Biodiversiteit en samenleving Jan van Groenendael Gegevensautoriteit Natuur
Waarom ook al weer Biodiversiteit?
Het Biodiversiteitsprobleem: Mondiale bedreiging van biodiversiteit 1 op de vijf zoogdiersoorten
1 op de vijf hogere planten
Is dat erg? Van alle millenium doelen die de wereldgemeenschap zichzelf heeft gesteld voor het jaar 2015 wordt op alle doelstellingen vooruitgang geboekt behalve bij het terugdringen van het verlies aan biodiversiteit dat een onderdeel is van het zevende milleniumdoel: De bescherming van een duurzaam milieu met voldoende voedsel en schoon water voor iedereen. Ook in NL heeft de staat grondwettelijke de taak het leefmilieu te beschermen en te verbeteren (art.21) .
Biodiversiteit vervult waardevolle functies: Voedselproductie Kustbescherming Waterretentie en –berging Nutriëntenkringloop Ziekte- en plaagresistentie Gezonde bodems Helder water Schone lucht Dempen van klimaatfluctuaties Belevingswaarde
Verstoren van functies kan ernstig zijn Piekafvoeren Bodemdaling Blauwalgexplosies Invasies van pestorganismen Geschatte mondiale schade als gevolg van biodiversiteitsverlies tussen de 2 en de 4,5 trillioen euro op jaarbasis
Kostbare Biodiversiteit
Aanleiding Gegevensautoriteit Natuur Strengere wetgeving op natuurgebied (Flora en faunawet) werd ingevoerd. Toenmalig minister Veerman zag in toenemende mate economische en ecologische belangen botsen. Eigenlijk vaak onnodig daar nationaal veel bekend is over de voorkomen van beschermde soorten. Vanuit die gedachte ontstond het plan om betrouwbare gegevens bij elkaar te brengen en beschikbaar te stellen.
Nederland uniek in de wereld qua data over verspreiding van Plant en Dier
• Op allerlei bestuurlijke niveau’s worden gegevens ingewonnen: gemeenten, gewesten, provincies, rijk • Er zijn tienduizenden georganiseerde vrijwillige waarnemers die dagelijks nieuwe gegevens leveren
• Er is een veelvoud aan incidentele waarnemers die via webportals hun observaties indienen • Het Nationale databestand Flora en Fauna bevat inmiddels meer dan 50 miljoen data onder de hoede van de Nationale Gegevensautoriteit Natuur
De opgave Hoe gaan we om met 16m Nederlanders en 20.000 tot 30.000 andere soorten in een klein land Hoe verzoenen we landbouw, stadsontwikkeling, transport, recreatie en behoud van biodiversiteit?
Waar liggen de meeste problemen? Niet in de natuurgebieden met enkelvoudige bestemming natuur waar al optimalisatie van de beheerinspanningen plaats vindt maar in gebieden met andere hoofdfunctie of met combinaties van bestemmingen buiten de natuurgebieden
Waar liggen de meeste problemen? Twee en zestig procent van beschermde habitattypen te vinden buiten N2000 gebieden Zestig procent van de VHR soorten heeft zijn optimum buiten N2000 gebieden Daar conflicteren economie en ecologie vooral op basis van de Flora en Fauna wet.
Concurrerende ruimteclaims
De Praktijk In 2009 werden op 65.000 bouwvergunningen 600 ontheffingen van de FFwet aangevraagd. Een ruwe schatting leert dat dit er 6000 hadden moeten zijn. Gemeenten die ondernemers moeten helpen geven bij invoering van de WABO in 2/3 deel van de gevallen aan dat ze wat betreft natuur te weinig kennis hebben om dat goed te doen.
De Praktijk Op 40.000 aanvragen die in het onderzoek zijn beoordeeld zijn er 60 (0.15%) waarin volgens de aanvrager sprake is van effecten op flora en fauna. In 7 gevallen (0.017%) is daadwerkelijke informatie over flora en fauna aangereikt en in 3 gevallen (0.008%) is door Dienst Regelingen een Verklaring van Geen Bedenking afgeleverd. Dit is een onwaarschijnlijk laag getal.
De Risico’s
Het vinden van een goede balans tussen economie en ecologie
De nieuwe Omgevingswet In de nieuwe Omgevingswet komen twee regimes: grote ingrepen met een MER light en de duizenden kleine ingrepen worden vergunningsvrij gemaakt met een herstelplicht achteraf. VNO/NCW voorziet hier onvoorspelbare financiele verplichtingen en bepleit een informatiesysteem vooraf over risico’s ook om te voorkomen dat er een ongelijk level playing field.
Een nieuw idee voor Natuurcompensatie De inzet van private middelen voor natuurcompensatie verbetert door het faciliteren van het principe van salderen; De saldering wordt gebaseerd op kwaliteitsinformatie over natuur;
De initiatiefnemer wordt ontkoppeld van de uitvoering van herstel op basis van een nationaal geborgd puntensysteem; De natuurpunten verhandelbaar kunnen worden gemaakt tussen initiatiefnemers;
Een deel van de middelen gefaseerd wordt ingezet op basis van monitoring om de kwaliteit van de beoogde compensatie op langere termijn te kunnen borgen en waar nodig te kunnen bijsturen in ontwikkeling, beheer en onderhoud.