro’, terwijl de laatste jaren de faculteiten ook activiteiten hebben, notebooks worden uitgereikt en studenten kunnen ook om andere reden niet aan de intro van de gezelligheidsverenigingen meedoen. Dennis: “Dat is voor ons dé start van het jaar. Het is haast onmogelijk om dat op een ander moment te doen.” Stolk: “Wij begrijpen de studentenverenigingen wel, maar vinden het tegelijkertijd belangrijker dat faculteiten goed hun informatie kunnen brengen. Je bent hier tenslotte om te studeren.” Dennis: “Ja, studenten zijn hier om te studeren en dat vinden wij net zo goed belangrijk. Maar je bent hier ook om de stad te verkennen en te netwerken voor je carrière. Ik zie sowieso liever een breder opgezette introweek: met alle studies door elkaar. Dat is ook de opzet van het Bachelor College.” Ook Jim ziet wel iets in een andere
opzet: “Ik zou graag een ‘serieuze’ en een ‘leuke’ week willen: “Eerst het zuur, dan het zoet.” Hoewel ze in beginsel vaak tegengestelde belangen hebben en van mening verschillen over de aanpak, komen de twee er altijd weer uit. Van tevoren hebben de gelouterde onderhandelaars in gedachten welke zaken als wisselgeld kunnen dienen. Ze hebben goed nagedacht over wat ze zeggen, alles is voorbereid - want de belangen zijn groot. Die voorbereiding heeft nogal wat voeten in de aarde. Waar ze in het koepeloverleg al tactisch te werk moeten gaan, is dat binnen de eigen achterban nog veel sterker. Loeffen: “De grootste concurrenten zijn de verenigingen zelf binnen Compositum. Daar knalt het soms veel harder. Bij de Na Examen Dagen hebben we bijvoorbeeld vaak twee feestavonden gehad die we moesten verdelen over drie verenigingen. Dat is lastig.”
“Het is echt een kunst om iedereen op één lijn te krijgen” Stolk herkent het beeld van concurrentie dat Loeffen schetst over Compositum totaal niet binnen de federatie van studie verenenigingen. Toch heeft ook hij met veel verschillen te maken, die soms moeilijk zijn te overbruggen. “Het is ons net voor de zomer gelukt om één studieboekensysteem voor
Dennis Loeffen
de studieverenigingen te creëren. Dat heeft maanden aan gesprekken gekost. Sommige verenigingen gaan erop achteruit en dat moet je wel kunnen verkopen. Het is echt een kunst om iedereen op één lijn te krijgen. De verschillen tussen de aanpak bij studieverenigingen zijn soms groot. Als je aan een functie als deze begint, duurt het een tijd voor je de verenigingen echt kent. Het voordeel is wel dat je van elkaar kunt leren.” Dat ziet Dennis dan weer niet binnen zijn gelederen terug, waar iedere vereniging meer een
eigen koers vaart en minder geneigd is ervaringen uit te wisselen - tenzij de belangen hetzelfde zijn. Volgens zowel Stolk als Loeffen is hun rol vooral adviserend. De FSE-president: “De kunst is om ze het gevoel te geven dat je het niet oplegt. Je moet je niet met zaken gaan bemoeien. Het gaat erom dat je zichtbaar bent en dat de verenigingen je weten te vinden als het nodig is. Je moet ze erop aanspreken als ze iets verkeerds doen. Een smet op één
vereniging is een smet op alle verenigingen.” Loeffen knikt instemmend. Hij was op de middelbare school al actief in de leerlingenraad en in de mede zeggenschapsraad. Al snel sloot hij zich bij Demos aan. Het bestuur bij een studentenvereniging was een bewuste keus. “Ik heb het gevoel dat daarbinnen structuren beter zijn georganiseerd. Je bent erg macroscopisch bezig.” Hetzelfde ziet Stolk als voordeel van zíjn functie : “Het gaat om grote problemen, geen micromanagement. We bedrijven pure politiek. Studieverenigingen trekken mij dan meer, naar mijn gevoel is de sociale cohesie daar sterker.” Tot verrassing van Dennis vertelt Jim dat hij nog even lid van Demos is geweest. “Maar Lucid voorzag al genoeg in een sociale behoefte.” Niet alleen met de achterban, ook met andere partijen hebben beiden van doen. Stolk dan vooral met TU/e-medewerkers, en in het bijzonder met het Onderwijs en Studenten Service Centrum en de brandweer. “De gemeente hebben we alleen nodig voor vergunningen.” In de praktijk heeft Loeffen veel te maken met de gemeente, maar ook met Fontys, de TU/e en de Landelijke
Kamer van Verenigingen. “Ik heb een paar vrienden in de gemeente raad en dat is erg handig.” Ook vanwege de dubbelrol die ze hebben - zowel lid van een vereniging als van de koepel, zitten ze soms met verschillende belangen. Loeffen is secretaris bij Demos. “Ik probeer in een overleg ook voorbeelden van de andere verenigingen aan te halen, maar dat is soms lastig. Dan zou ik van Demos tien voorbeelden kunnen geven, terwijl ik er dan maar één weet van het E.S.C of SSRE.” Stolk is eerder actief geweest bij Lucid en nu vooral bij GEWIS. Hij zegt dat goed te kunnen scheiden. “Het is wel eens voorgekomen dat ik een medebestuurder -ook GEWIS-lid- een schop onder de tafel heb moeten geven, omdat ze haar zegje wilde doen over de vereniging. Dat zijn twee aparte zaken.” Vorige week heeft Loeffen zijn speldje moeten inleveren en daarmee is een einde gekomen aan de functie die hij een jaar lang heeft vervuld. Stolk is binnenkort president-af. Het is nu aan hun twee opvolgers om zich druk te maken over de belangen van de achterban. Tekst | Judith van Gaal Foto | Bart van Overbeeke
6 | Student
Clmn
30 oktober 2014
Aanschuiven bij
7 ‘Luuk’ is Fontys-student Luuk van Driel, de sterkok van het tienkoppige studentencollectief dat Seringenstraat 7 bewoont. Waar zijn huisgenoten volstaan met eenvoudige eenpansgerechten, tovert Luuk in nog geen uur een volwaardig Grieks menu op tafel.
Grieks op zijn Luuks Alain Starke masterstudent Innovation
Souvlaki-spiesjes | 700 gram varkensfilet (voor circa 8 spiesjes) in stukjes van twee bij twee cm snijden. Leg het gesneden vlees in een bakje marinade, bestaande uit vier eetlepels olijfolie, een theelepel tijm, een eetlepel fijngesneden verse munt, het sap van een halve citroen, zout en peper. Rijg het vlees aan een spies met teentjes knoflook en laurierblad. In de oven braden. Gyros | Snijd een kilo varkensvlees in reepjes en bak deze gaar met gyroskruiden. Tzatziki-saus voor over het vlees | Turkse of Griekse yoghurt (tweederde) mengen met mayonaise (eenderde deel). Een fijngesneden komkommer, sap uit een citroen, hele bol knoflook (fijngesneden), beetje dille, zout en peper. Krieltjes | Een kilo bakken met olijfolie, zout, peper en paprikapoeder. Rijst | De inhoud van een pak rijst koken. Blik tomatenpuree aan rijst toevoegen. Salade | Mix van rode ui, tomaten, komkommer, olijven, feta, mozarella en Griekse kruiden.
Sciences
Een half uur eerder Afgelopen vrijdagmiddag om kwart over 3 regende het notificaties. Hier een pushbericht, daar een Outlook-bliepje: alle studenten kregen een mailtje. Een mailtje van Bernie, namens het Onderwijs en Studenten-Servicecentrum (STU). Ik ontvang al twee jaar mail van Bernie; nooit problemen gehad. Altijd top-interpunctie, hier en daar een bedachtzaam uitroeptekentje en slechts af en toe het O-woord (OASE). Afgelopen vrijdag was het echter andere koek. Het STU deelde mee dat de tentamenaanvangstijd werd vervroegd van 14:00 naar 13:30. Daarnaast moesten we oppassen dat onze mobiele telefoons wel in onze tassen zaten, anders werden we mogelijk vervolgd voor fraude. Als klap op de vuurpijl moest eenieder de gedragscode weten schapsbeoefening ondertekenen bij het tentamen. Het mailtje joeg een aantal van mijn wenkbrauwen de lucht in. Waarom deze veranderingen? Waarom deze fraude-benadrukking? Waarom slechts één alinea? Hier is mijn reply:
TU es
Wat had je van tevoren niet verwacht van Eindhoven? Vooral dat ik op mijn 19e al zou samenwonen in Eindhoven had ik niet zien aankomen, maar ook dat er zoveel unieke verenigingen zijn hier. Je kunt hier echt elke sport doen die je maar wil en je betaalt er bijna niets voor.
“Beste Onderwijs en Studentenservicecentrum, lieve Bernie,
Kusjes, Alain PS: Kunnen jullie me helpen bij Candy Crush? Ik kom niet door LVL 59.”
Het eetkeukentje van Seringenstraat 7 meet krap zes vierkante meter. Hier blijken tien -en als het moet twaalf- mensen bij elkaar aan tafel te passen. Met de oven in bedrijf loopt de temperatuur al snel op tot Griekse waarden. Een glaasje ouzo biedt wat verkoeling. Wie niet beter weet, verwacht op dit adres van doen te hebben met een kinderdagverblijf. De onlangs witgeschilderde gevel is versierd -als je het zo mag noemen- met een reeks fleurige fantasiefiguren. De bewoners blijken er part noch deel aan te hebben gehad. TU/e-student Pim Donkers: “We werden op een ochtend wakker van een hoop lawaai. De verhuurder bleek dit huis te hebben uitgekozen voor een kunst project van de basisschool, hier om de hoek. Nu knijpen veel voorbijgangers hier even in de remmen om de gevel te bewonderen.”
Vijf meiden, vijf jongens, verspreid over Fontys en TU/e, die dagelijks met elkaar eten en als ‘t kan ook nog samen de kroeg induiken: Wat een harmonie! Maarten: “Inderdaad! Kijk ook eens naar ons boetepotje voor degenen die hun corvee verzaken... bijna helemaal leeg. We hebben nooit gedoe over de taaklijst.” Toch liep Luuk laatst tegen de grens aan van zijn huisgenotentolerantie: “Zo’n wasbak vol kots van een ander opruimen, doe ik echt niet meer. Dat mag de veroorzaker de volgende keer écht zelf opruimen.”
Jullie hebben zelf de binnenkant op geheel eigen wijze versierd. Vindt de verhuurder dat óók goed? Maarten Bouwman (Werktuigbouwkunde): “Dit huis zit in zijn terminale fase en moet uiteindelijk wijken voor nieuwbouw. Tot die tijd mogen wij hier tegen een niet al te hoge prijs wonen. Dat we het ook flink uitleven, is dus niet erg, zolang we het niet al te bont maken.” En die vrijheid pakken de bewoners op geheel eigen wijze op. De meeste wanden zijn voorzien van mooi subtiel verwoord studentenproza als: ‘Alle piemels naar Marieke!’. Dat feest ook lekker weg zeker; als je je niet druk hoeft te maken om een besmeurde muur? Luuk van Driel: “Zeker! We proberen een tot twee keer per jaar een groot feest te houden hier. Als het kan compleet met zwembad in de tuin. Een mooi evenement op de kalender is de kaneelchallenge; wie krijgt zonder te drinken als eerste een eetlepel kaneel weggewerkt? Levert altijd een mooi kijkspel op.”
Interview | San van Suchtelen Foto’s | Bart van Overbeeke
Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar
[email protected]
En hoe is het in Stanford? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Met wie zou je graag nog eens een biertje of wodkaatje drinken? Met Sinterklaas.
Hartelijk dank voor de melding dat de middagtentamens vervroegd zijn. Mag ik jullie wel een tip geven? Ja dat mag ik. Verandering gaat een stuk gemakkelijker als de ontvangers weten WAAROM iets gebeurt. Zelfs voor zoiets triviaals als een aanvangstijd. Daarnaast slaat jullie mailtje wel een erg dreigend toontje aan. Willen jullie al jaren de regels strikter handhaven, maar lukt dit niet? Gebruik dan niet een mailtje, dat klinkt zo machteloos. Ik wil ook niet geloven dat iemand met een afgesloten telefoon in zijn broekzak van de TU/e wordt getrapt. Daarnaast die gedragscode hè: Behalve wat Cursor-berichten heb ik hier nog nooit een mailtje over gehad. Vinden jullie het echt de beste methode om mensen een fatsoenlijke gedragscode aan te meten bij aanvang van een tentamen, een enorm stressvol moment?
Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Gezellig wat leuks gaan doen met vrienden. Maar in mijn eentje vermaak ik me prima met series kijken, tekenen en Hearthstone.
Student | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Als je iets aan de TU/e zou mogen veranderen, wat zou dat dan zijn? Ik zou willen dat tussentoetsen herkanst mogen worden in het Bachelor College, dat het elke dag kroketdag is in Gemini , en dat alle collegezalen in het Auditorium stoelen met kussentjes krijgen. Als je jezelf terug in de tijd kon verplaatsen, waar zou de reis dan naartoe gaan, en waarom? Naar de jaren negentig, zodat ik met de kennis die ik nu heb rijk kan worden en dan toch nog in deze tijd kan leven.
Minke Nijenhuis (19 jaar) Derdejaars Biomedische Technologie. Maakte als lid van het iGEM-team een kinderboek over de wereld van bacteriën (zie ook onderzoek op pag. 16-17).
Als je weet dat de aarde over precies een jaar vergaat, wat zou je dan nog allemaal willen doen? Er zijn een paar dingen die ik heel erg graag nog zou willen zien, bijvoorbeeld het noorderlicht en de boeddhistische tempels in Cambodja. Ik zou met mijn vriend gaan reizen en samen van deze wonderen genieten. Minke wil de wie je iets vraag met In welk Disney-sprookje wil je graag zou wille n drinken v de hoofdrol spelen, en waarom? erv “Wat doe angen door: Het is niet echt een sprookje, maar de serie je op je e erste ‘Avatar, the last airbender’ zou wel erg gaaf zijn. vrije dag na e en drukk te e ntamenp Wie wil er nou niet meester van alle vier de eriode?” (TJ) elementen zijn en met een groep vrienden de hele wereld ontdekken op de rug van een vliegende bizon?
Iets meer dan een halfjaar geleden wilde ik nog graag naar Canada voor mijn externe stage -nee, ik had geen speciale reden-, maar ondertussen ben ik alweer bijna twee maanden in het zonnige Silicon Valley! Ik ben hier om voor drie maanden onderzoek te doen naar organische dunne-film transistoren, aan Stanford University. Met vijf Nobelprijswinnaars in alleen de afgelopen drie jaren (in totaal werken er nu 21 laureaten hier) en een toelatingspercentage van slechts 5,1% schijnt Stanford op dit moment de meest begeerde universiteit van Amerika te zijn. Je zou dus verwachten dat de labs hier spic en span zijn en volstaan met de laatste hightech apparaten die altijd werken. In werkelijkheid is onderzoek doen hier niet anders dan het overal is: natuurlijk werkt meetapparatuur ook hier niet op de dag dat jíj het nodig hebt (om aan het eind van diezelfde dag weer als een zonnetje te lopen, en nog steeds weet niemand waarom). De gebouwen en de campus zelf zijn wel een stuk indrukwekkender dan thuis in Eindhoven. Mocht je interesse hebben: Google Streetview geeft een aardige indruk. Bovendien is het weer hier een stuk aangenamer dan in Nederland: voornamelijk zon in plaats van regen en storm, zelfs eind oktober kun je hier nog prima in een T-shirt rondlopen! Als je meetresultaten tegenvallen, is dat met een blik naar de palmbomen buiten toch een stuk minder vervelend. Als je ooit in de buurt van San Francisco komt en een halve dag over hebt: het is zeker de moeite waard om Stanford te bezoeken. Je zult niet eens opvallen tussen de busladingen toeristen die hier elke dag op de campus rondlopen.
Maarte Sebre masten Applie rstudengtts, d Phys ics Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar
[email protected].
Foto | Bart van Overbeeke
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl
8 | Student
30 oktober 2014
“Studeren voor Calculus, even zingen en weer door”
Kracht/en/veld Outdoor : All Terrain
Facts and figures Opgericht in: 1991 Beste prestatie: AT’ers Ulyana Tikhonova en Geert van den Burg hebben een 48-uurs adventure race in Rusland gelopen, de Red Fox, in een tijd van 47 uur 10 min en 5 seconden. Aantal leden: 55 Doel van dit jaar: eigen survivalrun organiseren. Bijzonderheid: alles! Trainers: Dimitry van Oort, Remi van der Vlies en Gar Oome. Training: woensdag 19:00-20:30 uur, verzamelen bij de klimconstructie tussen SSC en de tennisvelden. Maandagavond traint een selecte groep op mountainbikes. www.facebook.com/AllTerrainEindhoven
Wat dóen jullie en waarom doen jullie dat?
Wat is er leuk aan? Lidewij: “Je hoeft niet alleen een krachtpatser te zijn, heel veel kun je op techniek.” Guy Dubois, masterstudent IE&IS, zegt dat je wel sterk wordt van deze sport, maar dat je het bij aanvang nog niet hoeft te zijn. “Op je neusvleugels na gebruik je je hele lijf.”
Wat doe je liever niet? Guy heeft een hekel aan de kruiwagenloop bij de warming up. Mustafa Yener, masterstudent EE, slaat het rollen met een vrachtwagenband graag over en Tim Cornelissen (geen familie van Lidewij, ook masterstudent TN) haat een te lange apenhang. Lidewij baalt als ze een kilometer moet rennen met een boomstam op haar rug.
Wat is een apenhang? En leg ook de cat crawl, de budgie en de swing over even uit. Bij de apenhang kruip je hangend aan een touw. Als je armen daar te verzuurd van raken, zwaai of rol je boven op dat touw. “Dat vergt een stukje techniek”, zegt Tim, “maar dan heb je een mooie cat crawl gedaan.” Bij een budgie klimt de sporter aan een koord omhoog, wurmt zich over een balk en daalt dan weer af. Een swing over is net zoiets, maar dan is de balk vervangen door een touw. Deze vier onderdelen zitten altijd in een wedstrijd.
Wat is jullie grootste schrik? “Als we de Dommel in moeten”, roept Lidewij. Dat moeten AT’ers bij het trainen van het onderdeel ‘van dingen afspringen’. “Niks moet”, reageert Guy, “hoewel je wel wordt opgestookt om het te doen.”
Wat zit er in je tas als je gaat trainen?
Hello... world?
Comic | Elles Raaijmakers
Boulevard of Shownieuws zochten hem op het TU/e-terrein nog niet op, de roddelpersfotograaf postte nog niet achter een container. Ondanks zijn artiestenstatus kan Ralf Mackenbach dan ook prima over straat op de campus - sinds een paar weken zijn nieuwe thuis als eerstejaars student Technische Natuurkunde (TN). Maar: “Ik heb altijd in mijn achterhoofd dat ik herkend kan worden, dus ik beheers me wel”. Beroemd worden - nee, dat was nooit een wens of doel, benadrukt de negentienjarige. Zelf bestempelt hij zijn bekendheid als het ‘bijeffect’ van zijn deelname aan het AVRO Junior Songfestival en Junior Eurovisiesongfestival in 2009, die hij -net veertien jaar jong- beide won. Bovenal vond hij het, net als zijn twee oudere broers, leuk om te zingen, dansen en acteren. Voor zijn doorbraak met ‘Click Clack’ stond hij dan ook al regelmatig op de planken, onder meer in de musicals ‘Beauty and the Beast’ en ‘Tarzan’. Het Junior Songfestival was wel een keerpunt, erkent de zanger, die veel jonge meiden als fans heeft. “Je hoort vaak van mensen die meedoen aan een talentenjacht, die een jaartje werk hebben en van wie je daarna niets meer hoort. Maar wij zijn de afgelopen vijf jaar behoorlijk bezig gebleven.”
“We spelen buiten en doen alles waar je moe van wordt”, zegt Lidewij Cornelissen, masterstudente TN. Als ze trainen, lopen AT’ers over balken, rennen ze rondjes met zware bagage en hangen ze aan touwen en netten. Fietsers op het pad langs de Dommel zien op woensdagavond geregeld uitslovers uit het water klimmen. Lidewij: “We trainen voor twee soorten wedstrijden: adventure races en survival runs. In de eerste staat oriëntatie centraal, denk aan een speurtocht. Als wij zo’n race organiseren, doen we dat ten noorden van Woensel en duurt het acht à negen uur. Er zijn ook adventure races van vierentwintig uur of zelfs tweeënhalve dag - in Rusland. Bij een survival run leg je een parcours af van 7 tot 12 kilometer waarin veertig hindernissen zitten.”
Het belangrijkste is de kleding, de attributen liggen in het te krappe hok bij de apenkooi tussen tennisvelden en Dommel. We hebben het over twee kano’s, veel touwen, branders, zagen, bijlen, (een wedstrijdonderdeel is bijvoorbeeld houthakken) en klimspullen. Voor buitentraining lijkt de kleding op schaatskleding. Van lycra zodat er geen water aan blijft hangen. De broek is dik, zo goed als scheurvrij. Bij binnentraining (in de winter om de week) mag je in korte broek, maar doe alsjeblieft lange sokken aan om je enkels te beschermen bij het touwklimmen.
Student | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Tekst | Norbine Schalij Foto | Bart van Overbeeke
Het zal niet de enige keer zijn dat Ralf het over ‘wij’ heeft als het over zijn muzikale loopbaan gaat. ‘Ralf Mackenbach’ is een beetje een familiebedrijf - “en ik ben het product”, zegt hij lachend. Zijn moeder is zijn manager; agenda en beleid worden zoveel mogelijk in eigen huis bepaald. Zeker twintig uur per week is hij als artiest in touw, bovenal optredend als zanger en ‘bijklussend’ als acteur en inspreker van stemmen voor films en tv-series. Ook deed hij mee aan programma’s als ‘Sterren Dansen op het IJs’ en ‘Sterren Springen’. Klinkt, zeker voor een student, als een lucratieve bijbaan. “Het is een apárte bijbaan”, antwoordt Ralf met een diplomatieke grijns. “Maar wel heel leuk.”
“Ik wil alles van natuurkunde weten” Succesvol in de showbizz of niet; hij wist eigenlijk altijd al dat het slagen voor zijn vwo-examen afgelopen zomer -met de cameraploeg van RTL Boulevard als live getuige in de huiselijke achtertuinniet het einde van zijn schooltijd zou betekenen. Niets is voor eeuwig, zeker niet in de showbizz, beseft Ralf: “Ik vond het verstandig om sowieso een studie achter de hand te hebben”. Maar, zo benadrukt hij: “Ik wilde überhaupt heel graag studeren, gewoon vanuit interesse”.
Hij belandde eigenlijk direct in de technische hoek, “die vakken vond ik op de middelbare school al het leukst”. Bij Electrical Engineering en Biomedische Technologie, waar hij ook rondsnuffelde, kwam hij voor zijn gevoel maar matig aan zijn fysische trekken. “Ik wil niet alleen de elektrotechnische kant van de natuurkunde of alleen biofysica - ik wil het hele pakket, ik wil alles van natuurkunde weten”. Dat TN nou niet bepaald bekendstaat als opleiding ‘voor erbij’, beseft hij terdege. “Het is geen gemakkelijke studie.” Toch lijkt hij, nog geen twee maanden college bankervaring rijker en vooral nog bezig met de fysische basics, aardig overtuigd van zijn keuze. “Ik geniet er echt van om, met een boek van het eerste kwartiel bij de hand, bijvoorbeeld te kunnen berekenen hoe snel een emmer water leegloopt. Dat vind ik echt heel cool.” Waar zijn fascinatie voor de natuurkunde hem op termijn zou moeten brengen, weet Ralf nog niet, “dat is toekomstmuziek. Maar ik ben, denk ik, niet de persoon die drie jaar lang in een lab aan een bepaald vraagstuk kan werken. Ik denk dat bijvoorbeeld het bedrijfsleven qua werkdynamiek beter bij mij past”. Werk en studie blijken tot nu toe goed te combineren, zegt de eerstejaars. “Wat fijn is aan de universiteit, is dat je bijvoorbeeld niet bij elk college aanwezig hoeft te zijn. Dat geeft mij al meer vrijheid om alles te kunnen organiseren. En ik kan veel doen in de auto, onderweg naar optredens. Heel polair: studeren voor Calculus, even zingen en weer door.” Dat lukt goed, stelt hij, “maar ik moet wel prioriteiten stellen. Als ik word gevraagd voor een optreden voor een heel klein publiek, of iets dat relatief niet rendabel is, dan moet ik soms nee zeggen. Maar het omgekeerde geldt ook. Als het gaat om een groot optreden, op een belangrijke plek, waar veel pr aan verbonden is, zal ik misschien ja zeggen terwijl het qua studie misschien even wat minder goed uitkomt.” Veel mensen aan de faculteit weten inmiddels wel van zijn artiestenbestaan, zegt Ralf, “maar sommigen ook niet. Zolang mensen er niet naar vragen, begin ik er ook niet over; ik ga er niet mee te koop lopen. Maar de meesten die het
weten, vinden het wel tof wat ik doe”. Dat mensen hem kunnen herkennen, bijvoorbeeld tijdens een avondje stappen op Stratumseind met studiegenoten, vindt hij geen probleem. Wel is hij zich, zeker in het openbaar en in grotere gezelschappen, bewust van zijn status als BN’er - zo ook tijdens de Intro aan de TU/e. “Ik heb altijd in mijn achterhoofd dat ik herkend kan worden, dat is ook niet meer dan reëel. Dus ik beheers me wel.” Zijn nieuwe bestaan als student bevalt Ralf goed. Al woont de Brabander op nog geen kwartier van de TU/e, aan het begin van het nieuwe jaar hoopt hij op kamers te gaan. “Het hoort gewoon bij het studentenleven en ik voel ook wel de drang om op mezelf te gaan; om zelf dingen te leren en te doen.” Ook werd hij al lid van studenten-
vereniging Demos en de Zweef vliegclub Eindhovense Studenten. Eigenlijk had vooral schermvereni ging Hoc Habet zijn interesse, “maar daar schermen ze alleen met floret en degen, terwijl ik de tactiek van de sabel altijd het leukst heb gevonden”. Vooralsnog staan zijn verenigings lidmaatschappen trouwens op een laag pitje, “niet uit disrespect voor die verenigingen, maar ik kan gewoon niet alles tegelijk. In de eerste plaats wil ik goed kunnen presteren op school en op het podium”. In de muziek staan er voorlopig geen concrete grote projecten op stapel. Zijn nieuwste single -‘Ik wil avontuur’, bedoeld als titelsong voor een nieuwe tv-serie- is net uit, hiermee hoopt hij zijn carrière een iets volwassener wending te geven. “Ik wil doen wat ik het leukste vind,
“Het voelt soms net alsof ik middenin ‘The Big Bang Theory’ zit”
ik ben niet puur bezig met wat mijn fans willen. Ik word zelf ook volwassen en wil volwassener muziek maken.” Zelf luistert hij graag naar onder anderen John Mayer, Simon & Garfunkel en Kansas. Niet dat die sounds direct gaan terugkomen in zijn eigen muziek, “het is in de studio vaak een heel spontaan proces”. Ralf pakt er een stok speelkaarten bij; na het gesprek lonkt een afspraak in het Paviljoen met studiegenoten. “Als je hoort wat voor grapjes er dan worden gemaakt - ik voel me soms net alsof ik middenin ‘The Big Bang Theory’ zit. We zitten op hetzelfde level, dat vind ik erg leuk.”
Interview | Monique van de Ven Foto | Bart van Overbeeke
10 | Universiteitsberichten
MENS Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 30 oktober, 14:00 uur, CZ4: promotie T. Gobichettipalayam Manivasagam MSc (ST) Promotor: prof.dr. P.H.L. Notten Titel proefschrift: “Metastable Magnesium-based Hydrogen-storage Alloys” Donderdag 30 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. C. Obbink-Huizer (BMT) Promotoren: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens en prof.dr. C.V.C. Bouten Titel proefschrift: “Computational analysis of cell orientation in response to mechanical stimuli; implications for myocardial repair strategies” Donderdag 30 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie Z. Zhou MEng (TN) Promotor: prof.dr. A. Fiore Titel proefschrift: “Multi-photon detection with superconducting nanowires”
30 oktober 2014
Titel proefschrift: “Value Crafting Using Organizational Values for the Development of Sustainable Work Organizations”
In memoriam
Donderdag 6 november, 16:00 uur, CZ4: promotie J.E. Stumpel MSc (ST) Promotoren: prof.dr. A.P.H.J. Schenning en prof.dr. D.J. Broer Titel proefschrift: “Responsive polymer photonics”
John Carp Ik heb John Carp leren kennen toen John dicht bij zijn pensionering zat en ik aan het begin van mijn academische loopbaan stond. John Carp was de laatste medewerker van de Groep Ontwerp Methoden (GOM) van de faculteit Bouwkunde. Hij voelde zich sterk verantwoordelijk voor het overdragen van de kennis van architectonische ontwerpen die teruggaat tot de oprichting van onze faculteit. Ik heb veel van John geleerd en heb mogen ervaren dat hij ook nog in zijn nadagen uitstekend in staat was om de GOM-kennis te integreren met nieuwe CAD-technieken. John heeft als directeur van de Stichting Architecten Research (SAR) samen met veel tijdgenoten een belangrijke bijdrage geleverd aan de verwetenschappe lijking van het architectuuronderzoek en later ook van het onderwijs. Gebaseerd op het gedachtegoed
Donderdag 6 november, 16:00 uur, CZ5: promotie Dipl.Biochem. I.M. Tharun (BMT) Promotor: prof.dr.ir. L. Brunsveld Titel proefschrift: “Protein-protein interaction fine-tuning by estrogen receptor post-translational modification” Maandag 10 november, 16:00 uur, CZ4: promotie G. Arutinov MSc (W) Promotoren: prof.dr. A.H. Dietzel en prof.dr.ir. J.M.J. den Toonder Titel proefschrift: “Capillary Self-Assembly of Components for Systems-in-Foil”
Dinsdag 4 november, 16:00 uur, CZ4: promotie K.H. Hendriks MSc (ST) Promotor: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Diketopyrrolo pyrrole polymers for efficient organic solar cells”
Maandag 10 november, 16:00 uur, CZ5: promotie A.P. van der Meer MSc (W&I) Promotoren: prof.dr. M.G.J. van den Brand en prof.dr.ir. J.F. Groote Titel proefschrift: “Domain Specific Languages and their Type Systems”
Dinsdag 4 november, 16:00 uur, ZD: promotie S.S. Holloway MSc (IE & IS) Promotoren: prof.dr. E. Demerouti en prof.dr. A.G.L. Romme
Dinsdag 11 november, 14:00 uur, CZ4: promotie ir. P.J.F. Peters (ID) Promotoren: prof.dr.ir. L.M.G. Feijs en prof.dr. S. Bambang Oetomo
Titel proefschrift: “Baby simulator Design of a premature baby manikin” Dinsdag 11 november, 16:00 uur, CZ4: promotie J. Man MSc (ID) Promotoren: prof.dr.ir. A.C. Brombacher en prof. F. Ying PhD Titel proefschrift: “Design Teamwork in Distributed Intercultural Teams Competition, Collaboration, Cooperation” Woensdag 12 november, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. W.S.C. Roelofs (TN) Promotoren: prof.dr.ir. M. Kemerink
van John Habraken wist John de ontwerpprincipes als drager-inbouw en schaalniveaus te gebruiken om het ontwerpproces te structuren en te beheersen. Hij slaagde erin de academisch principes bruikbaar te maken voor concrete ontwerpopgaven en heeft daarmee ook een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het industrieel bouwen. Ik herinner mij John als een persoon die zeer persoonlijk betrokken was bij maatschappelijke ontwikkelingen en bij de faculteit Bouwkunde van de TU/e. De typische Eindhovense bouwkundig ingenieur is mede door John Carp vormgegeven; een sterke integratie van architectuur en techniek, gekoppeld aan een onderzoekende houding, zijn nog altijd de basisconcepten van onze faculteit. Met John Carp verliezen wij een oud-collega, waaraan veel personen binnen en buiten de faculteit warme herinneringen koesteren. Wij wensen zijn vrouw, kinderen en andere familieleden veel sterkte met het verwerken van het verlies. Bauke de Vries, namens het bestuur van de faculteit Bouwkunde
en prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Charge transport and light emission in organic field-effect transistors”
DIVERSEN Shell Bachelor Master prijs 2014 | Ding mee! Wil je 2.500 of 5000 euro winnen, in contact komen met het topmana gement van een multi-national en kans maken op media-aandacht voor jouw onderzoek? Ding dan met
Advertentie
jouw scriptie mee voor de Shell Bachelor Master Prijs 2014 op het gebied van innovatie en technologie. www.shell.nl/bachelormasterprijs Shell Bachelor Master Prize 2014 Do you want to win 2,500 or 5,000 euros, come into contact with the top management of a multi-national and a chance to win media attention for your research? Make a bid with your thesis for the Shell Bachelor Master Prize 2014 in the field of innovation and technology. www.shell.nl/bachelormasterprijs
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren
Bèta’s met ballen In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology. Illustratie | Sandor Paulus
Niet lang geleden hielden mijn vrouw en ik onze vier zoons tijdens het ontbijt een bekend raadseltje voor: Een vader en zijn zoon zijn betrokken bij een ongeluk. De vader is op slag dood en de zoon belandt in het ziekenhuis. In de operatiekamer aangekomen roept de chirurg: “Ik kan deze jongen niet opereren want hij is mijn zoon!”. Hoe kan dat? Eerste vraag van onze kinderen: was het een homo-stel? Antwoord: nee. Een stiefvader dan? Wederom: nee. Peinzende blikken volgden. Na enige stilte vroeg onze oudste zoon (ik verzin dit niet): misschien had de chirurg een transgenderoperatie ondergaan? Antwoord: neeeeee! De verontwaardiging bij mijn vrouw begon dreigende vormen aan te nemen alvorens onze kleine heren erachter waren dat de chirurg in kwestie de moeder van de gewonde zoon moest zijn geweest. Het is interessant dat de meesten van ons, wanneer we het woord ‘chirurg’ tegenkomen, meteen een man voor ons zien. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat lange tijd de meeste chirurgen ook daadwerkelijk mannen waren, maar dankzij die availability-bias (soms vertaald met beschikbaarheidsheuristiek of beschikbaarheidsvalkuil) van het menselijk geheugen, maken we automatisch ook de impliciete aanname dat vrouwen geen chirurg kunnen zijn. Het komt simpelweg niet in ons op. Tot op zekere hoogte is dit lot ook de bèta-vrouw beschoren. Recent onderzoek onder ruim 350.000 proefpersonen uit 66 landen, gepubliceerd in het Journal of Educational Psychology, laat zien dat mensen bij een bètawetenschapper automatisch aan een man denken. Zelfs in
How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
/ASML
/company/ASML
www.asml.com/careers
UR-podium
een land als Nederland, dat over het algemeen wel hoog scoort op seksegelijkheid, leeft dit stereotype idee. Het probleem hiermee is dat meisjes en vrouwen, wanneer ze een mogelijke bèta-carrière voor zich zien, allerlei impliciete weerstanden in hun omgeving én in zichzelf moeten overwinnen. Om als vrouw bèta te kiezen, heb je dus meer ballen nodig dan je mannelijke evenknie.
Bèta-vrouwen hebben meer ballen nodig dan mannelijke evenknie
Ondanks dat we ons op de TU/e flink inzetten om meisjes te enthousiasmeren voor een bèta-opleiding, en om een meer evenwichtige man-vrouwverhouding op de werkvloer te realiseren, maken we toch ook nog steeds makkelijk uitglijders. Recent voorbeeld: het voorlichtingsfilmpje ‘Wat is kennisvalorisatie?’ van het TU/e Innovation Lab. In een animatie over het naar de markt brengen van wetenschappelijke kennis tel ik iets meer dan 50 poppetjes -onderzoekers, managers, financiers, subsidiegevers, ondernemersallemaal mannetjes. Op één na dan - de secretaresse. Maar goed, misschien had zij net een transgender operatie achter de rug.
Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction
’t Zal me aan mijn fiets roesten
De promotor van onze rector zei ooit: “Water kun je indammen, fietsers niet”. Het is een probleem dat steeds vaker lijkt voor te komen op het campusterrein; fietsen die overal en nergens aan gebouwen, lantaarnpalen en hekken vastgeketend worden. Eigenlijk overal behalve waar ze hóren te staan: in de fietsenstallingen verspreid over de campus. Het probleem zit hem echter niet alleen in de capaciteit van de stallingen.
terrein aan de oostkant van het MetaForum is gaan kijken, zal dit kunnen bevestigen, terwijl het bijna stapelen is aan de andere kant van het MetaForum, bij de vijver. Hetzelfde probleem speelt zich af bij Vertigo waar ze dicht bij de ingang altijd overvol staan en de achterste haast verlaten zijn. Nog erger is het bij Helix, waar de stalling sinds kort zelfs verkleind is en uit zijn voegen barst van de hoeveelheid fietsen die erin staat.
Op diverse plaatsen op de campus staat een aantal verrassend lege fietsstallingen. Wie weleens bij het
Studenten blijken liever dicht bij hun gebouw, bovenop andere fietsen, te parkeren, dan honderd
meter verderop. Als reactie hierop worden de overtollige fietsen met een busje verplaatst en tussen MetaForum en Gemini gezet, zodat daar überhaupt nog wat fietsen staan. Dit zolang ze niet ergens met het equivalent van een scooterslot vastgeketend zijn. Niet de huidige capaciteit van diverse fietsenstallingen is het probleem, maar de locatie ervan. De redenatie hierachter is dat het nu een afstandje lopen is vanuit de diverse fietsenstallingen naar de ingang van gebouwen, waardoor deze minder worden gebruikt.
Degenen die wél goed geplaatst staan, ondervinden hierdoor juist een overbevolkingsprobleem. Vanuit het mobiliteitsplan van de universiteit worden medewerkers steeds meer gestimuleerd om met de fiets te gaan en de auto thuis te laten. Hierdoor zal dit probleem alleen nog maar erger worden en zullen meer mensen hier hinder door ondervinden. Door tactisch de lege stallingen te verplaatsen, of om te wisselen met parkeer plaatsen, zal de campus een fietsvriendelijker terrein kunnen worden.
Mark Fron en, Groep -één Foto | Bart van Overb eeke
12 | Focus
Tekst | Monique van de Ven Illustraties | MTD Landschapsarchitecten Foto’s | Bart van Overbeeke Maar liefst acht jaar eerder dan gepland startte de TU/e in 2012 “halsoverkop” met de aanleg van haar Groene Loper: het groene verblijfsgebied in het hart van de campus. Intussen staat de tweede en laatste fase voor de deur, waarvoor het hele gebied tussen Ceres en het nieuwe Flux op de schop gaat. In het voorjaar van 2015 moet de hele Groene Loper klaar zijn.
Het groene hart | De Groene Loper is ontworpen door het Bossche bureau MTD Landschapsarchitecten. Een groen verblijfsgebied in het hart van de campus, met vooral een goede doorstroming voor voetgangers en fietsers en onder andere ruimte voor multifunctionele buitenruimtes voor activiteiten en evenementen: dat is de Groene Loper in een notendop.
30 oktober 2014
TU/e rolt Groene Loper verder uit
Focus | 13
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Buitentheater | Het tweede deel
van de Groene Loper loopt van het gebouw Ceres (bij de schoorsteen naast MetaForum) tot aan Flux, het nieuwe onderkomen van de faculteiten Electrical Engineering en Technische Natuurkunde. Welke aannemer het project gaat uitvoeren, is nog onbekend; de aanbestedingsprocedure nadert afronding. Een in het oog springend onderdeel wordt het grote grasveld voor Gemini, dat gaat fungeren als verblijfsgebied en evenemententerrein. Eromheen komt een verhoging, vergelijkbaar met de betonnen treden op het plein bij MetaForum, waardoor een soort buitentheater ontstaat.
Flux in het groen | Het nieuwe gebouw Flux en de
Groene Loper zijn als projecten nauw met elkaar verbonden; fase 2 van de Groene Loper kon pas helemaal worden ingevuld toen de technische uitwerking van Flux op tafel lag. Er is daarom -net als bijvoorbeeld eerder bij MetaForumregelmatig afstemming geweest tussen de verschillende betrokken architectenbureaus. Voor de entree van Flux wordt straks hetzelfde materiaal gebruikt als waarvan de plateaus rondom de markthal bij MetaForum zijn gemaakt. Dit Chinese graniet is weliswaar allang besteld, maar komt sowieso niet voor januari 2015. Voor de toegang tot Flux worden daarom tijdelijk betonplaten gebruikt. “Er komt straks dus een moment dat we nog moeten werken aan de hoofdingang, terwijl het gebouw al in gebruik is.” Niet ideaal, erkent de projectleider, maar Flux houdt er straks volgens hem wel “een echte eyecatcher” aan over. Voor de ‘tribunetrap’ die straks in een hoek om het gebouw loopt, grenzend aan het terras bij de kantine, wordt gewerkt met hetzelfde beton als in de rest van de Groene Loper is toegepast. Zo komt er “een beetje eenduidigheid in de entreepartijen van de grote gebouwen rondom de Groene Loper”.
Fase 1 | In mei 2012 werd gestart met de aanleg van de eerste fase van de Groene Loper, het gebied tussen het Limbopad en het gebouw Ceres. Het beoogde groene middengebied van de campus stond eigenlijk pas op de planning ná project 4 (de renovatie van het Gemini-complex), pakweg in 2020 - maar het nieuwe MetaForum en vooral zijn ‘markthal’ bleken zo nadrukkelijk verweven met hun directe omgeving, dat de aanleg van de Groene Loper “halsoverkop” acht jaar eerder startte. “Bijvoorbeeld het hele verlichtingsconcept moest nog worden bedacht toen we de eerste straatstenen al uit de grond aan het pulken waren”, illustreert projectleider Boudewijn Elmans (Dienst Huisvesting).
Illustratie | Architectuurstudio HH
De voltooiing van Flux zorgt meteen voor wat onzekerheid in de tijdsplanning van het groene middengebied. Pas half november, als de aannemer het gebouw overdraagt aan de universiteit, kan bijvoorbeeld worden gestart met de eerste klus in de tweede fase van de Groene Loper: de aanleg van het looppad van Ceres naar Flux. “We starten in een lastige tijd”, waarschuwt Elmans, “we zijn erg afhankelijk van het weer”.
Het grootste deel van de eerste fase was begin september 2012 klaar, al namen de totale werkzaamheden uiteindelijk tot het voorjaar van 2013 in beslag. Puntjes op de i waren er ook later nog, zoals de nieuwe toplaag die onlangs werd aangebracht op de paden van de Groene Loper.
Wielen in het groen | Al zag de TU/e aanvankelijk liefst zo min mogelijk wielen op de Groene Loper; je kunt fietsers en automobilisten simpelweg niet zomaar buitensluiten of negeren, stelt Elmans. “Aanvankelijk dachten we bijvoorbeeld: mensen fietsen er maar omheen. Maar al doende blijken fietsers toch hun weg te vinden, op manieren die eigenlijk nog best goed werken ook.” Hij wijst onder andere op het lange pad tussen de vijver bij het Hoofdgebouw en Matrix, waarover ook tweewielers dankbaar hun meters maken. Verder is er een fietsersoversteekplaats over de Groene Loper bij Ceres en komt er straks een tweede oversteek bij Flux. Sowieso zijn verkeer en vooral parkeren volgens Elmans eigenlijk in elk Groene-Loperoverleg “hét onderwerp van gesprek”. Voor deel 2 van de Groene Loper worden bijvoorbeeld 105 autoparkeerplaatsen opgeofferd. Ook bij het Hoofdgebouw, dat vanaf 2015 wordt gerenoveerd, verdwijnen er 84. Rond Potentiaal, dat tot woontoren wordt verbouwd, en de beoogde nieuwe woontoren van Vestide vervallen nog eens 195 parkeerplekken. Dit verlies wordt tijdelijk gecompenseerd bij het gebouw Connector en met een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen op het Laplaceplein (samen +135) en aan de oostkant van de campus, nabij de weg De Horsten (+200). Met 136 nieuwe parkeerplaatsen bij Flux en nog eens 70 aan Het Kranenveld (waar vroeger De Hal stond) wordt ook in het deelgebied ‘de compacte campus’, centraal op het terrein, de parkeergelegenheid uitgebreid. Al met al gaat de TU/e uit van 2.225 plaatsen op de hele campus, waarmee ook op piekmomenten aan de parkeervraag wordt voldaan. Wie in de toekomst het betaald parkeren op de campus wil omzeilen, kan zijn auto stallen even buiten het terrein, aan de Celebeslaan. Over aankomende veranderingen rondom het fietsparkeren kon je deze week al uitgebreid lezen op cursor.tue.nl. Veel stallingen worden de komende maanden beveiligd; verder investeert de TU/e in betere fietsenrekken, met minder risico op beschadiging van de gestalde tweewielers. De grootste opofferingen qua fietsparkeerplekken vinden plaats bij het te renoveren Hoofdgebouw (min 450) en, vanwege het tweede deel van de Groene Loper, bij Gemini (min 710). Daar staat tegenover dat er flink wat plekken bijkomen bij onder meer Flux (1.600, zowel ondergronds als op maaiveldniveau), in de kelder van Traverse (200) en op de plek waar voorheen De Hal stond (400 plaatsen).
Wegwerk | Met de aanleg van deel 2 van de Groene Loper vervalt de weg De Wielen, die voor
deel 1 al half werd afgebroken. De klinkerbestrating -tussen Gemini en TNO- gaat er pas uit als een nieuwe ontsluitingsweg aan de zuidkant van de campus klaar is. Deze weg voert straks vanaf de ingang bij TNO, langs Helix af, richting Vertigo. De faculteit Scheikundige Technologie, bewoner van Helix, had aanvankelijk wat zorgen over deze nieuwe ontsluitingsroute in verband met enkele zware microscopen die worden gebruikt aan de zuidkant van het gebouw. Maar onderzoek heeft volgens Elmans aangetoond dat de weg hierin geen verstoringen gaat opleveren. Als de nieuwe weg en de parkeerplaats op Het Kranenveld klaar zijn, vervalt de tot nu toe gedoogde doorsteek voor auto’s tussen Vertigo en de vijver. Hier komen -waarschijnlijk begin 2015- paaltjes, waarna alleen de beveiliging, hulpdiensten en dergelijke nog kunnen oversteken.
Hóe groen? | In de eerste fase van de Groene Loper werden opgeteld 43 nieuwe bomen geplant, waaronder 12 robinia’s (voluit Robinia pseudoacacia ‘Semperflorens’) en 8 meerstammige zomereiken (Quercus robur). Verder werden onder meer 1.565 vierkante meter aan beukhaag, 18.500 hedera’s en 14.500 vierkante meter gras aangelegd. Ook voor deel 2 wordt het nodige groen aangerukt, waaronder 48 bomen (waarbij de zomereiken opnieuw in de meerderheid zijn), 12.700 stuks hedera (twee verschillende soorten), zo’n 1.300 vierkante meter aan beukenhaag en 12.700 vierkante meter gazon. De nieuwe bomen worden op z’n laatst in februari 2015 geplant, zo is de bedoeling.
14 | Mens
30 oktober 2014
Mens | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Bert Brouwers
De golfbaan kan lang wachten Foto | Bart van Overbeeke Hij heeft een hoofd vol wiskunde, maar is werktuigbouwer in hart en nieren. Prof.dr.ir. Bert Brouwers (64), vertrekkend hoogleraar Procestechnologie, wil nou eenmaal niet stranden in abstracties. En stoppen met werken wil hij evenmin. Zijn levenswerk op de markt brengen en altijd blijven leren, dat is het plan.
Een beetje suf gaan rondlopen op de golfbaan? Het idee alleen al! Daarvoor heeft Bert Brouwers het straks veel te druk. De hoogleraar Procestechnologie zit boordevol ideeën over de start-ups die hij gaat beginnen in zijn woonplaats Maastricht. Het is hoog tijd om de technologieën waaraan hij de afgelopen veertig jaar werkte op de markt te zetten. Het gaat om een methode om aardgas te zuiveren van vervui lingen zoals koolstofdioxide en waterstofsulfide. Dat gebeurt met de Rotational Particle Separator (RPS): een soort centrifuge waarin stoffen van elkaar worden gescheiden op grond van hun verschillende massa. Het geheim van de smid is dat het gasmengsel van tevoren sterk wordt afgekoeld, zodat er een faseverandering plaatsvindt: de koolstofdioxide wordt vloeibaar en vormt een mist van minuscule druppeltjes in het gasvormige methaan. Vervolgens gaat het mengsel de RPS in, een draaiende cilinder met honderden smalle kanaaltjes. De vloeibare koolstofdioxide slaat door de centrifugale krachten tegen de wand van de kanaaltjes en wordt afgevoerd. Het methaan stroomt verder. “Het is in feite een destillatieproces, maar dan honderd keer sneller”, vertelt Brouwers. “Het hele proces duurt maar een tiende van een seconde.”
“RPS is een echte ‘gamechanger’ in de procesindustrie” De RPS-technologie, die ook zonder faseverandering bruikbaar is voor het scheiden van deeltjes in gas of vloeistof, werd al toegepast in
luchtfilters van Philips. Maar er zijn veel meer toepassingen mogelijk, bijvoorbeeld het scheiden van olie en water op boorplatforms, of het reinigen van biogas. Ook het afvangen van broeikasgassen bij kolencentrales, raffinaderijen en cementfabrieken kan met deze technologie veel sneller en voordeliger gebeuren. “Het is een echte ‘game changer’ in de procesindustrie”, zegt Brouwers enthousiast. Zijn expertise op het gebied van centrifuges stamt uit de jaren zeventig, toen hij voor Urenco de interne stromingen in de ultracentrifuge modelleerde op grond van wiskundige analyses. Daarover was nog weinig bekend, terwijl die kennis voor de balans van het apparaat essentieel is. Zijn werk leidde tot een optima lisatieformule die Urenco toepaste bij de ontwikkeling van ultracentrifuges, zoals we die vandaag de dag kennen. Het resulteerde bovendien in een proefschrift. “Ik ben daar flink aan mijn trekken gekomen”, zegt Brouwers. “Door wiskundige formules te kraken, heb ik natuurkundige wetten kunnen toepassen op een technologie.” Het is Brouwers ten voeten uit, want wis- en natuurkunde vormen zijn grootste passie. Al tijdens zijn studie presteerde hij zo goed in die vakken, dat docenten hem vroegen om over te stappen. Toch heeft hij dat nooit overwogen. “Ik wil niet stranden in abstracties. Ik ben enorm wiskundig ingesteld, maar voor mij is de wiskunde een slagvaardig middel om tot toepas singen te komen. Mijn intuïtieve keuze voor de werktuigbouwkunde was dus de juiste.” Zijn studie naar de interne stromingen van de ultracentrifuge leidden niet linea recta tot het idee voor de
RPS. Pas in de jaren tachtig, toen Brouwers inmiddels aan de TU Twente werkte als hoogleraar Thermal Engineering, ontwikkelde en patenteerde hij deze technologie. Wel had Brouwers al in de jaren zeventig gesprekken over fase scheiding gevoerd met Joop Los, indertijd vice-directeur van het onderzoeksinstituut AMOLF. Deze had sterke vermoedens dat moleculaire scheiding in de ultracentrifuge op grond van faseverandering mogelijk moest zijn. “Ik denk vaak terug aan die tijd”, vertelt Brouwers. “Joop heeft me meerdere keren gezegd om daar eens over na te denken, maar ik was daar toen niet in geïnteresseerd. Ik had er geen ruimte voor in mijn hoofd. Joop is nu dood, maar ik zou graag nog eens met hem praten en hem vertellen dat zijn gevoelsmatige idee klopte.”
Wiskundig kluiven op boorplatforms Voordat hij in Twente terechtkwam, werkte Brouwers zeven jaar bij Shell. Hij beschreef er de dynamica van boorplatforms op zee, die voortdurend door golven worden belast. Weer een wiskundige kluif dus, maar dan op het gebied van stochastische processen. Turbu lentie, in de woorden van de Nobelprijswinnaar Richard Feynmann ‘het laatste onopgeloste probleem van de klassieke natuurkunde’, wist Brouwers te tackelen door een bestaande theorie van Kolmogorov uit te breiden. Dat klinkt nogal hoogdravend. “Och, ik heb vooral wetenschappe lijke basis gegeven aan empirische modellen”, zegt de hoogleraar schouderophalend. “Weet je, in de
procesindustrie heb je vaak te maken met turbulentie. Daar zijn allerlei programma’s voor, maar die zijn grotendeels gebaseerd op empirische verbanden. Met mijn op elementaire natuurkunde gestoelde modellen kunnen die programma’s worden verbeterd.” Het is de geschiedenis van de wetenschap in een notendop: eerst uitproberen wat werkt, dan pas zoeken naar de theoretische basis. “Theorie en empirie hebben elkaar altijd beïnvloed”, zegt de hoogleraar geestdriftig. “Veel technische ontwikkelingen gebeuren door trial and error, vallen en opstaan. En vaak worden grote stappen in de natuurkunde gezet naar aanleiding van technische ontwikkelingen. Mensen zijn eerst gaan proberen om vliegtuigen te maken, pas daarna ontstond de aerodynamica.” Zijn tijd bij Shell was niet alleen wetenschappelijk gezien stimulerend. Brouwers kreeg er de mogelijkheid door te stromen naar meer verantwoordelijke functies. Hij werd staflid, verantwoordelijk voor de economische evaluatie van investe ringen in het Engelse gedeelte van de Noordzee. Hij was eigenlijk van plan de wereld over te reizen en carrière te maken bij Shell, toen hij onverwacht een telefoontje uit Twente kreeg: of hij wellicht geïnteresseerd was in een leerstoel. Hoewel hij nooit van plan was om het bedrijfsleven voor langere tijd te verlaten, heeft hij zijn zucht naar kennis en de toepassing daarvan sindsdien als hoogleraar bevredigd - vanaf 1998 in Eindhoven. “Ik had nooit verwacht zo lang te blijven”, vertelt hij. “Nee, ik ga het niet missen hier. Op een gegeven moment vlakt je leercurve af en is het tijd om een nieuwe uitdaging aan te gaan.” Over de vooruitzichten van zijn bedrijf is hij optimistisch.
Enexis gaat de RPS-technologie met faseverandering gebruiken om gecondenseerde aardgascomponenten uit gasleidingen te verwijderen. Er zijn plannen om biogas te reinigen en om te zetten naar LNG (liquified natural gas) en ook buitenlandse bedrijven uit onder meer de VS en Maleisië willen zijn technologie gaan uitproberen. Die golfbaan kan dus lang op hem wachten. “De vorige zomer zat ik met mijn dochter op een terras op Times Square in New York”, zegt Brouwers. “Terwijl ik een biertje dronk, zag ik een reclamebord van een verzeke ringsmaatschappij. De boodschap: als je met pensioen gaat, bestaat de kans dat je nog maar halverwege je werkzame leven bent. Hopelijk gaat dat voor mij op, want mijn werk is mijn hobby. Zolang ik kan en er lol in heb, ga ik ermee door.”
Interview | Enith Vlooswijk Foto | Bart van Overbeeke Brouwers houdt op vrijdag 31 oktober 2014 zijn afscheidsrede, om 16.00 uur in de Blauwe Zaal van het Auditorium.
16 | Onderzoek
30 oktober 2014
Barrie de betere bacterie Komend weekend vindt in Boston de ‘Giant Jamboree’ plaats van iGEM, een jaarlijkse studentencompetitie voor synthetische biologie. Ook de veertien leden van het iGEM-team van de TU/e zijn daar present. Het team maakte een speciaal ‘jasje’ voor E. coli, waarmee deze bacterie beter kan overleven -en zich nuttig makenin een industriële omgeving of het menselijk lichaam. En ondertussen brachten ze ook nog een kinderboek uit. Bacteriën hebben een slechte reputatie. Onterecht, vinden de leden van het iGEM-team van de TU/e. Met een beetje hulp kunnen bacteriën namelijk de meest fantastische dingen voor ons doen. En daar willen ze aan bijdragen met hun iGEM-project. iGEM staat voor ‘International Genetically Engineered Machine’ en is een competitie waarin studenten worden uitgedaagd om eencellige organismen (zoals bacteriën) van nieuwe, nuttige eigenschappen te voorzien met gebruikmaking van de nieuwste technieken uit de synthetische biologie. Dit jaar doen 245 studententeams mee uit de hele wereld. Op initiatief van het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS) doet de TU/e dit jaar voor de derde keer mee aan iGEM. “Het eerste team heeft een soort led-scherm gemaakt van licht gevende gistcellen”, vertelt Anke Boschman ‘hoofd lab’ van het huidige team. “En vorig jaar hebben ze een bacterie ontworpen die in het menselijk lichaam op zoek gaat naar een tumor om daar een eiwit af te geven dat voor contrast zorgt op een MRI-scan.”
Een coating kan de bacterie bestand maken tegen een vijandelijke omgeving. Maar iGEM blijft een studenten competitie: verder dan aantonen dat hun idee in principe werkt, komen de teams in het algemeen niet. Je kunt bijvoorbeeld niet zomaar bacteriën in het menselijk
lichaam brengen, omdat die daar een immuunrespons opwekken met als gevolg vervelende ziekteverschijnselen en/of het voortijdig einde van de goedbedoelende bacteriën. Het huidige iGEM-team heeft voor dat laatste probleem een oplossing gezocht, vertelt Boschman. “Het is natuurlijk zonde als je zo’n mooi idee als van vorig jaar niet in de praktijk kunt toepassen omdat de bacteriën niet overleven. Daarom hebben wij besloten om te kijken of we een coating konden maken die de bacterie bestand maakt tegen een vijandelijke omgeving.” Hoewel ze in eerste instantie een coating wilden ontwikkelen die E. coli onzichtbaar zou maken voor de het menselijk immuunsysteem (een ‘stealthbacterie’), werd al snel gekozen voor een wat bredere aanpak, vertelt ‘hoofd modeleren’ Glenn Cremers. “Bacteriën en het menselijk lichaam, dat blijft moeilijk. We hebben daarom toch gekozen voor een algemene methode om moleculen op het buitenmembraan (de ‘huid’, red.) van de bacterie aan te brengen.” Het resultaat is een soort ‘universeel kliksysteem’, dat het in principe mogelijk maakt om allerlei soorten moleculen aan een bacterie vast te maken. Het is een soort eiwitjasje voorzien van haakjes waaraan functionele moleculen zich kunnen hechten. De gedachte is dat je voor allerlei specifieke toepassingen verschillende moleculen eenvoudig aan dit jasje kunt vastmaken bijvoorbeeld het stealth-jasje voor in het menselijk lichaam of een laagje katalysatoren voor in biochemische reactors. “Je kunt stellen dat we hiermee de eerste stap hebben gezet naar het maken van een functionele coating”, zegt Boschman. Het is volgens haar aan anderen, binnen of buiten de TU/e, om hierop voort te borduren.
Hoewel de gebruikte klikchemie niet nieuw is, en ook het idee van een gecoate bacterie niet, is de
De bacteriën krijgen een eiwitjasje met haakjes voor moleculen combinatie van beide dat wel. Volgens begeleider dr.ir. Tom de Greef kan het iGEM-project dan ook tot een mooie wetenschappelijke publicatie leiden. “We hebben al plannen om met dat doel nog een paar bachelor-eindprojecten aan dit idee te besteden.” Hij spreekt met bewondering over de inzet van de teamleden. “Ze zijn er echt helemaal ingedoken en hebben werk afgeleverd dat je van een vijfdejaars student mag verwachten,
terwijl ze als tweedejaars student zijn begonnen en nog geen enkele lab-ervaring hadden.” Hij vindt het alleen jammer dat de samenstelling van het team, met alleen studenten van de faculteit Biomedische Technologie, wat eenzijdig was. “Het zou mooi zijn als we volgend jaar ook studenten van andere faculteiten in het team hebben, net als de concurrentie.” En als dit idee binnen de TU/e geen succesvol vervolg krijgt, dan gebeurt dat volgend jaar wellicht wel bij iGEM; toekomstige deelnemers kunnen namelijk gebruikmaken van drie eiwitten (twee membraan eiwitten en een enzym) die het TU/e-team hebben gemaakt. Deze zogeheten ‘BioBricks’ worden opgenomen in de biologische gereedschapskist waaruit alle iGEM-teams onderdelen kunnen bestellen.
Sluitstuk
In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar
[email protected].
Tekst | Tom Jeltes Foto’s | Bart van Overbeeke
Marijn Grootjans. Foto | Rien Meulman
Verhelderende voetbalplaatjes gaan wereldwijd Voetbalfan, middenvelder en masterstudent W&I Marijn Grootjans klopte voor zijn afstudeerproject aan bij Infostrada Sports, een bedrijf gespecialiseerd in sportstatistieken. Uit de berg voetbaldata die zij genereren wilde hij graag een mooi ‘plaatje’ maken dat de kern van een wedstrijd in een oogopslag weergeeft. Zijn model ‘de Wave’ ging uiteindelijk tijdens het afgelopen WK de hele wereld over. Er wordt tijdens en vooral na een grote voetbalwedstrijd heel wat geanalyseerd en gediscussieerd. Maar vaak zegt een beeld meer dan de spreekwoordelijke duizend woorden. En om dat beeld draaide het afstudeerproject van Marijn Grootjans: hoe kun je op elk willekeurig moment van een voetbalwedstrijd meteen zien wie het bovenliggende team is? Het idee lijkt simpel, de resulterende grafieken zien er strak en helder uit. Maar dat er achter zo’n plaatje heel wat rekenwerk en al snel zo’n duizenden programmeerregels zitten, weten maar weinigen, zegt Marijn. “Er gebeurt tijdens een wedstrijd van alles op het veld, gemiddeld ongeveer honderd vijftig events. Dat zijn doelpunten, schoten en corners, maar ook buitenspel of het geven van een rode of gele kaart. Per event heb ik eerst gekeken hoe zwaar deze moest meetellen om zo goed mogelijk de ervaring van de toeschouwer te benaderen. Want hoewel je er zelf heel nuchter tegenaan moet kijken als je aan het rekenen bent, komen er tijdens een potje voetbal heel wat emoties los. Die moet je niet onderschatten.”
Barrie de niet-zo-boze bacterie
Naast de vele uurtjes achter de computer praatte Marijn ook met voetbal(analyse)experts, dankzij het uitgebreide netwerk van Infostrada Sports. “Het is enorm complex om een gehele voetbalwedstrijd op de juiste manier in een grafiek te stoppen. Hoe moeten we de events benaderen, welke statistieken geven aan welk team de meeste aanvalsdrift heeft, en wat reflecteert de wedstrijd het best - goals of alle schoten? En er moest ondertussen flink doorgewerkt worden. Ik startte in februari, maar had al snel het WK in juni als harde deadline.”
Dat bleek een kolfje naar de hand van teamlid Minke Nijenhuis. In samenspraak met een basisschoolleraar bedacht zij een kinderboek voor de leeftijdscategorie 6-10 jaar, waarin spelenderwijs wordt uitgelegd dat niet alle bacteriën slecht zijn, en over welke superkrachten ze kunnen beschikken dankzij de synthetische biologie.
Zijn noeste arbeid werd beloond. Tijdens het WK lanceerde Infostrada Sports ‘de Wave’, naar het model van Marijn. De kleurige golvende grafieken zijn ondertussen populair bij diverse internationale media en worden door veel voetballiefhebbers via Twitter gedeeld. “De Wave geeft zeker nieuwe inzichten in een voetbalwedstrijd, het is voor diverse media een toegevoegde waarde bij een analyse tijdens de rust of na de wedstrijd. Toch zijn er nog wel wat verbeterpunten. Zo wegen bijvoorbeeld alle doelpunten even zwaar, terwijl het laten meetellen van het aantal nog te spelen minuten en de stand op dat moment een realistischer beeld zouden geven. En het zou handig zijn direct te kunnen zien welke events aan een grafiek-piek hebben bijgedragen. Dat geeft ook een coach extra mogelijkheden, zeker als we een live versie kunnen realiseren. Heeft een speler al een aantal ‘grote’ kansen verprutst - dan is het tijd voor een wissel. Heel duidelijk toch?”
Glenn Cremers en Anke Boschman van iGEM-team Eindhoven.
Hoe geef je een bacterie een eiwitjasje?
De iGEM-teams worden niet alleen beoordeeld op wat ze in het lab gemaakt hebben (en gepresenteerd op hun website). Ze moeten ook laten zien dat ze hebben bijgedragen aan het maatschappelijk begrip van het vakgebied: de synthetische biologie.
Bacteriën zijn een soort biologische minifabriekjes. Als je een bacterie de goede instructies geeft, gaat hij zelf de juiste eiwitten produceren. Als deze herkenbaar zijn als membraaneiwit, zorgt de interne infrastructuur van de bacterie er ook voor dat die op hun plek op de ‘huid’ van de bacterie terechtkomen. De instructies komen van een stukje DNA (dat de blauwdruk voor het eiwit vormt). Dergelijke stukjes DNA zijn de ‘BioBricks’ die de iGEM-teams kunnen bestellen bij de organisatie, vertelt Glenn Cremers. “Ze hebben in Boston een grote vriezer met buisjes vol met verschillende stukjes DNA. Die kun je op laten sturen. Vervolgens moet je dat stukje DNA inbouwen in een plasmide.” Een plasmide is een ringvormig stuk DNA. Met behulp van enzymen (eiwitten die stukken DNA kunnen losknippen en vastplakken), kun je het geleverde stukje DNA invoegen in de DNA-ring. “Ook die enzymen kun je gewoon bestellen”, zegt Cremers. “Binnen twee dagen heb je ze in huis.” De volgende stap is om deze geprepareerde plasmide op te laten nemen in de bacterie. “Als je de bacteriën kort opwarmt, wordt het celmembraan doorlaatbaar; zo hebben wij de plasmide in de bacterie gekregen”, legt Anke Boschman uit. De bacterie gebruikt die genetische informatie vervolgens om het gewenste membraaneiwit te produceren. Met een slimme truc zorgt het iGEM-team ervoor dat een speciaal aminozuur (roze in de afbeelding) in het eiwit wordt opgenomen. Alle moleculen die zijn voorzien van het juiste moleculaire ‘haakje’, kunnen zich via dit aminozuur hechten aan het oppervlak van de bacterie.
Onderzoek | 17
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Het boek gaat over Tim, het zoontje van een synthetisch bioloog, die op een dag het laboratorium van zijn vader binnengaat, en daar wordt verkleind tot het formaat van een bacterie. Hij ontmoet daar Barrie de Bacterie, die hem meeneemt op reis naar Petri-stad.
Oppervlak van de bacterie E. coli, voorzien van membraaneiwit met ‘kliksysteem’. Het roze bolletje is het ingebouwde aminozuur waaraan naar keuze functionele moleculen kunnen worden vastgeklikt. Illustratie | Animatiestudio ICMS
Nijenhuis maakte de illustraties in Photoshop en schreef ook de bijbehorende tekst op rijm. Het boek is in eigen beheer uitgegeven (er zijn zestig exemplaren van de Nederlandse versie gedrukt, en veertig van de Engelse - zodat de jury in Boston het boek ook kan lezen).
Naast de Wave-grafiek bedacht Marijn in de laatste weken van zijn stage ook nog een manier om schoten in beeld te brengen, zodat de efficiëntie van een individuele speler snel zichtbaar is. En hij heeft nog veel meer ideeën aangedragen om Infrostrada Sports te laten zien hoeveel nuttige informatie er uit de gigantische berg voetbaldata gehaald kan worden. Niet in een lange tabel, maar liever een fraaie grafiek. Nu maar hopen -het is nog even afwachten, gepraat over een vervolg wordt er wel- dat Marijn ook daadwerkelijk met al die nieuwe grafieken aan de slag kan gaan. Tekst | Nicole Testerink
18 | Onderzoek
30 oktober 2014
4 brandende vragen
Jelle Stumpel | Scheikundige Technologie
Slimme coatings
Onderzoek | 19
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Nilles Vrijsen | Electrical Engineering
Snelle en nauwkeurige elektromotoren 1 | cover
1
De witte S-vorm is een contour van een gemeten magnetische hysterese-curve van een magnetisch materiaal (SiFe). Als er met een spoel een magnetisch veld wordt aangebracht in zo’n materiaal is de resulterende magnetische fluxdichtheid erg niet-lineair (niet evenredig met het magnetisch veld, red.). De blauwe waaier is een verdraaiing van het origineel.
we op n e i z Wat er van v o c de hrift? c s f e je pro
2 | feestjes Veel elektromotoren bevatten ijzer om een hoge krachtdichtheid te behalen zodat productie systemen, bijvoorbeeld in de automatisering, snel en dus goedkoop kunnen produceren. Voor systemen voor halfgeleiderlithografie moeten deze motoren ook nog met een zeer hoge positienauwkeurigheid (sub-nanometer) worden aangestuurd. Hiervoor is het essentieel dat ook de niet-lineaire eigenschappen van het magnetisch materiaal in de actuator volledig bekend zijn en gemodelleerd worden. Dit is nodig om de kracht van de actuator goed genoeg te kunnen voorspellen over het volledige krachtbereik.
3 | onmisbaar
2
De voor mij essentiële meetinstrumenten waren een hystograaf (om velden in magnetische materialen te meten, beschikbaar in het EPE-lab), een load-cell (om dynamisch de kracht van actuatoren te meten, met dank aan Heidenhain) en een ‘test rig’ (om de kracht van een actuator met een hoge nauwkeurigheid te meten, met dank aan ASML).
Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at?
4 | samenleving
1 | cover
3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek?
Op de kaft is een microscoopopname weergegeven van een polymere coating die licht-reflecterende en transparante gebiedjes bevat. De kleureffecten zijn het gevolg van de moleculaire orde in het materiaal en het gebruik van polarisatiefilters.
eft
e Wat h
ing
lev men
de sa
uw aan jo
werk?
Meestal vertel ik dat ik bezig ben met het maken van materialen die op reversibele wijze reageren op invloeden van buitenaf. Bijvoorbeeld materialen die van oppervlaktestructuur (ruwheid) veranderen onder invloed van licht. Een ander voorbeeld is een polymere deklaag die van kleur verandert onder invloed van veranderingen in de luchtvochtigheid of aanwezigheid van een bepaalde component. Dit soort materialen kan gebruikt worden als een optische sensor die met het blote oog afgelezen kan worden.
Nagenoeg alle gebruikte polymere materialen zijn gemaakt met behulp van een ultravioletbron met een hoge intensiteit. Belichting van een reactief mengsel van verschillende monomeren met deze lamp leidt tot de vorming van radicalen, die een polymerisatieproces starten. Door de lichtintensi teit te variëren en maskers te gebruiken kunnen meer complexe gestructureerde coatings worden verkregen.
4 | samenleving
(Onder redactie van Tom Jeltes) Foto’s | Bart van Overbeeke
Koen Hendriks | Scheikundige Technologie
Polymeerkettingen voor zonnecellen
2 | feestjes
3 | onmisbaar
4
Met positioneersystemen met een grotere krachtdichtheid kan de semiconductor-industrie goedkoper computerchips produceren. Als bovendien de positienauwkeurigheid wordt verbeterd, kunnen we ook betere elektrische apparaten, zoals smartphones en tablets, maken.
Responsieve polymere materialen kunnen voor verschillende doeleinden gebruikt worden. Onder meer voor ramen die zichzelf schoonmaken als gevolg van veranderingen in de oppervlaktestructuur, of voor optische sensoren die bijvoorbeeld in de verpakkingsindustrie gebruikt kunnen worden.
1 | cover Je ziet de chemische structuurformules van verschillende polymeren die ik gemaakt en bestudeerd heb in organische zonnecellen.
2 | feestjes Mijn onderzoek heeft als doel de relatie tussen de fysische eigenschappen van de polymeren en de prestatie in zonnecellen beter te begrijpen. Hiervoor gebruik ik vaak de analogie tussen een polymeerketen en een kralenketting. De polymeren bestaan uit alternerende elektron-rijke en elektron-arme chemische groepen, dit kun je zien als alternerende kleuren in een kralenketting. Door verschillende kleuren te gebruiken kunnen de eigenschappen, zoals lichtabsorptie, veranderd worden. Als je de kettingen dan ook nog eens zo lang mogelijk maakt en zonder defecten, dan hebben de zonnecellen een relatief goede efficiëntie voor het omzetten van licht in elektriciteit.
3 | onmisbaar Het onderzoek is zeer multidisciplinair, het gaat van organische chemie tot chromatografie tot halfgeleiderfysica. Dus je hebt alle analysetechnieken, apparaten en vooral personen hard nodig. Mis je er enkele, dan kun je het onderzoek niet goed doen.
4 | samenleving Dit soort materialen kunnen toepassingen vinden in flexibele zonnecellen, en zijn met name geschikt voor semitransparante zonnecellen die bijvoorbeeld op ramen geplakt kunnen worden.
5
People | 21
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Biweekly magazine of the Eindhoven University of Technology
30 October 2014 | year 57
For the latest news: www.cursor.tue.nl/en and follow @TUeCursor_news on
and tuecursor on
Frank Baaijens new Rector Magnificus of TU/e
TU/e best Dutch university of technology for the eleventh time in a row
29 October 2014 - The Supervisory Board of TU/e has appointed prof.dr.ir. Frank Baaijens (1958) as Rector Magnificus. With effect from 1 May 2015 he will be the successor to prof.dr.ir. Hans van Duijn, who leaves TU/e at the annual Dies Natalis celebration on 30 April. Baaijens is currently Vice-Dean of the Department of Biomedical Engineering (BMT), associate scientific director of the Institute for Complex Molecular Systems (ICMS), interim director of the TU/e strategic area Health and scientific director of BMM. He is also professor of Soft Tissue Biomechanics and Tissue Engineering at BMT. The new Rector comes from within TU/e’s own ranks. He studied and gained his PhD in the Department of Mechanical Engineering.
28 October 2014 - TU Eindhoven has been hailed by the Keuzegids Universiteiten 2015 (guide to universities) as the best university of technology in the Netherlands for the eleventh time in a row. In the overall ranking of Dutch universities, TU/e has also risen one place to third, behind the Open University and Wageningen WUR. Moreover, all of the Eindhoven studies score highest in their category. The Keuzegids bases its findings predominantly of the students’ assessment of the education. Educational innovation in recent years at TU/e is bearing fruit. This is the conclusion the Keuzegids 2015 came to. All eleven TU/e Bachelor study programs scored highest in their category. Six studies have even been classified as a ‘top study’: Biomedical Engineering, Innovation Sciences, Chemical Engineering, Computer Science & Engineering, Applied Physics and Applied Mathematics. According to the guide, ‘TU/e leaves the other two TU’s far behind (11th and 12th in the general ranking) and puts the university among the best in the Netherlands.’
Everyone at to secured b TU/e access icycle parkin 27 October 20 g 14 - From Nove m
And how are things in Davis? More and more TU/e students go abroad for their studies to follow courses, internships or a doctorate path. What is it like to find your way in a new country? Students tell their stories.
Everybody has their dreams. My dream was to visit ‘the land of the free, and the home of the brave’. This year my dream to go to North America finally came true. It was even better than I had expected, here in Davis in northern California. I travelled to Davis to develop an energy management strategy for a hybrid motorcycle equipped with a hydrogen fuel cell. Long story short: super fancy stuff. I always thought Americans were petrol-burning cowboys, but that turns out to apply to the Texans only. Americans, or I should say ‘Californians’, are rather environmentally and health conscious people. That is also why a lot of people go for a run during evening hours. Something I also took up. The people around here are very friendly, helpful, and easygoing. Davis is a nice place to hang out and its location is also pretty great, as it’s located in between several big national parks, including Yosemite, Point Reyes, and Lake Tahoe. During weekends I am mainly exploring all the beautiful things California has to offer. And I do so the American way: I rented a Harley and drove to Napa Valley, renowned for its good wine, which is said to be even better than French wine. And after the Harley adventure I couldn’t very well pass up a trip in a Ford truck. Sadly, all good things must come to an end, and so does ‘Frans does America’. Luckily we have a stopover in Chicago before going home again.
22 October - Soon, research funded by NWO must be freely accessible for everyone immediately after publication, following the principle of open access. That means researchers with, say, a Veni, Vidi, or Vici Grant will no longer be free to publish their article in a journal of their preference. Researchers who still want to publish their article in a renowned journal that doesn’t adhere to open access are free to do so in theory, says NWO. They do have to publish their final author version of the article (not edited by the publisher, yet reviewed) in a public database immediately. The problem, however, is that approximately half of the journals doesn’t allow that, says Merle Rodenburg, Specialist Scientific Information of the Information Expertise Center (IEC) at TU/e. “Journals often have an embargo period. Nature, for example, doesn’t allow publication in a public database until six months after the article appears in one of their issues.”
Life after TU/e
A few hits: Educational curriculums in the Bachelor College (BC) and Graduate School (GS) will get an innovative (through blended learning) and international (in developing the International Classroom) character. More and more bachelor programs will be offered in English to attract more international undergraduates helping meet TU/e-ambitions by 2020. All TU/e students and staff will be trained if necessary in communicating in good oral and written English as the lingua franca we all share on campus, and the internationals will get the opportunity to learn (some) Dutch language & culture to be able to really ‘leven’ in NL, opposed to
Maybe food for a next column, as these two areas serve as indicators for the degree of integration between the various groups of our community. Want to experience the hard core of the onion? Stay tuned for more!
Vi advisor in ncent Merk, ternationa l commun ity
Fra Studnens Verbrugg t ech en, EnginM eerinagnical
What do you do now? I’ve been working at FEI Company for almost eight years now, and I’m currently a software project leader. I have always been passionate about making software, even though now I am looking at it from a different perspective. I enjoy my work: I’m in a challenging, highly technical, multi-disciplinary, multi-cultural environm ent. That is exactly what you learn about and practice at OOTI. I was never driven by ‘where I want to be’, but rather by ‘what I want to do’, what feels good at a given moment . And it still feels good. Was it difficult to find a job? No. Actually, I think I have been extremely lucky in that respect. I graduat ed in a time of economic recession, but nevertheless after my first interview I was offered the job. And immediately after that I got a second job offer, so I was spoilt for choice. In both cases, the fact that I was an OOTI graduate was an important advanta ge. When I noticed my first job was not providing me with enough learning experien ce, I decided to start searching for a next suitable employee. Again I was met with ‘bad luck’: I didn’t get a chance to search properly, as the first company I had an interview offered me a job, and that’s the company I still work at today.
only ‘overleven’ (with only English). But it goes further than language only. Topics like intercultural awareness & communication also need to be part of regular educational programs in the BC and GS, see Hussein’s story above. Going further, we also want to create a broader basis for mutual understanding where knowledge of differences and an attitude of respect and acceptance (and even appreciation!) of our diversity exist and help develop and apply best practices in dealing with one another. Two areas probably need special attention: study associations and the various bodies and councils within TU/e. There is a growing sense of community in the former, as I experienced dealing recently with the organizers of the Career Events. Although they may appear rather traditional in their advertising that free beer for their Kick-off borrel (see column of Sept. 29), they also want to join the intercultural dance parties around TU/e-campus. Yes, it takes 2 to tango! On the other hand, some councils may wake up having newly elected internationals on board. Let’s see what happens at the coming elections.
a hike.
Name: Claudia Peter Place of Birth: Romania Date of Birth: 19 August, 1977 At TU/e: February 2002 - August 2004: OOTI - Master of Technological Design program for Software Technology. Current position: Software project leader at FEI company in the Netherla nds
Leven vs overleven at TU/e and beyond
You may remember that two weeks ago Hussein went home to take his shower after sports, not being able to reconcile values like privacy and intimacy, but only compromising about them. Well, he did get back on time, though for his Professional Skills training offered by STU. These are hands-on sessions programmed either as independent units or embedded in bachelor or master courses. They form one of the many ways to help the many Husseins (and Jantjes) integrate into our community and also serve as examples for the next layer (after the physical environment/ infrastructure on campus) of the onion we started to peel: education and communication aspects.
shirt) during
Read more stories online: www.cursor.tue.nl/en
More news on www.cursor.tue.nl/en
Clmn
ggen (in oran ge
Would you also like to write an article about your time abroad? Please send an email to
[email protected].
NWO: direct access to articles compulsory
ber 1, both stud nearly any secu ents and staff red on-campu can park their s bicycle park Built Environm bikes in ing. Only Vertig ent. The bicycl o is meant excl e parkings are thousand new usively for accessible with bicycle racks w a campus pass ith a ‘wider lockin 24/7. Two g connection’ will be placed on ca mpus as well. Old and new adde d up, there will be an extra 500 bi cycle stands at TU/e by 2015. The campus ca rd serves as the ‘key’ to the se cured parkings. TU/e staff and stud ents don’t have to take action th emselves, as the bicycle parkin g authorization will be activat ed automatically.
Frans Verbru
What happens to international students after they graduate from TU/e? Do they go job hunting in the Netherlands, pack their bags and explore the world, or return to their home countries? International TU/e graduates talk about their lives after TU/e.
How do you reflect on your time at TU/e? I originally studied Computer Science at the Technical University of Buchare st, Romania. In my fifth year, I received a four-month Socrates Scholarship to finish my graduation project at the Université de Valenciennes in Northern France. During this period, I visited Eindhoven and met several other TU/e student s, including my husband. It was a coincidence that I got to know TU/e, but once I heard about the OOTI program, I knew that was what I wanted to do after graduating. My two years at TU/e were tough but very nice. It was hard work, and especially challenging conerning the less technical aspects of the study. At OOTI, working in a very diverse multicultural environment, and doing many soft skill training s, is what makes you a different person in the end. I invested two years in OOTI, but it yielded two years of intensive training and experience you can only ‘pick up on the go’ in any other regular job. What advice do you have for current students? Enjoy your time at universityand take advantage of the opportunities you are being presented with. No matter where you want to live and work, it will make you a richer person with the knowledge you will have gained afterwards. And ‘rich’ people just find the best opportunities.
22 | Research
30 October 2014
Research | 23
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Barry the better bacterium This weekend, Boston hosts the iGEM Giant Jamboree, an annual student competition for synthetic biology. The fourteen members of the TU/e iGEM team will attend, too. The team has created a ‘jacket’ for E. coli, improving the bacterium’s chances of survival so it can make itself useful - in an industrial environment or inside the human body. And in the meantime, they also published a children’s book. Bacteria have a bad reputation. They shouldn’t, say the members of the TU/e iGEM team. With a little help, bacteria can be amazingly beneficial to us. And that’s exactly what they want to contribute to with their iGEM project. iGEM is an acronym for International Genetically Engineered Machine. It’s a competition for students where they are challenged to add new and useful characteristics to single-celled organisms (like bacteria) by employing the latest techniques from synthetic biology. This year, 245 student teams from around the world have registered for the competition. On the initiative of the Institute for Complex Molecular Systems (ICMS), TU/e has entered the iGEM competition for the third time this year. “The first team had created a type of LED screen made from luminous yeast cells”, says Anke Boschman, who’s this year’s ‘head lab’. “And last year, the team designed a bacterium that finds tumors in the human body to secrete a protein that shows up on MRIs.”
A coating can make the bacterium resistant to hostile environments Still, since iGEM is a student competition, mostly the teams only demonstrate their ideas should work in theory. After all, you can’t
just inject the human body with bacteria, because they generate an immune response, which can result in nasty symptoms and/or the premature demise of the well-meaning bacteria. The current iGEM team has searched for a solution to the latter problem, says Boschman. “Of course, it’s a shame last year’s wonderful idea can’t be implemented, because the bacteria will die. So, we wanted to try and find a way to create a coating that makes the bacterium resistant to hostile environments.” Although initially they had decided on a coating that was to make E. coli invisible to the human immune system (a stealth bacterium), they soon moved on to a somewhat broader approach, ‘head modeling’ Glenn Cremers explains. “Bacteria and the human body are a tricky combination, which is why we decided to use a more general method: attaching molecules to the outer membrane (the ‘skin’, TJ) of the bacterium.” Their work has resulted in a ‘universal click system’ that enables all kinds of molecules to attach to the bacterium. Think of it as a protein jacket with hooks for the functional molecules to attach themselves to. The idea is that different kinds of molecules can be attached to the jacked easily, depending on what it’s needed for - a stealth jacket for in the human body, or a layer of catalysts for biochemical reactors, for example. “We’ve taken the first step towards creating a functional coating”, says Boschman. She says it’s
up to others, within or outside TU/e, to further develop the idea. Although neither the click chemistry nor the idea of coated bacteria is a new find, yet their combination is. According to supervisor dr.ir. Tom de Greef, the iGEM project might just lead to an interesting scientific publication. “There are plans to set up a few bachelor exam projects to that end.” He admired the dedication of the team members. “They really took the plunge and their efforts have resulted in something you can expect from fifth-year students, whereas they started the project in their second year and didn’t have any previous lab experience.” The only thing he regrets is that the team consisted of Biochemical Engineering students exclusively. “Next year, I’d love to see students from other departments join the team as well, just like our competition.”
The bacterium receives a protein jacket with hooks for molecules to attach themselves to In case their idea isn’t picked up within TU/e, then it might at next year’s iGEM: future contestants are free to use three proteins (two membrane proteins and an enzyme) created by the TU/e team. These so-called BioBricks will be included in the biological toolkit from which all iGEM teams are free to order items.
Barry the not-so-bad bacterium The iGEM teams are not only judged on their performance in the lab (and what they’ve presented on their websites). They also have to show their contribution to the social understanding of their area of expertise: synthetic biology. It turned out to be a piece of cake for team member Minke Nijenhuis. With the help of a primary school teacher she created a children’s book for children aged 6-10. The book explains not all bacteria are bad, and that some even have superpowers thanks to synthetic biology. The book’s protagonist is Tim, the son of a synthetic biologist. One day, he enters his father’s lab, where he’s shrunk to the size of a bacterium. He then meets Barry the Bacterium, and together they go to Petri City. Nijenhuis created the illustrations in Photoshop and wrote the rhymes in the book. It’s been self-published (sixty Dutch, and forty English copies - so the judges in Boston can read it, too).
How do you get a bacterium to wear a protein jacket? Bacteria are basically biological mini factories. If instructed correctly, they will produce the right proteins. If these are recognizable as membrane protein, the internal infrastructure of the bacterium will make sure those will be transported to the ‘skin’ of the bacterium. The instructions come from a piece of DNA (the blueprint of the protein). Those DNA pieces are the BioBricks that iGEM teams can order through the organization, says Glenn Cremers. “In Boston, they have a large freezer filled with pieces of DNA that can be shipped to your team. The DNA then has to be integrated in a plasmid.” A plasmid is a ring-shaped piece of DNA. With the help of enzymes (proteins that have the ability to cut off and attach DNA), the piece of DNA can be integrated in the DNA ring. “Those enzymes can be ordered, too”, says Cremers. “They arrive within two days.” The next step involves getting the prepared plasmids to be absorbed by the bacterium. “By shortly heating the bacteria, the cell membrane becomes porous; that’s how we’ve managed to get the plasmid inside the bacterium”, Anke Boschman explains. The bacterium uses that genetic information to create the desired membrane protein. The iGEM team uses a clever trick that enables a specific amino acid (pink in the illustration) to be absorbed by the protein. All molecules that are fitted with the correct molecular ‘hook’ can attach themselves to the bacterium’s surface through that amino acid. Glenn Cremers and Anke Boschman from iGEM-team Eindhoven.
Surface of the E. Coli bacterium with membrane protein ‘click system’. The pink ball is the built-in amino acid to which a variety of functional molecules may be attached. Animation | studio ICMS
24 | Focus
30 October 2014
Text | Monique van de Ven Illustrations | MTD Landschapsarchitecten Photos | Bart van Overbeeke No less than eight years ahead of schedule TU/e “precipitately” began the construction of its Green Strip in 2012: the green recreational area in the heart of the campus. Meanwhile the second and final stage is about to commence, for which the whole area between Ceres and the new Flux building will be dug up. The Green Strip should be ready in the spring of 2015.
The green heart | The Green Strip was designed by
TU/e rolls out Green Strip further
Focus | 25
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Outdoor theater | The second part of the Green Strip runs from the Ceres building (near the chimney next to MetaForum) up to Flux, the new accommodation of the Electrical Engineering and Applied Physics Departments. It is not yet known which contractor will carry out the project; the tendering procedure is nearing completion. One feature that will be conspicuous is the large lawn in front of Gemini, which will function as a recreational and multi-purpose area. An elevated area will be made around it, comparable to the concrete steps in the square at MetaForum, so that a kind of outdoor theater is created.
the Den Bosch bureau MTD Landschapsarchitecten. A green recreational area in the heart of the campus, which allows a smooth flow for pedestrians and cyclists especially and provides space for multifunctional outdoor activities and events: that is the Green Strip in a nutshell.
Flux surrounded by greenery | The new Flux
building and the Green Strip are closely connected as projects; stage 2 of the Green Strip could not be fleshed out completely until the technical elaboration of Flux was on the table. For that reason - as was the case with MetaForum earlier - there has been regular attunement among the different architectural firms involved. For the entrance to Flux the same material will be used as can be seen in the plateaus around the market hall at MetaForum. Whilst this Chinese granite was ordered ages ago, it will definitely not be delivered before January 2015. Therefore concrete slabs will be used temporarily for the entrance to Flux. “This means that there will be a moment when we still need to work on the main entrance, when the building is already fully operational.” The project leader acknowledges that this is not ideal, although Flux will later have “a real eye catcher” to show for this delay. For the ‘gallery stairs’ which will be laid out in a curve around the building, bordering on the terrace near the refectory, the same kind of concrete will be used as was applied in the rest of the Green Strip. In this way “some degree of uniformity will be achieved in the entrances to the big buildings around the Green Strip”.
Fase 1 | In May 2012 the construction of the first stage of the Green Strip was begun, the area between the Limbopad and the Ceres building. Although the envisaged green central area of the campus was actually not included in the planning until after project 4 (the renovation of the Gemini complex), say in 2020, the new MetaForum and its ‘market hall’ in particular proved to be so inextricably interwoven with their direct environment that the construction of the Green Strip was “precipitately” started eight years earlier. “The entire lighting concept, for one, still had to be devised when we were already picking the first paving bricks out of the ground”, illustrates project leader Boudewijn Elmans (Real Estate Management). The main portion of the first stage was completed early in September 2012, even though the aggregate activities would eventually last until the spring of 2013. There were more i’s to be dotted and t’s to be crossed later as well, such as the new top layer that was recently applied on the paths of the Green Strip.
Illustration | Architectuurstudio HH
The completion of Flux also generates some uncertainty in the planning for the green central area. Not until mid-November, when the contractor will transfer the building to the university, can the first job in the second stage of the Green Strip be started: the construction of the passageway from Ceres to Flux. We are starting at an awkward time”, Elmans warns us, “as we are quite dependent on the weather”.
Wheels in greenery | Even though TU/e initially preferred the absolute minimum of wheels on the Green Strip, you cannot simply shut out or ignore cyclists and motorists, Elmans states. “Initially, for example, we thought: people will just have to cycle around it. Still, as it is cyclists turn out to find their way anyhow, in ways that appear to be working quite well in fact.” He points at the long path between the pond at the Hoofdgebouw and the Matrix building, which is also used thankfully by cyclists. Furthermore, there is a bicycle crossing across the Green Strip at Ceres and a second crossing will be laid out at Flux. Traffic, and parking in particular, are “the pre-eminent topics of discussion” anyway in every consultation about the Green Strip, Elmans adds. For instance, 105 parking spaces will be sacrificed for part 2 of the Green Strip. Near the Hoofdgebouw also, which is to be renovated as of 2015, 84 spaces will disappear. Around Potentiaal, which is converted into a residential tower block, and the intended new tower block of Vestide an extra 195 parking spaces will have to go. This loss is made up for temporarily at the Connector building and through an expansion of the number of parking spaces at Laplaceplein (together +135) and on the east side of the campus, near the road De Horsten (+200). The parking capacity will also be expanded in the subarea ‘the compact campus’, located centrally on the site, with 136 new parking spaces at Flux and a further 70 at Het Kranenveld (where De Hal used to be). Altogether TU/e is aiming at 2,225 spaces across the whole campus, which will also satisfy the parking demand at peak moments. Anyone who wishes to avoid paid parking on campus in the future can park their cars just outside the site, at Celebeslaan. There was already extensive coverage of future changes in bicycle parking this week on cursor.tue.nl. Many sheds will be secured in the coming months; TU/e is also investing in better bicycle racks, with less risk of damage to the parked bicycles. The greatest sacrifices in terms of bicycle parking spaces are made at the Hoofdgebouw to be renovated (minus 450) and, due to the second part of the Green Strip, at Gemini (minus 710). On the other hand, a considerable number of spaces is added at Flux (1,600, both at underground and at ground level), in the basement of Traverse (200) and at the location where De Hal used to be (400 spaces).
Road works | As a result of the construction of part 2 of the Green Strip, the road De Wielen is lost, half of which was broken down already in connection with part 1. The clinker paving - between Gemini and TNO- will only be removed when a new access road on the south side of the campus has been finished. This road will run from the entrance at TNO, down along Helix, towards Vertigo. Initially the Department of Chemical Engineering and Chemistry, which occupies Helix, had some concerns about this new access route in connection with several heavy microscopes that are used on the south side of the building. Elmans explains, though, that an investigation has shown that the road will not cause any disturbance in this respect. Once the new road and the parking lot at Het Kranenveld are finished, the passage now tolerated for cars between Vertigo and the pond will disappear. Pickets will be positioned here probably early in 2015 - , after which only security and emergency services and such will be able to cross there.
How green? | In the first stage of the Green Strip 43 new trees were planted altogether, including 12 false acacias (in full: Robinia pseudoacacia ‘Semperflorens’) and 8 pedunculate common oaks (Quercus robur). Also, 1,565 square meters of hornbeam, 18,500 hederas and 14,500 square meters of grass were laid out. For part 2 a substantial portion of greenery will be laid out as well, including 48 trees (the common oaks again forming a majority), 12,700 hederas (two different varieties), some 1,300 square meters of hornbeam and 12,700 square meters of lawn. The intention is for the new trees to be planted not later than February 2015.
26 | Research
30 October 2014
4 burning questions
Jelle Stumpel | Chemical Engineering
Smart coatings
Research | 27
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Nilles Vrijsen | Electrical Engineering
Fast and accurate electric machines 1 | cover
1
The white S-shaped curve is a measured magnetic hysteresis loop of a magnetic material (SiFe). When a coil is used to induce a magnetic field in the material, the resulting magnetic flux density is highly nonlinear. The blue fan shape is formed by the rotation of the original curve.
’s on f your o r e ov the c rtation? disse What
2 | parties Many electric machines contain iron to achieve a high force density, so production systems, e.g. used in automation, can produce the products fast and cheap. Semiconductor litho graphy systems also require a high position accuracy (sub-nanometer). Because of that, it is essential here that the nonlinear magnetic material phenomena in the actuator are fully known and modeled. This is necessary to predict the force of actuators over its full force range accurately.
3 | essential
2
The measurement instruments that I used used are a hystograph for measuring the fields in magnetic materials (available in the EPE Lab), a load cell to measure the dynamic force of actuators (provided by Heidenhain), and a test rig to measure the force of actuators with a high accuracy (thanks to ASML).
Wh a peo t do y ou t ple a t par ell whe n t abo ut y they a ies our s rese k arch ?
4 | society benefit With high-force density positioning systems, the semiconductor industry can produce cheaper computer chips. When the position accuracy is enhanced as well, the functionality of electronic devices, e.g. smartphones and tablet computers, can be improved further.
1 | cover
3 What person, technology, or device has been essential for your research?
4
does w o H efit n e b ty socie our work? y from
The cover shows a microscopic image of a polymer coating with light reflecting and transparent areas. The color effects are the result of the molecular order in the material, and the use of polarization filters.
2 | parties Most of the time I tell people that I’m making materials that have a reversible reaction to external influences. Examples include materials of which the surface structure (roughness) changes through lighting, and a polymer coating that changes color depending on the level of humidity, or the presence of a certain component. These types of materials can be used as optical sensors that can be read out by the naked eye.
3 | essential Nearly all polymer materials I used have been made using a high intensity ultraviolet source. Lighting a reactive mixture consisting of several monomers with said lamp, results in the formation of radicals, which in turn start a polymerization process. Altering the light intensity and the use of masks, enable the formation of coatings with a more complex structure.
4 | society benefit
(edited by Tom Jeltes) Photos | Bart van Overbeeke
Responsive polymer materials can be used for several purposes. Windows can be produced with a surface structure that changes, so they clean themselves, and packaging can benefit from optical sensors.
Koen Hendriks | Chemical Engineering
Polymer chains for solar cells 1 | cover You are looking at the chemical structures of the polymers that I have made and studied in organic solar cells.
2 | parties The goal of the research project is to gain a better insight in the relation between the physical properties of the polymers and their performance in solar cells. I often use the analogy between a polymer and a beaded necklace. The polymers are comprised of alternating electron rich and electron deficient chemical groups, which can be seen as alternating colors in a beaded necklace. By using different colors, the physical properties such as light absorption can be tuned. When you make the chains as long as possible and without defects, then the solar cells are quite efficient for the conversion of light into electrical power.
3 | essential The research project is multidisciplinary, ranging from organic chemistry to chromatography and semiconductor physics. Needless to say, I needed every analysis technique, piece of equipment, and especially all people I could find. Miss a few and you cannot carry out the research properly.
4 | society benefit These types of materials can be applied in flexible solar cells, and are particularly suited for semitransparent solar cells that can be placed on windows, for example.
Donderd ag okto Genootsc hap, Park ber, 20:00-22:00 laan 93, u Lezing i Eindhove ur, Academisch nternetv n ei
30
l
igheid e Lezing en n ASML Frank van discussie tusse www.aca Anholt, it-veilighn Ronald Prins, o pri demischg e enootsch idsdeskundige b chter van FOX-IT ij ASML. en a p .n l Voertaal: Entree: G Nederlands ratis
don’t TU/e and Eindhoven so you Cursor collects all events at , and nts eve ic athletic and academ have to. Symposiums, films, notify can You nl. ue. or.t urs w.c at ww to parties: you can find them all ail em an d sen website, please e us of new events through our her will ine gaz Ma sor Cur do so.
[email protected] if you want to ing happenings. publish a selection of upcom
U/e campus
os, T e Zwarte Do :00h, café D
-18
15:30 November, 5 y a d s t e n d We earch Mee
e: English ent languagnone Ev g er e Blijenb Entrance fee: ustry: Ir. Ari the es R y Meet the ind r the car. 16h10: Meet and : it 0 4 il h b 15 o rotech ility afte Smart M egic Areas (TNO) - Mobt: Gerard Verschuren - Eu: Research e of the Strat r n u 0 o o 4 f is en h o m ty 16 ct rn ili ies. gove Smart Mob rrent and active subje spective of h00: End of n opportunit the Europea mart Mobility topics. 18 of TU/e. A cuthis event, a broad per scientists S n . pitches o ing & drinks research. At arch will be given. TU/eesearch. am, network current rese their Smart Mobility R van de Weijer. progr will present h30: Opening by Carlo PROGRAM: 15
3
Maandag , dinsdag e n woensdag november, 2 0 Filmhuis De Z :00-21:30 uur, warte Doos, TU/e-campus Superno
5
4
va
Meis woont op in niemandsla de kop van een scherp het verstikken nd. Ze probeert te onts e bocht ergens wereld te verk de vacuüm van haar benappen uit listische mijm ennen via haar zintuige staan door de n. Existentia seksualiteit zoeringen gemengd met on rgen voor over tlui donderende kende kijkervaring. Voertaal: Ned Entree: 7,50 euerlands betalen op ve ro (Plazapas is geldig), stud rtoon van colle gepas 3,50 eu enten ro
ie. ymfon stadss n n e e is beelde it 1927 stadt uvan de stad inlike kings, ck ß o r G er tra ie e stood sound fonie d essent Die Sin ging om de ikanten van Wen originele rte Doos. , r e o a be Een p gen. De muz , schreven uit in De Zw novem te van ck uit Belgiëren die live g a d . , r voe st-ro Dins u u 5 euro 0 , os pvooor de film en 1:3 o 2 etalen b D 0 n e e 0 t r : r de 20 wa ten, an Uniek! is De Z studen r o o v Filmhu pus : Gratis m Entree U/e-ca
11
T
Berlin
1927
r,
e novemb 2 1 g a d oens
W r, TU/e 3:35 uu 12:40-1 aal Auditorium Z Blauwe
ïne: Poetin n a v Oekra g ingen meran uur zijn de verehkoouedld. e o b e d M gb l van de n ernsti r een
12
Wednesday November, 20:00-22:05h, filmhouse De Zwarte Doos, TU/e cam pus
The fault in our stars
Hazel and Gus are two extraordinar y teenagers who share an acerbic wit, a disdain for the conventi onal, and a love that sweeps them on an unforgettable journey. Their relationship is all the more miraculous, given that they met and fell in love at a cancer support group. Event language: English with Dutc Entrance fee: students: 3,50 euros,h subtitles others pay 7,50 euros.
a aat voo t Weste na de v 25 jaar Rusland en hekraïne de opmoningsbruggeen tussen e crisis in Oe g? Hans van K r zijn acties e Vormt d Koude Oorlo at Poetin voo nieuwe aakt helder d (RUG) mrijs betaalt. rlands hoge p l: Nede Voertaa Gratis tree: En